Uitvoeringsplan herinrichting sociale domein

Uitvoeringsplan
Herinrichting Sociale Domein
Gemeente Alphen aan den Rijn
Vastgesteld door het College van B&W op 18 November 2014e
n nemen dit mee naar de achterban
1
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 1: de visie ............................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2: de effecten van het sociale domein ................................................................................ 11
Talent ontwikkeling ........................................................................................................................... 11
Gezonde leefstijl ................................................................................................................................ 13
Zelforganiserend vermogen .............................................................................................................. 15
Leefbaarheid...................................................................................................................................... 17
Hoofdstuk 3: het uitvoeringsprogramma .............................................................................................. 19
Wijkbudgetten ................................................................................................................................... 21
Gemeentebrede opdrachten............................................................................................................. 24
Hoofdstuk 4: de financiën ..................................................................................................................... 28
2
3
Inleiding
Er verandert veel in de samenleving. Zelfredzaamheid (“eigen kracht”) en participatie
(“meedoen”) zijn sleutelwoorden die meer op de voorgrond komen te staan. De transformatie
van de verzorgingsstaat biedt een kans om onze huidige taken en verantwoordelijkheden op
een andere manier te organiseren. We gaan hierbij meer uit van ieder zijn mogelijkheden en
bieden ruimte voor initiatieven uit de samenleving. De samenleving is niet meer alleen “van
de gemeente”. Burgers en maatschappelijke partijen spelen een belangrijk rol. Deze rollen
zijn in beweging. Dit uitvoeringsplan richt zich op het sociale domein.
De komende jaren willen we een sterke basis neer zetten om met elkaar zelfredzaamheid en
participatie meer vanzelfsprekend te maken. De intentie is om deze transformatie samen
met partijen in het veld in gang te zetten. Daarom zijn we het proces Nieuw & Anders in het
sociale domein gestart.
Het uitvoeringsplan herinrichting sociale domein
De veranderingen in de samenleving bieden de kans om integraler met elkaar samen te
werken. In het proces Nieuw & Anders hebben we voor het gehele sociale domein bekeken
wat we de komende jaren willen bereiken. Wat we de komende jaren willen bereiken staat
omschreven in Het uitvoeringsplan sociale domein (Het uitvoeringsplan). Eerder is voor dit
stuk de titel “Herfstakkoord” gebruikt. Doordat het stuk de start van een proces omschrijft,
is de titel van het stuk aangepast.
Om de omslag naar een participatiesamenleving concreet te maken, maakt het
uitvoeringsplan gebruik van de piramide zoals beschreven in het beleidsplan 3D “Beter voor
Elkaar”. Het uitvoeringsplan richt zich op de onderste twee lagen van deze piramide. Met de
plannen en afspraken die voortkomen uit het uitvoeringsplan willen we bereiken dat het
“gewone leven” zo wordt ingericht dat individuele professionele ondersteuning zo veel
mogelijk wordt voorkomen en dat elke inwoner meedoet in de samenleving. Tegelijkertijd
leven we in een tijd van economische schaarste. De komende jaren moeten we als gemeente
€4 miljoen bezuinigen op het gebied van sport, cultuur, welzijn en werk. Dit uitvoeringsplan
geeft aan hoe we het gemeentelijk budget voor het sociale domein inzetten om dit
toekomstbeeld te behalen.
Zowel vanuit het fysieke, als het sociale domein kunnen activiteiten plaatsvinden voor de
omslag naar een participatiesamenleving. In dit uitvoeringsplan wordt met name ingegaan
op het sociale domein. In de wijk en “in het gewone leven” komen sociaal en fysiek bij elkaar.
Samenwerking tussen het fysieke en sociale domein is van belang om de gewenste
maatschappelijk effecten te behalen.
De nieuwe toekomstschets die in dit uitvoeringsplan wordt omschreven, vraagt ook een
andere manier van (samen-)werken met inwoners en (maatschappelijke) partners. We geven
een andere invulling aan opdrachtgeverschap door voortaan te sturen op maatschappelijke
effecten (doeltreffendheid) en resultaten. Hoe deze effecten het beste bereikt kunnen
4
worden, laten we over aan de expertise van inwoners en maatschappelijke partners. Deze
nieuwe werkwijze vraagt een omslag in rollen van gemeente, inwoners en maatschappelijke
organisaties. Voor de gemeente betekent dit loslaten en vertrouwen. Van inwoners en
maatschappelijke organisaties vraagt dit verantwoordelijkheid en initiatief nemen en
onderling samenwerken. Het is een start van een andere manier van werken met elkaar.
Proces Nieuw & Anders
In 2014 vonden vier bijeenkomsten Nieuw & Anders
voor het sociale domein plaats. Bij iedere
“Het proces dat we doorlopen is ook
een opbrengst. Er is nu meer begrip
bijeenkomst waren veel grote en kleine organisaties
voor wat er speelt, we worden ons
vertegenwoordigd. Zij hebben met de gemeente het
meer bewust van onze rol en nemen
inhoudelijke stuk van Het uitvoeringsplan
dit mee naar de achterban.”
uitgedacht en uitgewerkt. Tijdens het proces is het
(Themagroep doen)
accent verlegd van “wat kunnen we anders doen
waardoor we geld besparen”, naar “hoe gaan we het budget dat overblijft in het sociale
domein op een andere manier gebruiken”. In de weken na de zomervakantie hebben
verschillende themagroepen maatschappelijke effecten en doelstellingen uitgewerkt. Deze
uitwerking vindt u terug in dit uitvoeringsplan.
Samenhang met andere processen
Het uitvoeringsplan staat niet op zichzelf. Het sociale domein is zoals gezegd volop in
beweging. Dat brengt met zich mee dat er verschillende processen naast elkaar lopen en met
elkaar verbonden worden. Belangrijke processen zijn bijvoorbeeld de voorbereidingen op de
drie transities, de komende visie op vastgoed (waaronder maatschappelijk vastgoed) en de
woonvisie. Waarbij de visie op vastgoed aansluit bij de maatschappelijke effecten van dit
uitvoeringsplan. Ook afstemming en samenwerking met het fysieke domein is essentieel.
Daarnaast concretiseert het uitvoeringsplan verschillende ambities uit het Coalitieakkoord
2014 – 2018 waaronder:

Verbindend besturen samen met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke partners;

Goede voorzieningen in wijken en kernen door slimme samenwerking met partners;

Sociaal beleid dat eigen kracht stimuleert en een vangnet biedt voor wie het nodig heeft.
In het uitvoeringsplan wordt zo goed mogelijk bij de verschillende onderdelen benoemd wat
wel en wat niet bij de opdracht van het uitvoeringsplan hoort. Bij de verdere uitvoering van
het uitvoeringsplan is het noodzakelijk om (ook intern) alle raakvlakken integraal af te
stemmen.
Leeswijzer
Het uitvoeringsplan bestaat uit vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de visie
beschreven en de uitgangspunten. Deze uitgangspunten gelden voor alle maatschappelijke
effecten en doelstellingen die we willen bereiken. In hoofdstuk twee worden de vier
maatschappelijke effecten uitgewerkt die we de komende jaren willen bereiken op het
5
sociale domein. Hoofdstuk drie is een uitvoeringsprogramma. Het geeft een omschrijving
van de financieringsvormen die we als gemeente willen gebruiken om de omschreven
effecten te behalen. Het laatste hoofdstuk geeft ten slotte een omschrijving van de
beschikbare financiën en hoe we deze op hoofdlijnen willen verdelen.
6
Hoofdstuk 1: de visie
De verzorgingsstaat verandert naar een participatiesamenleving. De transformatie die daar
bij hoort, biedt een kans om veel meer uit te gaan van de kracht van de samenleving.
“De nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn vraagt om een gemeentebestuur dat zaken nieuw
en anders aanpakt. CDA, Nieuw Elan, VVD, D66 en ChristenUnie hebben elkaar gevonden in
de wens te werken aan een gemeente die daadkracht toont en dichtbij haar inwoners staat,
zowel bestuurlijk als ambtelijk. Wij stellen inwoners centraal en bieden ruimte voor
initiatieven. Wij kiezen een bestuursstijl die verbindend is en de samenleving als
uitgangspunt neemt in plaats van het gemeentehuis.” (Coalitieakkoord 2014-2018
Daadkracht Dichtbij)
De rollen en verwachtingen van de overheid, uitvoeringspartners en inwoners veranderen.
Daardoor ontstaat een veranderende vraag voor de onderste twee lagen van de piramide. Dit
is een proces van jaren. In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste uitgangspunten voor
deze verandering op een rij.
Uitgangspunt: verstevigen van de basis en een “beweging naar beneden”
Om de omslag naar een participatiesamenleving concreet te maken, gebruiken we het beeld
van de piramide1. Deze piramide geeft een driedeling weer in het sociale domein en sluit aan
bij de leefsituatie van de inwoners en de mate waarin zij in staat zijn verantwoordelijkheid te
nemen en op eigen kracht mee te doen in de samenleving.
Transformatie voorzieningenaanbod
ondersteuning
Veranderend opdrachtgeverschap
meedoen faciliteren
Eigen kracht samenleving
de basis
De faciliterende overheid
Aantal inwoners
1
Beleidsplan 3D: Beter voor elkaar
7
Plek in de piramide
Toelichting
Waar geregeld
Basis
De basisstructuur (sport, cultuur en
-
welzijn) in de samenleving, waarbij iedere
programma herinrichting
inwoner kan meedoen aan de
sociale domein
Uitvoerings-
samenleving.
Meedoen
Door middel van laagdrempelige
-
Uitvoerings-
faciliteren
informatievoorziening, preventie,
programma herinrichting
signalering, inwoners net dat steuntje in
sociale domein
de rug geven om het zelf te kunnen doen
of voorkomen dat ondersteuning of zorg
in een later stadium nodig is.
Ondersteuning
Individuele (specialistische/professionele)
-
ondersteuning voor inwoners die dat
nodig hebben.
Beleidsplan 3D: Beter
voor elkaar
-
Sociale Participatie
(TOM)
-
Specialistische
jeugdzorg
Het uitvoeringsplan richt zich op de onderste
-
Serviceplein
-
Jeugd en gezinsteams
twee lagen van de piramide. De basis moet zo
“Ik ben ervan overtuigd dat versterking
zijn ingericht dat deze optimale mogelijkheden
van welzijnsfuncties kan voorkomen dat
biedt om mee te doen en zo zelfstandig
onze inwoners een onnodig beroep doen
mogelijk te leven. De komende jaren willen we
op dure zorgvoorzieningen. Het is een
deze basis verstevigen en daarnaast een
beweging van de top van de piramide naar
beneden laten plaatsvinden. Bij de verdere
prachtige uitdaging om die functies
tezamen met de samenleving te
uitvoering is samenwerking en afstemming met
verbinden en versterken.” (Wethouder de
de verschillende organisaties die in de top van
Jager)
de piramide actief zijn van belang. Op die
manier kan er ook voor gezorgd worden dat professionals aanvullend worden aan de
basisvoorzieningen en vrijwilligers.
Uitgangspunt: meedoen en participeren
Door actief mee te doen in de samenleving, maken we met elkaar Alphen aan den Rijn.
Meedoen biedt een kans om talenten en vaardigheden te ontwikkelen, anderen te ontmoeten
en te ontspannen. Daarnaast kan actief meedoen diverse problemen voorkomen. Denk
bijvoorbeeld aan overgewicht, eenzaamheid en opvoedproblemen. Actief meedoen voorkomt
of vermindert dat mensen professionele hulp nodig hebben. Hierbij willen we dat alle
inwoners en verschillende groepen mensen zo veel mogelijk mee doen. Sommige inwoners
of groepen hebben
8
Veel mensen doen al mee in de gemeente. Zo is er in onze gemeente, in vergelijking met de
rest van Nederland2, bijvoorbeeld een
bovengemiddeld aantal mensen lid van een
“Er is al heel veel. Niet alles hoeft
sportorganisatie. Ook is er een breed aanbod van
Nieuw & Anders. Het is juist de kunst
ontmoetings- en culturele activiteiten. Er is
om niet enkel het aanbod te
echter nog altijd winst te behalen. Door
vernieuwen, maar juist om met een
bijvoorbeeld verschillende groepen meer met
elkaar te verbinden en activiteiten te combineren.
Daarnaast zou de (fysieke) omgeving en de
gemeente inwoners moeten uitdagen en
andere blik naar
problemen/vraagstukken te kijken.
Zo is sport misschien wel een
prikkelen om actief mee te doen. Denk hierbij
oplossing voor eenzame ouderen.”
ook aan het waarderen van vrijwilligers/actieve
(Bijeenkomsten Nieuw & Anders)
inwoners.
Een belangrijke ontwikkeling is dat de samenleving, naast stedelijke voorzieningen, sterk
behoefte heeft aan kleinschalige en wijkgerichte initiatieven. Dit kwam onder andere naar
voren in de bijeenkomsten van Nieuw & Anders. Niet elke wijk, gebied of probleem vraagt
immers om dezelfde aanpak. De gemeente heeft als ambitie dat de inwoners in een gebied
zelf bepalen aan welke activiteiten en voorzieningen
behoefte is. Hiermee willen we het effect bereiken dat
Sommige (groepen) inwoners
zij actiever mee doen. De overheid laat de controle
doen door hun cultuur,
los en versimpelt regels zo veel als mogelijk. Op deze
seksuele geaardheid of
manier is er ruimte voor (sociale) innovatie. Zo
stimuleert de gemeente actief meedoen van
inwoners, organisaties en natuurlijk de gemeente
zelf. De gemeente biedt ruimte aan (sociale)
vaardigheden minder makkelijk
mee. Ook voor deze diversiteit
moet aandacht zijn.
ondernemers.
Uitgangspunt: investeren in netwerken
Er ontstaan steeds meer netwerken. Groepen mensen en organisaties die gezamenlijk met
een idee of een probleem aan de slag gaan. Bijvoorbeeld wijkcoöperaties die met elkaar zorg
organiseren. Straten die met elkaar zelfvoorzienend worden in energie. Of inwoners die voor
mensen in de buurt extra koken. In een netwerk voelen mensen zich meer eigenaar van hun
leefomgeving en handelen daar naar. Zo draagt een netwerk bij aan het oplossen van een
probleem en brengt tegelijkertijd mensen en organisaties dichter bij elkaar.
Netwerken bestaan lang niet altijd alleen uit inwoners. Juist de combinatie met verschillende
organisaties en ondernemers kan voor verrassende en duurzame oplossingen zorgen. Hier
liggen kansen voor verenigingen. Niet vanuit (machts)posities, maar vanuit gezamenlijke
wensen en ambities start de samenwerking. De overheid kan voorwaarden creëren om
netwerken te laten bloeien.
Bij het ontstaan van netwerken zijn twee voorwaarden van belang. De eerste voorwaarde is
om een omgeving te creëren waarin netwerken en initiatieven kunnen ontstaan en gedijen.
2
Startfoto 2014
9
De valkuil is dat de overheid initiatieven overneemt.
Een tweede voorwaarde is dat voorkomen wordt dat
kwetsbare mensen steeds kwetsbaarder worden.
Maatschappelijke initiatiefnemers zijn vaak inwoners
die al vaardig zijn. Kwetsbare mensen die niet goed
zijn in netwerken of onvoldoende vaardigheden
“Netwerken zijn geen
maatschappelijk effect op zich,
maar een hulpmiddel/
instrument.” (Themagroep
Netwerk)
hebben om een eigen initiatief te starten, zouden
daarmee steeds kwetsbaarder kunnen worden.
Uitgangspunt: integrale aanpak
Zoals omschreven in de inleiding willen we de samenwerking in de samenleving stimuleren.
In het volgende hoofdstuk worden brede maatschappelijke effecten en doelstellingen
specifiek voor het sociale domein omschreven. De huidige sectoren (sport, cultuur en
welzijn) maken onderdeel uit van deze brede effecten.
Daarnaast vindt samenwerking niet enkel plaats binnen
de omschreven effecten. Juist om de maatschappelijke
effecten te bereiken is in de piramide zowel horizontale,
als verticale samenwerking noodzakelijk. Hierbij hoort
ook de samenwerking met de activiteiten in de top van
de piramide, bijvoorbeeld vanuit Sociale Participatie en
de Jeugd en Gezinteams. Daarnaast is ook samenwerking
tussen het fysieke en sociale domein van belang.
Voorbeeld: Een netwerk bestaat uit informele en formele zorg. Onder informele zorg wordt
ook verstaan sport, welzijn, talentontwikkeling en leefstijl. Zij ontmoeten elkaar op een plek
in de wijk. De zorg is verweven met de rest van de samenleving.
Uitgangspunt: gemeente zorgt voor ruimte
De huidige wet- en regelgeving, procedures en financieringssystematiek belemmeren de
gewenste verandering. Niet de regels moeten voorop staan, maar de inhoud en het proces.
Dat is juist wat we in het uitvoeringsplan verder uitwerken.
Vanuit de nieuwe rollen stelt de gemeente de kaders en hebben inwoners en organisaties
vervolgens de vrijheid en verantwoordelijkheid om vanuit hun expertise te bepalen wat nodig
is. Deze veranderingen vragen om een gemeente die handelt vanuit vertrouwen en die samen
met haar inwoners, vrijwilligers en organisaties bouwt aan een andere samenleving. Dat kan
niet als overal regels en beleid voor zijn die belemmerend werken voor het behalen van onze
gezamenlijke doelstellingen. Daar staat tegenover dat het niet realistisch en soms zelfs niet
wenselijk dat alle regels worden afgeschaft. Er zijn ook landelijke regels waar we als
gemeente niet altijd invloed op hebben. Daarnaast zijn er wetten waar de gemeente
verantwoordelijk is voor de handhaving en uitvoering. Organisaties zullen meer dan op dit
moment gebeurt de ruimte moeten opzoeken binnen de huidige regels. Daarnaast hebben
zij ook de verantwoordelijkheid om aan te geven wat zij hierin nodig hebben.
10
Hoofdstuk 2: de effecten van het sociale domein
De afgelopen maanden is tijdens de bijeenkomsten van Nieuw & Anders en in de
verschillende themagroepen een schets van de toekomst voor het sociale domein van de
Gemeente Alphen aan den Rijn gemaakt. De uitkomsten hiervan zijn vergeleken met de
huidige activiteiten en samengevoegd met de wettelijke taken en vaststaand beleid. Al deze
informatie is vertaald in vier brede maatschappelijke effecten. Dit is een eerste uitwerking,
die de komende maanden verder geconcretiseerd wordt.
Talent ontwikkeling
Iedereen heeft talenten. Als je je talenten
ontwikkelt, kom je makkelijker mee in de
samenleving. Leren en ontwikkelen van
talenten vindt niet alleen tijdens de
schoolperiode, maar een heel leven lang
plaats. Door talenten optimaal te
ontwikkelen en te benutten, is de kans
groter dat iemand sociaal vaardig is, een
baan vindt en houdt en zijn leven zo
“Actieve cultuurdeelname bevordert het
ontwikkelen van je eigen creativiteit en
laten horen of zien wie je bent en wat er in
je leeft. Wie van jongs af aan actief
deelneemt aan cultuur, krijgt meer
zelfvertrouwen, het concentratievermogen
neemt toe en het vergroot de sociale
vaardigheden.” (Themagroep doen)
zelfstandig mogelijk leeft.
Inwoners, onderwijs, ondernemers, organisaties en gemeente zijn samen verantwoordelijk
om een leven lang ontwikkelen mogelijk te maken. Dit geeft ook meteen aan dat
ontwikkeling op school, het werk en binnen het gezin, maar ook in de vrije tijd plaatsvindt.
Belangrijk is om deze verschillende onderdelen in het leven meer met elkaar te verbinden.
Bijvoorbeeld door als bedrijf een opdracht te geven aan scholen als onderdeel van het
lesprogramma. Op die manier wordt het onderwijs meer praktijkgericht en echt verbonden
met de arbeidsmarkt. Een ander voorbeeld is dat een inwoner zijn talenten inzet voor de
gemeenschap. De gemeente streeft daarbij na dat sterke inwoners kwetsbaren
ondersteunen, waardoor bij beiden (verdere) talent ontwikkeling plaats kan vinden.
“Wij kunnen als gemeente onze programmeringseisen voor Theater Castellum los laten.
Hierdoor kan het Theater meer commerciële activiteiten uitvoeren en zichzelf beter
financieel bedruipen. Het Theater kan vervolgens wel een bijdrage leveren aan talent
ontwikkeling door ruimte ter beschikking te stellen voor bijvoorbeeld culturele activiteiten.”
(Wethouder van Velzen)
Door een leven lang te blijven leren, zijn we beter in staat om flexibel in te spelen op de
snelle ontwikkelingen in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan digitalisering of de
veranderende vraag op de arbeidsmarkt.
11
Ter illustratie – enkele activiteiten die we hier nu voor financieren:
- Cultuur- en natuureducatie en muziekonderwijs
- Bibliotheek
- Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en peuterspeelzaalwerk
- Jeugd- en jongerenwerk
- Mentorproject van de VOA
- Theater Castellum
- Parkvilla
Wat willen we bereiken?
-
In de leeftijdscategorie 0-4 jaar ontwikkelen kinderen een basis zodat zij voldoende
toegerust zijn om te starten in het onderwijs.
-
Alle kinderen van 5 tot en met 17 jaar kunnen terecht op een (passende) school.
-
Kinderen en jongeren in het primair en voortgezet
onderwijs krijgen in en naast het vaste
onderwijscurriculum aanvullende prikkels en kansen
om kennis te maken met verschillende disciplines
(denk aan sport, kunst en cultuur, natuur en welzijn).
-
Voorbeeld: door slimme
samenwerking wordt
cultuureducatie ingebed in het
primair en voortgezet onderwijs.
Inwoners (van jong tot oud) hebben de kans om zich
verder te ontwikkelen op een van de geboden disciplines in hun vrije tijd.
-
Jongeren volgen een opleiding, die hen perspectief op betaald werk en het halen van een
diploma biedt.
-
Voorkomen schooluitval
-
Onderwijs en bedrijfsleven zijn op zo’n manier verbonden dat jongeren meteen passen
op de arbeidsmarkt.
-
Meer mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt zijn (en blijven) aan het werk,
betaald dan wel onbetaald via vrijwilligerswerk
zonder dat daar professionele hulpverlening
voor nodig is.
-
Jongeren en jongvolwassenen zijn in staat om
talenten dusdanig te ontwikkelen dat zij niet
afglijden richting jeugdcriminaliteit en niet
“Iedereen moet mee kunnen doen
aan de maatschappij met betaald
werk, vrijwilligers werk of
dagbesteding. Daar kunnen
verenigingen bij helpen en zo een
nieuwe relatie met de gemeente
bouwen.” (Wethouder Stegeman)
radicaliseren.
Ter illustratie: wat gaan we meten?
-
Een afname van ongeoorloofd school verzuim.
-
Een afname van voortijdig schoolverlaters.
-
Een toename van jongeren met startkwalificatie.
-
Een afname van de instroom van inwoners met
een bijstandsuitkering (niet altijd
beïnvloedbaar).
-
Hoe we dit gaan meten moet nog
verder worden uitgewerkt. Hierbij
kunnen we gebruik maken van
kwantitatieve en kwalitatieve
gegevens, bijvoorbeeld door
middel van storytelling.
Meer mensen zonder betaald werk doen
12
vrijwilligerswerk.
-
Deelname inwoners aan sociale, culturele en sport activiteiten.
-
Meer inwoners die individuele ondersteuning krijgen, vinden aansluiting bij reguliere
activiteiten.
-
Een afname van het aantal verwijzingen naar Halt en Jeugd Preventie Team, aantal
processen verbaal, inventarisatie jeugdgroepen van de politie (Beke systematiek),
trendrapportage jongerenwerk, jeugdcijfers politie.
Wettelijk kader (eerste aanzet)
Wettelijke taken die hiermee
Wettelijke taken/wetten
Specifieke (wettelijke)
worden uitgevoerd
waar verbinding mee is
randvoorwaarden
-
Bibliotheekwet 2015
-
Leerplicht
-
Voor- en vroegschoolse
-
RMC
educatie (VVE)
-
Wet Primair Onderwijs
-
Wet Oké
-
Wet Voortgezet
-
Wet publieke
gezondheid
Onderwijs
-
Participatiewet
-
WMO
-
Jeugdwet
Gezonde leefstijl
Iemand die gezond leeft, zit beter in zijn vel. Een gezonde leefstijl kan voor iedereen anders
zijn. Gezonde voeding, voldoende beweging en goede omgang met stress zijn belangrijke
onderdelen voor een gezonde leefstijl. Ook de geestelijke gezondheid – zoals voldoende
sociale contacten – is belangrijk. Een gezonde leefstijl (lichamelijk en geestelijk) zorgt vaak
voor meer zelfvertrouwen, meer energie om overdag aan de slag te gaan en minder
gezondheidsklachten. Dit alles draagt bij aan duurzame participatie.
“Sport en bewegen is zoveel meer dan een beleidsterrein. Vaak worden deze woorden in een
smalle betekenis geplaatst van accommodaties, verenigingen, sportscholen en prestaties.
Voor mij, als wethouder van Alphen aan den Rijn met deze portefeuille, is ‘in beweging
komen’ een missie die ik veel breder wil uitdragen. Het gaat dan over de bewustwording van
een gezonde levensstijl voor jong en oud. Over doen waar je gelukkig van wordt. Over
zelfvertrouwen, erbij horen, zien en gezien worden. Over goed voor jezelf zorgen en de
verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. Vanuit die brede invalshoek is beweging
een wezenlijk onderdeel van ons dagelijks bestaan.” (Wethouder du Chatinier)
Bij gezondheid wordt nog vaak aan “de gezondheidszorg” gedacht. Er liggen kansen om de
gezondheid onderdeel te laten zijn van “het gewone leven”. Bij het project Jongeren op
Gezonde Gewicht (JOGG) gebeurt dit al. Bij JOGG zijn een aantal organisaties, waaronder de
gemeente, met elkaar in gesprek om vanuit eigen verantwoordelijkheid tot samenwerking te
komen. De komende jaren kunnen meer van dergelijke verbindingen tot stand komen. Ook
inwoners kunnen hierbij betrokken worden. We streven ernaar dat mensen zich bewuster
zijn van hun eigen verantwoordelijkheid, rol en invloed op hun eigen gezondheid. Dit draagt
13
ertoe bij dat de gezondheidszorg in zijn geheel beter betaalbaar wordt. Hierbij staan we ook
open voor alternatieve, verrassende samenwerkingen, zoals de Groene Golf 3.
Ter illustratie – enkele activiteiten die we hier nu voor financieren:
Subsidies aan sportverenigingen
Buurtcoaches sport en cultuur
Onderhoud en beheer van sportaccommodaties
Inzet van de GGD
Alzheimercafe
Alcoholpreventieproject
Wat willen we bereiken?
-
De omgeving (fysiek, netwerk en voorzieningen)
van mensen daagt uit tot een gezonde leefstijl en
meedoen. Hierdoor gaan mensen, die drempels
ervaren om te sporten en bewegen (vanwege
gezondheid, beperkingen, overgewicht,
financiën), meer bewegen.
-
Voorzieningen die voor een breed publiek
bedoeld zijn, zijn toegankelijk ongeacht de
beschikbare financiën van de inwoner en/of
lichamelijke en/of psychische problemen.
-
Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor een
gezonde leefstijl voor zichzelf en hun netwerk. Zij
Voorbeeld: De inrichting van de
omgeving met behulp van groen,
bankjes, brede fietspaden
prikkelt mensen om in beweging
te komen. Het nemen van de trap
in plaats van de lift, het goede
voorbeeld van ouders aan
kinderen, aandacht op school aan
gezonde voeding: alles kan
bijdragen aan een gezonde
gemeente.
zijn zich bewust van de schadelijke gevolgen van
ongezond eten en overmatig drinken van alcohol en drugsgebruik, roken en te weinig
bewegen en passen hun gedrag aan.
-
En ook
Jongeren (en kinderen) en hun opvoeders zijn weerbaarder tegen schadelijk alcohol- en
drugsgebruik, roken en ongezonde voeding Zij hebben handvatten om beter met deze
verleidingen om te gaan en passen hun gedrag aan.
-
Kinderen en jongeren zijn gestimuleerd
om meer te bewegen en doen dat ook meer,
o.a. door een veilige en gezonde leefomgeving.
-
Voorbeeld: het jongerenwerk
draagt bij aan het voorkomen
van jeugdcriminaliteit.
Gezondheidsverschillen tussen mensen met een hoge sociaal-economische status en
mensen met een lage sociaal-economische status worden kleiner.
-
Radicalisering is bespreekbaar; (informele)opvoednetwerken zijn versterkt in
samenwerking met de gemeenschap.
-
3
Er is meer kennis over radicalisering en preventieve maatregelen.
Groene duurzame initiatieven voor braakliggende terreinen en andere plekken in de gemeente.
14
Ter illustratie: wat gaan we meten?
-
De deelnamegraad van inwoners bij vereniging en activiteiten stijgt. Ofwel als deelnemer
ofwel als vrijwilliger.
-
Toename van inwoners die aan de beweegnorm voldoet. Door meten van deelnamegraad
sportscholen en sportverenigingen.
-
Een afname van het percentage ernstig overgewicht en obesitas of tenminste geen
verdere toename bij alle leeftijdsgroepen, maar vooral bij kinderen en jongeren.
-
Een afname van het percentage jeugd en jongeren dat binge drinkt.
-
Een afname van het drugsgebruik onder jeugd en jongeren.
-
Mensen zijn in staat te vertellen op welke wijze zij een gezondere leefstijl ontwikkelen.
-
Gemeentelijke kosten van de (professionele) zorg en ondersteuning dalen.
-
Een afname van klachten en meldingen over toegankelijkheid openbare ruimte.
-
Een toename van de ervaren toegankelijkheid van de openbare ruimte.
-
Gevoelens van onrecht en uitsluiting zijn afgenomen.
-
Het tegengeluid van radicalisering heeft meer mensen bereikt.
-
Een toename van het aantal preventieve maatregelen die ontwikkeld zijn ter voorkoming
van radicalisering.
Wettelijk kader (eerste aanzet)
Wettelijke taken die
Wettelijke
hiermee worden
taken/wetten waar
uitgevoerd
verbinding mee is
-
Wet publieke
-
Jeugdwet
gezondheid
-
WMO
Antidiscriminatie
-
Participatiewet
Specifieke (wettelijke) randvoorwaarden
-
Gemeenten moeten wettelijk de GGD in
stand houden.
-
wet
De GGD voert taken uit op gebied van
o.a.
o
de jeugdgezondheidszorg
(consultatiebureau, schoolarts);
o
infectieziektebestrijding;
o
medische milieukunde.
Zelforganiserend vermogen
De gemeente streeft ernaar dat inwoners zo zelfstandig mogelijk leven. Uiteraard in
gezamenlijkheid met alle partijen. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk dat inwoners
zoveel mogelijk eigen zeggenschap hebben en
beslissingen kunnen nemen over hun eigen leven. Hier
“In het geval van financiële
zijn vaardigheden voor nodig. Het motto “ Jong
problemen zijn er altijd meerdere
geleerd is oud gedaan” is hierbij toepasselijk. De
aspecten die meespelen in de
meeste mensen zullen hun leven lang blijven leren,
problematiek. "Het hangt dus
bijvoorbeeld omdat veranderende omstandigheden
dat noodzakelijk maken. Denk aan het krijgen van een
kind, ziekte, verlies van werk of doordat de
nauw samen met 'redzaamheid'
in brede zin.” (Themagroep geld)
15
vaardigheden eerder niet (goed) zijn aangeleerd.
Inwoners zijn vaak onderdeel van een of meerdere
netwerk(en). De gemeente streeft ernaar dat inwoners
“Het is normaal om toe geven en
binnen en samen met hun sociale netwerk, met elkaar
het er over te hebben met elkaar
oplossingen organiseren. Inwoners bedenken zo veel
dat het af en toe niet helemaal
mogelijk hun eigen oplossingen voor de situaties
lekker loopt (op allerlei gebieden
waarmee ze te maken hebben of krijgen. Dat gebeurt
zoals opvoeden, het huishouden).
nu ook al. De gemeente streeft het effect na dat
mensen meer ondersteuning en hulp vinden bij elkaar
en in het netwerk. Wijkgerichte en kleinschalige
voorzieningen kunnen hierbij behulpzaam zijn omdat
Herkenning en erkenning: Heb jij
dat ook?” (Themagroep
huishouden)
die de economische zelfstandigheid en sociale
samenhang in groepen of wijken kunnen verbeteren.
Niet iedere inwoner kan zijn leven even goed zelf organiseren. Belangrijk is om zo snel
mogelijk te signaleren waar het zelforganiserend vermogen van mensen onvoldoende is.
Op die manier kunnen ergere problemen wellicht worden voorkomen, waardoor
professionele inzet kan worden beperkt.
Wat willen we bereiken?
Inwoners kunnen hun eigen leven organiseren, zonder dat daar individuele, professionele
ondersteuning voor nodig is.
-
Inwoners zijn zo veel mogelijk (financieel) zelfstandig.
-
Inwoners zijn in staat om op hun eigen manier hun huishouden te voeren.
-
Inwoners hebben mogelijkheden een netwerk te hebben en te onderhouden.
-
Inwoners zijn zich bewust van de gevolgen van het ouder worden en/of andere
problemen en nemen, waar mogelijk, zelf tijdig maatregelen om deze gevolgen op te
vangen.
-
Inwoners die hulp/ondersteuning nodig hebben, weten waar zij hulp kunnen krijgen of
ondersteuning kunnen vragen.
-
Inwoners zijn minder eenzaam en depressiviteit wordt voorkomen.
Gezinnen kunnen hun eigen leven organiseren
-
Kinderen en jongeren groeien veilig en gezond op.
-
Ouders voelen zich toegerust om te kunnen opvoeden.
-
Ouders en jongeren zijn zo veel mogelijk (financieel) zelfstandig.
-
Ouders kunnen terugvallen op hun sociale netwerk voor vragen en ondersteuning bij de
opvoeding. Bij vragen of hulp weten zij waar ze moeten zijn.
-
Inwoners voelen zich veilig en zijn veilig in hun eigen gezin.
Zelforganiserend vermogen van netwerken
-
Inwoners die hulp kunnen geven, worden gestimuleerd/gefaciliteerd om dat ook
daadwerkelijk te doen.
16
-
Knelpunten en problemen worden vroegtijdig gesignaleerd.
-
Signalen/zorgzaamheid voor elkaar.
-
Wijken zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend op het gebied van energie, voedsel en zorg.
Ter illustratie: wat gaan we meten?
-
Minder mensen zijn langdurig afhankelijk van een uitkering.
-
De instroom in de schuldhulpverlening is afgenomen.
-
Een afname van ouders die opvoedstress of opvoedonzekerheid ervaren.
-
Een toename van de meldingsbereidheid van huiselijk geweld en kindermishandeling.
-
Afname van huiselijk geweld en kindermishandeling.
-
Toename aantal burgerinitiatieven.
Leefbaarheid
Het is voor de kwaliteit van onze samenleving van belang dat mensen zoveel mogelijk wonen
waar en hoe ze dat willen. Hier komt bij dat landelijk de ontwikkeling is ingezet dat mensen
zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Ongeacht leeftijd, probleem of zorgbehoefte wonen
mensen zo veel mogelijk bij elkaar in de wijk. Een andere ontwikkeling die al langere tijd
speelt is om woningen steeds duurzamer te maken en op die manier zelfvoorzienend. Dit
brengt ook voor de bewoners meer vrijheid met zich mee. Al deze ontwikkelingen vragen
(deels) om andere woningen, maar ook om op een andere manier met elkaar samen te leven
in wijken.
Ook op het gebied van wonen zijn inwoners, organisaties en gemeente gezamenlijk
verantwoordelijk om te zorgen voor passende woningen. Inwoners houden bij de keuze of
aanpassing van hun woning rekening met de omstandigheden in hun leven op dit moment
en in de toekomst (levensbestendig wonen). Het gaat hierbij over beschikbare financiën,
maar ook specifieke behoeften door een beperking of ziekte (Nu of in de toekomst).
Daarnaast wordt met inwoners onder elkaar in de wijk gewerkt aan het optimaliseren van de
leefbaarheid.
Wat willen we bereiken?
-
Er zijn voldoende passende woningen voor verschillende groepen inwoners.
-
De woonomgeving is toegankelijk voor alle inwoners.
-
Inwoners kunnen zo lang mogelijk thuis blijven wonen.
-
Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor hun woonomgeving.
-
Wijken zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend op het gebied van energie, voedsel en zorg.
Ter illustratie: wat gaan we meten?
-
Een toename van de tevredenheid van inwoners over leefbaarheid van de gemeente.
-
Inwoners wonen langer zelfstandig.
-
Het verantwoordelijkheidsgevoel van inwoners over een passende woning en
woonomgeving neemt toe.
-
De tevredenheid van inwoners over hun woning en woonomgeving neemt toe.
17
Wettelijk kader (eerste aanzet)
Wettelijke taken die hiermee
Wettelijke taken/wetten
Specifieke (wettelijke)
worden uitgevoerd
waar verbinding mee is
randvoorwaarden
-
Huisvesting
statushouders
18
Hoofdstuk 3: het uitvoeringsprogramma
De gemeente is één van de financierders in het sociale domein om de omschreven
maatschappelijke effecten en doelstellingen te bereiken. Het herinrichten van het sociale
domein vraagt om een financieringsmodel dat de benodigde veranderingen ondersteunt.
Hiermee wordt ook het beleid tussen de drie oude gemeenten geharmoniseerd. Het
financieringsmodel zorgt ervoor dat we als gemeente kunnen sturen op maatschappelijke
effecten in plaats van afspraken maken op activiteitenniveau. De gemeentelijke middelen
willen we zo goed mogelijk inzetten. Het financieringsmodel dat de gemeente gebruikt geeft
(dwingend) richting aan het aangaan van verbindingen en samenwerking. Daarnaast willen
we dat het financieringsmodel gefaseerd de ontwikkeling ondersteunt waarbij inwoners in
plaats van organisaties meer de regie krijgen. Ook wel horizontale ontwikkeling genoemd 4.
De financieringsvormen
Wijkbudgetten en drie gemeentebrede opdrachten zijn de vormen die we gebruiken om
vanuit de gemeentelijke financiering de omslag in het sociale domein in gang te zetten.
Beide vormen zijn niet los van elkaar te zien. Zij werken immers gezamenlijk aan het behalen
van de maatschappelijke effecten en doelstellingen. Daarnaast is het vanuit beide vormen
mogelijk om te zoeken naar alternatieve, aanvullende financiering. Bijvoorbeeld
crowdfunding of investeringen van het bedrijfsleven. Op die manier kunnen er meer
resultaten behaald worden op de verschillende effecten.
Opdracht indeling
In het eerste hoofdstuk is omschreven wat we de komende jaren willen bereiken op het
sociale domein. Er worden vier effecten onderscheiden:
1. Talent ontwikkeling
2. Gezonde leefstijl
3. Zelforganiserend vermogen
4. Leefbaarheid
Deze onderdelen organiseren we door middel van de volgende opdrachten:
-
Wijkbudgetten
Door middel van de wijkbudgetten streven in de vijf gebieden de effecten van alle vier de
omschreven effecten van hoofdstuk twee na.
-
Drie gemeentebrede opdrachten vanuit Het uitvoeringsplan herinrichting sociale domein
o
Opgroeien en ontwikkelen
Om te voorkomen dat de opdrachten om de bovengenoemde effecten te behalen
te breed worden, wordt een knip gemaakt tussen de effecten die we willen
behalen voor kinderen & jongeren en die voor volwassenen. De gemeentebrede
4
Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde
19
opdracht “opgroeien en ontwikkelen” streeft de effecten van talent ontwikkeling,
gezonde leefstijl en zelforganiserend vermogen na voor kinderen en jongeren.
o
Talent Ontwikkeling
De effecten die benoemd zijn in hoofdstuk twee voor het effect talent
ontwikkeling voor inwoners van 18 jaar en ouder.
o
Gezonde leefstijl
De effecten die benoemd zijn in hoofdstuk twee voor het effect gezonde leefstijl
voor inwoners van 18 jaar en ouder.
-
Zelforganiserend vermogen voor volwassenen zit in de opdracht Sociale Participatie.
De effecten die benoemd zijn bij zelforganiserend vermogen voor volwassenen zijn in
2014 ter voorbereiding op de drie transities maatschappelijk aanbesteed via de opdracht
Sociale Participatie. De verbinding tussen de basis/preventie en ondersteuning is in deze
opdracht gelegd.
-
Leefbaarheid wordt meegenomen in de nog te ontwikkelen woonvisie van afdeling
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de gemeente en daarna mogelijk als
gemeentebrede opdracht “weg gezet”.
Schematisch ziet de opdracht indeling er als volgt uit:
Wat betekent dit voor organisaties?
Veel organisaties krijgen op dit moment een
subsidie van de gemeente voor hun activiteiten. Hun
Ter inspiratie: Het luisteren van
mogelijk toekomstige financiering loopt via de
muziek uit de jeugdjaren draagt
gemeentebrede opdrachten of de wijkbudgetten.
bij aan verbetering gezondheid
Voor kleinere organisaties ligt het voor de hand om
van dementerende ouderen.
in de wijk(en) waar zij actief zijn een beroep te doen
http://www.youtube.com/watch?v
op het wijkbudget. Het is ook goed mogelijk om als
=UlWBmUUutL0
kleine organisatie de samenwerking met de grotere
20
organisaties op te zoeken in de gemeentebrede opdrachten. Juist op die manier kan meer
verbinding van activiteiten en innovatie plaatsvinden. Ook zorgt dit ervoor dat professionals
aanvullend worden aan vrijwilligers. Hier liggen kansen voor bijvoorbeeld verenigingen. De
grotere organisaties zullen met name een rol spelen in de gemeentebrede opdrachten. Zij
zullen via die opdrachten de aansluiting met wijken zoeken.
De samenwerking met het onderwijs wordt in het vaste overleg tussen het onderwijs en de
gemeente verder uitgewerkt. Het onderwijs kan ook meedoen in zowel de wijkbudgetten of
de gemeentebrede opdrachten. De gemeente faciliteert de verschillende organisaties in dit proces.
“Geef het systeem dus ook de tijd om te ontwikkelen en gooi niet na 3-4 jaar alles weer
overhoop met een nieuwe aanbesteding.” (Themagroepen)
Wijkbudgetten
De veranderingen in de financiering biedt een kans om het sociaal beleid zo in te richten dat
de eigen kracht van de inwoner centraal staat. Door inwoners meer zeggenschap te geven
over de financiering, voelen zij zich meer betrokken, meer verantwoordelijk en kan meer
bereikt worden met het beschikbare budget5. Dit betekent niet dat organisaties of gemeente
geen rol meer hebben. Juist de wijkbudgetten worden een middel om nauw samen te
werken. Hierdoor kunnen de beste resultaten worden behaald. Het verbindend besturen –
een doel uit het Coalitieakkoord 2014 – 2018 - wordt op deze manier in de praktijk
gebracht. Dit is daarnaast een opstap zijn naar burgerinitiatieven, zoals wijk- en/of
zorgcoöperaties.
Door te starten met het werken met wijkbudgetten
kunnen we rekening houden met de behoeften van
elk specifieke gebied. Per gebied wordt immers
bepaald aan welke activiteiten behoefte is en welke
De wijkbudgetten sluiten aan bij
de motie “Right to Challenge” die
op 30 oktober 2014 in de
groepen extra aandacht of aanbod nodig hebben. Zo
gemeenteraad is aangenomen. Dit
ontstaat een passend gebiedsaanbod. De wijk – en
houdt in dat een gemeenschap het
daarmee de inwoners – komt op die manier centraal
recht heeft om aan te geven dat zij
te staan. In de verdere uitwerking van de
wijkbudgetten moet ook de samenwerking met het
fysieke domein worden uitgewerkt. Juist in de wijk
zijn deze twee domeinen niet los van elkaar te zien.
bepaalde publieke taken over
willen nemen. Zij kunnen dan,
naast andere aanbieders, ook een
aanbod doen.
In de wijk is het wijkbudget slechts één van de financieringsbronnen. De wijk wordt
gestimuleerd om ook creatief op zoek gaan naar andere financieringsmogelijkheden.
Hierdoor kunnen weer nieuwe verbindingen ontstaan.
5
Wijkbudgetten – geld maakt een beetje gelukkig (J. Hofman)
21
Lange termijn
Met de wijkbudgetten zetten we een beweging in gang om de inwoner steeds meer de regie
te geven. De gemeente streeft ernaar om deze vorm van financiering in de toekomst verder
door te ontwikkelen. Dit houdt in dat op termijn de inwoner (in samenwerking met de
gemeente) in hoge mate bepaalt aan welke
activiteiten of voorzieningen budget wordt uitgegeven
en in mindere mate door organisaties of de
gemeente. Een uitwerking van de horizontale
samenleving. Deze rolverandering is noodzakelijk om
de transformatie naar een participatiesamenleving
“Aandachtspunt is dat de
gemeente zich niet te veel en te
snel terugtrekt. De gemeente
moet wel regie en
voor elkaar te krijgen en deze ook te kunnen blijven
verantwoordelijkheid blijven
financieren. De komende tijd maken we hier een start
houden. Niet alles kan aan
mee. Het is noodzakelijk om dit financieringsmodel
bewoners worden overgelaten.”
en de veranderende rollen de komende jaren door te
(Themagroepen)
blijven ontwikkelen. We leren zo door te doen.
Organisatie in de wijk
Het idee is om in ieder gebied een flexibel wijkplatform samen te stellen. Dit is een
dynamische groep van een vaste, gebieds- en wijkbeleidsadviseur van de gemeente en een
afvaardiging van een of meerdere inwoners en partijen. De precieze samenstelling en vorm
kan per gebied verschillen. Het wijkplatform is verantwoordelijk voor de besteding en
verantwoording van het wijkbudget. Hierbij houden we de gebiedsindeling6 van de gemeente
aan.
Deze dynamiek in de wijk maakt dat nieuwe verbindingen tot stand komen. Hiermee
voorkomen we een nieuwe bestuurslaag per wijk. De gemeente faciliteert in haar rol onder
andere door te zorgen voor overzicht, het algemeen belang in de gaten te houden en af te
stemmen over de wijken heen. Het dynamische wijkplatform bepaalt waar de beschikbare
middelen aan worden uitgegeven. Voorwaarde is dat de activiteiten bijdragen aan de
vastgestelde maatschappelijke effecten en doelstellingen in dit stuk en niet in strijd zijn met
de eveneens in dit stuk, omschreven uitgangspunten.
Voorbeeld: Een zangkoor geeft in wijk X aan dat hun activiteiten bijdragen aan
talentontwikkeling van de inwoners van deze wijk. De wijk (het wijkplatform) beoordeelt of
de activiteiten inderdaad bijdragen aan de maatschappelijke effecten en doelstellingen die
de stad en de wijk nastreven. Daarnaast beoordeelt het wijkplatform of de activiteiten
belangrijk genoeg zijn om (financieel) in te investeren of dat op een andere manier geld kan
worden verkregen. Wanneer beide vragen met ja worden beantwoord, krijgt het koor een
financiële bijdrage vanuit het wijkbudget. Aan het eind van de periode wordt gekeken of de
activiteiten hebben bijgedragen aan het behalen van de maatschappelijke effecten en
doelstellingen.
Bij de uitwerking kan het voorkomen dat verschillende wijken dezelfde soort
6
De vijf gebieden zijn: “Alphen-West”, “Boskoop, Aarlanderveen, Zwammerdam”, “Centrum en park
Zegersloot”, “Ridderveld” en “Rijnwoude”.
22
activiteiten/ideeën willen uitvoeren. Het kan in dat geval efficiënter zijn om daar gezamenlijk
in op te trekken.
Voorbeeld: In zowel wijk X, Y, als Z blijkt dat de activiteiten van een of meerdere koren
bekostigd worden vanuit het wijkbudget. De wijkplatfora van X, Y en Z gaan met elkaar en
de koren in overleg hoe dit gezamenlijk efficiënter georganiseerd en gefinancierd kan
worden. Zo kunnen activiteiten voor inwoners uit meerdere wijken worden georganiseerd.
Het wijkplatform verzamelt daarnaast “vrienden van het wijkplatform” om zich heen. Dit zijn
organisaties en bedrijven die mee willen denken en werken aan het behalen van de
maatschappelijke effecten en doelstellingen van de wijk. Hierbij vindt de verbinding plaats
met de organisaties die aan de slag gaan vanuit de gemeentebrede opdrachten en de
opdracht Sociale Participatie, maar ook het bedrijfsleven. De eerder genoemde horizontale
en verticale samenwerking.
Verdere proces
Het is de bedoeling een cyclus van vier jaar op gang te brengen inclusief effectmeting.
Daarbij zorgen de uitkomsten van de evaluatie voor zowel bijstelling van de agenda op
wijkniveau, als aanpassing van de maatschappelijke effecten op stedelijk niveau. Op deze
manier wordt de vraag en behoefte van de inwoner leidend bij de inzet van alle partijen.
Stappen
Verdere uitleg
Planning
1. Voorbereiding
Om met elkaar op deze manier te werken
Eerste helft 2015
is het nodig om wijkafspraken uit te
werken. Het gaat om het uitwerken van
vragen als: wie wordt betrokken, hoe
worden de taken verdeeld en het
uitwerken van het proces bij de inzet van
het wijkbudget.
2. Ideeën verzamelen
Bepalen welke effecten voor de wijk het
Tweede helft 2015
belangrijkste zijn
3. Keuze ideeën
Het wijkplatform maakt een keuze uit de
Tweede helft 2015
ideeën en kansen, stelt een budget ter
beschikking. Daarnaast wordt per idee een
groep voor de uitvoering van het idee
(inwoners, organisaties en ondernemers)
samengesteld.
4. Afstemming tussen
de wijken
Gemeentebreed vindt afstemming plaats
Tweede helft 2015
over mogelijke overlap en samenwerking
tussen de wijken.
5. Uitvoering
In de uitvoeringsgroep worden de ideeën
2016 tot en met
uitgewerkt in concrete doelen en
2018
resultaten die in 2 jaar kunnen worden
behaald.
6. Evaluatie
Er vindt een effectmeting plaats naar de
Tweede helft 2018
23
behaalde resultaten.
7. Bijstelling van
Tweede helft 2018
agenda op
wijkniveau en
maatschappelijke
effecten op
stedelijk niveau
Gemeentebrede opdrachten
Vanuit het proces van het uitvoeringsplan worden dus drie opdrachten weggezet:
1. Talent ontwikkeling voor volwassenen
2. Gezonde leefstijl voor volwassenen
3. Opgroeien en ontwikkelen
In deze opdracht worden de effecten van talent ontwikkeling, gezonde leefstijl en
zelforganiserend vermogen van kinderen en jongeren nagestreefd.
Welke concrete financieringsvorm gebruikt wordt bij deze gemeentebrede opdrachten, hangt
af van de verdere uitwerking. Hierbij volgt vorm de inhoud. De volgende uitgangspunten zijn
leidend bij de keuze van de vorm:
-
De drie opdrachten worden zo veel mogelijk in
zijn geheel uitgezet.
-
Organisaties in het veld moeten met de
financieringsvorm, verstrekking en monitoring
van de uitvoering opdracht uit de voeten kunnen.
-
-
Deze brede opdrachten bieden ook
een kans voor verenigingen. Een
voetbalvereniging kan zich
bijvoorbeeld (samen met andere
De vorm moet samenwerking bevorderen. We
partijen) inschrijven op het thema
willen zo min mogelijk één op één
gezonde leefstijl. Zij laten ouderen
financieringsrelaties.
bewegen.
De gemeente stuurt op maatschappelijke
effecten.
-
Er wordt ruimte geboden voor de expertise van de
uitvoerders.
-
De vorm past binnen de juridische kaders van onder andere aanbesteding, staatssteun
en mededinging.
Mogelijke vormen voor de gemeentebrede opdrachten
Het aanbestedingstraject Sociale Participatie (SOPA) is een vorm die tot de verbeelding
spreekt. Het is daarom verleidelijk deze vorm toe te passen bij het uitvoeringsplan. Het is
goed te realiseren dat er sprake is van verschillende uitgangssituaties.
Hieronder daarom een uitwerking van mogelijke vormen die voor de gemeentebrede
opdrachten kunnen worden gebruikt. Dit is een eerste schets. De komende weken moeten de
voor- en nadelen worden geconcretiseerd en kunnen mogelijk nog andere vormen worden
24
toegevoegd. Na verdere uitwerking van de inhoud, wordt bekeken welke vorm het meest
passend is.
Concrete
Voordelen
Nadelen/aandachtspunten
financieringsvorm
Prestatie inkoop (zoals
Sociale Participatie)
-
De gemeente
-
Prestatie inkoop maakt het
-
In tegenstelling tot Sociale
mogelijk om te sturen op
Participatie wordt er binnen het
maatschappelijke effecten.
uitvoeringsplan veel gebruik
De expertise van de
gemaakt van maatschappelijk
specificeert ‘Wat’
aanbieders wordt optimaal
vastgoed7 en de daarbij
geleverd moet worden.
benut (de echte expert
behorende kapitaallasten.
De ‘hoe’ vraag ligt
wint de aanbesteding).
Hierdoor zitten onderdelen van
Goede ervaringen met het
het beschikbare budget van het
traject van Sociale
uitvoeringsplan “vast”.
volledig bij de
-
specialist/aanbieder.
Participatie.
-
Bij het uitvoeringsplan zijn veel
vrijwilligersorganisaties en
partijen die alleen nog maar te
maken hebben gehad met
subsidieverstrekking betrokken.
In tegenstelling tot veel
(zorg)partijen van Sociale
Participatie hebben deze
partijen geen ervaring
opgedaan met aanbesteding.
Bestuurlijk
aanbesteden
-
Overleg en onderhandelen
-
Onderhandelen kost veel tijd en
met aanbieders (de
is gebonden aan
specialisten) over inhoud
aanbestedingsregels.
Samen met aanbieders
alvorens contracten te
wordt overlegd en
sluiten.
oplossingen/innovaties tijdens
Flexibele contracten
de onderhandelingen voor zich
onderhandeld over wat
-
-
Risico bestaat dat aanbieders
de gemeente op de
houden, concurrenten kunnen
markt wil zetten.
daarvan immers meeprofiteren.
Hierbij worden de
wederzijdse belangen
her- en erkend.
Subsidietender
-
Concurrentie op subsidie
-
‘opdracht’.
De gemeente
-
Er kan met meerdere
formuleert wat ze
samenwerkende partijen
willen bereiken en wat
afspraken worden
ze van de aanbieders
gemaakt.
Meer werk dan klassieke
subsidie (lijkt op aanbesteden).
-
Niet sturen op resultaat (niet
afdwingbare prestatie).
verwachten. Partijen
komen vervolgens met
7
Denk aan sportvastgoed en multifunctionele accommodaties
25
een voorstel. De
gemeente subsidieert
de partij of partijen
met de beste prijs/
kwaliteitverhouding.
Klassieke subsidie
-
Op aanvraag
-
Subsidiebeschikking
-
Relatief eenvoudig
-
Niet sturen op resultaat (niet
afdwingbare prestatie)
-
Weinig innovatief
-
Weinig samenwerking
verhogend
26
Verdere proces
Stappen
Verdere uitleg
Planning
1. Financieringsvorm en
Opdrachten bevatten een bundeling van
Eind januari 2015
beschrijving van
maatschappelijke effecten en
opdrachten gereed
doelstellingen.
inclusief bijbehorende
budgetten
2. Opdrachten worden
Opdrachten en budgetten zijn bekend.
Februari/maart 2015
openbaar
3. Voorlopige gunning
Begin september
2015
4. Gezamenlijke
Overeenstemming over de te realiseren
uitwerking van doelen
doelen tussen bestuur (opdrachtgever)
met geselecteerd
en consortia (opdrachtnemer)
September 2015
consortium en
gemeente
5. Definitieve gunning
Uiterlijk 1 oktober
2015 (zo mogelijk
eerder)
27
Hoofdstuk 4: de financiën
Een voorlopige, voorzichtige inschatting is dat het totaal beschikbare budget voor basis en
preventie rond de € 17 miljoen zal liggen. Hier staat tevens een batenpost (m.n. inkomsten
huur sportaccommodaties) op de begroting tegenover van bijna € 3 miljoen.
Belangrijk is te beseffen dat dit de financiën zijn die inhoudelijk gezien betrekking hebben
op dit Uitvoeringsplan. Dit bedrag kan echter niet
vrijelijk verdeeld worden over de wijkbudgetten en
gemeentebrede opdrachten. Minimaal de helft van
dit bedrag is niet vrij beschikbaar omdat dit
bijvoorbeeld bijdragen aan gemeenschappelijke
De financiering is een directe
afgeleide van de
maatschappelijke effecten die we
willen bereiken.
regelingen (RDOG, Streekarchief) en kapitaallasten zijn.
Wijkbudgetten
Bij de bepaling van de hoogte van de wijkbudgetten, gaan we in principe uit van het
volledige bedrag dat op dit moment aan kleinere subsidies (onder de € 100.000) wordt
uitgegeven. Dat is ongeveer € 500.000. Op dit bedrag bezuinigen we niet. Daarnaast is het
advies om scherp te kijken welke onderdelen van het totale budget beter tot zijn recht
komen in het wijkbudget (vorm volgt inhoud).
De bedoeling is dat het bedrag voor het wijkbudget voldoende ruimte geeft om zich de
verdere jaren verder te ontwikkelen en de inwoners meer verantwoordelijkheid en ruimte te
geven. Aan de andere kant moet het budget zo ingericht worden dat er voldoende prikkels
bestaan om op zoek te gaan naar andere financieringsbronnen.
28