Uitvoeringsplan Herinrichting Sociale Domein Gemeente Alphen aan den Rijn Vastgesteld door het College van B&W op 18 November 2014e n nemen dit mee naar de achterban 1 Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1: de visie ............................................................................................................................... 7 Hoofdstuk 2: de effecten van het sociale domein ................................................................................ 11 Talent ontwikkeling ........................................................................................................................... 11 Gezonde leefstijl ................................................................................................................................ 13 Zelforganiserend vermogen .............................................................................................................. 15 Leefbaarheid...................................................................................................................................... 17 Hoofdstuk 3: het uitvoeringsprogramma .............................................................................................. 19 Wijkbudgetten ................................................................................................................................... 21 Gemeentebrede opdrachten............................................................................................................. 24 Hoofdstuk 4: de financiën ..................................................................................................................... 28 2 3 Inleiding Er verandert veel in de samenleving. Zelfredzaamheid (“eigen kracht”) en participatie (“meedoen”) zijn sleutelwoorden die meer op de voorgrond komen te staan. De transformatie van de verzorgingsstaat biedt een kans om onze huidige taken en verantwoordelijkheden op een andere manier te organiseren. We gaan hierbij meer uit van ieder zijn mogelijkheden en bieden ruimte voor initiatieven uit de samenleving. De samenleving is niet meer alleen “van de gemeente”. Burgers en maatschappelijke partijen spelen een belangrijk rol. Deze rollen zijn in beweging. Dit uitvoeringsplan richt zich op het sociale domein. De komende jaren willen we een sterke basis neer zetten om met elkaar zelfredzaamheid en participatie meer vanzelfsprekend te maken. De intentie is om deze transformatie samen met partijen in het veld in gang te zetten. Daarom zijn we het proces Nieuw & Anders in het sociale domein gestart. Het uitvoeringsplan herinrichting sociale domein De veranderingen in de samenleving bieden de kans om integraler met elkaar samen te werken. In het proces Nieuw & Anders hebben we voor het gehele sociale domein bekeken wat we de komende jaren willen bereiken. Wat we de komende jaren willen bereiken staat omschreven in Het uitvoeringsplan sociale domein (Het uitvoeringsplan). Eerder is voor dit stuk de titel “Herfstakkoord” gebruikt. Doordat het stuk de start van een proces omschrijft, is de titel van het stuk aangepast. Om de omslag naar een participatiesamenleving concreet te maken, maakt het uitvoeringsplan gebruik van de piramide zoals beschreven in het beleidsplan 3D “Beter voor Elkaar”. Het uitvoeringsplan richt zich op de onderste twee lagen van deze piramide. Met de plannen en afspraken die voortkomen uit het uitvoeringsplan willen we bereiken dat het “gewone leven” zo wordt ingericht dat individuele professionele ondersteuning zo veel mogelijk wordt voorkomen en dat elke inwoner meedoet in de samenleving. Tegelijkertijd leven we in een tijd van economische schaarste. De komende jaren moeten we als gemeente €4 miljoen bezuinigen op het gebied van sport, cultuur, welzijn en werk. Dit uitvoeringsplan geeft aan hoe we het gemeentelijk budget voor het sociale domein inzetten om dit toekomstbeeld te behalen. Zowel vanuit het fysieke, als het sociale domein kunnen activiteiten plaatsvinden voor de omslag naar een participatiesamenleving. In dit uitvoeringsplan wordt met name ingegaan op het sociale domein. In de wijk en “in het gewone leven” komen sociaal en fysiek bij elkaar. Samenwerking tussen het fysieke en sociale domein is van belang om de gewenste maatschappelijk effecten te behalen. De nieuwe toekomstschets die in dit uitvoeringsplan wordt omschreven, vraagt ook een andere manier van (samen-)werken met inwoners en (maatschappelijke) partners. We geven een andere invulling aan opdrachtgeverschap door voortaan te sturen op maatschappelijke effecten (doeltreffendheid) en resultaten. Hoe deze effecten het beste bereikt kunnen 4 worden, laten we over aan de expertise van inwoners en maatschappelijke partners. Deze nieuwe werkwijze vraagt een omslag in rollen van gemeente, inwoners en maatschappelijke organisaties. Voor de gemeente betekent dit loslaten en vertrouwen. Van inwoners en maatschappelijke organisaties vraagt dit verantwoordelijkheid en initiatief nemen en onderling samenwerken. Het is een start van een andere manier van werken met elkaar. Proces Nieuw & Anders In 2014 vonden vier bijeenkomsten Nieuw & Anders voor het sociale domein plaats. Bij iedere “Het proces dat we doorlopen is ook een opbrengst. Er is nu meer begrip bijeenkomst waren veel grote en kleine organisaties voor wat er speelt, we worden ons vertegenwoordigd. Zij hebben met de gemeente het meer bewust van onze rol en nemen inhoudelijke stuk van Het uitvoeringsplan dit mee naar de achterban.” uitgedacht en uitgewerkt. Tijdens het proces is het (Themagroep doen) accent verlegd van “wat kunnen we anders doen waardoor we geld besparen”, naar “hoe gaan we het budget dat overblijft in het sociale domein op een andere manier gebruiken”. In de weken na de zomervakantie hebben verschillende themagroepen maatschappelijke effecten en doelstellingen uitgewerkt. Deze uitwerking vindt u terug in dit uitvoeringsplan. Samenhang met andere processen Het uitvoeringsplan staat niet op zichzelf. Het sociale domein is zoals gezegd volop in beweging. Dat brengt met zich mee dat er verschillende processen naast elkaar lopen en met elkaar verbonden worden. Belangrijke processen zijn bijvoorbeeld de voorbereidingen op de drie transities, de komende visie op vastgoed (waaronder maatschappelijk vastgoed) en de woonvisie. Waarbij de visie op vastgoed aansluit bij de maatschappelijke effecten van dit uitvoeringsplan. Ook afstemming en samenwerking met het fysieke domein is essentieel. Daarnaast concretiseert het uitvoeringsplan verschillende ambities uit het Coalitieakkoord 2014 – 2018 waaronder: Verbindend besturen samen met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke partners; Goede voorzieningen in wijken en kernen door slimme samenwerking met partners; Sociaal beleid dat eigen kracht stimuleert en een vangnet biedt voor wie het nodig heeft. In het uitvoeringsplan wordt zo goed mogelijk bij de verschillende onderdelen benoemd wat wel en wat niet bij de opdracht van het uitvoeringsplan hoort. Bij de verdere uitvoering van het uitvoeringsplan is het noodzakelijk om (ook intern) alle raakvlakken integraal af te stemmen. Leeswijzer Het uitvoeringsplan bestaat uit vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de visie beschreven en de uitgangspunten. Deze uitgangspunten gelden voor alle maatschappelijke effecten en doelstellingen die we willen bereiken. In hoofdstuk twee worden de vier maatschappelijke effecten uitgewerkt die we de komende jaren willen bereiken op het 5 sociale domein. Hoofdstuk drie is een uitvoeringsprogramma. Het geeft een omschrijving van de financieringsvormen die we als gemeente willen gebruiken om de omschreven effecten te behalen. Het laatste hoofdstuk geeft ten slotte een omschrijving van de beschikbare financiën en hoe we deze op hoofdlijnen willen verdelen. 6 Hoofdstuk 1: de visie De verzorgingsstaat verandert naar een participatiesamenleving. De transformatie die daar bij hoort, biedt een kans om veel meer uit te gaan van de kracht van de samenleving. “De nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn vraagt om een gemeentebestuur dat zaken nieuw en anders aanpakt. CDA, Nieuw Elan, VVD, D66 en ChristenUnie hebben elkaar gevonden in de wens te werken aan een gemeente die daadkracht toont en dichtbij haar inwoners staat, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Wij stellen inwoners centraal en bieden ruimte voor initiatieven. Wij kiezen een bestuursstijl die verbindend is en de samenleving als uitgangspunt neemt in plaats van het gemeentehuis.” (Coalitieakkoord 2014-2018 Daadkracht Dichtbij) De rollen en verwachtingen van de overheid, uitvoeringspartners en inwoners veranderen. Daardoor ontstaat een veranderende vraag voor de onderste twee lagen van de piramide. Dit is een proces van jaren. In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste uitgangspunten voor deze verandering op een rij. Uitgangspunt: verstevigen van de basis en een “beweging naar beneden” Om de omslag naar een participatiesamenleving concreet te maken, gebruiken we het beeld van de piramide1. Deze piramide geeft een driedeling weer in het sociale domein en sluit aan bij de leefsituatie van de inwoners en de mate waarin zij in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen en op eigen kracht mee te doen in de samenleving. Transformatie voorzieningenaanbod ondersteuning Veranderend opdrachtgeverschap meedoen faciliteren Eigen kracht samenleving de basis De faciliterende overheid Aantal inwoners 1 Beleidsplan 3D: Beter voor elkaar 7 Plek in de piramide Toelichting Waar geregeld Basis De basisstructuur (sport, cultuur en - welzijn) in de samenleving, waarbij iedere programma herinrichting inwoner kan meedoen aan de sociale domein Uitvoerings- samenleving. Meedoen Door middel van laagdrempelige - Uitvoerings- faciliteren informatievoorziening, preventie, programma herinrichting signalering, inwoners net dat steuntje in sociale domein de rug geven om het zelf te kunnen doen of voorkomen dat ondersteuning of zorg in een later stadium nodig is. Ondersteuning Individuele (specialistische/professionele) - ondersteuning voor inwoners die dat nodig hebben. Beleidsplan 3D: Beter voor elkaar - Sociale Participatie (TOM) - Specialistische jeugdzorg Het uitvoeringsplan richt zich op de onderste - Serviceplein - Jeugd en gezinsteams twee lagen van de piramide. De basis moet zo “Ik ben ervan overtuigd dat versterking zijn ingericht dat deze optimale mogelijkheden van welzijnsfuncties kan voorkomen dat biedt om mee te doen en zo zelfstandig onze inwoners een onnodig beroep doen mogelijk te leven. De komende jaren willen we op dure zorgvoorzieningen. Het is een deze basis verstevigen en daarnaast een beweging van de top van de piramide naar beneden laten plaatsvinden. Bij de verdere prachtige uitdaging om die functies tezamen met de samenleving te uitvoering is samenwerking en afstemming met verbinden en versterken.” (Wethouder de de verschillende organisaties die in de top van Jager) de piramide actief zijn van belang. Op die manier kan er ook voor gezorgd worden dat professionals aanvullend worden aan de basisvoorzieningen en vrijwilligers. Uitgangspunt: meedoen en participeren Door actief mee te doen in de samenleving, maken we met elkaar Alphen aan den Rijn. Meedoen biedt een kans om talenten en vaardigheden te ontwikkelen, anderen te ontmoeten en te ontspannen. Daarnaast kan actief meedoen diverse problemen voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan overgewicht, eenzaamheid en opvoedproblemen. Actief meedoen voorkomt of vermindert dat mensen professionele hulp nodig hebben. Hierbij willen we dat alle inwoners en verschillende groepen mensen zo veel mogelijk mee doen. Sommige inwoners of groepen hebben 8 Veel mensen doen al mee in de gemeente. Zo is er in onze gemeente, in vergelijking met de rest van Nederland2, bijvoorbeeld een bovengemiddeld aantal mensen lid van een “Er is al heel veel. Niet alles hoeft sportorganisatie. Ook is er een breed aanbod van Nieuw & Anders. Het is juist de kunst ontmoetings- en culturele activiteiten. Er is om niet enkel het aanbod te echter nog altijd winst te behalen. Door vernieuwen, maar juist om met een bijvoorbeeld verschillende groepen meer met elkaar te verbinden en activiteiten te combineren. Daarnaast zou de (fysieke) omgeving en de gemeente inwoners moeten uitdagen en andere blik naar problemen/vraagstukken te kijken. Zo is sport misschien wel een prikkelen om actief mee te doen. Denk hierbij oplossing voor eenzame ouderen.” ook aan het waarderen van vrijwilligers/actieve (Bijeenkomsten Nieuw & Anders) inwoners. Een belangrijke ontwikkeling is dat de samenleving, naast stedelijke voorzieningen, sterk behoefte heeft aan kleinschalige en wijkgerichte initiatieven. Dit kwam onder andere naar voren in de bijeenkomsten van Nieuw & Anders. Niet elke wijk, gebied of probleem vraagt immers om dezelfde aanpak. De gemeente heeft als ambitie dat de inwoners in een gebied zelf bepalen aan welke activiteiten en voorzieningen behoefte is. Hiermee willen we het effect bereiken dat Sommige (groepen) inwoners zij actiever mee doen. De overheid laat de controle doen door hun cultuur, los en versimpelt regels zo veel als mogelijk. Op deze seksuele geaardheid of manier is er ruimte voor (sociale) innovatie. Zo stimuleert de gemeente actief meedoen van inwoners, organisaties en natuurlijk de gemeente zelf. De gemeente biedt ruimte aan (sociale) vaardigheden minder makkelijk mee. Ook voor deze diversiteit moet aandacht zijn. ondernemers. Uitgangspunt: investeren in netwerken Er ontstaan steeds meer netwerken. Groepen mensen en organisaties die gezamenlijk met een idee of een probleem aan de slag gaan. Bijvoorbeeld wijkcoöperaties die met elkaar zorg organiseren. Straten die met elkaar zelfvoorzienend worden in energie. Of inwoners die voor mensen in de buurt extra koken. In een netwerk voelen mensen zich meer eigenaar van hun leefomgeving en handelen daar naar. Zo draagt een netwerk bij aan het oplossen van een probleem en brengt tegelijkertijd mensen en organisaties dichter bij elkaar. Netwerken bestaan lang niet altijd alleen uit inwoners. Juist de combinatie met verschillende organisaties en ondernemers kan voor verrassende en duurzame oplossingen zorgen. Hier liggen kansen voor verenigingen. Niet vanuit (machts)posities, maar vanuit gezamenlijke wensen en ambities start de samenwerking. De overheid kan voorwaarden creëren om netwerken te laten bloeien. Bij het ontstaan van netwerken zijn twee voorwaarden van belang. De eerste voorwaarde is om een omgeving te creëren waarin netwerken en initiatieven kunnen ontstaan en gedijen. 2 Startfoto 2014 9 De valkuil is dat de overheid initiatieven overneemt. Een tweede voorwaarde is dat voorkomen wordt dat kwetsbare mensen steeds kwetsbaarder worden. Maatschappelijke initiatiefnemers zijn vaak inwoners die al vaardig zijn. Kwetsbare mensen die niet goed zijn in netwerken of onvoldoende vaardigheden “Netwerken zijn geen maatschappelijk effect op zich, maar een hulpmiddel/ instrument.” (Themagroep Netwerk) hebben om een eigen initiatief te starten, zouden daarmee steeds kwetsbaarder kunnen worden. Uitgangspunt: integrale aanpak Zoals omschreven in de inleiding willen we de samenwerking in de samenleving stimuleren. In het volgende hoofdstuk worden brede maatschappelijke effecten en doelstellingen specifiek voor het sociale domein omschreven. De huidige sectoren (sport, cultuur en welzijn) maken onderdeel uit van deze brede effecten. Daarnaast vindt samenwerking niet enkel plaats binnen de omschreven effecten. Juist om de maatschappelijke effecten te bereiken is in de piramide zowel horizontale, als verticale samenwerking noodzakelijk. Hierbij hoort ook de samenwerking met de activiteiten in de top van de piramide, bijvoorbeeld vanuit Sociale Participatie en de Jeugd en Gezinteams. Daarnaast is ook samenwerking tussen het fysieke en sociale domein van belang. Voorbeeld: Een netwerk bestaat uit informele en formele zorg. Onder informele zorg wordt ook verstaan sport, welzijn, talentontwikkeling en leefstijl. Zij ontmoeten elkaar op een plek in de wijk. De zorg is verweven met de rest van de samenleving. Uitgangspunt: gemeente zorgt voor ruimte De huidige wet- en regelgeving, procedures en financieringssystematiek belemmeren de gewenste verandering. Niet de regels moeten voorop staan, maar de inhoud en het proces. Dat is juist wat we in het uitvoeringsplan verder uitwerken. Vanuit de nieuwe rollen stelt de gemeente de kaders en hebben inwoners en organisaties vervolgens de vrijheid en verantwoordelijkheid om vanuit hun expertise te bepalen wat nodig is. Deze veranderingen vragen om een gemeente die handelt vanuit vertrouwen en die samen met haar inwoners, vrijwilligers en organisaties bouwt aan een andere samenleving. Dat kan niet als overal regels en beleid voor zijn die belemmerend werken voor het behalen van onze gezamenlijke doelstellingen. Daar staat tegenover dat het niet realistisch en soms zelfs niet wenselijk dat alle regels worden afgeschaft. Er zijn ook landelijke regels waar we als gemeente niet altijd invloed op hebben. Daarnaast zijn er wetten waar de gemeente verantwoordelijk is voor de handhaving en uitvoering. Organisaties zullen meer dan op dit moment gebeurt de ruimte moeten opzoeken binnen de huidige regels. Daarnaast hebben zij ook de verantwoordelijkheid om aan te geven wat zij hierin nodig hebben. 10 Hoofdstuk 2: de effecten van het sociale domein De afgelopen maanden is tijdens de bijeenkomsten van Nieuw & Anders en in de verschillende themagroepen een schets van de toekomst voor het sociale domein van de Gemeente Alphen aan den Rijn gemaakt. De uitkomsten hiervan zijn vergeleken met de huidige activiteiten en samengevoegd met de wettelijke taken en vaststaand beleid. Al deze informatie is vertaald in vier brede maatschappelijke effecten. Dit is een eerste uitwerking, die de komende maanden verder geconcretiseerd wordt. Talent ontwikkeling Iedereen heeft talenten. Als je je talenten ontwikkelt, kom je makkelijker mee in de samenleving. Leren en ontwikkelen van talenten vindt niet alleen tijdens de schoolperiode, maar een heel leven lang plaats. Door talenten optimaal te ontwikkelen en te benutten, is de kans groter dat iemand sociaal vaardig is, een baan vindt en houdt en zijn leven zo “Actieve cultuurdeelname bevordert het ontwikkelen van je eigen creativiteit en laten horen of zien wie je bent en wat er in je leeft. Wie van jongs af aan actief deelneemt aan cultuur, krijgt meer zelfvertrouwen, het concentratievermogen neemt toe en het vergroot de sociale vaardigheden.” (Themagroep doen) zelfstandig mogelijk leeft. Inwoners, onderwijs, ondernemers, organisaties en gemeente zijn samen verantwoordelijk om een leven lang ontwikkelen mogelijk te maken. Dit geeft ook meteen aan dat ontwikkeling op school, het werk en binnen het gezin, maar ook in de vrije tijd plaatsvindt. Belangrijk is om deze verschillende onderdelen in het leven meer met elkaar te verbinden. Bijvoorbeeld door als bedrijf een opdracht te geven aan scholen als onderdeel van het lesprogramma. Op die manier wordt het onderwijs meer praktijkgericht en echt verbonden met de arbeidsmarkt. Een ander voorbeeld is dat een inwoner zijn talenten inzet voor de gemeenschap. De gemeente streeft daarbij na dat sterke inwoners kwetsbaren ondersteunen, waardoor bij beiden (verdere) talent ontwikkeling plaats kan vinden. “Wij kunnen als gemeente onze programmeringseisen voor Theater Castellum los laten. Hierdoor kan het Theater meer commerciële activiteiten uitvoeren en zichzelf beter financieel bedruipen. Het Theater kan vervolgens wel een bijdrage leveren aan talent ontwikkeling door ruimte ter beschikking te stellen voor bijvoorbeeld culturele activiteiten.” (Wethouder van Velzen) Door een leven lang te blijven leren, zijn we beter in staat om flexibel in te spelen op de snelle ontwikkelingen in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan digitalisering of de veranderende vraag op de arbeidsmarkt. 11 Ter illustratie – enkele activiteiten die we hier nu voor financieren: - Cultuur- en natuureducatie en muziekonderwijs - Bibliotheek - Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en peuterspeelzaalwerk - Jeugd- en jongerenwerk - Mentorproject van de VOA - Theater Castellum - Parkvilla Wat willen we bereiken? - In de leeftijdscategorie 0-4 jaar ontwikkelen kinderen een basis zodat zij voldoende toegerust zijn om te starten in het onderwijs. - Alle kinderen van 5 tot en met 17 jaar kunnen terecht op een (passende) school. - Kinderen en jongeren in het primair en voortgezet onderwijs krijgen in en naast het vaste onderwijscurriculum aanvullende prikkels en kansen om kennis te maken met verschillende disciplines (denk aan sport, kunst en cultuur, natuur en welzijn). - Voorbeeld: door slimme samenwerking wordt cultuureducatie ingebed in het primair en voortgezet onderwijs. Inwoners (van jong tot oud) hebben de kans om zich verder te ontwikkelen op een van de geboden disciplines in hun vrije tijd. - Jongeren volgen een opleiding, die hen perspectief op betaald werk en het halen van een diploma biedt. - Voorkomen schooluitval - Onderwijs en bedrijfsleven zijn op zo’n manier verbonden dat jongeren meteen passen op de arbeidsmarkt. - Meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn (en blijven) aan het werk, betaald dan wel onbetaald via vrijwilligerswerk zonder dat daar professionele hulpverlening voor nodig is. - Jongeren en jongvolwassenen zijn in staat om talenten dusdanig te ontwikkelen dat zij niet afglijden richting jeugdcriminaliteit en niet “Iedereen moet mee kunnen doen aan de maatschappij met betaald werk, vrijwilligers werk of dagbesteding. Daar kunnen verenigingen bij helpen en zo een nieuwe relatie met de gemeente bouwen.” (Wethouder Stegeman) radicaliseren. Ter illustratie: wat gaan we meten? - Een afname van ongeoorloofd school verzuim. - Een afname van voortijdig schoolverlaters. - Een toename van jongeren met startkwalificatie. - Een afname van de instroom van inwoners met een bijstandsuitkering (niet altijd beïnvloedbaar). - Hoe we dit gaan meten moet nog verder worden uitgewerkt. Hierbij kunnen we gebruik maken van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, bijvoorbeeld door middel van storytelling. Meer mensen zonder betaald werk doen 12 vrijwilligerswerk. - Deelname inwoners aan sociale, culturele en sport activiteiten. - Meer inwoners die individuele ondersteuning krijgen, vinden aansluiting bij reguliere activiteiten. - Een afname van het aantal verwijzingen naar Halt en Jeugd Preventie Team, aantal processen verbaal, inventarisatie jeugdgroepen van de politie (Beke systematiek), trendrapportage jongerenwerk, jeugdcijfers politie. Wettelijk kader (eerste aanzet) Wettelijke taken die hiermee Wettelijke taken/wetten Specifieke (wettelijke) worden uitgevoerd waar verbinding mee is randvoorwaarden - Bibliotheekwet 2015 - Leerplicht - Voor- en vroegschoolse - RMC educatie (VVE) - Wet Primair Onderwijs - Wet Oké - Wet Voortgezet - Wet publieke gezondheid Onderwijs - Participatiewet - WMO - Jeugdwet Gezonde leefstijl Iemand die gezond leeft, zit beter in zijn vel. Een gezonde leefstijl kan voor iedereen anders zijn. Gezonde voeding, voldoende beweging en goede omgang met stress zijn belangrijke onderdelen voor een gezonde leefstijl. Ook de geestelijke gezondheid – zoals voldoende sociale contacten – is belangrijk. Een gezonde leefstijl (lichamelijk en geestelijk) zorgt vaak voor meer zelfvertrouwen, meer energie om overdag aan de slag te gaan en minder gezondheidsklachten. Dit alles draagt bij aan duurzame participatie. “Sport en bewegen is zoveel meer dan een beleidsterrein. Vaak worden deze woorden in een smalle betekenis geplaatst van accommodaties, verenigingen, sportscholen en prestaties. Voor mij, als wethouder van Alphen aan den Rijn met deze portefeuille, is ‘in beweging komen’ een missie die ik veel breder wil uitdragen. Het gaat dan over de bewustwording van een gezonde levensstijl voor jong en oud. Over doen waar je gelukkig van wordt. Over zelfvertrouwen, erbij horen, zien en gezien worden. Over goed voor jezelf zorgen en de verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. Vanuit die brede invalshoek is beweging een wezenlijk onderdeel van ons dagelijks bestaan.” (Wethouder du Chatinier) Bij gezondheid wordt nog vaak aan “de gezondheidszorg” gedacht. Er liggen kansen om de gezondheid onderdeel te laten zijn van “het gewone leven”. Bij het project Jongeren op Gezonde Gewicht (JOGG) gebeurt dit al. Bij JOGG zijn een aantal organisaties, waaronder de gemeente, met elkaar in gesprek om vanuit eigen verantwoordelijkheid tot samenwerking te komen. De komende jaren kunnen meer van dergelijke verbindingen tot stand komen. Ook inwoners kunnen hierbij betrokken worden. We streven ernaar dat mensen zich bewuster zijn van hun eigen verantwoordelijkheid, rol en invloed op hun eigen gezondheid. Dit draagt 13 ertoe bij dat de gezondheidszorg in zijn geheel beter betaalbaar wordt. Hierbij staan we ook open voor alternatieve, verrassende samenwerkingen, zoals de Groene Golf 3. Ter illustratie – enkele activiteiten die we hier nu voor financieren: Subsidies aan sportverenigingen Buurtcoaches sport en cultuur Onderhoud en beheer van sportaccommodaties Inzet van de GGD Alzheimercafe Alcoholpreventieproject Wat willen we bereiken? - De omgeving (fysiek, netwerk en voorzieningen) van mensen daagt uit tot een gezonde leefstijl en meedoen. Hierdoor gaan mensen, die drempels ervaren om te sporten en bewegen (vanwege gezondheid, beperkingen, overgewicht, financiën), meer bewegen. - Voorzieningen die voor een breed publiek bedoeld zijn, zijn toegankelijk ongeacht de beschikbare financiën van de inwoner en/of lichamelijke en/of psychische problemen. - Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor een gezonde leefstijl voor zichzelf en hun netwerk. Zij Voorbeeld: De inrichting van de omgeving met behulp van groen, bankjes, brede fietspaden prikkelt mensen om in beweging te komen. Het nemen van de trap in plaats van de lift, het goede voorbeeld van ouders aan kinderen, aandacht op school aan gezonde voeding: alles kan bijdragen aan een gezonde gemeente. zijn zich bewust van de schadelijke gevolgen van ongezond eten en overmatig drinken van alcohol en drugsgebruik, roken en te weinig bewegen en passen hun gedrag aan. - En ook Jongeren (en kinderen) en hun opvoeders zijn weerbaarder tegen schadelijk alcohol- en drugsgebruik, roken en ongezonde voeding Zij hebben handvatten om beter met deze verleidingen om te gaan en passen hun gedrag aan. - Kinderen en jongeren zijn gestimuleerd om meer te bewegen en doen dat ook meer, o.a. door een veilige en gezonde leefomgeving. - Voorbeeld: het jongerenwerk draagt bij aan het voorkomen van jeugdcriminaliteit. Gezondheidsverschillen tussen mensen met een hoge sociaal-economische status en mensen met een lage sociaal-economische status worden kleiner. - Radicalisering is bespreekbaar; (informele)opvoednetwerken zijn versterkt in samenwerking met de gemeenschap. - 3 Er is meer kennis over radicalisering en preventieve maatregelen. Groene duurzame initiatieven voor braakliggende terreinen en andere plekken in de gemeente. 14 Ter illustratie: wat gaan we meten? - De deelnamegraad van inwoners bij vereniging en activiteiten stijgt. Ofwel als deelnemer ofwel als vrijwilliger. - Toename van inwoners die aan de beweegnorm voldoet. Door meten van deelnamegraad sportscholen en sportverenigingen. - Een afname van het percentage ernstig overgewicht en obesitas of tenminste geen verdere toename bij alle leeftijdsgroepen, maar vooral bij kinderen en jongeren. - Een afname van het percentage jeugd en jongeren dat binge drinkt. - Een afname van het drugsgebruik onder jeugd en jongeren. - Mensen zijn in staat te vertellen op welke wijze zij een gezondere leefstijl ontwikkelen. - Gemeentelijke kosten van de (professionele) zorg en ondersteuning dalen. - Een afname van klachten en meldingen over toegankelijkheid openbare ruimte. - Een toename van de ervaren toegankelijkheid van de openbare ruimte. - Gevoelens van onrecht en uitsluiting zijn afgenomen. - Het tegengeluid van radicalisering heeft meer mensen bereikt. - Een toename van het aantal preventieve maatregelen die ontwikkeld zijn ter voorkoming van radicalisering. Wettelijk kader (eerste aanzet) Wettelijke taken die Wettelijke hiermee worden taken/wetten waar uitgevoerd verbinding mee is - Wet publieke - Jeugdwet gezondheid - WMO Antidiscriminatie - Participatiewet Specifieke (wettelijke) randvoorwaarden - Gemeenten moeten wettelijk de GGD in stand houden. - wet De GGD voert taken uit op gebied van o.a. o de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, schoolarts); o infectieziektebestrijding; o medische milieukunde. Zelforganiserend vermogen De gemeente streeft ernaar dat inwoners zo zelfstandig mogelijk leven. Uiteraard in gezamenlijkheid met alle partijen. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk dat inwoners zoveel mogelijk eigen zeggenschap hebben en beslissingen kunnen nemen over hun eigen leven. Hier “In het geval van financiële zijn vaardigheden voor nodig. Het motto “ Jong problemen zijn er altijd meerdere geleerd is oud gedaan” is hierbij toepasselijk. De aspecten die meespelen in de meeste mensen zullen hun leven lang blijven leren, problematiek. "Het hangt dus bijvoorbeeld omdat veranderende omstandigheden dat noodzakelijk maken. Denk aan het krijgen van een kind, ziekte, verlies van werk of doordat de nauw samen met 'redzaamheid' in brede zin.” (Themagroep geld) 15 vaardigheden eerder niet (goed) zijn aangeleerd. Inwoners zijn vaak onderdeel van een of meerdere netwerk(en). De gemeente streeft ernaar dat inwoners “Het is normaal om toe geven en binnen en samen met hun sociale netwerk, met elkaar het er over te hebben met elkaar oplossingen organiseren. Inwoners bedenken zo veel dat het af en toe niet helemaal mogelijk hun eigen oplossingen voor de situaties lekker loopt (op allerlei gebieden waarmee ze te maken hebben of krijgen. Dat gebeurt zoals opvoeden, het huishouden). nu ook al. De gemeente streeft het effect na dat mensen meer ondersteuning en hulp vinden bij elkaar en in het netwerk. Wijkgerichte en kleinschalige voorzieningen kunnen hierbij behulpzaam zijn omdat Herkenning en erkenning: Heb jij dat ook?” (Themagroep huishouden) die de economische zelfstandigheid en sociale samenhang in groepen of wijken kunnen verbeteren. Niet iedere inwoner kan zijn leven even goed zelf organiseren. Belangrijk is om zo snel mogelijk te signaleren waar het zelforganiserend vermogen van mensen onvoldoende is. Op die manier kunnen ergere problemen wellicht worden voorkomen, waardoor professionele inzet kan worden beperkt. Wat willen we bereiken? Inwoners kunnen hun eigen leven organiseren, zonder dat daar individuele, professionele ondersteuning voor nodig is. - Inwoners zijn zo veel mogelijk (financieel) zelfstandig. - Inwoners zijn in staat om op hun eigen manier hun huishouden te voeren. - Inwoners hebben mogelijkheden een netwerk te hebben en te onderhouden. - Inwoners zijn zich bewust van de gevolgen van het ouder worden en/of andere problemen en nemen, waar mogelijk, zelf tijdig maatregelen om deze gevolgen op te vangen. - Inwoners die hulp/ondersteuning nodig hebben, weten waar zij hulp kunnen krijgen of ondersteuning kunnen vragen. - Inwoners zijn minder eenzaam en depressiviteit wordt voorkomen. Gezinnen kunnen hun eigen leven organiseren - Kinderen en jongeren groeien veilig en gezond op. - Ouders voelen zich toegerust om te kunnen opvoeden. - Ouders en jongeren zijn zo veel mogelijk (financieel) zelfstandig. - Ouders kunnen terugvallen op hun sociale netwerk voor vragen en ondersteuning bij de opvoeding. Bij vragen of hulp weten zij waar ze moeten zijn. - Inwoners voelen zich veilig en zijn veilig in hun eigen gezin. Zelforganiserend vermogen van netwerken - Inwoners die hulp kunnen geven, worden gestimuleerd/gefaciliteerd om dat ook daadwerkelijk te doen. 16 - Knelpunten en problemen worden vroegtijdig gesignaleerd. - Signalen/zorgzaamheid voor elkaar. - Wijken zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend op het gebied van energie, voedsel en zorg. Ter illustratie: wat gaan we meten? - Minder mensen zijn langdurig afhankelijk van een uitkering. - De instroom in de schuldhulpverlening is afgenomen. - Een afname van ouders die opvoedstress of opvoedonzekerheid ervaren. - Een toename van de meldingsbereidheid van huiselijk geweld en kindermishandeling. - Afname van huiselijk geweld en kindermishandeling. - Toename aantal burgerinitiatieven. Leefbaarheid Het is voor de kwaliteit van onze samenleving van belang dat mensen zoveel mogelijk wonen waar en hoe ze dat willen. Hier komt bij dat landelijk de ontwikkeling is ingezet dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Ongeacht leeftijd, probleem of zorgbehoefte wonen mensen zo veel mogelijk bij elkaar in de wijk. Een andere ontwikkeling die al langere tijd speelt is om woningen steeds duurzamer te maken en op die manier zelfvoorzienend. Dit brengt ook voor de bewoners meer vrijheid met zich mee. Al deze ontwikkelingen vragen (deels) om andere woningen, maar ook om op een andere manier met elkaar samen te leven in wijken. Ook op het gebied van wonen zijn inwoners, organisaties en gemeente gezamenlijk verantwoordelijk om te zorgen voor passende woningen. Inwoners houden bij de keuze of aanpassing van hun woning rekening met de omstandigheden in hun leven op dit moment en in de toekomst (levensbestendig wonen). Het gaat hierbij over beschikbare financiën, maar ook specifieke behoeften door een beperking of ziekte (Nu of in de toekomst). Daarnaast wordt met inwoners onder elkaar in de wijk gewerkt aan het optimaliseren van de leefbaarheid. Wat willen we bereiken? - Er zijn voldoende passende woningen voor verschillende groepen inwoners. - De woonomgeving is toegankelijk voor alle inwoners. - Inwoners kunnen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. - Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor hun woonomgeving. - Wijken zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend op het gebied van energie, voedsel en zorg. Ter illustratie: wat gaan we meten? - Een toename van de tevredenheid van inwoners over leefbaarheid van de gemeente. - Inwoners wonen langer zelfstandig. - Het verantwoordelijkheidsgevoel van inwoners over een passende woning en woonomgeving neemt toe. - De tevredenheid van inwoners over hun woning en woonomgeving neemt toe. 17 Wettelijk kader (eerste aanzet) Wettelijke taken die hiermee Wettelijke taken/wetten Specifieke (wettelijke) worden uitgevoerd waar verbinding mee is randvoorwaarden - Huisvesting statushouders 18 Hoofdstuk 3: het uitvoeringsprogramma De gemeente is één van de financierders in het sociale domein om de omschreven maatschappelijke effecten en doelstellingen te bereiken. Het herinrichten van het sociale domein vraagt om een financieringsmodel dat de benodigde veranderingen ondersteunt. Hiermee wordt ook het beleid tussen de drie oude gemeenten geharmoniseerd. Het financieringsmodel zorgt ervoor dat we als gemeente kunnen sturen op maatschappelijke effecten in plaats van afspraken maken op activiteitenniveau. De gemeentelijke middelen willen we zo goed mogelijk inzetten. Het financieringsmodel dat de gemeente gebruikt geeft (dwingend) richting aan het aangaan van verbindingen en samenwerking. Daarnaast willen we dat het financieringsmodel gefaseerd de ontwikkeling ondersteunt waarbij inwoners in plaats van organisaties meer de regie krijgen. Ook wel horizontale ontwikkeling genoemd 4. De financieringsvormen Wijkbudgetten en drie gemeentebrede opdrachten zijn de vormen die we gebruiken om vanuit de gemeentelijke financiering de omslag in het sociale domein in gang te zetten. Beide vormen zijn niet los van elkaar te zien. Zij werken immers gezamenlijk aan het behalen van de maatschappelijke effecten en doelstellingen. Daarnaast is het vanuit beide vormen mogelijk om te zoeken naar alternatieve, aanvullende financiering. Bijvoorbeeld crowdfunding of investeringen van het bedrijfsleven. Op die manier kunnen er meer resultaten behaald worden op de verschillende effecten. Opdracht indeling In het eerste hoofdstuk is omschreven wat we de komende jaren willen bereiken op het sociale domein. Er worden vier effecten onderscheiden: 1. Talent ontwikkeling 2. Gezonde leefstijl 3. Zelforganiserend vermogen 4. Leefbaarheid Deze onderdelen organiseren we door middel van de volgende opdrachten: - Wijkbudgetten Door middel van de wijkbudgetten streven in de vijf gebieden de effecten van alle vier de omschreven effecten van hoofdstuk twee na. - Drie gemeentebrede opdrachten vanuit Het uitvoeringsplan herinrichting sociale domein o Opgroeien en ontwikkelen Om te voorkomen dat de opdrachten om de bovengenoemde effecten te behalen te breed worden, wordt een knip gemaakt tussen de effecten die we willen behalen voor kinderen & jongeren en die voor volwassenen. De gemeentebrede 4 Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde 19 opdracht “opgroeien en ontwikkelen” streeft de effecten van talent ontwikkeling, gezonde leefstijl en zelforganiserend vermogen na voor kinderen en jongeren. o Talent Ontwikkeling De effecten die benoemd zijn in hoofdstuk twee voor het effect talent ontwikkeling voor inwoners van 18 jaar en ouder. o Gezonde leefstijl De effecten die benoemd zijn in hoofdstuk twee voor het effect gezonde leefstijl voor inwoners van 18 jaar en ouder. - Zelforganiserend vermogen voor volwassenen zit in de opdracht Sociale Participatie. De effecten die benoemd zijn bij zelforganiserend vermogen voor volwassenen zijn in 2014 ter voorbereiding op de drie transities maatschappelijk aanbesteed via de opdracht Sociale Participatie. De verbinding tussen de basis/preventie en ondersteuning is in deze opdracht gelegd. - Leefbaarheid wordt meegenomen in de nog te ontwikkelen woonvisie van afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de gemeente en daarna mogelijk als gemeentebrede opdracht “weg gezet”. Schematisch ziet de opdracht indeling er als volgt uit: Wat betekent dit voor organisaties? Veel organisaties krijgen op dit moment een subsidie van de gemeente voor hun activiteiten. Hun Ter inspiratie: Het luisteren van mogelijk toekomstige financiering loopt via de muziek uit de jeugdjaren draagt gemeentebrede opdrachten of de wijkbudgetten. bij aan verbetering gezondheid Voor kleinere organisaties ligt het voor de hand om van dementerende ouderen. in de wijk(en) waar zij actief zijn een beroep te doen http://www.youtube.com/watch?v op het wijkbudget. Het is ook goed mogelijk om als =UlWBmUUutL0 kleine organisatie de samenwerking met de grotere 20 organisaties op te zoeken in de gemeentebrede opdrachten. Juist op die manier kan meer verbinding van activiteiten en innovatie plaatsvinden. Ook zorgt dit ervoor dat professionals aanvullend worden aan vrijwilligers. Hier liggen kansen voor bijvoorbeeld verenigingen. De grotere organisaties zullen met name een rol spelen in de gemeentebrede opdrachten. Zij zullen via die opdrachten de aansluiting met wijken zoeken. De samenwerking met het onderwijs wordt in het vaste overleg tussen het onderwijs en de gemeente verder uitgewerkt. Het onderwijs kan ook meedoen in zowel de wijkbudgetten of de gemeentebrede opdrachten. De gemeente faciliteert de verschillende organisaties in dit proces. “Geef het systeem dus ook de tijd om te ontwikkelen en gooi niet na 3-4 jaar alles weer overhoop met een nieuwe aanbesteding.” (Themagroepen) Wijkbudgetten De veranderingen in de financiering biedt een kans om het sociaal beleid zo in te richten dat de eigen kracht van de inwoner centraal staat. Door inwoners meer zeggenschap te geven over de financiering, voelen zij zich meer betrokken, meer verantwoordelijk en kan meer bereikt worden met het beschikbare budget5. Dit betekent niet dat organisaties of gemeente geen rol meer hebben. Juist de wijkbudgetten worden een middel om nauw samen te werken. Hierdoor kunnen de beste resultaten worden behaald. Het verbindend besturen – een doel uit het Coalitieakkoord 2014 – 2018 - wordt op deze manier in de praktijk gebracht. Dit is daarnaast een opstap zijn naar burgerinitiatieven, zoals wijk- en/of zorgcoöperaties. Door te starten met het werken met wijkbudgetten kunnen we rekening houden met de behoeften van elk specifieke gebied. Per gebied wordt immers bepaald aan welke activiteiten behoefte is en welke De wijkbudgetten sluiten aan bij de motie “Right to Challenge” die op 30 oktober 2014 in de groepen extra aandacht of aanbod nodig hebben. Zo gemeenteraad is aangenomen. Dit ontstaat een passend gebiedsaanbod. De wijk – en houdt in dat een gemeenschap het daarmee de inwoners – komt op die manier centraal recht heeft om aan te geven dat zij te staan. In de verdere uitwerking van de wijkbudgetten moet ook de samenwerking met het fysieke domein worden uitgewerkt. Juist in de wijk zijn deze twee domeinen niet los van elkaar te zien. bepaalde publieke taken over willen nemen. Zij kunnen dan, naast andere aanbieders, ook een aanbod doen. In de wijk is het wijkbudget slechts één van de financieringsbronnen. De wijk wordt gestimuleerd om ook creatief op zoek gaan naar andere financieringsmogelijkheden. Hierdoor kunnen weer nieuwe verbindingen ontstaan. 5 Wijkbudgetten – geld maakt een beetje gelukkig (J. Hofman) 21 Lange termijn Met de wijkbudgetten zetten we een beweging in gang om de inwoner steeds meer de regie te geven. De gemeente streeft ernaar om deze vorm van financiering in de toekomst verder door te ontwikkelen. Dit houdt in dat op termijn de inwoner (in samenwerking met de gemeente) in hoge mate bepaalt aan welke activiteiten of voorzieningen budget wordt uitgegeven en in mindere mate door organisaties of de gemeente. Een uitwerking van de horizontale samenleving. Deze rolverandering is noodzakelijk om de transformatie naar een participatiesamenleving “Aandachtspunt is dat de gemeente zich niet te veel en te snel terugtrekt. De gemeente moet wel regie en voor elkaar te krijgen en deze ook te kunnen blijven verantwoordelijkheid blijven financieren. De komende tijd maken we hier een start houden. Niet alles kan aan mee. Het is noodzakelijk om dit financieringsmodel bewoners worden overgelaten.” en de veranderende rollen de komende jaren door te (Themagroepen) blijven ontwikkelen. We leren zo door te doen. Organisatie in de wijk Het idee is om in ieder gebied een flexibel wijkplatform samen te stellen. Dit is een dynamische groep van een vaste, gebieds- en wijkbeleidsadviseur van de gemeente en een afvaardiging van een of meerdere inwoners en partijen. De precieze samenstelling en vorm kan per gebied verschillen. Het wijkplatform is verantwoordelijk voor de besteding en verantwoording van het wijkbudget. Hierbij houden we de gebiedsindeling6 van de gemeente aan. Deze dynamiek in de wijk maakt dat nieuwe verbindingen tot stand komen. Hiermee voorkomen we een nieuwe bestuurslaag per wijk. De gemeente faciliteert in haar rol onder andere door te zorgen voor overzicht, het algemeen belang in de gaten te houden en af te stemmen over de wijken heen. Het dynamische wijkplatform bepaalt waar de beschikbare middelen aan worden uitgegeven. Voorwaarde is dat de activiteiten bijdragen aan de vastgestelde maatschappelijke effecten en doelstellingen in dit stuk en niet in strijd zijn met de eveneens in dit stuk, omschreven uitgangspunten. Voorbeeld: Een zangkoor geeft in wijk X aan dat hun activiteiten bijdragen aan talentontwikkeling van de inwoners van deze wijk. De wijk (het wijkplatform) beoordeelt of de activiteiten inderdaad bijdragen aan de maatschappelijke effecten en doelstellingen die de stad en de wijk nastreven. Daarnaast beoordeelt het wijkplatform of de activiteiten belangrijk genoeg zijn om (financieel) in te investeren of dat op een andere manier geld kan worden verkregen. Wanneer beide vragen met ja worden beantwoord, krijgt het koor een financiële bijdrage vanuit het wijkbudget. Aan het eind van de periode wordt gekeken of de activiteiten hebben bijgedragen aan het behalen van de maatschappelijke effecten en doelstellingen. Bij de uitwerking kan het voorkomen dat verschillende wijken dezelfde soort 6 De vijf gebieden zijn: “Alphen-West”, “Boskoop, Aarlanderveen, Zwammerdam”, “Centrum en park Zegersloot”, “Ridderveld” en “Rijnwoude”. 22 activiteiten/ideeën willen uitvoeren. Het kan in dat geval efficiënter zijn om daar gezamenlijk in op te trekken. Voorbeeld: In zowel wijk X, Y, als Z blijkt dat de activiteiten van een of meerdere koren bekostigd worden vanuit het wijkbudget. De wijkplatfora van X, Y en Z gaan met elkaar en de koren in overleg hoe dit gezamenlijk efficiënter georganiseerd en gefinancierd kan worden. Zo kunnen activiteiten voor inwoners uit meerdere wijken worden georganiseerd. Het wijkplatform verzamelt daarnaast “vrienden van het wijkplatform” om zich heen. Dit zijn organisaties en bedrijven die mee willen denken en werken aan het behalen van de maatschappelijke effecten en doelstellingen van de wijk. Hierbij vindt de verbinding plaats met de organisaties die aan de slag gaan vanuit de gemeentebrede opdrachten en de opdracht Sociale Participatie, maar ook het bedrijfsleven. De eerder genoemde horizontale en verticale samenwerking. Verdere proces Het is de bedoeling een cyclus van vier jaar op gang te brengen inclusief effectmeting. Daarbij zorgen de uitkomsten van de evaluatie voor zowel bijstelling van de agenda op wijkniveau, als aanpassing van de maatschappelijke effecten op stedelijk niveau. Op deze manier wordt de vraag en behoefte van de inwoner leidend bij de inzet van alle partijen. Stappen Verdere uitleg Planning 1. Voorbereiding Om met elkaar op deze manier te werken Eerste helft 2015 is het nodig om wijkafspraken uit te werken. Het gaat om het uitwerken van vragen als: wie wordt betrokken, hoe worden de taken verdeeld en het uitwerken van het proces bij de inzet van het wijkbudget. 2. Ideeën verzamelen Bepalen welke effecten voor de wijk het Tweede helft 2015 belangrijkste zijn 3. Keuze ideeën Het wijkplatform maakt een keuze uit de Tweede helft 2015 ideeën en kansen, stelt een budget ter beschikking. Daarnaast wordt per idee een groep voor de uitvoering van het idee (inwoners, organisaties en ondernemers) samengesteld. 4. Afstemming tussen de wijken Gemeentebreed vindt afstemming plaats Tweede helft 2015 over mogelijke overlap en samenwerking tussen de wijken. 5. Uitvoering In de uitvoeringsgroep worden de ideeën 2016 tot en met uitgewerkt in concrete doelen en 2018 resultaten die in 2 jaar kunnen worden behaald. 6. Evaluatie Er vindt een effectmeting plaats naar de Tweede helft 2018 23 behaalde resultaten. 7. Bijstelling van Tweede helft 2018 agenda op wijkniveau en maatschappelijke effecten op stedelijk niveau Gemeentebrede opdrachten Vanuit het proces van het uitvoeringsplan worden dus drie opdrachten weggezet: 1. Talent ontwikkeling voor volwassenen 2. Gezonde leefstijl voor volwassenen 3. Opgroeien en ontwikkelen In deze opdracht worden de effecten van talent ontwikkeling, gezonde leefstijl en zelforganiserend vermogen van kinderen en jongeren nagestreefd. Welke concrete financieringsvorm gebruikt wordt bij deze gemeentebrede opdrachten, hangt af van de verdere uitwerking. Hierbij volgt vorm de inhoud. De volgende uitgangspunten zijn leidend bij de keuze van de vorm: - De drie opdrachten worden zo veel mogelijk in zijn geheel uitgezet. - Organisaties in het veld moeten met de financieringsvorm, verstrekking en monitoring van de uitvoering opdracht uit de voeten kunnen. - - Deze brede opdrachten bieden ook een kans voor verenigingen. Een voetbalvereniging kan zich bijvoorbeeld (samen met andere De vorm moet samenwerking bevorderen. We partijen) inschrijven op het thema willen zo min mogelijk één op één gezonde leefstijl. Zij laten ouderen financieringsrelaties. bewegen. De gemeente stuurt op maatschappelijke effecten. - Er wordt ruimte geboden voor de expertise van de uitvoerders. - De vorm past binnen de juridische kaders van onder andere aanbesteding, staatssteun en mededinging. Mogelijke vormen voor de gemeentebrede opdrachten Het aanbestedingstraject Sociale Participatie (SOPA) is een vorm die tot de verbeelding spreekt. Het is daarom verleidelijk deze vorm toe te passen bij het uitvoeringsplan. Het is goed te realiseren dat er sprake is van verschillende uitgangssituaties. Hieronder daarom een uitwerking van mogelijke vormen die voor de gemeentebrede opdrachten kunnen worden gebruikt. Dit is een eerste schets. De komende weken moeten de voor- en nadelen worden geconcretiseerd en kunnen mogelijk nog andere vormen worden 24 toegevoegd. Na verdere uitwerking van de inhoud, wordt bekeken welke vorm het meest passend is. Concrete Voordelen Nadelen/aandachtspunten financieringsvorm Prestatie inkoop (zoals Sociale Participatie) - De gemeente - Prestatie inkoop maakt het - In tegenstelling tot Sociale mogelijk om te sturen op Participatie wordt er binnen het maatschappelijke effecten. uitvoeringsplan veel gebruik De expertise van de gemaakt van maatschappelijk specificeert ‘Wat’ aanbieders wordt optimaal vastgoed7 en de daarbij geleverd moet worden. benut (de echte expert behorende kapitaallasten. De ‘hoe’ vraag ligt wint de aanbesteding). Hierdoor zitten onderdelen van Goede ervaringen met het het beschikbare budget van het traject van Sociale uitvoeringsplan “vast”. volledig bij de - specialist/aanbieder. Participatie. - Bij het uitvoeringsplan zijn veel vrijwilligersorganisaties en partijen die alleen nog maar te maken hebben gehad met subsidieverstrekking betrokken. In tegenstelling tot veel (zorg)partijen van Sociale Participatie hebben deze partijen geen ervaring opgedaan met aanbesteding. Bestuurlijk aanbesteden - Overleg en onderhandelen - Onderhandelen kost veel tijd en met aanbieders (de is gebonden aan specialisten) over inhoud aanbestedingsregels. Samen met aanbieders alvorens contracten te wordt overlegd en sluiten. oplossingen/innovaties tijdens Flexibele contracten de onderhandelingen voor zich onderhandeld over wat - - Risico bestaat dat aanbieders de gemeente op de houden, concurrenten kunnen markt wil zetten. daarvan immers meeprofiteren. Hierbij worden de wederzijdse belangen her- en erkend. Subsidietender - Concurrentie op subsidie - ‘opdracht’. De gemeente - Er kan met meerdere formuleert wat ze samenwerkende partijen willen bereiken en wat afspraken worden ze van de aanbieders gemaakt. Meer werk dan klassieke subsidie (lijkt op aanbesteden). - Niet sturen op resultaat (niet afdwingbare prestatie). verwachten. Partijen komen vervolgens met 7 Denk aan sportvastgoed en multifunctionele accommodaties 25 een voorstel. De gemeente subsidieert de partij of partijen met de beste prijs/ kwaliteitverhouding. Klassieke subsidie - Op aanvraag - Subsidiebeschikking - Relatief eenvoudig - Niet sturen op resultaat (niet afdwingbare prestatie) - Weinig innovatief - Weinig samenwerking verhogend 26 Verdere proces Stappen Verdere uitleg Planning 1. Financieringsvorm en Opdrachten bevatten een bundeling van Eind januari 2015 beschrijving van maatschappelijke effecten en opdrachten gereed doelstellingen. inclusief bijbehorende budgetten 2. Opdrachten worden Opdrachten en budgetten zijn bekend. Februari/maart 2015 openbaar 3. Voorlopige gunning Begin september 2015 4. Gezamenlijke Overeenstemming over de te realiseren uitwerking van doelen doelen tussen bestuur (opdrachtgever) met geselecteerd en consortia (opdrachtnemer) September 2015 consortium en gemeente 5. Definitieve gunning Uiterlijk 1 oktober 2015 (zo mogelijk eerder) 27 Hoofdstuk 4: de financiën Een voorlopige, voorzichtige inschatting is dat het totaal beschikbare budget voor basis en preventie rond de € 17 miljoen zal liggen. Hier staat tevens een batenpost (m.n. inkomsten huur sportaccommodaties) op de begroting tegenover van bijna € 3 miljoen. Belangrijk is te beseffen dat dit de financiën zijn die inhoudelijk gezien betrekking hebben op dit Uitvoeringsplan. Dit bedrag kan echter niet vrijelijk verdeeld worden over de wijkbudgetten en gemeentebrede opdrachten. Minimaal de helft van dit bedrag is niet vrij beschikbaar omdat dit bijvoorbeeld bijdragen aan gemeenschappelijke De financiering is een directe afgeleide van de maatschappelijke effecten die we willen bereiken. regelingen (RDOG, Streekarchief) en kapitaallasten zijn. Wijkbudgetten Bij de bepaling van de hoogte van de wijkbudgetten, gaan we in principe uit van het volledige bedrag dat op dit moment aan kleinere subsidies (onder de € 100.000) wordt uitgegeven. Dat is ongeveer € 500.000. Op dit bedrag bezuinigen we niet. Daarnaast is het advies om scherp te kijken welke onderdelen van het totale budget beter tot zijn recht komen in het wijkbudget (vorm volgt inhoud). De bedoeling is dat het bedrag voor het wijkbudget voldoende ruimte geeft om zich de verdere jaren verder te ontwikkelen en de inwoners meer verantwoordelijkheid en ruimte te geven. Aan de andere kant moet het budget zo ingericht worden dat er voldoende prikkels bestaan om op zoek te gaan naar andere financieringsbronnen. 28
© Copyright 2024 ExpyDoc