“In ieder kind schuilt een oude man en andersom

interview
Choreograaf Wim
Vandekeybus over
‘Talk to the Demon’:
“De volwassene wordt
eigenlijk een beetje
voor schut gezet.”
door Jolanda Bolt
Wim Vandekeybus is het prototype kunstenaar dat telkens
nieuwe manieren vindt om zijn verhaal te vertellen. Een
kwart eeuw geleden debuteerde hij spectaculair met de
dansvoorstelling ‘What the body does not remember’.
Het leverde hem een Bessie Award op, een befaamde
New Yorkse dansprijs. Sindsdien is hij met zijn gezelschap
Ultima Vez relevant werk blijven afleveren, net als andere
kunstenaars uit de Vlaamse golf die eind jaren tachtig ons
land overspoelde, zoals Anne Teresa De Keersmaeker en
Jan Fabre.
De Vlaamse choreograaf zoekt altijd de grenzen binnen zijn
werk. ‘Talk to the Demon’ is daar een goed voorbeeld van.
“Vorig jaar was ik bezig met een film, die werd uitgesteld.
Daardoor had ik tijd, die ik graag wilde besteden aan een
voorstelling. Ik had al veel workshops gedaan met kinderen.
Ik vind het fantastisch om met kinderen te werken. Ze zijn puur
en ongerept. In ‘Talk to the Demon’ zie je dat heel duidelijk
terug. Ik ben zelf heel kinderlijk, een kind dat spreekt als een
volwassene. Ik denk ook dat er in ieder kind een oude man
schuilgaat en andersom.”
gevoel blijft tijdens de hele voorstelling. Over zijn beweegreden
om dat op deze manier te doen zegt Vandekeybus: “Ik hou
ervan om vanuit impulsen te spelen. Dat is ook waarom de
kinderen hierin een grote rol spelen, zij zijn heel impulsief. Ik
denk dat er bij volwassenen veel sprake is van onderdrukking
van gevoelens. Een kind heeft dat niet.”
“Een sprookje met een donker randje”
‘Talk to the Demon’ is een dansvoorstelling zonder muziek,
hoewel er genoeg onheilspellende geluiden te horen zijn.
“Muziek is heel belangrijk in een voorstelling maar kan ook
manipulatief zijn. Een te mooie verpakking kan de ware kern
verdoezelen”, aldus Vandekeybus. “Daarom besloot ik om het
dit keer zonder muziek te doen. Ik had ook helemaal niet het
gevoel dat er muziek nodig was. Ik wilde het zo puur mogelijk
houden en dat is ook gelukt. Eigenlijk zit het stuk vol muziek,
je hoort het alleen niet.” Volgens de choreograaf zou je kunnen
zeggen dat het stuk een sprookje is, weliswaar met een donker
randje, maar wel één waar heel duidelijk een fantasie te
zien is. De kinderen spelen daarin een grote rol, uiteraard in
combinatie met de volwassen dansers. “De volwassene wordt
eigenlijk een beetje voor schut gezet, maar dan wel op een
mooie manier. Misschien lukt het door deze voorstelling om
het onbewuste te omhelzen in jezelf.” Vandekeybus benadrukt
overigens dat hij de voorstelling niet vanuit moralistisch
oogpunt maakt. “Een ieder zal er uit halen wat hem of haar
aanspreekt. Dat is voor mij het meest belangrijk.”
“In ieder kind schuilt een oude
man en andersom”
“In ‘Talk to the Demon’ is het kind de architect van de
avond. Het is een interactieve voorstelling, waarin het kind
als een soort demonische onschuld centraal staat”, vertelt
Vandekeybus. “Er zitten verschillende karakters in het stuk; het
kind, de andere performers en het publiek. De demon switcht
constant tussen deze karakters. Het gaat om het feit dat het
goede niet kan bestaan zonder het slechte. Als je het slechte
volledig negeert kom je nooit tot het goede. Het draait daarin
om de balans.” Belangrijke bijkomstigheid is dat demonen
in de westerse cultuur veelal een negatieve lading kennen.
Vandekeybus: “In andere culturen heeft het ook de betekenis
van magiër, genezer, het Niets, het onbewuste, een clown, een
gevallen engel. Dat zie je ook duidelijk in deze voorstelling
terug.”
‘Talk to the Demon’ bevat zogezegd een rollenspel waarin het
publiek heel interactief betrokken wordt. Het begint al meteen
bij aanvang van het stuk; het publiek moet een keuze maken
tussen twee kinderen. Dat zet je meteen ‘op scherp’ en dat
25