f e i r b s N i eeuc i wa l v o g e l s sp Oeverzwaluwen in Flevoland nieuwsbrief nummer 47 De oeverzwaluw is een bijzondere vogel. Terwijl zijn neefjes huiszwaluw en boerenzwaluw jaarlijks terugkeren naar hun vaste stek onder dakbeschot, brug of in boerenschuur en daar een nestkommetje bouwen van klei, pakt de oeverzwaluw het heel anders aan. Het is een echte pionier, die van nature zijn nest maakt langs steile zandoevers van (meanderende) rivieren. Omdat dergelijke wanden na een aantal jaren meestal weer verdwijnen en op een andere plaats verschijnen, is de oeverzwaluw heel flexibel ingesteld en graaft jaarlijks een nieuwe nestgang uit in vers zand. Door de locatie in een steile wand, al dan niet boven water, en de wel een meter diepe nestgang, zijn eieren en jongen redelijk veilig voor predatoren. Tot zover de theorie. In de praktijk heeft het adaptievermogen van de oeverzwaluw ertoe geleid dat hij, ondanks de afwezigheid van meanderende rivieren, toch een goede plek kan vinden in het door mensenhanden gevormde landschap. Ook wij creëren namelijk prachtige steile zandwanden: zanddepots, heuvels met (bouw)zand en afgravingen zijn een Juni 2014 In dit nummer o.a.: •Broeden er nog steenuilen in de NOP? •Vogels ringen •Tien jaar Roofvogelwerkgroep NOP •Kiekendieven in Flevoland eldorado voor deze vogels. Als ze eind maart terugkeren uit West-Afrika hebben ze deze nieuwe plekken al heel snel gevonden en gekoloniseerd. Uiteraard zijn niet alle eigenaren van potentiële oeverzwaluwwanden blij met het kolonisatie-talent van deze vogels. Vogelnesten in je zandberg betekent vervolg op pagina 2 immers dat je verplicht •Bloemenweide voor akkervogels •Vogelpioniers of pioniervogels? •Broedvogels op en aan het dak natuur/landschap vervolg van pagina 1 bent (zonder ontheffing voor de Floraen Faunawet) het zand ongemoeid te laten tot de nesten weer verlaten zijn. Dan zijn we al snel een half jaar verder. Beschermen Landschapsbeheer beschermt de oeverzwaluwen in Flevoland al vele jaren actief. Zien we steile zandbergen, dan wordt de eigenaar gewaarschuwd wat de consequenties kunnen zijn. Is het zijn bedoeling om het zand tussen maart en oktober weg te halen, dan wordt geadviseerd om de hoop af te vlakken, zodat er geen zwaluwen in gaan broeden. Vaak ontstaan goede contacten en blijken bedrijven bereid om de zwaluwen te helpen. Zand mag blijven liggen, of op een andere plaats wordt een zandwand voor de zwaluwen ingericht. Daarnaast maken we zwaluwwanden van zand of beton. Dit kan bij een bedrijf zijn, of in een natuurgebied. Een kunstwand ziet er wel wat minder aantrekkelijk uit dan een natuurlijke wand, maar heeft als voordeel dat een predator zoals de vos het nest niet uit kan graven. Onderhoud In maart gaan we met een groep vrijwilligers wekelijks op pad voor onderhoud aan een aantal grote wanden. De wanden moeten jaarlijks worden opgevuld met rivierzand, willen ze in trek blijven. Als pionier zoekt de oeverzwaluw een Minder muizen op het erf Jan Douma uit Bant is bezig om zijn akkerbouwbedrijf om te zetten van gangbaar naar biologisch. Hij is daarom blij dat hij ook dit jaar weer een torenvalk op het erf heeft. Deze heeft opnieuw de kerkuilenkast gekraakt. Vorig jaar kon Douma vanuit de woning genieten van de vliegles die de jongen van de ouders kregen. Hopelijk dit jaar weer. Douma was wel bang dat hij geen uil meer had, maar in zijn schuur werden verse braakballen aangetroffen, van de kerkuil gezien de plek en de zwarte kleur. Sinds hij roofvogels op zijn erf heeft, blijft de kaas in de muizenvallen in huis onaangeroerd. Deze natuurlijke bestrijding van muizen met roofvogels lijkt dus succesvol. En is zeker beter dan het 2 plaats met vers zand. En indien nodig wordt de aanvliegroute voor de wand vrijgemaakt van begroeiing. Dat dit erg bevredigend en succesvol is, blijkt uit de broedresultaten. In 2013 broedde maar liefst ruim 800 van de 1425 zwaluwparen in een door Landschapsbeheer onderhouden wand. Ringonderzoek Vogelringer Kees Breek doet onderzoek bij “onze” wand bij Heembeton. In 2013 waren daar 360 van de 480 nestgaten bezet. Kees ringde er vorig jaar 588 oeverzwaluwen, zowel volwassen vogels als 1e jaars jongen. Een aantal zwaluwen die in het net terecht kwamen, bleken al geringd. Maar niet allemaal bij Heembeton. Uit het ringonderzoek blijkt een levendige uitwisseling met andere strooien van gifkorrels. Het schijnt dat al zo’n 90% van de muizen inmiddels resistent is voor het gif, één van de oorzaken van muizenoverlast. Voor zijn uil en torenvalk laat Jan de schuurdeur graag op een kier staan, zodat ze in en uit kunnen vliegen. Ook boerenzwaluwen en vleermuizen maken nu dankbaar gebruik van deze ingang. wanden. Een aantal vogels wordt ook gesignaleerd aan de Kamperhoek, de Oostvaardersdijk, de Ooievaarsplas en Pampushout, soms zelfs in hetzelfde jaar. Maar ook buiten Flevoland duiken door Kees geringde zwaluwen op. Terugmeldingen kwamen onder meer uit Saeftinge (Zeeland) en van een ringplaats in Frankrijk werden zes zwaluwen teruggemeld. Colofon Wilt u naar aanleiding van deze nieuwsbrief reageren? U kunt ons bellen, schrijven of mailen. Deze nieuwsbrief verschijnt 3 keer per jaar en is een uitgave van: Landschapsbeheer Flevoland Botter 14-03, 8232 JP Lelystad Tel. (0320) 294939 [email protected] www.landschapsbeheer.net twitter: @LBFlevoland facebook: www.facebook.com/ landschapsbeheerflevoland Samenstelling/foto's medewerkers Landschapsbeheer Flevoland Mirjam Stoffer Eindredactie Arda van der Lee Ontwerp en lay-out Ruitervorm BNO Oplage 2800 stuks Landschapsbeheer Flevoland maakt zich sterk voor behoud, beheer en ontwikkeling van natuur en landschap buiten de eigenlijke natuurgebieden. Ons werk wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de Europese Commissie, het Ministerie van Economische Zaken, de Provincie Flevoland, de Flevolandse gemeenten en de Nationale Postcode Loterij. column Broeden er nog steenuilen in de NOP? Het kleinste uiltje van Nederland houdt van rommelige erven met veel variatie: een oude boom met een holte of een nestkast, hoog gras onder fruitbomen, een paardenweitje, wat bosjes en overhoekjes, houtstapels en hij heeft alles wat nodig is om te broeden, voedsel te vinden en te schuilen. Zulke erven zijn in Flevoland met name te vinden in de Noordoostpolder. Daar hangen dan ook diverse nestkasten op geschikte erven, Desondanks wil het nog steeds niet echt lukken met de steenuil. De kasten worden af en toe door Landschapsbeheer gecontroleerd. Dit jaar werden bij zo’n controle alleen in een kast op Schokland braakballen van een steenuil gevonden, maar dat betekent niet dat er ook gebroed gaat worden. De overige steenuilkasten worden wel gretig gebruikt door spreeuwen, kauwen en koolmezen om hun kroost groot te brengen. Op Schokland is jarenlang gebroed, maar gek genoeg niet door hetzelfde paar. Elk jaar werden de uilen geringd, maar jaar na jaar werd er telkens weer een nieuw, ongeringd paartje aangetroffen. Je zou verwachten dat de omgeving van Schokland langzamerhand bevolkt zou worden door de nakomelingen, maar dat is niet het geval. Het zou natuurlijk best kunnen dat de uilen een eigen broedplek weten te vinden en dat deze broedgevallen dus niet aan het licht komen bij onze kast-controles. Misschien heeft u steenuilen in de Noordoostpolder, of andere plekken in Flevoland, gehoord of gezien? Wij horen het graag! Van coalitieakkoord naar pasklare oplossing In deze column laat ik mij graag inspireren door de coalitieakkoorden van verschillende gemeentes in Flevoland. Deze akkoorden geven de richting aan waar de nieuwe colleges van Burgemeester en Wethouders naar toe willen. Ook de titels spreken tot ieders verbeelding bijvoorbeeld; ‘Lelystad transformeert’, ‘De kracht van Noordoostpolder’ en ‘Samen verder (Dronten)’. De rode draad in de akkoorden lijkt in ieder geval de betere relatie tussen college en raad, meer betrokkenheid van bewoners en bedrijven te zijn. Allemaal stellen ze min of meer de burger centraal. En dat is goed, je verwacht niet anders in onze democratie. Ook Landschapsbeheer stelt de burger centraal in haar werk. Ieders inzet is welkom en vele handen maken licht werk. Dankzij onze vrijwilligers weten wij continu wat er speelt in het veld en wordt er jaarlijks maar liefst ruim 20.000 uur zorg aan het landschap van Flevoland besteed. Meer specifiek, gelet op het thema van dit nummer, vindt akker- en weidevogelbeheer plaats op bijna 11.000 hectare met meer dan 100 vrijwilligers. Je zou zeggen dat, zeker gelet op de richting van de coalitieakkoorden, het met het Landschap, en meer in het bijzonder met de akker- en weidevogels, de goede kant op gaat. Echter, dat is een te snelle conclusie. De akkoorden geven een richting aan en bieden helaas nog geen pasklare oplossingen. Op zich is dat niet erg, als er binnen de colleges maar voldoende bereidheid bestaat om ons in te schakelen om die oplossingen aan te dragen. Kenmerkend voor onze aanpak is immers dat Landschapsbeheer beleidsvraagstukken (beheer van akker- en weidevogels) vertaalt naar concrete resultaten (11.000 hectare). En dat staat ook in onze toekomstvisie: “Landschapsbeheer Flevoland wil zich verder ontwikkelen als spil in het landschap en een brug vormen tussen overheid en burger, maar ook tussen bedrijfsleven en burger”. Inmiddels heeft Landschapsbeheer Flevoland de nieuwe colleges van Burgemeester en Wethouders allemaal benaderd met dit aanbod. Geert Gielen directeur 3 vu ri ti jgwe il li lcihgte r s Vogels ringen strook, een soort gang waar ze doorheen vliegen. Om te weten welke vogels de Kwelstrook gebruiken, ben ik hier regelmatig te vinden om vogels te ringen." "In totaal heb ik in 2013 in de kwelstrook 35 verschillende vogelsoorten geringd. De meest voorkomende vogels zijn de kleine karekiet en de koolmees. In 2012 waren er opvallend veel koperwieken. Het komt ook weleens voor dat ik in de Kwelstrook vogels vang, die ik in mijn eigen tuin heb geringd. Of die kleine karekiet, die ik drie jaar achter elkaar op precies dezelfde dag terugving. Hoe leuk is dat?" Kees: "De vogelwereld is hartstikke mooi. Als jonge jongen was ik vaak buiten te vinden, op zoek naar vogelnesten. Ik was ook al vrij jong lid van de Vlaardingse Vogelclub. Daar had ik het geluk dat er een jongen was, die heel veel vogelkennis had. Ik heb veel van hem geleerd. In die tijd heb ik ook voor het eerst vogels geringd. Waren het toen nog kapmeeu- wen en weidevogels, nu ring ik vaak kleinere soorten, zoals verschillende zangvogels." "Hoe langer je vogels ringt, des te boeiender het wordt. Je krijgt zo een goed beeld van bijvoorbeeld trekroutes. Zo heb ik eens kleine karekieten gevangen die een dag eerder in België waren geringd. Een soort omgekeerde trek. Deze vogels waren mogelijk op zoek naar een nieuw broedgebied. En vorig jaar heb ik een keer koolmezen gevangen die drie uur eerder geringd waren in Kamperhoek." "Ongeveer drie jaar geleden ben ik vrijwilliger geworden bij Landschapsbeheer. Snoeien en maaien in de Kwelstrook Batavia. Deze strook is ook voor vogels interessant. Het is een vrij smalle groen- "Vogels ringen is zo iedere keer weer een belevenis!" Wil je het ook eens meemaken? Kom dan eens langs in de Kwelstrook. Kees geeft graag toelichting op wat hij doet. Wat zijn alarmtellingen? Het succes van het weidevogelbeheer hangt af van het aantal vliegvlug geworden kuikens. Om daarachter te komen kunnen zogenaamde alarmtellingen gehouden worden. De weidevogelvrijwilligers leveren door hun werk ieder jaar de gegevens over het aantal nesten en het aantal uitgekomen eieren in ‘hun’ nesten. Maar dit zegt nog niets of de kuikens die uit het ei zijn gekropen, ook met succes zijn opgegroeid. Met alarmtellingen proberen we daar wat inzicht in te krijgen. Alarmtellingen worden alleen bij grutto’s gebruikt, omdat zij behoorlijk synchroon broeden. Binnen 2 weken na aankomst, is namelijk 90% van de grutto’s aan de leg en tweede legsels komen weinig voor. Dit in tegenstelling tot de kievit. Tijdens de ei-fase wordt het aantal broedparen van de grutto in kaart gebracht. Vervolgens gaan de vrijwilligers in de laatste week van de kuiken-fase het veld in om het aantal alarmerende ouderparen te tellen. Bij alarmerende gruttoparen is het namelijk zeker dat er een of meerdere jonge grutto's aanwezig zijn. Door de uitkomst van beide tellingen op elkaar te delen, wordt duidelijk welk percentage van de kuikens is opgegroeid. Ligt dit percentage boven de 60%, dan spreken we van een succesvol broedseizoen van de grutto. "Kijk, een witkopstaartmees! En zie je die turkse tortelduif daar?" In de tuin van Kees Breek vliegen vogels af en aan. De vijf vogelvallen lijken in schril contrast te staan met vetbollen, pindakaas en vogelzaad. Maar niets is minder waar. Kees is een vogelliefhebber in hart en nieren. 4 vrijwilligers Tien jaar Roofvogelwerkgroep NOP Roofvogels hebben hun naam niet mee. "Roven" is een negatief begrip. De vrijwilligers van de Stichting Roofvogelwerkgroep Noordoostpolder doen er alles aan om de belangen van deze vogelgroep zo goed mogelijk te behartigen. Wat in 2004 begon met de twee enthousiaste broers René en Jacques van der Ploeg, de grondleggers van de Werkgroep, is inmiddels uitgegroeid tot een groep van zo’n 10 actieve leden. Na tien jaar bestaat er een goed beeld van de roofvogels in de NOP, maar geen jaar is gelijk en dat maakt het zo boeiend om de vogels te blijven volgen. Voorjaar Een van de belangrijkste bezigheden is in het voorjaar het in kaart brengen van de broedende roofvogels, in alle dorpen en langs de buitenwegen, in de bossen langs de snelwegen en de terreinen van het Flevo-landschap. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bij een buizerd zie je van grote afstand het nest zitten, maar het vinden van het nest van bijvoorbeeld een sperwer, is veel moeilijker. Deze begint veel later in het seizoen, wanneer het blad al aan de boom zit, met nestelen. De nestbomen van o.a. buizerd, havik en boomvalk zijn beschermd en worden daarom doorgegeven aan de terreinbeheerders om deze bij werkzaamheden te kunnen ontzien. Nestkasten van torenvalken, op boerenerven of in de boomgaarden waar ze een nuttige bijdrage leveren aan schadebestrijding, worden door de vrijwilligers gecontroleerd. Gedurende het seizoen wordt het broeden actief gevolgd met een camera op een uitschuifbare stok (tot een hoogte van 23 meter.) De verstoring is maar kort, in twee minuten is de inspectie van een nest klaar en worden de roofvogels weer met rust gelaten. De camerabeelden vertellen veel: het aantal eieren in het nest, hoeveel jongen er zijn, welke leeftijd ze hebben en welke prooien er op het nest liggen. Hierdoor is het ook mogelijk om op het juiste tijdstip de jonge vogels te ringen. Wintertelling Al 25 jaar worden in het laatste weekeinde van januari de overwinterende roofvogels in de NOP geteld. Met name de buizerd is ’s winters behoorlijk talrijk met 100-200 stuks. Menige mol of muis wordt niet alleen door de standvogels, maar ook door de wintergasten uit Scandinavië verschalkt. Palen voor roofvogels Het nut van de roofvogels wordt niet altijd ingezien als er een kip door een havik of buizerd is gepakt. Maar zoals gebleken uit de nestinspecties zijn buizerds geweldige mollenvangers. En een nestkast met jonge torenvalken kan in twee maanden tijd zo’n 500 muizen weg werken. En dan hebben we het nog niet over die andere 10 maanden waarin ook muizen worden gevangen. Het stapelvoedsel van haviken bestaat voor 80% uit houtduiven, die graag een graantje meepikken op de akkers. Alle boeren zouden daarom eigenlijk enorme roofvogelfans moeten zijn! Ze kunnen de roofvogels ook helpen door (in de winterperiode) palen te plaatsen Een vreemde eend in de bijt In deze vogelspecial toch aandacht voor een dier zonder veren. Landschapsbeheer is namelijk de crowdfundingactie ‘Help de otter veilig door Flevoland’ gestart. Jeroen Reinhold vertelt: “Als je aan een otter denkt, denk je aan water. Dat klopt, de otter is voor zijn voedselvoorziening afhankelijk van water. Maar voor verplaatsen over grotere afstanden, op zoek naar een partner of een geschikt leefgebied, kan een otter per nacht wel 20 km lopend afleggen langs vaarten en tochten. Bruggen en duikers vormen op zijn weg door het Flevolandse landschap gevaarlijke obstakels. Kan hij er niet via bij het talud van sloten. Een goede uitkijkplek om muizen en mollen te spotten. Een kleine moeite, maar een o zo natuurvriendelijke manier van plaagbestrijding. een richel onderdoor, dan steekt de otter de weg over. Met alle risico’s van dien. We moeten en kunnen nu actie ondernemen om deze kleine hobbels aan te pakken”. Met uw hulp kunnen we in Flevoland veilige otterroutes maken. En door te laten zien dat we hier serieus mee aan de slag gaan, worden de weg- en waterbeheerders ook wakker geschud om mee te werken aan veilige otter-routes door Flevoland. Steunt u ook de otter? Kijk op http:// www.crowdfundingvoornatuur.nl/flevoland 5 agenda Activiteiten zomer 2014 Aanmelden bij Landschapsbeheer Flevoland: (0320) 294939, via www.landschapsbeheer.net /agenda of bij de contactpersoon. Kleinschalig natuurbeheer Heel Flevoland Feestelijke opening Foodwalks Deze zomer feest rond de Foodwalks bij Zeewolde (21 juni), in het Schokkerbos (20 juli) en bij Almere (30 aug). Dronten en Lelystad volgen later dit jaar. Er zijn die dagen tal van activiteiten rondom de foodwalk. En aan de hand van lekkere recepten en een simpele routebeschrijving kan iedereen zelf ingrediënten voor een maaltijd bij elkaar plukken. Voor een smaakvol dagje uit. Kijk voor nadere informatie op onze website of http://bit.ly/RvJS8N Cursus maaien met de zeis Op zaterdag 28 juni en 30 augustus van 9.30 uur tot 15.30 uur, Veneweg 10 in Rutten. Behalve de maaitechniek leert u ook de eerste beginselen om uw zeis scherp te houden. Voor vrijwilligers van Landschapsbeheer is de cursus gratis. Voor overige belangstellenden € 60,- exclusief de eventuele aanschaf van een zeis. Opgave bij Ria Heemskerk, [email protected] Noordoostpolder Ens Omwonenden van de hofjes De Bongerd en de Wingerd gaan op dinsdagavond 10 juni van 19.00 tot 21.00u en op zaterdag 20 sept van 13.00 tot 16.00 uur weer aan de slag met hun hofjes. De nadruk ligt op het netjes houden van de vakken. Met name langs de randen. Ook niet wenselijke begroeiing wordt in toom gehouden. Ook andere vrijwilligers zijn van harte welkom. Informatie en aanmelden bij [email protected] of 0320-294939 Oostelijk Flevoland Biddinghuizen Eiland/dorpsbos Natuurlijk, kleinschalig beheer op het natuureiland en in het dorpsbos. Op donderdag 17 juli, 18 september en 16 oktober van 13.00 tot 16.00u. Verzamelen voor de Scharrelberg, aan de Sportlaan. Informatie en aanmelden bij Lodewijk van Kemenade (0320) 294936 of [email protected] Lelystad Bergbos Op maandagavond 8 september gaan we de orchideeën veldjes maaien, aanvang 19.00uur. Op zaterdagmiddag 11 oktober gaan we de eerste poelen schonen, aanvang 13.00 uur. Verzamelen op de parkeerplaats aan de Bronsweg. Informatie en aanmelden bij Jan Houtkamp (06 12476828 of [email protected] Lelystad Boeierbosje Op dinsdagavond 28 aug van 19.00 tot 21.00u wordt er gemaaid met de zeis in de kruidenhoeken. Informatie en aanmelden bij Petra Borsch 06-53994608 of [email protected] Bevers tellen Op vrijdag 20 juni en 25 juli in het Natuurpark Lelystad. Voor mensen die nog nooit geteld hebben een goede kans om het te leren van een ervaren teller. Start 20.00 uur op P-terrein van het Natuurpark Lelystad. Op zaterdag 21 juni en 26 juli zal bij burchten gepost worden in het gebied Biddinghuizen-LelystadAlmere-Zeewolde. Wil je een burcht tellen, meld je dan aan bij Jeroen Reinhold, [email protected] Ringslangen tellen Wil je leren hoe je ringslangen moet tellen, ga dan mee tijdens een monitoringsronde in het Oostvaardersveld. 7 juni, 21 juni, 26 juli, 23 aug en 6 sept. De broeihopen met uitgekomen eieren gaan we 12 oktober omzetten. Verzamelen om 14.00 uur op de Knardijk ter hoogte van de Lage Knarsluis (Lage Vaart). Opgeven bij Jeroen Reinhold, [email protected] of (0320) 294939. 6 Lelystad Kwelstrook Batavia In deze bijzondere natuurstrook wordt vanaf april gewerkt op zaterdag 7 juni, 5 juli, 6 sept, 4 oktober, 1 nov en 6 dec. van 9.00 tot 12.00 uur. De inventarisatie-avonden zijn op 22 juni en 26 augustus. Verzamelen bij de fietsbrug tussen de Boeier en Bataviastad. Informatie en aanmelden bij Dick Luijendijk 06-30405561 of [email protected] Lelystad Spettertuin Elke 2de woensdag van de maand is er een doemiddag in deze natuurspeeltuin van 13.30 tot 16.00u. De activiteiten staan maandelijks in de agenda op onze website. Informatie en aanmelden bij Petra Borsch [email protected] of (0320) 294939. Oostrandpark Lelystad In het Oostrandpark heeft de werkgroep Orchideeënveld een poel met aangrenzende grasland en enkele bomen geadopteerd. Het leukste is eigenlijk dat de groep zich bezig wilde houden met beheer voor orchideeën zonder dat er orchideeën voorkwamen. Nu vele tientallen in de oeverrand. Verzamelen bij de picknickbank nabij de Lage Vaart. Data (en tijd): 18 juni (19.30), 16 juli (19.30), 6 september (14.00) en 1 november (14.00). Opgeven bij Ineke van Westrienen ([email protected]) Swifterbant Dorpsbos In het dorpsbos van Swifterbant kleinschalig natuurbeheer op maandag 14 juli, 15 september en 20 oktober van 13.00 tot 16.00u. Verzamelen bij de kruising Zwanebloem-Bisontocht. Informatie en aanmelden bij Lodewijk van Kemenade (0320) 294936 of [email protected] Zuidelijk Flevoland Almere Voor de vele groepen die in Almere actief zijn kunt u terecht op: http://www.landschapsbeheer.net/projecten/dat-doen-wesamen/project/almere-het-groene-stadsleven/13 Zeewolde - Heemtuin Polderwijk Voor aanleg en beheer van de heemtuin in de Polderwijk worden vrijwilligers gezocht met groene vingers en/of enthousiaste klussers. De werkdagen worden in overleg gepland. Informatie en aanmelden bij Petra Borsch, [email protected] of (0320) 294937. Zeewolde voormalig gronddepot Kleinschalig natuurbeheer op zaterdag 5 juli en 11 oktober van 13.00 tot 16.00u. Verzamelen bij ingang Gronddepot aan de Gelderse weg. Informatie en aanmelden bij Lodewijk van Kemenade (0320) 294936 of [email protected] Cursus Eten uit de natuur Eten uit de natuur is leerzaam en lekker. Steeds meer mensen ontdekken dat de natuur ook op dat gebied veel te bieden heeft. Heeft u zelf nog weinig ervaring met eten en plukken uit de natuur, maar wilt u daar meer over weten? En wilt u het zelf proeven? Tijdens deze cursus van 4 middagen leert u in het veld veel verschillende eetbare planten te herkennen, de waarde van deze planten voor natuur en mens en koken met wilde planten, bessen en noten. Za 12 juli, 6 sept en in 2015 op 25 april en 30 mei van 13.00- 16.00u. Kosten € 40 p.p. De locaties voor de verschillende wandelingen zijn in (de omgeving) van Lelystad. Informatie en aanmelden bij Margriet Brouwer, [email protected] of (0320) 294939. Vrijwilligers voor ons Promotieteam gezocht! Jaarlijks staan wij ongeveer 4x op een evenement of natuurmarkt. Wij zoeken enthousiaste vrijwilligers die de bezoekers kunnen vertellen over ons werk samen met vrijwilligers voor natuur en landschap. Veel tijd hoeft het niet te kosten, hooguit enkele dagdelen per jaar, meestal in een weekend. Omdat het promotieteam dit jaar van start gaat, zijn vrijwilligers die mee willen denken over de opzet, ook zeer welkom. Als u dit als vrijwilliger leest, komen er wellicht vragen naar boven als ‘Wat moet ik vertellen, hoe en waarmee kleed ik de kraam aan, wat moet ik aan? Is er een km. vergoeding? Op di 8 juli om 19.00u is er op ons kantoor in Lelystad een opstartavond voor uitwisseling van ideeën en beantwoorden van vragen. Neem voor meer informatie contact op met Petra Borsch, (0320) 294939 of [email protected] Cursussen EHBO voor vrijwilligers Deze cursus is in een nieuw jasje gegoten. In totaal zijn het 3 avonden verspreid over 3 maanden. De eerste avond bevat het onderdeel kleine letsels. De tweede avond staat in het teken van aandoeningen. En de laatste avond wordt reanimatie en de AED behandeld. Deze laatste avond is ook toegankelijk voor diegene die extra reanimatie /AED training willen volgen. Bij de aanmelding graag vermelden of u alle 3 de avonden wilt bijwonen of alleen de reanimatie/AED training wilt volgen. 1ste avond: dinsdagavond 23 september, 2e avond dinsdagavond 18 november en de 3e avond is 20 januari. Alle avonden beginnen om 19.30 en duren tot 22.00 uur. Bij opgave vermelden EHBO en/of AED-training. Er zijn slechts 15 plaatsen beschikbaar dus graag opgeven bij Petra Borsch, [email protected] 7 werkgroep Kiekendieven in Flevoland, afgedwongen overleving dankzij actieve vrijwilligers! Op zaterdag 24 mei jl. togen zo’n twintig vrijwilligers naar de cultuursteppen van Flevoland. Altijd goed om er even bij stil te staan waarom mensen voor dag en dauw opstaan om tussen de wuivende tarwe op zoek te gaan naar grauwe kiekendieven. 8 In 1990 begon de revival van de destijds vrijwel uitgestorven populatie grauwe kiekendieven in Nederland. Hadden we geen actie ondernomen in Flevoland (sinds 1995), dan zou deze elegante roofvogel met zekerheid niet meer als regulier broedvogel in dé pioniersprovincie van Nederland voorkomen. Deze soort is een akkervogel bij uitstek geworden, omdat de uitgestrekte graanvelden het natuurlijke broedhabitat op de steppe het dichtst benadert. Twee factoren zijn van belang om de Flevolandse (deel)populatie in de benen te houden: het beschermen van de nesten die op de grond in de gewassen worden gemaakt, en het voorhanden zijn van voldoende prooien, met name veldmuizen. We zouden als Werkgroep Grauwe Kiekendief handen tekort komen om in het uitgestrekte Flevolandse landschap die paar spelden in de hooiberg te vinden. Grauwe kiekendieven zijn in een groot deel van de broedcyclus niet erg zichtbaar, en alleen voor mensen met geduld, een gezonde dosis optimisme en een juiste gereedschapskist met sociale vaardigheden is het op structurele basis te doen om broedparen systematisch op te snorren, de exacte nestplek in landbouwgewassen te lokaliseren, goede afspraken met landbouwers te maken, tot uiteindelijk het zoete genieten als een legsel roodbruine nestjongen is uitgevlogen. Onze Flevolandse vrijwilligers Vrijwilligers helpen de ijsvogel Net als vorig jaar maakt de ijsvogel dit jaar een goed broedseizoen door. Veel ijsvogels hebben de afgelopen winter zonder ijs goed overleefd. De ijsvogel is namelijk ondanks zijn naam gevoelig voor strenge winters. Zijn Nederlandse naam heeft niets met ijs te maken en is een verbastering van de Germaanse naam Eisenvogel, wat slaat op de metaalachtige glans van het blauwe verenkleed. In de gebieden die door vrijwilligers samen met Landschapsbeheer worden beheerd, zijn de voortekenen gunstig. Dankzij het zachte voorjaar zijn de vogels vroeg begonnen te nestelen. In Biddinghuizen vond een paartje de zijn hierbij van onschatbare waarde. Een ander belangrijk stukje van de puzzel is dat in het hedendaagse Flevolandse landschap het zowel in agrarisch gebied als de natuurgebieden niet of nauwelijks uitkan om als kiekendief te gaan broeden. Anders geformuleerd, het Flevolandse landschap is qua voedsel te vergelijken met een lege FEBO-muur waar zo nu en dan nog een lauwe kroket in is te vinden. Gebieden als de Oostvaardersplassen zijn door excessieve begrazing allang als jachtgebied komen te vervallen. Andere gebieden zijn ongeschikt geworden door verbossing (bijv. Wilgenreservaat) en/ of verruiging. Kortom, leuk voor bosrietzangers en grasmussen, edoch minder geschikt voor soorten van het open gebied zoals veldleeuwerik, kwartel en bijv. kiekendieven. Ook akkerranden doen niet mee. Er liggen er nu te weinig, de kwaliteit is doorgaans pover en een pionierende grauwe kiekendief moet het uit zijn tenen halen om een veldmuis of gele kwikstaart te verschalken. Het project “Nieuwe Natuur Flevoland” lijkt echter nieuwe kansen te bieden voor een groep soorten die onlosmakelijk met het open Flevolandse landschap is verweven. Ben Koks & Oike Vlaanderen Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief Website http://werkgroepgrauwekiekendief.nl/ Facebook https://www.facebook. com/pages/Werkgroep-GrauweKiekendief/190585087622000 Twitter https://twitter.com/grauwekiek wortelkluit van een boom die omgetrokken is, geschikt om een broedgang te graven. Ook in Zeewolde was het dit voorjaar raak in het voormalig Gronddepot. Hier broedt de ijsvogel in een wandje dat door vrijwilligers speciaal voor hen is afgestoken. De jonge ijsvogels zijn daar al uitgevlogen. ag n a rt au ruirë/rlsa n d s c h a p Bloemenweide voor akkervogels trekker over het land reed, was ik altijd bezig om nesten van weidevogels te verleggen. Gewoon omdat ik het leuk vond om te doen." "Ik zet het liefst zo min mogelijk zichtbare tekens in het land. Het is weleens gebeurd dat ik staken bij nesten van weidevogels had gezet. De volgende dag waren alle nesten leeggeroofd door een vos. Ik ben ervan overtuigd dat de vos ons geurspoor heeft gevolgd of gewoon heel slim is en alle staken langs is gegaan." Wie op een mooie zomerdag over de Zwartemeerdijk in Kraggenburg rijdt, wordt verrast door een prachtige bloemenstrook. De oude loop van het Zwolse Diep is ingezaaid met een bloemenmengsel voor akkervogels. Een van de initiatiefnemers is Ben Kaak. Ben: "Ik ben hier geboren en getogen. Mijn opa was een polderpionier. Helaas kon mijn oma niet wennen in de polder en zijn ze na vier jaar weer naar de Achterhoek verhuisd. Mijn vader heeft het akkerbouwbedrijf toen overgenomen en was misschien wel de eerste nietpionier in de Noordoostpolder." "Als boer heb ik een grote liefde voor de natuur. Dat was als klein jongetje al zo. Toen ik als kind met de "De kavel hier naast mijn huis, waar vroeger het Zwolse Diep liep, is van nature vrij nat en niet erg geschikt voor akkerbouw. Samen met akkerbouwers in de omgeving ben ik lid van de Vereniging voor Agrarisch-, Natuur- en Landschapsbeheer Zwartemeerdijk. Via de Vereniging heb ik in 2009 voor een periode van zes jaar Europese subsidie aangevraagd voor de aanleg van akkerranden voor weidevogels. Dat was nog een hele toer. We dreigden af en toe vast te lopen in de bureaucratische molens." "Maar het resultaat mag er wezen! In 2009 is de kavel ingezaaid met een akkervogelweidemengsel. Vooral het eerste jaar was het een zee van bloemen. Voor weidevogels is de vegetatie te hoog, maar in de winter vind je er zwermen groenlingen en gele kwikstaarten. Ook reeën vertoeven er graag. Vorig jaar waren er zelfs twee reekalven. De bloemenstrook draagt dus zeker bij aan de natuur. Ik hoop dan ook van harte dat dit project ook na 2015 voortgezet kan worden." Het genietmoment van Jan en zijn jan-van-gent Op 19 september belt Sjoerd Haantjes (verzorgt al ‘eeuwenlang’ de opvang van Roofvogels en uilen in de NOP) mij (Jan Nagel). Hij heeft geen zin om naar Creil te rijden, omdat iemand hem heeft verteld dat ze een jan-van-gent hebben gevangen. “Ja Jan, alles goed, het zal wel een reiger of zoiets zijn…… Maar ga jij eerst maar even kijken, want dit kan natuurlijk niet kloppen.” Een mooi verzetje zo even na het eten, en een verzwakte reiger is ook leuk om op te vangen en naar Sjoerd te brengen. Aangekomen bij de vinders nemen ze mij mee naar het hok, waar warempel een jonge jan-van-gent zit. Met stomheid geslagen sta je oog in oog met een enorme vogel. Maar het beestje blijft erg rustig, is eigenlijk vrij sloom te noemen. Na een minuut steekt de jan-van-gent de kop weer tussen de veren en gaat lekker verder slapen. De vinders vertelden dat ze bij het uitlaten van de hond deze jan-van-gent op het fietspad midden in het bos van Creil zijn tegengekomen. Ze hebben hem eerst laten zitten en zijn naar huis gegaan. Tegen het eind van de middag zijn ze er weer naar toe gegaan en hebben ze de jan-van-gent meegenomen. Sjoerd Haantjes belde me na een dertig minuten ongeduldig op. “En, wat is het Jan”? Tja Sjoerd, een jan-van-gent! Baalt hij even dat hij zelf niet is gegaan. Dezelfde avond is de jan-van-gent naar de vogelopvang in Ureterp gebracht. Daar bleek de vogel een kilo te licht te zijn. 9 cultuurhistorie Vogelpioniers of pioniervogels? In dit vogelnummer eens een heel ander pioniersverhaal uit de periode dat Zuidelijk Flevoland net drooggevallen was: een vogelexcursie te voet over de dijk rondom het droogvallende land in juli 1968. Dick Jonkers maakte met nog twee leden van de Vogelwerkgroep het Gooi en Omstreken een (inventarisatie) rondwandeling rond Zuidelijk Flevoland. Hieronder enkele fragmenten uit het reisverhaal van Dick Jonkers. De foto's uit die tijd zijn van Nico Dijkshoorn. Knardijk We vertrokken vrijdagavond om kwart over tien vanuit Lelystad-Haven naar de toen al bij vogelspotters befaamde Knardijk. Na een opmerking in de geest van het ‘Het is nu echt weer dat de regenwulpen moeten trekken’, klonk inderdaad een weemoedig ‘bibibibibibibibi‘. Tot Knarhaven waar het eerste bivak zou worden gemaakt, hoorden we in het donker o.a. bosrietzanger, kleine karekiet, rietzanger en een blauwborst. Wat hebben we de muggen verwenst. Aanval na aanval golfde op ons af, als gonzende jachtvliegtuigjes doken ze omlaag. Vroeg in de morgen bleek dat er nog meer biologische aanvallen hadden plaatsgevonden. Onder dekking van de nacht waren ratten met hun buit, bestaande uit 10 boterhammen met kaas, er vandoor. In de morgenuren leverde de Knardijk tot het randmeer Wolderwijd een lepelaar, een purperreiger, twaalf zomertalingen en enkele waterrallen op. En wat te denken van 39 strandplevieren en 65 kluten? Witte kwikstaarten waren volop aanwezig. Gedurende deze drie dagen zagen we er 165! Verder zongen overal nog veel kleine karekieten, rietzangers en een bosrietzanger. Vele tientallen 10 baardmannen hingen als tinkelende helikoptertjes in de lucht. In een struik langs de dijk zwierf een gekraagde roodstaart. Een groepje oeverzwaluwen vloog over. Langs Wolderwijd en Nuldernauw Bij de dijk van het Wolderwijd was er een prachtig uitzicht op de droogvallende polder met ondiepe en diepere plassen. De aantallen oeverlopers (40), bosruiters(11) en kluut (65) mochten er zijn. Van de basaltblokken scheerden tientallen oeverlopers weg. Vele honderden kemphanen stalen de show op bijna drooggevallen stukken land en daartussen bevonden zich bosruiters, groenpootruiters, tureluurs en bosruiters. Tientallen meters voor ons vloog een vogeltje op dat een pestvogelachtig geluid maakte. Er was geen twijfel mogelijk, dit moest een Temmincks strandloper zijn; het vluchtbeeld bevestigde deze conclusie. Over de Nijkerkerdijk en de Gooimeerdijk-oost Omdat we in de loop van de middag weer terug wilden zijn in Lelystad stonden we ook nu weer vroeg op. Het was een dag met grote aantallen eenden. Van de duikeenden telden we ± 550 kuifeenden en ± 700 tafeleenden in de randmeren. De polder bevatte een ongekend aantal grondeleenden. Het waren vooral wilde eenden (± 400), zomertaling (± 350) en wintertaling ( ± 250). Er zouden er in het laatste deel van Muiderberg tot Lelystad nog veel meer volgen. De ontwatering van de polder, hun aanwezigheid en massale vissterfte zou overigens in latere jaren nog leiden tot omvangrijke vogelsterfte bij o.a. eenden door botulisme. Kennelijk was het een goed veldmuizenjaar, want er hingen in totaal negentien biddende torenvalken boven de dijk. De trek van zwarte sterns was in volle gang met vele honderden foeragerende exemplaren. Laatste loodjes: het traject Muiderberg-Lelystad Tussen de bloeiende moerasandijvie klonk het zwiepende geluid van het porseleinhoen; de eerste waarneming in Zuidelijk Flevoland. Op de moerasandijvie waren houtduiven voedsel aan het zoeken. Weer heel veel eenden, steltlopers en meeuwen. Dwergsterns jaagden langs de dijk. Ook aalscholvers lieten zich weer niet onbetuigd. In een grote plas voorbij gemaal de Block van Kuffeler zaten er zo’n 480. Het was een genot om de opstomende vloot aalscholvers te zien vissen. De plas moet barstensvol vis hebben gezeten. Toen eindelijk het eindpunt bij het begin van de Knardijk Lelystad – Haven met een soort ontvangstcomité, waaronder de dienstdoende kantonnier van Rijkswaterstaat, die de slagboom opende. Er volgden vele handdrukken, bloemen en een rasechte overwinnaarszoen. Wat wil je nog meer! De vogellijst bevatte 79 waargenomen soorten. Topscorer was de kemphaan met maar liefst 1753 exemplaren! Op de tweede plaats stond de wilde eend (1132) en als derde eindigde de kokmeeuw (1076).Verrassend waren visdief (770), zwarte stern (750), tureluur (800), grutto (602). De expeditie ‘Vogeltelling Zuidelijk Flevoland’ was geslaagd. nieuw project Broedvogels op en aan het dak Verstedelijking is een verschijnsel dat niet alleen bij mensen voorkomt. Ook vogels ontdekken, soms noodgedwongen, nieuwe mogelijkheden in de stad. Menig plat dak op industrieterrein of gewoon midden in dorp of stad, biedt een broedplaats aan een groep meeuwen of een paartje scholeksters. Ook de van nature in rotsen broedende gierzwaluwen weten hun weg te vinden onder onze dakpannen. Het geheim van de succesvolle “dakbroeder” zit ‘m onder andere in de manier waarop de kuikens aan hun eten komen. Je zult een kievit of grutto niet op een dak aantreffen. Hun kuikens staan namelijk al heel jong op eigen benen en moeten hun kostje zelf bij elkaar zoeken, daarbij beschermd door de ouders. Bij scholeksters en meeuwen is dat een heel ander verhaal. Pa en ma verzamelen de kost en komen dat brengen aan het kroost. Meeuwen vliegen daarbij met gemak grote afstanden en zoeken hun voedsel aan de (IJsselmeer/Markermeer)kust of op vuilnisbelt en straat. Scholeksters zoeken het dichterbij en scharrelen in de berm en grasveld op zoek naar voedsel. De belangstelling van beide soorten gaat uit naar een groot, plat dak met een vrije aanvliegroute. Grind is zeer geliefd als dakbedekking. En natuurlijk niet teveel verstoring. Dan heb je een mooie, veilige broedplek, buiten bereik van vossen, honden en andere belagers. Wat wil een moderne stadsvogel nog meer? Gierzwaluwen zijn in toenemende mate aangepast aan de stenige, mesnelijke omgeving. Het zijn kolonievogels die met name gebruik maken van wat oudere wijken, waar ze invliegopeningen onder dakpannen benutten. Bij renovaties in woonwijken lopen zij dan ook grote risico’s op verlies van hun broedplaats. Ooievaars in Flevoland Langzamerhand begint de ooievaar ook Flevoland te veroveren. Ze zijn al jaren niet meer volledig gebonden aan het Natuurpark Lelystad. Inmiddels zitten meer paartjes buiten het park dan er binnen. Wel overwinteren jaarlijks bijna twintig volwassen ooievaars in het park. Gevolg van het feit dat een grote groep ooievaars jarenlang ‘opgesloten’ heeft gezeten in de uitwenkooi. Maar de juveniele vogels vliegen aan het eind van de zomer wel naar het zuiden om daar te overwinteren. In 2013 was het broedsucces van de ooievaar in Flevoland laag. Veel nesten Landschapsbeheer wil graag weten waar dakbroeders zitten in Flevoland en kan hierbij de hulp van vrijwilligers heel goed gebruiken. Het gaat ons dan met name om meeuwen, scholeksters en gierzwaluwen. Dan kunnen we de desbetreffende bedrijven of bewoners benaderen en kijken of er behoefte is aan informatie en voorlichting over de consequenties van hun aanwezigheid op het dak (zowel op wettelijk gebied als tips voor een vreedzame samenleving met zo min mogelijk burenruzie, beste timing van noodzakelijk onderhoud etc). Meehelpen kan op verschillende manieren: U kunt zich aanmelden om een (industrie)terrein of woonwijk te inventariseren of u kunt incidentele waarnemingen doorgeven van deze dakbroeders. Ook meldingen van in de bebouwde kom rondscharrelende scholeksters zijn welkom. Dit is vaak een indicatie van broeden in de buurt. Men kan zich aanmelden bij Ria Heemskerk via 0320-294939 of [email protected] zijn mislukt, mede te wijten aan het late voorjaar en vervolgens de droogte. In het Natuurpark hebben vijf paartjes succesvol gebroed, met totaal 7 uitgevlogen jongen. Het paartje in het Harderbos had geen succes, net als zes andere paartjes in Lelystad. Gelukkig hebben ooievaars op de elektriciteitsmast naast de A6 en het paartje aan de Dronterweg toch nog voor nakomelingen gezorgd: zes of zeven jonge vogels zijn ook daar uitgevlogen. Dit jaar allemaal zonder een ring, helaas. De brandweer mag door veranderd beleid niet meer assisteren. Een oplossing voor 2014 is gevonden, een groenonderhoudsbedrijf uit Almere gaat helpen. Toch kan de ooievaar nog wel een steuntje gebruiken. Met een nestpaal op uw erf maakt u kans om deze prachtige vogel vanuit uw raam te kunnen volgen. Neem eens contact op met Jan Nagel, [email protected] Met dank aan Inge Hagens, foto: Wim van Nee. 11 Huiszwaluwen in de Kop van de NOP De weidevogelgroepen constateren met plezier dat de agrariërs steeds meer oog krijgen voor deze gasten op hun erf. Toen de tellingen begonnen, realiseerden de meeste agrariërs zich niet dat zij iets bijzonders op het erf hadden: de vogels hoorden er gewoon bij. Nu er jaarlijks Schokbetonschuren zijn in de NOP populair bij de huiszwaluwen: het ruwe beton biedt goede kansen voor de aanhechting van de nesten en het dak heeft een brede overstek van een lichte kleur. Maar nesten worden op de meest vreemde plaatsen gevonden. Aan steunbalken onder damwandbeplating of in de ruimte tussen dakrand en TL-balk. Ze metselen de komvormige nesten van klei en speeksel, en hebben hiervoor modder nodig. Daarom broeden ze vooral aan de rand van de stad of op het boerenland. Steeds meer weidevogelgroepen besteden naast hun ‘klassieke’ werkzaamheden voor de weidevogels ook tijd aan het inventariseren van het aantal zwaluwen op het bedrijf. De weidevogelgroep Rutten inventariseert al sinds 2008. De groep telt in haar werkgebied tussen het Ijzerpad, Noordermeerweg, Hopweg en Veneweg in de Kop van de NOP per straat het aantal nesten op en rond het erf. In 2012, toen ook landelijk een dieptepunt bereikt werd, werden er slechts 356 broedgevallen geconstateerd, terwijl in het jaar ervoor een maximum van 527 nesten gevonden werd. In 2013 nam het aantal nesten weer wat toe. De meeste nesten van de huiszwaluw zijn te vinden aan de Noordermeerweg (tussen de 180270 nesten). Dit is de weg die het dichtst langs het IJsselmeer loopt en waarlangs 12 de Noordertocht loopt: beide gebieden zijn voor de huiszwaluw waarschijnlijk belangrijke foerageergebieden. De verzamelde informatie sluit goed aan bij de monitoring van huiszwaluwen van SOVON (Stichting Vogelonderzoek Nederland) en vertelt dus ook iets over de landelijke situatie. De gegevens zijn dan ook heel belangrijk als vinger aan de pols voor de bescherming van deze sierlijke vogels. 2008 Lemsterweg 36 Veneweg 0 Hopweg 23 Ruttenseweg Noordermeerweg 261 IJzerpad 45 Gemaalpad 24 Ruttensepad 67 Totaal 456 iemand op de stoep staat om de zwaluwen te tellen, volgen de agrariërs de vogels en zijn er bewuster mee bezig. En wat is er leuker als je als vrijwilliger hoort dat jouw boer een nest op de grond vond en de jongen in een conservenblik stopte om die vervolgens weer op te hangen zodat de ouders direct de jongen weer gingen voeren? Mooier kun je met elkaar niet samenwerken. 2009 2010 32 40 0 2 22 34 2 9 240 225 84 24 23 56 64 460 397 2011 44 2 30 5 274 83 19 70 2012 40 2 28 12 179 52 12 31 2013 41 3 18 9 206 62 14 25 527 356 378
© Copyright 2024 ExpyDoc