Nieuwsbrief - Landschapsbeheer Flevoland

f
e
i
r
b
s
N i eeuc i wa l v o g e l s
sp
Oeverzwaluwen in Flevoland
nieuwsbrief nummer 47
De oeverzwaluw is een bijzondere
vogel. Terwijl zijn neefjes huiszwaluw
en boerenzwaluw jaarlijks terugkeren
naar hun vaste stek onder dakbeschot,
brug of in boerenschuur en daar een
nestkommetje bouwen van klei, pakt
de oeverzwaluw het heel anders aan.
Het is een echte pionier, die van nature
zijn nest maakt langs steile zandoevers
van (meanderende) rivieren. Omdat
dergelijke wanden na een aantal
jaren meestal weer verdwijnen en op
een andere plaats verschijnen, is de
oeverzwaluw heel flexibel ingesteld en
graaft jaarlijks een nieuwe nestgang
uit in vers zand. Door de locatie in een
steile wand, al dan niet boven water,
en de wel een meter diepe nestgang,
zijn eieren en jongen redelijk veilig
voor predatoren.
Tot zover de theorie. In de praktijk heeft
het adaptievermogen van de oeverzwaluw ertoe geleid dat hij, ondanks de
afwezigheid van meanderende rivieren,
toch een goede plek kan vinden in het
door mensenhanden gevormde landschap. Ook wij creëren namelijk prachtige
steile zandwanden: zanddepots, heuvels
met (bouw)zand en afgravingen zijn een
Juni 2014
In dit nummer o.a.:
•Broeden er nog steenuilen
in de NOP?
•Vogels ringen
•Tien jaar Roofvogelwerkgroep
NOP
•Kiekendieven in Flevoland
eldorado voor deze vogels. Als ze eind
maart terugkeren uit West-Afrika hebben ze deze nieuwe plekken al heel snel
gevonden en gekoloniseerd.
Uiteraard zijn niet alle eigenaren van
potentiële oeverzwaluwwanden blij met
het kolonisatie-talent van deze vogels.
Vogelnesten in je zandberg betekent
vervolg op pagina 2
immers dat je verplicht
•Bloemenweide voor
akkervogels
•Vogelpioniers of pioniervogels?
•Broedvogels op en aan het dak
natuur/landschap
vervolg van pagina 1
bent (zonder ontheffing voor de Floraen Faunawet) het zand ongemoeid te
laten tot de nesten weer verlaten zijn.
Dan zijn we al snel een half jaar verder.
Beschermen
Landschapsbeheer beschermt de oeverzwaluwen in Flevoland al vele jaren
actief. Zien we steile zandbergen, dan
wordt de eigenaar gewaarschuwd wat
de consequenties kunnen zijn. Is het zijn
bedoeling om het zand tussen maart en
oktober weg te halen, dan wordt geadviseerd om de hoop af te vlakken, zodat
er geen zwaluwen in gaan broeden. Vaak
ontstaan goede contacten en blijken
bedrijven bereid om de zwaluwen te helpen. Zand mag blijven liggen, of op een
andere plaats wordt een zandwand voor
de zwaluwen ingericht.
Daarnaast maken we zwaluwwanden
van zand of beton. Dit kan bij een bedrijf
zijn, of in een natuurgebied. Een kunstwand ziet er wel wat minder aantrekkelijk uit dan een natuurlijke wand, maar
heeft als voordeel dat een predator zoals
de vos het nest niet uit kan graven.
Onderhoud
In maart gaan we met een groep vrijwilligers wekelijks op pad voor onderhoud
aan een aantal grote wanden. De wanden moeten jaarlijks worden opgevuld
met rivierzand, willen ze in trek blijven.
Als pionier zoekt de oeverzwaluw een
Minder muizen op het erf
Jan Douma uit Bant is bezig om zijn
akkerbouwbedrijf om te zetten van gangbaar naar biologisch. Hij is daarom blij
dat hij ook dit jaar weer een torenvalk
op het erf heeft. Deze heeft opnieuw de
kerkuilenkast gekraakt. Vorig jaar kon
Douma vanuit de woning genieten van
de vliegles die de jongen van de ouders
kregen. Hopelijk dit jaar weer.
Douma was wel bang dat hij geen uil
meer had, maar in zijn schuur werden
verse braakballen aangetroffen, van de
kerkuil gezien de plek en de zwarte kleur.
Sinds hij roofvogels op zijn erf heeft,
blijft de kaas in de muizenvallen in huis
onaangeroerd. Deze natuurlijke bestrijding van muizen met roofvogels lijkt
dus succesvol. En is zeker beter dan het
2
plaats met vers zand. En indien nodig
wordt de aanvliegroute voor de wand
vrijgemaakt van begroeiing. Dat dit erg
bevredigend en succesvol is, blijkt uit de
broedresultaten. In 2013 broedde maar
liefst ruim 800 van de 1425 zwaluwparen
in een door Landschapsbeheer onderhouden wand.
Ringonderzoek
Vogelringer Kees Breek doet onderzoek
bij “onze” wand bij Heembeton. In 2013
waren daar 360 van de 480 nestgaten
bezet. Kees ringde er vorig jaar 588
oeverzwaluwen, zowel volwassen vogels
als 1e jaars jongen. Een aantal zwaluwen
die in het net terecht kwamen, bleken
al geringd. Maar niet allemaal bij Heembeton. Uit het ringonderzoek blijkt een
levendige uitwisseling met andere
strooien van gifkorrels. Het schijnt dat al
zo’n 90% van de muizen inmiddels resistent is voor het gif, één van de oorzaken
van muizenoverlast.
Voor zijn uil en torenvalk laat Jan de
schuurdeur graag op een kier staan,
zodat ze in en uit kunnen vliegen. Ook
boerenzwaluwen en vleermuizen maken
nu dankbaar gebruik van deze ingang.
wanden. Een aantal vogels wordt ook
gesignaleerd aan de Kamperhoek, de
Oostvaardersdijk, de Ooievaarsplas en
Pampushout, soms zelfs in hetzelfde
jaar. Maar ook buiten Flevoland duiken
door Kees geringde zwaluwen op.
Terugmeldingen kwamen onder meer
uit Saeftinge (Zeeland) en van een ringplaats in Frankrijk werden zes zwaluwen
teruggemeld.
Colofon
Wilt u naar aanleiding van deze nieuwsbrief
reageren? U kunt ons bellen, schrijven of
mailen.
Deze nieuwsbrief verschijnt 3 keer per jaar
en is een uitgave van:
Landschapsbeheer Flevoland
Botter 14-03, 8232 JP Lelystad
Tel. (0320) 294939
[email protected]
www.landschapsbeheer.net
twitter: @LBFlevoland
facebook: www.facebook.com/
landschapsbeheerflevoland
Samenstelling/foto's
medewerkers Landschapsbeheer Flevoland
Mirjam Stoffer
Eindredactie
Arda van der Lee
Ontwerp en lay-out
Ruitervorm BNO
Oplage
2800 stuks
Landschapsbeheer Flevoland maakt zich sterk voor
behoud, beheer en ontwikkeling van natuur en
landschap buiten de eigenlijke natuurgebieden.
Ons werk wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de Europese Commissie, het Ministerie
van Economische Zaken, de Provincie Flevoland,
de Flevolandse gemeenten en de Nationale
Postcode Loterij.
column
Broeden er nog
steenuilen in de NOP?
Het kleinste uiltje van Nederland houdt van rommelige
erven met veel variatie: een oude boom met een holte
of een nestkast, hoog gras onder fruitbomen, een paardenweitje, wat bosjes en overhoekjes, houtstapels en hij
heeft alles wat nodig is om te broeden, voedsel te vinden
en te schuilen. Zulke erven zijn in Flevoland met name
te vinden in de Noordoostpolder. Daar hangen dan ook
diverse nestkasten op geschikte erven, Desondanks wil
het nog steeds niet echt lukken met de steenuil. De kasten worden af en toe door Landschapsbeheer gecontroleerd. Dit jaar werden bij zo’n controle alleen in een kast
op Schokland braakballen van een steenuil gevonden,
maar dat betekent niet dat er ook gebroed gaat worden.
De overige steenuilkasten worden wel gretig gebruikt
door spreeuwen, kauwen en koolmezen om hun kroost
groot te brengen.
Op Schokland is jarenlang gebroed, maar gek genoeg
niet door hetzelfde paar. Elk jaar werden de uilen geringd,
maar jaar na jaar werd er telkens weer een nieuw, ongeringd paartje aangetroffen. Je zou verwachten dat de
omgeving van Schokland langzamerhand bevolkt zou
worden door de nakomelingen, maar dat is niet het geval.
Het zou natuurlijk best kunnen dat de uilen een eigen
broedplek weten te vinden en dat deze broedgevallen
dus niet aan het licht komen bij onze kast-controles.
Misschien heeft u steenuilen in de Noordoostpolder,
of andere plekken in Flevoland, gehoord of gezien?
Wij horen het graag!
Van coalitieakkoord naar pasklare oplossing
In deze column laat ik mij graag inspireren door de
coalitieakkoorden van verschillende gemeentes in Flevoland.
Deze akkoorden geven de richting aan waar de nieuwe
colleges van Burgemeester en Wethouders naar toe willen.
Ook de titels spreken tot ieders verbeelding bijvoorbeeld;
‘Lelystad transformeert’, ‘De kracht van Noordoostpolder’ en
‘Samen verder (Dronten)’. De rode draad in de akkoorden lijkt
in ieder geval de betere relatie tussen college en raad, meer
betrokkenheid van bewoners en bedrijven te zijn. Allemaal
stellen ze min of meer de burger centraal. En dat is goed,
je verwacht niet anders in onze democratie.
Ook Landschapsbeheer stelt de burger centraal in haar werk.
Ieders inzet is welkom en vele handen maken licht werk.
Dankzij onze vrijwilligers weten wij continu wat er speelt in het
veld en wordt er jaarlijks maar liefst ruim 20.000 uur zorg aan
het landschap van Flevoland besteed. Meer specifiek, gelet op
het thema van dit nummer, vindt akker- en weidevogelbeheer
plaats op bijna 11.000 hectare met meer dan 100 vrijwilligers.
Je zou zeggen dat, zeker gelet op de richting van de coalitieakkoorden, het met het Landschap, en meer in het bijzonder
met de akker- en weidevogels, de goede kant op gaat. Echter,
dat is een te snelle conclusie. De akkoorden geven een richting
aan en bieden helaas nog geen pasklare oplossingen. Op
zich is dat niet erg, als er binnen de colleges maar voldoende
bereidheid bestaat om ons in te schakelen om die oplossingen
aan te dragen. Kenmerkend voor onze aanpak is immers dat
Landschapsbeheer beleidsvraagstukken (beheer van akker- en
weidevogels) vertaalt naar concrete resultaten (11.000 hectare).
En dat staat ook in onze toekomstvisie: “Landschapsbeheer
Flevoland wil zich verder ontwikkelen als spil in het landschap
en een brug vormen tussen overheid en burger, maar ook
tussen bedrijfsleven en burger”.
Inmiddels heeft Landschapsbeheer Flevoland de nieuwe
colleges van Burgemeester en Wethouders allemaal benaderd
met dit aanbod.
Geert Gielen
directeur
3
vu ri ti jgwe il li lcihgte r s
Vogels ringen
strook, een soort gang waar ze doorheen
vliegen. Om te weten welke vogels de
Kwelstrook gebruiken, ben ik hier regelmatig te vinden om vogels te ringen."
"In totaal heb ik in 2013 in de kwelstrook
35 verschillende vogelsoorten geringd.
De meest voorkomende vogels zijn de
kleine karekiet en de koolmees. In 2012
waren er opvallend veel koperwieken.
Het komt ook weleens voor dat ik in de
Kwelstrook vogels vang, die ik in mijn
eigen tuin heb geringd. Of die kleine
karekiet, die ik drie jaar achter elkaar op
precies dezelfde dag terugving. Hoe leuk
is dat?"
Kees: "De vogelwereld is hartstikke mooi.
Als jonge jongen was ik vaak buiten te
vinden, op zoek naar vogelnesten. Ik was
ook al vrij jong lid van de Vlaardingse
Vogelclub. Daar had ik het geluk dat er
een jongen was, die heel veel vogelkennis had. Ik heb veel van hem geleerd. In
die tijd heb ik ook voor het eerst vogels
geringd. Waren het toen nog kapmeeu-
wen en weidevogels, nu ring ik vaak
kleinere soorten, zoals verschillende
zangvogels."
"Hoe langer je vogels ringt, des te boeiender het wordt. Je krijgt zo een goed
beeld van bijvoorbeeld trekroutes. Zo
heb ik eens kleine karekieten gevangen
die een dag eerder in België waren
geringd. Een soort omgekeerde trek.
Deze vogels waren mogelijk op zoek
naar een nieuw broedgebied. En vorig
jaar heb ik een keer koolmezen gevangen die drie uur eerder geringd waren
in Kamperhoek."
"Ongeveer drie jaar geleden ben ik vrijwilliger geworden bij Landschapsbeheer.
Snoeien en maaien in de Kwelstrook
Batavia. Deze strook is ook voor vogels
interessant. Het is een vrij smalle groen-
"Vogels ringen is zo iedere keer weer
een belevenis!" Wil je het ook eens
meemaken? Kom dan eens langs in de
Kwelstrook. Kees geeft graag toelichting
op wat hij doet.
Wat zijn alarmtellingen?
Het succes van het weidevogelbeheer
hangt af van het aantal vliegvlug geworden kuikens. Om daarachter te komen
kunnen zogenaamde alarmtellingen
gehouden worden.
De weidevogelvrijwilligers leveren door
hun werk ieder jaar de gegevens over
het aantal nesten en het aantal uitgekomen eieren in ‘hun’ nesten. Maar dit
zegt nog niets of de kuikens die uit het ei
zijn gekropen, ook met succes zijn opgegroeid. Met alarmtellingen proberen we
daar wat inzicht in te krijgen.
Alarmtellingen worden alleen bij grutto’s
gebruikt, omdat zij behoorlijk synchroon
broeden. Binnen 2 weken na aankomst,
is namelijk 90% van de grutto’s aan de
leg en tweede legsels komen weinig voor.
Dit in tegenstelling tot de kievit. Tijdens
de ei-fase wordt het aantal broedparen
van de grutto in kaart gebracht.
Vervolgens gaan de vrijwilligers in de
laatste week van de kuiken-fase het veld
in om het aantal alarmerende ouderparen te tellen. Bij alarmerende gruttoparen is het namelijk zeker dat er een of
meerdere jonge grutto's aanwezig zijn.
Door de uitkomst van beide tellingen
op elkaar te delen, wordt duidelijk welk
percentage van de kuikens is opgegroeid.
Ligt dit percentage boven de 60%, dan
spreken we van een succesvol broedseizoen van de grutto.
"Kijk, een witkopstaartmees! En zie je die turkse tortelduif daar?" In de tuin van
Kees Breek vliegen vogels af en aan. De vijf vogelvallen lijken in schril contrast
te staan met vetbollen, pindakaas en vogelzaad. Maar niets is minder waar.
Kees is een vogelliefhebber in hart en nieren.
4
vrijwilligers
Tien jaar Roofvogelwerkgroep NOP
Roofvogels hebben hun naam niet mee. "Roven" is een negatief begrip. De vrijwilligers van de Stichting Roofvogelwerkgroep Noordoostpolder doen er alles
aan om de belangen van deze vogelgroep zo goed mogelijk te behartigen. Wat
in 2004 begon met de twee enthousiaste broers René en Jacques van der Ploeg,
de grondleggers van de Werkgroep, is inmiddels uitgegroeid tot een groep van
zo’n 10 actieve leden. Na tien jaar bestaat er een goed beeld van de roofvogels
in de NOP, maar geen jaar is gelijk en dat maakt het zo boeiend om de vogels
te blijven volgen.
Voorjaar
Een van de belangrijkste bezigheden
is in het voorjaar het in kaart brengen
van de broedende roofvogels, in alle
dorpen en langs de buitenwegen, in de
bossen langs de snelwegen en de terreinen van het Flevo-landschap. Dat is
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bij
een buizerd zie je van grote afstand het
nest zitten, maar het vinden van het
nest van bijvoorbeeld een sperwer, is
veel moeilijker. Deze begint veel later
in het seizoen, wanneer het blad al aan
de boom zit, met nestelen. De nestbomen van o.a. buizerd, havik en boomvalk
zijn beschermd en worden daarom
doorgegeven aan de terreinbeheerders om deze bij werkzaamheden te kunnen
ontzien. Nestkasten van torenvalken,
op boerenerven of in de boomgaarden
waar ze een nuttige bijdrage leveren aan
schadebestrijding, worden door de vrijwilligers gecontroleerd.
Gedurende het seizoen wordt het broeden actief gevolgd met een camera op
een uitschuifbare stok (tot een hoogte
van 23 meter.) De verstoring is maar kort,
in twee minuten is de inspectie van een
nest klaar en worden de roofvogels weer
met rust gelaten.
De camerabeelden vertellen veel: het
aantal eieren in het nest, hoeveel jongen
er zijn, welke leeftijd ze hebben en welke
prooien er op het nest liggen. Hierdoor
is het ook mogelijk om op het juiste tijdstip de jonge vogels te ringen.
Wintertelling
Al 25 jaar worden in het laatste weekeinde van januari de overwinterende
roofvogels in de NOP geteld. Met name
de buizerd is ’s winters behoorlijk talrijk
met 100-200 stuks. Menige mol of muis
wordt niet alleen door de standvogels,
maar ook door de wintergasten uit
Scandinavië verschalkt.
Palen voor roofvogels
Het nut van de roofvogels wordt niet
altijd ingezien als er een kip door een
havik of buizerd is gepakt. Maar zoals
gebleken uit de nestinspecties zijn buizerds geweldige mollenvangers. En een
nestkast met jonge torenvalken kan in
twee maanden tijd zo’n 500 muizen weg
werken. En dan hebben we het nog niet
over die andere 10 maanden waarin ook
muizen worden gevangen. Het stapelvoedsel van haviken bestaat voor 80%
uit houtduiven, die graag een graantje
meepikken op de akkers.
Alle boeren zouden daarom eigenlijk
enorme roofvogelfans moeten zijn! Ze
kunnen de roofvogels ook helpen door
(in de winterperiode) palen te plaatsen
Een vreemde eend in de bijt
In deze vogelspecial toch aandacht voor
een dier zonder veren.
Landschapsbeheer is namelijk de crowdfundingactie ‘Help de otter veilig door
Flevoland’ gestart.
Jeroen Reinhold vertelt: “Als je aan een
otter denkt, denk je aan water. Dat klopt,
de otter is voor zijn voedselvoorziening
afhankelijk van water. Maar voor verplaatsen over grotere afstanden, op
zoek naar een partner of een geschikt
leefgebied, kan een otter per nacht wel
20 km lopend afleggen langs vaarten en
tochten. Bruggen en duikers vormen op
zijn weg door het Flevolandse landschap
gevaarlijke obstakels. Kan hij er niet via
bij het talud van sloten. Een goede uitkijkplek om muizen en mollen te spotten. Een kleine moeite, maar een o zo
natuurvriendelijke manier van plaagbestrijding.
een richel onderdoor,
dan steekt de otter de
weg over. Met alle risico’s
van dien. We moeten en
kunnen nu actie ondernemen om deze kleine
hobbels aan te pakken”.
Met uw hulp kunnen we
in Flevoland veilige otterroutes maken. En door te laten zien dat
we hier serieus mee aan de slag gaan,
worden de weg- en waterbeheerders ook
wakker geschud om mee te werken aan
veilige otter-routes door Flevoland.
Steunt u ook de otter? Kijk op http://
www.crowdfundingvoornatuur.nl/flevoland
5
agenda
Activiteiten zomer 2014
Aanmelden bij Landschapsbeheer Flevoland: (0320) 294939, via www.landschapsbeheer.net /agenda of bij de contactpersoon.
Kleinschalig natuurbeheer
Heel Flevoland
Feestelijke opening Foodwalks
Deze zomer feest rond de Foodwalks bij Zeewolde (21 juni), in het
Schokkerbos (20 juli) en bij Almere (30 aug). Dronten en Lelystad
volgen later dit jaar. Er zijn die dagen tal van activiteiten rondom
de foodwalk. En aan de hand van lekkere recepten en een simpele routebeschrijving kan iedereen zelf ingrediënten voor een
maaltijd bij elkaar plukken. Voor een smaakvol dagje uit. Kijk
voor nadere informatie op onze website of http://bit.ly/RvJS8N
Cursus maaien met de zeis
Op zaterdag 28 juni en 30 augustus van 9.30 uur tot 15.30 uur,
Veneweg 10 in Rutten. Behalve de maaitechniek leert u ook de
eerste beginselen om uw zeis scherp te houden. Voor vrijwilligers
van Landschapsbeheer is de cursus gratis. Voor overige belangstellenden € 60,- exclusief de eventuele aanschaf van een zeis.
Opgave bij Ria Heemskerk, [email protected]
Noordoostpolder
Ens
Omwonenden van de hofjes De Bongerd en de Wingerd gaan op
dinsdagavond 10 juni van 19.00 tot 21.00u en op zaterdag 20 sept
van 13.00 tot 16.00 uur weer aan de slag met hun hofjes.
De nadruk ligt op het netjes houden van de vakken. Met name
langs de randen. Ook niet wenselijke begroeiing wordt in toom
gehouden. Ook andere vrijwilligers zijn van harte welkom.
Informatie en aanmelden bij [email protected] of
0320-294939
Oostelijk Flevoland
Biddinghuizen Eiland/dorpsbos
Natuurlijk, kleinschalig beheer op het natuureiland en in het
dorpsbos. Op donderdag 17 juli, 18 september en 16 oktober
van 13.00 tot 16.00u. Verzamelen voor de Scharrelberg, aan de
Sportlaan. Informatie en aanmelden bij Lodewijk van Kemenade
(0320) 294936 of [email protected]
Lelystad Bergbos
Op maandagavond 8 september gaan we de orchideeën veldjes
maaien, aanvang 19.00uur. Op zaterdagmiddag 11 oktober gaan
we de eerste poelen schonen, aanvang 13.00 uur. Verzamelen op
de parkeerplaats aan de Bronsweg. Informatie en aanmelden bij
Jan Houtkamp (06 12476828 of [email protected]
Lelystad Boeierbosje
Op dinsdagavond 28 aug van 19.00 tot 21.00u wordt er gemaaid
met de zeis in de kruidenhoeken. Informatie en aanmelden bij
Petra Borsch 06-53994608 of [email protected]
Bevers tellen
Op vrijdag 20 juni en 25 juli in het Natuurpark Lelystad. Voor
mensen die nog nooit geteld hebben een goede kans om het
te leren van een ervaren teller. Start 20.00 uur op P-terrein van
het Natuurpark Lelystad. Op zaterdag 21 juni en 26 juli zal bij
burchten gepost worden in het gebied Biddinghuizen-LelystadAlmere-Zeewolde. Wil je een burcht tellen, meld je dan aan bij
Jeroen Reinhold, [email protected]
Ringslangen tellen
Wil je leren hoe je ringslangen moet tellen, ga dan mee tijdens
een monitoringsronde in het Oostvaardersveld. 7 juni, 21 juni,
26 juli, 23 aug en 6 sept. De broeihopen met uitgekomen eieren
gaan we 12 oktober omzetten. Verzamelen om 14.00 uur op de
Knardijk ter hoogte van de Lage Knarsluis (Lage Vaart).
Opgeven bij Jeroen Reinhold, [email protected]
of (0320) 294939.
6
Lelystad Kwelstrook Batavia
In deze bijzondere natuurstrook wordt vanaf april gewerkt op
zaterdag 7 juni, 5 juli, 6 sept, 4 oktober, 1 nov en 6 dec. van 9.00
tot 12.00 uur. De inventarisatie-avonden zijn op 22 juni en
26 augustus. Verzamelen bij de fietsbrug tussen de Boeier
en Bataviastad. Informatie en aanmelden bij Dick Luijendijk
06-30405561 of [email protected]
Lelystad Spettertuin
Elke 2de woensdag van de maand is er een doemiddag in deze
natuurspeeltuin van 13.30 tot 16.00u. De activiteiten staan
maandelijks in de agenda op onze website. Informatie en aanmelden bij Petra Borsch [email protected] of
(0320) 294939.
Oostrandpark Lelystad
In het Oostrandpark heeft de werkgroep Orchideeënveld een
poel met aangrenzende grasland en enkele bomen geadopteerd.
Het leukste is eigenlijk dat de groep zich bezig wilde houden
met beheer voor orchideeën zonder dat er orchideeën voorkwamen. Nu vele tientallen in de oeverrand. Verzamelen bij de picknickbank nabij de Lage Vaart. Data (en tijd): 18 juni (19.30), 16 juli
(19.30), 6 september (14.00) en 1 november (14.00). Opgeven bij
Ineke van Westrienen ([email protected])
Swifterbant Dorpsbos
In het dorpsbos van Swifterbant kleinschalig natuurbeheer op
maandag 14 juli, 15 september en 20 oktober van 13.00 tot 16.00u.
Verzamelen bij de kruising Zwanebloem-Bisontocht. Informatie
en aanmelden bij Lodewijk van Kemenade (0320) 294936 of
[email protected]
Zuidelijk Flevoland
Almere
Voor de vele groepen die in Almere actief zijn kunt u terecht
op: http://www.landschapsbeheer.net/projecten/dat-doen-wesamen/project/almere-het-groene-stadsleven/13
Zeewolde - Heemtuin Polderwijk
Voor aanleg en beheer van de heemtuin in de Polderwijk worden
vrijwilligers gezocht met groene vingers en/of enthousiaste
klussers. De werkdagen worden in overleg gepland. Informatie en
aanmelden bij Petra Borsch, [email protected] of
(0320) 294937.
Zeewolde voormalig gronddepot
Kleinschalig natuurbeheer op zaterdag 5 juli en 11 oktober
van 13.00 tot 16.00u. Verzamelen bij ingang Gronddepot aan
de Gelderse weg. Informatie en aanmelden bij Lodewijk van
Kemenade (0320) 294936 of [email protected]
Cursus Eten uit de natuur
Eten uit de natuur is leerzaam en lekker. Steeds meer mensen ontdekken dat de natuur ook op dat gebied veel te bieden heeft.
Heeft u zelf nog weinig ervaring met eten en plukken uit de natuur,
maar wilt u daar meer over weten? En wilt u het zelf proeven?
Tijdens deze cursus van 4 middagen leert u in het veld veel verschillende eetbare planten te herkennen, de waarde van deze planten
voor natuur en mens en koken met wilde planten, bessen en noten.
Za 12 juli, 6 sept en in 2015 op 25 april en 30 mei van 13.00- 16.00u.
Kosten € 40 p.p.
De locaties voor de verschillende wandelingen zijn in (de omgeving)
van Lelystad. Informatie en aanmelden bij Margriet Brouwer,
[email protected] of (0320) 294939.
Vrijwilligers voor ons Promotieteam gezocht!
Jaarlijks staan wij ongeveer 4x op een evenement of natuurmarkt.
Wij zoeken enthousiaste vrijwilligers die de bezoekers kunnen vertellen over ons werk samen met vrijwilligers voor natuur en landschap.
Veel tijd hoeft het niet te kosten, hooguit enkele dagdelen per jaar,
meestal in een weekend. Omdat het promotieteam dit jaar van start
gaat, zijn vrijwilligers die mee willen denken over de opzet, ook zeer
welkom. Als u dit als vrijwilliger leest, komen er wellicht vragen naar
boven als ‘Wat moet ik vertellen, hoe en waarmee kleed ik de kraam
aan, wat moet ik aan? Is er een km. vergoeding?
Op di 8 juli om 19.00u is er op ons kantoor in Lelystad een opstartavond voor uitwisseling van ideeën en beantwoorden van vragen.
Neem voor meer informatie contact op met Petra Borsch,
(0320) 294939 of [email protected]
Cursussen
EHBO voor vrijwilligers
Deze cursus is in een nieuw jasje gegoten. In totaal zijn het 3
avonden verspreid over 3 maanden. De eerste avond bevat het
onderdeel kleine letsels. De tweede avond staat in het teken van
aandoeningen. En de laatste avond wordt reanimatie en de AED
behandeld. Deze laatste avond is ook toegankelijk voor diegene
die extra reanimatie /AED training willen volgen. Bij de aanmelding graag vermelden of u alle 3 de avonden wilt bijwonen of
alleen de reanimatie/AED training wilt volgen.
1ste avond: dinsdagavond 23 september, 2e avond dinsdagavond
18 november en de 3e avond is 20 januari. Alle avonden beginnen
om 19.30 en duren tot 22.00 uur.
Bij opgave vermelden EHBO en/of AED-training. Er zijn slechts
15 plaatsen beschikbaar dus graag opgeven bij Petra Borsch,
[email protected]
7
werkgroep
Kiekendieven in Flevoland, afgedwongen overleving
dankzij actieve vrijwilligers!
Op zaterdag 24 mei jl. togen zo’n twintig vrijwilligers naar de cultuursteppen
van Flevoland. Altijd goed om er even bij stil te staan waarom mensen voor dag
en dauw opstaan om tussen de wuivende tarwe op zoek te gaan naar grauwe
kiekendieven.
8
In 1990 begon de revival van de destijds
vrijwel uitgestorven populatie grauwe
kiekendieven in Nederland. Hadden we
geen actie ondernomen in Flevoland
(sinds 1995), dan zou deze elegante roofvogel met zekerheid niet meer als regulier broedvogel in dé pioniersprovincie
van Nederland voorkomen.
Deze soort is een akkervogel bij uitstek geworden, omdat de uitgestrekte
graanvelden het natuurlijke broedhabitat op de steppe het dichtst benadert.
Twee factoren zijn van belang om de
Flevolandse (deel)populatie in de benen
te houden: het beschermen van de
nesten die op de grond in de gewassen
worden gemaakt, en het voorhanden
zijn van voldoende prooien, met name
veldmuizen.
We zouden als Werkgroep Grauwe
Kiekendief handen tekort komen om in
het uitgestrekte Flevolandse landschap
die paar spelden in de hooiberg te vinden. Grauwe kiekendieven zijn in een
groot deel van de broedcyclus niet erg
zichtbaar, en alleen voor mensen met
geduld, een gezonde dosis optimisme en
een juiste gereedschapskist met sociale
vaardigheden is het op structurele basis
te doen om broedparen systematisch op
te snorren, de exacte nestplek in landbouwgewassen te lokaliseren, goede
afspraken met landbouwers te maken,
tot uiteindelijk het zoete genieten als
een legsel roodbruine nestjongen is uitgevlogen. Onze Flevolandse vrijwilligers
Vrijwilligers helpen de ijsvogel
Net als vorig jaar maakt de ijsvogel dit
jaar een goed broedseizoen door. Veel
ijsvogels hebben de afgelopen winter
zonder ijs goed overleefd. De ijsvogel is
namelijk ondanks zijn naam gevoelig
voor strenge winters. Zijn Nederlandse
naam heeft niets met ijs te maken en
is een verbastering van de Germaanse
naam Eisenvogel, wat slaat op de
metaalachtige glans van het blauwe
verenkleed.
In de gebieden die door vrijwilligers
samen met Landschapsbeheer worden
beheerd, zijn de voortekenen gunstig.
Dankzij het zachte voorjaar zijn de
vogels vroeg begonnen te nestelen.
In Biddinghuizen vond een paartje de
zijn hierbij van onschatbare waarde.
Een ander belangrijk stukje van de
puzzel is dat in het hedendaagse
Flevolandse landschap het zowel in
agrarisch gebied als de natuurgebieden
niet of nauwelijks uitkan om als kiekendief te gaan broeden. Anders geformuleerd, het Flevolandse landschap is qua
voedsel te vergelijken met een lege
FEBO-muur waar zo nu en dan nog een
lauwe kroket in is te vinden. Gebieden
als de Oostvaardersplassen zijn door
excessieve begrazing allang als jachtgebied komen te vervallen. Andere
gebieden zijn ongeschikt geworden door
verbossing (bijv. Wilgenreservaat) en/
of verruiging. Kortom, leuk voor bosrietzangers en grasmussen, edoch minder
geschikt voor soorten van het open
gebied zoals veldleeuwerik, kwartel en
bijv. kiekendieven. Ook akkerranden
doen niet mee. Er liggen er nu te weinig,
de kwaliteit is doorgaans pover en een
pionierende grauwe kiekendief moet het
uit zijn tenen halen om een veldmuis of
gele kwikstaart te verschalken.
Het project “Nieuwe Natuur Flevoland”
lijkt echter nieuwe kansen te bieden
voor een groep soorten die onlosmakelijk met het open Flevolandse landschap
is verweven.
Ben Koks & Oike Vlaanderen
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Website
http://werkgroepgrauwekiekendief.nl/
Facebook https://www.facebook.
com/pages/Werkgroep-GrauweKiekendief/190585087622000
Twitter https://twitter.com/grauwekiek
wortelkluit van een boom die omgetrokken is, geschikt om een broedgang
te graven. Ook in Zeewolde was het
dit voorjaar raak in het voormalig
Gronddepot. Hier broedt de ijsvogel in
een wandje dat door vrijwilligers speciaal
voor hen is afgestoken. De jonge ijsvogels
zijn daar al uitgevlogen.
ag
n
a rt au ruirë/rlsa n d s c h a p
Bloemenweide voor akkervogels
trekker over het land reed, was ik altijd bezig om nesten
van weidevogels te verleggen. Gewoon omdat ik het
leuk vond om te doen."
"Ik zet het liefst zo min mogelijk zichtbare tekens in het
land. Het is weleens gebeurd dat ik staken bij nesten
van weidevogels had gezet. De volgende dag waren
alle nesten leeggeroofd door een vos. Ik ben ervan
overtuigd dat de vos ons geurspoor heeft gevolgd of
gewoon heel slim is en alle staken langs is gegaan."
Wie op een mooie zomerdag over de Zwartemeerdijk in Kraggenburg rijdt, wordt verrast door een prachtige bloemenstrook. De
oude loop van het Zwolse Diep is ingezaaid met een bloemenmengsel voor akkervogels. Een van de initiatiefnemers is Ben
Kaak.
Ben: "Ik ben hier geboren en getogen. Mijn opa was een
polderpionier. Helaas kon mijn oma niet wennen in de
polder en zijn ze na vier jaar weer naar de Achterhoek
verhuisd. Mijn vader heeft het akkerbouwbedrijf toen
overgenomen en was misschien wel de eerste nietpionier in de Noordoostpolder."
"Als boer heb ik een grote liefde voor de natuur. Dat
was als klein jongetje al zo. Toen ik als kind met de
"De kavel hier naast mijn huis, waar vroeger het Zwolse
Diep liep, is van nature vrij nat en niet erg geschikt voor
akkerbouw. Samen met akkerbouwers in de omgeving
ben ik lid van de Vereniging voor Agrarisch-, Natuur- en
Landschapsbeheer Zwartemeerdijk. Via de Vereniging
heb ik in 2009 voor een periode van zes jaar Europese
subsidie aangevraagd voor de aanleg van akkerranden voor weidevogels. Dat was nog een hele toer. We
dreigden af en toe vast te lopen in de bureaucratische
molens."
"Maar het resultaat mag er wezen! In 2009 is de kavel
ingezaaid met een akkervogelweidemengsel. Vooral het
eerste jaar was het een zee van bloemen. Voor weidevogels is de vegetatie te hoog, maar in de winter vind
je er zwermen groenlingen en gele kwikstaarten. Ook
reeën vertoeven er graag. Vorig jaar waren er zelfs twee
reekalven. De bloemenstrook draagt dus zeker bij aan
de natuur. Ik hoop dan ook van harte dat dit project ook
na 2015 voortgezet kan worden."
Het genietmoment van Jan en zijn jan-van-gent
Op 19 september belt Sjoerd Haantjes
(verzorgt al ‘eeuwenlang’ de opvang
van Roofvogels en uilen in de NOP) mij
(Jan Nagel). Hij heeft geen zin om naar
Creil te rijden, omdat iemand hem heeft
verteld dat ze een jan-van-gent hebben
gevangen. “Ja Jan, alles goed, het zal
wel een reiger of zoiets zijn…… Maar ga
jij eerst maar even kijken, want dit kan
natuurlijk niet kloppen.”
Een mooi verzetje zo even na het eten,
en een verzwakte reiger is ook leuk om
op te vangen en naar Sjoerd te brengen.
Aangekomen bij de vinders nemen ze
mij mee naar het hok, waar warempel
een jonge jan-van-gent zit. Met stomheid geslagen sta je oog in oog met een
enorme vogel. Maar het beestje blijft erg
rustig, is eigenlijk vrij sloom te noemen.
Na een minuut steekt de jan-van-gent
de kop weer tussen de veren en gaat lekker verder slapen. De vinders vertelden
dat ze bij het uitlaten van de hond deze
jan-van-gent op het fietspad midden in
het bos van Creil zijn tegengekomen. Ze
hebben hem eerst laten zitten en zijn
naar huis gegaan. Tegen het eind van de
middag zijn ze er weer naar toe gegaan
en hebben ze de jan-van-gent meegenomen.
Sjoerd Haantjes belde me na een dertig
minuten ongeduldig op. “En, wat is het
Jan”? Tja Sjoerd, een jan-van-gent!
Baalt hij even dat hij zelf niet is gegaan.
Dezelfde avond is de jan-van-gent naar
de vogelopvang in Ureterp gebracht. Daar
bleek de vogel een kilo te licht te zijn.
9
cultuurhistorie
Vogelpioniers of pioniervogels?
In dit vogelnummer eens een heel ander pioniersverhaal uit de periode dat
Zuidelijk Flevoland net drooggevallen was: een vogelexcursie te voet over de
dijk rondom het droogvallende land in juli 1968. Dick Jonkers maakte met nog
twee leden van de Vogelwerkgroep het Gooi en Omstreken een (inventarisatie)
rondwandeling rond Zuidelijk Flevoland. Hieronder enkele fragmenten uit het
reisverhaal van Dick Jonkers. De foto's uit die tijd zijn van Nico Dijkshoorn.
Knardijk
We vertrokken vrijdagavond om kwart
over tien vanuit Lelystad-Haven naar
de toen al bij vogelspotters befaamde
Knardijk. Na een opmerking in de geest
van het ‘Het is nu echt weer dat de
regenwulpen moeten trekken’, klonk
inderdaad een weemoedig ‘bibibibibibibibi‘. Tot Knarhaven waar het eerste
bivak zou worden gemaakt, hoorden we
in het donker o.a. bosrietzanger, kleine
karekiet, rietzanger en een blauwborst.
Wat hebben we de muggen verwenst.
Aanval na aanval golfde op ons af, als
gonzende jachtvliegtuigjes doken ze
omlaag. Vroeg in de morgen bleek dat
er nog meer biologische aanvallen hadden plaatsgevonden. Onder dekking van
de nacht waren ratten met hun buit,
bestaande uit 10 boterhammen met
kaas, er vandoor.
In de morgenuren leverde de Knardijk
tot het randmeer Wolderwijd een lepelaar, een purperreiger, twaalf zomertalingen en enkele waterrallen op. En wat
te denken van 39 strandplevieren en 65
kluten? Witte kwikstaarten waren volop
aanwezig. Gedurende deze drie dagen
zagen we er 165! Verder zongen overal
nog veel kleine karekieten, rietzangers
en een bosrietzanger. Vele tientallen
10
baardmannen hingen als tinkelende
helikoptertjes in de lucht. In een struik
langs de dijk zwierf een gekraagde
roodstaart. Een groepje oeverzwaluwen
vloog over.
Langs Wolderwijd en Nuldernauw
Bij de dijk van het Wolderwijd was er
een prachtig uitzicht op de droogvallende polder met ondiepe en diepere
plassen. De aantallen oeverlopers (40),
bosruiters(11) en kluut (65) mochten er
zijn. Van de basaltblokken scheerden
tientallen oeverlopers weg. Vele honderden kemphanen stalen de show op
bijna drooggevallen stukken land en
daartussen bevonden zich bosruiters,
groenpootruiters, tureluurs en bosruiters. Tientallen meters voor ons vloog
een vogeltje op dat een pestvogelachtig geluid maakte. Er was geen twijfel
mogelijk, dit moest een Temmincks
strandloper zijn; het vluchtbeeld bevestigde deze conclusie.
Over de Nijkerkerdijk en de
Gooimeerdijk-oost
Omdat we in de loop van de middag
weer terug wilden zijn in Lelystad stonden we ook nu weer vroeg op. Het was
een dag met grote aantallen eenden.
Van de duikeenden telden we ± 550
kuifeenden en ± 700 tafeleenden in de
randmeren. De polder bevatte een ongekend aantal grondeleenden. Het
waren vooral wilde eenden (± 400),
zomertaling (± 350) en wintertaling
( ± 250). Er zouden er in het laatste deel
van Muiderberg tot Lelystad nog veel
meer volgen. De ontwatering van de
polder, hun aanwezigheid en massale
vissterfte zou overigens in latere jaren
nog leiden tot omvangrijke vogelsterfte
bij o.a. eenden door botulisme. Kennelijk
was het een goed veldmuizenjaar, want
er hingen in totaal negentien biddende
torenvalken boven de dijk. De trek van
zwarte sterns was in volle gang met vele
honderden foeragerende exemplaren.
Laatste loodjes: het traject
Muiderberg-Lelystad
Tussen de bloeiende moerasandijvie
klonk het zwiepende geluid van het
porseleinhoen; de eerste waarneming in
Zuidelijk Flevoland. Op de moerasandijvie
waren houtduiven voedsel aan het zoeken. Weer heel veel eenden, steltlopers
en meeuwen. Dwergsterns jaagden
langs de dijk. Ook aalscholvers lieten
zich weer niet onbetuigd. In een grote
plas voorbij gemaal de Block van Kuffeler
zaten er zo’n 480. Het was een genot
om de opstomende vloot aalscholvers te
zien vissen. De plas moet barstensvol vis
hebben gezeten.
Toen eindelijk het eindpunt bij het begin
van de Knardijk Lelystad – Haven met
een soort ontvangstcomité, waaronder
de dienstdoende kantonnier van Rijkswaterstaat, die de slagboom opende.
Er volgden vele handdrukken, bloemen
en een rasechte overwinnaarszoen. Wat
wil je nog meer!
De vogellijst bevatte 79 waargenomen
soorten. Topscorer was de kemphaan
met maar liefst 1753 exemplaren! Op de
tweede plaats stond de wilde eend (1132)
en als derde eindigde de kokmeeuw
(1076).Verrassend waren visdief (770),
zwarte stern (750), tureluur (800), grutto
(602). De expeditie ‘Vogeltelling Zuidelijk
Flevoland’ was geslaagd.
nieuw project
Broedvogels op en aan het dak
Verstedelijking is een verschijnsel dat niet alleen bij mensen
voorkomt. Ook vogels ontdekken, soms noodgedwongen, nieuwe
mogelijkheden in de stad. Menig plat dak op industrieterrein of
gewoon midden in dorp of stad, biedt een broedplaats aan een
groep meeuwen of een paartje scholeksters. Ook de van nature in
rotsen broedende gierzwaluwen weten hun weg te vinden onder
onze dakpannen.
Het geheim van de succesvolle “dakbroeder” zit ‘m
onder andere in de manier waarop de kuikens aan
hun eten komen. Je zult een kievit of grutto niet op
een dak aantreffen. Hun kuikens staan namelijk al
heel jong op eigen benen en moeten hun kostje zelf
bij elkaar zoeken, daarbij beschermd door de ouders.
Bij scholeksters en meeuwen is dat een heel ander
verhaal. Pa en ma verzamelen de kost en komen dat
brengen aan het kroost. Meeuwen vliegen daarbij met
gemak grote afstanden en zoeken hun voedsel aan de
(IJsselmeer/Markermeer)kust of op vuilnisbelt en straat.
Scholeksters zoeken het dichterbij en scharrelen in de
berm en grasveld op zoek naar voedsel.
De belangstelling van beide soorten gaat uit naar een
groot, plat dak met een vrije aanvliegroute. Grind is
zeer geliefd als dakbedekking. En natuurlijk niet teveel
verstoring. Dan heb je een mooie, veilige broedplek,
buiten bereik van vossen, honden en andere belagers.
Wat wil een moderne stadsvogel nog meer?
Gierzwaluwen zijn in toenemende mate aangepast aan
de stenige, mesnelijke omgeving. Het zijn kolonievogels
die met name gebruik maken van wat oudere wijken,
waar ze invliegopeningen onder dakpannen benutten.
Bij renovaties in woonwijken lopen zij dan ook grote
risico’s op verlies van hun broedplaats.
Ooievaars in Flevoland
Langzamerhand begint de ooievaar ook
Flevoland te veroveren. Ze zijn al jaren
niet meer volledig gebonden aan het
Natuurpark Lelystad. Inmiddels zitten
meer paartjes buiten het park dan er
binnen. Wel overwinteren jaarlijks bijna
twintig volwassen ooievaars in het park.
Gevolg van het feit dat een grote groep
ooievaars jarenlang ‘opgesloten’ heeft
gezeten in de uitwenkooi. Maar de juveniele vogels vliegen aan het eind van de
zomer wel naar het zuiden om daar te
overwinteren.
In 2013 was het broedsucces van de
ooievaar in Flevoland laag. Veel nesten
Landschapsbeheer wil graag weten waar dakbroeders
zitten in Flevoland en kan hierbij de hulp van vrijwilligers heel goed gebruiken. Het gaat ons dan met name
om meeuwen, scholeksters en gierzwaluwen. Dan kunnen we de desbetreffende bedrijven of bewoners benaderen en kijken of er behoefte is aan informatie en voorlichting over de consequenties van hun aanwezigheid
op het dak (zowel op wettelijk gebied als tips voor een
vreedzame samenleving met zo min mogelijk burenruzie, beste timing van noodzakelijk onderhoud etc).
Meehelpen kan op verschillende manieren: U kunt zich
aanmelden om een (industrie)terrein of woonwijk te
inventariseren of u kunt incidentele waarnemingen
doorgeven van deze dakbroeders. Ook meldingen van
in de bebouwde kom rondscharrelende scholeksters
zijn welkom. Dit is vaak een indicatie van broeden in de
buurt. Men kan zich aanmelden bij Ria Heemskerk via
0320-294939 of [email protected]
zijn mislukt, mede te wijten aan het late
voorjaar en vervolgens de droogte. In
het Natuurpark hebben vijf paartjes succesvol gebroed, met totaal 7 uitgevlogen
jongen. Het paartje in het Harderbos had
geen succes, net als zes andere paartjes
in Lelystad. Gelukkig hebben ooievaars
op de elektriciteitsmast naast de A6 en
het paartje aan de Dronterweg toch nog
voor nakomelingen gezorgd: zes of zeven
jonge vogels zijn ook daar uitgevlogen.
Dit jaar allemaal zonder een ring, helaas.
De brandweer mag door veranderd
beleid niet meer assisteren. Een oplossing voor 2014 is gevonden, een groenonderhoudsbedrijf uit Almere gaat helpen.
Toch kan de ooievaar nog wel een steuntje gebruiken. Met een nestpaal op uw
erf maakt u kans om deze prachtige
vogel vanuit uw raam te kunnen volgen.
Neem eens contact op met Jan Nagel,
[email protected]
Met dank aan Inge Hagens, foto: Wim van Nee.
11
Huiszwaluwen in de Kop van de NOP
De weidevogelgroepen constateren met
plezier dat de agrariërs steeds meer oog
krijgen voor deze gasten op hun erf. Toen
de tellingen begonnen, realiseerden de
meeste agrariërs zich niet dat zij iets
bijzonders op het erf hadden: de vogels
hoorden er gewoon bij. Nu er jaarlijks
Schokbetonschuren zijn in de NOP populair bij de huiszwaluwen: het ruwe beton
biedt goede kansen voor de aanhechting van de nesten en het dak heeft een
brede overstek van een lichte kleur. Maar nesten worden op de meest vreemde
plaatsen gevonden. Aan steunbalken onder damwandbeplating of in de ruimte
tussen dakrand en TL-balk.
Ze metselen de komvormige nesten van
klei en speeksel, en hebben hiervoor
modder nodig. Daarom broeden ze
vooral aan de rand van de stad of op
het boerenland.
Steeds meer weidevogelgroepen besteden naast hun ‘klassieke’ werkzaamheden voor de weidevogels ook tijd aan
het inventariseren van het aantal zwaluwen op het bedrijf. De weidevogelgroep
Rutten inventariseert al sinds 2008. De
groep telt in haar werkgebied tussen
het Ijzerpad, Noordermeerweg, Hopweg
en Veneweg in de Kop van de NOP per
straat het aantal nesten op en rond het
erf.
In 2012, toen ook landelijk een dieptepunt bereikt werd, werden er slechts 356
broedgevallen geconstateerd, terwijl in
het jaar ervoor een maximum van 527
nesten gevonden werd. In 2013 nam het
aantal nesten weer wat toe. De meeste
nesten van de huiszwaluw zijn te vinden
aan de Noordermeerweg (tussen de 180270 nesten). Dit is de weg die het dichtst
langs het IJsselmeer loopt en waarlangs
12
de Noordertocht loopt: beide gebieden
zijn voor de huiszwaluw waarschijnlijk
belangrijke foerageergebieden.
De verzamelde informatie sluit goed aan
bij de monitoring van huiszwaluwen
van SOVON (Stichting Vogelonderzoek
Nederland) en vertelt dus ook iets over
de landelijke situatie. De gegevens zijn
dan ook heel belangrijk als vinger aan
de pols voor de bescherming van deze
sierlijke vogels.
2008
Lemsterweg
36
Veneweg
0
Hopweg
23
Ruttenseweg
Noordermeerweg
261
IJzerpad
45
Gemaalpad
24
Ruttensepad
67
Totaal
456
iemand op de stoep staat om de zwaluwen te tellen, volgen de agrariërs de
vogels en zijn er bewuster mee bezig.
En wat is er leuker als je als vrijwilliger
hoort dat jouw boer een nest op de
grond vond en de jongen in een conservenblik stopte om die vervolgens weer
op te hangen zodat de ouders direct de
jongen weer gingen voeren? Mooier kun
je met elkaar niet samenwerken.
2009
2010
32
40
0
2
22
34
2
9
240
225
84
24
23
56
64
460
397
2011
44
2
30
5
274
83
19
70
2012
40
2
28
12
179
52
12
31
2013
41
3
18
9
206
62
14
25
527
356
378