Let the Beast Go - Immaterieel Cultureel Erfgoed Vlaanderen

BeLuister
de vink
Dieren en amusement
Let the Beast Go
Wilde dieren verdwijnen uit het circus. Ook
dolfinaria, paardenraces en tradities zoals vinkenzetten stuiten op kritiek. Behoort het gebruik van dieren voor amusement binnenkort
tot het verleden?
V
inkenzetten, gansrijden (ganstrekken in Nederland), ratten schieten,
katten knuppelen … Het gebruik
van dieren bij sport en spel – die
doorgaans iets minder amusant zijn voor het
dier in kwestie – kan op een lange geschiedenis bogen (zie ‘Creatief met dieren’). Maar
de tijden veranderen. Kleiduifschieten begon
ooit als ‘duifschieten’. Hanengevechten zijn
inmiddels verboden. Ganzenrijders proberen
nu een vooraf gedode gans te onthoofden en
in de buurt van Wervik worden al geruime
tijd geen levende, maar pluche katten met
knuppels bekogeld.
Toen Vlaams minister Joke Schauvliege vinkenzetten en de paardenwedrennen van
Waregem Koerse eerder dit jaar erkende als
Door Dieter De CLEENE
ren. Ook in Nederland ligt een dergelijk verbod op tafel. Gaia ijvert er al jaren voor. ‘Dat
iets traditie is, is moreel irrelevant’, zegt Ann
De Greef, directeur van Gaia. ‘Wij gaan uit
van het ‘nee, tenzij’-principe: je gebruikt geen
dieren voor amusement, tenzij hun welzijn
kan worden gerespecteerd. Dan zullen wellicht een aantal barbaarse tradities verdwijnen, maar dat is dan maar zo.’
In de kop van het dier
Wanneer is het welzijn van dieren in het gedrang? Die vraag is niet zo makkelijk te beantwoorden. Lag de klemtoon in het onderzoek naar dierenwelzijn vroeger vooral op fysieke gezondheid en de afwezigheid van pijn,
dan zijn recenter ook mentale gezondheid en
Om gelukkig te zijn moet een vogel
kunnen vliegen, een varken wroeten
immateriaal cultureel erfgoed, waren de Vogelbescherming en dierenrechtenorganisatie
Gaia daar niet over te spreken (Zie ‘Sport of
dierenmishandeling?’). Ook dierentuinen,
dolfinaria en circussen roepen weerstand
op. In juli keurde de Belgische regering een
wetsvoorstel goed dat het gebruik van wilde
dieren in circussen verbiedt. Het parlement
moet de nieuwe wetgeving nog goedkeuren,
maar niets wijst erop dat dat niet zal gebeu-
de aanwezigheid van genot belangrijke criteria geworden. Een gezond dier is immers
niet automatisch ook gelukkig.
Maar in de kop van een dier kijken is onmogelijk. Afwijkend en stereotiep gedrag, zoals
zelfverminking en het bekende ‘ijsberen’,
zijn duidelijke tekenen dat er iets mis is, en
ook het meten van stresshormonen in het
bloed kan een idee geven van hoe een dier
zich voelt. Met zogenoemde motivatietests,
Eos 40
Vinkenzetting: onschuldig vertier
of dierenmishandeling?
Eos 41
waarbij dieren moeite moeten doen om een
bepaald resultaat te behalen of een behoefte
te bevredigen, proberen wetenschappers te
weten te komen wat dieren nodig hebben
om zich goed te voelen. Zo blijkt een legkip
hard te willen werken om toegang te krijgen
tot een legnest, wat aangeeft dat zo’n nest
belangrijk is voor het welzijn van de kip.
niet over een hindernis springen als het niet
hoeft, maar er omheen lopen’, zegt Machteld van Dierendonck, als paardenexpert onder meer verbonden aan de universiteiten
van Gent en Utrecht. ‘En bereden worden
is voor een paard uiteraard onnatuurlijk.
Maar je kan een paard daarop trainen en als
daarnaast aan zijn basisbehoeften is voldaan
‘We vertroetelen onze poedel,
maar geven hem vlees van dieren die in
vreselijke omstandigheden zijn gekweekt’
Wetenschappers kijken ook naar het natuurlijke, ‘ingebakken’ gedrag van dieren. Een
vogel wil vliegen, een varken wroeten en een
konijn graven. Om gelukkig te zijn, moeten
dieren dat natuurlijke gedrag kunnen vertonen.
Omgekeerd hoeft onnatuurlijk gedrag niet
noodzakelijk een grote inbreuk op het
welzijn te zijn. ‘Een paard zal van nature
– genoeg beweging, sociaal contact en voer –
kunnen de dieren dat best aan, ook al vinden
ze het misschien niet altijd even leuk. Problemen ontstaan vooral als dieren te zware
races moeten lopen en over hun fysieke grenzen moeten gaan.’
Sommige experts werpen op dat dieren in gevangenschap soms ver afstaan van hun wilde
soortgenoten en zich kunnen aanpassen aan
een leven in gevangenschap, wat de vergelijking bemoeilijkt. Volgens Dirk Lips (KU
Leuven ), voorzitter van de Raad voor Dierenwelzijn en zelf kanariekweker, speelt de duur
van het domesticatieproces daarbij een belangrijke rol. ‘Als dieren lang geleden tam zijn
gemaakt, is de kans groter dat ze door selectie
beter kunnen omgaan met beperkingen, zoals een kleinere leefruimte. De genen van de
dieren die dat niet kunnen, verdwijnen uit de
populatie. Een kanarie is daardoor in de regel
beter aan een leven in gevangenschap aangepast dan een vink of een roofvogel.’
Circus
Precies omdat het zo moeilijk is om het welzijn van wilde dieren in gevangenschap te
garanderen, adviseerde de Raad voor Dierenwelzijn de overheid om circussen met wilde
dieren te verbieden. De experts bezochten
eind 2011 acht circussen die in België hun
tenten hadden opgeslagen en kwamen tot
de conclusie dat het welzijn van wilde dieren
vaak wordt geschaad. De dieren hebben te
weinig plaats en brengen een groot deel van
Creatief met dieren
Hoe kunnen tradities met dieren in
de hoofdrol in ere worden gehouden
én aangepast aan de veranderende
inzichten over dierenwelzijn? Over
die vraag bogen historici, dierenwelzijnsexperts, vinkeniers-, ganzenrijders- en andere verenigingen
zich op een studiedag in het Gentse
stadsmuseum STAM. Een aantal tradities heeft zich al aangepast of is
verdwenen.
Een pluche kat in plaats van een echte.
Kruien met
een kikker
Deelnemers aan het kikkerkruien
moeten met een kruiwagen met
één of meerdere kikkers aan
boord zo snel mogelijk een parcours afleggen. Stappen de kikkers onderweg uit, dan moeten
ze opnieuw worden gevangen.
Het spel werd in Vlaanderen het
langst beoefend in de buurt van
Ninove, maar in 1978 gestopt
na protest van de dierenbescherming. De traditie werd een paar
jaar verdergezet met een biljartbal in de kruiwagen, maar dat leverde ‘te weinig lol en ambiance’
op.
hun tijd door in vrachtwagens, bij extreme
temperaturen. Natuurlijk gedrag, zoals baden, voedsel zoeken en contact met soortgenoten, is vaak onmogelijk.
Een soortgelijk onderzoek door wetenschappers van Wageningen Universiteit stelde
vooral bij olifanten welzijnsproblemen vast.
De dieren stonden vaak vastgeketend, en
kregen te weinig afleiding en gezelschap van
soortgenoten. De olifanten vertoonden veel
stereotiep gedrag, zoals heen en weer wiegen
en met de slurf zwaaien. Het circuspersoneel
bleek slechts over een beperkte kennis van
gezondheids- en gedragsproblemen te beschikken.
Circussen met wilde dieren waren in de
meeste Belgische steden al niet meer welkom. Met het nationale verbod gaat België
Oostenrijk achterna. Ook in Nederland, het
Verenigd Koninkrijk en Cyprus ligt een verbod op tafel en landen als Duitsland, Denemarken en Zweden verbieden al het gebruik
van bepaalde wilde diersoorten.
Dierentuinen kunnen het welzijn van hun bewoners evenmin altijd garanderen. ‘De vraag
Gansrijden
Neem een gans en hang ze
ondersteboven in een mand
aan een touw. Ruiters moeten in het voorbijrijden de kop
van het dier zien af te rukken.
Bij sommige varianten van het
spel moet de kop van de gans
met haagschaar, sabel of door
het gooien met ijzeren staven
van de romp worden gescheiden.
Vandaag wordt het gansrijden
nog beoefend in de polderdorpen ten noorden van Antwerpen en in het Nederlandse
dorp Grevenbicht, zij het met
een dode gans. Het gebruik
van levende ganzen werd in
België in 1929 verboden. In
Nederland kwam zo’n verbod
er al in 1878.
moet altijd zijn: kan ik een dier geven wat het
nodig heeft?’, zegt Hans Hopster, verbonden
aan de Animal Sciences Group aan Wageningen Universiteit. ‘Dierentuinen met weinig
ruimte kunnen daarom beter opteren voor
een beperkter aanbod en dieren die minder
eisen stellen.’
Dolfijn?
Ook de intelligentie van dieren bepaalt mee
hoe erg ze lijden onder een leven in gevangenschap. Lori Marino onderzoekt het brein
en de intelligentie van primaten en walvisachtigen aan de Amerikaanse Emory University en maakt deel uit van het Nonhuman
Rights Project, dat ijvert voor dierenrechten.
In 2001 toonde ze aan dat dolfijnen zichzelf
kunnen herkennen in de spiegel.
‘Hoewel dat varieert naargelang de diersoort, is een leven in gevangenschap niet
goed voor de meeste dieren, en bijzonder
schadelijk voor dieren zoals dolfijnen en andere walvisachtigen, olifanten en primaten.’
Marino werkte mee aan de documentaire
Blackfish, die op 30 oktober in de bioscoop
Ratten schieten
Op een staande wip bevinden zich niet alleen
de gebruikelijke houten blokjes met veren,
maar ook levende ratten in sigarenkistjes.
Wordt zo’n kist doorboord, dan tuimelt de rat
naar beneden en wordt ze – indien nog nodig – de nek omgedraaid. Rattenschieten was
vooral populair in het Oost-Vlaamse Zaffelare,
maar werd stopgezet na een verbod op het gebruik van levende ratten in 1986.
Gansrijden: vroeger met een levende,
vandaag met een dode gans.
Katten knuppelen
Een tonnetje of pot met daarin een kat wordt met knuppels bekogeld. Het spel eindigt als de ton
breekt en de kat op de grond valt. Onder invloed van nieuwe wetten en dierenbeschermers is de kat
vervangen door een pluche exemplaar. Hetzelfde gebeurde met de katten die in Ieper van de belforttoren worden gegooid bij de driejaarlijkse kattenstoet.
Eos 42
Eos 43
Sport of
dierenmishandeling?
De typisch Vlaamse traditie van het vinkenzetten is eeuwenoud en vandaag vooral in
Oost- en West-Vlaanderen nog populair.
Kooitjes met vinken worden op 2,4 meter
van elkaar op een rij gezet. De vogels moeten binnen het uur zoveel mogelijk geldige
deuntjes ten gehore brengen – een geldig
liedje eindigt steevast op ‘suskewiet’.
De vinkensport heeft al een evolutie achter
de rug. Vroeger werden de vogels blind gemaakt door hun oogleden dicht te schroeien,
in de – onterechte – overtuiging dat een
blinde vink beter zingt. Die praktijk werd al
in 1929 verboden. Sinds 2003 mogen ook
geen vinken meer in het wild worden gevangen en zijn de vinkeniers aangewezen op vogels die in gevangenschap zijn gekweekt. De
Vogelbescherming blijft tegen het vinkenzetten gekant. Volgens directeur Jan Rodts
houdt het vinkenzetten de illegale vinkenvangst in stand. In 2011 werden in Vlaamse
vogelopvangcentra 1.344 in beslag genomen vinken binnengebracht. ‘Die vertegenwoordigen slechts een fractie van de totale
vangst’, aldus Rodts. Dat er in 2012 slechts
493 in beslag genomen vogels werden afgeleverd, is volgens Rodts eerder te wijten aan
minder controle dan aan minder vangst.
‘De vinken zitten tijdens wedstrijden in kooitjes met melkglas, om de ochtendschemering na te bootsen, het moment waarop ze
in de natuur het meest zingen’, zegt Rodts.
‘Ze verdedigen hun ‘territorium’ tegen hun
buren. Ik vind dat een vorm van dierenkwelling. Bovendien brengen de vogels het hele
wedstrijdseizoen (vier à vijf maanden, red.)
in de kooitjes door, waarin ze weinig bewegingsruimte hebben.’
Volgens Filip Santens, woordvoerder van de
Algemene Vinkeniersbond A.Vi.Bo, klopt dat
slechts gedeeltelijk. ‘Sommige vogels brengen ook tijdens het wedstrijdseizoen een
deel van hun tijd in een volière door. De rest
van het jaar zitten de vinken sowieso in volières of grotere kooien. De afmetingen van de
wedstrijdkooien zijn wettelijk bepaald (minstens 8.000 kubieke centimeter, of 20 bij 20
bij 20 cm, red.) en daar houden we ons aan.’
Denken over dieren
Dieren zijn er voor de mens. Dat is de essentie van het denken over dieren bij de Grieken
en in het christendom. Alleen mensen hebben een ziel. Dieren niet, en bijgevolg zijn ze
in moreel opzicht niet van tel. Dierenmishandeling wordt enkel afgekeurd als het dier
in kwestie iemands eigendom is. Volgens de
middeleeuwse filosoof Thomas van Aquino
moeten we dieren goed behandelen, niet
omdat het verkeerd is om ze te mishandelen, maar omdat het tot wreedheid tegenover mensen kan leiden.
Volgens René Descartes zijn dieren machines: ze hebben geen bewustzijn, kunnen
niet communiceren en zijn niet in staat pijn
en genot te ervaren – de geluiden die ze maken, verschillen niet van het geluid dat een
ketel maakt als je erop slaat. Andere denkers in de renaissance, onder wie Michel de
Montaigne, stellen dat dieren wel moreel relevant zijn en dat we ze goed moeten behandelen, echter zonder al te veel succes.
Onder meer onder invloed van dierproeven
– waaruit blijkt dat de lichaamsbouw van
dieren toch wel erg op die van mensen lijkt
verscheen en het gebruik van orka’s in dolfinaria aan de kaak stelt. ‘Walvisachtigen leggen in de natuur grote afstanden af en zijn erg
intelligent. Zelfs de beste dolfinaria kunnen
hen niet genoeg ruimte en afleiding bieden.
Daarnaast worden families en sociale groepen vaak uit elkaar gehaald, terwijl die voor
deze dieren erg belangrijk zijn.’
De Whale and Dolphin Conservation Society
(WDCS) roept overheden op om dolfinaria
te laten uitdoven, onder meer door het kweken met de dieren en de import van nieuwe
exemplaren te verbieden. Walvisachtigen –
hoofdzakelijk tuimelaars – worden in de Europese Unie in 34 dolfinaria gehouden, vooral
in Spanje en Italië. In België en Nederland
voeren Boudewijnpark en Dolfinarium Harderwijk shows met dolfijnen op. Sietze Hess,
woordvoerder van dolfinarium Harderwijk is
het niet eens met de kritiek op dolfinaria. ‘Het
welzijn van de dieren staat voorop. De levensverwachting van dolfijnen in gevangenschap
is gemiddeld 35 jaar, en in de natuur slechts
17 jaar. Onze dieren zijn actief en enthousiast, ze kunnen zich vrij bewegen en hebben
een druk sociaal leven. De vraag of onze dieren gelukkig zijn, kan ik met een volmondig
‘ja’ beantwoorden.’
Fabian Ritter, bioloog en wetenschappelijk
adviseur van de Belgische overheid in de International Whaling Commission (IWC),
betwijfelt dat. ‘Afgaand op metingen van
stresshormoonconcentraties, het gebruik
– groeit in de 18de eeuw het besef dat dieren wel degelijk tot lijden en genot in staat
zijn. Onder meer Voltaire neemt Descartes’
ideeën op de korrel. De Britse filosoof Jeremy
Bentham pleit in 1780 voor het toekennen
van morele waarde aan dieren: ‘De vraag is
niet, kunnen ze redeneren? Noch, kunnen
ze praten? Maar kunnen ze lijden?’. Dieren
kunnen dat, en dus moeten we volgens
Bentham rekening houden met hun belangen, zoals we dat ook met de belangen van
mensen doen.
In 1824 wordt in het Verenigd Koninkrijk
de Society for the Prevention of Cruelty to
Animals opgericht, de eerste dierenbeschermingsorganisatie ter wereld. In de 19de
eeuw ondersteunt Darwins evolutietheorie
de idee dat er geen fundamentele – maar
wel graduele – verschillen tussen mens en
dier zijn. De Britse filosoof Henry Salt heeft
het op het einde van de 19de eeuw voor het
eerst over dierenrechten. Hedendaagse filosofen als Peter Singer en Tom Regan hebben
de ideeën van mensen als Bentham en Salt
verder uitgewerkt.
van medicatie en ziektes bij dolfijnen in gevangenschap, zijn de dieren hoogstwaarschijnlijk helemaal niet gelukkig. Sommige
dieren worden weliswaar erg oud, maar de
meeste worden niet ouder dan tien jaar. Mijn
ervaring leert mij dat je walvisachtigen niet in
gevangenschap kan houden zonder ze fysiek
en psychologisch schade te berokkenen. Dol-
finaria willen mensen vooral entertainen, en
we zouden deze schitterende dieren daar niet
voor mogen misbruiken.’
Rare dieren
Er is de voorbije decennia heel wat veranderd.
Zo werd de verkoop van dieren op markten
aan banden gelegd en kwamen er strengere
welzijnseisen voor dierentuinen en kermispony’s. Volgens De Greef is het eindpunt van die
evolutie een verbod op het gebruik van dieren
als dat ten koste gaat van hun welzijn. ‘Die
kar rijdt sowieso al, Gaia probeert ze alleen
wat sneller te laten rijden.’
Volgens Johan Braeckman, moraalfilosoof
aan de Universiteit Gent, is onze verhoogde
gevoeligheid voor dierenleed een kwestie van
voortschrijdend inzicht. ‘Als je weet dat een
dier kan lijden, en dat lijden best vermeden
wordt, waarom zou je dat dan alleen bij mensen en niet bij dieren doen? Dat is niet sentimenteel of irrationeel, maar spijkerharde
logica.’
Braeckman stelt wel vast dat onze gevoeligheid voor dierenleed vooral toeneemt als de
belangen niet groot zijn. ‘Een straatpaardenrace verbieden is makkelijker dan de vlees- en
zuivelindustrie aanpakken’, zegt Braeckman.
‘Onze dierenliefde zit ook vol contradicties. De
mensen die hun paard laten deelnemen aan
een race houden wellicht oprecht van dat dier,
terwijl het misschien diezelfde dag een been
kan breken en een nekschot moet krijgen. En
we vertroetelen onze poedel, maar geven hem
vlees van dieren die onder erbarmelijke omstandigheden zijn gekweekt en geslacht. Op
dat vlak zijn we zelf heel rare dieren.’ ■
Zelfs de beste dolfinaria kunnen niet genoeg ruimte en afleiding bieden aan dolfijnen.
Eos 44