BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy voltijd en duaal Hogeschool Utrecht Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E [email protected] BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy voltijd en duaal Hogeschool Utrecht CROHO nr.34406 Hobéon Certificering Datum 20 januari 2014 Auditteam R.J.M. van der Hoorn, MBA, cmc (voorzitter) M. Paur, RA, MMO L.N.M. Straathof RA B. Schakenbos Secretaris R.G. Peters INHOUDSOPGAVE 1. BASISGEGEVENS 1 2. SAMENVATTING 3 3. INLEIDING 7 4. OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN 9 5. ALGEMEEN EINDOORDEEL 23 6. AANBEVELINGEN 25 BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE I II III IV V VI Scoretabel Beroeps- en opleidingsprofiel hbo accountancy 2012 Schematisch overzicht opleidingsprogramma Programma, werkwijze en beslisregels Lijst geraadpleegde documenten Overzicht auditteam 27 29 31 33 41 43 1. BASISGEGEVENS NAAM INSTELLING Hogeschool Utrecht status instelling (bekostigd of rechtspersoon voor hoger onderwijs) bekostigd resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Positief advies; besluit NVAO op datum audit nog niet genomen. NAAM OPLEIDING (zoals in croho) Accountancy registratienummer croho 34406 domein/sector croho Economie oriëntatie opleiding hbo niveau opleiding Bachelor graad en titel Bachelor of Economics aantal studiepunten (ec’s) 240 afstudeerrichtingen geen onderwijsvormen1 locatie Voltijd: competentiegericht Duaal: competentiegericht, werkplekgerelateerd Utrecht varianten Voltijd en duaal relevant lectoraat Financieel-economische Advisering bij Innovaties 9 en 10 september 2013 datum audit / opleidingsbeoordeling 1 Hieronder worden bijvoorbeeld verstaan: afstandsonderwijs, werkplek gerelateerd onderwijs, flexibel onderwijs, competentiegericht onderwijs of onderwijs voor excellente studenten. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.01 Basisgegevens hbo-bacheloropleiding Accountancy, voltijd en duaal2 Instroom (aantal) 2007 voltijd 133 duaal 23 uitval (percentage) uit het eerste jaar 2007 voltijd 3 50 duaal 43 uit de hoofdfase voltijd 4 duaal rendement (percentage)5 Voltijd Duaal docenten (aantal + fte) voltijd + duaal opleidingsniveau docenten (aantal)6 voltijd + duaal docent–student ratio7 voltijd + duaal contacturen (aantal)8 (excl. tentamenperiodes) voltijd duaal 2008 128 13 2009 123 46 2010 144 40 2011 132 23 2012 74 28 2008 45 31 2009 54 59 2010 48 83 2007 63 57 2006 14 19 2011 49 57 2008 54 54 2007 20 26 Fte 10,30 PhD. 1 hoofdfase 1 : 32,6 3e jaar 13,5 2012 59 64 2009 59 61 2008 20 15 aantal 13 Bachelor 0 propedeuse 1 : 30,1 1e jaar 14,6 Master 12 2e jaar 13,4 4e jaar 12 * Bij het afstudeerproject in het 4e jaar krijgt de student totaal 24 uur docentbegeleiding. 2 3 4 5 6 7 8 Bron: Basisgegevens opleidingsbeoordeling ‘Indicatoren en definities’, Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, 11 september 2012 Het aandeel van het totaal aantal bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur zonder het diploma te hebben behaald alsnog uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aandeel van de bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijven (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten. Het aantal docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de opleiding. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.02 2. SAMENVATTING Typering De hbo-bacheloropleiding Accountancy leidt op de functies van de ‘hbo-accountant’: leveren van assurance, voeren van administraties, samenstellen van financiële overzichten, alsmede het leveren van financieel-economisch en organisatorisch advies. Afgestudeerden treden, zelfstandig gevestigd of in dienst van een administratiekantoor, op als financieel dienstverlener in het niet-controleplichtige deel van het midden- en kleinbedrijf. De afgestudeerde bachelor adviseert ondernemers en is in staat op operationeel niveau een bijdrage te leveren aan alle wettelijke controletaken. De hbo-opleiding kan dienen als vooropleiding voor de beroepen van Accountant-Administratieconsulent (AA) of Register Accountant (RA), die bereikbaar worden door een post-hbo of universitaire vervolgstudie. 1. Beoogde eindkwalificaties De opleiding Accountancy is, meer dan welke andere hbo-bacheloropleiding ook, ingebed in wet- en regelgeving. Naast de WHW heeft de opleiding te maken met de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en de Wet op het Accountantsberoep. Voorts zijn EU-richtlijnen van toepassing. Vanuit de Wet op het Accountantsberoep is de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) ingesteld, die de eindtermen heeft vastgesteld voor accountantsopleidingen in Nederland. Voor de kernvakken geldt een landelijk schriftelijk examen. Vanaf 2016 zal de opleiding de graad Bachelor of Business Administration (BBA), als opvolger van Bachelor of Economics, afgeven aan afgestudeerden. De Utrechtse opleiding heeft deze veranderingen vastgelegd in de beoogde eindkwalificaties. Hierin zijn het kunnen uitvoeren van toegepast onderzoek en kennis van de internationale accountantspraktijk als eindterm opgenomen. Het panel heeft de eindkwalificaties bestudeerd en is tot het oordeel gekomen dat deze zowel de voltijds als duale variant voldoen aan de eisen die gesteld mogen worden aan een hbo-accountancy opleiding en derhalve voldoende zijn. 2. Onderwijsleeromgeving Het curriculum van de voltijd en duale variant is gebaseerd op twee hbo-competenties en zes domein-competenties die landelijk zijn vastgesteld. De domeincompetenties zijn vertaald naar beroepsproducten. Deze zijn uitgangspunt voor de opleiding, die is opgezet in een gezamenlijke propedeuse met andere opleidingen in het economische domein en een hoofdfase. Het onderwijs is thematisch en ingedeeld in vier blokken per jaar, waarin theoretische concepten worden behandeld en de student vaardigheden ontwikkelt die hij in projecten integraal toepast. De opleiding houdt het programma actueel. Docenten hebben contacten met het werkveld door o.a. stagebezoeken. Een groot deel is, en voor de duale variant zijn allen, werkzaam in de beroepspraktijk. De beroepenveldcommissie is in 2013 herstart. De opleiding monitort in voldoende mate de actuele beroepsontwikkelingen en borgt die in het programma. Ten aanzien van het aspect van internationalisering leven bij vertegenwoordigers van het werkveld verschillende meningen. De opleiding weet dit en volgt doelbewust het hogeschoolbrede beleid, om haar afgestudeerden voldoende kennis van en feeling met internationale en interculturele ontwikkelingen mee te geven. Competenties met betrekking tot het uitvoeren van toegepast onderzoek worden in het onderwijsprogramma doorgevoerd. Het sedert twee jaren bestaande lectoraat speelt hierin een belangrijke rol. De opleiding heeft een grote uitstroom gekend van studenten die niet geschikt of gemotiveerd leken om de studie met succes af te ronden. De opleiding heeft daarom een numerus fixus ingesteld en maatregelen genomen om de instroom te reguleren. Dit gebeurt via een daarop gericht intake-proces. De opleiding zal deze maatregelen verder aanscherpen en verwacht hierdoor een rendementsverbetering te kunnen bereiken. De studieloopbaan is geïntegreerd in het programma. De toenemende zelfstandigheid van de student is uitgangspunt en het slb-programma reflecteert deze: het eerste jaar verplicht en daarna naar behoefte van de student of op aangeven van de docent. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.03 De stagebegeleiding voor voltijd studenten bestaat uit bezoeken van docenten aan het stageverlenende kantoor, reflecties van de student en beoordeling daarvan door de docent en is adequaat geregeld. Duale studenten volgen het propedeuseprogramma van de voltijd variant en studeren vanaf het tweede jaar twee dagen per week, terwijl zij drie dagen werken. De beoordeling van de werksituatie geschiedt aan de hand van helder geformuleerde criteria; de competenties die de duale student verwerft gedurende zijn werkervaring leveren 48 EC op. Het panel merkt op dat de beoordeling van de werksituatie zou kunnen worden versterkt door ze te laten uitvoeren door een onafhankelijk examinator. Het personeel is kwalitatief en kwantitatief voor zijn taak berekend. Alle docenten hebben een mastergraad en een groot deel is in de accountantspraktijk werkzaam. De voorzieningen waar studenten en docenten gebruik van kunnen maken zijn adequaat, zowel de huisvesting, de bibliotheek en de ict-omgeving. Uit tevredenheidsmetingen blijkt dat de studenten in grote mate tevreden zijn over het programma, de docenten, de studiebegeleiding en de voorzieningen. Het programma van zowel de voltijd als duale variant is naar de mening van het panel toereikend voor het behalen van de beoogde eindkwalificaties. De competentiematrices sluiten aan op zowel de generieke domeincompetenties als op de beroepscompetenties, alsmede bij de CEA-eindtermen. Het panel merkt op dat dit laatste nog aan transparantie kan winnen en bij een aantal vakgebieden nog aanscherping nodig is. De onderwijsondersteunende processen en de middelen die de opleiding inzet, zijn in zowel de voltijds als duale variant allemaal voldoende. Het panel beoordeelt daarom de onderwijsleeromgeving voor zowel de voltijd als duale variant als voldoende. 3. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De faculteit heeft een verbeterplan opgesteld voor het ontwikkelen en implementeren van een systeem van toetsen en beoordelen en borgen van het niveau van eindwerkstukken. Hiervoor zijn middelen en menskracht beschikbaar gesteld. De opleiding heeft eisen gesteld ten aanzien van validiteit, betrouwbaarheid, efficiency en transparantie van toetsen. Het panel heeft het bestaan van toetsmatrijzen kunnen verifiëren. De toetskwaliteit is naar het oordeel van het panel voldoende geborgd in de daarvoor vastgelegde procedures. Het panel heeft toetsen en beoordelingen gezien en vastgesteld dat de beoogde eindkwalificaties zichtbaar daarin zijn. Daarmee stelt het panel vast dat de toetsen aantoonbaar aansluiten bij de eindtermen en dat aandacht wordt besteed aan de reikwijdte, de actualiteit en de spreiding in de inhoud van de toetsen. Het panel ziet dat de examencommissie aan kracht moet winnen en haar rol in de borging van de kwaliteit zal moeten versterken. Het panel ziet wel dat de opleiding inmiddels is gestart met het verbeterplan en verwacht dat binnen één jaar de resultaten daarvan in de eindwerkstukken zichtbaar zullen zijn. De opleiding scoort positief op de landelijke OAT-toets en bereikt daarin een hoger percentage ten opzichte van andere AC opleidingen. Doorslaggevend voor het panel is zijn oordeel over het niveau van de eindwerkstukken van voltijdstudenten die het heeft gezien. Op grond van zijn beoordeling van deze eindwerkstukken komt het panel tot het oordeel dat het gerealiseerde eindniveau van de voltijd opleiding Accountancy ten tijde van de audit onvoldoende is. Het gerealiseerde niveau van de duale variant is, op basis van wat het panel heeft gezien in de Proeven van Bekwaamheid, wel voldoende. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.04 Algemene conclusie: conform de beslisregels van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) onvoldoende voor voltijd; voldoende voor duaal. Standaard 1: voldoende voor voltijd en duaal Standaard 2: voldoende voor voltijd en duaal Standaard 3: onvoldoende voor voltijd, voldoende voor duaal Den Haag, 20 januari 2014 R.J.M. van der Hoorn, voorzitter R.G. Peters, secretaris ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.05 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.06 3. INLEIDING 3.1 Karakteristiek van de opleiding 3.1.1 Positie De opleiding Accountancy valt organisatorisch binnen het cluster Finance & Accounting van de Faculteit Economie & Management (FEM) van de Hogeschool Utrecht (HU) en is onderdeel van de HU Business School Utrecht. Binnen dit cluster worden ook de opleidingen Bedrijfseconomie (BE) en Financial Services Management (FSM) verzorgd. Het cluster neemt deel in het Kenniscentrum Innovatie en Business, alsmede in het lectoraat Financieel Eonomische Advisering bij Innovaties. Er is een inhoudelijke relatie tussen de opleidingen BE, FSM en AC door de Learning Community Finance & Accounting. Het doel van deze community is de basis van professionele kennis, kunde en vaardigheden voor docenten te verdiepen. De faculteit kent een brede propedeuse voor de drie genoemde en andere economische voltijdsopleidingen; het programma van deze propedeuse wordt in overleg tussen de opleidingen vastgesteld. De opleiding wordt aangeboden in de voltijds- en duale variant9. 3.1.2 Actuele situatie bij de opleiding Gedurende de audit wordt duidelijk dat de opleiding AC uit een dal komt. Door managementwisselingen heeft het enkele jaren ontbroken aan voldoende aansturing van de docenten. Dit resulteerde in relatieve stilstand met betrekking tot diverse ontwikkelingen. Op het moment dat dit werd (h)erkend is de opleidingsmanager Bedrijfseconomie eind 2012 door de faculteitsdirectie ook belast met de aansturing van de opleiding Accountancy en is de zaak ‘weer gaan draaien’. In het docentencorps hebben daarna wisselingen plaatsgevonden; bij de opleiding zijn op 1 september 2013 vier nieuwe docenten gestart. Er is door het faculteitsmanagement een meerjarenplan 2013-2015 opgesteld, dat zich richt op het terugbrengen van het onderwijs bij onderwijsteams, het verbeteren van de kwaliteit van docenten, het implementeren van toegepast onderzoek in het onderwijs en het versterken van de verbinding met het beroepenveld. Het doel daarbij is het verbeteren van de onderwijskwaliteit en het vergroten van studiesucces. 3.1.3 Aansturing De opleiding wordt aangestuurd door de budgetverantwoordelijke opleidingsmanager. Deze neemt deel aan het strategisch overleg binnen en buiten de faculteit. Onder hiërarchische leiding van deze opleidingsmanager werken de docenten als docent, als cursusbeheerder en als programmaleider. Als cursusbeheerder dragen zij zorg voor de kwaliteit van cursussen, coördineren zij tentamens, roosterzaken en andere administratieve zaken. Als programmaleider zijn zij verantwoordelijk voor een samenhangende set van cursussen en maken zij daarover functionele afspraken met cursusbeheerders en docenten. 3.1.4 Profiel van de bachelor accountant De hbo-bacheloropleiding Accountancy leidt op voor beroepen binnen de financieeladministratieve dienstverlening met een specifieke focus op de assurance functie van de accountant. Daarnaast worden de studenten opgeleid om een rol te kunnen spelen bij het voeren van administraties, het samenstellen van financiële overzichten en het leveren van financieel-economisch en organisatorisch advies. Afgestudeerden kunnen, zelfstandig gevestigd of in dienst van een administratiekantoor, optreden als financieel dienstverlener in het nietcontroleplichtige deel van het midden- en kleinbedrijf. De bachelor accountant verricht alle administratieve werkzaamheden van de niet-controleplichtige onderneming, adviseert ondernemers en is in staat op operationeel niveau een bijdrage te leveren aan de uitvoering van alle (wettelijke) controletaken. 9 In het CROHO staat ook een Ad-variant geregistreerd. In de Ad variant zijn geen studenten ingeschreven. Deze variant wordt afgebouwd en daarom niet beoordeeld in de onderhavige audit. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.07 3.2 Vorige accreditatie en vervolgacties De opleiding is in 2007 geaudit, wat leidde tot een positief oordeel en tot accreditatie die loopt tot 31 december 2014. De resultaten van die audit en daarop volgende acties zijn de volgende: Doelstellingen Opleiding: tweemaal goed, eenmaal voldoende. Het auditpanel maakte geen aanmerkingen bij deze standaarden. Acties: de opleiding is gestart met het inventariseren van noodzakelijke programmawijzigingen om aan te kunnen sluiten bij het landelijke ontwikkelde nieuwe profiel van de Bachelor in Business Administration. Dit proces van ‘BBA-proof’ maken van het programma is tijdens de audit gaande. Programma: driemaal goed, vijfmaal voldoende. Het auditpanel maakte geen opmerkingen en deed geen aanbevelingen met betrekking tot deze standaarden. Acties: met ingang van collegejaar 2011-’12 is het studieprogramma aangepast zodat alle cursussen vanaf dat moment worden aangeboden in eenheden van 5 EC. Onderzoek en communicatie zijn toegevoegd aan de vaardighedenleerlijn. Veranderingen in de eisen van de Commissie Eindtermen Accountancy (CEA) hebben geleid tot inhoudelijke aanpassingen. De CEA is ingesteld vanuit de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). Studieloopbaanbegeleiding loopt nog steeds als rode draad door het programma, maar hieraan zijn geen EC’s meer verbonden. In het collegejaar 2011-’12 heeft de FEM een nieuw toetsbeleid ontwikkeld en geïmplementeerd. Personeel: tweemaal goed, eenmaal voldoende. Het auditpanel maakte ook hier geen opmerkingen en deed geen aanbevelingen met betrekking tot deze standaarden. Acties: de deskundigheid van het personeel heeft doorlopend de aandacht. Er is ruimte voor na- en bijscholing op tal van gebieden. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.08 4. OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau en oriëntatie betreft geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft bachelor niveau en hbo-oriëntatie binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding. Bevindingen Inbedding in wet- en regelgeving: vernieuwing van het beroeps- en opleidingsprofiel De opleiding AC heeft, naast de Whw, te maken met de Wet op het Accountantsberoep (WAB). Voorts is de Wet toezicht Accountantsorganisaties van invloed op de functie van accountants. Binnen het werkveld is de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) werkzaam, met een publiekrechtelijke status. De NBA stelt het landelijke beroepsprofiel op. Vanuit de Wet op het Accountantsberoep is de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) ingesteld, die de eindtermen heeft vastgesteld op het niveau van de wettelijke controle door een Registeraccountant (RA) of een Accountant-Administratieconsulent (AA). EU-richtlijnen omtrent wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen zijn vertaald naar de Nederlandse situatie, waarbij per vakgebied eindtermen zijn vastgesteld. Voor de kernvakken kent de opleiding het landelijk vastgestelde examen, de zogenaamde OverAlltoets (OAT). Alle accountantsopleidingen, dus ook de hbo-bacheloropleidingen hebben zich aan deze eindtermen te houden. De relatieve vrijheid van een bacheloropleiding om een eigen opleidingsprofiel te definiëren is daarmee ingeperkt. Vernieuwing van het landelijke beroeps-en opleidingsprofiel: de BBA-graad Landelijk is de afspraak gemaakt dat in het economisch domein wordt toegewerkt naar de internationaal goed herkenbare graad van Bachelor of Business Administration (BBA). De opleidingen binnen de FEM zullen vanaf 2016 deze graad afgeven. Het nieuwe landelijke beroeps- en opleidingsprofiel hbo Accountancy 2012 is gebaseerd op de BBA eindtermen. (zie hiervoor bijlage II). In de functies die voor de bachelor accountant bereikbaar zijn, staan de volgende beroepstaken centraal: (1) administratieve dienstverlening, (2) fiscale dienstverlening, (3) controle en (4) advisering. Het auditpanel heeft dit opleidingsprofiel bestudeerd en besproken met de opleiding. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding naast het landelijke opleidingsprofiel ook de CEAeindtermen als uitgangspunt neemt, ook al zijn deze eindtermen op zich al verankerd in het landelijke profiel. Naar de verankering van deze CEA-eindtermen in het opleidingsprofiel heeft het panel moeten zoeken. Het panel ziet dat de opleiding het landelijke opleidingsprofiel 2012 tot de hare heeft gemaakt en bezig is dit nieuwe profiel te implementeren. In de gezamenlijke propedeuse moet het programma al het cursusjaar 2013-’14 op BBA-competenties zijn geschoeid. In de gesprekken met werkveldvertegenwoordigers en alumni hoort het panel meermalen dat het schriftelijke taalgebruik en de vaardigheid om zich uit te drukken in de Engelse taal van hbo-afgestudeerden onvoldoende zijn. Het panel hoort dat het aantal hbo-bachelor accountants dat in dienst treedt van de grote kantoren (de ‘big 4’) afneemt, o.a. omdat hun schriftelijk taalgebruik niet voldoende is. Een andere vertegenwoordiger, werkend voor het MKB, merkt op dat de afgestudeerde de vaardigheid moet bezitten om een goede managementletter te schrijven voor een mkb-klant. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.09 Het panel is de mening toegedaan dat de opleiding zich dit moet aantrekken. Hier ligt een kans voor de opleiding om zich in de beoogde eindtermen te profileren. Onderzoeksvaardigheden In 2012 heeft de Werkgroep Onderzoeksleerlijn Accountancy van het AC-scholenoverleg de specifieke competenties benoemd met betrekking tot onderzoek, waaraan de afgestudeerde bachelor accountant moet gaan voldoen. Zie hiervoor eveneens bijlage II. Het panel heeft deze onderzoekscompetenties besproken met het lectoraat dat sinds twee jaar bestaat, met docenten en het werkveld. De opleiding heeft deze competenties nog niet geheel verwerkt in het onderwijsprogramma, maar is hier mee bezig. Duidelijk is dat het lectoraat en de kenniskring hierin een belangrijke taak gaan vervullen. Een specifiek op dit terrein geschoolde lector is hiervoor zeer recent aangetrokken. De opleiding heeft de landelijk geformuleerde onderzoekscompetenties toegevoegd aan de beoogde eindtermen. Het panel kan instemmen met de geformuleerde onderzoekscompetenties als beoogde eindtermen, omdat deze naar hun expert-oordeel voldoen aan de eisen die in de accountancypraktijk worden gesteld. Internationalisering De hogeschool heeft ‘hogeschool-breed’ internationale oriëntatie van haar studenten in het vaandel staan. De faculteit en opleiding hebben het aspect van internationalisering als speerpunt benoemd. Vertegenwoordigers van het werkveld hebben een uiteenlopende opvatting over de noodzaak of wenselijkheid om aandacht te schenken aan de internationale context waarin de accountant kan komen te werken. De grote accountants-kantoren kennen wel internationale aspecten in hun werk; bij de kleinere kantoren is dat niet of nauwelijks het geval. De opleiding volgt de hogeschool-brede opdracht om zorg te dragen voor een internationale oriëntatie van haar studenten en formuleert het kunnen werken van haar afgestudeerden in een internationale omgeving als een beoogde eindkwalificatie. Weging en Oordeel (onvoldoende / voldoende / goed / excellent) Het panel stelt vast dat de opleiding bezig is met het BBA-proof maken van het programma, in de lijn van het nieuwe landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel uit 2012. Het aspect van toegepast onderzoek is hierin in voldoende mate meegenomen. De daarbij geformuleerde eindtermen passen naar het oordeel van het panel bij het hbo-bachelorniveau. Wat de internationalisering betreft stelt het panel vast dat het werkveld daarover geen eenduidige opvatting heeft. Evenwel neemt de opleiding, gegeven de hogeschoolbrede missie, de eindtermen zoals die door de hogeschool zijn geformuleerd, over als doelstelling voor haar opleiding. Het panel vindt het juist, dat de opleiding daarin haar eigen koers kiest. De eindkwalificaties die de opleiding beoogt te bereiken hebben in belangrijke mate betrekking op het vervullen van de functie van externe accountant voor grotere en kleinere bedrijven. Zij nemen de relevante gedrags- en beroepsregels die gelden voor accountants als uitgangspunt en omvatten de eindtermen op het door de CEA vastgestelde niveau. Het panel is van oordeel dat de beoogde eindkwalificaties op zorgvuldige wijze zijn geformuleerd door het AC-scholenoverleg en qua bachelor en hbo-oriëntatie aansluiten bij het Nederlandse kwalificatieraamwerk en bij datgene wat het vakgebied en het werkveld eisen. De opleiding heeft deze voor zowel de voltijd als de duale variant overgenomen. De eindtermen voldoen naar het oordeel van het panel voor beide varianten in voldoende mate aan de vereiste bachelor en hbo-oriëntatie en aan de criteria die de CEA heeft geformuleerd. Het bieden van inzicht in de kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting van de eindtermen op de CEA-criteria kan beter. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.010 Onderwijsleeromgeving Standaard 2: Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Toelichting NVAO: De inhoud en vormgeving van het programma stellen de toegelaten studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. De kwaliteit van het personeel en van de opleidingsspecifieke voorzieningen is daarbij essentieel. Programma, personeel en voorzieningen vormen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving. Bevindingen Reactie van het management op de situatie van stilstand Gedurende de audit zijn voor het panel in veel gesprekken de effecten duidelijk geworden van de relatieve stilstand die de opleiding heeft gekend en van de ambitie en het enthousiasme bij de verschillende gesprekspartners om een herstart te maken. Het meerjaren verbeterplan dat de faculteitsdirectie heeft opgesteld, is veelomvattend, maar is ten tijde van de audit nog niet uitgewerkt in concrete actiepunten met een tijdslijn en verwachte opbrengst per onderdeel. Voor de realisatie van dit plan zijn op faculteitsniveau wel al de benodigde menskracht en middelen vrijgemaakt, die mede worden ingezet ten behoeve van de verbeteragenda van AC. Het panel ziet dat de opleiding is gestart met het verbeterproces, maar naar het oordeel van het panel mag deze verbeteragenda explicieter worden geformuleerd en mag de daarbij behorende sturing op inzet van middelen en te bereiken resultaten meer zichtbaar worden. Het panel is van oordeel dat, indien dit proces op volle kracht wordt doorgezet naar verwachting binnen afzienbare tijd een andere opleiding in de markt staat, dan welke het panel nu ziet. Kenmerken van de opleiding De opleiding is competentiegericht, kent vier samenhangende leerlijnen (kennis, vaardigheden, integratie en reflectie) en een oriëntatie op het beroepenveld. Het curriculum is gebaseerd op twee hbo- en zes domeincompetenties die landelijk zijn vastgesteld. De domeincompetenties zijn vertaald naar beroepsproducten. De competenties zijn ingedeeld in drie niveaus op basis van complexiteit van taken, de context waarin deze worden uitgevoerd en de mate van zelfstandigheid van de student, die daarbij wordt gevraagd. Gedurende hun studie maken de studenten zich deze, in zwaarte oplopende, competenties eigen. Indeling van het programma; relatie met CEA-eindtermen Het onderwijs is thematisch van karakter en ingedeeld in vier blokken per jaar, waarin theoretische concepten worden behandeld, de student in trainingen vaardigheden ontwikkelt die hij in projecten integraal toepast. Het panel heeft onderzoek gedaan naar de aansluiting van het onderwijsprogramma op de CEAeindtermen. De opleiding heeft een kwantitatieve aansluiting gemaakt, welke echter aan transparantie kan winnen. Een kwalitatieve aansluiting, waarin blijkt waar in het curriculum de onderwerpen genoemd door de CEA per vak voorkomen, ontbreekt. Wel heeft het panel geconstateerd dat, omgekeerd, in een aantal studiehandleidingen is vermeld welke CEAonderwerpen in het betreffende studieonderdeel worden behandeld. Uit de analyse van de kwantitatieve aansluiting is gebleken dat alle door de CEA genoemde vakgebieden in voldoende mate aan de orde komen al worden niet in alle gevallen de door de CEA geëiste aantallen EC's gehaald. De opleiding bestaat uit een propedeuse- en hoofdfase en duurt vier jaar. De studielast bedraagt 240 EC’s. In het tweede jaar volgen de voltijdstudenten een meeloopstage en in het vierde jaar een afstudeerstage. De hoofdfase kent geen profileringsprogramma in de vorm van minoren; de daarvoor beschikbare ruimte wordt gebruikt voor verdieping van de kernvakken voor het landelijke examen OAT. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.011 Dit examen is een verplicht voorbereidend examen voor doorstroom naar de masterfase van de opleiding tot Register Accountant (RA) en post-hbo opleiding tot AccountantAdministratieconsulent (AA). De duale variant kent de voltijd propedeuse en vanaf het tweede studiejaar een cadans van drie dagen werken en twee dagen studeren. Het programma van de hoofdfase van de duale variant is grotendeels gelijk aan dat van de voltijd variant. In het duale hoofdfase-programma zijn enkele projecten uit de voltijd variant niet opgenomen, omdat de werkervaring van de student in de duale omgeving hiervoor in de plaats komt. De opleiding hanteert de volgende didactische uitgangspunten: 1 het leren staat centraal 2 de student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces 3 de opleiding is een lerende organisatie: docenten en studenten leren met en van elkaar 4 het onderwijs werkt met realistische taken 5 de student wordt aangesproken als beginnend beroepsbeoefenaar. Het panel ziet dat het curriculum competentiegericht is opgezet, met samenhangende blokken die voor een groot deel dezelfde studielast kennen (5 EC’s). Het panel vindt het, mét de studenten, een goede ontwikkeling dat wordt gewerkt aan een gelijke en herkenbare studielast per cursus en blok. Studenten merken daarover op dat hun planning makkelijker wordt. De blokken en de daarbinnen georganiseerde cursussen weerspiegelen de beoogde eindkwalificaties. Actueel houden van het curriculum, relatie met de beroepspraktijk Ontwikkelingen in het beroep van accountant en in de dienstverlening van accountantskantoren gaan snel. Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen zijn: internationalisering, de centrale positie van kennis en informatie, toename van IT-mogelijkheden en de toenemende complexiteit van ondernemen in het MKB. Er ontstaat een scheiding tussen controle- en advieswerk en er zijn ingrijpende wijzigingen in (internationale) wet- en regelgeving, die hun invloed doen gelden op de beroepsuitoefening. Docenten zijn zich bewust van de snelle ontwikkelingen. Zij zien dat het werk bij de AAkantoren verschuift van controlewerk en administratieve dienstverlening naar advieswerk. Het panel hoort hierover: ”Wij zullen ons steeds meer op de advieskant moeten richten. Dat is al in diverse projecten en in de afstudeerlijn opgenomen”. De opleiding werkt met een beroepenveldcommissie (bvc). In 2011 heeft deze commissie nog adviezen gegeven over aanpassingen in het curriculum, maar die zijn toen niet ter harte genomen door de opleiding. De commissie is in 2012, onder het oude management, niet bijeen geweest en recent in 2013 weer gestart met haar werkzaamheden. De leden van de bvc oriënteren zich nog op hun taak. Zij verwachten van de opleiding dat zij deze taak helder formuleert. Het panel ziet dat de samenstelling van de bvc adequaat is; er zijn bvc-leden van grote kantoren (de ‘big 4’) en vertegenwoordigers van kleinere kantoren die vooral het MKB bedienen. Het panel ziet dat, met de herstart van het overleg met de bvc, de opleiding in voldoende mate de actuele beroepsontwikkelingen monitort en borgt in het programma. Tijdens de audit blijkt dat de opleiding een beroep kan doen op een netwerk van werkveldvertegenwoordigers en alumni van goed niveau. Het panel adviseert de opleiding om dit waardevolle netwerk veel intensiever te gaan gebruiken en voorts om de input van stageverlenende accountantskantoren en vanuit duale werkplekken, die via docentcontacten tot haar komt, beter te benutten. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.012 Internationalisering De internationale beroepscomponent is minder zichtbaar in het programma. De opleiding gebruikt enkele Engelstalige boeken. Behoudens in Curaçao volgen de studenten geen stages in het buitenland. Er worden wel stages gelopen bij kantoren in Nederland die contacten in het buitenland hebben; dit leidt dan tot cases die in het onderwijs gebruikt worden. Zo ziet het panel dat inmiddels een project is gestart, waarbij studenten via een skypeverbinding contact hebben met Deense en Finse studenten en een casus behandelen over de overname van een Deense bierbrouwerij door een Nederlandse. Aan dit door de opleiding Bedrijfseconomie geïnitieerde project nemen ook studenten AC deel. Het panel ziet dat aandacht wordt gegeven aan de verdere ontwikkeling van de internationale component en waardeert dat positief. Alumni zijn tevreden over het niveau van de opleiding. Wel merken alumni en studenten op dat hun kennis van het Engels en met name van vaktermen soms ontoereikend is. Een alumnus, die doorstudeert aan een universitaire masteropleiding zegt hierover: “De bachelor sluit wel aan op de master. Maar het omschakelen naar Engelstalige colleges is moeilijk en met het scannen van een Engelstalige wetenschappelijke tekst ben ik dagen bezig”. Het panel dringt er bij de opleiding op aan om, in de lijn van de eigen voornemens, aandacht te blijven geven aan het aspect ‘internationalisering’ en dit uit te werken voor de bachelor accountancy. Betere beheersing van de Engelse taal verdient daarbij prioriteit. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Vertegenwoordigers van het beroepenveld maken opmerkingen over de beperkte vaardigheid van stagiairs en alumni om een goed adviesrapport of een managementletter te schrijven. Zij adviseren, via de bvc, om hieraan meer aandacht te gaan besteden. Het panel heeft bij het lezen van afstudeerwerkstukken (zie ook Standaard 3) zelf vastgesteld dat het goed formuleren en helder schrijven vaak te wensen overlaten. Het panel dringt er bij de opleiding op aan om de signalen van het beroepenveld serieus te nemen en aandacht te geven aan de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van de student. Onderzoeksleerlijn Het opzetten en uitvoeren van toegepast onderzoek wordt nu stap voor stap doorgevoerd in het onderwijs. Het lectoraat, dat twee jaar geleden is gestart, speelt hierin een rol. Enkele promoverende docenten richten zich op de vakken ‘onderzoeksmethodologie en -methodiek’. De eerste resultaten daarvan zijn zichtbaar in de gezamenlijke propedeuse. Studenten moeten daarin een project uitvoeren en daarbij beginnen met het opstellen van een ‘plan van aanpak’. Het panel beoordeelt deze inspanningen positief en veronderstelt dat de verbinding tussen onderzoek en onderwijs in de naaste toekomst resultaten gaat opleveren en zichtbaar zal zijn in afstudeerwerken van voltijders en de ‘proeven van bekwaamheid’ die duale studenten maken. Instroom en intake De opleiding heeft een grote instroom van formeel toelaatbare studenten (vwo, HAVO, mbo, 21+), die niet het niveau en/of de motivatie lijken te hebben om de opleiding succesvol te volgen en af te ronden. Dit resulteert in een hoge uitval in de propedeuse en een laag afstudeerrendement. Met de komst van de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid (KiV) is het sinds 1 september 2013 mogelijk om de intake-procedure te verbeteren. De opleiding werkt al met een numerus fixus en met intake gesprekken, een digitaal assessment en “summer courses” voor het wegwerken van deficiënties op het terrein van Nederlands, Engels, economisch rekenen, wiskunde en bedrijfseconomie. De mogelijkheden die de wet KiV biedt zullen verder worden gebruikt om het studierendement te verbeteren. De opleiding kent geen verkort programma en geen vrijstellingen op basis van vooropleiding. De opleiding is naar het oordeel van het panel op de goede weg met het aanscherpen van de intake. Studieloopbaan ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.013 De studieloopbaanbegeleiding (slb) staat in het teken van de groei in zelfstandigheid van de student. In het propedeusejaar is het volgen van de slb verplicht en draagt de slb bij aan de propedeutische functies: selectie, oriëntatie en verwijzing. In de hoofdfase is de slb erop gericht de student te helpen bij het maken van keuzes voor stage, afstuderen en excellentie en is de vorm coachend van karakter. De intensiteit van begeleiding neemt dan af en de student moet op eigen initiatief een beroep doen op de slb’er. Hu-breed is een programma van eisen opgesteld voor studieloopbaanbegeleiding. Een van de eisen is dat elke slb’er in de komende jaren gecertificeerd wordt. Studenten zeggen baat te hebben bij de studieloopbaanbegeleiding en geven hiervan concrete voorbeelden. Stagebegeleiding voltijd De voltijd opleiding kent twee stages. In het tweede studiejaar tijdens de meeloopstage begeleidt de slb’er de student. Bij de afstudeerstage in het vierde jaar zorgt een vakdocent voor de begeleiding. De begeleidende docent brengt in de meeloopstage één en in de afstudeerstage twee bedrijfsbezoeken en heeft dan overleg met de bedrijfsmentor. De bedrijfsmentor zorgt voor een adequate begeleiding van de student in het bedrijf en geeft feedback door middel van een beoordelingsformulier. Deze beoordeling is adviserend bij de uiteindelijke beoordeling van de student. Het panel hoort van de studenten dat zij de begeleiding adequaat vinden. Doorstuderen Binnen de Hogeschool Utrecht zijn geen vervolgopleidingen voor accountancy. De CEA-eis om binnen de instelling periodieke afstemming te hebben is derhalve niet van toepassing. Incidenteel is er wel overleg tussen de opleiding en universitaire accountantsopleidingen. Er zijn afspraken met de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit te Amsterdam over de mogelijkheid tot doorstuderen voor Utrechtse alumni. Personeel De kwaliteit van het onderwijzend personeel is sinds kort weer aan de maat. Er is afscheid genomen van een aantal docenten en een aantal nieuwe docenten is ingestroomd. De examencommissie heeft een examinator ontheven van zijn taak. De opleiding heeft een personeels-meerjarenplan. Alle docenten hebben de mastergraad en één van hen is gepromoveerd. Vier docenten moeten nog hun pedagogisch-didactische aantekening halen. De opleiding vraagt van docenten dat zij op twee van de drie terreinen: onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk actief zijn, of zijn geweest. Uit een analyse van de cv’s van de docenten blijkt dat ten tijde van de audit dit voor alle docenten geldt. Jaarlijks worden met elke medewerker drie ‘resultaat gericht werken-gesprekken’ gevoerd. Individuele beoordelingen leiden tot een individueel opleidingsplan. De Learning Community is het vehikel dat wordt gebruikt voor de na- en bijscholing van docenten. Een aantal docenten heeft een promotievoucher en is bezig met zijn promotieonderzoek. In totaal is 3,9% van de bruto loonsom beschikbaar voor deskundigheidsbevordering. De voltijdstudenten zijn enthousiast over de mate waarin de docenten binding hebben met het werkveld, alhoewel zij ook zien dat bij een aantal oudere docenten die binding geringer is. De docenten vormen in de waarneming van het panel een enthousiast en overtuigend team. De voltijd en duale studenten zijn ook tevreden over de wijze waarop hun mening wordt gevraagd na elk onderwijsblok. Zij zien de resultaten van die enquêtes terug en zien dat daarmee iets wordt gedaan. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.014 Voorzieningen De faculteit heeft een goed geoutilleerde mediatheek tot haar beschikking, waarin boeken en tijdschriften te raadplegen zijn. Er is een behoorlijke verzameling databanken, die toegang geven tot bronnen en vaak tot full text artikelen. Veel databanken zijn van buitenaf met de HUinloggegevens te benaderen. Verder beschikt de faculteit en daarmee de opleiding over de standaard voorzieningen als collegezalen, klaslokalen, project- en werkruimtes, stilteruimtes. De leslokalen zijn uitgerust met digitale borden en computerapparatuur voor presentaties. De docentenkamers zijn gesitueerd rond ‘pleinen’ waar de studenten kunnen overleggen, samenwerken en recreëren. Docenten zijn daardoor direct benaderbaar voor de studenten. De IT-voorzieningen zijn aan de maat: de afgelopen jaren zijn er 200 werkplekken bijgekomen en er zijn nu ruim voldoende laptop-aansluitingen. Het gehele gebouw kent draadloos internet. Studenten zijn tevreden over de beschikbare voorzieningen. Veelzeggend in dit verband is het antwoord van een student op de vraag wat hij zou veranderen. Lachend: “Ik zou wat meer kleur aanbrengen; het is hier zo grijs”. De duale variant Het programma van de duale variant kent grote gelijkenis met de voltijdvariant. Het propedeusejaar is identiek. Vanaf het tweede studiejaar werkt de student drie dagen per week op basis van een onderwijs-arbeidsovereenkomst. Deze praktijkcomponent vervangt in het curriculum een aantal projecten. De duale studenten nemen deel aan dezelfde toetsen als voltijdstudenten, inclusief het landelijk georganiseerde OAT-examen. Uit het curriculum van de duale variant blijkt dat voor de werkervaring in het tweede en derde jaar tweemaal 15 EC en voor de afstudeerstage in het vierde jaar 18 EC wordt toegekend, in totaal 48 EC. De deugdelijkheid van een duale werkplek wordt beoordeeld aan de hand van duidelijke criteria. Hierbij is onder andere geformuleerd dat de accountants van het accountantskantoor moeten zijn aangesloten bij de NBA en dat het kantoor een minimale omvang moet hebben van 10 fte. Er zijn eisen geformuleerd omtrent de werkplek, de inhoud van het werk van de duale student en de begeleiding die een bedrijfsbegeleider biedt. Bij praktijkbezoeken controleert de begeleidende docent aan de hand van door de student verrichte werkzaamheden of de duale werkplek voldoet qua zwaarte. Als voorbeeld: er wordt daadwerkelijk vastgesteld of de student een controle verricht of administratieve dienstverlening verzorgt voor een klant van het betreffende kantoor. Het panel heeft tijdens de audit geen beoordelingsformulieren van docenten hierover ingezien, maar heeft wel de toelichting die hij kreeg van de docenten, bij duale studenten kunnen verifiëren. Het panel is tot de overtuiging gekomen dat de controle op de zwaarte van de functie en inhoud van het werk dat een duale student uitvoert, correct door de betreffende docenten wordt uitgevoerd. Het toekennen van de studiepunten gebeurt door het toetsen of de student de beroepscompetenties beheerst. Dit gebeurt door de begeleidende docent, in samenspraak met de bedrijfsbegeleider in een werkervaringsgesprek tussen docent en student en in een gesprek tussen docent en bedrijfsbegeleider. Studenten melden desgevraagd dat het voor een tweedejaars student steeds moeilijker wordt om een duale werkplek te vinden, die aan de eisen voldoet. Accountantskantoren selecteren steeds strenger en gaan liever in zee met academisch gevormde studenten en alumni. Gegeven dit feit veronderstelt het panel dat in de toekomst de zwaarte van de duale werkplek onder druk zal komen te staan. Het is daarom noodzakelijk dat de geschiktheid van werkplekken nauwkeurig blijft worden beoordeeld. Het panel adviseert de duale opleiding hieraan aandacht te besteden en de beoordeling van geschiktheid van de werkplek en de controle op uitgevoerde werkzaamheden tijdens werkplekbezoeken eenduidig vast te leggen. Duale studenten zijn tevreden over de begeleiding vanuit de opleiding, de kwaliteit van de docenten en de faciliteiten die worden geboden. De docenten, die colleges geven aan duale studenten zijn allen afkomstig uit en werkzaam in de beroepspraktijk. De duale studenten herkennen dit en zijn hierover zeer te spreken. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.015 Van enkele duale studenten mag het verplichte karakter van de studieloopbaanbegeleiding in het propedeusejaar verdwijnen, maar ook zij onderkennen wel de waarde van het coachingsaanbod. Als opmerking noteerde het panel: “Als het nodig is, zijn ze er. Maar als jouw studie normaal verloopt en er zijn geen problemen, dan heeft slb voor jou geen nut”. Het panel begrijpt zo’n opmerking, maar vindt het begeleidingsaanbod van de opleiding waardevol. Studenttevredenheid De oordelen van de voltijd en duale studenten op verschillende onderwerpen zijn de volgende: Onderwerp Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid bepalen Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid Tevredenheid over over over over over inhoud van het programma het niveau van de opleiding de samenhang van de programmaonderdelen de gebruikte werkvormen de mate waarin men de inhoud van de opleiding kan over over over over over over de de de de de de deskundigheid van de docenten didactische kwaliteiten van de docenten kennis van de beroepspraktijk bij docenten ICT-voorzieningen werkplekken informatievoorziening (roosters, cijfers) Voltijd 3,39 3,65 3,58 3,46 2,69 Duaal 3,53 3,89 3,68 3,26 2,76 3,66 3,36 3,76 3,35 3,47 3,31 3,68 3,47 3,89 3,85 3,85 3,71 Bron: Nationale Studenten Enquête 2013. In: Kritische Reflectie opleiding Accountancy. Cijfers op een vijfpuntschaal De enige score die lager uitvalt dan 3,0 betreft de mogelijkheid om zelf de inhoud van de opleiding te bepalen. De faculteit heeft flexibilisering van het onderwijs als speerpunt. Belangrijke trefwoorden daarbij zijn: inhalen, versnellen, profileren en excelleren. De opleiding kent de kritiek van de studenten maar geeft aan dat zij, gegeven de gestelde eindkwalificaties geen vrije keuzemogelijkheden kan programmeren. Dit is voor het panel ook duidelijk, gezien het overvolle programma dat in hoge mate wordt gedefinieerd door de eisen die de CEA formuleert. Weging en Oordeel (onvoldoende / voldoende / goed / excellent) Het panel heeft waargenomen dat de opleiding na een periode, waarin de aansturing onvoldoende was, nu op de goede weg is. Er is duidelijk sprake van een ambitie om ‘de schouders eronder te zetten’ en het panel ontmoette enthousiaste en gedreven vertegenwoordigers van het docententeam. Dit waardeert het panel positief. Het panel vindt het positief dat de opleiding een verbeterplan heeft opgesteld, wat echter nog niet is voorzien van een tijdsplanning bij de onderscheiden acties. Er zijn nog geen beoogde resultaten per actie benoemd, beschikbaar gestelde middelen zijn ten tijde van de audit nog niet toebedeeld en functionarissen zijn nog niet verantwoordelijk gesteld voor de operationalisering. Om de verbeteringen door te voeren en tot resultaat te brengen is tijd nodig. Het panel vindt, gezien de ambitie en het enthousiasme, dat de opleiding die tijd gegund moet worden. Het panel zet de verschillende aspecten tegen elkaar af en weegt als volgt. Het feit dat er altijd ontwikkelingen gaande zijn, is inherent aan het karakter van het onderwijs en de opleiding gaat daar goed mee om; Het programma van zowel de voltijd als duale variant is naar de mening van het panel toereikend voor het behalen van de beoogde eindkwalificaties; De competentiematrices sluiten aan op zowel de generieke domeincompetenties als de beroepscompetenties zoals genoemd in het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel, dat de opleiding zich eigen heeft gemaakt. Er is een matrix overlegd met de kwantitatieve aansluiting op de CEA-eindtermen. Hieruit blijkt dat niet in alle gevallen het door de CEA vereiste aantal EC's gehaald wordt, maar alle vakgebieden komen wel ruimschoots aan bod. Een volledige kwalitatieve aansluiting ontbreekt; ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.016 De ondersteunende processen en de middelen die de opleiding inzet, in zowel de voltijd als duale variant, zoals proces van studentbegeleiding, proces van afstemming met de arbeidsmarkt, onderwijzend personeel, materiële voorzieningen zijn allemaal voldoende. Het intake-proces mag worden aangescherpt, maar de opleiding is dit uitdrukkelijk van plan. Het panel is daarom van oordeel dat voor zowel de voltijd als duale variant sprake is van een programma, personeel en van voorzieningen die een samenhangende onderwijsleeromgeving creëren. Het panel beoordeelt derhalve standaard 2 voor beide varianten als voldoende. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.017 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 3: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk. Bevindingen Algemeen De faculteit is bezig met een verbeterslag op het niveau van de eindwerken en het ontwikkelen en implementeren van een systeem van toetsing en beoordeling, waarin ook wordt gezorgd voor een adequate borging van externe validering. Daarbij is gekozen voor een FEM-brede aanpak die wordt aangestuurd door de instituutsdirectie. Ook is recent het HU brede lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek ingesteld. Dit lectoraat speelt ten tijde van de audit een belangrijke rol in het FEM breed uitrollen van verbeteringen ten aanzien van het realiseren en beoordelen van het eindniveau. Het systeem van toetsen en beoordelen Alle studiepunten worden toegekend op basis van toetsen en/of beoordelingen. Elke cursus wordt apart getoetst. In de cursuswijzers staat vermeld wat de leerdoelen zijn en op welke manier die worden getoetst. In het toetsplan van de opleiding is vastgelegd welke competenties in welke cursussen, op welke wijze en op welk niveau worden getoetst. De opleiding hanteert verschillende toetsvormen. Theorie wordt schriftelijk getoetst. In de propedeuse geschiedt dat voor een belangrijk deel door meerkeuzetoetsen. Daarnaast worden, in de vorm van casussen, studenten één of meer beroepsvraagstukken voorgelegd die zij dienen op te lossen. In projecten worden eindproducten beoordeeld in relatie tot gemaakte plannen. Dit gebeurt door het beoordelen van een verslag en/of presentatie. Procesvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van het door de student geschreven reflectieverslag. Kennisonderdelen van het project worden getoetst met behulp van een mondeling individueel afgenomen kennistoets. Vaardigheden worden beoordeeld door een oordeel te geven over de uitvoering van (beroeps)vaardigheden. De student laat dan zien dat hij vaardigheden en werkmodellen correct kan toepassen in een zo reëel mogelijke praktijksituatie. Communicatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden worden daarbij eveneens beoordeeld. De beoordeling van stages en de afstudeeropdracht geschiedt met behulp van de beoordelingscriteria die zijn vastgelegd in de cursuswijzers “stage en afstuderen”. Studenten nemen deel aan de landelijke Overall Toets. Het panel constateert dat de opleiding een hoog slagingspercentage realiseert bij dit OAT met een cumulatief gemiddelde van 64%, tegenover een landelijk gemiddelde van 39% c.q. 50% (respectievelijk met en zonder bonuspunten), over de periode van januari 2009 t/m januari 2013. De scores van Utrecht over 2012 en 2013 waren 89, respectievelijk 75% geslaagden. Het panel heeft het toepassen van de verschillende toetsvormen kunnen verifiëren. Er zijn eisen gesteld ten aanzien van validiteit, betrouwbaarheid, efficiency en transparantie van toetsen. Toetsen worden opgesteld door cursusbeheerders en docenten die als examinator zijn benoemd door de examencommissie. Alle toetsen inclusief de normering worden door twee personen opgesteld en de beoordelingscriteria worden opgesteld en gevalideerd door een team van docenten. De te bereiken leerdoelen zijn uitgewerkt in toetsmatrijzen. Per toets wordt aangegeven welke leerdoelen worden getoetst, welk onderling gewicht de toetsonderdelen hebben, op welke wijze het cijfer tot stand komt en waar de cesuur tussen onvoldoende en voldoende ligt. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.018 Het panel ziet dat de opleiding bezig is toetsmatrijzen op te stellen voor alle cursussen en heeft het bestaan van toetsmatrijzen kunnen verifiëren. De wijze waarop de opleiding deze matrijzen opstelt, brengt het panel tot het oordeel dat de toetskwaliteit voldoende geborgd is in de daarvoor vastgelegde procedures. Het slagingspercentage van de OAT laat zien dat studenten goed worden voorbereid op het landelijk examen en dat de beoogde competenties met succes op het hoogste niveau worden getoetst. Tijdens de gesprekken krijgt het panel te horen dat in de periode dat er weinig aansturing was, enkele examinatoren hun eigen weg zijn ingeslagen en zich niet meer hielden aan de afgesproken beoordelingscriteria. Dit heeft er onder meer toe geleid dat het onderdeel ‘onderzoeksvaardigheden’ niet is getoetst zoals was bedoeld. Nadat dit zichtbaar werd, heeft het faculteitsmanagement ingegrepen. Het ingrijpen van het management begrijpt het panel ten volle. Het panel heeft de samenstelling van toetsen en criteria die worden gehanteerd bij beoordelingen gezien en heeft kunnen vaststellen dat de beoogde eindkwalificaties zichtbaar zijn in de toetsen en de gehanteerde criteria. Daarmee stelt het panel ook vast dat de toetsen aantoonbaar aansluiten bij de eindtermen en dat aandacht wordt besteed aan de reikwijdte, de actualiteit en de spreiding in de inhoud van de toetsen. De facultaire examencommissie De facultaire examencommissie bestaat uit een aantal kamers. Voor de opleiding AC is dit de Kamer Finance & Accounting. De examencommissie en Kamer F&A houden onafhankelijk van de opleiding en van de faculteit toezicht op het toetssysteem. In het studiejaar 2013-’14 is een toetscommissie toegevoegd aan de kamer. De toetscommissie ziet toe op goede toetsdoelen, actuele toetsmatrijzen en goede toetsing bij de uitvoering van elke cursus. De toetscommissie is bemenst met toetsexperts. Het panel heeft gesproken met de examencommissie. Uit het jaarverslag 2012 maakt het panel op dat de examencommissie nog vooral denkt en werkt in procedures en minder de kwaliteit van het gerealiseerde niveau in het oog heeft. Hiervoor zijn wel aanzetten, wat ook blijkt uit het gesprek met die commissie, maar de ambitie daarbij mag wat het panel betreft groter zijn. Het gaan werken met toetscommissies die zijn bemenst door toetsexperts vindt het panel een stap in de goede richting. Docenten worden geschoold in het opstellen van toetsen. Ook dit vindt het panel een juiste actie. De opleiding stelt dat de facultaire examencommissie verantwoordelijk is voor het afgeven van diploma’s en dat zij, alvorens hiertoe wordt overgegaan alle behaalde resultaten op geldigheid en volledigheid controleert. In het gesprek dat het panel had, is duidelijk geworden dat de examencommissie bij wijze van steekproef scripties inhoudelijk heeft beoordeeld, maar dit deed nadat de getuigschriften al waren afgegeven. Het panel vindt deze aanpak van achteraf bij wijze van steekproef controle uitvoeren op de afstudeerwerkstukken niet ideaal. Als de examencommissie scripties wil beoordelen –en dit is een taak die de examencommissie zichzelf kan opleggen-, dan dient dit te naar de opvatting van het panel te gebeuren op een zodanig moment dat nog corrigerend kan worden opgetreden. De examencommissie vertelt het panel welke werkdruk zij ervaart. Het aantal individuele vragen en klachten van studenten dat wekelijks moet worden behandeld, is groot. Hierdoor ontbreekt tijd om echt intensief toezicht te houden op de kwaliteit en het niveau van eindwerkstukken. Het panel vindt dit gebrek aan tijd een ernstige zaak en adviseert de faculteitsdirectie daarom dringend om de examencommissie beter te faciliteren. Het moet mogelijk worden voor die commissie om, diepgaander en tijdiger dan nu, na te gaan of de kwaliteit van de stage, de afstudeerbeoordeling en het eindgesprek op niveau zijn. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.019 Het niveau van afstuderen, voltijd variant Het panel heeft het gerealiseerde niveau beoordeeld door kennis te nemen van 20 eindwerkstukken van voltijdstudenten uit een lijst van 61 over de jaren 2011 – 2013. Van deze 20 eindwerkstukken zijn er 13 onvoldoende, terwijl ze door de examinatoren wel als voldoende zijn beoordeeld. In een aantal gevallen treffen de panelleden beroepsfouten aan. Het panel is hier verbaasd over. De twee externe deskundigen uit het panel hebben hun bevindingen daarom besproken met de betreffende examinatoren, voor zover nog werkzaam op de hogeschool. Dezen erkennen dat er fouten zijn gemaakt bij de beoordeling van de afstudeerwerkstukken. Niveau van afstuderen, duale variant Het panel heeft ook kennis genomen van vijf ‘Proeven van Bekwaamheid’ van duale studenten. Deze proeven van bekwaamheid zijn aan de maat. Het toetsen van het functioneren op de werkplek vindt plaats op basis van verslagen door de student, rapportages van functioneringsgesprekken tussen hem en de bedrijfsbegeleider en voorts op basis van een gesprek tussen de bedrijfsbegeleider en de betreffende docent. Het panel ziet dat de ‘Proeve van Bekwaamheid’ niet door de student hoeft te worden verdedigd. Daardoor kan de mogelijkheid bestaan dat de ‘proeve’ niet het eigen werk van de betreffende student is. Het panel merkt hierbij op dat hij hiervoor geen aanwijzingen heeft, maar vindt wel dat de borging op dit punt aandacht verdient. Het panel geeft, gezien het feit dat aan de werkervaring van de duale student 45 EC worden toegekend, de opleiding als overweging mee een onafhankelijk(er) vorm van toetsing in te voeren welke ook door de examencommissie is geborgd. Op basis van de gesprekken die het panel heeft gevoerd en adviezen die het panel heeft gegeven tijdens de audit, heeft de opleiding meteen een aantal zaken rond het afstuderen aangescherpt. Dit heeft de opleiding binnen twee weken na de audit aan het panel laten weten. De opleiding brengt vanaf september 2013 twaalf verbeteringen aan in het proces van afstuderen. Het panel noemt daarvan de belangrijkste. De opleiding zal als regel stellen dat het plan van aanpak voor het afstudeeronderzoek door beide examinatoren moet zijn goedgekeurd, wil er goedkeuring komen voor het afstudeertraject. De programmaleider praktijk, al dan niet geadviseerd door een geraadpleegde deskundige, beslist als er geen consensus tussen de examinatoren is, die oordelen over dit plan van aanpak. De opleiding zal in de periode september – december 2013 drie intervisiebijeenkomsten voor examinatoren organiseren waarbij een afstudeerrapport en een plan van aanpak, die vooraf door de examinatoren zijn beoordeeld, worden besproken om tot normvinding te komen met betrekking tot betrouwbaarheid, validiteit, transparantie, gerealiseerd eindniveau en methodologie. De opleiding zal in januari 2014 een vervolg-training organiseren in het begeleiden van afstudeeropdrachten voor examinatoren. De opleiding zal afstudeercommissies organiseren, die de plannen van aanpak, die door studenten ter goedkeuring van hun afstudeertraject zijn ingeleverd in januari 2014, bespreken. Plannen van aanpak die (nog) niet aan de eisen voldoen, moeten worden verbeterd vóórdat goedkeuring aan het afstudeertraject wordt gegeven. In de cursuswijzer voor 2013-’14 worden de richtlijnen aangescherpt ten aanzien van het plan van aanpak, het afstudeerrapport, het mondeling examen en de presentatie. Er wordt een instructiebijeenkomst voor studenten georganiseerd voorafgaand aan de start van het afstudeertraject, met gerichte informatie over het verloop van het afstudeertraject. De opleiding zal voor de studenten een training methodologie/ onderzoeksvaardigheden organiseren tijdens de eerste maand van het afstudeertraject (inclusief het maken van een plan van aanpak). De opleiding zal als regel invoeren dat ook bij een aantal mondelinge AC examens gecommitteerden aanwezig zullen zijn. Dit zal bij de afstudeertrajecten die vanaf 3 februari 2014 (reguliere startdatum) starten, plaatsvinden. Het panel heeft kennisgenomen van deze verbeteringen, die de opleiding op korte termijn wil gaan doorvoeren en stemt hiermee in. Het panel waardeert het positief dat de opleiding binnen veertien dagen reageert op de opmerkingen die het panel tijdens de audit heeft gemaakt. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.020 Weging en Oordeel (onvoldoende voor de voltijdvariant; voldoende voor de duale variant Het panel ziet dat er een adequaat ontwikkeld systeem van toetsen en beoordelen bestaat en wordt ingevoerd, waardoor de toetskwaliteit geborgd is. Het panel vindt dat de examencommissie aan kracht zal moeten winnen en haar rol in de borging van de kwaliteit van toetsing en examinering moet versterken. Voor het panel weegt zijn oordeel over de examencommissie mee in het uiteindelijke oordeel over het gerealiseerde niveau, maar is dit niet doorslaggevend. Het panel is door het zeer recente verbeterplan dat het panel na de audit ontving ervan overtuigd geraakt dat de opleiding zich de bevindingen van het panel aantrekt en passende maatregelen treft. Doorslaggevend voor het oordeel van het panel over standaard 3 is zijn oordeel over de werkstukken van voltijdstudenten. Het panel komt tot het oordeel dat het gerealiseerd eindniveau van de voltijd opleiding Accountancy onvoldoende is. Het gerealiseerde niveau van de duale variant is, op basis van wat het panel heeft gezien in de “Proeven van Bekwaamheid”, wel voldoende. Daarbij weegt het panel mee dat ook uit de rapportages van het functioneren van duale studenten én uit de opmerkingen van werkveldvertegenwoordigers blijkt dat het niveau van afstuderen van duale studenten aan de maat is. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.021 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.022 5. ALGEMEEN EINDOORDEEL De opleiding Accountancy wordt ten tijde van de audit op een solide wijze aangestuurd. Dit is in het verleden anders geweest, wat heeft geleid tot onvoldoende borging van het eindniveau en tot relatieve stilstand in de ontwikkeling van de opleiding. Dit klemt te meer, daar het beroepenveld van de accountant en de inhoud van dat beroep snelle veranderingen doormaken. Onder meer veranderende wetgeving is daar debet aan. De opleiding herkent en erkent deze stilstand en het onvoldoende niveau in de gerealiseerde eindkwalificaties van voltijd studenten, dat nu zichtbaar is in de eindwerkstukken en werkt aan verbeteringen. Hiervoor is faculteitsbreed een verbeterplan ontwikkeld, dat ten tijde van de audit wordt geïmplementeerd. Het panel ziet dat en is van oordeel dat de beoogde eindkwalificaties voor beide varianten overeenstemmen met hetgeen mag worden verwacht in de beroepspraktijk. Er is een discussie met werkveldvertegenwoordigers in hoeverre de eindkwalificaties ook een internationale focus moeten hebben. Het panel vindt dat de opleiding deze discussie met het werkveld terecht aangaat en op dit moment in voldoende mate de aandacht geeft aan het aspect van internationalisering. Het onderwijsprogramma van de voltijd en duale variant is goed uitgewerkt in cursussen, die worden getoetst. De begeleiding van studenten en de voorzieningen zijn adequaat en met name het onderwijzend personeel is goed in staat het onderwijs op het gewenste niveau te verzorgen. De onderwijsleeromgeving vertoont voor beide varianten voldoende samenhang. De gerealiseerde eindkwalificaties van de studenten in de voltijd variant zijn onvoldoende, waarbij het panel zich met name baseert op de inhoud van eindwerkstukken. Het gerealiseerde eindniveau van de studenten in duale variant is wel voldoende. Standaard 1: voor beide varianten voldoende Standaard 2: voor beide varianten voldoende Standaard 3: voor de voltijdvariant onvoldoende en voor de duale variant voldoende ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.023 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.024 6. AANBEVELINGEN Het panel doet in dit auditrapport tal van aanbevelingen en constateringen. Wij vatten deze hierna als volgt samen. 1. De opleiding zou meer aandacht kunnen besteden aan schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, zodat de afgestudeerden beter dan nu in staat zijn een adviesrapport of managementletter op te stellen. 2. De opleiding kan de transparantie verhogen door op heldere wijze aan te geven hoe de relatie is tussen de onderwijseenheden en de CEA-eindtermen. Dit leidt dan tot een beschrijving van de kwantitatieve én kwalitatieve aansluiting. 3. De opleiding zou meer aandacht kunnen geven aan de vaardigheid om zich in het Engels uit te drukken. Daarbij dient vooral het accent te liggen op het beheersen van Engelse vaktermen. 4. Het beheersen van onderzoeksvaardigheden kan verder in het programma worden geïmplementeerd. 5. Over de mate waarin het aspect van internationalisering in het programma moet weerklinken, moet de discussie met het werkveld worden voortgezet. 6. De opleiding kan zich ten opzichte van andere hbo-bachelor accountancyopleidingen profileren door extra aandacht te geven aan een of meer van de hierboven genoemde aspecten. 7. Het panel vindt het waardevol dat de opleiding en faculteit een heldere opdracht zullen formuleren voor de nieuw samengestelde beroepenveldcommissie. 8. De opleiding doet er goed aan om het rijk geschakeerde netwerk van werkveldvertegenwoordigers en alumni te benutten bij het actueel houden van de inhoud van de opleiding, het verwerven van stage- en afstudeerplaatsen alsmede duale werkplekken en het aantrekken van gastdocenten. 9. De intake van studenten kan, nu de wet daar de mogelijkheden toe biedt, nog beter worden geïnstrumenteerd. 10. Het panel beveelt aan de toetsing van de duale werkplek op zodanige wijze te verstevigen dat deze door de examencommissie kan worden geborgd 11. Het panel beveelt de examencommissie aan te borgen dat de ‘proeve van bekwaamheid’ van de duale student inderdaad zijn eigen werk is. Dit kan door deze proeve te laten volgen door een afstudeergesprek over de inhoud daarvan. 12. Het panel beveelt aan de examencommissie beter te faciliteren voor haar werkzaamheden. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.025 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.026 BIJLAGE I Scoretabel Scoretabel paneloordelen hbo-bachelor Accountancy Hogeschool Utrecht voltijd en duaal Standaard Oordeel voltijd Oordeel duaal Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties V V Standaard 2. Onderwijsleeromgeving V V Standaard 3. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties O V Algemeen eindoordeel O V ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.027 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.028 BIJLAGE II Beroeps- en opleidingsprofiel hbo accountancy 2012 Controle 1. Brede professionalisering Zelfstandig uitvoeren van taken ten behoeve van de controle; basis voor verdere professionalisering door vervolgstudie 2. Multidisciplinaire integratie Kunnen integreren van kennis en vaardigheden uit met name de vakgebieden AO, EV en CB, vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen in het kader van de controle Toepassen van theorieën en concepten uit verschillende vakgebieden bij het uitvoeren van de controle 3. Wetenschappelijke toepassing 4. Transfer en brede inzetbaarheid Toepassen van kennis en inzichten tijdens zowel de jaarrekening- als interimcontrole binnen verschillende typen ondernemingen 5. Creativiteit en complexiteit in handelen Op basis van gedegen analyse controles kunnen uitvoeren in omgevingen die nieuw zijn 6. Probleemgericht werken Bepalen van de aanpak van de controle, bijvoorbeeld door het opstellen van een controleplan en werkplan 7. Methodisch en reflectief denken en handelen Verzamelen en analyseren van informatie, zowel bij planning als uitvoering van de controle Administratieve dienstverlening Zelfstandig uitvoeren van taken op het gebied van administratieve dienstverlening Fiscaliteit Advisering Zelfstandig uitvoeren van taken op het gebied van fiscale dienstverlening Kunnen adviseren op een breed terrein Kunnen integreren van met name fiscale kennis bij het verzorgen van jaarrekeningen Kunnen integreren van fiscale kennis en vaardigheden aan kennis en vaardigheden van vakgebieden uit de andere beroepstaken, met name administratieve dienstverlening Toepassen van de (telkens veranderende) regelgeving op fiscaal vlak in uiteenlopende situaties Bij het adviseren gebruik kunnen maken van kennis en vaardigheden van vakgebieden uit de andere beroepstaken Toepassen van fiscale kennis bij zowel het verzorgen van aangiftes als bij fiscale advisering op een breed terrein Kunnen inzetten van adviesvaardigheden op een breed terrein, waaronder ook administratieve en fiscale dienstverlening, en binnen de natuurlijke adviesfunctie ook bij werkzaamheden in het kader van de controle Kunnen aanpakken van complexe fiscale vraagstukken in nieuwe situaties en met toepassing van telkens veranderende regelgeving Kunnen uitvoeren van unieke advieswerkzaamheden in omgevingen die nieuw zijn Toepassen van met name nieuwe technologieën (ICT) bij het uitvoeren van taken op het gebied van administratieve dienstverlening Toepassen van kennis en inzichten bij zowel het voeren van administraties als bij het zich een oordeel vormen over de kwaliteit van gevoerd werk Kunnen aandragen van administratieve oplossingen in omgevingen die nieuw zijn Toepassen van inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij het adviseren Bij adviesvragen van cliënten problemen kunnen definiëren en voor nieuwe problemen oplossingsstrategieën kunnen bedenken Planmatig aanpakken van het voeren van administraties en het samenstellen van jaarrekeningen Planmatig aanpakken van fiscale werkzaamheden Relevante informatie verzamelen, analyseren en gebruiken bij het ontwikkelen van een plan van aanpak in een adviestraject ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.029 Controle 8. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid 9. Basiskwalificering voor managementfuncties 10. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Communiceren met zowel cliënt als collega’s voor, tijdens en na het uitvoeren van de controle Kunnen plannen en voorbereiden van werkzaamheden van anderen in het kader van de controle; kunnen analyseren en inrichten van bedrijfsprocessen Zich voortdurend bewust zijn van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de accountant, gedurende het gehele proces van opdrachtaanvaarding tot accountantsrapport Administratieve dienstverlening De resultaten van administratieve werkzaamheden kunnen communiceren aan de cliënt Werkzaamheden op administratief vlak van assistenten kunnen beoordelen en sturen Fiscaliteit Advisering De resultaten van fiscale werkzaamheden kunnen communiceren aan de cliënt Op communicatief correcte wijze cliënten kunnen adviseren, zowel mondeling als schriftelijk Zich voortdurend bewust zijn van de maatschappelijke betekenis van het verbinden van de naam van de accountant aan het samenstellen van een jaarrekening Zich voortdurend bewust zijn van de maatschappelijke betekenis van het verbinden van de naam van de accountant aan het verrichten van fiscale werkzaamheden Vanuit het perspectief van aan manager / eigenaar kunnen meedenken over de bedrijfsvoering Zich voortdurend bewust zijn van de maatschappelijke betekenis van het verbinden van de naam van de accountant aan het verstrekken van adviezen Overzicht van de eindkwalificaties met betrekking tot onderzoek, die de opleiding Accountancy van Hogeschool Utrecht gaandeweg implementeert. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Het Het Het Het Het Het Het Het formuleren van een probleemstelling identificeren van voor de oplossing van het probleem benodigde kennis en theorie kritisch beoordelen van de beschikbare kennis en theorie modelleren van het probleem en de analyse verbinden van het model met de praktijksituatie / het probleem verzamelen van data analyseren van de praktijksituatie, bij voorkeur op basis van het model en trekken van praktisch uitvoerbare conclusies. Bron: Werkgroep Onderzoeksleerlijn AC Scholenoverleg 2012. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.030 BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma Voltijd Periode A Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Bedrijfseconomie Periode B 5 Marketing Periode C 5 Bedrijfsadministratie 1 5 Economie & Recht Onderzoeksvaardigheden Communicatieve vaardigheden 5 Caseware Controleleer Xbrl 5 Project Planning & Control 5 BIV 1 / Corporate Gouvernance Management Accounting 1 5 5 5 5 Belastingrecht 1 + privaatrecht 5 Bedrijfsadministratie 2 5 Project Performance Management 5 Controleleer 2 / ethiek 2/ mvo BIV 2 / Corporate Governance 2 Financiering 3 + Levensverzekering wiskunde 5 5 Periode D Project Externe verslaglegging Business English 1 level A 5 Bedrijfskunde 5 Financiële calculaties & gegevensverwerking 5 15 ERP + Management & Organisatie 1 5 Stage 1 5 Business project 5 Bestuurlijke Informatie & Logistiek 5 Gegevensverwerking Onderzoeksvaardigheden 5 Externe Verslaglegging 2 + Belastingrecht 2 5 5 Project Treasury 5 Project externe Verslaglegging Financiering 2 5 Bedrijfsadministratie 3 5 5 Algemene economie 5 Ondernemingsrecht 5 Social skills + Management en org 5 Externe verslaglegging 3 Project Informatietechnologie Project Managementletter 6 Management accounting & control 1 3 Management accounting & control 2 3 Strategisch management Belastingrecht 3 OverAll Toets 6 18 3 Stage / afstudeeropdracht ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.031 5 3 18 Duaal Periode A Jaar 1 Jaar 2 Periode B Bedrijfseconomie 5 Bedrijfsadministratie 1 5 Onderzoeksvaardigheden 5 Communicatieve vaardigheden 5 BIV 1 / Corporate Gouvernance 5 Project Planning & Control 5 Management Accounting 1 5 Bedrijfsadmini -stratie 2 5 Belastingrecht 1 + privaatrecht 5 Marketing Periode C Economie & Recht 5 5 Periode D Project Externe verslaglegging 5 Business project 5 Business English 1 level A 5 Bestuurlijke Informatie & Logistiek 5 Bedrijfskunde 5 Financiële calculaties & gegevensverwerking 5 Externe verslaglegging 2 + belastingrecht 2 5 ERP + Management & Organisatie 1 5 Ondernemingsrecht 5 Gegevensverwerking Onderzoeksvaardigheden 5 Externe Verslaglegging 2 + Belastingrecht 2 Werkervaring Jaar 3 BIV 2 / Corporate Governance 2 15 5 Management & Org + Management accounting 2 5 Controleleer 2 / ethiek 2/ mvo Financiering 3 + Levensverzekering wiskunde 5 Project Treasury 5 Bedrijfsadministratie 3 5 Financiering 2 5 Externe verslaglegging 3 5 Algemene economie 5 Werkervaring Jaar 4 Project Informatietechnologie OverAll Toets 5 6 5 15 Project Managementletter 6 18 Management accounting & control 1 3 Management accounting & control 2 3 Strategisch management Belastingrecht 3 3 Stage / afstudeeropdracht ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.032 3 18 BIJLAGE IV Programma, werkwijze en beslisregels Auditprogramma van de Beperkte Opleidingsbeoordeling van de hbo-bachelors Accountancy, Bedrijfseconomie en Financial Services Management, Hogeschool Utrecht Maandag 9 en dinsdag 10 september 2013 Tijd 08.15 – 08.30 Gesprekspartners (incl. namen en functies) Inloop & ontvangst auditteam 08.30 – 09.30 Intern overleg auditteam 09.30 – 10.30 Management 10.30 – 11.00 Rob van Lambalgen (Faculteitsdirecteur FEM) Saskia Goedhard (ad interim Onderwijs directeur) Wim van de Kappelle (Opleidingsmanager) Iris Hollaender (deeltijd Opleidingsmanager) Joke Berendsen (Opleidingsmanager) Loes Vink (Opleidingsmanager Propedeuse) Interactie Onderwijs en Onderzoek 10.00 – 11.15 Hans Duits (lector FAI) Gerrit Jan Lanting (docent, lid lectoraat) Frans Boumans (docent, lid lectoraat) Wil van Erp (docent, lid lectoraat) Roderick Udo (docent, lid lectoraat, toetsexpert) Jeroen Berendsen (deeltijd docent, programmaleider, lid lectoraat) Michiel van der Ven (docent, lid lectoraat) Pauze/uitloop 11.15 – 12.15 Examencommissie Auditpanel Gespreksonderwerpen Compleet auditpanel Van der Hoorn Paur Straathof Nieuwenhuizen Van Aken Verbaas Schakenbos Gespreksonderwerpen: eigenheid opleiding – ambities hbo-niveau - relatie beroepenveld – internationalisering – relatie beoogde en gerealiseerde eindkwalificaties – rendementen en uitval Peters (secr) Compleet panel Interne terugkoppeling Compleet panel 12.15 – 12.45 12.45 – 13.30 Andre de Groot (voorzitter facultaire examencommissie) Wyp de Jong (docent, voorzitter kamer) Gerrit Jan Lanting (docent, lid excie, routemanager) Hans Smits (docent, routemanager) Kathelijne Pennings (docent, lid excie) Holger Hooimeijer (docent, lid examencommissie, routemanager) Jeroen Berendsen (deeltijd docent, lid examencommissie) open spreekuur / random lesbezoek / bestudering documentatie / rondleiding Lunch auditteam Gespreksonderwerpen: onderzoek doen – lectoraat en kenniskring – interactie onderwijs en onderzoek - onderzoeksvaardigheden Gespreksonderwerpen: Bevoegdheden en taken examencommissie en toetscommissie - rol in de interne kwaliteitszorg toetsing – resultaten Compleet panel Compleet panel Interne terugkoppeling ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.033 Tijd 13.30 – 14.30 Parallelle sessie met docenten deeltijd 13.30 – 14.30 Parallelle sessie met docenten voltijd Gesprekspartners (incl. namen en functies) Docenten voltijd bachelor Bedrijfseconomie Wil van Erp (docent, lid lectoraat) Henk Lak (docent, coördinator SLB, programmaleider) Kees de Vries (docent, programmaleider) Frans Boumans (docent, lid lectoraat, programmaleider) Astrid Oranje (coördinator bedrijfsadministratie) Holger Hooimeijer (docent, lid examencommissie) Gerrit Jan Lanting (docent, lid lectoraat, lid examencommissie, programmaleider) Ankie van Delden (programmaleider, SlB propedeuse) Erna Tiggelman (praktijkcoördinator) Docenten deeltijd bachelor Bedrijfseconomie Auditpanel Gespreksonderwerpen Deel panel team BE Gespreksonderwerpen docenten: realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – stage - internationale component beoordelen en toetsen - borging niveau - aansluiting instromers – relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten opleidingsspecifieke voorzieningen Gespreksonderwerpen: deskundigheidsbevordering/pop docenten – onderzoek doen – lectoraat en kenniskring Deel panel team BE Jeroen Berendsen(docent, programmaleider, themacoördinator en lid lectoraat) Geert Jan Reuser (docent, thema coördinator) Dirkjan Beugelsdijk (docent) Willem Bieshaar (docent) Gespreksonderwerpen docenten: realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – internationale component beoordelen en toetsen - borging niveau - aansluiting instromers – relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten opleidingsspecifieke voorzieningen Interne terugkoppeling 14.30 – 14.45 Pauze/uitloop Panel team BE 14.45 – 15.30 Parallelle sessie met studenten deeltijd Studenten voltijd bachelor Bedrijfseconomie Deel panel team BE Thomas Lablans (prop) 2012- 2013 Gerard Zwaan (prop)2012 - 2013 Rebecca Hissink (2e jaar) 2012 2013 Sylvana van Schaik (2e jaar) 2012 - 2013 Matthijs Huttinga (3e jaar) 2012 2013 Teri- Ann Karjamenawi (3e jaar) 2012 - 2013 Jegor Chamrai (3e jaar 2012 2013) Lid GOC Lisa van Schaik ( 4e jaar 2012 2013) Kim Boerman (4e jaar 2012 – 2013) Studenten deeltijd bachelor Bedrijfseconomie Gespreksonderwerpen studenten: kwaliteit en relevantie programma – studeerbaarheid – aansluiting – toetsen en beoordelen – kwaliteit docenten – opleidingsspecifieke voorzieningen – eigen producten Deel panel team BE Paulien van der Veldt (2e jaar) 2012 - 2013 Audrey Nagtegaal (3e jaar) 2012 2013 Andre Huiting (4e jaar) 2012 2013 Francine Christiaanse (4e jaar GOC) 2012 - 2013 Pauze/uitloop Gespreksonderwerpen studenten: kwaliteit en relevantie programma – studeerbaarheid – aansluiting – toetsen en beoordelen – kwaliteit docenten – opleidingsspecifieke voorzieningen – eigen producten Panel team BE Interne terugkoppeling 14.45 – 15.30 Parallelle sessie met studenten voltijd 15.30 – 15.45 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.034 Tijd 15.45 – 16.30 Gesprekspartners (incl. namen en functies) Werkveldvertegenwoordiging en alumni BE Nienke van Drie (Alumnus) Jantine Geerdink (Alumnus) Ruben Opgelder (Alumnus) Auditpanel Gespreksonderwerpen Panel team BE Gespreksonderwerpen Werkveld: contacten met opleiding over onder andere: actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma – andere wensen vanuit het werkveld – eigen inkleuring opleiding – stage en begeleiding – onderzoekscomponent – niveau Werkveldvertegenwoordiger Wim Prins Wim Metsemakers Gespreksonderwerpen Alumni: o.a. kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) – functioneren in de praktijk of vervolgopleiding Beroepenveldcommissie BE Cor Gijtenbeek (Senior Adviseur I & A, Eneco) Jacques Vervuurt (IN2Governance) Deeltijd Bas Klomp (Alumni) Wilma Versluis (Alumni) Werkvelddeskundige deeltijd Jasper de Wit (Corporate Controller, Corporate Control) Willem Koens (Financieel Directeur Auto Muntstad Groep) 16.30 – 16.45 16.45 – 17.15 Pauze/uitloop Intern overleg en bepalen standpunt panel m.b.t. BE 17.15 – 17.30 Pending issues Interne terugkoppeling Panel team BE ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.035 Dinsdag 10 september 2013 Gesprekspartners (incl. namen en functies) 08.00 – 08.15 Inloop & ontvangst auditteam Tijd Auditpanel Gespreksonderwerpen Team AC 08.15 – 09.00 Intern overleg auditteam Team AC 09.00 – 09.45 Docenten AC Bachelor voltijd en duaal10 Team AC Gespreksonderwerpen docenten: realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – stage internationale component - beoordelen en toetsen - borging niveau - aansluiting instromers – relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen Team AC Interne terugkoppeling 09.45 – 10.00 Ron van Loon( docent, programmaleider, contactpersoon AC scholenoverleg) Hans Smits (docent lid examencommissie, programmaleider) Koos Vijverberg (docent, programmaleider OAT) Erna Tiggelman (docent, praktijkbegeleider, programmaleider) Roderick Udo (docent, lid lectoraat, toetsexpert Michiel van de Ven (docent, lid lectoraat en programmaleider) Bernhard van der Biessen (docent) Jaap Verdoes (docent OAT) Pauze/uitloop 10.00 – 10.45 Studenten AC Bachelor voltijd en duaal Ronald van Uden (propedeuse) 2012 - 2013 Kevin Borst (propedeuse) 20122013 Jari Groenink (2e jaar) 2012 2013 Nuray Yildiz (2e jaar) 2012 2013 Jeroen de Groot (2e jaar) 2012 2013 Ibrahim Colak (4e jaar duaal) 2012 - 2013 Maurice Lagrand (3e jaar) 2012 2013 Team AC Gespreksonderwerpen studenten: kwaliteit en relevantie programma – studeerbaarheid – aansluiting – toetsen en beoordelen – kwaliteit docenten – opleidingsspecifieke voorzieningen – eigen producten 10.45 – 11.00 Pauze/uitloop Team AC Interne terugkoppeling 10 De Associate degree Accountancy (voltijd en duaal) wordt m.i.v. september 2013 afgebouwd en daarom niet meegenomen tijdens de audit. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.036 Tijd 11.00 – 11.45 Gesprekspartners (incl. namen en functies) Werkveldvertegenwoordiging en alumni AC Auditpanel Gespreksonderwerpen Team AC Gespreksonderwerpen Werkveld: contacten met opleiding over onder andere: actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma – andere wensen vanuit het werkveld – eigen inkleuring opleiding – stage en begeleiding – onderzoekscomponent – niveau Sanne van Schaik (Alumnus 2012) Kelvin Hendrikse ( Alumnus 2011) Vivian Schoonderbeek (Alumni 2012) Gespreksonderwerpen Alumni: o.a. kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) – functioneren in de praktijk of vervolgopleiding Beroepenveld AC Jean Louis Geutjes ( Ernst & Young) Stefan Verrips (Deloitte) Werkvelddeskundige Arie Rietveld (voorzitter Rietveld de Jong Accountantskantoor) Jan Metz (Commissaris Landsigt accountants) 11.45 – 12.00 Pauze/uitloop Team AC / FSM 12.00 – 12.45 Werklunch / Intern overleg / bestudering documentatie/ bepalen standpunten panel m.b.t. AC Open spreekuur / random lesbezoek / bestudering documentatie Docenten bachelor voltijd FSM Team AC / FSM 12.45 – 13.45 13.45 – 14.30 14.30 – 14.45 Team FSM Team FSM Wyp de Jong (docent, Coördinator WFT, voorzitter Examencommissie) Guido van der Burg (kerndocent) Anneke de Koning (docent en ontwikkelaar) Arthur van der Leij (docent) (Arno Eigenraam docent) Pauze/uitloop Interne terugkoppeling Team FSM Gespreksonderwerpen docenten: realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – stage internationale component - beoordelen en toetsen - borging niveau - aansluiting instromers – relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen Interne terugkoppeling ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.037 Tijd 14.45 – 15.30 Gesprekspartners (incl. namen en functies) Studenten bachelor voltijd FSM 14.30 – 15.30 15.30 – 15.45 15.45 – 16.30 Auditpanel Team FSM Jorn van der Kant (prop) 2012 2013 Niels van Denderen (prop) 2012 2013 Gino Schuur (2e jaar H1) 2012 2013 Ingmar van den Bor (2e jaar H1) 2012 - 2013 Judith Adema (3e jaar H2) 2012 2013 Thomas van den Herik ( 3e jaar H2) 2012 - 2013 Ciska Verkleij (3e jaar H2) 2012 2013 Hanane Aandouch (4e jaar H3) 2012 - 2013 Steven Danes (4e jaar H3) 2012 2013 Consultatie van docenten / examinatoren door de auditoren Accountancy (ingelast tijdens de audit op verzoek van het panel) Pauze/uitloop M. Paur RA L. Straathof RA De auditoren bespreken met de examinatoren de uitkomsten van en hun oordeel over de door hen beoordeelde eindwerkstukken AC voltijd Team FSM Interne terugkoppeling Werkveldvertegenwoordiging en alumni FSM Berend Nannes Aysenur Ankarali (alumni 2011) Team FSM Gespreksonderwerpen Werkveld: contacten met opleiding over onder andere: actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma – andere wensen vanuit het werkveld – eigen inkleuring opleiding – stage en begeleiding – onderzoekscomponent – niveau Werkvelddeskundige Leon Janmaat (VvAA) BvC FSM Gespreksonderwerpen Alumni: o.a. kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) – functioneren in de praktijk of vervolgopleiding Frank Romijn (directeur Inkomen, de amersfoortse ASR) Vasco Klarenbeek (manager Control, Rabobank Utrecht) Dirk de Graaf (Algemeen directeur, Wuthrich) 16.30 – 16.45 16.45 – 17.00 Pauze/uitloop Intern overleg 17.00 – 17.30 Pending issues 17.30 – 17.45 Intern overleg, bepalen standpunten m.b.t. FSM Terugkoppeling AC, BE en FSM (alle gesprekspartners en genodigden) 17.45 Gespreksonderwerpen Interne terugkoppeling Team FSM Team FSM Team FSM ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.038 Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en duale varianten van de opleiding Accountancy is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van 22 november 2011. Daarin staan de standaarden vermeld waarop een auditpanel zich bij de beperkte opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan een auditpanel moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Omdat het hier een hbo-bacheloropleiding Accountancy betreft zijn ook de CEAbeoordelingscriteria hbo-accountancyopleidingen hierbij betrokken. De audit is uitgevoerd door een groot panel, dat zich heeft opgesplitst in deelpanels. Het gehele panel, zoals dat is genoemd in bijlage VI, heeft de gesprekken gevoerd met het management, de lector en leden van de kenniskring en met de examencommissie. Daarna hebben vakinhoudelijke leden van het panel zich gebogen over de opleiding Accountancy. Deze vakinhoudelijke auditoren nemen de verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit rapport. Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd- en duale varianten. De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’. De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Verantwoording keuze gesprekspartners Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld. Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Hiervan is gebruikt gemaakt. Tijdens het locatiebezoek heeft het auditteam at random een aantal lessen bezocht en met de daar aanwezige studenten gesproken. Voorts heeft het panel tijdens de audit een extra gesprek ingelast met de docenten/examinatoren Accountancy voltijd, om met hen de uitkomsten van de door twee auditoren beoordeelde, bij steekproef getrokken scripties, te bespreken. Het oordeel van het auditteam, vastgelegd in een conceptrapport, werd aan de opleiding voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ , ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’. Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding, dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de basiskwaliteit is gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen tot een positief eindoordeel over de opleiding. Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op verscheidene locaties, kan de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.039 Beperkte opleidingsbeoordeling Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 3 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien ten minste twee standaarden als ‘goed’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien ten minste twee standaarden als ‘excellent’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.040 BIJLAGE V Lijst geraadpleegde documenten Lijst geraadpleegde documenten, conform richtlijn van de NVAO Kritische Reflectie opleiding Accountancy voltijd en duaal Organogram Faculteit Economie en Financiën/ Organigram opleiding Accountancy Strategienota HU Business School Utrecht Kwaliteitsverbeterplan FEM 2012-2015 Beroeps- en opleidingsprofiel Accountancy van het AC-scholenoverleg 2009 en 2012. Domeinspecifieke competenties Economics 2005; HU competentieset Eindtermen theoretische accountantsopleiding 2008, versie 2013 van de CEA Standaard Bachelor in Business Administration Onderzoeksleerlijn voor hbo- opleidingen Accountancy, juni 2012 Nota Internationalisering FEM 2013 – 2016 Reglement BVC Cursuswijzer afstuderen Studiegids propedeuse FEM en accountancy voltijd en duaal Tripartite overeenkomst duaal werkervaring Cursuswijzer duaal werkervaring OER HU 2012-2013; OER FEM 2012-2013 Programma van eisen SLB in de HU Prestatieafspraken HU (2012) Projectplan Sirius FEM 2012-2013 Meerjaren personeelsplan 2013-2015 Overzicht Learning Communities IBE 2011-2012 Cv’s van de docenten, met daarin vermeld de relevante accountantservaring Structuurnota verhoging kwaliteit, rendement en studenttevredenheid FEM 2012-2015 Uitkomsten en evaluatie landelijke OAT-toets van januari 2009 t/m januari 2013. Toetsbeleid 2011: Sturen op Kwaliteit Toetsplan Accountancy voltijd en duaal Cursuswijzer Stage 1 Van Cijfer tot Diploma Jaarverslag examencommissie 2011-2012 Reglement Examencommissies HU/SZ/J Notitie ‘Toetscommissies op de FEM’, juni 2012 Beoordelingsformulier afstuderen Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar, voltijd en duaal. Ter inzage Overzicht van de contacten met het werkveld en recente verslagen vergaderingen bvc Samenvatting en analyse van recente evaluatieresultaten en relevante managementinformatie. Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een representatieve selectie van gemaakte toetsen (presentaties, stageverslagen, assessments, portfolio’s e.d.) en beoordelingen. Handboeken en overig studiemateriaal. Door het panel te bepalen representatieve selectie van (15) afstudeerwerkstukken van de afgelopen twee jaar met beoordelingscriteria en normering. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.041 Overzicht van 20 afstudeerwerkstukken van voltijd studenten op studentnummer: 1 Studentnr 1216703 afstudeerjaar 2011 2 3 4 1553432 1553985 1544755 2012 2012 2012 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1545441 1549542 1556457 1528468 1546503 1547649 1549911 1559284 1555835 1550866 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 15 16 1557562 1554396 2013 2013 17 1566444 2013 18 19 1596562 1547144 2013 2013 20 1566271 2013 Tijdens de audit zijn door de twee auditoren Accountancy 5 ‘Proeven van Bekwaamheid’ beoordeeld uit een totaal van 33 duale afgestudeerden in de periode 2011-2013. Hiervan zijn de studentnummers niet genoteerd. ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.042 BIJLAGE VI Overzicht auditteam De samenstelling en expertise van het voltallige auditteam laten zich als volgt weergeven: Panelleden voorzitter R.J.M. van der Hoorn Vakdeskundige M. Paur RA (Auditor AC en BE) werkvelddeskundige L. Straathof RA (Auditor AC) J.P. Nieuwenhuizen (Auditor BE) J.H. van Aken (Auditor FSM) P.A.J. Verbaas (Auditor FSM) Expertise - audit - kwaliteitzorg Expertise - onderwijs Expertise - vakinhoud x x x x x x x Expertise - internationaal x x x x x x x x x x x Op 2 juni 2013 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het panel Accountancy, Bedrijfseconomie en Financial Services Management van Hogeschool Utrecht, dossiernummer 001881. Korte functiebeschrijvingen panelleden 1 De heer R.J.M. van der Hoorn MBA (voorzitter) Directeur-mede eigenaar Hobéon groep. Veelvuldig panel voorzitter. Verscheidene jaren interim sectordirecteur economisch domein van een hogeschool. Directeur investeringsgroep voor startende ondernemers. 2 De heer M. Paur RA MMO, auditor voor Accountancy en Bedrijfseconomie. Jarenlange ervaring als registeraccountant bij groot accountantskantoor, gedurende zeven jaar hoofddocent accountancy bij de Hogeschool van Amsterdam. 3 De heer L.N.M. Straathof RA, auditor voor Accountancy. Vijfendertig jaar ervaring als registeraccountant, waarvan zeventien jaren als partner bij een groot accountantskantoor. 4 Dhr. J.P. Nieuwenhuizen, auditor voor Bedrijfseconomie. Jarenlang topfuncties in het bankwezen vervuld; onder meer CEO optiebeurs Amsterdam, Londen. 5 De heer drs. J.H. van Aken, auditor voor Financial Service Management. Opleidingsmanager en hogeschoolhoofddocent FSM Hogeschool Windesheim. 6 De heer drs. P.A.J. Verbaas, auditor voor Financial Service Management. Hoofddocent en promovendus Universiteit Nyenrode. Voormalig lid Raad van Bestuur Van Landschot Bankiers. 7 De heer B. Schakenbos (student-lid). Vierdejaars student Bedrijfseconomie Hogeschool Inholland. Secretaris De heer R.G. Peters Expertise - studentzaken x X studentlid B. Schakenbos secretaris R.G. Peters Expertise - werkveld Gecertificeerd d.d. november 2010 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.043 x ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.044 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.045 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.046 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.047 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.048 ©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Accountancy, Hogeschool Utrecht, versie 6.049
© Copyright 2024 ExpyDoc