HANDLEIDING Gevoelige kwesties Korte omschrijving lesactiviteit Als je een discriminerende opmerking hoort, kan dat erg pijnlijk zijn. Discriminatie kan ook andere gevoelens oproepen: boosheid bijvoorbeeld, of verbazing. Of misschien heb je wel eens gegniffeld om een discriminerende uitspraak. Ook degene die zo’n opmerking maakt, kan gedreven worden door een gevoel, bijvoorbeeld angst. Hoe reageren jouw leerlingen op deze opmerkingen? En herkennen zij de emoties bij zichzelf en/of een ander? Leerdoel(en) –– Leerlingen herkennen discriminerende opmerkingen. –– Leerlingen denken na over discriminatie in hun eigen belevingswereld. –– Leerlingen weten gevoelens te koppelen aan bepaalde discriminerende opmerkingen. –– Leerlingen denken na hoe zij kunnen reageren op discriminerende opmerkingen. –– Leerlingen leren verschillende handelingsmogelijkheden ontdekken. Voorbereidingstijd 30 minuten (handleiding doornemen en printen benodigdheden) Duur 45 minuten Voorbereiding –– Lees de docentenhandleiding. –– Vul de werkbladen die de leerlingen gebruiken in. Dit maakt het gemakkelijker om de opdracht uit te leggen. –– Print genoeg werkbladen uit om in de klas te gebruiken. Let op: print de werkbladen in afdrukstand ‘liggend’. Gevoelige kwesties handleiding Wat doe jij? 1 stap Inleiding Je geeft aan dat je het vandaag gaat hebben over discriminatie. Wat is discriminatie? En spelen emoties daarbij een rol? –– Wat verstaat jouw klas onder discriminatie? Je kunt dit bijvoorbeeld door middel van een mindmap inventariseren. –– Lees daarna de volgende definitie voor: ‘Discriminatie is op anderen gericht gedrag. Het is altijd op een of andere manier een handeling. Alleen als je iets openlijk en daadwerkelijk doet, zegt of schrijft, kun je discrimineren.’ –– Je kunt eventueel ook nog Artikel 1 van de Grondwet erbij pakken: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” –– Stel nu de volgende twee vragen aan je leerlingen: Welke emotie had je toen iemand iets positiefs tegen je zei? En welke emotie had je toen iemand iets negatiefs tegen je zei? Laat de leerlingen het overzicht van emoties op het werkblad bekijken en daaruit een passende emotie kiezen. Leg vervolgens het werkblad en de opdracht uit. –– Leg de emoties en de relatie met discriminatie uit. Hoe kan bijvoorbeeld angst leiden tot discriminatie? Een goed voorbeeld is de aanslag op de Twin Towers (“9/11”); die leidde in Nederland tot veel hatelijke opmerkingen (en zelfs geweld) tegen moslims en moskeeën. Angst voor de (radicale) islam speelde daarbij zeker mee. Bedenk voor de overige emoties op het werkblad ook voorbeelden als je verwacht dat jouw klas daar behoefte aan heeft. Aan de slag –– Leerlingen werken individueel aan de eerste drie oefeningen op het werkblad. Laat de jongeren de situaties lezen en deze invullen, en vervolgens nadenken over hun eigen belevingswereld. Duur: 10 minuten 2 stap Nabespreking –– In de nabespreking bespreek je allereerst de ingevulde situaties met de leerlingen. Welke emoties hebben zij vooral opgeschreven? Inventariseer deze en schrijf vervolgens op waar die emoties vandaan komen. Hoe kunnen ze de emoties beter inzetten? Bekijk daarvoor de achtergrondkennis + tips hieronder. Die kunnen je helpen om het omgaan met emoties bespreekbaar te maken. Duur: 10 minuten 4 Tips bij de nabespreking van deze gevoelige kwesties Tip 1 Houd er rekening mee dat het praten over discriminatie en racisme weerstanden en emoties kan oproepen. Hoe veiliger mensen zich voelen, hoe opener ze zich durven op te stellen. Respecteer de weerstanden en emoties, nodig uit om erover te vertellen maar maak ook de grenzen duidelijk als de veiligheid van anderen in het geding komt. Het kan handig zijn om aan het begin van een gesprek met elkaar gespreksregels af te spreken. Gevoelige kwesties handleiding Tip 2 Gebruik de LSD-methode: luisteren, samenvatten en doorvragen. Herformuleer en herhaal de opmerking van de leerling, vraag een bevestiging van die samenvatting en stel daar een vraag over. Laat (nog) geen afkeuring blijken. Probeer er zo achter te komen waarom hij of zij zich op deze manier uitlaat en wijs zo nodig op de schoolregels en andere omgangsvormen. 3 stap Andere handelingsmogelijkheden –– Pak na de bespreking het werkblad er weer bij en laat de leerlingen opdracht vier invullen. Inventariseer samen met de leerlingen mogelijke handelingsmogelijkheden. Vul eventueel aan met handelingsmogelijkheden uit onderstaande tabel. Je kunt ervoor kiezen om eerst per situatie de verschillende rollen te identificeren. Dader (faciliteert) Tip 3 Voorkom verwijten en maak onderscheid tussen discriminerend gedrag en de persoon: racisme en discriminatie kunnen ook onbedoeld en onbewust plaatsvinden. Dit is belangrijk om te weten omdat het de ‘schuldvraag’ minder gewicht geeft en de aandacht meer op het ongewenst gedrag zelf richt. Tip 4 Bespreek ook met collega’s wat er speelt en hoe jij ermee om denkt te gaan (en/of mee omgegaan bent). Zo ontstaat er een besef dat het niet een onoplosbaar probleem is. Meedoen, omdat je het leuk vindt en er geen kwaad in ziet (‘het is gewoon een geintje’). Onder meedoen vallen: meelachen, mee joelen, napraten, uitschelden Opjutten/aanmoedigen, omdat je bang bent soft gevonden te worden in de ogen van de anderen. (‘status verhogen’) Meedoen aan fysiek geweld, omdat je het beoogde slachtoffer te grazen wilt nemen. Hieronder vallen: duwen, slaan, spugen, steen aangeven. Aanwijzen, omdat je weet dat jouw vriend er dan wel op zal inhaken. Jij bent de aangever en je wilt het beoogde slachtoffer iets aandoen. Toeschouwer Wegkijken, maar je vindt het niet goed. Bijvoorbeeld: de andere kant opkijken, doorlopen, iets anders gaan doen. Je hoopt/ verwacht dat iemand anders te hulp zal schieten. Negeren, want het valt heus wel mee. (zelfde gedrag, ander motief) Er met iemand anders over praten, maar verder niets doen. Je bent het er niet mee eens, maar grijpt toch niet in. ‘Bevriezen’, aan de grond genageld staan, terwijl je wel iets zou willen doen. Gevoelige kwesties handleiding Helper Confrontatie aangaan door er iets van te zeggen. Achteraf naar het slachtoffer toegaan, ‘er zijn gewoon idioten’ zeggen, kopje koffie gaan drinken, geruststellen, troosten. Andere mensen erop aanspreken, samen iets doen. De politie bellen. Het vertellen aan iemand die je vertrouwt; ouders of iemand op school. Voor afleiding zorgen, over iets heel anders beginnen, zoals ‘brand’ roepen. Naar motieven vragen: waarom doe je dat? Waar is dat voor nodig? Laten merken dat je het niet oke vindt door afkeurend te kijken. Slachtoffer Iets terug zeggen. Fysieke actie ondernemen (klap uitdelen). Om hulp vragen, steun van anderen vragen, anderen aankijken. Wraak nemen. De dader volledig negeren. Niets doen, klein worden, het laten gebeuren. Achteraf iets doen, bijvoorbeeld de politie inschakelen. Achtergrondkennis Waarom discrimineren we? Mensen staan soms negatief tegenover een bepaalde groep in de samenleving. Aan een discriminerende houding zitten meerdere aspecten, op het vlak van cognitie, emotie en gedrag. Er zijn drie componenten van een attitude te onderscheiden: 1. De emotionele component correspondeert met vooroordelen. 2. De cognitieve component correspondeert met stereotypen. 3. De gedragscomponent correspondeert met discriminatie. Wanneer de eerste twee aspecten (het stereotiepe beeld en de emotie ten aanzien van een groep) negatief zijn, zijn we geneigd om ook zo te handelen, oftewel te discrimineren. Meer hierover in: ‘Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting over stereotypen en vooroordelen’, geschreven door Jaap Tanja, Anne Frank Stichting, 2013. Met de werkvorm ‘gevoelige kwesties’ leggen we de nadruk op emoties en hoe die in relatie staan tot discriminerende opmerkingen. Er zijn tal van theorieën die ingaan op emoties. De theorie van Daniel Goleman kaart het belang aan van emotionele intelligentie (1999). ‘Emotionele intelligentie’ Emotionele intelligentie is het vermogen om adequaat met emoties om te gaan. Psycholoog Daniel Goleman schreef hier een boek over. Goleman: ‘Kwaad te zijn op de juiste persoon, in de juiste mate, op de juiste tijd, om de juiste reden en op de juiste manier’. Om deze vorm van intelligentie onder de knie te krijgen, moeten leerlingen zich allereerst bewust zijn van hun eigen emoties. Gevoelige kwesties handleiding Emotionele intelligentie kenmerkt zich door: Achtergrondkennis Wil je meer weten over discriminatie en de werking van stereotypen en vooroordelen? Lees dan: ‘Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting over stereotypen en vooroordelen’, geschreven door Jaap Tanja, Anne Frank Stichting, 2013. • Zelfkennis en het reguleren van de eigen emoties: het herkennen van je gevoelens en die gebruiken om wijze beslissingen te nemen. Of: met je gevoelsleven omgaan, zonder erdoor beheerst te worden. Of: doorgaan ondanks tegenslag en je gevoelens juist gebruiken om je doelen te bereiken; • Empathie: begrip hebben voor anderen en dat manifesteren. Of: gevoelens van anderen waarnemen voor ze je vertellen wat zij innerlijk beleven; • Omgaan met anderen (samenwerken): in contacten met anderen je gevoelens vaardig en evenwichtig hanteren. Of: onuitgesproken gevoelens van een groep onder woorden brengen. Sommige leerlingen doen dit al van nature. Maar emotionele intelligentie is volgens Goleman ook te ontwikkelen. Aandacht hiervoor op school is dus belangrijk, bijvoorbeeld door regelmatig met leerlingen in gesprek te gaan over gevoelens en over de mogelijke oorzaken en gevolgen van emoties. Leerdoelen zouden niet alleen moeten gaan over of leerlingen slim genoeg zijn en voldoende weten, maar ook over of ze om kunnen gaan met zichzelf en met anderen. Dat kan door zich bewust te zijn van die emoties die spelen in een interactie. Goleman stelt dat een hoog intelligentiequotiënt (IQ) geen garantie is voor succes en geluk. Hij bepleit een samengaan van voelen en denken. Emotionele intelligentie (EI) is volgens Goleman dan ook van groot belang en in een aantal opzichten zelfs van doorslaggevend belang voor bijvoorbeeld succes op school, maar later ook in het werk.
© Copyright 2024 ExpyDoc