View online - Universiteit Gent

UNIVERSITEIT GENT
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
Academiejaar 2013-2014
WAT IS DE ROL VAN SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN OP DE
PREVALENTIE VAN SEDENTAIR GEDRAG?
Een cross-sectioneel onderzoek bij adolescenten, volwassenen en senioren
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van
Master in de Gezondheidsvoorlichting en –bevordering
Door Driesen Marjolijn & Van Hauwermeiren Lien
Promotor: Prof. Dr. De Bourdeaudhuij Ilse
Co-promotor: Prof. Dr. Cardon Greet
Begeleider: Busschaert Cedric
UNIVERSITEIT GENT
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
Academiejaar 2013-2014
WAT IS DE ROL VAN SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN OP DE
PREVALENTIE VAN SEDENTAIR GEDRAG?
Een cross-sectioneel onderzoek bij adolescenten, volwassenen en senioren
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van
Master in de Gezondheidsvoorlichting en –bevordering
Door Driesen Marjolijn & Van Hauwermeiren Lien
Promotor: Prof. Dr. De Bourdeaudhuij Ilse
Co-promotor: Prof. Dr. Cardon Greet
Begeleider: Busschaert Cedric
ABSTRACT
Probleemstelling: Technologische vernieuwingen dragen ertoe bij dat er de afgelopen
jaren steeds meer sedentair gedrag gesteld wordt door adolescenten, volwassenen en
senioren, een trend die zich in de toekomst mogelijks verder zal zetten. Omdat sedentair
gedrag gepaard gaat met gezondheidsrisico’s, is het belangrijk om beïnvloedende
factoren (correlaten) in kaart te brengen van verschillende contexten (tv kijken,
computergebruik,..) van sedentair gedrag, waardoor in de toekomst doelgerichte
interventies kunnen worden uitgewerkt.
Doelstelling: In deze masterproef wordt de rol van socio-demografische variabelen op
de prevalentie van tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en het totaal
sedentair gedrag bij adolescenten, volwassenen en senioren bestudeerd. Dit wordt
onderzocht voor een week-, weekend- en gemiddelde dag.
Methode: In dit cross-sectioneel onderzoek vulden 100 adolescenten (11.8 tot 18.3
jaar), 305 volwassenen (25 tot 60 jaar) en 186 senioren (65-plussers) afkomstig uit SintNiklaas een vragenlijst in betreffende (beïnvloedende factoren van) sedentair gedrag.
Resultaten: Het sedentair gedrag bij de verschillende leeftijdsgroepen wordt niet altijd
beïnvloed door dezelfde socio-demografische variabelen. Woonomgeving is een
belangrijke predictor van sedentair gedrag bij adolescenten en senioren. Daarenboven
wordt het sedentair gedrag bij senioren voorspeld door geslacht. Bij volwassenen
voorspellen leeftijd, geslacht, sociaal-economische status en gezinssamenstelling
sedentair gedrag. Ondanks de aanbevelingen om de schermtijd bij adolescenten te
beperken tot maximum twee uur per dag, blijkt het merendeel van de adolescenten deze
aanbeveling toch te overschrijden.
Conclusie: Per leeftijdsgroep voorspellen verschillende socio-demografische variabelen
de tijd die men spendeert aan tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en
totaal sedentair gedrag.
“Aantal woorden masterproef: 28 262 (exclusief bijlagen en bibliografie)”
INHOUDSTAFEL
Voorwoord ........................................................................................................................ 7
Inleiding ............................................................................................................................ 8
1
Literatuurstudie....................................................................................................... 11
1.1
Sedentair gedrag ............................................................................................... 11
1.1.1
Definitie .................................................................................................... 11
1.1.2
Contexten sedentair gedrag ...................................................................... 11
1.1.3
Sedentair gedrag versus fysieke activiteit ................................................ 12
1.1.4
Risico’s sedentair gedrag .......................................................................... 13
1.1.5
Meten van sedentair gedrag ...................................................................... 19
1.1.6
Aanbevelingen sedentair gedrag ............................................................... 24
1.2
Prevalentie van sedentair gedrag ......................................................................27
1.2.1
Adolescenten ............................................................................................ 28
1.2.2
Volwassenen ............................................................................................. 39
1.2.3
Senioren .................................................................................................... 47
1.3
Variantie in totaal sedentair gedrag ..................................................................52
1.4
Sedentair gedrag gebaseerd op het ecologisch model.......................................53
1.4.1
Intrapersoonlijk niveau ............................................................................. 55
2
Probleemstelling ..................................................................................................... 61
3
Onderzoeksmethode ............................................................................................... 64
3.1
Opzet .................................................................................................................64
3.2
Procedure ..........................................................................................................64
3.2.1
Onderzoeksdesign ..................................................................................... 64
3.2.2
Steekproef en dataverzameling ................................................................. 64
3.3
Gehanteerd meetinstrument ..............................................................................66
3.4
Dataverwerking .................................................................................................67
3.4.1
Sedentaire contexten ................................................................................. 67
3.4.2
Socio-demografische variabelen............................................................... 70
3.5
4
Data-analyse ......................................................................................................73
Resultaten ............................................................................................................... 76
4.1
Beschrijvende statistiek ....................................................................................76
4.2
Verschillen in sedentair gedrag tussen adolescenten, volwassenen en senioren79
4.3 Verschillen in gemiddelde hoeveelheid sedentair gedrag op basis van sociodemografische variabelen ............................................................................................ 84
4.4
Aanbeveling schermgerelateerd sedentair gedrag voor adolescenten ............100
4.5 Variantie in totaal sedentair gedrag verklaard door tv kijken, computergebruik
en gaming ..................................................................................................................101
4.6
5
Predictoren van sedentair gedrag ....................................................................102
Discussie ............................................................................................................... 112
5.1
Beperkingen en sterktes ..................................................................................120
5.2
Aanbevelingen voor verder onderzoek ........................................................... 121
5.3
Conclusie ........................................................................................................122
6
Literatuurlijst ........................................................................................................ 124
7
Bijlagen................................................................................................................. 145
8
Lijst van tabellen .................................................................................................. 227
VOORWOORD
Deze masterproef zou geen masterproef zijn geweest zonder de medewerking en hulp
van een aantal belangrijke personen. Deze zouden wij dan ook graag willen bedanken.
In eerste instantie willen wij onze begeleider, Cedric Busschaert, bedanken voor zijn
actieve inbreng in de opbouw van onze masterproef. Wij willen hem bedanken voor het
begeleiden, nalezen, verbeteren en bijsturen. Tevens willen wij hem bedanken voor de
vele tips die we gekregen hebben om deze masterproef tot een goed einde te brengen.
Ook zouden wij graag onze promotor, Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij, bedanken voor
de verkregen feedback. Eveneens willen we graag onze copromotor, Prof. Dr. Greet
Cardon, op ons lijstje met de te bedanken personen zetten.
Daarnaast zouden wij graag de adolescenten, volwassenen en senioren willen bedanken
voor het enthousiasme waarmee zij de vragenlijsten hebben ingevuld. Zonder hun
medewerking was deze masterproef niet realiseerbaar.
Vervolgens willen wij (Marjolijn en Lien) elkaar bedanken voor de fijne samenwerking,
steun en leuke momenten tijdens deze opleiding, en uiteraard tijdens het realiseren van
deze masterproef.
Wie we zeker ook niet mogen vergeten in ons dankwoord zijn onze familie en vrienden
voor het nalezen en verbeteren van onze masterproef. Eveneens hebben ze veel geduld
opgebracht en steun geboden, niet alleen tijdens deze masterproef maar ook gedurende
de hele opleiding, waarvoor dank!
INLEIDING
Sociale en industriële veranderingen doorheen de afgelopen jaren hebben ertoe geleid
dat mensen steeds meer tijd besteden aan sedentaire gedragingen, zoals tv-kijken
(Salmon, Tremblay, Marshall, & Hume, 2011). Deze trend lijkt zich verder te zetten in
de toekomst wegens de enorme beschikbaarheid en toename van technologische
vernieuwingen, die ervoor zorgen dat men minder lichamelijke inspanningen moet
leveren (Hamilton, Hamilton, & Zderic, 2007). Deze vernieuwingen ontwikkelen zich
zowel in de vrije tijd als op school- en werkvlak (Kwon, Burns, Levy, & Janz, 2013).
Sommigen spreken hierbij zelfs over een ‘scherminvasie’, daar veel schermgerelateerde
activiteiten zoals tv kijken, computergebruik en gaming steeds frequenter voorkomen
binnen de bevolking (Salmon et al., 2011). Deze toename in sedentair gedrag heeft ertoe
geleid dat steeds meer onderzoek gevoerd wordt naar gezondheids- en psychosociale
risico’s verbonden aan dit gedrag. Eveneens bestaan er aanbevelingen voor
adolescenten, volwassenen en senioren die tot doel hebben het sedentair gedrag te
beperken (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012). Echter blijkt dat
het merendeel van de adolescenten, volwassenen en senioren deze aanbevelingen
overschrijden. Om deze reden is het belangrijk na te gaan welke factoren/redenen dit
sedentair gedrag in de hand werken. Deze factoren zullen in toekomstige interventies de
basis vormen om sedentair gedrag aan te pakken.
In deze masterproef zal worden nagegaan wat de rol is van socio-demografische
variabelen op de prevalentie van sedentair gedrag bij adolescenten (12 tot 18 jaar),
volwassenen (25 tot 60 jaar) en senioren (65-plussers). Het betreft een cross- sectioneel,
beschrijvend onderzoek waarbij verschillende socio-demografische variabelen (leeftijd,
geslacht, sociaal economische status (SES), woonomgeving en familiale situatie)
besproken worden. Deze masterproef richt zich tot verschillende contexten van
sedentair gedrag, namelijk zittend tv kijken, zittend computergebruik en het totaal
sedentair gedrag. Voor adolescenten zal eveneens de context gaming opgenomen
worden omdat dit een veelvoorkomende sedentaire activiteit is binnen deze
leeftijdsgroep.
8
Deze masterproef start met een literatuurstudie waarin telkens een duidelijk onderscheid
gemaakt zal worden tussen de verschillende leeftijdsgroepen, alsook tussen de
verschillende contexten van sedentair gedrag. De literatuurstudie begint met een
uitgebreide bespreking van het begrip sedentair gedrag. Hierbij wordt ingegaan op de
definitie en de verschillende contexten van sedentair gedrag, alsook op het verschil
tussen sedentair gedrag en fysieke activiteit. De gezondheids- en psychosociale risico’s
verbonden aan sedentair gedrag zullen eveneens uitgebreid besproken worden, gevolgd
door de meetmethoden en reeds bestaande aanbevelingen met betrekking tot sedentair
gedrag. Een tweede deel van de literatuurstudie bestaat uit een uitgebreide beschrijving
van de prevalentiegegevens
per socio-demografische
variabele
overheen
de
verschillende sedentaire contexten, alsook per leeftijdsgroep. De literatuurstudie eindigt
met een bespreking van het sedentair gedrag gebaseerd op het ecologisch model waarbij
de nadruk wordt gelegd op het intrapersoonlijk niveau. De socio-demografische
variabelen leeftijd, geslacht, SES, woonomgeving en familiale situatie zullen hierbij
voor adolescenten, volwassenen en senioren uitgebreid besproken worden wat betreft de
contexten tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag.
Eveneens zal hierbij telkens een onderscheid gemaakt worden tussen een week-,
weekend- en gemiddelde dag.
Het tweede deel van deze masterproef bestaat uit de probleemstelling waarbij specifieke
onderzoeksvragen worden geformuleerd, uitgaande van de bevindingen uit de literatuur.
Het derde deel omvat de onderzoeksmethode waarbij het opzet, de procedure, het
gehanteerde meetinstrument, de dataverwerking en data-analyse aan bod komen. Dit
wordt gevolgd door het resultatengedeelte en de belangrijkste bevindingen en conclusies
uit het onderzoek. Achteraan deze masterproef zijn de gebruikte referenties, bijlagen en
een lijst van tabellen terug te vinden.
9
Het betreft een masterproef gemaakt door twee studenten. De volledige masterproef
werd in continue samenwerking uitgewerkt. Het opzoeken van literatuur gebeurde
echter wel afzonderlijk, daar dit tot een uitgebreidere literatuurstudie leidt. Indien
bepaalde onderdelen toch afzonderlijk werden uitgewerkt, werden deze steeds door
elkaar nagelezen en aangepast waar nodig.
10
1 LITERATUURSTUDIE
1.1 SEDENTAIR GEDRAG
1.1.1 DEFINITIE
Sedentair gedrag is afkomstig van het Latijnse woord ‘sedere’, wat zitten betekent
(Owen, Healy, Matthews, & Dunstan, 2010). Het Sedentary Behaviour Research
Network (2012) omschrijft een activiteit als sedentair wanneer deze gekenmerkt wordt
door een energie-uitgave ≤ 1,5 metabole equivalent (MET) en uitgevoerd wordt in een
zittende of liggende houding. Slapen wordt hierbij niet als sedentair gedrag beschouwd
(Sedentary Behaviour Research Network, 2012).
MET geeft de verhouding weer van het energieverbruik tijdens inspanning/activiteiten,
ten opzichte van het energieverbruik in rust (basale metabolisme). Het is ook een begrip
voor de intensiteit van een inspanning. Het energieverbruik in rust bedraagt 1 MET. Dit
is gelijk aan 3,5 ml zuurstofopname per kg lichaamsgewicht per minuut of 1 kilocalorie
per kg lichaamsgewicht per uur (de Morree, 2006).
1.1.2 CONTEXTEN SEDENTAIR GEDRAG
Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen schermgerelateerd en nietschermgerelateerd sedentair gedrag. Schermgerelateerd sedentair gedrag bestaat uit
zittend tv kijken, zittend computergebruik en gamen (Melkevik, Torsheim, Iannotti, &
Wold, 2010). Niet schermgerelateerd sedentair gedrag omvat gemotoriseerd transport
(zitten in auto, trein, tram, bus…), zittend werken voor school, zitten op het werk, zitten
tijdens sociale contacten en alle andere zittende/liggende activiteiten (Foley, Maddison,
Jiang, Olds, & Ridley, 2011).
Feldman, Barnett, Shrier, Rossignol en Abenhaim (2003) maken een onderscheid tussen
productieve en niet- productieve vormen van sedentair gedrag. De productieve vormen
bevatten lezen en computergebruik voor school- en werkgerelateerde activiteiten.
11
De niet- productieve vormen van sedentair gedrag hebben betrekking op de vrije tijd
waartoe tv kijken en niet-educatieve computergames behoren.
1.1.3 SEDENTAIR GEDRAG VERSUS FYSIEKE ACTIVITEIT
Een sedentaire levensstijl is niet per definitie de tegenhanger van een fysiek actieve
levensstijl (Owen et al., 2010). Een individu kan de dagelijkse norm van fysieke
activiteit behalen, maar toch een hoge graad van sedentair gedrag vertonen. Dit
fenomeen wordt door Owen et al. (2010) het ‘Active Couch Potato’ fenomeen genoemd.
Een voorbeeld hiervan is een kantoormedewerker die gedurende de dag een hoge
sedentaire graad bereikt, maar ’s avonds een uur fysiek actief is (Owen et al., 2010).
Sedentair gedrag en fysieke activiteit worden beiden gekenmerkt door verschillende
cellulaire en moleculaire processen (Hamilton et al., 2007; Hamilton, Healy, Dunstan
Zderic, & Owen, 2008). Studies uitgevoerd bij ratten tonen aan dat sedentair gedrag
gepaard gaat met een daling van het lipoproteïn lipase (LPL) in alle spiersecties, met
daarbij het grootste effect in de oxidatieve spiervezels. Sedentair gedrag gaat niet
gepaard met een daling in de LPL mRNA concentratie (Hamilton, Hamilton, & Zderic,
2004; Hamilton et al., 2007). In tegenstelling tot sedentair gedrag, gaat fysieke activiteit
gepaard met een toename in LPL activiteit en LPL mRNA in de witte glycolytische
spiervezels (Hamilton et al., 2004). Bij sedentair gedrag kan de onderdrukking van LPL
leiden tot lokale stoornissen in het triglyceride en HDL cholesterol metabolisme, alsook
aanleiding geven tot een verminderde glucoseopname waardoor gezondheidsproblemen
kunnen optreden (Bey, & Hamilton, 2003; Hamilton et al., 2007; Zderic & Hamilton,
2006). Bij mensen komen Healy et al. (2008) tot gelijkaardige resultaten wat betreft de
verandering in triglyceriden bij sedentair gedrag. Er kan dus gesteld worden dat, in
tegenstelling tot fysieke activiteit, sedentair gedrag kan resulteren in negatieve gevolgen
voor de gezondheid. Deze gevolgen worden in 1.1.4. Risico’s sedentair gedrag verder
toegelicht.
12
1.1.4 RISICO’S SEDENTAIR GEDRAG
o
GEZONDHEIDSRISICO’S
Sedentair gedrag gaat gepaard met heel wat gezondheidsrisico’s. Echter zijn de
bevindingen uit de literatuur niet altijd consistent met elkaar (Thorp, Owen, Neuhaus, &
Dunstan, 2011). Hieronder volgt, per leeftijdsgroep, een overzicht van een aantal
belangrijke gezondheidsrisico’s verbonden aan sedentair gedrag. De verschillende
onderzoeken die hieronder worden besproken, werden allen gecontroleerd voor fysieke
activiteit.
Vooreerst dient opgemerkt te worden dat eenzelfde aantal sedentaire gedragingen kan
resulteren in verschillende gedragspatronen. Bij deze gedragspatronen kan een
onderscheid gemaakt worden tussen ‘prolonger’ en ‘breaker’ sedentarisme. Een
‘prolonger’ is een persoon die blijft zitten gedurende een lange tijdsperiode. Een
‘breaker’ is een persoon die regelmatig zal opstaan om zittende activiteiten te
onderbreken (Tremblay, Colley, Saunders, Healy, & Owen, 2010). Het onderbreken van
sedentair gedrag is belangrijk aangezien dit tot verminderde gezondheidsrisico’s leidt
(Healy et al., 2008; Healy et al., 2011; Kwon et al., 2013). Bankoski et al. (2011), Healy
et al. (2011) en Swartz, Suires en Strath (2011) voegen hieraan toe dat het onderbreken
van sedentair gedrag een gunstige invloed heeft op de lichaamssamenstelling en
metabolische kenmerken waartoe lendenomtrek, triglyceride- en glucoseniveaus
behoren. Men kan dus stellen dat het belangrijk is het sedentair gedrag regelmatig te
onderbreken, in het bijzonder in die contexten waarin langdurig zitten frequent
voorkomt zoals bij kantoormedewerkers (Healy, Matthews, Dunstan, Winkeler, &
Owen, 2011; Swartz et al., 2011).
13
Adolescenten
Gebaseerd op bevindingen uit de literatuur kan gesteld worden dat het verband tussen
sedentair gedrag en gezondheidsrisico’s bij adolescenten voornamelijk onderzocht werd
voor schermgerelateerde activiteiten, met bijzondere aandacht voor de context tv kijken
(Tremblay et al. 2011). Voor de contexten gaming, computergebruik en het totaal
sedentair gedrag zijn er slechts beperkte literatuurgegevens beschikbaar.
Uit het cross-sectioneel onderzoek van Mark en Janssen (2008) bij 12 tot 19 jarigen,
blijkt dat wanneer adolescenten meer dan drie uur per dag schermgerelateerd
sedentair gedrag vertonen (zelfrapportage), ze twee à drie keer meer kans hebben op
het ontwikkelen van het metabool syndroom in vergelijking met adolescenten die
maximum één uur schermgerelateerd sedentair gedrag per dag vertonen. Het metabool
syndroom is een clustering van cardiovasculaire ziekten en diabetes type 2
risicofactoren, die het individu vatbaar maken voor een aantal chronische ziekten en
vroegtijdige sterfte (Ardern en Janssen, 2007).
Uit een review van Tremblay et al. (2011) (5 tot 17 jarigen) kan algemeen gesteld
worden dat adolescenten die meer dan twee uur tv kijken per dag (zelfrapportage), een
grotere kans hebben op het ontwikkelen van overgewicht/obesitas. In tegenstelling tot
Tremblay et al. (2011), wordt in de review van Swinburn en Shelly (2008) (6 tot 17
jarigen) geen duidelijk verband gevonden tussen de hoeveelheid tv kijken en obesitas.
Een cross-sectioneel onderzoek van de World Health Organisation, gebaseerd op
zelfrapportage bij 11 tot 15 jarigen, stelt eveneens dat adolescenten die minder dan twee
uur tv kijken per dag, een verminderd risico hebben op het ontwikkelen van
overgewicht (Haug et al., 2009). Hierbij aanvullend werd in het cross-sectioneel
onderzoek van Carson en Janssen (2011) een verband gevonden tussen een hoge tv tijd
(zelfrapportage bij 6 tot 19 jarigen) en een verhoogd risico op cardio-metabolische
risico’s.
14
Aansluitend op de context tv kijken, vond het cross-sectioneel onderzoek van Haug et
al. (2009) (zelfrapportage bij 11 tot 15 jarigen) een verband tussen minder dan twee uur
gaming per dag en een verminderd risico op overgewicht. Echter dient hierbij
opgemerkt te worden dat dit verband slechts in acht van de 30 landen werd gevonden
(Haug et al. 2009). Net zoals bij gaming, zijn in de literatuur weinig studies beschikbaar
die het verband tussen computergebruik en gezondheidsrisico’s nagaan. Daar waar het
cross-sectioneel onderzoek van Carson en Janssen (2011) wel een verband vond tussen
tv tijd en het cardio-metabolisch risico, blijkt dit verband niet aanwezig te zijn voor
computergebruik (zelfrapportage bij 6 tot 19 jarigen). Ook voor het totaal sedentair
gedrag werd geen verband gevonden met cardio-metabolische risicofactoren (MartínezGómez et al., 2012). In het cross-sectioneel onderzoek van Martínez-Gómez et al.
(2012) werd gebruik gemaakt van accelerometers bij 13 tot 17 jarigen voor het bepalen
van de totale hoeveelheid sedentair gedrag.
Volwassenen
Ook bij volwassenen worden voornamelijk studies over tv kijken besproken met
betrekking tot sedentair gedrag (Wijndaele et al., 2010). Aanvullend hierop worden
studies over schermgerelateerd sedentair gedrag en het totaal sedentair gedrag
opgenomen bij het bespreken van gezondheidsrisico’s. In de literatuur werden geen
specifieke studies gevonden die de link leggen tussen computergebruik en
gezondheidsrisico’s.
Het cross-sectioneel onderzoek van Wijndaele et al. (2009) bij 18 tot 75 jarigen, toont
aan dat hoe meer tijd besteed wordt aan schermgerelateerde activiteiten (combinatie
van zelfgerapporteerde tijd tv kijken en computergebruik), hoe groter het risico is op het
ontwikkelen van het metabool syndroom.
Gebaseerd op het longitudinaal onderzoek van Wijndaele et al. (2010) (45 tot 79
jarigen) blijkt dat een toename in tv kijken (zelfrapportage) verbonden is met nadelige
cardio-metabolische veranderingen. Het cross-sectioneel onderzoek van Healy et al.
(2008) bij 25- plussers komt tot gelijkaardige bevindingen.
15
Healy et al. (2008) concluderen dat er een positief verband bestaat tussen de
zelfgerapporteerde hoeveelheid tv kijken en het risico voor het ontwikkelen van het
metabool syndroom. Specifieke verbanden werden gevonden voor lendenomtrek,
systolische bloeddruk en 2-h plasma glucose (Healy et al., 2008). Uit het longitudinaal
onderzoek van Dunstan et al. (2010) (25-plussers), kan geconcludeerd worden dat
langdurig tv kijken (zelfrapportage) verbonden is met een hogere kans op mortaliteit
door cardiovasculaire aandoeningen. Echter werd er geen verband gevonden tussen een
toename in tv kijken en sterfte ten gevolge van kanker (Dunstan et al., 2010).
Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag kan men uit een longitudinaal
onderzoek van Katzmarzyk, Church, Craig en Bouchard (2009) bij 18 tot 90 jarigen,
eveneens besluiten dat hoge niveaus van sedentair gedrag (zelfrapportage) verbonden
zijn aan een hoger risico op sterfte ten gevolge van cardiovasculaire- en andere
aandoeningen. Uit de review van Thorp et al. (2011), gebaseerd op longitudinale
studies, blijkt dat er slechts beperkte evidentie bestaat voor de relatie tussen
zelfgerapporteerd sedentair gedrag en het risico op diabetes, kanker, gewichtstoename
en obesitas bij volwassenen (18-plussers). Healy et al. (2011) komen in hun crosssectioneel onderzoek bij 20-plussers tot de bevinding dat er een schadelijk verband
bestaat tussen langdurig totaal sedentair gedrag (objectief gemeten met accelerometers),
en lendenomtrek, HDL cholesterol, c-reactief proteïne en insuline.
Senioren
De gezondheidsrisico’s van sedentair gedrag bij senioren zijn nagenoeg gelijkaardig aan
deze gevonden bij volwassenen. Dit omdat veel onderzoekers geen specifiek
onderscheid maken tussen beide leeftijdsgroepen wanneer ze spreken over
gezondheidsrisico’s verbonden aan sedentair gedrag.
Zoals reeds aangehaald bij volwassenen, vond het cross-sectioneel onderzoek van
Wijndaele et al. (2009) bij 18 tot 75 jarigen, een positief verband tussen
schermgerelateerd sedentair gedrag (combinatie van zelfgerapporteerde tijd tv kijken
en computergebruik) en het risico op het ontwikkelen van het metabool syndroom.
16
De bevindingen uit het cross-sectioneel onderzoek bij 60- plussers van Gardiner et al.
(2011), dat zich richt op de context tv kijken (zelfrapportage), sluiten zich hierbij aan.
Aansluitend op de context tv kijken, werd in het longitudinaal onderzoek van Wijndaele
et al. (2010) (45 tot 79 jarigen) gevonden dat elk extra uur tv kijken per dag
(zelfrapportage) gepaard gaat met een verhoogd risico op cardiovasculaire sterfte.
Het cross-sectioneel onderzoek van Healy et al. (2008) bij 30 tot 87 jarigen, bestudeert
het
totaal
sedentair
gedrag
(bepaald
met
accelerometers)
in
relatie
tot
gezondheidsrisico’s. Dit onderzoek toont aan dat er een positief verband bestaat tussen
het totaal sedentair gedrag en de lendenomtrek alsook met het risico voor het
ontwikkelen van het metabool syndroom (Healy et al., 2008). Het cross-sectioneel
onderzoek van Gardiner et al. (2011) bij 60-plussers (zelfrapportage) sluit zich hierbij
aan. Zoals reeds aangehaald bij volwassenen stellen Katzmarzyk et al. (2009) in hun
longitudinaal onderzoek dat hoge niveaus van totaal sedentair gedrag (zelfrapportage bij
18 tot 90 jarigen) verbonden zijn aan een verhoogd risico op sterfte ten gevolge van
cardiovasculaire- en andere aandoeningen.
o
PSYCHOSOCIALE RISICO’S
Adolescenten
Met betrekking tot het schermgerelateerd sedentair gedrag blijkt uit cross-sectioneel
onderzoek van Ianonotti, Kogan, Janssen en Boyce (2009) bij 11 tot 16 jarigen, dat
meer depressieve symptomen, een lager zelfbeeld en een lagere gepercipieerde
eigenwaarde optreden naarmate men meer schermactiviteiten vertoont. Gelijkaardige
resultaten worden gevonden in het cross-sectioneel onderzoek van Carli et al. (2014)
waaruit blijkt dat adolescenten (gemiddeld 14.91 jaar) met een overdreven blootstelling
aan schermgerelateerd sedentair gedrag, meer suïcidale gedachten, depressieve- en
angstsymptomen vertonen. Eveneens vertonen zij meer emotionele problemen alsook
conflicten met leeftijdsgenoten (Carli et al., 2014). Beide onderzoeken maken gebruik
van zelfrapportage voor het bepalen van het schermgerelateerd sedentair gedrag.
17
Overeenkomstig met de bevindingen van het schermgerelateerd sedentair gedrag, blijkt
uit de review van Tremblay et al. (2011) dat een toename in tv kijken (zelfrapportage
bij 5 tot 17 jarigen) verbonden is met meer depressieve klachten, een lager zelfbeeld en
een lagere gepercipieerde eigenwaarde. Aanvullend op deze bevinding stellen Tremblay
et al. (2011) dat mannelijke adolescenten die meer dan drie uur tv kijken per dag, meer
risicogedrag vertonen waartoe agressie en dronkenschap behoren. Eveneens stellen
Tremblay et al. (2011) dat veel tv kijken een negatieve invloed heeft op de
schoolprestaties.
Volwassenen
Hamer, Stamatakis en Mishra (2010) komen in een cross-sectioneel onderzoek tot de
bevinding dat volwassenen met een hoge graad van schermgerelateerde activiteiten
(zelfrapportage bij respondenten met een gemiddelde leeftijd van 51.0 jaar) meer risico
hebben op ‘psychische nood’. Hiertoe behoren bijvoorbeeld het hebben van verdriet,
angst en symptomen gerelateerd aan geestesziekten.
Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag komt het cross-sectioneel onderzoek
van Sloan et al. (2013) bij 18 tot 79 jarigen, tot het besluit dat een hoge graad van totaal
sedentair gedrag (zelfrapportage) verbonden is met een verhoogd risico op ‘psychische
nood’. Ook Proper, Picavet, Bemelmans, Verschuren en Wendel-Vos (2012) spreken
zich uit over psychosociale risico’s verbonden aan totaal sedentair gedrag
(zelfrapportage bij 20 tot 59 jarigen). Hieruit blijkt dat depressie en een laag mentaal
welzijn veel voorkomende problemen zijn bij volwassenen met een hoge graad van
sedentair gedrag (Proper et al., 2012).
Senioren
Withall et al. (2014) stellen in een cross-sectioneel onderzoek bij 70-plussers vast dat er
geen significante relatie bestaat tussen het totaal sedentair gedrag (accelerometer) en
het psychisch, mentaal en sociaal welzijn.
18
Het cross-sectioneel onderzoek van Dogra en Stathokostas (2014), gebruik makend van
zelfrapportage bij 65- plussers, komt tot de bevinding dat het totaal sedentair gedrag wel
degelijk gepaard gaat met stemmingsstoornissen en het gevoel geen deel uit te maken
van de gemeenschap.
1.1.5 METEN VAN SEDENTAIR GEDRAG
Bij het meten van sedentair gedrag kan een onderscheid gemaakt worden tussen
objectieve en subjectieve meetinstrumenten. Beide technieken hebben zowel voor- als
nadelen, waardoor de combinatie van beide meetinstrumenten de voorkeur geniet (Foley
et al., 2011).
o OBJECTIEF
Er zijn verschillende objectieve meetinstrumenten voor het meten van sedentair gedrag
(Tremblay et al., 2010). Kozey-Keadle, Libertine, Lyden, Staudenmayer en Freedson
(2011) en Ward, Evenson, Vaughn, Rodgers en Troiano (2005) stellen dat veel
onderzoekers het gebruik van een accelerometer als meest geschikte, objectieve
methode beschouwen voor het meten van fysieke activiteit/sedentair gedrag. Hiernaast
worden ook ActivPALs in de literatuur vaak beschreven als een objectief
meetinstrument voor het meten van sedentair gedrag (Kozey-Keadle et al., 2011). Het is
belangrijk voorafgaand aan de dataverzameling te bepalen welk type het meest geschikt
is voor het onderzoek dat gevoerd wordt (Ward et al., 2005). Aangezien dit de twee
belangrijkste meetinstrumenten zijn, zullen deze hieronder verder besproken worden.
Accelerometer
Accelerometers (figuur 1) zijn betrouwbare en valide meetinstrumenten voor het
bepalen van sedentair gedrag (Reilly et al., 2008). Het zijn kleine, lichte elektronische
apparaten die bevestigd worden op een verstelbare riem en voornamelijk rond de heup
worden gedragen (Hart, Ainsworth, & Tudor-Locke, 2011; Loprinzi, & Cardinal, 2011).
19
Figuur 1: Actrigraph GT3X+
(ActiGraph, 2014)
Accelerometers geven een gedetailleerde weergave van de frequentie, intensiteit, duur
en patronen van beweging (Tremblay et al. 2010). Afhankelijk van het type
accelerometer (uni-bi-tri-axiaal) dat gehanteerd wordt, worden horizontale, verticale
en/of laterale versnellingen geregistreerd (Hart et al., 2011; Loprinzi, & Cardinal, 2011).
De versnellingen die een accelerometer registreert worden intern opgeteld en
opgeslagen gedurende een vooraf/achteraf bepaald tijdperk, gaande van één seconde tot
enkele minuten. Via speciaal ontwikkelde software (vb ActiLife) worden de gegevens
afkomstig van de accelerometer gedownload naar de computer (Troiano et al., 2008).
De output die men verkrijgt bestaat uit een registratie van de activiteiten en eventueel
het aantal stappen per tijdperk. Het bepalen van de intensiteit van de activiteiten,
gebeurt met behulp van de geregistreerde versnellingen (Hart et al., 2011). Hierbij
wordt rekening gehouden met vooraf bepaalde ‘cut points’ (Hart et al., 2011). ‘Cut
points’ maken het mogelijk een onderscheid te maken tussen verschillende
intensiteitsniveaus (Healy et al., 2007; Healy et al., 2011; Pate, O’Neill, & Lobelo,
2008). Aan de hand van deze ‘cut points’ heeft men een beeld over de totale tijd die
men bijvoorbeeld besteedt aan sedentair gedrag (Hart et al., 2011). De meeste
onderzoeken naar sedentair gedrag maken gebruik van ‘cut points’ die lager zijn dan 50
of 100 tellingen per minuut (Healy et al., 2007; Healy et al., 2011; Pate et al., 2008).
Echter geven Pate et al. (2008) aan dat meer onderzoek gevoerd moet worden naar ‘cut
points’ voor sedentair gedrag overheen verschillende leeftijdscategorieën.
20
Het gebruik van accelerometrie heeft ook zijn beperkingen omdat hierbij geen
onderscheid gemaakt kan worden tussen zitten/liggen en staan (Tremblay et al., 2010).
Toch is deze informatie belangrijk bij het ontwikkelen van interventies voor het
reduceren van het sedentair gedrag (Tremblay et al., 2010). Een ander nadeel verbonden
aan het gebruik van accelerometers is de hoge kostprijs van het meetinstrument (Hart et
al., 2011).
ActivPAL Professional
De ActivPal Professional (figuur 2) is een betrouwbaar en valide meetinstrument voor
het bepalen van sedentair gedrag (Davies et al., 2012). Net zoals accelerometers zijn het
kleine, lichte elektronische apparaten (Dowd, Harrington, Bourke, Nelson, & Donnelly,
2012). In tegenstelling tot een accelerometer wordt de ActivPAL Professional aan de
voorzijde van de rechterdij gedragen en bevestigd met behulp van een dubbelzijdige,
hypoallergene pleister (Hart et al., 2011).
Figuur 2: ActivPAL Professional
(PALtechnologies Ltd, 2011)
Dit meetinstrument maakt gebruik van een inclinometer (hellingmeter) waardoor een
onderscheid gemaakt kan worden tussen sedentaire en dynamische activiteiten (Hart et
al., 2011). In tegenstelling tot een accelerometer kan de ActivPAL Professional wel een
onderscheid maken tussen tijd sedentair (zitten/liggen) en tijd rechtstaan alsook een
weergave geven van tijd wandelen, aantal stappen en transities van zitten naar stappen
per dag (Dowd, Harrington, & Donnelly, 2012; Hart et al., 2011). Er wordt gebruik
gemaakt van specifieke computersoftware (vb: ActivPAL Professional V5.9.1.1) om
toegang te verkrijgen tot de geregistreerde data (Dowd et al., 2012).
21
De data afkomstig van de ActivPAL Professional bestaan uit een output die
geïnterpreteerd kan worden zonder noodzaak voor verdere verwerking (Dowd et al.,
2012).
Zoals reeds aangehaald is een groot voordeel van ActivPAL Professional dat het een
onderscheid kan maken tussen sedentaire en dynamische activiteiten (Hart et al., 2011)
waardoor het mogelijk is een weergave te geven van de tijd sedentair (zitten/liggen) en
tijd rechtstaan, aangevuld met tijd wandelen, aantal stappen en transities van zitten naar
stappen (Dowd et al., 2012; Hart et al., 2011). Echter kan de ActivPAL Professional
geen onderscheid maken tussen zittende en liggende activiteiten en is dit
meetinstrument relatief duur in gebruik (Hart et al., 2011). Wanneer men enkel gebruik
maakt van ActivPAL Professional is het niet mogelijk informatie te verkrijgen over de
context van de geregistreerde gedragingen (Bussman, den Ambtman, Horemans, &
Nooijen, 2012).
o SUBJECTIEF
De meest gebruikte subjectieve methode voor het meten van sedentair gedrag is
zelfrapportage. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen vragenlijsten en
dagboeken.
Een optimaal meetinstrument voor zelfrapportage moet accuraat en betrouwbaar zijn
voor de verschillende leeftijdsgroepen. Er dient een onderscheid gemaakt te worden
tussen slapen, zitten, liggende en rechtstaande activiteiten. Het meetinstrument moet een
lage kostprijs hebben en mag de respondent niet belasten. Hiernaast moet data,
verzameld via zelfrapportage, gemakkelijk te analyseren en te interpreteren zijn (Healy
et al., 2011).
22
Vragenlijsten
Vragenlijsten zijn een populaire methode voor het verzamelen van gegevens over
sedentair gedrag (Prince et al., 2008). Tremblay et al. (2010) geven aan dat vragenlijsten
over sedentair gedrag meestal bestaan uit verschillende contexten waartoe
gemotoriseerd
transport,
schermgerelateerde
activiteiten
en
eventueel
andere
zittende/liggende activiteiten (zoals lezen en muziek luisteren) behoren. De Sit-Q-7d is
een voorbeeld van een vragenlijst die peilt naar het sedentair gedrag van de afgelopen
zeven dagen overheen verschillende contexten. Hiertoe behoren maaltijden, transport,
‘occupation’, schermtijd in de vrije tijd en tijd besteed aan ander sedentair gedrag (zoals
lezen, huishoudelijke taken, zorg voor (klein)kinderen, hobby’s ed.) (Wijndaele et al.,
2014). Voor de bespreking van de betrouwbaarheid en validiteit van de Sit-Q-7d, wordt
de lezer doorverwezen naar 3.3 Gehanteerd meetinstrument.
Naast het voordeel dat verschillende contexten van sedentair gedrag kunnen worden
opgenomen in een vragenlijst zijn ze eveneens praktisch in gebruik, kunnen ze op grote
schaal worden toegepast, hebben ze een lage kost en is de last voor de deelnemer
minimaal (Prince et al., 2008).
Vragenlijsten die pijlen naar de algemene niveaus van sedentair gedrag, hebben een
zekere gevoeligheid voor systematische fouten in de rapportering (Prince et al., 2008).
Het gebruik van vragenlijsten gaat vaak gepaard met retrospectieve data en het
onvermogen om het absolute niveau van sedentair gedrag weer te geven (Prince et al.,
2008). De perceptie van de deelnemer, voorkeuren van de onderzoeker, sociaal
wenselijkheid en het taalkundig en cognitief vermogen van de deelnemer kunnen ook
van invloed zijn op de resultaten bekomen via vragenlijsten (Corder, Ekelund Steele,
Wareham, & Brage, 2008). Deze beperkingen in de rapportage kunnen opgevangen
worden door het gebruik van dagboeken of kortere periodes van rapportage in het
verleden (bijvoorbeeld “laatste 7 dagen”) (Healy et al., 2011).
23
Dagboeken
Dagboeken worden gebruikt voor het beoordelen van dagelijkse ervaringen en
activiteiten. Ze kunnen worden gebruikt in de ‘natuurlijke’ omgeving van de respondent
en zijn minder gevoelig voor bias met betrekking tot activiteiten in het verleden (Bolger,
Davis, & Rafaeli, 2003). Dagboeken maken het mogelijk een overzicht te geven van de
verschillende gedragingen, de locatie en de sociale context ervan (Hamar, Biddle, Soós,
Takács, & Huszár, 2010).
Het gebruik van dagboeken brengt echter een aantal nadelen met zich mee. Voor de
respondenten vergt het veel tijd het dagboek volledig in te vullen. Ook het verwerken
van de gegevens afkomstig uit de dagboeken is moeilijk en dit omwille van
verschillende interpretaties die de respondenten kunnen hebben over hun (sedentaire)
gedragingen. Verder kan het bijhouden van een dagboek ook tot een vertekening van de
resultaten leiden. Uit onderzoek blijkt dat individuen gedurende de periode dat ze een
dagboek bijhouden, minder sedentair gedrag vertonen in vergelijking met periodes
waarin deze dagboeken niet gehanteerd worden (Healy et al., 2011; Prince et al., 2008).
1.1.6 AANBEVELINGEN SEDENTAIR GEDRAG
De Vlaamse Overheid heeft het actieplan ‘voeding en beweging 2009-2015’ opgesteld,
waarbij
verschillende
doelstellingen
en
strategieën
opgenomen
werden.
De
hoofddoelstelling voor voeding en beweging is de volgende: ‘het realiseren van
gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat
voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft’. Een
subdoelstelling hierbij heeft betrekking op een daling van het sedentair gedrag binnen
verschillende leeftijdscategorieën. Specifieke cijfers omtrent deze subdoelstelling
worden weergegeven in tabel 1 (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
2012).
24
Tabel 1: Aanbeveling reductie sedentair gedrag 2009-2015 (Vlaams Agentschap Zorg &
Gezondheid, 2013)
JONGENS
5% tot 2%
8% tot 2%
11% tot 2%
44% tot 34%
12-14 JAAR
15-18 JAAR
19-59 JAAR
60-PLUSSERS
MEISJES
11% tot 2%
16% tot 6%
22% tot 12%
45% tot 35%
Een van de strategieën om deze doelstellingen te bereiken was het opstellen van een
consensustekst waarbij zorgverstrekkers in staat worden gesteld om patiënten/cliënten
beter te informeren omtrent voeding en beweging. Via deze consensustekst krijgen de
zorgverstrekkers een overzicht van de verschillende aanbevelingen die internationaal
worden gehanteerd (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012). De
aanbevelingen
binnen
deze
consensustekst
werden
opgesteld
door
organisaties zoals National Association for Sport and Physical Education (NASPE) en
American Academy of Pediatrics (AAP) in de Verenigde Staten, Department of Health
and Ageing in Australië, Department of Health in het Verenigd Koninkrijk en Canadian
Society for Exercise Psychology (CSEP) in Canada.
o ADOLESCENTEN
De aanbevelingen voor adolescenten luiden volgens de internationale bronnen ongeveer
hetzelfde. De American Academy of Pediatrics, de Australische overheid, CSEP
(Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012) en U.S. Department of
Health and Human Services (Martínez Gómez et al., 2012) leggen vooral de focus op
maximum twee uur schermgerelateerde activiteiten per dag. Eveneens heeft NASPE
enkele aanbevelingen opgesteld waarbij er voornamelijk gesproken wordt over
inactiviteit. Door de schermtijd te minimaliseren zal ook het totale sedentaire gedrag
afnemen. De NASPE raadt tevens aan om overdag meer tijd buiten door te brengen,
minder gemotoriseerd transport te gebruiken en in het algemeen niet lang te zitten. De
aanbeveling van de UK Department of Health is meer algemeen door te stellen dat lange
periodes van sedentair gedrag beperkt dienen te worden (Ministerie van Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin, 2012).
25
Specifieke cijfers over het aantal adolescenten die de aanbevelingen van maximum
twee uur schermgerelateerde sedentaire activiteiten per dag overschrijden worden
weergegeven in het cross-sectioneel onderzoek van Martínez Gómez et al. (2012) en de
review van Hardy, Denney-Wilson, Thrift, Okely en Baur (2010). Beide onderzoeken
maken hierbij gebruik van zelfrapportage voor het bepalen van de hoeveelheid
schermgerelateerd sedentair gedrag.
Hardy et al. (2010) deden een onderzoek bij 496 adolescenten van 14.3 tot 17.1 jaar
(58% jongens en 42% meisjes) en kwamen tot de conclusie dat het merendeel van de
adolescenten de aanbeveling overschrijdt. Hierbij is een significant verschil waar te
nemen tussen beide geslachten. Op weekdagen overschrijdt 65.50% van de jongens en
48.50% van de meisjes deze aanbeveling, op weekenddagen is dit respectievelijk
88.30% en 77.70% en op een gemiddelde dag 89.70% en 76.20%. Hardy et al. (2010)
geven hierbij aan dat jongens op een weekdag gemiddeld 2.8 uur schermtijd vertonen,
op een weekenddag is dit 4.8 uur en op gemiddelde dag 3.4 uur. Voor meisjes is dit
respectievelijk 2.8 uur, 3.8 uur en 2.7 uur (Hardy et al., 2010). Uit het onderzoek van
Martínez Gómez et al. (2012) bij 1585 adolescenten van 13 tot 16 jaar (48.1 % jongens
en 51.9% meisjes), blijkt eveneens dat het merendeel van de jongens de aanbeveling
overschrijdt op weekdagen (66.0%) en weekenddagen (89.1%). Voor meisjes is dit
respectievelijk 59.8% en 85.4%.
o VOLWASSENEN EN SENIOREN
Ook voor volwassenen en senioren heeft de UK Department of Health een algemene
aanbeveling en deze is tevens dezelfde als de aanbeveling voor adolescenten. Deze stelt
dat lange periodes van sedentair gedrag vermeden moeten worden (Ministerie van
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012).
Volgens de consensustekst legt de American College of Sport Medicine voor
volwassenen en senioren vooral de nadruk op onderbrekingen van sedentair gedrag.
Recht staan of licht fysiek actief zijn (rustig wandelen, poetsen,…), zijn slechts enkele
voorbeelden die worden opgenomen in hun aanbeveling.
26
Eveneens raden zij aan om de totale zittijd zoveel mogelijk te beperken (Ministerie van
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012).
Ook stelt men in de consensustekst vast dat de CSEP in 2012 vooral gewerkt heeft rond
aanbevelingen voor volwassenen. In 2013 zouden de aanbevelingen voor senioren
uitgewerkt worden (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012).
1.2 PREVALENTIE VAN SEDENTAIR GEDRAG
Clark et al. (2011) stellen vast dat de meeste studies betreffende de prevalentie van
sedentair gedrag vooral de focus gelegd hebben op de context tv-kijken. Tabellen 2,3 en
4 geven de prevalentiecijfers weer van de socio-demografische variabelen (leeftijd,
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonplaats en het al dan niet hebben van
broers/zussen of kinderen) in relatie tot sedentair gedrag. Dit zal besproken worden voor
de
verschillende
sedentaire
contexten
(tv
kijken,
computergebruik,
gaming
(adolescenten)) en het totaal sedentair gedrag voor de verschillende leeftijdsgroepen. In
de literatuur werden voornamelijk cross-sectionele studies gevonden. Echter worden er
ook twee longitudinale studies besproken, waaronder deze van Clark et al. (2010) en
Van der Ploeg, Chey, Korda, Banks en Bauman (2012). Het opgenomen onderzoek van
Harvey, Chastin en Skelton (2013) is een meta-analyse.
27
Hongarije
Verenigde
Staten
Hamar et
al. (2010)
Hongarije
Iannotti en
Wang
(2013)
EMA dagboek
Health Behavior in
School-Aged Children
(HBSC) survey
EMA dagboek
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
Foley et al.
(2011)
NieuwZeeland
Hamar et
al. (2010)
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
Pc
Tv
Tv
Tv
CONTEXT
13 - 18 j.
11 - 16 j.
13 - 18 j.
n = 301
n = 10 741
n = 301
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
LEEFTIJD
10 - 14 j.
n = 825
15-18 j.
n = 484
7.6 min/dag
2.1 u/dag
100.3 min/dag
/
/
11.7 min/dag
3.0 u/dag
173.5 min/dag
/
/
/
2.4 u/dag
/
131.8 min/dag
132.2 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
Tabel 2: Adolescenten: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende socio-demografische variabelen
1.2.1 ADOLESCENTEN
28
NieuwZeeland
Hongarije
Foley et al.
(2011)
NieuwZeeland
Hamar et
al. (2010)
Verenigde
Staten
Foley et al.
(2011)
AUTEUR
EN LAND
Iannotti en
Wang
(2013)
Tv, games,
school, passief
transport en
zelfzorg
Totaal sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
ActiGraph
accelerometer
Gaming
Gaming
Pc
CONTEXT
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
EMA dagboek
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
Health Behavior in
School-Aged Children
(HBSC) survey
MEETINSTRUMENT
10 - 14 j.
15 - 18 j.
10 - 14 j.
15 - 18 j.
13 - 18 j.
10 - 14 j.
15 - 18 j.
n = 646
n = 314
n = 825
n = 484
n = 301
n = 825
n = 484
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
11 - 16 j.
n = 10 762
/
/
/
/
25.6 min/dag
/
/
/
/
/
/
55.1 min/dag
/
/
399.8 min/dag
459.7 min/dag
508.0 min/dag
544.4 min/dag
/
40.4 min/dag
57.8 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
1.4 u/dag
1.9 u/dag
1.5 u/dag
29
Engeland
13-16 j.
NieuwZeeland
10-18 j.
Gorely,
Atkin,
Biddle, &
Marshall
(2009)
Foley et al.
(2011)
Amerika
Matthews
et al.
(2008)
Hongarije
AUTEUR
EN LAND
Hamar et
al. (2010)
Zelf-rapportage
dagboek
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
ActiGraph
accelerometer
EMA dagboek
MEETINSTRUMENT
Tv
Tv
Gemotoriseerd
transport,
huiswerk, zitten
en praten, pc,
games en tv
Totaal sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
CONTEXT
♂
♀
♂
♀
12 - 15 j.
16 - 19 j.
n = 477
n = 694
GESLACHT
n = 703
n = 606
n = 886
n = 834
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
13 - 18 j.
n = 301
127.0 min/dag
102.3 min/dag
/
/
/
/
197.6 min/dag
153.6 min/dag
/
/
/
/
/
/
136.8 min/dag
126.2 min/dag
7.5 u/dag
8.0 u/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
283.0 min/dag
397.0 min/dag
/
30
Verenigde
Staten
11-16 j.
Engeland
13-16 j.
Iannotti en
Wang
(2013)
California
11-15 j.
Gorely et
al. (2009)
Verenigde
Staten
11-16 j.
Norman,
Schmid,
Sallis,
Calfas, &
Patrick
(2005)
AUTEUR
EN LAND
Iannotti en
Wang
(2013)
Health Behavior in
School-Aged Children
(HBSC) survey
Zelfrapportage dagboek
Zelfrapportage
Health Behavior in
School-Aged Children
(HBSC) survey
MEETINSTRUMENT
Pc
Pc
Tv
Tv
CONTEXT
♂
♀
♂
♀
♂
♀
n = 5531
n = 5231
n = 477
n = 694
n = 407
n = 471
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂
n = 5516
♀
n = 5225
/
/
41.9 min/dag
14.5 min/dag
/
/
/
/
/
/
84.0 min/dag
22.1 min/dag
/
/
1.4 u/dag
1.7 u/dag
/
/
122.0 min/dag
128.0 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
2.4 u/dag
/
2.3 u/dag
31
NieuwZeeland
10-18 j.
California
11-15 j.
Foley et al.
(2011)
ActiGraph
accelerometer
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
Totaal sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
Tv, games,
school, passief
transport en
zelfzorg
♂
♀
♂
♀
n = 520
n = 440
n = 703
n = 606
n = 407
n = 471
♂
♀
Gaming
Spanje
13-16 j.
Norman et
al. (2005)
Zelfrapportage
n = 868
♀
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂
n = 703
♀
n = 606
n = 812
Gaming
Gaming
CONTEXT
♂
HELENA sedentary
behavior questionnaire
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
MEETINSTRUMENT
NieuwZeeland
10-18 j.
Martínez
Gómez et
al. (2012)
AUTEUR
EN LAND
Foley et al.
(2011)
/
/
/
/
/
/
> 2u/dag:
11.1%
> 2 u/dag:
6.6%
/
/
/
/
/
/
/
/
> 2u/dag:
26.6%
> 2u/dag:
16.9%
418.0 min/dag
421.3 min/dag
516.6 min/dag
526.4 min/dag
77.0 min/dag
44.0 min/dag
/
/
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
58.3 min/dag
/
33.0 min/dag
32
Australië
12-13 j.
Hardy et
al. (2006)
Australië
12-13 j.
Hardy et
al. (2006)
California
11-15 j.
Engeland
13-16 j.
Norman et
al. (2005)
AUTEUR
EN LAND
Gorely et
al. (2009)
Zelfrapportage
Zelfrapportage
Tv
Tv
♂
♀
n = 407
n = 471
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂
n = 477
♀
n = 694
/
/
SES
< Secundair
n = 34
Secundair –
n = 224
trade certificate
> Secundair
n = 85
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
> 2u/dag: 62.7%
> 2u/dag: 76.5%
> 2u/dag: 65.2%
> 2u/dag: 67.2%
> 2u/dag: 47.8%
286.0 min/dag
300.0 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
206.6 min/dag
381.0 min/dag
/
178.1 min/dag
336.6 min/dag
/
AL DAN NIET HEBBEN VAN BROERS/ZUSSEN
Ja
n = 320
/
Nee
n = 23
/
Tv, pc, zitten &
praten,
telefoneren en
weggaan met
vrienden
Tv, gaming,
muziek
luisteren en
telefoneren
Zelfrapportage dagboek
Zelfrapportage
CONTEXT
MEETINSTRUMENT
33
Zelf-rapportage
dagboek
♂ n = 477
♀ n = 694
Engeland
13-16 j.
Computergestuurde
vragenlijst
MEETINSTRUMENT
Gorely et
al. (2009)
Amerika
11-15 j.
AUTEUR
EN LAND
Norman et
al. (2005)
Tv
Pc en
videogames,
muziek
luisteren en
telefoneren
CONTEXT
n = 282
n = 287
♂ Hoog
♀ Hoog
♂ Andere
♀ Andere
GEZINSSAMENSTELLING
♂ Twee
volwassenen
♀ Twee
volwassenen
n = 176
♀ Laag
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂ Laag
n = 113
222.0 min/dag
153.5 min/dag
153.6 min/dag
103.0 min/dag
147.0 min/dag
103.4 min/dag
195.9 min/dag
/
/
/
124.1 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
/
34
≤ 240min/dag: 54.2%
> 240 min/dag:
45.8%
≤ 240 min/dag:
57.1%
> 240min/dag: 50.4%
≤ 240min/dag: 47.7%
> 240 min/dag:
52.3%
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
≤ 240 min/dag:
49.6%
> 240 min/dag:
39.2%
Zelfrapportage dagboek
Gorely et
al. (2009)
NieuwZeeland
NieuwZeeland
10-18 j.
Foley et al.
(2011)
Foley et al.
(2011)
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
♂ n = 477
♀ n = 694
♂ n = 477
♀ n = 694
Engeland
13-16 j.
Engeland
13-16 j.
Zelf-rapportage
dagboek
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
Gorely et
al. (2009)
Gaming
Tv
Tv, pc, zitten &
praten,
telefoneren en
weggaan met
vrienden
Pc
CONTEXT
Landelijk
Stedelijk
n = 209
n = 1100
♂Andere
♀Andere
WOONOMGEVING
Landelijk
n = 209
Stedelijk
n = 1100
♂Andere
♀ Andere
♂Twee
volwassenen
♀Twee
volwassenen
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂ Twee
volwassenen
♀ Twee
volwassenen
/
/
/
/
257.1 min/dag
183.3 min/dag
177.8 min/dag
56.1 min/dag
13.0 min/dag
200.1 min/dag
14.9 min/dag
/
/
/
/
455.3 min/dag
362.7 min/dag
331.4 min/dag
98.3 min/dag
17.2 min/dag
372.3 min/dag
22.8 min/dag
38.6 min/dag
47.7 min/dag
137.4 min/dag
131.2 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
40.3 min/dag
81.3 min/dag
/
35
CONTEXT
Tv, games,
school, passief
transport en
zelfzorg
Totaal sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
MEETINSTRUMENT
Multimedia Activity
Recall for Children and
Adolescents (MARCA)
Actigraph
accelerometer
Landelijk
Stedelijk
n = 152
n = 808
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
Landelijk
n = 209
Stedelijk
n = 1100
/
/
/
/
Opmerking:
tv: televisie kijken; pc: computergebruik; u: uren; min: minuten; n: aantal respondenten
♂ = jongen; ♀ = meisje; WK = weekdag; WKN = weekenddag; DAGGEM. = daggemiddelde; j. = jaar
Nieuwzeeland
10-18 j.
AUTEUR
EN LAND
Foley et al.
(2011)
/
/
420.8 min/dag
419.3 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
520.1 min/dag
/
521.2 min/dag
36
Uit tabel 2 is af te leiden dat Hamar et al. (2010) en Ianotti en Wang (2013) beiden
onderzoek deden bij adolescenten naar het aantal minuten tv kijken op een week-en
weekenddag. Kijkend naar beide studies kan gesteld worden dat adolescenten op een
weekdag tussen de 100.3 minuten en 126.0 minuten tv kijken, op een weekenddag
situeert het aantal minuten tv kijken zich tussen 173.5 en 180.0 minuten (Hamar et al.,
2010; Ianotti en Wang, 2013). Wat betreft de hoeveelheid tv kijken op een gemiddelde
dag, kan gesteld worden dat de gemiddelden zich situeren tussen 131.8 minuten en
144.0 minuten (Hamar et al., 2010; Ianotti en Wang, 2013). Het aantal minuten
computergebruik op een week- en weekenddag werd eveneens onderzocht door Hamar
et al. (2010) en Ianotti en Wang (2013). De resultaten van beide onderzoeken liggen ver
uit elkaar, gaande van 7.6 minuten tot 84.0 minuten computergebruik op een weekdag
en 11.7 minuten tot 144.0 minuten op een weekenddag. Cijfers betreffende het aantal
minuten computergebruik op een gemiddelde dag worden weergegeven in het
onderzoek van Ianotti en Wang (2013). Ook voor gaming op een week-, weekend- en
gemiddelde dag en voor het totaal sedentair gedrag op een week- en weekenddag, werd
telkens maar één studie gevonden (Foley et al., 2010; Hamar et al., 2010). Het totaal
sedentair gedrag op een gemiddelde dag werd onderzocht door Foley et al. (2011) en
Matthews et al. (2008). Uitgaande van deze onderzoeken kan gesteld worden dat
jongere adolescenten op een gemiddelde dag tussen de 399.8 minuten en 508.0 minuten
besteden aan totaal sedentair gedrag, wat betreft oudere adolescenten situeren deze
waarden zich tussen 459.7 minuten en 544.4 minuten (Foley et al., 2011; Matthews et
al., 2008).
Foley et al. (2011), Ianotti en Wang (2013) en Norman et al. (2005) deden onderzoek
naar verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis van geslacht en
concluderen dat jongens op een gemiddelde dag tussen de 122.0 minuten en 144.0
minuten tv kijken en meisjes tussen de 126.2 minuten 138.0 minuten. In de literatuur
werd enkel de studie van Gorely et al. (2009) gevonden waarin een onderscheid
gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen wat betreft het aantal minuten tv kijken op
een week- en weekenddag.
37
Het verschil in de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op basis van geslacht werd
op een week- en weekenddag eveneens onderzocht door Gorely et al. (2009), wat betreft
een gemiddelde dag werd het onderzoek van Ianotti en Wang (2013) gevonden.
Verschillen in de rapportage van gaming op basis van geslacht werden gevonden in de
onderzoeken van Norman et al. (2005) en Foley et al. (2011). Gebaseerd op deze
onderzoeken werd gevonden dat jongens op een gemiddelde dag tussen de 58.3 minuten
en 77.0 minuten besteden aan gaming, voor meisjes is dit 33.0 minuten tot 44.0
minuten. Op een week- en weekenddag werden verschillen in de gemiddelde
hoeveelheid gaming op basis van geslacht onderzocht door Martínez Gómez et al.
(2012). Gorely et al. (2009) geven geslachtsverschillen weer voor het aantal minuten
totaal sedentair gedrag op een week- en weekenddag. Wat betreft een gemiddelde dag,
gingen twee onderzoeken na of er verschillen zijn in de gemiddelde hoeveelheid totaal
sedentair gedrag op basis van geslacht. Voor jongens werden waarden gevonden die
zich situeren tussen 286.0 minuten en 516.6 minuten, voor meisjes is dit tussen 300.0
minuten en 526.4 minuten (Foley et al., 2011; Norman et al., 2005).
Verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis van het al dan niet hebben
van broers/zussen werden in het onderzoek van Hardy et al. (2006) gevonden voor een
gemiddelde dag, voor een week-en weekenddag werden geen resultaten gevonden. Voor
de overige sedentaire contexten werden hierbij geen specifieke studies gevonden (week,
weekend en gemiddelde dag). Verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken en
totaal sedentair gedrag op basis van SES werden enkel gevonden voor een gemiddelde
dag (Hardy et al., 2006; Norman et al., 2005). Verschillen in rapportage van tv kijken,
computergebruik en totaal sedentair gedrag op basis van gezinssamenstelling worden
door Gorely et al. (2009) onderzocht op een week- en weekenddag, voor een
gemiddelde dag werden geen resultaten gevonden. Foley et al. (2011) deden onderzoek
naar verschillen in rapportage van tv kijken, computergebruik, gaming en totaal
sedentair gedrag op basis van woonomgeving wat betreft een gemiddelde dag, voor een
week- en weekenddag werden geen resultaten gevonden. Voor meer uitleg over de
onderzoeken (meetinstrument, aantal respondenten ed.) wordt verwezen naar tabel 2.
38
Amerika
Zelfrapportage
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Burton,
Haynes,
van
Uffelen,
Brown en
Turrrell
(2012)
Australië
Mares en
Woodard
(2006)
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
n = 24 186
Tv
Tv
CONTEXT
18 - 21 j.
22 - 25 j.
26 - 29 j.
30 - 33 j.
34 - 37 j.
38 - 41 j.
42 - 45 j.
46 - 49 j.
50 - 53 j.
54 - 57 j.
58 - 61 j.
62 - 65 j.
66 - 69 j.
70 - 73 j.
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
LEEFTIJD
40 - 44 j.
n = 1621
45 - 49 j.
n = 1775
50 - 54 j.
n = 1544
55 - 59 j.
n = 1467
60 - 64 j.
n = 1312
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
149.0 min/dag
152.0 min/dag
155.0 min/dag
160.0 min/dag
178.0 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
178.0 min/dag
184.0 min/dag
182.0 min/dag
177.0 min/dag
181.0 min/dag
3.18 u/dag
2.81 u/dag
3.11 u/dag
2.61 u/dag
2.75 u/dag
2.47 u/dag
2.57 u/dag
2.40 u/dag
2.18 u/dag
3.30 u/dag
2.99 u/dag
2.93 u/dag
3.77 u/dag
3.69 u/dag
/
/
/
/
/
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
Tabel 3: Volwassenen: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende socio-demografische variabelen
1.2.2 VOLWASSENEN
39
Brazilië
Amerika
Mielke, da
Silva,
Owen en
Hallal
(2014)
Matthews
et al. (2008)
Australië
Burton et
al. (2012)
Australië
Zelfrapportage face-toface interview
ActiGraph
accelerometer
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Aangepaste versie van
de leisure-time
sedentary behavior
questionnaire
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Van Dyck
et al. (2011)
België
Burton et
al. (2012)
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
Totaal sedentair
gedrag in de vrije
tijd met
uitzondering van
tv en pc
Totaal sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
Werk, transport,
school, tv en pc
in de vrije tijd
Pc
Tv
CONTEXT
40 - 44 j.
45 - 49 j.
50 - 54 j.
55 - 59 j.
60 - 64 j.
40 - 44 j.
45 - 49 j.
50 - 54 j.
55 - 59 j.
60 - 64 j.
20 - 29 j.
30 - 39 j.
40 - 49 j.
50 - 59 j.
20 - 29 j.
30 - 39 j.
40 - 49 j.
50 - 59 j.
60 - 69 j.
70 - plussers
n = 1621
n = 1775
n = 1544
n = 1467
n = 1312
n = 1621
n = 1775
n = 1544
n = 1467
n = 1312
n = 636
n = 604
n = 628
n = 493
n = 607
n = 535
n = 586
n= 507
n = 381
n = 258
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
74 - 77 j.
78 - plussers
20 - 45 j.
n = 169
46 - 65 j.
n = 250
77.0 min/dag
69.0 min/dag
70.0 min/dag
69.0 min/dag
66.0 min/dag
73.0 min/dag
75.0 min/dag
82.0 min/dag
90.0 min/dag
99.0 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
76.0 min/dag
72.0 min/dag
72.0 min/dag
66.0 min/dag
56.0 min/dag
119.0 min/dag
124.0 min/dag
124.0 min/dag
127.0 min/dag
123.0 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
7.48 u /dag
7.25 u /dag
7.55 u /dag
7.87 u/dag
476.0 min/dag
392.0 min/dag
320.0 min/dag
311.0 min/dag
250.0 min/dag
200.0 min/dag
40
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
3.49 u/dag
/
3.87 u/dag
/
112.65 min/dag
/
137.95 min/dag
België
20-65 j.
Australië
40-64 j.
Van Dyck
et al. (2011)
Burton et
al. (2012)
Duitsland
België
WallmannSperlich,
Bucksch,
Hansen,
Schantz en
Froboese
(2013)
India
Van Dyck
et al. (2010)
AUTEUR
EN LAND
Sullivan et
al. (2011)
Aangepaste versie van
de leisure-time
sedentary behavior
questionnaire
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
De Global Physical
Activity Questionnaire
(GPAQ)
International Physical
Activity Questionnaire
(IPAQ)
Quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
MEETINSTRUMENT
Tv
Tv
Totaal sedentair
gedrag: werk,
thuis,
gemotoriseerd
transport en
sociale contacten
Totaal sedentair
gedrag
Totaal sedentair
gedrag (< 1.5
METS)
CONTEXT
♂
♀
♂
♀
n = 335
n = 550
n = 644
n = 471
n = 198
n = 221
GESLACHT
n = 3551
n = 4168
18 - 29 j.
30 - 45 j.
46 - 65 j.
66 - plussers
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
17 - 30 j.
n = 949
30 - 39 j.
n = 1732
40 - 49 j.
n = 2319
50 – plussers
n = 1447
20 - 65 j.
n = 1166
/
/
163.0 min/dag
154.0 min/dag
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
192.0 min/dag
170.0 min/dag
/
/
/
/
128.8 min/dag
128.0 min/dag
/
/
369.5 min/dag
329.8 min/dag
316.4 min/dag
263.9 min/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
466.0 min/dag
/
452.0 min/dag
/
481.0 min/dag
/
498.0 min/dag
/
421.6 min/dag
41
België
20-65 j.
Van Dyck
et al. (2010)
India
17-76 j.
Brazilië
20 -70
plussers
Sullivan et
al. (2011)
Australië
40-64 j.
Mielke et
al. (2014)
AUTEUR
EN LAND
Burton et
al. (2012)
Australië
40-64 j.
Burton et
al. (2012)
International Physical
Activity Questionnaire
(IPAQ)
Quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
Totaal sedentair
gedrag
Totaal sedentair
gedrag (<1.5
METS)
Totaal sedentair
gedrag in de vrije
tijd met
uitzondering van
tv en pc
Werk, transport,
school, tv en pc
in de vrije tijd
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Zelfrapportage face-toface interview
Pc
CONTEXT
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
MEETINSTRUMENT
Ja
Nee
♂
♀
♂
♀
KINDEREN
n = 596
n = 570
n = 3768
n = 2679
n = 1184
n = 1690
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
116.0 min/dag
130.0 min/dag
406.3 min/dag
438.7 min/dag
475.0 min/dag
474.0 min/dag
376.0 min/dag
323.0 min/dag
/
/
76.0 min/dag
89.0 min/dag
♂
♀
n = 3551
n = 4168
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
81.0 min/dag
80.0 min/dag
/
62.0 min/dag
60.0 min/dag
/
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂
n = 3551
♀
n = 4168
42
Duitsland
18 – 66
plussers
Australië
40-64 j.
WallmannSperlich et
al. (2013)
Australië
40-64 j.
Burton et
al. (2012)
België
20-65 j.
Burton et
al. (2012)
De Global Physical
Activity Questionnaire
(GPAQ)
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Aangepaste versie van
de leisure-time
sedentary behavior
questionnaire
Data afkomstig van de
2007 HABITAT studie
(zelfrapportage)
Burton et
al. (2012)
Australië
40-64 j.
Van Dyck
et al. (2011)
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
Totaal sedentair
gedrag in de vrije
tijd met
uitzondering van
tv en pc
Totaal sedentair
gedrag: werk,
thuis,
gemotoriseerd
transport en
sociale contacten
Pc
Tv
Tv
CONTEXT
Laag
10 jaar onderwijs
12 jaar onderwijs
13 jaar onderwijs
Universiteit
≤ secundair
Certificate/
diploma
Universitair
≤ secundair
Certificate/
diploma
Universitair
Laag
Hoog
/
/
n = 392
/
n = 689
n = 520
/
/
80.0 min/dag
n = 2624
n = 22
n= 350
86.0 min/dag
83.0 min/dag
85.0 min/dag
n = 2624
n = 2779
n = 2238
55.0 min/dag
72.0 min/dag
/
/
/
/
/
125.0 min/dag
124.0 min/dag
122.0 min/dag
85.0 min/dag
55.0 min/dag
68.0 min/dag
/
/
153.0 min/dag
132.0 min/dag
/
/
205.0 min/dag
181.0 min/dag
181.0 min/dag
158.0 min/dag
352.2 min/dag
355.4 min/dag
300.8 min/dag
311.4 min/dag
253.9 min/dag
/
/
/
/
/
/
166.0 min/dag
100.0 min/dag
/
/
/
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
n = 2779
n = 2238
n = 181
n = 238
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
SES
≤ secundair
n = 2779
Certificate/
n = 2238
diploma
Universitair
n = 2624
43
GT1M Actigraph
accelerometer
Assah et al.
(2009)
Sedentair gedrag:
drempelwaarde
tussen sedentaire
en actieve tijd:
100 tellingen per
minuut
Totaal sedentair
gedrag (<1.5
METS)
Tv
CONTEXT
Landelijk
Stedelijk
n = 2077
n = 2276
WOONOMGEVING
Landelijk
n = 17
Stedelijk
n = 16
/
/
/
/
/
/
♂ Samen
♀ Samen
n = 3945
n = 4507
/
/
SOCIO-DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
GEZINSSAMENSTELLING
♂ Alleen
n = 525
♀ Alleen
n = 852
/
/
/
/
/
/
/
/
421.0 min/dag
508.0 min/dag
1002.4 min/dag
1075.8 min/dag
1.85 u/dag
1.64 u/dag
2.31 u/dag
2.05 u/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
44
Opmerking:
tv: televisie kijken; pc: computergebruik; u: uren; min: minuten; n: aantal respondenten
♂ = man; ♀ = vrouw; WK= weekdag; WKN = weekenddag; DAGGEM. = daggemiddelde; alleen = alleenwonend; samen = samenwonend met partner;
j. = jarigen
India
17-76 j.
Sullivan et
al. (2011)
Kameroen
25-50 j.
A quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
Data afkomstig van de
1999/2000 Australian
Diabetes, Obesity, and
Lifestyle study
(AusDiab)
Clark et al.
(2010)
Austalië
25-91 j.
MEETINSTRUMENT
AUTEUR
EN LAND
Uit tabel 3 is af te leiden dat verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis
van leeftijd bij volwassenen op een week- en weekenddag werden onderzocht door
Burton et al. (2012). Mares en Woodard (2006) en Van Dyck et al. (2011) deden
onderzoek naar de rapportage van tv kijken op basis van leeftijd op een gemiddelde dag.
Daar beide verschillende leeftijdscategorieën hanteren, is het moeilijk specifieke
gemiddelden weer te geven wat betreft het aantal minuten tv kijken op een gemiddelde
dag. (Mares en Woodard, 2006; Van Dyck et al., 2011). Burton et al. (2012) deden
onderzoek naar verschillen in de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op basis van
leeftijd en vonden dat er enkel leeftijdsverschillen zijn op een week- en weekenddag,
voor een gemiddelde dag werden geen specifieke cijfers gevonden. Matthews et al.
(2008), Mielke et al. (2014), Sullivan et al. (2011), Van Dyck et al. (2010) en
Wallmann-Sperlicht et al. (2013) deden onderzoek naar de rapportage van totaal
sedentair gedrag op basis van leeftijd op een gemiddelde dag. Ook hier worden geen
specifieke gemiddelden gegeven, daar er in de verschillende onderzoeken gebruik wordt
gemaakt van andere leeftijdscategorieën.
Verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis van geslacht, worden voor
een gemiddelde dag weergegeven in het onderzoek van Van Dyck et al. (2011). Er
werden echter geen onderzoeken gevonden die verschillen in rapportage van tv kijken
op een week- en weekenddag en verschillen in de rapportage van computergebruik op
een week-, weekend- en gemiddelde dag onderzoeken.
Met betrekking tot het aantal minuten totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag
werden twee studies gevonden die een onderscheid maken tussen mannen en vrouwen.
Het totaal sedentair gedrag voor mannen op een gemiddelde dag situeert zich tussen
376.0 minuten en 475.0 minuten, bij vrouwen is dit tussen 323.0 minuten en 474.0
minuten (Mielke et al., 2014; Sullivan et al., 2011). Voor een week- en weekenddag
werd geen literatuur gevonden die geslachtsverschillen nagaat wat betreft de
hoeveelheid totaal sedentair gedrag.
45
Verschillen in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair gedrag op basis van het al
dan niet hebben van kinderen, werden onderzocht in het onderzoek van Van Dyck et al.
(2010). Voor een week, weekend- en gemiddelde dag, alsook voor de overige sedentaire
contexten werden geen onderzoeken gevonden.
Verschillen in rapportage van tv kijken op basis van SES werden voor een week- en
weekenddag gevonden in het onderzoek van Burton et al. (2012) en voor een
gemiddelde dag in het onderzoek van Van Dyck et al. (2011). Er konden enkel
verschillen gevonden worden in de rapportage van computergebruik op basis van SES
voor een week- en weekenddag (Burton et al., 2012). Eveneens deden Burton et al.
(2012) onderzoek naar verschillen in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair gedrag
op basis van SES op een week- en weekenddag, wat betreft een gemiddelde dag werd
het onderzoek van Wallmann-Sperlich et al. (2013) gehanteerd.
Er werd slechts één studie gevonden die verschillen in rapportage van tv kijken op basis
van gezinssamenstelling op een gemiddelde dag nagaat (Clark et al., 2010). Voor een
week-, weekend- en gemiddelde dag, alsook voor de overige sedentaire contexten werd
geen literatuur gevonden betreffende gezinssamenstelling.
Twee onderzoeken spreken zich uit over verschillen in de gemiddelde hoeveelheid
totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag op basis van woonomgeving. Het totaal
sedentair gedrag bij diegene woonachtig in een landelijke omgeving, situeert zich
tussen 421.0 minuten en 1000.2 minuten, voor volwassenen uit een stedelijk omgeving
is dit tussen 508.0 minuten en 1075.8 minuten (Assah et al., 2009; Sullivan et al., 2011).
Onderzoeken aangaande verschillen in rapportage van totaal sedentair gedrag op basis
van woonomgeving op een week- en weekenddag werden niet gevonden. Voor de
contexten tv kijken en computergebruik werden eveneens geen resultaten gevonden.
Voor meer uitleg over de onderzoeken (meetinstrument, aantal respondenten ed.) wordt
verwezen naar tabel 3.
46
Australië,
Canada, Japan,
Canada
Harvey et al.
(2013)
Japan
Shields en
Tremblay (2008)
Australië,
Canada, Japan,
Noorwegen,
Spanje, Verenigd
Koninkrijk,
Verenigde Staten
Kikuchi et al.
(2013)
Harvey et al.
(2013)
AUTEUR EN
LAND
Data afkomstig van de
2007 Canadian
Community Health
Survey (CCHS)
Bestaande
onderzoeken: rapporten
en surveys (metaanalyse)
Cross-sectionele mail
survey
Bestaande
onderzoeken: rapporten
en surveys (metaanalyse)
MEETINSTRUMENT
Pc
Tv
Tv
Tv
CONTEXT
65 - plussers
65 -74 j.
75 - plussers
65 -74 j.
n = 6742
n=/
n=/
n = 1665
SOCIODEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
LEEFTIJD
60 - plussers
n = 275344
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
47
> 1.6u/dag: <10.0%
> 2 u/dag: 46.9%
> 2 u/dag: 52.1%
≤ 2u/dag: 51.4%
> 2u/dag: 48.6%
> 2 u/dag: 56.0%
> 3 u/dag: 54.2%
> 4 u/dag: 15.1%
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
Tabel 4: Senioren: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende socio-demografische variabelen
1.2.3 SENIOREN
Japan: 65-74 j.
Kikuchi et al.
(2013)
India
Sullivan et al.
(2011)
Cross-sectionele mail
survey
A quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
Tv
Totaal
sedentair
gedrag (< 100
tellingen per
minuut)
Totaal
sedentair
gedrag (< 1.5
METS)
ActiGraph
accelerometer
Verenigd
Koninkrijk
Matthews et al.
(2008)
Amerika
Totaal
sedentair
gedrag (0-99
tellingen/min.)
Pc
CONTEXT
ActiGraph GT1Ms +
dagboek
Data afkomstig van de
2007 Canadian
Community Health
Survey (CCHS)
MEETINSTRUMENT
Davis et al.
(2011)
Canada
Noorwegen,
Spanje, Verenigd
Koninkrijk,
Verenigde Staten
Shields en
Tremblay (2008)
AUTEUR EN
LAND
GESLACHT
n = 865
n = 800
♀
n = 1447
n = 632
n = 805
n = 83
n = 60
n = 59
n = 28
n=/
n=/
♂
50-79 jarigen
60-69 j.
70-85 j.
70-74.9 j.
75-79.9 j.
80-84.9 j.
85-plussers
65-74 j.
75-plussers
SOCIODEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
≤ 2u/dag: 52.8%
> 2u/dag: 47.2%
≤ 2u/dag: 49.8%
> 2u/dag: 50.3%
498.0 min/dag
8.41 u/dag
9.28 u/dag
10.8 u/dag
11.1 u/dag
11.0 u/dag
12.2 u/dag
>1.6 u/dag: 11.2%
> 1.6 u/dag: 5.9%
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
48
Australië
45 - ≥ 75 j.
Van der Ploeg et
al. (2012)
India
17-76 j.
Gebaseerd op de 45 and
Up Study baseline
questionnaire
A quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
Dagelijkse
hoeveelheid
zitten overheen
verschillende
contexten
Werk,
transport,
school, tv en
pc in de vrije
tijd
Totaal
sedentair
gedrag (<1.5
METS)
Zelfrapportage face-toface interview
Verenigd
Koninkrijk
70-85-plussers
Mielke et al.
(2014)
Brazilië
20-70-plussers
Sullivan et al.
(2011)
Totaal
sedentair
gedrag (0-99
tellingen/min.)
CONTEXT
ActiGraph GT1Ms +
dagboek
MEETINSTRUMENT
Davis et al.
(2011)
AUTEUR EN
LAND
Laag
♂
♀
♂
♀
SES
n = 70 347
n = 3768
n = 2679
n = 1184
n = 1690
SOCIODEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
♂
n = 117
♀
n = 113
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
< 4u/dag: 28.4%
≥ 4u - < 8u/dag:
51.0%
≥ 8u - < 11u/dag:
15.7%
≥ 11u/dag: 4.9%
475.0 min/dag
474.0 min/dag
376.0 min/dag
323.0 min/dag
11.2 u/dag
11.0 u/dag
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
49
Totaal
sedentair
gedrag (<1.5
METS)
Dagelijkse
hoeveelheid
zitten overheen
verschillende
contexten
Gebaseerd op de 45 and
Up Study baseline
questionnaire
CONTEXT
A quantitative physical
activity questionnaire
(IMS-PAQ)
MEETINSTRUMENT
Stedelijk
n = 157 295
n = 65 018
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
< 4u/dag: 29.9%
≥ 4u -< 8u/dag:
50.1%
≥ 8u - < 11u/dag:
15.5%
≥ 11u/dag: 4.5%
< 4u/dag: 24.8%
≥ 4u - < 8u/dag:
47.9%
≥ 8u - < 11u/dag:
20.0%
≥ 11u/dag: 7.2%
421.0 min/dag
508.0 min/dag
< 4u/dag: 21.5%
≥ 4u - < 8u/dag:
44.2%
≥ 8u - < 11u/dag:
24.6%
≥ 11u/dag: 9.7%
GEMIDDELDE SEDENTAIR GEDRAG
WK
WKN
DAGGEM.
/
/
/
/
WOONOMGEVING
Landelijk
n = 2077
Stedelijk
n = 2276
Landelijk
/
SOCIODEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
Hoog
n = 55045
Opmerking:
tv: televisie kijken; pc: computergebruik; u: uren; min: minuten; n: aantal respondenten
♂ = jongen; ♀ = meisje; WK = weekdag; WKN = weekenddag; DAGGEM. = daggemiddelde; j. = jaar
Australië
45 - ≥ 75 j.
India
17-76 j.
Van der Ploeg et
al. (2012)
Sullivan et al.
(2011)
AUTEUR EN
LAND
50
Uit tabel 4, gebaseerd op senioren, is af te leiden dat de gemiddelde hoeveelheid van tv
kijken op basis van leeftijd in drie onderzoeken wordt weergegeven voor een
gemiddelde dag. (Harvey et al., 2013; Kikuchi et al., 2013; Shields en Tremblay, 2008).
Er worden geen specifieke gemiddelden weergegeven wat betreft het aantal minuten tv
kijken, daar er bij de onderzoeken gewerkt wordt met verschillende notatiesystemen en
deze bijgevolg niet vergelijkbaar zijn. De rapportage van de gemiddelde hoeveelheid
computergebruik op basis van leeftijd wordt op een gemiddelde dag nagegaan in de
onderzoeken van Harvey et al. (2013) en Shields en Tremblay (2008). Ook hier worden
geen specifieke gemiddelden gegeven, daar er verschillende notatiesystemen worden
gehanteerd. Verschillen in de rapportage van tv kijken en computergebruik op basis van
leeftijd, werden niet gevonden voor een week- en weekenddag. Voor een gemiddelde
dag werden er wel verschillen gevonden in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair
gedrag op basis van leeftijd (Davis et al., 2011; Matthews et al., 2008; Sullivan et al.,
2011). Daar beide onderzoeken verschillende leeftijden hanteren, worden geen
specifieke gemiddelden weergegeven.
Kikuchi et al. (2013) deden op een gemiddelde dag onderzoek naar het verschil in de
gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis van geslacht. Verschillen in de rapportage
van tv kijken op basis van geslacht werden niet gevonden voor een week- en
weekenddag. Voor het computergebruik op een week-, weekend- en gemiddelde dag
werden geen onderzoeken gevonden naar verschillen in rapportage op basis van
geslacht. Davis et al. (2011), Mielke et al. (2014) en Sullivan et al. (2011) geven op een
gemiddelde dag resultaten weer van verschillen in rapportage van totaal sedentair
gedrag op basis van geslacht. Kijkend overheen de verschillende onderzoeken,
spenderen mannen tussen de 376.0 minuten en 672.0 minuten aan totaal sedentair
gedrag, voor vrouwen is dit tussen de 323.0 minuten en 660.0 minuten.
51
Verschillen in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair gedrag op basis van SES
werden voor een gemiddelde dag gevonden in het onderzoek van Van der Ploeg et al.
(2012). Sullivan et al. (2011) en Van der Ploeg et al. (2012) deden onderzoek naar
verschillen in rapportage van totaal sedentair gedrag op basis van woonomgeving
(gemiddelde dag). Er werden bij senioren geen onderzoeken gevonden die nagaan of er
verschillen zijn in de rapportage van tv kijken, computergebruik en totaal sedentair
gedrag op basis van gezinssamenstelling en het al dan niet hebben van kinderen (week-,
weekend- en gemiddelde dag).
Voor meer uitleg over de onderzoeken (meetinstrument, aantal respondenten ed.) wordt
verwezen naar tabel 4.
1.3
VARIANTIE IN TOTAAL SEDENTAIR GEDRAG
In het onderzoek van Biddle, Gorely en Marshall (2009) werd bij adolescenten (13 - 16
jaar) nagegaan hoeveel procent van de variantie in totaal sedentair gedrag verklaard kan
worden door tv kijken. Hierbij werd telkens een onderscheid gemaakt tussen een weeken weekenddag alsook tussen beide geslachten. Bij jongens werden negen sedentaire
gedragingen bevraagd (zelfrapportage) die samen het totaal sedentair gedrag vormen; tv
kijken, muziek luisteren, computergebruik, computergames, zitten en praten, weggaan
met vrienden, gemotoriseerd transport, hobby’s en huiswerk (Biddle et al., 2009). Bij
meisjes worden dezelfde sedentaire contexten opgenomen, met uitzondering van
computergames en met toevoeging van lezen en telefoneren. Op een weekdag spenderen
jongens 234.0 minuten aan totaal sedentair gedrag waarvan 56% aan tv kijken.
Gedurende het weekend spenderen jongens 527.0 aan totaal sedentair gedrag, waarvan
38% aan tv kijken. Wat betreft meisjes werd gevonden dat deze op een weekdag
gemiddeld 331.0 minuten spenderen aan totaal sedentair gedrag, waarvan 32% besteed
aan tv kijken. Op een weekenddag werden 512.0 minuten totaal sedentair gedrag
vastgesteld bij meisjes waarvan tv kijken 41% vertegenwoordigde (Biddle et al., 2009).
52
Bij volwassenen van 20 - 65 jaar hebben Sugiyama et al. (2008) het totaal sedentair
gedrag onderzocht aan de hand van een vragenlijst. Volgende sedentaire contexten
werden opgenomen bij het totaal sedentair gedrag; tv kijken, computer- en
internetgebruik in de vrije tijd, videogames, lezen, sociaal contact, muziek luisteren,
telefoneren en gemotoriseerd transport. Sugiyama et al. (2008) stelden vast dat
volwassenen gemiddeld 235.0 minuten spenderen aan totaal sedentair gedrag op een
gemiddelde dag, waarvan 47% besteed aan tv kijken.
1.4 SEDENTAIR GEDRAG GEBASEERD OP HET ECOLOGISCH MODEL
Omdat sedentair gedrag gepaard gaat met gezondheidsrisico’s, is het belangrijk inzicht
te verkrijgen in de onderliggende determinanten van sedentair gedrag (Van Dyck et al.,
2011). Determinanten zijn oorzakelijke factoren die het gedrag bepalen (Lechner,
Mesters, & Bolman, 2010). Voor het bespreken van de determinanten wordt vaak
gebruik gemaakt van ecologische modellen. Dergelijke modellen veronderstellen dat het
gedrag van een individu door meerdere niveaus beïnvloed wordt; het individueel niveau,
het sociaal niveau, het organisatorisch/gemeenschapsniveau, het omgevingsniveau en
het beleidsniveau en dat deze niveaus eveneens in wisselwerking treden met elkaar
(Owen et al., 2011).
53
Figuur 3: Ecologic model of four domains of sedentary behavior (Owen et al., 2011)
Het ‘Ecologic model of four domains of sedentary behavior’ (figuur 3) is een model dat
specifiek ontwikkeld werd voor het in kaart brengen van determinanten van sedentaire
gedragingen (Owen et al., 2011). Eveneens is dit model toepasbaar op de meeste
leeftijdsgroepen, waaronder kinderen, jeugd, volwassenen en oud volwassenen (Owen
et al., 2011). Om deze twee belangrijke redenen zal dit model verder gehanteerd worden
bij de bespreking van de determinanten.
Bovenstaand model vestigt de aandacht op vier domeinen van sedentair gedrag, met
name de vrije tijd, het huishouden, transport en ‘occupation’ (vb. school en werk)
(Owen et al., 2011). Binnen elk domein zijn verschillende niveaus van belang,
waaronder het sociaal, organisatorisch/gemeenschaps-, omgevings- en beleidsniveau.
Het sociaal niveau heeft betrekking op de directe omgeving van het individu waaronder
vrienden en familie. Het organisatorisch en gemeenschapsniveau richten zich
bijvoorbeeld op initiatieven vanuit de gemeenschap om het sedentair gedrag te
verminderen.
54
Parkeergelegenheden en een aantrekkelijke omgeving (parken ed.) behoren tot het
omgevingsniveau. Het beleidsniveau bevat de wetgeving, subsidiëring, enzovoort. Al
deze niveaus kunnen het individueel gedrag beïnvloeden en kunnen inwerken op
voorkeuren, barrières en proximaal-sociale factoren (relaties op de werkvloer en
familiale vereisten).
Binnen deze masterproef zal de focus liggen op het intrapersoonlijk niveau en meer
bepaald op socio-demografische variabelen. Naast deze variabelen vallen biologische en
psychologische aspecten eveneens onder de noemer van het intrapersoonlijk niveau. Het
biologische aspect heeft betrekking op de Body Mass Index (BMI), het
vetpercentage,… Gedragsvariabelen zoals attitude en eigen-effectiviteit kunnen
ondergebracht worden bij het psychologisch aspect van het intrapersoonlijk niveau. Het
socio-demografisch aspect omvat de reeds eerder voornoemde variabelen; leeftijd,
geslacht, etniciteit, SES, woonomgeving en familiale situatie. Onder familiale situatie
wordt de gezinssamenstelling, het hebben van broers/zussen of kinderen verstaan.
1.4.1 INTRAPERSOONLIJK NIVEAU
De onderzoeken die hieronder aan bod komen, maken voornamelijk gebruik van
zelfrapportage voor het bepalen van de hoeveelheid sedentair gedrag. Indien er toch
objectieve meetinstrumenten gehanteerd worden, zal dit duidelijk weergegeven worden.
o SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN
Leeftijd
Uit het cross-sectioneel onderzoek van Van der Aa et al. (2012), blijkt dat het
schermgerelateerd sedentair gedrag (tv kijken, computer- en internetgebruik en
elektronische games) afneemt naarmate de adolescent ouder wordt. De resultaten uit het
longitudinaal onderzoek van Brodersen, Steptoe, Boniface en Wardle (2007) komen
daarentegen tot de omgekeerde bevinding.
55
Brodersen et al. (2007) bespreken hierbij het schermgerelateerd sedentair gedrag aan de
hand van de contexten tv kijken en het spelen van computer- en videogames. Norman et
al. (2005) deden een cross-sectioneel onderzoek naar het totaal sedentair gedrag bij
adolescenten (tv kijken, computergebruik, gaming, zittend luisteren naar de radio,
zittend luisteren naar audiotapes en cd’s en zittend spreken aan de telefoon) en komen
tot het resultaat dat dit toeneemt naarmate de adolescent ouder wordt.
Een cross-sectioneel onderzoek van Van Dyck et al. (2011) komt tot de bevinding dat
46 tot 65 jarigen meer tv kijken dan de 20 tot 45 jarigen. Het cross-sectioneel onderzoek
van Ishii, Shibata en Oka (2013) komt tot dezelfde bevinding voor schermgerelateerd
sedentair gedrag (tv, pc en internetgebruik, computergames en video’s/dvd’s). Wat
betreft het computergebruik bij volwassenen komen Healy et al. (2011) (crosssectioneel) tot de omgekeerde bevinding die stelt dat het gebruik afneemt naarmate de
volwassenen ouder worden. Voor de context totaal sedentair gedrag bij volwassenen
komen Proper, Cerin, Brown en Owen (2007) (cross-sectioneel) tot de conclusie dat
jongvolwassenen meer totaal sedentair gedrag vertonen dan de 34-plussers. Het totaal
sedentair gedrag heeft hierbij betrekking op sedentaire gedragingen gedurende het
transport, op het werk en in de vrije tijd (Proper et al., 2007). De resultaten van Proper
et al. (2007) worden bevestigd door de cross-sectionele onderzoeken van Bauman et al.
(2011) en Van Dyck et al. (2010).
Uitgaande van senioren, toont het cross-sectioneel onderzoek van Mielke et al. (2014)
dat de tv tijd toeneemt met de leeftijd. Dogra en Stathokostas (2014) onderzochten op
een cross-sectionele manier het totaal sedentair gedrag (lezen, tv, pc en handwerk) van
senioren en stellen dat 85-plussers meer zitten dan 65- tot 84-jarigen. Deze bevindingen
komen overeen met de resultaten uit het cross-sectioneel onderzoek van Evenson,
Buchner en Morland (2012), die gebruik maken van accelerometers voor het bepalen
van het sedentair gedrag. Gennuso, Gangnon, Matthews, Thraen-Borowski en Colbert
(2013) stellen in hun cross-sectioneel onderzoek geen specifieke leeftijdsgrens voorop
maar hebben op een objectieve manier (accelerometer) aangetoond dat oudere senioren
meer sedentair gedrag vertonen.
56
Geslacht
Wat betreft adolescenten stelt het cross-sectioneel onderzoek van Lowry, Lee, Fulton,
Demissie, & Kann (2013) dat vrouwelijke adolescenten meer overmatig tv kijken. Het
tegenovergestelde resultaat wordt gevonden in het cross-sectioneel onderzoek van
Babey, Hastert en Wolstein (2013).
Met betrekking tot de context computergebruik komen Lowry et al. (2013) en Babey et
al. (2013) tot de bevinding dat jongens meer computergebruik vertonen. Lowry et al.
(2013) maken deze conclusie eveneens aangaande het spelen van videogames. Uit de
longitudinale studie van Brodersen et al. (2007) blijkt dat mannelijke adolescenten meer
schermgerelateerd sedentair gedrag (tv, computer- videogames) vertonen dan hun
vrouwelijke leeftijdsgenoten. Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag van
adolescenten, blijkt uit de resultaten van het cross-sectioneel onderzoek van Norman et
al. (2005) (tv kijken, computergebruik, gaming, zittend luisteren naar de radio, zittend
luisteren naar audiotapes en cd’s en zittend spreken aan de telefoon) dat er hierbij geen
verschil is tussen beide geslachten.
Uitgaande van de volwassen populatie komen de cross-sectionele onderzoeken van
Clark et al. (2010) en Healy et al. (2011) tot de bevinding dat mannelijke volwassenen
meer tv kijken dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten. Eveneens komen Healy et al.
(2011) tot deze bevinding voor computergebruik en algemene schermtijd (combinatie
van tv kijken en computergebruik). Van Dyck et al. (2012) komen, uitgaande van hun
cross-sectioneel onderzoek, tot de conclusie dat voornamelijk vrouwen minder totaal
sedentair gedrag vertonen. De bevinding van Van Dyck et al. (2012) wordt bevestigd in
het cross-sectioneel onderzoek van Wallman-Sperlich et al. (2013). Het totaal sedentair
gedrag binnen dit onderzoek bestaat uit sedentair gedrag op de werkvloer, thuis,
gedurende transport of in het bijzijn van vrienden (Wallman-Sperlich et al., 2013).
57
Karavidas, Lim en Katsikas (2005) (cross-sectioneel onderzoek) hebben bij senioren
geen verschil vastgesteld in het aantal minuten computergebruik tussen mannen en
vrouwen. Mannelijke volwassenen zouden volgens de cross-sectionele onderzoeken van
Evenson et al. (2012) en Gennuso et al. (2013) wel meer totaal sedentair gedrag
vertonen dan vrouwelijke volwassenen. Beide onderzoekers hanteren hierbij
accelerometers voor het bepalen van de totale hoeveelheid sedentair gedrag.
Sociaal economische status (SES)
Het cross-sectioneel onderzoek van Babey et al. (2013) komt bij adolescenten tot de
bevinding dat er een positieve relatie bestaat tussen het opleidingsniveau van de ouders
en tv kijken. In dit onderzoek kon echter geen relatie gevonden tussen het
computergebruik van de adolescent en het opleidingsniveau van de ouders (Babey et al.,
2013). Met betrekking tot schermgerelateerde activiteiten wordt er in de review van
Pate, Mitchell, Byun en Dowda (2011) gesteld dat adolescenten meer schermactiviteiten
stellen als hun ouders over een laag opleidingsniveau beschikken.
Uitgaande van de volwassen populatie stellen de review van Rhodes, Mark en Temmel
(2012) en het cross-sectioneel onderzoek van Van Dyck et al. (2011) dat een laag
opleidingsniveau bijdraagt tot meer tv kijken. Het cross-sectioneel onderzoek van
Teychenne, Ball en Salmon (2012) stelt deze relatie enkel vast bij vrouwen. Kijkend
naar de contexten computer- en internetgebruik stellen de cross-sectionele onderzoeken
van Ishii et al. (2013) en Van Dyck et al. (2011) dat deze gedragingen frequenter
voorkomen bij hoger opgeleide volwassenen. De review van Rhodes et al. (2012) sluit
zich hierbij aan. Het totaal sedentair gedrag bij volwassenen wordt volgens de crosssectionele onderzoeken van Van Dyck et al. (2012) en Wallmann-Sperlich et al. (2013)
bepaald door het opleidingsniveau, waarbij het niet hebben van een diploma hoger of
universitair onderwijs bijdraagt tot minder totaal sedentair gedrag. Van Dyck et al.
(2012) maken gebruik van de Long IPAQ voor het bepalen van het totaal sedentair
gedrag (transport, huishoudelijke taken, werk en vrije tijd).
58
In het onderzoek van Wallmann-Sperlich et al. (2013) bestaat het totaal sedentair gedrag
uit sedentair gedrag op de werkvloer, gedurende gemotoriseerd transport, in de
thuisomgeving en gedurende sociale contacten met vrienden. Hier tegenover stelt de
review van Rhodes et al. (2012) dat er geen relatie bestaat tussen het opleidingsniveau
en het totaal sedentair gedrag van volwassenen.
Kikuchi et al. (2013) stellen in hun cross-sectioneel onderzoek bij senioren dat een laag
opleidingsniveau in relatie wordt gebracht met meer tv kijken.
Woonomgeving
Uit de cross-sectionele bevindingen van Al-Nuaim et al. (2012) kan algemeen gesteld
worden dat computergebruik frequenter voorkomt bij adolescenten woonachtig in een
stedelijke omgeving. Het omgekeerde resultaat wordt gevonden voor het gamegedrag
van adolescenten (Carson, Iannotti, Pickett, & Janssen, 2011). Carson et al. (2011)
stellen hierbij in hun cross-sectioneel onderzoek dat adolescenten uit landelijke
omgevingen meer gamegedrag vertonen dan deze afkomstig uit een stedelijke
omgeving. Machado-Rodrigues et al. (2014) spreken zich in een cross-sectioneel
onderzoek uit over het schermgerelateerd sedentair gedrag (tv kijken, computergebruik
en gaming). Uit deze studie blijkt dat adolescenten in een landelijke omgeving meer
schermgerelateerd sedentair gedrag vertonen dan deze in een stedelijke omgeving. Met
betrekking tot het totaal sedentair gedrag, komt het cross-sectioneel onderzoek van
Malete et al. (2013) tot de bevinding dat adolescenten woonachtig in een landelijke
omgeving, meer totaal sedentair gedrag vertonen dan diegenen in een stedelijke
omgeving. Tegenstrijdige bevindingen worden gevonden in de review van Muthuri et
al. (2014). Malete et al. (2013) en Muthuri et al. (2014) geven in hun onderzoek geen
nauwkeurige beschrijving van alle contexten die opgenomen worden bij het totaal
sedentair gedrag.
59
Gebaseerd op volwassenen komt het cross-sectioneel onderzoek van Assah et al. (2009),
tot de bevinding dat volwassenen uit een stedelijke omgeving meer totaal sedentair
gedrag (bepaald met accelerometers) stellen. Het tegenovergestelde resultaat wordt
gevonden in het cross-sectioneel onderzoek van Du et al. (2013). Zittend tv kijken,
zittend lezen, zittend kaarten en zittend computergebruik zijn contexten die opgenomen
worden bij het totaal sedentair gedrag in de studie van Du et al. (2013).
Wat betreft senioren blijkt uit het cross-sectioneel onderzoek van Sullivan et al. (2011)
dat senioren uit een stedelijke omgeving minder tv kijken dan diegene woonachtig in
een landelijke omgeving. Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag komt een crosssectioneel onderzoek van Fogelholm et al. (2006) tot gelijkaardige resultaten.
Ook in dit onderzoek werd geen specifieke omschrijving gegeven van de verschillende
contexten die opgenomen werden bij het totaal sedentair gedrag.
Familiale situatie
Gorely et al. (2009) deden een cross-sectioneel onderzoek naar het verband tussen
familiale situatie en sedentair gedrag bij adolescenten. Uit dit onderzoek blijkt dat
jongens die samenwonen met slechts één ouder, meer tv kijken in het weekend.
Specifiek kijkend naar de context computergebruik, stellen Gorely et al. (2009) dat
jongens die samenwonen met slechts één ouder, meer computergebruik vertonen op
weekdagen. Het cross-sectioneel onderzoek van Zboralski et al. (2009) richt zich
eveneens tot computergebruik en stelt vast dat overmatig computergebruik meer
voorkomt bij adolescenten die geen broers of zussen hebben. Gorely et al. (2009)
spreken zich ook uit over het totaal sedentair gedrag bij adolescenten waaruit blijkt dat
jongens die samenwonen met slechts één ouder, meer totaal sedentair gedrag vertonen
in het weekend. Bij meisjes stelt men dat diegene met één of meer zussen, meer totaal
sedentair gedrag vertonen op weekdagen (Gorely et al., 2009).
60
In het onderzoek van Gorely et al. (2009) worden tv kijken, computergebruik, zittend
praten, zittend telefoneren en andere zittende sociale contacten opgenomen bij het totaal
sedentair gedrag.
Voor volwassenen komen Ishii et al. (2013) in een cross-sectioneel onderzoek tot de
bevinding dat ongehuwde personen meer schermgerelateerd sedentair gedrag (tv kijken,
computer- en internetgebruik, gaming, en zittend kijken naar video’s/ DVD’s) vertonen.
Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag, komen Van Dyck et al. (2012) in een
cross-sectioneel onderzoek tot het besluit dat het leven met een partner leidt tot minder
totaal sedentair gedrag. Zoals reeds vermeld werd hierbij gebruik gemaakt van de Long
IPAQ voor het bepalen van het totaal sedentair gedrag. De review van Rhodes et al.
(2012) bespreekt eveneens de context totaal sedentair gedrag en komt tot de conclusie
dat hoe meer kinderen, hoe minder totaal sedentair gedrag men stelt.
Dogra en Stathokostas (2014), deden een cross-sectioneel onderzoek bij senioren
waaruit blijkt dat getrouwde of samenwonende senioren minder zitten dan zij die
alleenstaand zijn. Enkele sedentaire activiteiten die Dogra en Stathokostas (2014)
hierbij opnemen zijn tv kijken, computergebruik, lezen en zittend handwerk.
2 PROBLEEMSTELLING
Technologische ontwikkelingen en vernieuwingen brengen met zich mee dat sedentair
gedrag de laatste jaren enorm toeneemt. Uit de literatuur blijkt dat sedentair gedrag leidt
tot heel wat gezondheidsrisico’s (Proper, Singh, van Mechelen, & Chinapaw, 2011).
Om deze reden is het belangrijk na te gaan hoeveel tijd gespendeerd wordt aan
sedentaire gedragingen en meer belangrijk welke factoren hiertoe bijdragen. Door de
focus te leggen op verschillende leeftijdsgroepen en verschillende contexten, kan
nagegaan worden waarop toekomstige interventies, voor het reduceren van sedentair
gedrag, het best gericht worden.
61
Deze masterproef zal bij adolescenten (11.8-18.3 jaar), volwassenen (25-60 jaar) en
senioren (65-plussers) voornamelijk de nadruk leggen op schermgerelateerde sedentaire
activiteiten (tv kijken, computergebruik en gaming (adolescenten)), aangevuld met de
totale hoeveelheid sedentair gedrag (scherm- en niet schermgerelateerd) op een week-,
weekend- en gemiddelde dag (gemiddelde van een week- en weekenddag).
Vooreerst worden voor de drie leeftijdsgroepen beschrijvende gegevens opgevraagd
betreffende de tijd gespendeerd aan tv kijken, computergebruik en de totale hoeveelheid
sedentair gedrag op een week- en weekenddag, alsook voor een gemiddelde dag. Voor
adolescenten zal eveneens de context gaming toegevoegd worden. Daarenboven zullen
ook beschrijvende gegevens opgevraagd worden wat betreft de socio-demografische
variabelen.
Bij de eerste onderzoeksvraag wordt nagegaan of er een verschil aangetoond kan
worden in het aantal minuten tv kijken, computergebruik en totaal sedentair gedrag,
afhankelijk van de leeftijdsgroep (adolescenten, volwassenen en senioren).
Dit wordt afzonderlijk bekeken voor een week- en weekenddag, aangevuld met een
gemiddelde dag. Eveneens zal voor elke leeftijdsgroep op een week-, weekend- en
gemiddelde dag worden nagegaan of er verschillen zijn in de rapportage van tv kijken,
computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag op basis van de
socio-demografische
variabelen
(leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen of kinderen). Etniciteit
wordt niet opgenomen in deze masterproef aangezien er te weinig variatie is binnen
deze variabele. Zeven adolescenten op 100 hebben een andere moedertaal dan
Nederlands, bij volwassenen is dit er 17 op 305 en bij senioren op 186. Bij deze
onderzoeksvraag zullen geen hypothesen opgesteld worden, daar de literatuur beperkt is
wat betreft de socio-demografische variabelen en er vaak gebruik wordt gemaakt van
cross-sectionele onderzoekdesigns. Eveneens zijn de bevindingen uit de literatuur niet
consistent met elkaar, wat het opstellen van hypothesen onmogelijk maakt.
62
Omdat er ook een aanbeveling bestaat voor de maximale hoeveelheid schermgerelateerd
sedentair
gedrag
voor
adolescenten,
zal
dit
opgenomen
worden
bij
de
onderzoeksvragen. Hierbij zal worden nagegaan hoeveel procent van de ondervraagde
adolescenten voldoet aan de aanbeveling voor de maximale hoeveelheid van twee uur
schermgerelateerd sedentair gedrag per dag. Daarenboven zal nagegaan worden of er
een verschil is tussen jongere en oudere adolescenten en tussen jongens en meisjes. Dit
zal worden nagegaan voor een week- en weekenddag alsook voor een gemiddelde dag.
Gebaseerd op de literatuur worden volgende hypothesen opgesteld:
-
Op een week-, weekend- en gemiddelde dag voldoet meer dan 50% van
de adolescenten niet aan de aanbeveling van maximum twee uur
schermgerelateerde sedentaire activiteiten per dag.
-
Meer jongens overschrijden, in vergelijking met meisjes, deze
aanbeveling op een week- en weekenddag, alsook op een gemiddelde
dag.
Als derde onderzoeksvraag wordt voor de drie leeftijdsgroepen afzonderlijk nagegaan
hoeveel procent van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard kan worden
door tv kijken en computergebruik. Bij adolescenten zal gaming eveneens worden
toegevoegd aan de analyses. Dit zal worden nagegaan voor een week- en weekenddag
alsook voor een gemiddelde dag.
Als laatste zal worden nagegaan of de socio-demografische variabelen (leeftijd,
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
broers/zussen of kinderen) een rol spelen bij het vertonen van een lagere/hogere
sedentaire graad binnen verschillende contexten op een week- en weekenddag, alsook
op een gemiddelde dag. Bij de drie leeftijdsgroepen wordt de vraag gesteld of het aantal
minuten tv kijken voorspeld wordt door leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen of kinderen. Eveneens
wordt dit nagegaan voor computergebruik en het totaal sedentair gedrag.
63
Bij adolescenten zal daarenboven de context gaming opgenomen worden. Uitgaande
van de literatuur zijn er geen consistente bevindingen tussen de verschillende
onderzoeken waardoor geen hypothesen opgesteld kunnen worden.
3 ONDERZOEKSMETHODE
3.1 OPZET
Binnen deze masterproef wordt nagegaan wat de rol is van socio-demografische
variabelen op de prevalentie van sedentair gedrag. Dit zal zowel voor adolescenten,
volwassenen als senioren worden onderzocht. Deze masterproef werd goedgekeurd door
het Ethisch Comité van het Universitair Ziekenhuis te Gent.
3.2 PROCEDURE
3.2.1 ONDERZOEKSDESIGN
Deze masterproef hanteert kwantitatieve data verzameld op een cross-sectionele manier.
De data gebruikt in deze masterproef maken deel uit van een longitudinale studie van de
vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent, waarbij
determinanten van sedentair gedrag en lichte fysieke inspanningen in kaart zullen
worden gebracht bij adolescenten, volwassenen en senioren. In 2014-2015 zullen
opnieuw dezelfde respondenten gecontacteerd worden (follow-up periode van één jaar).
3.2.2 STEEKPROEF EN DATAVERZAMELING
De dataverzameling voor adolescenten, volwassenen en senioren vond plaats in
Vlaanderen (België) en meer bepaald in het Waasland. Adolescenten werden
gerekruteerd door scholen te contacteren. Indien scholen wensten deel te nemen, werd
er met een verantwoordelijke van de school afgesproken om het onderzoek mondeling
toe te lichten (en praktische afspraken te maken). Gedurende het schrijven van deze
masterproef was de dataverzameling voor de adolescenten nog lopende, daar deze data
deel uitmaakt van een longitudinale studie.
64
Tijdens het schrijven van deze masterproef werden vijf scholen aangeschreven met de
vraag tot deelname aan het onderzoek. Van deze vijf scholen hebben twee scholen
aangegeven niet te willen deelnemen omwille van het feit dat ze te vaak de vraag
krijgen tot deelname aan vragenlijsten. Daarnaast gaf één school aan nooit vragenlijsten
te aanvaarden. Uiteindelijk wordt binnen deze masterproef gebruik gemaakt van data
afkomstig van twee scholen, resulterend in 100 deelnemende adolescenten.
Volwassenen werden gerekruteerd aan de hand van een willekeurige steekproef
genomen door de stad Sint-Niklaas (na goedkeuring bij het college van Burgemeester
en Schepenen). Om geïncludeerd te worden in het onderzoek moesten de respondenten
over de mogelijkheid beschikken om recht te staan.
De steekproef bestond uit 1918 personen en naar deze personen werd een schriftelijke
vraag gesteld tot deelname aan het onderzoek. Zeven personen hebben de brief (en
bijhorende vragenlijst) niet ontvangen wegens foutief adres. Van de 1911 volwassenen
die de vragenlijst ontvangen hebben, hebben 312 volwassenen op de vragenlijst
gereageerd. (respons rate: 16.3%). Van de 312 volwassenen waren er 5 respondenten
die fysiek / mentaal niet in staat waren om de vragenlijst in te vullen. Eveneens waren er
2 respondenten die aangaven geen interesse te hebben tot deelname aan het onderzoek.
Uiteindelijk werden data van 305 volwassenen weerhouden.
Wat betreft de dataverzameling voor senioren werd eveneens een steekproef verkregen
van de stad Sint-Niklaas (zelfde procedure als bij volwassenen). Dit college stelde een
lijst ter beschikking van 2500 65-plussers woonachtig te Sint-Niklaas. De voorwaarden
om geïncludeerd te worden in het onderzoek, waren de volgende; in staat zijn om recht
te staan en niet verblijven in een rust- en verzorgingstehuis aangezien de personen nog
zelfstandig moeten leven. Uit deze lijst van 2500 personen werden voor deze
masterproef ad random 546 senioren gerekruteerd en aangeschreven met een
informatiebrief (Bijlage 1). Na ontvangst van de informatiebrief werden de senioren
persoonlijk opgezocht of telefonisch gecontacteerd met de vraag tot vrijwillige
deelname, waarna werd afgesproken wanneer de vragenlijst afgenomen kon worden.
65
Voorafgaand aan afname van de vragenlijst, werden het doel en de werkwijze van het
onderzoek mondeling toegelicht alsook werd gevraagd om het informed consent te
ondertekenen. Van de 546 aangeschreven senioren, wensten 186 personen deel te
nemen aan het onderzoek (respons rate: 34.1%).
3.3
GEHANTEERD MEETINSTRUMENT
Binnen deze masterproef werden data verzameld aan de hand van een vragenlijst
gebaseerd op de Sit-Q-7d. Wijndeale et al. (2014) komen tot de conclusie dat de Sit-Q7d een nuttig instrument is voor het rangschikken van individuen in grootschalige
observationele studies die het totaal sedentair gedrag, alsook het domein specifiek
sedentair gedrag onderzoeken.
Deze vragenlijst peilt naar liggende/zittende activiteiten gedurende de laatste zeven
dagen. Wijndaele et al. (2014) komen tot een redelijk tot goede test-hertest
betrouwbaarheid van de Sit-Q-7d bij Vlaamse volwassenen van 20 tot 60 jaar. De
vragenlijst
kent
een
IntraClass
Correlation
(ICC)
van
0.68
met
een
betrouwbaarheidsinterval [0.50 - 0.81]. Spearman correlaties werden berekend om de
criteriumvaliditeit van deze vragenlijst na te gaan. Er werd een significante correlatie
gevonden van 0.52 voor de totale sedentaire tijd.
De gehanteerde vragenlijsten binnen deze masterproef voor adolescenten (Bijlage 2),
volwassenen (Bijlage 3) en senioren (Bijlage 4) bevatten hoofdzakelijk dezelfde
onderdelen als de Sit-Q-7d en bestaan voornamelijk uit gesloten vragen. In elke
vragenlijst wordt gepeild naar volgende contexten: algemene informatie, tv kijken in de
vrije tijd, computergebruik in de vrije tijd, gemotoriseerd transport en andere zittende en
liggende activiteiten. In de vragenlijsten van de adolescenten en volwassenen wordt
respectievelijk een onderscheid gemaakt tussen school en werk. Huishoudelijke
bezigheden worden daarenboven bevraagd bij volwassenen en senioren. Bij
adolescenten wordt de context gaming toegevoegd, daar waar deze bij volwassenen en
senioren ondergebracht wordt bij computergebruik.
66
3.4
3.4.1
DATAVERWERKING
SEDENTAIRE CONTEXTEN
De verschillende sedentaire contexten werden in de vragenlijsten voor adolescenten,
volwassenen en senioren bevraagd aan de hand van een ‘puntenschaal’. Afhankelijk van
de sedentaire context, werden verschillende ‘puntenschalen’ gehanteerd.
Volgende contexten werden bevraagd, gebruik makend van een 11-puntenschaal; tv
kijken, computergebruik en andere zittende / liggende activiteiten (lezen, zorgen voor
(klein)kinderen en anderen, hobby’s, sociaal contact, muziek luisteren, maaltijden,
schoolwerk en telefoneren).
Eveneens werden gaming en zittend schoolwerk bij adolescenten en huishoudelijke
bezigheden bij volwassenen en senioren bevraagd volgens deze 11-puntenschaal. De
verschillende antwoordmogelijkheden bij deze 11-puntenschaal zijn de volgende; ‘niet’,
‘1-15 min/dag’, ’15-30 min/dag’, ’30-60 min/dag’, ‘1-2u/dag’, ‘2-3 u/dag’, ‘3-4u/dag’,
‘4-5u/dag’, ‘5-6u/dag’, ‘6-7u/dag’ en ‘>7u/dag.
Gemotoriseerd transport werd bevraagd aan de hand van een 14-punten schaal
bestaande uit; ‘niet’, ‘1-15min/dag’, ‘15-30 min/dag’, ‘30-45 min/dag’, ‘45-60
min/dag’, ‘60-90 min/dag’, ‘90-120 min/dag’, ‘2-2.5 u/dag’, ‘2.5-3 u/dag’, ‘3-4 u/dag,
4-5 u/dag’, ‘5-6 u/dag’,’ 6-7 u/dag’ en’ >7u/dag’.
Zitten op het werk werd bevraagd gebruik makend van een 8-puntenschaal bestaande
uit; ‘>2 u/dag’, ‘2-3 u/dag’, ‘3-4 u/dag’, ‘4-5u/dag’, ‘5-6u/dag’, ‘6-7 u/dag’, ‘7-8 u/dag’
en ‘>8 u /dag’.
Voor het uitvoeren van de analytische testen werd de hoeveelheid sedentair gedrag
binnen bovenstaande contexten gehercodeerd op basis van het gemiddelde van de
voorziene antwoordmogelijkheden (1-15 minuten wordt gehercodeerd naar 8 minuten).
67
Deze gehercodeerde variabelen werden verder gehanteerd voor bijvoorbeeld het
berekenen van somscores en daggemiddelden.
Voor adolescenten werd voor een week-, weekend- en gemiddelde dag een extra
variabele ‘schermgerelateerd sedentair gedrag’ aangemaakt, waarbij de contexten tv
kijken, computergebruik en gaming (allen gehercodeerd op basis van het gemiddelde)
werden opgeteld via SUM. Hierna werd deze variabele gedichotomiseerd op basis van
de aanbeveling betreffende de maximale hoeveelheid schermgerelateerd sedentair
gedrag (0-120 minuten en > 120 minuten per dag).
Voor het berekenen van het totaal sedentair gedrag werden voor de drie leeftijdsgroepen
telkens drie somscores (SUM) gemaakt. Hiertoe behoren het totaal sedentair gedrag op
een week-, weekend- en gemiddelde dag.
De specifieke contexten opgenomen bij het totaal sedentair gedrag op een week- en
weekenddag, alsook op een gemiddelde dag worden per leeftijdsgroep weergegeven in
tabel 5. Voor het aftoppen van de totale hoeveelheid sedentair gedrag zijn twee
mogelijke werkwijzen geschikt. Een eerste werkwijze is het werken met de formule;
gemiddelde +/- 2 × standaarddeviatie. Deze hercodering levert onmogelijke waarden op
(>24u per dag) waardoor deze werkwijze niet werd gehanteerd. Een andere en dusdanig
gehanteerde werkwijze is het in rekening brengen van de slaaptijd op een week-,
weekend- en gemiddelde dag. Gebaseerd hierop kan worden nagegaan hoeveel uren de
respondenten wakker zijn en bijgevolg sedentair gedrag kunnen vertonen. Uitgaande
van de literatuur wordt vastgesteld dat adolescenten gemiddeld 7.65u slapen op een
weekdag en 9.15u op een weekenddag (Carskadon, 2011). Dit komt neer op
aftopwaarden van 16.35u (981 min) op een weekdag en 14.85u (891 min) op een
weekenddag. Rekening houdend met de aftopwaarden op een week- en weekenddag,
werd voor een gemiddelde dag een aftopwaarde van 955.29 minuten gehanteerd.
Lauderdale et al. (2006) komen tot de bevinding dat volwassenen gemiddeld 6.65u
slapen op een weekdag en 7.26u op een weekenddag. Uitgaande van deze bevindingen
worden aftopwaarden van 17.35u (1041 min) en 16.74u (1004.4 min) gehanteerd.
68
Bij volwassenen werd de aftopwaarde van 1030.54 minuten gehanteerd voor een
gemiddelde dag. Monk et al. (2006) deden onderzoek naar het slaappatroon van
senioren en constateerden dat senioren gemiddeld 6.53u slapen per nacht, wat neerkomt
op een aftopwaarde van 17.47u (1048.2 min) per dag. Bij senioren worden dezelfde
aftopwaarden gehanteerd voor een week-, weekend- en gemiddelde dag, omdat deze
veelal hetzelfde verloop kennen.
Tabel 5: Adolescenten, volwassenen en senioren: contexten totaal sedentair gedrag
ADOLESCENTEN Weekdag en
daggemiddelde
Weekenddag
VOLWASSENEN
Week-en
weekenddag
Daggemiddelde
SENIOREN
Week- en
weekenddag,
daggemiddelde
Tv kijken, computergebruik, gaming, gemotoriseerd
transport (school en vrije tijd), lezen, hobby’s,
sociaal contact, muziek luisteren, maaltijden,
schoolwerk, telefoneren en zitten tijdens de lesuren
Tv kijken, computergebruik, gaming, gemotoriseerd
transport in vrije tijd, lezen, hobby’s, sociaal contact,
muziek luisteren, maaltijden, schoolwerk en
telefoneren
Tv kijken, computergebruik, gemotoriseerd transport
in vrije tijd, huishouden/telefoneren, lezen, zorgen
voor kinderen ed., hobby’s, sociaal contact, muziek
luisteren en maaltijden
Tv kijken, computergebruik, gemotoriseerd transport
(in vrije tijd, van en naar het werk en tijdens het
werk), zitten op het werk, huishouden, telefoneren,
lezen, zorgen voor kinderen ed., hobby’s, sociaal
contact, muziek luisteren en maaltijden
Tv kijken, computergebruik, gemotoriseerd transport,
huishouden, telefoneren, lezen, zorgen voor
kleinkinderen ed., hobby’s, sociaal contact en muziek
luisteren
Zoals reeds vermeld zullen voor de drie leeftijdsgroepen het aantal minuten tv kijken,
computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag besproken worden
voor een week- en weekenddag, alsook voor een gemiddelde dag.
Het daggemiddelde werd berekend aan de hand van volgende formule (Gardiner et al.,
2011);
((sedentair gedrag weekdag × 5) + (sedentair gedrag weekenddag × 2))/7
69
3.4.2
SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN
De socio-demografische variabelen leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen of kinderen werden
bevraagd in de gehanteerde vragenlijst.
Tabel 6 geeft een overzicht van de wijze waarop de socio-demografische variabelen
werden bevraagd alsook hoe deze werden verwerkt tot bruikbare variabelen
(dichotomisering) opdat statistische analyses konden worden uitgevoerd. Indien
bepaalde socio-demografische variabelen anders werden bevraagd bij de verschillende
leeftijdsgroepen, dan wordt de desbetreffende leeftijdsgroep weergegeven.
Leeftijd werd bij de drie leeftijdsgroepen bevraagd aan de hand van de geboortedatum
(dag/maand/jaar). Via een Excel-file werd de specifieke leeftijd berekend, rekening
houdend met de geboortedatum en de datum waarop de vragenlijst werd afgenomen.
Onderstaande formule werd hierbij gehanteerd:
JAAR.DEEL(datum invullen vragenlijst;geboortedatum;constante)
De constante hierbij was telkens drie omdat er drie variabelen gebruikt werden; het jaar,
de datum waarop de vragenlijst werd ingevuld en de geboortedatum van de respondent.
De variabele leeftijd werd gehercodeerd naar een dichotome variabele (‘jong’ (0) en
‘oud’ (1)) op basis van de mediaan. Alle adolescenten tot en met 14.93 jaar, werden als
‘jong’ gecodeerd, de overige adolescenten als ‘oud’. Bij volwassenen werden diegene
tot en met 44.29 jaar aanzien als ‘jong’, de overige volwassenen als ‘oud’. Voor
senioren wordt de leeftijd tot en met 72.27 jaar bij ‘jong’ gerekend, de overige senioren
kregen hierbij de leeftijdscategorie ‘oud’ toebedeeld.
SES werd bij de drie leeftijdsgroepen bevraagd aan de hand van het hoogst behaalde
diploma. Voor adolescenten heeft dit betrekking op het hoogst behaalde diploma van
moeder en vader.
70
Vanaf het ogenblik dat één van beide ouders een hoger, al dan niet universitair diploma,
behaald heeft, werd een hoge SES toegekend (Cardon, Maes, Haerens, & De
Bourdeaudhuij, 2012). Het opleidingsniveau van beide ouders werd hiervoor
samengebracht op volgende manier; het opleidingsniveau van vader en moeder werd
vooreerst afzonderlijk opgedeeld in lage (tot en met secundair onderwijs) en hoge
educatie (hoger of universitair onderwijs). Hierna werden beide dichotome variabelen
opgeteld via SUM waardoor er waarden verkregen werden van 0 tot 2.
Deze waarden werden gehercodeerd en eveneens gedichotomiseerd naar de eigenlijke
SES. Waarde 0 betekent een lage SES, waarde 1 en 2 betekenen een hoge SES. De
antwoordmogelijkheden die in tabel 6 worden weergegeven zijn dezelfde voor moeder
en vader. De antwoordmogelijkheden ‘weet ik niet’ en ‘niet van toepassing’ werden niet
in rekening gebracht voor de berekening van SES en werden bijgevolg ingegeven als
missing value. Bij volwassenen en senioren werd het behaalde diploma van de
respondent zelf in rekening gebracht voor het bepalen van SES. Ook bij deze
leeftijdsgroep geldt dat een lage SES betekent dat de respondent een diploma lager of
secundair onderwijs heeft behaald, een hoge SES staat gelijk met het behalen van een
hoger, al dan niet universitair diploma (Van Dyck et al., 2011).
Gezinssamenstelling heeft bij adolescenten betrekking op de personen waarbij ze
inwonen. Naast de voorziene antwoordmogelijkheden (tabel 6) werd ook de
keuzemogelijkheid aangeboden om zelf de gezinssamenstelling neer te schrijven indien
de voorziene antwoordmogelijkheden niet passend waren. Voor het uitvoeren van de
statistische analyses, werd deze variabele gedichotomiseerd op basis van al dan niet
wonen bij twee volwassenen en ‘andere’ (grootouders, internaat,…). Bij volwassenen
en senioren werd bij deze variabele een onderscheid gemaakt tussen volwassenen die
alleen wonen en volwassenen die samenwonen met een partner. Om de familiale situatie
in kaart te brengen, werd naast de gezinssamenstelling, ook rekening gehouden met
broers/zussen (adolescenten) of kinderen (volwassen en senioren).
71
Deze variabelen werden eveneens gedichotomiseerd op basis van het al dan niet hebben
van broers/zussen of kinderen. Bij adolescenten werden de variabelen ‘broers’ en
‘zussen’ eerst opgeteld waarna deze variabele gedichotomiseerd kon worden.
Woonomgeving werd bij de drie leeftijdsgroepen opgesplitst in het wonen in een
landelijke omgeving en wonen in een stedelijke omgeving.
Tabel 6: Beschrijving items vragenlijst + dichotomisering
SOCIOANTWOORDMOGELIJKHEDEN
DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
ANALYTISCHE
VERWERKING
Geslacht
1 => 0
2 => 1
3-6 => ‘lage SES’ (0)
7-8 => ‘hoge SES’ (1)
SES
Adolescenten
SES
Volwassenen en
senioren
Gezinssamenstelling
adolescenten
Gezinssamenstelling
Volwassenen en
senioren
Jongen/man (1)
Meisje/vrouw(2)
Niet van toepassing (1)
Weet ik niet (2)
Lager onderwijs (3)
Beroeps secundair onderwijs (BSO) (4)
Technisch secundair onderwijs (TSO) (5)
Algemeen secundair onderwijs (AS0) (6)
Hoger onderwijs, niet universitair (7)
Universitair onderwijs (8)
Lager onderwijs (1)
Beroeps secundair onderwijs (BSO) (2)
Technisch secundair onderwijs (TSO) (3)
Algemeen secundair onderwijs (ASO) (4)
Hoger onderwijs, niet universitair (5)
Universitair onderwijs (6)
Bij je beide ouders (1)
De helft van de tijd bij moeder, de andere
helft bij je vader (2)
Alleen moeder (maar niet bij je vader (3)
Alleen vader (maar niet bij je moeder) (4)
Bij je moeder en nieuwe partner (5)
Bij je vader en nieuwe partner (6)
Grootouders of ander familielid (7)
Instelling/internaat (8)
Andere (9)
Vrijgezel (1)
Ik heb een partner, maar we wonen nog
apart (2)
Samenwonend met partner (3)
Gehuwd (4)
Weduwe/weduwnaar (5)
1-4 => ‘lage SES’ (0)
5-6 => ‘hoge SES’ (1)
2-4 en 7-9 => ‘andere’
(0)
1, 5 en 6 => ‘bij twee
volwassenen’ (1)
1, 2 en 5 =>
‘alleenwonend’ (0)
3 en 4 =>
‘samenwonend’ (1)
72
SOCIOANTWOORDMOGELIJKHEDEN
DEMOGRAFISCHE
VARIABELEN
ANALYTISCHE
VERWERKING
Woonomgeving
1-2 => ‘landelijk’ (0)
3-4 => ‘stedelijk’ (1)
Broers/zussen
Op het platteland (1)
In een dorp/gemeente (2)
Aan de rand van de stad (3)
In een stad (4)
….. broer(s) en/of ….. zus(sen)
Adolescenten
Kinderen
Nee (1)
Ja (2)
0 => geen broers/zussen
(0)
Vanaf 1 => wel
broers/zussen (1)
1 => ‘nee’ (0)
2 => ‘ja’ (1)
Volwassenen en
senioren
3.5 DATA-ANALYSE
De vragenlijsten werden ingescand aan de hand van het softwareprogramma Cardiff
Teleform. De data werden geanalyseerd gebruik makend van het statistisch
softwareprogramma SPSS (versie 20).
Om verschillen tussen de leeftijdsgroepen met betrekking tot het aantal minuten
gespendeerd aan tv kijken en computergebruik op een week-, weekend- en een
gemiddelde dag te onderzoeken, zal gebruik gemaakt worden van één One-Way
MANOVA. Het aantal minuten tv kijken en computergebruik zullen hierbij als
kwantitatieve afhankelijke variabelen opgenomen worden. De drie leeftijdsgroepen
worden als één kwalitatieve factor opgenomen.
Om verschillen tussen de drie leeftijdsgroepen na te gaan wat betreft het totaal sedentair
gedrag op een week-, weekend- en gemiddelde dag, zullen drie One-Way ANOVA’S
worden uitgevoerd. Indien de varianties hierbij niet voldoende gelijk zijn (significante
Levene tests), zullen Kruskal-Wallis en Mann-Whitney U testen met Bonferroni
correctie worden uitgevoerd om te bepalen of er significante verschillen zijn tussen de
drie leeftijdsgroepen wat betreft het totaal sedentair gedrag op een week-, weekend-, en
gemiddelde dag.
73
Het totaal sedentair gedrag op een week-, weekend- en gemiddelde dag is hierbij een
kwantitatieve afhankelijke variabele, de drie leeftijdsgroepen vormen een kwalitatieve
factor.
Om bij de verschillende leeftijdsgroepen na te gaan of er verschillen zijn in de
rapportage van tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair
gedrag op basis van de socio-demografische variabelen, zullen Independent Sample Ttests worden uitgevoerd. Het aantal minuten besteed aan de verschillende sedentaire
contexten op een week-, weekend- en gemiddelde dag worden weergegeven als
kwantitatieve variabelen. De socio-demografische variabelen leeftijd, geslacht, SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen of
kinderen worden in de 180 Independent Sample T-tests opgenomen als dichotome
variabelen.
Om te bepalen hoeveel procent van de adolescenten voldoet aan de aanbeveling van
maximum twee uur schermgerelateerd sedentair gedrag per dag, zullen de
frequentietabellen voor het aantal minuten schermtijd op een week-, weekend- en
gemiddelde dag opgevraagd worden. Om te bepalen of er bij adolescenten verschillen
zijn in leeftijd en geslacht wat betreft het aantal minuten schermtijd op een week- en
weekenddag, alsook op een gemiddelde dag, zullen zes Chi-Square tests worden
opgevraagd. Het aantal minuten schermtijd op een week-, weekend- en gemiddelde dag,
alsook leeftijd en geslacht worden hierbij opgenomen als dichotome variabelen.
Indien er niet wordt voldaan aan de voorwaarden van een Chi-Square test, zal de
Fisher’s Exact test gehanteerd worden.
Om bij de drie leeftijdsgroepen na te gaan hoeveel procent van de variantie in het totaal
sedentair gedrag verklaard kan worden door tv kijken, computergebruik en gaming
(adolescenten), zullen 21 enkelvoudige Linear Regressions uitgevoerd worden, waarbij
de Adjusted R-Square waarden worden bepaald.
74
Bij de laatste onderzoeksvraag zal voor de drie leeftijdsgroepen gebruik gemaakt
worden van Multiple Linear Regressions om te onderzoeken of het aantal minuten tv
kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag op een
week-, weekend- en gemiddelde dag, voorspeld kan worden door de sociodemografische variabelen. Het aantal minuten tv kijken, computergebruik, gaming
(adolescenten) en totaal sedentair gedrag op een week-, weekend- en gemiddelde dag
zijn hierbij kwantitatieve afhankelijke variabelen. De socio-demografische variabelen
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
broers/zussen of kinderen worden in de Multiple Linear Regressions opgenomen als
dichotome onafhankelijke variabelen. De socio-demografische variabele leeftijd is
hierbij echter een kwantitatieve onafhankelijke variabele. Uiteindelijk zullen 30
Multiple Linear Regressions worden uitgevoerd.
Bij alle analyses wordt een significantieniveau van p < 0.05 gehanteerd.
75
4 RESULTATEN
4.1
BESCHRIJVENDE STATISTIEK
Tabel 7 geeft een overzicht van de beschrijvende gegevens van de gehanteerde
sedentaire contexten (tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten)) en het totaal
sedentair gedrag op een week- en weekenddag, alsook op een gemiddelde dag.
Eveneens worden de beschrijvende gegevens van de gehanteerde socio-demografische
variabelen besproken.
Bij adolescenten wordt hierbij gebruik gemaakt van volgende variabelen: leeftijd,
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
broers/zussen. Bij volwassenen en senioren worden dezelfde variabelen gehanteerd, met
het verschil dat het al dan niet hebben van broers/zussen vervangen wordt door het al
dan niet hebben van kinderen.
76
Min. tv WK ( ± SD)
Min. tv WKN ( ± SD)
Min. tv DAGGEM ( ± SD)
Min. pc WK ( ± SD)
Min. pc WKN ( ± SD)
Min. pc DAGGEM ( ± SD)
Min. gaming WK ( ± SD)
Min. gaming WKN ( ± SD)
Min. gaming DAGGEM ( ± SD)
Min. schermtijd WK ( ± SD)
Min. schermtijd WKN ( ± SD)
Min. schermtijd DAGGEM ( ± SD)
Min. totaal SG WK ( ± SD)
Min. totaal SG WKN ( ± SD)
Min. totaal SG DAGGEM ( ± SD)
Leeftijd (jaar)
Leeftijd (%)
Jong
Oud
Geslacht (%)
♂
♀
SES (%)
Laag
Hoog
Gezinssamenstelling 2 volw.
(%)
Andere
ADOLESCENTEN
(n = 100)
N
98
96.61 ± 86.57
97
155.59 ± 109.18
98
113.01 ± 86.35
97
100.98 ± 97.58
98
148.03 ± 113.06
99
112.54 ± 94.97
98
67.71 ± 87.02
96
135.14 ± 122.57
98
86.19 ± 88.78
100
257.08 ± 188.96
100
418.40 ± 218.44
100
304.46 ± 184.95
100
806.27 ± 171.49
100
710.33 ± 200.94
100
785.61 ± 165.84
100
15.05 ± 1.86
50
50
50
50
72
72
26
26
34
34
34
34
79
79
20
20
Tabel 7: Adolescenten, volwassenen en senioren: beschrijvende statistiek
VOLWASSENEN
(n = 305)
n
302
122.72 ± 77.63
300
145.74 ± 83.22
302
129.02 ± 73.86
294
57.80 ± 70.74
292
66.90 ± 73.65
295
60.07 ± 69.14
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
302
391.66 ± 207.05
302
535.46 ± 222.10
302
698.56 ± 236.48
305
43.34 ± 10.66
152
49.8
153
50.2
138
45.2
159
52.1
144
47.2
157
51.5
/
/
/
/
SENIOREN
(n = 186)
n
183
185
185
111
113
114
/
/
/
/
/
/
185
185
185
177
89
97
89
94
136
46
/
/
77
200.74 ± 99.90
183.06 ± 111.92
194.14 ± 97.83
75.77 ± 81.81
63.42 ± 73.11
70.66 ± 75.61
/
/
/
/
/
/
537.21 ± 187.13
516.25 ± 188.24
531.42 ± 178.36
74.00 ± 6.34
47.8
52.2
47.8
50.5
73.1
24.7
/
/
VOLWASSENEN
(n = 305)
n
69
22.6
236
77.4
94
30.8
203
66.6
/
/
/
/
213
69.8
85
27.9
SENIOREN
(n = 186)
n
58
127
51
134
/
/
167
19
31.2
68.3
27.4
72.0
/
/
89.8
10.2
Opmerking:
tv = tv kijken; pc = computergebruik; totaal = totaal sedentair gedrag; SG = sedentair gedrag; WK = weekdag, WKN = weekenddag;
DAGGEM. = daggemiddelde; min. = minuten
Kinderen (%)
Broers/zussen (%)
Woonomgeving (%)
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
Ja
Nee
Ja
Nee
ADOLESCENTEN
(n = 100)
N
/
/
/
/
95
95
5
5
91
91
9
9
/
/
/
/
78
4.2
VERSCHILLEN IN SEDENTAIR GEDRAG TUSSEN ADOLESCENTEN,
VOLWASSENEN EN SENIOREN
Tabel 8 geeft de resultaten weer van de One-Way MANOVA waarbij werd nagegaan of
er significante verschillen zijn in sedentair gedrag tussen adolescenten, volwassenen en
senioren. Multivariaat blijkt dat de drie leeftijdsgroepen significant verschillen op de
combinatie van het aantal minuten tv kijken en computergebruik op een week-,
weekend- en gemiddelde dag (Wilks’ Lambda: F = 21.608, p < 0.001). Univariaat blijkt
dat de leeftijdsgroepen significant verschillen (p < 0.05) voor het aantal minuten tv
kijken op een weekdag en een gemiddelde dag, alsook voor het aantal minuten
computergebruik op een week-, weekend- en gemiddelde dag.
Om na te gaan waar de verschillen tussen de leeftijdsgroepen zich precies situeren,
werden post-hoc testen (Scheffé) uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de drie leeftijdsgroepen
significant van elkaar verschillen voor het aantal minuten tv kijken op een weekdag.
Senioren kijken op een weekdag gemiddeld meer minuten tv (
dan respectievelijk volwassenen (
= 184.66 SD = 93.48)
= 121.81, SD = 77.39) en adolescenten (
= 95.91,
SD = 87.12). Op een weekenddag is geen verschil waar te nemen in het aantal minuten
tv kijken tussen de drie leeftijdsgroepen. Op een gemiddelde dag is er een significant
verschil waar te nemen tussen adolescenten en senioren alsook tussen volwassenen en
senioren. Senioren kijken op een gemiddelde dag gemiddeld meer tv (
= 180.64, SD =
91.83) dan volwassenen (
= 112.83, SD =
= 128.84, SD = 73.98) en adolescenten (
87.68).
Wat betreft computergebruik vertonen adolescenten meer schermtijd binnen deze
context dan volwassenen, zowel op een week- en weekenddag, als op een gemiddelde
dag. Op een weekdag gebruiken adolescenten gemiddeld 100.12 minuten (SD = 98.02)
de computer en volwassenen gemiddeld 58.18 minuten (SD = 71.13). Op een
weekenddag is dit voor adolescenten gemiddeld 141.54 minuten (SD = 108.57) en voor
volwassenen gemiddeld 66.89 minuten (SD = 73.88).
79
Op een gemiddelde dag gebruiken adolescenten gemiddeld 111.96 minuten (SD =
96.29) de computer terwijl dit voor volwassenen 60.67 minuten (SD = 69.56) is. Op een
weekenddag en een gemiddelde dag is er eveneens een verschil waar te nemen tussen
adolescenten en senioren met betrekking tot de hoeveelheid computergebruik. Zowel op
een weekenddag als op een gemiddelde dag gebruiken adolescenten meer de computer
dan senioren. Op een weekdag gebruiken adolescenten gemiddeld 100.12 minuten (SD
= 98.02) de computer en senioren 77.04 minuten (SD = 82.27). Op een weekenddag is
dit respectievelijk 141.54 minuten (SD = 108.57) en 65.31 minuten (SD = 73.88).
Voor een overzichtelijke weergave van gemiddelden en standaarddeviaties, wordt
verwezen naar tabel 8.
80
Tabel 8: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschil in tv kijken en computergebruik
F
21.608
32.715
2.519
21.393
P
*
*
ns
*
10.406
32.187
15.829
*
*
*
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
± SD
95.91 ± 87.12
121.81 ± 77.39
184.66 ± 93.48
Groepen
Adol.-volw.**
Adol.-sen.*
Volw.-sen.*
Min. tv WKN
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
155.12 ± 110.78
146.42 ± 83.76
170.59 ± 111.37
Adol.-volw.
Adol.-sen.
Volw.-sen.
Min. tv
DAGGEM.
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
112.83 ± 87.68
128.84 ± 73.98
180.64 ± 91.83
Adol.-volw.
Adol.-sen.*
Volw.-sen.*
Min. pc WK
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
100.12 ± 98.02
58.18 ± 71.13
77.04 ± 82.27
Adol.-volw*
Adol.-sen.
Volw.-sen.
Min. pc WKN
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
141.54 ± 108.57
66.89 ± 73.88
65.31 ± 73.88
Adol.-volw*
Adol.-sen.*
Volw.-sen.
Min. pc
DAGGEM.
Adolescenten
Volwassenen
Senioren
111.96 ± 96.29
60.67 ± 69.56
73.68 ± 76.36
Adol.-volw*
Adol.-sen.*
Volw.-sen.
Multivariaat
Univariaat
Min. tv WK
Min. tv WKN
Min. tv
DAGGEM.
Min. pc WK
Min. pc WKN
Min. pc
DAGGEM.
Scheffé post-hoc testen
Min. tv WK
Opmerking:
Tv = tv kijken; pc = computergebruik; WK = weekdag, WKN = weekenddag;
DAGGEM. = daggemiddelde; min. = minuten; * p < 0.001; **p < 0.05;
ns = niet significant; adol. = adolescenten; volw. = volwassenen; sen. = senioren
81
Om na te gaan of er verschillen zijn in het totaal sedentair gedrag (week- en
weekenddag en een gemiddelde dag) tussen de verschillende leeftijdsgroepen werden
One-Way ANOVA’S uitgevoerd (tabel 9). Met betrekking tot het totaal sedentair
gedrag op een weekdag kan gesteld worden dat er een significant verschil (p < 0.001)
bestaat tussen adolescenten, volwassenen en senioren. Adolescenten stellen hierbij het
meeste totaal sedentair gedrag ( = 806.27 min., SD = 171.49), respectievelijk gevolgd
door senioren ( = 537.21 min., SD = 187.13) en volwassenen ( = 391.66 min., SD =
207.05).
Om mogelijke verschillen in totaal sedentair gedrag tussen de drie leeftijdsgroepen na te
gaan op een weekend- en gemiddelde dag werden Kruskal-Wallis en Mann-Whitney U
testen met Bonferroni correctie uitgevoerd. Een One-Way ANOVA kon hierbij niet
worden uitgevoerd omdat de varianties niet voldoende gelijk waren (Levene test = p <
0.05). Er werd hierbij een significantieniveau van 0.017 gehanteerd om de kans op het
maken van type- I fouten te reduceren. Uit de Kruskal-Wallis test bleek er een
significant verschil (p < 0.001) te zijn tussen de leeftijdsgroepen en het totaal sedentair
gedrag op een weekenddag (x2 = 55.807). Uit de Mann-Whitney U testen bleek
bijgevolg dat adolescenten en volwassenen, alsook adolescenten en senioren significant
verschillen met betrekking tot het gemiddeld aantal minuten totaal sedentair gedrag op
een weekenddag. Adolescenten vertonen hierbij meer totaal sedentair gedrag dan
volwassenen en senioren. Tussen volwassenen en senioren bleek er geen significant
verschil te zijn.
Uitgaande van het totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag bleek er uit de
Kruskal-Wallis test een significant verschil te zijn (p < 0.001) tussen adolescenten,
volwassenen en senioren (x2 = 98.518). Hierop volgend bleek uit de Mann-Whitney U
testen dat een significant verschil bestaat tussen adolescenten en volwassenen, alsook
tussen adolescenten en senioren. Hierbij vertonen adolescenten op een gemiddelde dag
meer totaal sedentair gedrag vergeleken met de andere twee leeftijdsgroepen. Ook
tussen volwassenen en senioren bleek er een significant verschil te zijn waarbij
volwassenen meer totaal sedentair gedrag stellen op een gemiddelde dag.
82
710.33 ± 200.94
785.61 ± 165.84
Min. totaal
SG WKN
Min. totaal
SG
DAGGEM.
531.42 ± 178.36
516.25 ± 188.24
537.21 ± 187.13
± SD
Senioren
/
/
172.402
F
/
/
<0.001
P
/
Adol.-volw.*
Adol.-sen.*
Volw.-sen.*
/
Scheffe
One way ANOVA
98.518
55.807
/
Chisquare
(x2)
<0.001
<0.001
/
p
KruskalWallis test
Opmerking:
SG = sedentair gedrag; WK = weekdag; WKN = weekenddag; DAGGEM.= daggemiddelde; * p < 0.001; ** p < 0.017; adol. = adolescenten;
volw. = volwassenen; sen. = senioren; min. = minuten
698.56 ± 236.48
535.46 ± 222.10
806.27 ± 171.49 391.66 ± 207.05
± SD
±SD
Min. totaal
SG WK
Volwassenen
Adolescenten
Tabel 9: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschil in totaal sedentair gedrag
Adol.-sen.*
Volw.-sen.
Adol.-volw.*
Adol.-sen.*
Volw.-sen.*
Adol.-volw.**
/
MannWhitney U
test
Groepen
83
4.3
VERSCHILLEN IN GEMIDDELDE HOEVEELHEID SEDENTAIR GEDRAG OP
BASIS VAN SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN
o
ADOLESCENTEN
Uit de Independent Sample T-tests bij adolescenten blijkt dat er enkel een significant
verschil bestaat in de gemiddelde hoeveelheid gaming op basis van geslacht, en dit op
een week- (t = 2.246, p = 0.028), weekend- (t = 2.289, p = 0.024) en gemiddelde dag (t
= 2.159, p = 0.033). Het aantal minuten gamen is bij jongens telkens hoger dan bij
meisjes. Daarnaast werden geen significante verschillen gevonden in de gemiddelde
hoeveelheid tv kijken, computergebruik en totaal sedentair gedrag op basis van leeftijd,
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
broers/zussen (week-, weekend- en gemiddelde dag).
o
VOLWASSENEN
Bij volwassenen zijn er significante verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken
op basis van SES en het al dan niet hebben kinderen. Op een week- (t = 3.635, p = <
0.001), weekend- (t = 3.224, p = 0.001) en gemiddelde dag (t = 3.801, p = < 0.001)
kijken volwassenen met een lage SES meer tv dan volwassenen met een hoge SES. Op
een weekenddag draagt het al dan niet hebben van kinderen bij tot significante
verschillen in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken (t = 2.271, p = 0.025). Diegene
zonder kinderen kijken op een weekenddag meer tv dan diegene met kinderen. Op een
week-, weekend- en gemiddelde dag zijn er verder geen verschillen in de gemiddelde
hoeveelheid tv kijken aangaande de overige socio-demografische variabelen.
84
Er werden verschillen gevonden in de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op
basis van leeftijd, gezinssamenstelling, het al dan niet hebben van kinderen en geslacht.
Op een week- en weekenddag, alsook op een gemiddelde dag, kan gesteld worden dat er
een significant verschil bestaat tussen jongere en oudere volwassenen (weekdag t =
3.620, p = <0.001; weekenddag t = 3.811, p = <0.001; gemiddelde dag t = 3.852, p =
<0.001), alleenwonenden en volwassenen die samenwonen met een partner (weekdag t
= 2.881, p = 0.005; weekenddag t = 3.359, p = 0.001; gemiddelde dag t = 3.103, p =
0.003) en volwassenen met en zonder kinderen (weekdag t = 2.121, p = 0.036;
weekenddag t = 2.954, p = 0.004; gemiddelde dag t = 2.449, p = 0.016). Hierbij werd
telkens gevonden dat jongere volwassenen, volwassenen die alleen wonen en
volwassenen zonder kinderen, meer computergebruik vertonen dan oudere volwassenen,
volwassenen die samenwonen met een partner en volwassenen met kinderen. Op een
weekenddag werd eveneens gevonden dat jongens gemiddeld meer minuten
computergebruik vertonen dan meisjes (t= 2.702, p = 0.007). Verder werden geen
verschillen gevonden in de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op basis van de
overige socio-demografische variabelen (week-, weekend- en gemiddelde dag).
Wat betreft volwassenen is er een significant verschil in de gemiddelde hoeveelheid
totaal sedentair gedrag op basis van SES, gezinssamenstelling, leeftijd en geslacht. Op
een weekdag werd vastgesteld dat volwassenen met een lage SES (t = 2.151, p = 0.032),
en volwassenen die alleen wonen (t = 2.221, p = 0.029) gemiddeld meer minuten totaal
sedentair gedrag vertonen, vergeleken met volwassenen met een hoge SES en
volwassenen die samenwonen met een partner. Op een weekenddag werd gevonden dat
alleenwonende volwassenen gemiddeld meer totaal sedentair gedrag vertonen dan
volwassenen die samenwonen (t = 2.221, p = 0.029). Op een gemiddelde dag is er een
significant verschil in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair gedrag op basis van
leeftijd (t = 2.290, p = 0.023), geslacht (t = 2.243, p= 0.026) en SES (t = -2.835, p =
0.005). Hierbij werd gevonden dat jongere volwassenen, mannen en volwassenen met
een hoge SES meer totaal sedentair gedrag vertonen op een gemiddelde dag.
85
Verder werden geen verschillen gevonden in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair
gedrag op basis van de overige socio-demografische variabelen (week-, weekend- en
gemiddelde dag).
o
SENIOREN
Wat betreft senioren is er enkel een significant verschil in de gemiddelde hoeveelheid tv
kijken op basis van SES, en dit zowel op een week- (t = 2.303, p = 0.022), weekend- (t
= 2.199, p = 0.029 ) als gemiddelde dag (t = 2.342, p = 0.020 ). Algemeen kan gesteld
worden dat senioren met een lage SES gemiddeld meer tv kijken dan diegene met een
hoge SES.
Er blijkt eveneens een significant verschil te zijn in de gemiddelde hoeveelheid
computergebruik op basis van leeftijd en geslacht. Op een week- (t = 2.420, p =
0.017), weekend- (t = 2.147, p = 0.034) en een gemiddelde dag (t = 2.347, p = 0.021)
vertonen jongere senioren gemiddeld meer minuten computergebruik dan oudere
senioren. Wat betreft geslachtsverschillen op een week- (t = 3.676, p = <0.001),
weekend- (t = 2.991, p = 0.003) en gemiddelde dag (t = 3.544, p = 0.001) gebruiken
mannen meer de computer dan vrouwen. Verder werden geen verschillen gevonden in
de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op basis van de overige sociodemografische variabelen (week-, weekend- en gemiddelde dag).
Met betrekking tot het totaal sedentair gedrag, kan bij senioren enkel gesteld worden
dat er een significant verschil is tussen jongere en oudere senioren op een weekdag (t=
2.208, p= 0.028) en een gemiddelde dag (t= 2.227, p= 0.027).
Jongere senioren
vertonen hierbij meer totaal sedentair gedrag vergeleken met oudere senioren.
Voor een gedetailleerde weergave van de gemiddelden en standaarddeviaties, alsook
bijhorende t- en p- waarden, wordt verwezen naar tabel 10.
86
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
90.93 ± 90.33
102.52 ± 83.01
91.98 ± 86.65
109.54 ± 90.11
93.77 ± 83.08
97.10 ± 91.72
98.65 ± 94.01
85.37 ± 47.63
/
/
97.67 ± 87.50
71.63 ± 64.27
Sociodemografische
variabelen
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.587
0.558
-0.871
0.388
/
/
-0.155
0.878
-0.873
0.385
-0.661
0.510
t en p
t en p
Tv WK
LEEFTIJD
116.74 ± 75.73
-1.349
128.78 ± 79.31
0.178
Tv WK
GESLACHT
122.62 ± 75.72
-0.180
124.26 ± 79.99
0.857
Tv WK
SES
138.98 ± 81.75
3.635
106.98 ± 70.63
<0.001
Tv WK
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
123.84 ± 93.55
0.116
122.40 ± 72.69
0.908
Tv WK
WOONOMGEVING
129.27 ± 76.63
0.874
120.78 ± 78.20
0.383
VOLWASSENEN
± SD (min.)
207.41 ± 84.32
198.07 ± 105.89
/
/
219.61 ± 114.50
191.80 ± 92.11
209.05 ± 98.96
170.71 ± 93.21
190.19 ± 95.62
210.74 ± 102.91
194.72 ± 85.47
206.32 ± 111.79
SENIOREN
± SD (min.)
Tabel 10: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschillen in sedentair gedrag op basis van socio-demografische variabelen
0.564
0.573
/
/
1.740
0.084
2.303
0.022
-1.391
0.166
-0.784
0.434
t en p
87
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
99.67 ± 88.87
66.28 ± 53.35
160.09 ± 96.68
150.81 ± 121.96
149.18 ± 104.50
166.08 ± 123.27
155.10 ± 101.42
144.97 ± 114.84
160.97 ± 115.33
133.53 ± 77.70
/
/
157.91 ± 108.85
101.63 ± 118.49
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
1.010
0.315
-0.982
0.328
0.375
0.709
-0.668
0.506
0.417
0.678
-1.104
0.272
t en p
t en p
Tv WK
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
123.00 ± 73.74
0.121
124.29 ± 86.85
0.904
Tv WKN
LEEFTIJD
145.72 ± 84.30
-0.003
145.75 ± 82.38
0.998
Tv WKN
GESLACHT
147.26 ± 81.84
0.151
145.79 ± 83.92
0.880
Tv WKN
SES
161.78 ± 83.63
3.224
131.18 ± 80.47
0.001
Tv WKN
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
162.12 ± 101.50
1.577
141.02 ± 76.77
0.118
Tv WKN
WOONOMGEVING
143.06 ± 79.16
-0.539
148.70 ± 85.27
0.591
VOLWASSENEN
± SD (min.)
204.17 ± 97.14
174.77 ± 116.79
/
/
200.32 ± 124.51
176.40 ± 105.23
192.00 ± 110.45
150.93 ± 106.67
182.49 ± 114.22
182.73 ± 110.61
180.64 ± 99.35
185.26 ± 122.69
199.68 ± 100.27
210.50 ± 98.70
SENIOREN
± SD (min.)
1.598
0.112
/
/
1.346
0.180
2.199
0.029
-0.014
0.989
-0.283
0.778
0.436
0.664
t en p
88
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
159.02 ± 111.32
122.11 ± 83.08
110 69± 86.69
115.42± 86.85
107.72± 84.73
125.69± 93.99
109.90± 80.90
110.78± 95.36
116.46 ± 93.41
99.13 ± 50.98
/
/
114.40 ± 86.82
80.20 ± 77.14
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.774
0.441
-1.099
0.277
/
/
-0.040
0.968
-0.897
0.372
-0.270
0.788
-0.966
0.337
t en p
t en p
Tv WKN
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
139.33 ± 76.00
2.271
165.84 ± 96.18
0.025
Tv DAGGEM.
LEEFTIJD
124.75 ± 73.56
-1.012
133.35 ± 74.17
0.312
Tv DAGGEM
GESLACHT
129.66 ± 70.06
-0.026
129.88 ± 77.60
0.979
Tv DAGGEM
SES
145.49 ± 77.57
3.801
113.65 ± 67.45
<0.001
Tv DAGGEM
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
134.78 ± 89.18
0.628
127.38 ± 69.01
0.532
Tv DAGGEM
WOONOMGEVING
132.77 ± 73.29
0.457
128.55 ± 74.26
0.648
VOLWASSENEN
± SD (min.)
206.48 ± 82.16
189.28 ± 103.44
/
/
211.35 ± 113.81
186.32 ± 89.58
203.08 ± 97.08
165.06 ± 89.35
187.99 ± 95.91
201.12 ± 98.72
190.70 ± 83.79
197.26 ± 109.37
180.02 ± 111.07
209.71 ± 118.90
SENIOREN
± SD (min.)
1.065
0.288
/
/
1.468
0.146
2.342
0.020
-0.909
0.364
-0.461
0.646
1.096
0.274
t en p
89
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
116.12 ± 88.20
82.23 ± 60.57
93.45 ± 95.63
109.00 ± 100.01
92.96 ± 92.73
123.08 ± 111.71
96.59 ± 96.87
120.48 ± 110.05
106.05 ± 100.66
77.84 ± 84.77
/
/
101.60 ± 98.68
86.63 ± 76.06
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.299
0.765
-1.126
0.263
/
/
-0.936
0.353
-1.333
0.186
-0.783
0.436
-1.123
0.264
t en p
t en p
Tv DAGGEM
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
127.48 ± 70.02
0.916
136.16 ± 82.68
0.360
Pc WK
LEEFTIJD
71.85 ± 85.55
3.620
42.98 ± 46.53
<0.001
Pc WK
GESLACHT
63.11 ± 71.15
1.181
53.16 ± 71.14
0.239
Pc WK
SES
60.76 ± 78.55
0.596
55.74 ± 63.53
0.552
Pc WK
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
85.08 ± 91.10
2.881
50.22 ± 62.08
0.005
Pc WK
WOONOMGEVING
52.36 ± 56.92
-0.871
60.20 ± 76.62
0.384
VOLWASSENEN
± SD (min.)
96.59 ± 69.77
69.81 ± 84.85
/
/
54.65 ± 62.82
85.51 ± 87.74
70.22 ± 81.12
88.29 ± 83.01
100.60 ± 92.07
47.42 ± 56.11
91.53 ± 90.66
54.31 ± 62.70
193.20 ± 97.32
202.36 ± 104.65
SENIOREN
± SD (min.)
1.484
0.141
/
/
-1.827
0.070
-1.102
0.273
3.676
<0.001
2.420
0.017
0.386
0.700
t en p
90
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
98.14 ± 98.11
128.78 ± 92.89
130.82 ± 105.00
165.96 ± 119.35
143.19 ± 111.67
163.17 ± 121.42
160.56 ± 102.89
151.81 ± 118.94
149.53 ± 115.31
134.64 ± 104.15
/
/
148.88 ± 112.92
128.00 ± 132.33
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.360
0.720
-0.503
0.616
/
/
0.319
0.751
-0.761
0.449
-1.549
0.125
0.896
0.372
t en p
t en p
Pc WK
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
51.47 ± 63.27
2.121
73.81 ± 86.18
0.036
Pc WKN
LEEFTIJD
82.36 ± 84.35
3.811
50.56 ± 56.16
<0.001
Pc WKN
GESLACHT
79.72 ± 80.48
2.702
55.78 ± 66.45
0.007
Pc WKN
SES
68.10 ± 82.92
0.233
66.04 ± 64.71
0.816
Pc WKN
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
100.01 ± 92.55
3.359
57.97 ± 65.06
0.001
Pc WKN
WOONOMGEVING
60.10 ± 63.41
-1.021
69.64 ± 78.02
0.308
VOLWASSENEN
± SD (min.)
74.66 ± 66.51
60.43 ± 75.33
/
/
46.19 ± 56.97
71.74 ± 78.31
55.07 ± 71.63
81.34 ± 74.05
80.49 ± 81.15
41.50 ± 54.54
74.95 ± 82.10
47.23 ± 55.08
79.12 ± 83.94
45.32 ± 52.24
SENIOREN
± SD (min.)
0.890
0.375
/
/
-1.937
0.056
-1.817
0.072
2.991
0.003
2.147
0.034
-1.305
0.195
t en p
91
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
145.26 ± 112.72
175.44 ± 119.62
104.13 ± 93.70
121.13 ± 96.45
104.87 ± 88.98
134.53 ± 111.80
113.48 ± 92.89
126.90 ± 106.76
116.56 ± 96.65
92.05 ± 88.45
/
/
113.14 ± 95.54
98.45 ± 91.31
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Lage SES
Hoge SES
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.302
0.764
-1.008
0.316
-0.548
0.588
-1.355
0.179
-0.890
0.376
0.762
0.448
t en p
t en p
Pc WKN
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
57.83 ± 68.37
2.954
88.51 ± 82.57
0.004
Pc DAGGEM.
LEEFTIJD
74.70 ± 82.48
3.852
44.73 ± 47.22
<0.001
Pc DAGGEM.
GESLACHT
67.51 ± 71.77
1.666
53.80 ± 67.40
0.097
Pc DAGGEM.
SES
62.54 ± 77.38
0.514
58.32 ± 61.41
0.608
Pc DAGGEM.
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
88.45 ± 87.77
3.103
52.20 ± 60.95
0.003
Pc DAGGEM.
WOONOMGEVING
53.98 ± 56.88
-0.996
62.70 ± 74.49
0.320
VOLWASSENEN
± SD (min.)
87.86 ± 66.55
65.76 ± 78.06
/
/
51.09 ± 58.60
79.77 ± 80.87
64.53 ± 74.56
84.09 ± 77.00
92.42 ± 84.79
45.50 ± 52.69
83.55 ± 83.54
52.29 ± 58.67
66.39 ± 74.85
38.42 ± 52.37
SENIOREN
± SD (min.)
1.345
0.181
/
/
-1.866
0.065
-1.311
0.193
3.544
0.001
2.347
0.021
-1.256
0.212
t en p
92
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
109.58 ± 94.65
142.11± 98.70
61.74 ± 81.08
73.67 ± 93.04
76.84 ± 95.76
41.76 ± 53.59
62.00 ± 70.84
65.43 ± 92.90
69.50 ± 89.07
59.16 ± 82.17
/
/
70.61 ± 88.31
13.70 ± 20.38
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
1.432
0.155
-0.460
0.646
-0.168
0.867
2.246
0.028
-0.677
0.500
0.979
0.330
t en p
t en p
Pc DAGGEM.
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
52.96 ± 62.73
2.449
77.70 ± 82.09
0.016
Gaming WK
LEEFIJD
/
/
/
/
Gaming WK
GESLACHT
/
/
/
/
Gaming WK
SES
/
/
/
/
Gaming WK
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
/
/
/
/
Gaming WK
WOONOMGEVING
/
/
/
/
VOLWASSENEN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
74.19 ± 77.37
40.65 ± 51.64
SENIOREN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
-1.461
0.147
t en p
93
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
69.72 ± 88.54
47.83 ± 71.38
121.55 ± 110.50
148.72 ± 133.33
152.18 ± 125.23
86.65 ± 107.55
158.47 ± 119.96
127.28 ± 125.85
136.72 ± 121.35
120.83 ± 129.67
/
/
131.57 ± 115.22
200.00 ± 229.19
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
-0.663
0.543
-0.494
0.623
1.020
0.311
2.289
0.024
-1.087
0.280
-0.717
0.475
t en p
t en p
Gaming WK
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
/
/
/
/
Gaming WKN
LEEFTIJD
/
/
/
/
Gaming WKN
GESLACHT
/
/
/
/
Gaming WKN
SES
/
/
/
/
Gaming WKN
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
/
/
/
/
Gaming WKN
WOONOMGEVING
/
/
/
/
VOLWASSENEN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
SENIOREN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
t en p
94
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
135.20 ± 119.78
134.44 ± 159.90
78.12 ± 84.22
94.25 ± 93.28
97.75 ± 94.25
53.59 ± 66.25
88.15 ± 71.33
83.10 ± 95.01
88.21 ± 90.49
74.96 ± 84.36
/
/
87.22 ± 89.97
66.93 ± 72.20
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.496
0.621
-0.579
0.564
0.243
0.809
2.159
0.033
-0.898
0.371
-0.017
0.987
t en p
t en p
Gaming WKN
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
/
/
/
/
Gaming DAGGEM.
LEEFTIJD
/
/
/
/
Gaming DAGGEM.
GESLACHT
/
/
/
/
Gaming DAGGEM.
SES
/
/
/
/
Gaming DAGGEM.
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
/
/
/
/
Gaming DAGGEM.
WOONOMGEVING
/
/
/
/
VOLWASSENEN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
SENIOREN
± SD (min.)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
t en p
95
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
87.99 ± 89.87
68.31 ± 79.47
792.18 ± 164.24
820.35 ± 179.00
792.00 ± 175.40
838.73 ± 163.17
833.38 ± 164.42
198.41 ± 168.17
801.32 ± 173.45
817.05 ± 167.05
/
/
808.12 ± 171.48
171.10 ± 187.80
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.469
0.640
0.365
0.716
/
/
0.867
0.389
-1.185
0.239
-0.820
0.414
-0.632
0.529
t en p
t en p
Gaming DAGGEM.
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
/
/
/
/
Totaal WK
LEEFTIJD
402.61 ± 221.31
1.088
378.69 ± 192.35
0.277
Totaal WK
GESLACHT
399.01 ± 191.20
0.925
380.55 ± 191.63
0.355
Totaal WK
SES
418.62 ± 244.31
2.151
366.56 ± 163.48
0.032
Totaal WK
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
446.69 ± 239.02
2.221
375.97 ± 194.72
0.029
Totaal WK
WOONOMGEVING
396.32 ± 214.94
0.135
392.82 ± 204.78
0.893
VOLWASSENEN
± SD (min.)
566.03 ± 172.99
527.02 ± 192.23
/
/
553.81 ± 197.28
528.71 ± 183.03
525.27 ± 180.86
575.62 ± 204.59
550.56 ± 195.39
525.10 ± 169.03
568.78 ± 181.62
508.58 ± 188.37
/
/
SENIOREN
± SD (min.)
1.266
0.207
/
/
0.840
0.402
-1.578
0.116
0.942
0.348
2.208
0.028
/
/
t en p
96
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
802.80 ± 177.35
841.33 ± 92.60
683.16 ± 203.31
737.49 ± 196.81
709.62 ± 198.78
707.15 ± 215.08
749.13 ± 167.39
711.29 ± 192.77
708.58 ± 203.86
708.18 ± 195.00
/
/
710.49 ± 199.54
707.20 ± 252.20
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.035
0.972
-0.008
0.994
/
/
0.864
0.391
0.053
0.958
-1.358
0.178
1.069
0.302
t en p
t en p
Totaal WK
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
392.44 ± 208.79
0.162
396.78 ± 206.50
0.871
Totaal WKN
LEEFTIJD
558.01 ± 230.21
1.782
512.61 ± 211.90
0.076
Totaal WKN
GESLACHT
548.74 ± 230.17
0.816
527.34 ± 218.92
0.415
Totaal WKN
SES
559.57 ± 247.06
1.677
516.39 ± 193.09
0.095
Totaal WKN
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
588.13 ± 229.80
2.222
520.40 ± 218.02
0.027
Totaal WKN
WOONOMGEVING
514.34 ± 216.49
-1.202
547.66 ± 224.70
0.230
VOLWASSENEN
± SD (min.)
540.45 ± 170.26
507.22 ± 195.18
/
/
522.57 ± 212.36
514.32 ± 177.69
508.15 ± 184.13
532.31 ± 204.20
525.90 ± 205.51
503.20 ± 164.19
544.15 ± 197.35
490.94 ± 176.80
538.01 ± 190.43
530.24 ± 159.69
SENIOREN
± SD (min.)
1.069
0.286
/
/
0.256
0.799
-0.748
0.455
0.821
0.413
1.934
0.055
-0.171
0.864
t en p
97
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
707.70 ± 203.67
736.89 ± 179.18
763.01 ± 158.94
808.20 ± 171.07
774.56 ± 167.87
810.07 ± 164.62
815.51 ± 154.29
783.88 ± 159.48
782.50 ± 168.81
789.40 ± 157.31
/
/
786.62 ± 164.55
766.43 ± 209.47
Sociodemografische
variabelen
Ja
Nee
Jong
Oud
♂
♀
Laag
Hoog
Twee volw.
Andere
Alleenwonend
Samenwonend
Landelijk
Stedelijk
0.264
0.792
0.165
0.869
/
/
0.831
0.409
-0.929
0.355
-1.368
0.174
0.414
0.680
t en p
t en p
Totaal WKN
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
525.95 ± 222.27
1.579
570.76 ± 217.88
0.115
Totaal DAGGEM.
LEEFTIJD
729.30 ± 231.45
2.290
667.41 ± 238.21
0.023
Totaal DAGGEM.
GESLACHT
733.24 ± 241.97
2.243
671.12 ± 232.32
0.026
Totaal DAGGEM.
SES
659.50 ± 252.76
-2.835
736.28 ± 212.62
0.005
Totaal DAGGEM.
GEZINSSAMENSTELLING
/
/
/
/
720.30 ± 244.82
0.853
692.36 ± 234.21
0.395
Totaal DAGGEM.
WOONOMGEVING
689.37 ± 235.30
-0.623
707.75 ± 236.53
0.534
VOLWASSENEN
± SD (min.)
558.74 ± 159.72
521.63 ± 185.02
/
/
545.51 ± 193.62
524.60 ± 172.12
520.64 ± 172.95
563.26 ± 195.78
543.52 ± 190.11
519.22 ± 157.18
561.75 ± 175.26
503.90 ± 177.56
517.35 ± 189.13
506.61 ± 184.91
SENIOREN
± SD (min.)
1.263
0.208
/
/
0.732
0.465
-1.397
0.164
0.938
0.350
2.227
0.027
-0.235
0.814
t en p
98
782.09 ± 170.40
821.15 ± 110.17
Ja
Nee
t en p
Totaal DAGGEM.
BROERS/ZUSSEN OF KINDEREN
0.672
701.12 ± 233.82
0.061
0.503
702.97 ± 242.27
0.951
t en p
VOLWASSENEN
± SD (min.)
532.33 ± 180.90
523.49 ± 158.58
SENIOREN
± SD (min.)
-0.204
0.838
t en p
Opmerking:
Tv = tv kijken; Pc = computergebruik; volw. = volwassenen; WK = weekdag; WKN = weekenddag; DAGGEM.= daggemiddelde;
min. = minuten
ADOLESCENTEN
± SD (min.)
Sociodemografische
variabelen
99
4.4 AANBEVELING
SCHERMGERELATEERD SEDENTAIR GEDRAG VOOR
ADOLESCENTEN
Uit de frequentietabellen blijkt dat slechts 20.0% van de adolescenten voldoet aan de
aanbeveling van maximum twee uur schermgerelateerd sedentair gedrag per dag op een
weekdag, 6.0% op een weekenddag en 8.0% op een gemiddelde dag. Gemiddeld
vertonen adolescenten 257.08 minuten (SD = 188.96) schermtijd op een weekdag,
418.40 minuten (SD = 218.44) op een weekenddag en 304.46 minuten (SD = 184.95) op
een gemiddelde dag.
Uit de Chi-Square test en Fisher’s Exact Tests (tabel 11) is er op een week-, weekenden gemiddelde dag, geen significant verschil waar te nemen tussen jongere en oudere
adolescenten, alsook niet tussen beide geslachten met betrekking tot de aanbeveling van
maximum twee uur schermgerelateerde activiteiten per dag.
Tabel 11: Adolescenten: verband tussen aanbeveling schermtijd en geslacht / leeftijd
Aanbeveling schermtijd
Weekdag1
Weekenddag2
Daggemiddelde2
Geslacht
X²
0.55
P
0.458
0.188
0.203
Leeftijd
X²
P
1.00
0.317
0.678
0.269
Opmerking: 1 Pearson Chi-Square; 2 Fisher’s Exact test
100
4.5 VARIANTIE
IN TOTAAL SEDENTAIR GEDRAG VERKLAARD DOOR TV
KIJKEN, COMPUTERGEBRUIK EN GAMING
o ADOLESCENTEN
Op een weekdag wordt 3.9% van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard
door tv kijken, voor computergebruik is dit 21.6% en voor gaming 5.6%. Kijkend naar
een weekenddag kan gesteld worden dat 18.4% van de variantie in het totaal sedentair
gedrag verklaard kan worden door tv kijken, voor computergebruik is dit 35.8% en voor
gaming is dit 22.2%. Op een gemiddelde dag wordt 10.7% van de variantie in het totaal
sedentair gedrag verklaard door tv kijken, voor computergebruik is dit 28.8% en voor
gaming is dit 12.9%.
o VOLWASSENEN
Op een weekdag wordt 31.3% van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard
door tv kijken, voor computergebruik is dit 29.3%. Uitgaande van een weekenddag kan
gesteld worden dat 28.9% van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard kan
worden door tv kijken, voor computergebruik is dit 22.6%. Op een gemiddelde dag
wordt 10.7% van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard door tv kijken en
10.3% door computergebruik.
o SENIOREN
Op een weekdag wordt 32.2% van de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard
door tv kijken en 21.5% door computergebruik. Voor een weekenddag wordt 34.4% van
de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard door tv kijken, voor
computergebruik is dit 27.8%. Met betrekking tot een gemiddelde dag wordt 34.4% van
de variantie in het totaal sedentair gedrag verklaard door tv kijken, voor
computergebruik is dit 23.6%.
101
4.6 PREDICTOREN VAN SEDENTAIR GEDRAG
o ADOLESCENTEN
Uit de resultaten blijkt dat 0.2% van de variantie in tv kijken op een weekdag, 0.0%
van de variantie in tv kijken op een weekenddag en 0.0% van de variantie op een
gemiddelde dag verklaard wordt door de predictoren leeftijd, geslacht, SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen. Bij
adolescenten zijn de predictoren samen niet significant in het voorspellen van het aantal
minuten tv kijken op een week- (F = 1.02, p = 0.424), weekend- (F = 0.94, p = 0.476) en
een gemiddelde dag (F = 0.96, p = 0.464). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt
dat leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet
hebben van broers/zussen het aantal minuten tv kijken op een week-, weekend- en
gemiddelde dag niet kunnen voorspellen.
Voor computergebruik geldt dat 3.2% van de variantie op een weekdag, 0.0% van de
variantie op een weekenddag en 1,4% van de variantie op een gemiddelde dag verklaard
wordt door de predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving
en het al dan niet hebben van broers/zussen. Bij adolescenten zijn de predictoren samen
niet significant in het voorspellen van het aantal minuten computergebruik op een week(F = 1.34, p = 0.253), weekend- (F = 0.69, p = 0.659) en een gemiddelde dag (F = 1.15,
p = 0.345). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat leeftijd, geslacht, SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen het
aantal minuten computergebruik op een week- en weekenddag alsook op een
gemiddelde dag niet kunnen voorspellen.
De variantie in gaming op een weekdag en op een gemiddelde dag kan voor 0.0%
verklaard worden door de predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen. Bij adolescenten zijn de
predictoren samen niet significant in het voorspellen van het aantal minuten gamen op
een week- (F = 0.73, p = 0.626) en een gemiddelde dag (F = 0.59, p = 0.741).
102
Specifiek
kijkend
naar
elke
predictor
blijkt
dat
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen het
aantal minuten gamen op een weekdag en op een gemiddelde dag niet kunnen
voorspellen. Op een weekenddag daarentegen wordt 6.8% van de variantie in gaming
verklaard
door
de
predictoren
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen. Bij adolescenten zijn de
predictoren samen niet significant in het voorspellen van het aantal minuten gamen op
een weekenddag (F = 1.75, p = 0.126). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat
woonomgeving een positief, significante predictor is voor het aantal minuten gamen op
een weekenddag. Diegene woonachtig in een landelijke omgeving gamen minder op een
weekenddag in vergelijking met deze afkomstig uit een stedelijke omgeving. De overige
predictoren (leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling en het al dan niet hebben van
broers/zussen) kunnen het aantal minuten gamen op een weekenddag niet voorspellen.
De variantie in totaal sedentair gedrag op een week- en weekenddag alsook op een
gemiddelde dag kan voor 0.0% verklaard worden door de predictoren leeftijd, geslacht,
SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van broers/zussen.
Bij adolescenten zijn de predictoren samen niet significant in het voorspellen van het
aantal minuten totaal sedentair gedrag op een week- (F = 0.34, p = 0.913), weekend- (F
= 0.78, p = 0.587) en een gemiddelde dag (F = 0.618, p = 0.715). Specifiek kijkend naar
elke predictor (leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al
dan niet hebben van broers/zussen), blijkt dat geen enkele het aantal minuten totaal
sedentair gedrag op een weekdag, weekenddag en een gemiddelde dag kan voorspellen.
o VOLWASSENEN
Uit de resultaten blijkt dat op een weekdag 3.5% van de variantie in tv kijken verklaard
wordt door de predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving
en het al dan niet hebben van kinderen. Voor een weekenddag en een gemiddelde dag is
dit respectievelijk 5.0% en 4.2%.
103
Bij volwassenen zijn de predictoren samen significant in het voorspellen van het aantal
minuten tv kijken op een week- (F = 2.77, p = 0.013), weekend- (F = 3.55, p = 0.002) en
een gemiddelde dag (F = 3.10, p = 0.006). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt
dat enkel SES een negatief, significante predictor is voor het aantal minuten tv kijken op
een week-, weekend- en een gemiddelde dag. Diegene met een lage SES kijken meer tv
op een week- en weekenddag, alsook op een gemiddelde dag in vergelijking met
volwassenen met een hoge SES.
Uit de resultaten blijkt eveneens dat 6.0% van de variantie in computergebruik op een
weekdag, 10.0% van de variantie in computergebruik op een weekenddag en 7.4% van
de variantie in computergebruik op een gemiddelde dag verklaard wordt door de
predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan
niet hebben van kinderen. Bij volwassenen zijn de predictoren samen significant in het
voorspellen van het aantal minuten computergebruik op een week- (F = 4.01, p =
0.001), weekend- (F = 6.18, p = <0.001) en een gemiddelde dag (F= 4.75, p = <0.001).
Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat enkel leeftijd en gezinssamenstelling
negatieve, significante predictoren zijn voor het aantal minuten computergebruik op een
week- en weekenddag alsook op een gemiddelde dag. Jongvolwassenen en volwassenen
die alleen wonen, gebruiken de computer meer op een week-, weekend- en gemiddelde
dag in vergelijking met oudere volwassenen en volwassenen die samenwonen met een
partner. Het computergebruik op een weekenddag kan daarenboven ook voorspeld
worden door geslacht. Het betreft hier eveneens een negatief, significante predictor
waaruit besloten kan worden dat mannen meer de computer gebruiken op
weekenddagen in vergelijking met vrouwen.
De variantie in het totaal sedentair gedrag op een weekdag kan voor 3.8% verklaard
worden
door
de
predictoren
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen. De predictoren zijn samen
significant in het voorspellen van het aantal minuten totaal sedentair gedrag op een
weekdag (F = 2.89, p = 0.009).
104
Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat SES en gezinssamenstelling negatieve,
significante predictoren zijn voor het aantal minuten totaal sedentair gedrag op een
weekdag. Volwassenen met een lage SES en alleenwonende volwassenen vertonen
meer totaal sedentair gedrag op een weekdag in vergelijking met volwassenen met een
hoge SES en volwassenen die samenwonen met een partner. Wat betreft een weekdag,
werden geen andere predictoren gevonden die het totaal sedentair gedrag kunnen
voorspellen. Op een weekenddag wordt 3.6% van de variantie in totaal sedentair gedrag
verklaard
door
de
predictoren
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen. Ook op een weekenddag zijn de
predictoren samen significant in het voorspellen van het aantal minuten totaal sedentair
gedrag (F = 2.81, p = 0.011). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat enkel
leeftijd, SES en gezinssamenstelling negatieve, significante predictoren zijn voor het
aantal minuten totaal sedentair gedrag op een weekenddag. Jongvolwassenen,
volwassenen met een lage SES en alleenwonenden vertonen meer totaal sedentair
gedrag op een weekenddag in vergelijking met oudere volwassenen, volwassenen met
een hoge SES en volwassenen die samenwonen met een partner. De variantie in totaal
sedentair gedrag op een gemiddelde dag kan voor 6.0% verklaard worden door de
predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan
niet hebben van kinderen. Bij volwassenen zijn de predictoren samen significant in het
voorspellen van het aantal minuten totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag (F =
4.08, p = 0.001). Specifiek kijkend naar elke predictor, blijkt dat leeftijd en geslacht
negatieve, significante predictoren zijn en SES vormt een positieve, significante
predictor. Dit betekent dat jongvolwassenen, mannen en volwassenen met een hoge SES
meer totaal sedentair gedrag vertonen op een gemiddelde dag in vergelijking met oudere
volwassenen, vrouwen en volwassenen met een lage SES. De overige sociodemografische variabelen (gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet
hebben van kinderen) konden het aantal minuten totaal sedentair gedrag op een
gemiddelde dag niet voorspellen.
105
o SENIOREN
De variantie in tv kijken op een weekdag kan voor 2.4% verklaard worden door de
predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan
niet hebben van kinderen. Bij senioren zijn de predictoren samen niet significant in het
voorspellen van het aantal minuten tv kijken op een weekdag (F = 1.67, p = 0.131).
Geen enkele predictor kan tv kijken op een weekdag voorspellen. Op een weekenddag
wordt 3.4% van de variantie in tv kijken verklaard door de predictoren leeftijd, geslacht,
SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen. Bij
senioren vertonen de predictoren samen een trend tot significantie in het voorspellen
van het aantal minuten tv kijken op een weekenddag (F = 1.97, p = 0.074). Specifiek
kijkend naar elke predictor, blijkt dat enkel woonomgeving een negatief, significante
predictor is voor het aantal minuten tv kijken op een weekenddag. Diegene woonachtig
in een landelijke omgeving, kijken meer tv op een weekenddag dan de senioren
woonachtig in een stedelijke omgeving. Op een gemiddelde dag wordt 3.0% van de
variantie in tv kijken verklaard door de bovengenoemde predictoren. Net zoals op een
weekdag, vormen de predictoren op een gemiddelde dag samen een trend tot
significantie in het voorspellen van het aantal minuten tv kijken (F = 1.85, p = 0.093).
Specifiek kijkend naar elke predictor (leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen), kan geen enkele het tv kijken
op een weekenddag voorspellen.
Wat betreft computergebruik blijkt dat 11.1% van de variantie op een weekdag
verklaard kan worden door de predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen. Bij senioren zijn de predictoren
samen significant in het voorspellen van het aantal minuten computergebruik op een
weekdag (F = 3.08, p = 0.009). Op een weekenddag wordt 6.6% van de variantie in
computergebruik
verklaard
door
de
predictoren
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen.
106
De predictoren vormen samen een trend tot significantie in het voorspellen van het
aantal minuten computergebruik op een weekenddag (F = 2.18, p = 0.051). Op een
gemiddelde dag wordt 10.6% van de variantie in computergebruik verklaard door de
predictoren leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan
niet hebben van kinderen. De predictoren zijn samen significant in het voorspellen van
computergebruik op een gemiddelde dag (F = 3.01, p = 0.010). Specifiek kijkend naar
elke predictor, blijkt dat geslacht een negatief, significante predictor is voor het aantal
minuten computergebruik op een week- en weekenddag alsook op een gemiddelde dag.
Mannen gebruiken meer de computer op een weekdag, weekenddag en gemiddelde dag
in vergelijking met vrouwen. Het aantal minuten computergebruik op een week-,
weekend- en gemiddelde dag kan niet voorspeld worden door de andere predictoren,
leeftijd, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
kinderen.
De variantie in totaal sedentair gedrag op een weekdag kan voor 1.9% verklaard
worden
door
de
predictoren
leeftijd,
geslacht,
SES,
gezinssamenstelling,
woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen. Op een weekenddag wordt 0.0%
van de variantie in totaal sedentair gedrag verklaard door de predictoren leeftijd,
geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van
kinderen. Op een gemiddelde dag wordt 1.1% van de variantie in het totaal sedentair
gedrag verklaard door bovenvermelde predictoren. Zowel op week- (F = 1.53, p =
0.172), en weekenddagen (F = 0.69, p 0.656) als op gemiddelde dag (F = 1.30, p =
0.261) zijn de predictoren samen niet significant in het voorspellen van het totaal
sedentair gedrag. Specifiek kijkend naar elke predictor (leeftijd, geslacht, SES,
gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben van kinderen), blijkt dat
geen enkele het totaal sedentair gedrag op een week- en weekenddag alsook op een
gemiddelde dag kan voorspellen.
Specifieke t- en p-waarden per predictor worden voor adolescenten, volwassenen en
senioren weergegeven in tabel 12.
107
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Tv WK (min.)
Pc WK (min.)
Tv DAGGEM. (min.)
Tv WKN (min.)
Predictoren
Afhankelijke variabelen
0.18
0.15
0.05
0.13
-0.10
0.19
/
0.00
0.10
0.01
0.18
-0.19
0.15
/
0.13
0.14
0.04
0.15
-0.13
0.18
/
0.22
0.20
0.14
0.15
0.159
0.268
0.692
0.318
0.478
0.161
/
0.998
0.439
0.969
0.177
0.181
0.285
/
0.320
0.296
0.770
0.243
0.337
0.176
/
0.094
0.138
0.300
0.237
1.43
1.12
0.40
1.01
-0.71
1.42
/
0.00
0.78
0.04
1.37
-1.35
1.08
/
1.00
1.06
0.29
1.18
-0.97
1.37
/
1.70
1.51
1.05
1.20
ADOLESCENTEN
Beta
p
t
0.11
0.05
-0.19
-0.03
-0.05
/
-0.05
0.05
0.04
-0.20
-0.09
0.02
/
-0.13
0.10
0.05
-0.21
-0.05
-0.03
/
-0.08
-0.18
-0.06
-0.07
-0.18
0.076
0.434
0.002
0.626
0.442
/
0.473
0.413
0.465
0.001
0.147
0.791
/
0.052
0.119
0.425
0.001
0.401
0.653
/
0.251
0.005
0.344
0.252
0.004
VOLWASSENEN
Beta
p
1.78
0.78
-3.17
-0.49
-0.77
/
-0.72
0.82
0.73
-3.34
-1.45
0.27
/
-1.95
1.56
0.80
-3.48
-0.84
-0.45
/
-1.15
-2.84
-0.95
-1.15
-2.90
T
Tabel 12: Adolescenten, volwassenen en senioren: socio-demografische variabelen als predictoren voor sedentair gedrag
0.10
0.10
-0.13
-0.06
-0.09
/
-0.04
0.08
0.00
-0.15
-0.04
-0.17
/
-0.07
0.10
0.07
-0.14
-0.06
-0.12
/
-0.05
-0.18
-0.28
0.07
0.09
0.238
0.209
0.108
0.452
0.248
/
0.618
0.339
0.986
0.062
0.603
0.033
/
0.358
0.238
0.354
0.073
0.470
0.121
/
0.503
0.093
0.005
0.447
0.379
SENIOREN
Beta
p
1.19
1.26
-1.62
-0.75
-1.16
/
-0.50
0.96
0.02
-1.88
-0.52
-2.15
/
-0.92
1.18
0.93
-1.81
-0.72
-1.56
/
-0.67
-1.70
-2.85
0.76
0.88
t
108
Gaming WKN (min.)
Gaming WK (min.)
Pc DAGGEM. (min.)
Pc WKN (min.)
Afhankelijke variabelen
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
-0.58
-0.12
/
1.53
1.08
-0.17
0.68
-0.26
0.08
/
1.54
1.60
0.59
1.13
-0.42
-0.10
/
1.39
-1.18
0.73
0.33
-1.24
-0.07
/
-0.19
-0.93
-0.61
-0.08
-0.02
/
0.20
0.15
-0.02
0.09
-0.04
0.01
/
0.20
0.21
0.08
0.15
-0.06
-0.01
/
0.18
-0.16
0.10
0.04
-0.17
-0.01
/
-0.02
-0.12
-0.08
Predictoren
0.566
0.904
/
0.132
0.286
0.870
0.500
0.800
0.937
/
0.128
0.115
0.555
0.262
0.680
0.918
/
0.169
0.245
0.469
0.744
0.220
0.942
/
0.848
0.356
0.542
ADOLESCENTEN
Beta
p
t
0.06
/
0.01
-0.20
-0.16
-0.03
-0.20
0.06
/
-0.01
-0.19
-0.09
-0.06
-0.19
0.06
/
0.01
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.321
/
0.853
0.002
0.008
0.555
0.002
0.273
/
0.886
0.003
0.149
0.279
0.003
0.301
/
0.936
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
VOLWASSENEN
Beta
p
1.00
/
0.19
-3.14
-2.68
-0.59
-3.16
1.10
/
-0.14
-3.04
-1.45
-1.09
-2.99
1.04
/
0.08
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
T
-0.09
/
-0.01
-0.14
-0.22
0.13
0.09
-0.04
/
0.01
-0.15
-0.26
0.10
0.11
-0.09
/
0.02
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.376
/
0.901
0.187
0.032
0.190
0.386
0.650
/
0.949
0.147
0.009
0.280
0.306
0.334
/
0.834
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
SENIOREN
Beta
p
-0.89
/
-0.13
-1.33
-2.18
1.32
0.87
-0.46
/
0.06
-1.46
-2.68
1.09
1.03
-0.97
/
0.21
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
t
109
Totaal DAGGEM. (min.)
Totaal WKN (min.)
Totaal WK (min.)
Gaming DAGGEM (MIN.)
Afhankelijke variabelen
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
Leeftijd
Geslacht
1.54
2.37
0.20
/
0.87
-1.17
0.31
0.95
0.09
0.04
/
0.35
0.93
-0.79
0.50
0.73
0.07
/
1.74
-0.12
-0.30
0.94
-0.06
-0.09
/
1.22
0.79
0.20
0.31
0.03
/
0.12
-0.16
0.04
0.13
0.01
0.01
/
0.05
0.13
-0.11
0.07
0.10
0.01
/
0.22
-0.02
-0.04
0.12
-0.01
-0.01
/
0.16
0.11
Predictoren
0.129
0.021
0.839
/
0.388
0.246
0.757
0.345
0.928
0.971
/
0.725
0.358
0.435
0.618
0.470
0.941
/
0.086
0.908
0.762
0.353
0.949
0.927
/
0.228
0.431
ADOLESCENTEN
Beta
p
t
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
-0.11
-0.01
-0.14
-0.20
0.01
/
0.11
-0.16
-0.02
-0.12
-0.14
0.08
/
0.04
-0.18
-0.17
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.073
0.822
0.018
0.002
0.816
/
0.116
0.013
0.712
0.038
0.033
0.164
/
0.531
0.005
0.005
VOLWASSENEN
Beta
p
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
-1.80
-0.23
-2.38
-3.11
0.23
/
1.58
-2.50
-0.37
-2.08
-2.15
1.40
/
0.63
-2.84
-2.82
T
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
-0.12
-0.08
0.13
-0.09
-0.12
/
0.04
-0.04
-0.07
0.05
-0.02
-0.12
/
0.04
-0.10
-0.08
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.154
0.321
0.098
0.281
0.131
/
0.652
0.611
0.372
0.566
0.804
0.144
/
0.659
0.231
0.316
SENIOREN
Beta
p
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
-1.43
-1.00
1.67
-1.08
-1.52
/
0.45
-0.51
-0.90
0.58
-0.25
-1.47
/
0.44
-1.20
-1.01
t
110
-0.59
0.82
0.61
0.05
/
SES
Gezin
Woonomg.
Broers/zussen
Kinderen
0.561
0.416
0.542
0.964
/
-0.08
0.11
0.08
0.01
/
Predictoren
0.16
-0.09
0.04
/
0.13
0.008
0.173
0.521
/
0.051
VOLWASSENEN
Beta
p
2.65
-1.37
0.64
/
1.96
T
0.11
-0.08
-0.12
/
0.04
0.162
0.373
0.118
/
0.631
SENIOREN
Beta
p
Opmerking:
Tv = tv kijken; Pc = computergebruik; totaal = totaal sedentair gedrag; min. = minuten
WK = week; WKN = weekend; DAGGEM = daggemiddelde; gezin = gezinssamenstelling; woonomg. = woonomgeving
Afhankelijke variabelen
ADOLESCENTEN
Beta
p
t
1.41
-0.89
-1.57
/
0.48
t
111
5 DISCUSSIE
Het doel van deze masterproef was het nagaan wat de rol is van socio-demografische
variabelen op de prevalentie van sedentair gedrag bij adolescenten, volwassenen en
senioren.
De eerste onderzoeksvraag ging tussen de drie leeftijdsgroepen verschillen na in het
aantal minuten tv kijken, computergebruik en totaal sedentair gedrag. Senioren kijken
op een week- en gemiddelde dag significant meer tv dan adolescenten en volwassenen.
Op een weekdag was er ook een significant verschil tussen adolescenten en
volwassenen, waarbij volwassenen meer tv kijken. Mares en Woodard (2006) komen,
net zoals deze masterproef, tot de vaststelling dat senioren op een gemiddelde dag meer
tv kijken dan volwassenen. Kijkend naar bestaande onderzoeken bij de verschillende
leeftijdsgroepen, werd eveneens gevonden dat senioren op een gemiddelde dag meer tv
kijken dan adolescenten (Foley et al., 2011; Ianotti en Wang, 2013; Mares en Woodard,
2006). Een mogelijke oorzaak die ertoe kan bijdragen dat senioren meer tv kijken dan
adolescenten en volwassenen, kan te wijten zijn aan het feit dat de meeste senioren over
meer vrije tijd beschikken en niet verbonden zijn aan school/werkverplichtingen (Mares
& Woodard, 2006).
Adolescenten gebruiken daarentegen meer de computer dan volwassenen en senioren.
Het verschil tussen adolescenten en volwassenen werd gevonden voor een week-,
weekend- en gemiddelde dag, daar waar het verschil tussen adolescenten en senioren
enkel voor een weekend- en gemiddelde dag werd vastgesteld. Burton et al. (2012) en
Iannotti en Wang (2013) deden respectievelijk onderzoek naar het computergebruik bij
volwassenen en adolescenten. Uit deze onderzoeken blijkt eveneens dat adolescenten,
vergeleken met volwassenen, meer computergebruik vertonen op een week- en
weekenddag.
112
Ondanks het feit dat de resultaten in de onderzoeken van Burton et al. (2012) en Iannotti
en Wang (2013) gelijkaardig zijn aan deze in de masterproef, dienen de resultaten met
enige voorzichtigheid vergeleken te worden omdat de activiteiten toebehorend aan
computergebruik in deze onderzoeken verschillen met deze van de masterproef. In
tegenstelling tot deze masterproef wordt in het onderzoek van Iannotti en Wang (2013)
het maken van huiswerk aan de computer opgenomen. Daarenboven kan uit het
onderzoek van Burton et al. (2012) niet worden opgemaakt of niet- werkgerelateerde
activiteiten verbonden zijn aan computergebruik, daar er gesproken wordt over
computergebruik in de thuisomgeving. Net zoals Iannotti en Wang (2013), hebben ook
Hamar et al. (2010) onderzoek gevoerd naar het computergebruik van adolescenten.
Ondanks het gegeven dat Hamar et al. (2010) dezelfde aspecten opnemen bij
computergebruik zoals in deze masterproef, komt dit onderzoek tot andere resultaten.
Het gemiddeld aantal minuten computergebruik bij adolescenten in het onderzoek van
Hamar et al. (2010) was beduidend lager dan in het onderzoek van Iannotti en Wang
(2013) en in deze masterproef. Dit kan verklaard worden door het gebruik van een ander
meetinstrument (dagboek) in het onderzoek van Hamar et al. (2010).
De drie leeftijdsgroepen verschillen significant van elkaar op een week- en gemiddelde
dag wat betreft het totaal sedentair gedrag. Voor een weekenddag is dit niet het geval
aangezien er dan geen verschil tussen volwassen en senioren kan worden aangetoond.
De gemiddelden tonen aan dat adolescenten op een week-, weekend- en gemiddelde dag
meer totaal sedentair gedrag vertonen dan volwassenen en senioren. Het feit dat er in
deze masterproef sprake is van overrapportering bij adolescenten, kan een mogelijke
verklaring zijn voor deze bevinding. Uitgaande van bestaande onderzoeken bij de
verschillende leeftijdsgroepen werd eveneens gevonden dat adolescenten meer totaal
sedentair gedrag vertonen dan volwassenen en senioren (gemiddelde dag) (Foley et al.,
2011; Mielke et al., 2014; Sullivan et al., 2011; Van Dyck et al., 2010; WallmannSperlich et al., 2013). Deze onderzoeken zijn vergelijkbaar met de bevindingen uit deze
masterproef, daar er eveneens gebruik wordt gemaakt van zelfrapportage en nagenoeg
dezelfde sedentaire contexten gehanteerd worden voor het bepalen van het totaal
sedentair gedrag.
113
Het is belangrijk te weten welke correlaten bijdragen aan sedentair gedrag, daar
sedentair gedrag gepaard gaat met heel wat gezondheidsrisico’s. Inzicht in deze
correlaten is belangrijk voor het ontwikkelen van toekomstige interventies. Bijgevolg
werd bij de drie leeftijdsgroepen nagegaan of bepaalde socio-demografische variabelen
(leeftijd, geslacht, SES, gezinssamenstelling, woonomgeving en het al dan niet hebben
van broers/zussen of kinderen) mogelijke predictoren zijn van tv kijken,
computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag. Daarenboven werd
voor de drie leeftijdsgroepen nagegaan of er verschillen zijn in de gemiddelde
hoeveelheid tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair
gedrag op basis van de socio-demografische variabelen. Beide onderzoeksvragen
werden beantwoord voor een week-, weekend- en gemiddelde dag.
Bij adolescenten werden nagenoeg geen predictoren gevonden voor tv kijken,
computergebruik, gaming en totaal sedentair gedrag op een week-, weekend- en
gemiddelde dag. Er werd wel gevonden dat gaming op een weekenddag voorspeld
wordt door woonomgeving. Adolescenten woonachtig in een landelijke omgeving
vertonen minder gamegedrag op een weekenddag in vergelijking met diegene uit een
stedelijke omgeving. De grotere facilitaire beschikbaarheid om buiten te spelen en een
veiligere buurt in een landelijke omgeving dragen ertoe bij dat adolescenten uit een
landelijke omgeving minder sedentair gedrag vertonen, waaronder gaming (Loucaides,
Chedzoy, & Bennett, 2004). Daarenboven werd een significant verschil gevonden in de
gemiddelde hoeveelheid gaming op basis van geslacht, en dit voor een week-, weekenden gemiddelde dag. De resultaten geven aan dat jongens op een week-, weekend- en
gemiddelde dag meer gamen dan meisjes. Deze bevinding wordt ondersteund door
Foley et al. (2011), Martínez-Gómez et al. (2012) en Norman et al. (2005). Het feit dat
jongens meer psychosociale voordelen ervaren van gamen, zoals voldoening en
socialisatie, dragen ertoe bij dat zij meer gamegedrag vertonen dan meisjes (Sublette, &
Mullan, 2012). Eveneens draagt het feit dat games vaak gericht zijn op geweld, sport,
racen, actie en avontuur er mogelijks toe bij dat jongens meer gamegedrag vertonen dan
meisjes.
114
Tv kijken bij volwassenen wordt op een week-, weekend- en gemiddelde dag voorspeld
door SES. Daarenboven kan een verschil worden aangetoond in de gemiddelde
hoeveelheid tv kijken op basis van deze socio-demografische variabele (week-,
weekend- en gemiddelde dag). Voor beide bevindingen geldt dat volwassenen met een
lage SES minder tv kijken dan diegene met een hoge SES. Deze bevindingen zijn
consistent met deze van Burton et al. (2012) en Van Dyck et al. (2011). Een mogelijke
verklaring voor dit resultaat kan gevonden worden in het feit dat diegenen met een lage
SES meer arbeidsintensief, niet-sedentair werk verrichten en dit in de vrije tijd trachten
te compenseren door tv kijken (Van Dyck et al., 2011). Specifiek voor een weekenddag
geldt eveneens dat er een verschil is in de hoeveelheid tv kijken op basis van het al dan
niet hebben van kinderen, waarbij diegene zonder kinderen meer tv kijken.
Het computergebruik bij volwassenen wordt op een week-, weekend- en gemiddelde
dag voorspeld door leeftijd en gezinssamenstelling, op een gemiddelde dag wordt dit
eveneens voorspeld door geslacht. Hierbij aansluitend wordt een verschil aangetoond in
de hoeveelheid computergebruik op basis van voornoemde socio-demografische
variabelen, alsook op basis van het al dan niet hebben van kinderen (week-, weekenden gemiddelde dag). Voor deze bevindingen geldt dat jongvolwassenen, volwassenen
die alleen wonen en volwassenen zonder kinderen, meer computergebruik vertonen op
een week-, weekend- en gemiddelde dag vergeleken met oudere volwassenen,
volwassenen die samenwonen met een partner en volwassenen met kinderen. Healy et
al. (2011) stellen eveneens vast dat het computergebruik afneemt naarmate de
volwassene ouder wordt, wat verklaard kan worden door het feit dat jongvolwassenen
meer gebruik maken van sociale media. Eveneens werd gevonden dat mannen op een
weekenddag gemiddeld 79.72 minuten computergebruik vertonen, wat meer is dan de
55.78 minuten gevonden bij vrouwelijke volwassenen. Deze bevinding wordt
ondersteund door het onderzoek van Burton et al. (2012).
115
Het totaal sedentair gedrag bij volwassenen wordt voorspeld door leeftijd (weekenden gemiddelde dag), geslacht (gemiddelde dag), SES (week-, weekend- en gemiddelde
dag) en gezinssamenstelling (week- en weekenddag). Eveneens kan een verschil
aangetoond worden in de gemiddelde hoeveelheid totaal sedentair gedrag op basis van
de zonet vermelde socio-demografische variabelen, met uitzondering van leeftijd en
SES op een weekenddag. Voor bovenstaande bevindingen geldt dat volwassenen met
een lage SES meer totaal sedentair gedrag stellen op een week- en weekenddag,
vergeleken met volwassenen met een hoge SES. Voor een gemiddelde dag is een
omgekeerde trend waarneembaar waarbij volwassenen met een lage SES minder totaal
sedentair gedrag vertonen. Dit kan mogelijks verklaard worden door het feit dat
werkgerelateerd sedentair gedrag enkel opgenomen werd bij het totaal sedentair gedrag
op een gemiddelde dag. Volwassenen met een lage SES vertonen immers minder
sedentair gedrag op de werkvloer (Van Dyck et al.,2011), waardoor het totaal sedentair
gedrag op een gemiddelde dag hier niet of nauwelijks door beïnvloed wordt, wat wel zo
is bij volwassenen met een hoge SES. De bevinding omtrent SES op een gemiddelde
dag wordt bevestigd door Van Dyck et al. (2012) en Wallmann-Sperlicht et al. (2013),
die ook het werkgerelateerd sedentair gedrag opnemen bij het totaal sedentair gedrag.
Eveneens werd gevonden dat volwassenen die alleen wonen meer totaal sedentair
gedrag vertonen, vergeleken met volwassenen die samenwonen met een partner (weeken weekenddag). Ten slotte geldt dat jongvolwassenen (weekenddag en gemiddelde
dag) en mannelijke volwassenen (gemiddelde dag) meer totaal sedentair gedrag
vertonen, vergeleken met oudere en vrouwelijke volwassenen. Mielke et al. (2014)
bevestigen dat mannen meer totaal sedentair gedrag vertonen op een gemiddelde dag.
Van Dyck et al. (2010) en Wallmann-Sperlich et al. (2013), hanteren ongeveer gelijke
leeftijden, waaruit eveneens blijkt dat jongvolwassenen meer totaal sedentair gedrag
vertonen op een gemiddelde dag. Mogelijks spelen generatie-effecten hierbij een rol,
aangezien jongvolwassenen zijn opgegroeid met technologische vernieuwingen zoals
sociale media (Bauman et al., 2011). Matthews et al. (2008) en Sullivan et al. (2011)
komen op een gemiddelde dag tot de omgekeerde bevinding die stelt dat oudere
volwassenen in vergelijking met jongere volwassenen meer totaal sedentair gedrag
vertonen.
116
Echter moeten de resultaten van Matthews et al. (2008) en Sullivan et al. (2011) met
enige voorzichtigheid vergeleken worden met de bevindingen van deze masterproef,
daar er gebruik wordt gemaakt van verschillende meetinstrumenten voor het bepalen
van het totaal sedentair gedrag. Sullivan et al. (2011) hanteren in hun onderzoek een
recall-periode van een maand (met meer risico op recall-bias) en Matthews et al. (2008)
maken gebruik van een accelerometer voor het bepalen van de hoeveelheid totaal
sedentair gedrag.
Overeenkomstig met adolescenten, werden ook voor senioren weinig predictoren
gevonden voor tv kijken, computergebruik en totaal sedentair gedrag op een week-,
weekend- en gemiddelde dag. Er werd wel gevonden dat tv kijken bij senioren op een
weekenddag voorspeld wordt door woonomgeving. Senioren woonachtig in een
landelijke omgeving kijken meer tv op een weekenddag vergeleken met senioren
afkomstig uit een stedelijke omgeving. Daarenboven werd een significant verschil
gevonden in de gemiddelde hoeveelheid tv kijken op basis van SES. Senioren met een
lage SES kijken meer tv op een week-, weekend- en gemiddelde dag vergeleken met
senioren met een hoge SES. Computergebruik bij senioren wordt op een week-,
weekend- en een gemiddelde dag voorspeld door geslacht. Daarenboven werd een
verschil aangetoond in de gemiddelde hoeveelheid computergebruik op basis van
geslacht en leeftijd (week-, weekend- en gemiddelde dag). Voor een gemiddelde dag
werd bijvoorbeeld gevonden dat mannelijke senioren gemiddeld 92.42 minuten
besteden aan computergebruik, voor vrouwelijke senioren is dit slechts 45.50 minuten.
Karavidas et al. (2005) merken echter, wat betreft computergebruik, geen verschil op
tussen mannelijke en vrouwelijke senioren op een gemiddelde dag. Het resultaat van
Karavidas et al. (2005) kan verklaard worden door het feit dat mannen en vrouwen
gerekruteerd werden uit computerclubs en dus op gelijkmatige tijdstippen dit gedrag
vertonen. Ook werden in deze masterproef respondenten opgenomen die aangaven de
computer niet te gebruiken, terwijl in de studie van Karavidas et al. (2005) alle
respondenten op zeer regelmatige basis de computer gebruiken. Eveneens werd
gevonden dat jongere senioren op een week-, weekend- en gemiddelde dag meer
computergebruik vertonen dan oudere senioren.
117
De kans is groter dat jongere senioren, in het verleden meer blootgesteld werden aan
computergebruik zoals op het werk, en dit bijgevolg verder zetten (Carpenter, & Buday,
2007). Bij senioren is er enkel een verschil in de gemiddelde hoeveelheid totaal
sedentair gedrag op basis van leeftijd (weekdag en gemiddelde dag). Het totaal
sedentair gedrag neemt af naarmate de senioren ouder worden, wat een opmerkelijke
bevinding is. In de literatuur wordt immers het tegenovergestelde aangetoond (Davis et
al.,2011; Matthews et al., 2008). De manier van bevraging in deze masterproef
(zelfrapportage) verschilt met de werkwijze van Davis et al. (2011) en Matthews et al.
(2008) (accelerometer), wat het verschil in de resultaten kan verklaren. Het gebruik van
zelfrapportage brengt nadelen met zich mee (recall-bias en het geven van sociaal
wenselijke antwoorden) die de resultaten kunnen beïnvloeden (Norman et al., 2005).
Tevens verschillen de leeftijden in deze masterproef met de leeftijden in het onderzoek
van Davis et al. (2011), wat de tegenstrijdige bevindingen kan verklaren. In deze
masterproef werden senioren van 65 tot 98.75 jaar opgenomen, waarbij diegene tot
72.27 jaar bij de jongere senioren ondergebracht werden. In het onderzoek van Davis et
al. (2011) worden leeftijden van 70 tot 85-plus gehanteerd. Hieruit kan worden afgeleid
dat een deel van de oudere senioren in deze masterproef, toebehoren aan de jongere
senioren in het onderzoek van Davis et al. (2011).
Te veel en langdurig zitten wordt gelinkt aan gezondheidsrisico’s. Om deze reden
werden bijgevolg aanbevelingen opgesteld die als doel hebben het zittend gedrag bij
adolescenten, volwassenen en senioren te beperken. De Vlaamse consensustekst (2012)
baseert zich op buitenlandse richtlijnen en heeft als aanbeveling dat adolescenten hun
schermgerelateerd sedentair gedrag dienen te beperken tot maximum twee uur per dag
(Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012). De vooropgestelde
hypothese, die stelt dat meer dan 50% van de adolescenten niet voldoet aan de
aanbeveling van maximum twee uur schermgerelateerde sedentaire activiteiten per dag,
wordt sterk bevestigd voor een week-, weekend- en gemiddelde dag. De resultaten in
deze masterproef tonen aan dat slechts 20.0% van de adolescenten voldoet aan deze
aanbeveling op een weekdag. Voor een gemiddelde dag is dit slechts 8.0% en voor een
weekenddag amper 6.0%.
118
In deze masterproef is het percentage adolescenten dat niet voldoet aan de aanbeveling
beduidend hoger dan het percentage vermeld in de vooropgestelde hypothese en dus ook
in de literatuur (50%) (Hardy et al., 2010; Martínez Gómez et al., 2012). Dit kan
mogelijks verklaard worden door het feit dat de resultaten uit deze masterproef een
vertekend beeld geven, daar er sprake is van overrapportering in het aangeven van de
hoeveelheid sedentair gedrag. Het feit dat veel adolescenten de aanbeveling
overschrijden, kan mogelijks ook verklaard worden door het gegeven dat adolescenten
zich niet bewust zijn van de aanbeveling. De tweede hypothese die stelt dat meer
jongens de aanbeveling overschrijden, vergeleken met meisjes, wordt voor een week-,
weekend- en gemiddelde dag niet bevestigd in deze masterproef. Zowel uit de
onderzoeken van Hardy et al. (2010) en Martínez Gómez et al. (2012) komt naar voor
dat meer jongens de aanbeveling overschrijden in vergelijking met meisjes. Het feit dat
in deze masterproef geen significante geslachtsverschillen werden gevonden omtrent de
aanbeveling, kan verklaard worden door het gegeven dat met een kleine sample (n =
100) van adolescenten gewerkt werd, bestaande uit drie keer zoveel jongens als meisjes.
Daarenboven werden bij adolescenten geen significante verschillen gevonden in leeftijd
met betrekking tot de aanbeveling.
Om na te gaan waarop toekomstige interventies ter preventie van sedentair gedrag zich
het best richten, is het belangrijk te weten welke contexten van sedentair gedrag het
meest bijdragen aan totaal sedentair gedrag. Bij de derde onderzoeksvraag werd
bijgevolg bij de drie leeftijdsgroepen nagegaan hoeveel procent van de variantie in het
totaal sedentair gedrag verklaard kan worden door tv kijken, computergebruik en
gaming. Uitgaande van adolescenten werd gevonden dat zowel op een week-, weekendals een gemiddelde dag de variantie in totaal sedentair gedrag het meest verklaard wordt
door computergebruik, gevolgd door respectievelijk gaming en tv kijken. In deze
masterproef wordt schooltijd opgenomen bij het totaal sedentair gedrag op een week- en
gemiddelde dag wat het aandeel van tv kijken mogelijks onderdrukt, daar het meeste
sedentair gedrag op een weekdag gesteld wordt tijdens de schooluren.
119
In het onderzoek van Biddle et al. (2009) wordt schooltijd niet opgenomen, wat de
grotere bijdrage van tv kijken aan totaal sedentair gedrag kan verklaren. Bij volwassen
en senioren leveren tv kijken en computergebruik een zekere bijdrage aan het totaal
sedentair gedrag op een week-, weekend- en gemiddelde dag. Echter dient hierbij
opgemerkt te worden dat het aandeel van tv kijken en computergebruik op een
gemiddelde dag bij volwassenen opmerkelijk lager is dan dit op een week- en
weekenddag. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat op een gemiddelde dag het
werkgerelateerd sedentair gedrag werd toegevoegd, wat het aandeel van tv kijken en
computergebruik kan onderdrukken. In de literatuur wordt bij volwassenen 47 % van de
variantie in het totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag verklaard door tv kijken,
wat aanzienlijk hoger is dan de bevindingen in deze masterproef (10.7%) (Sugiyama et
al., 2008). Dit kan verklaard worden door het feit dat er binnen deze masterproef en de
studie van Sugiyama et al. (2008) verschillende contexten werden opgenomen bij het
totaal sedentair gedrag op een gemiddelde dag.
5.1
BEPERKINGEN EN STERKTES
Een eerste beperking van dit onderzoek is het gebruik van een subjectief meetinstrument
voor het bepalen van sedentair gedrag. Het gebruik van vragenlijsten gaat vaak gepaard
met recall-bias en het geven van sociaal wenselijke antwoorden (Hamar et al., 2010;
Norman et al., 2005). Eveneens werd in de vragenlijst van de volwassenen het
werkgerelateerd sedentair gedrag bevraagd overheen de afgelopen zeven dagen.
Hierdoor was het niet mogelijk te bepalen hoeveel werkgerelateerd sedentair gedrag er
specifiek gesteld werd op een week- en weekenddag. Hiernaast bevatten de
vragenlijsten bij adolescenten, volwassenen en senioren verschillende sedentaire
contexten, waardoor het verschil in totaal sedentair gedrag overheen de verschillende
leeftijdsgroepen met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden. Een ander
nadeel is het beperkt aantal adolescenten dat werd opgenomen in deze masterproef,
waarbij eveneens het aantal meisjes sterk ondervertegenwoordigd was.
120
Tenslotte is er binnen deze masterproef ook sprake van overrapportering van het
sedentair gedrag. Ondanks duidelijke instructies, werden simultaan uitgevoerde
sedentaire gedragingen (vb: het maken van huiswerk en tegelijk muziek luisteren), naar
alle waarschijnlijkheid dubbel gerapporteerd, wat niet de bedoeling was.
Een belangrijke sterkte van dit onderzoek is dat er gewerkt werd met verschillende
contexten van sedentair gedrag, aangezien de literatuur zich vaak beperkt tot
schermgerelateerde sedentaire activiteiten met in het bijzonder tv kijken. Eveneens werd
er gebruik gemaakt van verschillende leeftijdsgroepen waardoor deze met elkaar
vergeleken konden worden. Een ander voordeel van deze masterproef is dat de
predictoren voor sedentair gedrag per leeftijdsgroep werden nagegaan. Dit zorgt ervoor
dat per leeftijdsgroep de risicopopulaties werden weergegeven, zodat toekomstige
interventies zich hierop kunnen richten.
5.2 AANBEVELINGEN VOOR VERDER ONDERZOEK
Voor toekomstig onderzoek wordt aangeraden eveneens gebruik te maken van data
verzameld op een objectieve manier zoals het gebruik van accelerometers. De nadelen
van het gebruik van zelfrapportage (recall-bias en sociaal wenselijke antwoorden)
kunnen hiermee gedeeltelijk opgevangen worden. Eveneens is het raadzaam ervoor te
zorgen dat er voldoende respondenten per leeftijdsgroep worden opgenomen binnen het
onderzoek en dat de adolescenten afkomstig zijn uit verschillende onderwijsinstellingen,
wat de generaliseerbaarheid en de vergelijkbaarheid ten goede komt. Gezien het feit dat
de literatuur betreffende de socio-demografische variabelen beperkt is wat betreft het
sedentair gedrag op een week-, weekend- en gemiddelde dag, is het aangewezen meer
longitudinaal onderzoek te voeren. Longitudinaal onderzoek heeft als voordeel dat
oorzaak- gevolgrelaties en veranderingen overheen de tijd onderzocht kunnen worden.
121
5.3 CONCLUSIE
Socio-demografische variabelen als predictoren van sedentair gedrag spelen een
belangrijke rol en zijn tevens leeftijdsspecifiek. Bij adolescenten wordt gaming
voorspeld door woonomgeving (weekenddag). Bij volwassenen wordt tv kijken enkel
voorspeld door SES (week-, weekend- en gemiddelde dag). Het computergebruik
daarentegen, wordt bij deze leeftijdsgroep door meerdere socio-demografische
variabelen voorspeld, zijnde leeftijd en gezinssamenstelling (week-, weekend- en
gemiddelde dag). Daarenboven kan het computergebruik bij volwassenen op een
weekenddag eveneens voorspeld worden door geslacht. De socio-demografische
variabelen die het totaal sedentair gedrag van volwassenen voorspellen, zijn niet gelijk
op een week-, weekend- en gemiddelde dag. De significante predictoren hierbij zijn;
SES (week-, weekend- en gemiddelde dag), gezinssamenstelling (week- en
weekenddag), leeftijd (weekend- en gemiddelde dag) en geslacht (gemiddelde dag). Bij
senioren kan het aantal minuten tv kijken voorspeld worden door woonomgeving
(weekenddag) en het aantal minuten computergebruik door geslacht (week-, weekenden gemiddelde dag). Tussen de drie leeftijdsgroepen zijn niet enkel verschillen in
predictoren waarneembaar, maar ook verschillen in de hoeveelheid sedentair gedrag wat
betreft tv kijken, computergebruik, gaming (adolescenten) en totaal sedentair gedrag.
Senioren spenderen hierbij het meeste tijd aan tv kijken, terwijl adolescenten het meeste
computergebruik en totaal sedentair gedrag vertonen. Ondanks de aanbevelingen om de
schermtijd bij adolescenten te beperken tot maximum twee uur per dag, blijkt het
merendeel van de adolescenten deze aanbeveling toch te overschrijden. Tot slot leveren
tv kijken, computergebruik en gaming (adolescenten) een zekere bijdrage aan het totaal
sedentair gedrag bij adolescenten, volwassenen en senioren. Op een weekdag wordt
bijvoorbeeld 21.6% van de variantie in het totaal sedentair gedrag van adolescenten
verklaard door computergebruik, voor volwassenen is dit 29.3 % en voor senioren
21.5%.
122
Bij het ontwikkelen van toekomstige interventies is het bijgevolg belangrijk rekening te
houden met deze schermgerelateerde sedentaire gedragingen.
Aangezien de
prevalentiecijfers van sedentair gedrag relatief hoog zijn en gezien het feit dat dit gedrag
gepaard gaat met gezondheidsrisico’s, is meer onderzoek naar onderliggende oorzaken
aangewezen.
123
6 LITERATUURLIJST
ActiGraph
(2014).
Retrieved
April
27,
2014,
from
http://www.actigraphcorp.com/products/
Al-Nuaim, A. A., Al-Nakeeb, Y., Lyons, M., Al-Hazzaa, H. M., Nevill, A., Collins, P.,
et al. (2012). The prevalence of physical activity and sedentary behaviours
relative to obesity among adolescents from Al-Ahsa, Saudi Arabia: Rural versus
urban
variations.
Journal
of
Nutrition
and
Metabolism,
2012.
doi:10.1155/2012/417589
Ardern, C. I., & Janssen, I. (2007). Metabolic syndrome and its association with
morbidity and mortality. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, 32(1),
33-45.
Assah, F. K., Ekelund, U., Brage, S., Corder, K., Wright, A., Mbanya, J. C., et al.
(2009). Predicting physical activity energy expenditure using accelerometry in
adults from sub-Sahara Africa. Obesity, 17(8), 1588-1595.
Babey, S. H., Hastert, T. A., & Wolstein, J. (2013). Adolescent sedentary behaviors:
Correlates differ for television viewing and computer use. Journal of Adolescent
Health, 52(1), 70-76.
Bankoski, A., Harris, T. B., McClain, J. J., Brychta, R. J., Caserotti, P., Chen, K. Y., et
al. (2011). Sedentary activity associated with metabolic syndrome independent
of physical activity. Diabetes Care, 34, 497-503.
124
Bauman, A., Ainsworth, B. E., Sallis, J. F., Hagstromer, M., Craig, C. L., Bull, F. C., et
al. (2011). The descriptive epidemiology of sitting. A 20-country comparison
using the International Physical Activity Questionnaire (IPAQ). American
Journal of Preventive Medicine, 41(2), 228-235.
Bey, L., & Hamilton, M. T. (2003). Suppression of skeletal muscle lipoprotein lipase
activity during physical inactivity: A molecular reason to maintain daily lowintensity activity. The Journal of Physiology, 551, 673-682.
Biddle, S. J., Gorely, T., & Marshall, S. J. (2009). Is television viewing a suitable
marker of sedentary behavior in young people? Annals of Behavioral Medicine,
38(2), 147-153.
Bolger, N., Davis, A., & Rafaeli, E. (2003). Diary methods: Capturing life as it is lived.
Annual Review of Psychology, 54, 579-616.
Brodersen, N. H., Steptoe, A., Boniface, D. R., & Wardle, J. (2007). Trends in physical
activity and sedentary behaviour in adolescence: Ethnic and socioeconomic
differences. British Journal of Sports Medicine, 41(3), 140-144.
Burton, N. W., Haynes, M., van Uffelen, J. G., Brown, W. J., & Turrell, G. (2012).
Mid-aged adults' sitting time in three contexts. American Journal of Preventive
Medicnie, 42(4), 363-373.
125
Bussmann, J.B.J., Ambtman, P., Horemans, H.D.L & Nooijen, C.F.J (2012). Het meten
van fysieke activiteit en sedentair gedrag: de eerste stap in de ontwikkeling van
een innovatief, breed- toepasbaar instrument. Verslag van het ZonMw project
2010-2011.
Cardon, G. M., Maes, L. R., Haerens, L. L., & De Bourdeaudhuij, I. (2012). Bicycling
to school during the transition from childhood into adolescence: A six-year
longitudinal study. Pediatric Exercise Science, 24(3), 369-383.
Carli, V., Hoven, C. W., Wasserman, C., Chiesa, F., Guffanti, G., Sarchiapone, M., et
al. (2014). A newly identified group of adolescents at "invisible" risk for
psychopathology and suicidal behavior: Findings from the SEYLE study. World
Psychiatry, 13(1), 78-86.
Carpenter, B. D., & Buday, S. (2007). Computer use among older adults in a naturally
occurring retirement community. Computers in Human Behavior, 23(6), 30123024.
Carskadon, M. A. (2011). Sleep in adolescents: The perfect storm. Pediatric Clinics of
North America, 58(3), 637-647.
Carson, V., Iannotti, R. J., Pickett, W., & Janssen, I. (2011). Urban and rural differences
in sedentary behavior among American and Canadian youth. Health Place,
17(4), 920-928.
126
Carson, V., & Janssen, I. (2011). Volume, patterns, and types of sedentary behavior and
cardio-metabolic health in children and adolescents: A cross-sectional study.
BMC Public Health, 11. doi:10.1186/1471-2458-11-274
Clark, B. K., Healy, G. N., Winkler, E. A., Gardiner, P. A., Sugiyama, T., Dunstan, D.
W., et al. (2011). Relationship of television time with accelerometer-derived
sedentary time: NHANES. Medicine & Science in Sports & Exercise, 43(5),
822-828.
Clark, B. K., Sugiyama, T., Healy, G. N., Salmon, J., Dunstan, D. W., Shaw, J. E., et al.
(2010). Socio-demographic correlates of prolonged television viewing time in
Australian men and women: The AusDiab study. Journal of Physical Activity
and Health, 7(5), 595-601.
Corder, K., Ekelund, U., Steele, R. M., Wareham, N. J., & Brage, S. (2008). Assessment
of physical activity in youth. Journal of Applied Physiology, 105, 977-987.
Davies, G., Reilly, J. J., McGowan, A. J., Dall, P. M., Granat, M. H., & Paton, J. Y.
(2012). Validity, practical utility, and reliability of the activPAL in preschool
children. Medicine & Science in Sports & Exercise, 44(4), 761-768.
Davis, M. G., Fox, K. R., Hillsdon, M., Sharp, D. J., Coulson, J. C., & Thompson, J. L.
(2011). Objectively measured physical activity in a diverse sample of older
urban UK adults. Medicine & Science in Sports & Exercise, 43(4), 647-654.
127
de Morree, J. J., Jongert, M. W. A., & van der Poel, G. (2006). Inspanningsfysiologie,
oefentherapie en training. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Dogra, S., & Stathokostas, L. (2014). Correlates of extended sitting time in older adults:
An exploratory cross-sectional analysis of the Canadian Community Health
Survey Healthy Aging Cycle. International Journal of Public Health.
doi:10.1007/s00038-014-0540-3
Dowd, K. P., Harrington, D. M., Bourke, A. K., Nelson, J., & Donnelly, A. E. (2012).
The measurement of sedentary patterns and behaviors using the activPAL
Professional physical activity monitor. Physiological Measurement, 33(11),
1887-1899.
Dowd, K. P., Harrington, D. M., & Donnelly, A. E. (2012). Criterion and concurrent
validity of the activPAL professional physical activity monitor in adolescent
females. PLos One., 7. doi:10.1371/journal.pone.0047633
Du, H., Bennett, D., Li, L., Whitlock, G., Guo, Y., Collins, R., et al. (2013). Physical
activity and sedentary leisure time and their associations with BMI, waist
circumference, and percentage body fat in 0.5 million adults: The China
Kadoorie Biobank study. The American Journal of Clinical Nutrition, 97(3),
487-496.
128
Dunstan, D. W., Barr, E. L., Healy, G. N., Salmon, J., Shaw, J. E., Balkau, B., et al.
(2010). Television viewing time and mortality: The Australian Diabetes, Obesity
and Lifestyle Study (AusDiab). Circulation, 121, 384-391.
Evenson, K. R., Buchner, D. M., & Morland, K. B. (2012). Objective measurement of
physical activity and sedentary behavior among US adults aged 60 years or
older. Preventing Chronic Disease, 9. doi:10.1371/journal.pone.006081
Feldman, D. E., Barnett, T., Shrier, I., Rossignol, M., & Abenhaim, L. (2003). Is
physical activity differentially associated with different types of sedentary
pursuits? Archives of Pediatrics & Adolescents Medicine., 157(8), 797-802.
Fogelholm, M., Valve, R., Absetz, P., Heinonen, H., Uutela, A., Patja, K., et al. (2006).
Rural-urban differences in health and health behaviour: A baseline description of
a community health-promotion programme for the elderly. Scandinavian
Journal of Public Health, 34(6), 632-640.
Foley, L. S., Maddison, R., Jiang, Y., Olds, T., & Ridley, K. (2011). It's not just the
television: Survey analysis of sedentary behaviour in New Zealand young
people. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 8.
doi:10.1186/1479-5868-8-132
129
Gardiner, P. A., Healy, G. N., Eakin, E. G., Clark, B. K., Dunstan, D. W., Shaw, J. E., et
al. (2011). Associations between television viewing time and overall sitting time
with the metabolic syndrome in older men and women: The Australian Diabetes,
Obesity and Lifestyle study. Journal of the American Geriatrics Society, 59(5),
788-796.
Gennuso, K. P., Gangnon, R. E., Matthews, C. E., Thraen-Borowski, K. M., & Colbert,
L. H. (2013). Sedentary behavior, physical activity, and markers of health in
older adults. Medicine & Science in Sports & Exercise, 45(8), 1493-1500.
Gorely, T., Atkin, A. J., Biddle, S. J., & Marshall, S. J. (2009). Family circumstance,
sedentary behaviour and physical activity in adolescents living in England:
Project STIL. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical
Activity, 6. doi:10.1186/1479-5868-6-33
Hamar, P., Biddle, S., Soos, I., Takacs, B., & Huszar, A. (2010). The prevalence of
sedentary behaviours and physical activity in Hungarian youth. European
Journal of Public Health, 20(1), 85-90.
Hamer, M., Stamatakis, E., & Mishra, G. D. (2010). Television- and screen-based
activity and mental well-being in adults. American Journal of Preventive
Medicine, 38(4), 375-380.
130
Hamilton, M. T., Hamilton, D. G., & Zderic, T. W. (2004). Exercise physiology versus
inactivity physiology: An essential concept for understanding lipoprotein lipase
regulation. Exercise and Sport Sciences Reviews, 32(4), 161-166.
Hamilton, M. T., Hamilton, D. G., & Zderic, T. W. (2007). Role of low energy
expenditure and sitting in obesity, metabolic syndrome, type 2 diabetes, and
cardiovascular disease. Diabetes, 56, 2655-2667.
Hamilton, M. T., Healy, G. N., Dunstan, D. W., Zderic, T. W., & Owen, N. (2008). Too
little exercise and too much sitting: Inactivity physiology and the need for new
recommendations on sedentary behavior. Current Cardiovascular Risk Reports,
2(4), 292-298.
Hardy, L. L., Baur, L. A., Garnett, S. P., Crawford, D., Campbell, K. J., Shrewsbury, V.
A., et al. (2006). Family and home correlates of television viewing in 12-13 year
old adolescents: The Nepean Study. International Journal of Behavioral
Nutrition and Physical Activity, 3. doi:10.1186/1479-5868-3-24
Hardy, L. L., Denney-Wilson, E., Thrift, A. P., Okely, A. D., & Baur, L. A. (2010).
Screen time and metabolic risk factors among adolescents. Archives of
Pediatrics & Adolescents Medicine, 164(7), 643-649.
Hart, T. L., Ainsworth, B. E., & Tudor-Locke, C. (2011). Objective and subjective
measures of sedentary behavior and physical activity. Medicine & Science in
Sports & Exercise, 43(3), 449-456.
131
Harvey, J. A., Chastin, S. F., & Skelton, D. A. (2013). Prevalence of sedentary behavior
in older adults: A systematic review. International Journal of Environmental
Research and Public Health, 10(12), 6645-6661.
Haug, E., Rasmussen, M., Samdal, O., Iannotti, R., Kelly, C., Borraccino, A., et al.
(2009). Overweight in school-aged children and its relationship with
demographic and lifestyle factors: Results from the WHO-Collaborative Health
Behaviour in School-aged Children (HBSC) study. International Journal of
Public Health, 54, 167-179.
Healy, G. N., Clark, B. K., Winkler, E. A., Gardiner, P. A., Brown, W. J., & Matthews,
C. E. (2011). Measurement of adults' sedentary time in population-based studies.
American Journal of Preventive Medicine, 41(2), 216-227.
Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., Cerin, E., Shaw, J. E., Zimmet, P. Z., et al.
(2007). Objectively measured light-intensity physical activity is independently
associated with 2-h plasma glucose. Diabetes Care, 30(6), 1384-1389.
Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., Cerin, E., Shaw, J. E., Zimmet, P. Z., et al.
(2008). Breaks in sedentary time. Diabetes Care, 31(4), 661-666.
Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., Shaw, J. E., Zimmet, P. Z., & Owen, N.
(2008). Television time and continuous metabolic risk in physically active
adults. Medicine & Science in Sports & Exercise, 40(4), 639-645.
132
Healy, G. N., Matthews, C. E., Dunstan, D. W., Winkler, E. A., & Owen, N. (2011).
Sedentary time and cardio-metabolic biomarkers in US adults: NHANES 200306. European Heart Journal, 32(5), 590-597.
Healy, G. N., Wijndaele, K., Dunstan, D. W., Shaw, J. E., Salmon, J., Zimmet, P. Z., et
al. (2008). Objectively measured sedentary time, physical activity, and
metabolic risk: The Australian Diabetes, Obesity and Lifestyle Study (AusDiab).
Diabetes Care, 31(2), 369-371.
Iannotti, R. J., Kogan, M. D., Janssen, I., & Boyce, W. F. (2009). Patterns of adolescent
physical activity, screen-based media use, and positive and negative health
indicators in the U.S. and Canada. Journal of Adolescent Health, 44(5), 493-499.
Iannotti, R. J., & Wang, J. (2013). Trends in physical activity, sedentary behavior, diet,
and BMI among US adolescents, 2001-2009. Pediatrics, 132(4), 606-614.
Ishii, K., Shibata, A., & Oka, K. (2013). Sociodemographic and anthropometric factors
associated with screen-based sedentary behavior among Japanese adults: A
population-based cross-sectional study. Journal of Epidemiology, 23(5), 382388.
Karavidas, M., Lim, N. K., & Katsikas, S. L. (2005). The effects of computers on older
adult users. Computers in Human Behavior, 21(5), 697-711.
133
Katzmarzyk, P. T., Church, T. S., Craig, C. L., & Bouchard, C. (2009). Sitting time and
mortality from all causes, cardiovascular disease, and cancer. Medicine &
Science in Sports & Exercise, 41(5), 998-1005.
Kikuchi, H., Inoue, S., Sugiyama, T., Owen, N., Oka, K., & Shimomitsu, T. (2013).
Correlates of prolonged television viewing time in older Japanese men and
women. BMC Public Health, 13. doi:10.1186/1471-2458-13-213
Kozey-Keadle, S., Libertine, A., Lyden, K., Staudenmayer, J., & Freedson, P. S. (2011).
Validation of wearable monitors for assessing sedentary behavior. Medicine &
Science in Sports & Exercise ,43(8), 1561-1567.
Kwon, S., Burns, T. L., Levy, S. M., & Janz, K. F. (2013). Which contributes more to
childhood adiposity-high levels of sedentarism or low levels of moderatethrough-vigorous physical activity? The Iowa Bone Development Study. The
Journal of Pediatrics, 162(6), 1169-1174.
Lauderdale, D. S., Knutson, K. L., Yan, L. L., Rathouz, P. J., Hulley, S. B., Sidney, S.,
et al. (2006). Objectively measured sleep characteristics among early-middleaged adults: The CARDIA study. American Journal of Epidemiology, 164(1), 516.
Lechner, L., Mesters, I., & Bolman, C. (2010). Gezondheidspsychologie bij patiënten.
Assen: Van Gorcum.
134
Loprinzi, P. D., & Cardinal, B. J. (2011). Measuring children's physical activity and
sedentary behaviors. Journal of Exercise Science & Fitness, 9(1), 15-23.
Loucaides, C. A., Chedzoy, S. M., & Bennett, N. (2004). Differences in physical
activity levels between urban and rural school children in Cyprus. Health
Education Research., 19(2), 138-147.
Lowry, R., Lee, S. M., Fulton, J. E., Demissie, Z., & Kann, L. (2013). Obesity and other
correlates of physical activity and sedentary behaviors among US high school
students. Journal of Obesity, 2013. doi:10.1155/2013/276318
Machado-Rodrigues, A. M., Coelho-E-Silva MJ, Mota, J., Padez, C., Martins, R. A.,
Cumming, S. P., et al. (2014). Urban-rural contrasts in fitness, physical activity,
and sedentary behaviour in adolescents. Health Promotion International, 29(1),
118-129.
Malete, L., Motlhoiwa, K., Shaibu, S., Wrotniak, B. H., Maruapula, S. D., Jackson, J., et
al. (2013). Body image dissatisfaction is increased in male and overweight/obese
adolescents in Botswana. Journal of Obesity, 2013. doi:10.1155/2013/763624
Mares, M. L., & Woodard, E. H. (2006). In search of the older audience: Adult age
differences in television viewing. Journal of Broadcasting & Electronic Media,
50, 595-614.
Mark, A. E., & Janssen, I. (2008). Relationship between screen time and metabolic
syndrome in adolescents. Journal of Public Health, 30(2), 153-160.
135
Martinez-Gomez, D., Eisenmann, J. C., Healy, G. N., Gomez-Martinez, S., Diaz, L. E.,
Dunstan, D. W., et al. (2012). Sedentary behaviors and emerging
cardiometabolic biomarkers in adolescents. The Journal of Pediatrics, 160(1),
104-110.
Martinez-Gomez, D., Veiga, O. L., Zapatera, B., Cabanas-Sanchez, V., GomezMartinez, S., Martinez-Hernandez, D., et al. (2012). Patterns of sedentary
behavior and compliance with public health recommendations in Spanish
adolescents: The AFINOS study. Cadernos de saude publica, 28(12), 22372244.
Matthews, C. E., Chen, K. Y., Freedson, P. S., Buchowski, M. S., Beech, B. M., Pate,
R. R., et al. (2008). Amount of time spent in sedentary behaviors in the United
States, 2003-2004. American Journal of Epidemiology, 167(7), 875-881.
Melkevik, O., Torsheim, T., Iannotti, R. J., & Wold, B. (2010). Is spending time in
screen-based sedentary behaviors associated with less physical activity: A cross
national investigation. International Journal of Behavioral Nutrition and
Physical Activity, 7, 46.
Mielke, G. I., da Silva, I. C., Owen, N., & Hallal, P. C. (2014). Brazilian adults'
sedentary behaviors by life domain: Population-based study. PLoS One, 9(3).
doi:10.1371/journal.pone.0091614
136
Monk, T. H., Thompson, W. K., Buysse, D. J., Hall, M., Nofzinger, E. A., & Reynolds,
C. F. (2006). Sleep in healthy seniors: A diary study of the relation between
bedtime and the amount of sleep obtained. Journal of Sleep Research, 15(3),
256-260.
Muthuri, S. K., Wachira, L. J., LeBlanc, A. G., Francis, C. E., Sampson, M., Onywera,
V. O., et al. (2014). Temporal trends and correlates of physical activity,
sedentary behaviour, and physical fitness among school-aged children in SubSaharan Africa: A systematic review. International Journal of Environmental
Research and Public Health, 11, 3327-3359.
Norman, G. J., Schmid, B. A., Sallis, J. F., Calfas, K. J., & Patrick, K. (2005).
Psychosocial and environmental correlates of adolescent sedentary behaviors.
Pediatrics, 116(4), 908-916.
Owen, N., Healy, G. N., Matthews, C. E., & Dunstan, D. W. (2010). Too much sitting:
The population health science of sedentary behavior. Exercise and Sport
Sciences Reviews, 38(3), 105-113.
Owen, N., Sugiyama, T., Eakin, E. E., Gardiner, P. A., Tremblay, M. S., & Sallis, J. F.
(2011). Adults' sedentary behavior determinants and interventions. American
Journal of Preventive Medicine, 41(2), 189-196.
PAL
technologies
Ltd
(2011).
Retrieved
April
27,
2014,
from
http://www.paltech.plus.com/products.htm
137
Pate, R. R., Mitchell, J. A., Byun, W., & Dowda, M. (2011). Sedentary behaviour in
youth. British Journal of Sports Medicine, 45(11), 906-913.
Pate, R. R., O'Neill, J. R., & Lobelo, F. (2008). The evolving definition of "sedentary".
Exercise and Sport Sciences Reviews, 36(4), 173-178.
Prince, S. A., Adamo, K. B., Hamel, M. E., Hardt, J., Connor, G. S., & Tremblay, M.
(2008). A comparison of direct versus self-report measures for assessing
physical activity in adults: A systematic review. International Journal of
Behavioral Nutrition and Physical Activity, 5. doi:10.1186/1479-5868-5-56
Proper, K. I., Cerin, E., Brown, W. J., & Owen, N. (2007). Sitting time and socioeconomic differences in overweight and obesity. International Journal of
Obesity, 31(1), 169-176.
Proper, K. I., Picavet, H. S., Bemelmans, W. J., Verschuren, W. M., & Wendel-Vos, G.
C. (2012). Sitting behaviors and mental health among workers and nonworkers:
The role of weight status. Journal of Obesity, 2012. doi:10.1155/2012/607908.
Proper, K. I., Singh, A. S., van, M. W., & Chinapaw, M. J. (2011). Sedentary behaviors
and health outcomes among adults: A systematic review of prospective studies.
American Journal of Preventive Medicine, 40(2), 174-182.
Reilly, J. J., Penpraze, V., Hislop, J., Davies, G., Grant, S., & Paton, J. Y. (2008).
Objective measurement of physical activity and sedentary behaviour: Review
with new data. Archives of Disease in Childhood, 93(7), 614-619.
138
Rhodes, R. E., Mark, R. S., & Temmel, C. P. (2012). Adult sedentary behavior: A
systematic review. American Journal of Preventive Medicine, 42(3), 3-28.
Salmon, J., Tremblay, M. S., Marshall, S. J., & Hume, C. (2011). Health risks,
correlates, and interventions to reduce sedentary behavior in young people.
American Journal of Preventive Medicine, 41(2), 197-206.
Sedentary Behaviour Research Network (2012). Letter to the editor: Standardized use of
the terms "sedentary" and "sedentary behaviours". Applied Physiology,
Nutrition, and Metabolism, 37(3), 540-542.
Shields, M., & Tremblay, M. S. (2008). Screen time among Canadian adults: A profile.
Health Reports, 19(2), 31-43.
Sloan, R. A., Sawada, S. S., Girdano, D., Liu, Y. T., Biddle, S. J., & Blair, S. N. (2013).
Associations of sedentary behavior and physical activity with psychological
distress: A cross-sectional study from Singapore. BMC Public Health, 13.
doi:10.1186/1471-2458-13-885
Sublette, V. A., & Mullan, B. (2012). Consequences of play: A systematic review of the
effects of online gaming. International Journal of Mental Health and Addiction,
10, 3-23.
Sugiyama, T., Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., & Owen, N. (2008). Is
television viewing time a marker of a broader pattern of sedentary behavior?
Annals of Behavioral Medicine, 35(2), 245-250.
139
Sullivan, R., Kinra, S., Ekelund, U., Bharathi, A. V., Vaz, M., Kurpad, A., et al. (2011).
Socio-demographic patterning of physical activity across migrant groups in
India: Results from the Indian Migration Study. PLoS One., 6(10).
doi:10.1371/journal.pone.0024898
Swartz, A. M., Squires, L., & Strath, S. J. (2011). Energy expenditure of interruptions to
sedentary behavior. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical
Activity, 8. doi:10.1186/1479-5868-8-69
Swinburn, B., & Shelly, A. (2008). Effects of TV time and other sedentary pursuits.
International Journal of Obesity, 32, 132-136.
Teychenne, M., Ball, K., & Salmon, J. (2012). Correlates of socio-economic inequalities
in women's television viewing: A study of intrapersonal, social and
environmental mediators. International Journal of Behavioral Nutrition and
Physical Activity, 9. doi:10.1186/1479-5868-9-3
Thorp, A. A., Owen, N., Neuhaus, M., & Dunstan, D. W. (2011). Sedentary behaviors
and subsequent health outcomes in adults a systematic review of longitudinal
studies, 1996-2011. American Journal of Preventive Medicine, 41(2), 207-215.
Tremblay, M. S., Colley, R. C., Saunders, T. J., Healy, G. N., & Owen, N. (2010).
Physiological and health implications of a sedentary lifestyle. Applied
Physiology, Nutrition, and Metabolism, 35(6), 725-740.
140
Tremblay, M. S., LeBlanc, A. G., Kho, M. E., Saunders, T. J., Larouche, R., Colley, R.
C., et al. (2011). Systematic review of sedentary behaviour and health indicators
in school-aged children and youth. International Journal of Behavioral Nutrition
and Physical Activity, 8. doi:10.1186/1479-5868-8-98
Troiano, R. P., Berrigan, D., Dodd, K. W., Masse, L. C., Tilert, T., & McDowell, M.
(2008). Physical activity in the United States measured by accelerometer.
Medicine and Science in Sports and Exercise, 40(1), 181-188.
van der Aa, N., Bartels, M., te Velde, S. J., Boomsma, D. I., de Geus, E. J., & Brug, J.
(2012). Genetic and environmental influences on individual differences in
sedentary behavior during adolescence: A twin-family study. Arcives of
Pediatrics & Adolescent Medicine, 166(6), 509-514.
van der Ploeg, H. P., Chey, T., Korda, R. J., Banks, E., & Bauman, A. (2012). Sitting
time and all-cause mortality risk in 222 497 Australian adults. Archives of
Internal Medicine, 172(6), 494-500.
Van Dyck, D., Cardon, G., Deforche, B., Owen, N., De, C. K., Wijndaele, K., et al.
(2011). Socio-demographic, psychosocial and home-environmental attributes
associated with adults' domestic screen time. BMC Public Health, 11.
doi:10.1186/1471-2458-11-668
141
Van Dyck, D., Cardon, G., Deforche, B., Owen, N., Sallis, J. F., & De Bourdeaudhuij, I.
(2010). Neighborhood walkability and sedentary time in Belgian adults.
American Journal of Preventive Medicine, 39(1), 25-32.
Van Dyck, D., Cerin, E., Conway, T. L., De Bourdeaudhuij, I., Owen, N., Kerr, J., et al.
(2012). Associations between perceived neighborhood environmental attributes
and adults' sedentary behavior: Findings from the U.S.A., Australia and
Belgium. Social Science & Medicine, 74(9), 1375-1384.
Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid (2013). Gezondheidsdoelstelling voeding en
beweging.
Retrieved
January
29,
from
http://www.zorg-en-
gezondheid.be/Beleid/Gezondheidsdoelstellingen/Gezondheidsdoelstellingvoeding-en-beweging/#sub2
Vlaamse consensustekst in verband met evenwichtige voeding en beweging, ten behoeve
van zorgverstrekkers (2012). Brussel: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid
en Gezin.
Wallmann-Sperlich, B., Bucksch, J., Hansen, S., Schantz, P., & Froboese, I. (2013).
Sitting time in Germany: An analysis of socio-demographic and environmental
correlates. BMC Public Health, 13. doi:10.1186/1471-2458-13-196
Ward, D. S., Evenson, K. R., Vaughn, A., Rodgers, A. B., & Troiano, R. P. (2005).
Accelerometer use in physical activity: Best practices and research
recommendations. Medicine and Science in Sports and Exercise, 37, 582-588.
142
Wijndaele, K., Brage, S., Besson, H., Khaw, K. T., Sharp, S. J., Luben, R., et al. (2011).
Television viewing time independently predicts all-cause and cardiovascular
mortality: The EPIC Norfolk study. International Journal of Epidemiology,
40(1), 150-159.
Wijndaele, K., De, B., I, Godino, J. G., Lynch, B. M., Griffin, S. J., Westgate, K., et al.
(2014). Reliability and validity of a domain-specific last-7-day sedentary time
questionnaire.
Medicine
and
Science
in
Sports
and
Exercise.
doi:10.1249/MSS.0000000000000214
Wijndaele, K., Duvigneaud, N., Matton, L., Duquet, W., Delecluse, C., Thomis, M., et
al. (2009). Sedentary behaviour, physical activity and a continuous metabolic
syndrome risk score in adults. European Journal of Clinical Nutrition, 63(3),
421-429.
Wijndaele, K., Healy, G. N., Dunstan, D. W., Barnett, A. G., Salmon, J., Shaw, J. E., et
al. (2010). Increased cardiometabolic risk is associated with increased TV
viewing time. Medicine and Science in Sports and Exercise, 42(8), 1511-1518.
Withall, J., Stathi, A., Davis, M., Coulson, J., Thompson, J. L., & Fox, K. R. (2014).
Objective indicators of physical activity and sedentary time and associations
with subjective well-being in adults aged 70 and over. International Journal of
Environmental Research and Public Health, 11(1), 643-656.
143
Zboralski, K., Orzechowska, A., Talarowska, M., Darmosz, A., Janiak, A., Janiak, M.,
et al. (2009). The prevalence of computer and internet addiction among pupils.
Postepy Hig.Med.Dosw., 63, 8-12.
Zderic, T. W., & Hamilton, M. T. (2006). Physical inactivity amplifies the sensitivity of
skeletal muscle to the lipid-induced downregulation of lipoprotein lipase
activity. Journal of Applied Physiology, 100(1), 249-257.
144
7 BIJLAGEN
145
BIJLAGE 1: INFORMATIEBRIEF
146
Geachte inwoner van Sint-Niklaas,
De Universiteit Gent heeft recent een project opgestart omtrent het zittend
gedrag van Vlaamse 65-plussers. Dit project, gecoördineerd door een
doctoraatstudent, zal worden uitgevoerd bij de bevolking van Sint-Niklaas.
U bent één van de geselecteerde personen om deel te nemen aan onze
studie. Indien u bereid bent deel te nemen, zullen we u vragen om een
vragenlijst te beantwoorden. Een jaar later zal deze vragenlijst opnieuw
worden afgenomen om zo de evolutie in kaart te kunnen brengen. De
antwoorden op deze vragenlijst zullen strikt anoniem worden verwerkt en zal
ons waardevolle informatie opleveren.
Het afnemen van de vragenlijst zal worden uitgevoerd door Cedric Busschaert,
die bijgestaan zal worden door enkele onderzoekers. Alle onderzoekers
werken voor de universiteit Gent. In de loop van de komende 4 weken zal
volgende onderzoeker bij u thuis langskomen of telefonisch contact opnemen
om meer uitleg te geven over de studie: NAAM ONDERZOEKER. Indien
Mevr./Dhr. X geen telefonisch contact opneemt, zal zij u bezoeken tussen
8u30 en 18 uur en zal zich identificeren aan de hand van een
personeelskaart. Als u niet thuis bent wanneer we langskomen, is dat geen
probleem. Dan zullen we op een ander moment langskomen. Indien u liever
op voorhand een afspraak maakt, kan u contact opnemen met Cedric
Busschaert via telefoon of e-mail. Indien u op dit moment of tijdens het verdere
verloop van het project nog bijkomende vragen heeft, aarzel dan zeker niet om
Cedric Busschaert te contacteren (gegevens vindt u onderaan deze brief).
U kan zich ook vrijblijvend kandidaat stellen voor het dragen van twee kleine
bewegingsmeters, zodat uw activiteitsgraad in kaart kan worden gebracht.
Indien u graag de resultaten van de bewegingsmeters ontvangt, sturen de
onderzoekers u deze later graag door.
Er worden geen kosten of vergoedingen voorzien voor, tijdens of na de studie.
Na afloop van de studie zullen er wel 100 cadeaubonnen ter waarde van 15
euro van het Waasland shopping center verloot worden onder de deelnemers.
Wij danken u reeds op voorhand voor uw tijd en medewerking aan dit project!
Drs. Cedric Busschaert
Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen
Watersportlaan 2, 9000 GENT
Tel.: 09 264 62 99
email: [email protected]
Prof. Ilse De Bourdeaudhuij
Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen
Watersportlaan 2, 9000 GENT
Tel.: 09 264 63 11
email: [email protected]
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST ADOLESCENTEN
148
5147
Vragenlijst secundair onderwijs
Het is belangrijk elke vraag goed te lezen en te noteren hoe jij je persoonlijk voelt bij elke stelling. Verder dient deze
vragenlijst zo correct mogelijk ingevuld te worden (er zijn geen foute antwoorden). De antwoorden worden vertrouwelijk
verwerkt! Je deelname aan deze studie is vrijwillig. Als je deze vragenlijst niet wilt invullen, mag je ons dit zeggen.
Tijdens het invullen van de vragenlijst moet je rekening houden met volgende zaken:
- Gelieve slechts 1 antwoord aan te duiden (indien meerdere antwoorden mogelijk zijn, zal dit bij de vraag vermeld
staan).
- Indien er een antwoord voluit geschreven moet worden, gelieve dit in drukletters te doen. Bij andere vragen moet je
een kruis ("X") in het vakje bij het juiste antwoord plaatsen. Indien je een antwoord wil veranderen, laat de "X" staan bij
het foute antwoord en maak het vakje met het juiste antwoord volledig zwart.
- Onder gezinsleden verstaan we: ouders, broers of zussen, opvoeder,...
We willen je alvast bedanken voor het invullen van deze vragenlijst!
1
A) ALGEMENE INFORMATIE
5147
Enkele algemene vragen...
ANONIEME VERWERKING!!
- Naam (achternaam & voornaam):
- Klas (voorbeeld klas 5A):
- Geboortedatum (dag/maand/jaar):
- Datum van vandaag (dag/maand/jaar):
/
/
/
/
A1) Geslacht?
Jongen
Meisje
A2) Waar woon je?
Bij je beide ouders
De helft van de tijd bij je moeder, de andere helft bij je vader
Alleen bij je moeder (maar niet bij je vader)
Alleen bij je vader (maar niet bij je moeder)
Bij je moeder en haar nieuwe partner
Bij je vader en zijn nieuwe partner
Bij je grootouders of een ander familielid
In een instelling/op internaat
Andere, verduidelijk:
A3) Hoeveel broers/zussen heb je?
broer(s) en/of
zus(sen)
A4) In welke omgeving woon je?
Op het platteland
In een dorp/gemeente
Aan de rand van de stad
In een stad
A5) Ben je het afgelopen jaar verhuisd naar een ander adres?
Ja
Neen
2
5147
Hoe bekijk je de nabije omgeving van jouw woonplaats (binnen straal van 1 km of op 10-15 minuten wandelen)?
Eerder niet
akkoord
Helemaal niet
akkoord
Helemaal
akkoord
Eerder
akkoord
Neutraal
A6) De meeste woningen in mijn buurt zijn
alleenstaande woningen (open bebouwing).
A7) Er zijn veel winkels op wandelafstand van
mijn huis.
A8) Er is een halte van het openbaar vervoer
(bus en/of tram) op wandelafstand van mijn huis.
A9) Er is een park op wandelafstand van mijn
huis.
A10) Wandelen is gevaarlijk omwille van het
verkeer in mijn buurt.
A11) Wandelen in mijn buurt is gevaarlijk
omwille van de hoge kans op misdaad.
A12) In mijn buurt staan er bomen langs de
straten.
A13) Ik vind mijn buurt een goede plaats om in
te leven.
A14) De omgeving nodigt uit om te bewegen
(geen heuvels, goed onderhouden voetpad,...).
Hoeveel van onderstaande niet draagbare toestellen zijn aanwezig bij jouw thuis EN maak je ZELF ook gebruik van?
Geen
1
2
3
4
5
Meer dan 5
4
5
Meer dan 5
A15) Televisies
A16) Videospelers/Dvd-spelers
A17) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
A18) Vaste computer
A19) Spelconsoles op tv (Xbox, Playstation,...)
Hoeveel van deze niet draagbare toestellen bevinden zich in jouw slaapkamer?
1
Geen
2
3
A20) Televisies
A21) Videospelers/Dvd-spelers
A22) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
A23) Vaste computer
A24) Spelconsoles op tv (Xbox, Playstation,...)
Gelieve het aantal draagbare toestellen te noteren die aanwezig zijn bij jouw thuis EN waarvan je ZELF ook gebruik maakt.
Geen
1
A25) Laptop
A26) GSM (geen smartphone)
A27) Smartphone
A28) Muziekspelers (zoals iPod, MP3,...)
A29)Tablet (iPad, Samsung Galaxy Tab,...)
A30) Spelconsoles (PSP, Game Boy,...)
3
2
3
4
5
Meer dan 5
5147
ZITTEN EN LICHT INTENSE ACTIVITEITEN
Het is belangrijk dat je elke periode van zitten of liggen slechts 1 keer in rekening brengt. Indien je bijvoorbeeld 1 uur in
de zetel zat om televisie te kijken, maar terwijl ook op de laptop bezig was, reken deze tijd dan als 1 uur televisie kijken
indien dit jouw voornaamste bezigheid was. Reken deze tijd dan niet opnieuw als 1 uur computergebruik.
B) TELEVISIE (tv) KIJKEN IN DE VRIJE TIJD
TV kijken (zittend/liggend) = programma's, video's, DVD's en films afgespeeld op TV/computer !
Het spelen van spelletjes (gamen) op tv (Playstation, Xbox,...) telt hier NIET mee.
Indien je geen tv kijkt in jouw vrije tijd --> ga naar pagina 8: "S)
GAMING (=spelletjes spelen) in de vrije tijd"
B1) Hoe lang zat/lag je gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het kijken naar tv in de
vrije tijd? Tv-kijken tijdens het eten valt ook hieronder. Beantwoord deze vragen afzonderlijk voor weekdag
en weekenddag.
tv-kijken
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
4
5147
Gelieve aan te duiden in welke mate je akkoord gaat met elk van onderstaande stellingen.
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
B2) Ik vind tv-kijken leuk.
B3) Tv-kijken verhindert me om andere
belangrijkere dingen te doen.
B4) Ik kijk graag verschillende uren aan
een stuk tv.
B5) Tv-kijken is mijn manier om te
ontspannen.
B6) Mijn gezinsleden vinden dat ik te
veel tv kijk.
B7) Ik vind van mezelf dat ik te veel tv
kijk.
B8) Ik zou het zien zitten om de tijd die
ik tv kijk te verminderen.
B9) Ik zou het zien zitten om tijdens het
weekend overdag (tot 17 uur) geen tv te
kijken.
B10) Ik zou het zien zitten om de tv niet
aan te zetten tijdens het eten.
B11) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder tv te kijken.
B12) Mijn vrienden moedigen me aan
om minder tv te kijken.
B13) Ik denk dat jongeren van mijn leeftijd beter niet meer dan...
30 minuten tv kijken per dag
1 uur tv kijken per dag
2 uur tv kijken per dag
3 uur tv kijken per dag
4 uur tv kijken per dag
5 uur tv kijken per dag
5
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
5147
B14) Waar staat het tv-toestel waar je het meest naar kijkt?
In de keuken
In de woonkamer
In een aparte kamer
In de slaapkamer
In een andere kamer (noteer)
B15) Hoeveel tijd kijken jouw gezinsleden gemiddeld naar tv in de vrije tijd?
BROERS en/of ZUSSEN
OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Kijken geen tv
3 tot 4 uur/dag
Kijken geen tv
3 tot 4 uur/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
B16) Hoe vaak kijk je SAMEN met jouw gezinsleden naar tv in de vrije tijd?
A) OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
B) BROERS en/of ZUSSEN
Niet van toepassing
Duid voor elke stelling aan in welke mate je het zou zien zitten om onderstaande zaken uit te voeren.
OPMERKING: Indien je bepaalde zaken al doet --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".
In welke mate zou je het zien zitten
om...
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
B17) taken rechtstaand uit te voeren terwijl je
tv aan het kijken bent (licht fysiek actieve
rechtsaande activiteiten).
B18) een uur tv-kijken te vervangen door
licht fysiek actieve rechtstaande activiteiten.
B19) tijdens de reclame op tv kort recht te
staan.
B20) recht te staan om van zender te
veranderen.
6
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
5147
B21) Hebben je ouders/opvoeders regels over hoeveel uur per dag je tv mag kijken?
Ja
Neen
Hoe beoordeel je volgende beweringen omtrent de voorzieningen bij jou thuis?
("niet van toepassing"= geen tv of geen zetels)
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
B22) De afstandsbediening van de tv ligt steeds
binnen handbereik wanneer ik deze nodig heb.
B23) De zetels bij ons thuis zijn comfortabel om
gedurende een lange tijd in te zitten.
7
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
5147
S) GAMING (=spelletjes spelen) in de vrije tijd
Onder gaming verstaan we volgende zaken:
1) zittend spelen van spelconsoles op televisie (Playstation, Xbox, Nintendo,...)
2) zittend spelen van spelletjes op de computer/tablet
3) zittend spelen van spelletjes op GSM/smartphone
==> Het rechtstaand spelen van spelletjes zoals Wii games (Wii Fit,...)/... , telt hier NIET mee!
Indien je nooit één van bovenstaande zaken doet, dan mag je verder naar pagina 10:
"C) Computergebruik in de vrije tijd".
S1) Hoe lang zat/lag je gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij gaming in de vrije tijd?
Beantwoord deze vraag afzonderlijk voor weekdag en weekenddag.
Weekenddag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Gelieve aan te duiden in welke mate je akkoord gaat met elk van onderstaande stellingen (zittend
gamen).
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
S2) Ik vind het leuk om te gamen.
S3) Ik vind het leuk om vele uren te
gamen
S4) Het spelen van games verhindert
me belangrijkere zaken te doen.
S5) Gamen is mijn manier om te
ontspannen.
S6) Mijn ouders zouden blij zijn als ik
minder tijd spendeer aan gaming.
S7) Mijn gezinsleden vinden dat ik te
veel tijd spendeer aan gaming.
S8) Ik vind van mezelf dat ik te veel tijd
spendeer aan gaming.
S9) Ik zou het zien zitten om de tijd die
ik spendeer aan gaming te verminderen.
S10) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder te gamen.
S11) Mijn vrienden moedigen me aan
om minder te gamen.
8
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
5147
S12) Hoeveel tijd spenderen jouw gezinsleden gemiddeld al ZITTEND aan gaming in de vrije tijd?
OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
BROERS en/of ZUSSEN
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Gamen niet
3 tot 4 uur/dag
Gamen niet
3 tot 4 uur/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
S13) Hoe vaak ben je ZITTEND aan het gamen SAMEN met onderstaande personen in de vrije tijd?
A) OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
B) BROERS en/of ZUSSEN
Niet van toepassing
C) VRIENDEN
Niet van toepassing
Duid voor elke stelling aan in welke mate je het zou zien zitten om onderstaande zaken uit te voeren.
OPMERKING: indien je bepaalde zaken al doet --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".
In welke mate zou je het zien zitten Ik zie dit
helemaal niet
om...
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
S14) rechtstaand te gamen.
S15) een uur gamen te vervangen door licht
fysiek actieve rechtstaande activiteiten.
S16) na 30 minuten zittend gamen
gedurende enkele minuten rechtstaan.
S17) Hebben jouw ouders/opvoeders regels over hoeveel uur per dag je mag gamen?
Ja
Neen
9
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
C) COMPUTERGEBRUIK IN DE VRIJE TIJD
5147
De tijd die je op school of thuis voor school aan de computer doorbrengt, telt hier NIET mee. Met computergebruik
(zittend/liggend) bedoelen we: E-mailen, websites bezoeken, chatten en sociale netwerksites (facebook,...) bezoeken,...
Belangrijk is dat je hier ook rekening houdt met het gebruik van tablets (handcomputer zoals iPad). Ook internetgebruik
op een smartphone valt hieronder.
!! Opmerking: Het spelen van spelletjes op de computer telt bij ALLE onderstaande vragen NIET mee!!
Indien je bovenstaande zaken (computer, tablet en smartphone) niet gebruikt --> ga naar pagina
13: "D) Gemotoriseerd transport"
C1) Hoe lang zat/lag je gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het gebruik van de computer in
de vrije tijd? Beantwoord deze vraag afzonderlijk voor weekdag en weekenddag.
Weekenddag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
C2) Hoeveel tijd gebruiken jouw gezinsleden gemiddeld al zittend/liggend een computer in de vrije tijd?
BROERS en/of ZUSSEN
OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Gebruiken geen computer
3 tot 4 uur/dag
Gebruiken geen computer
3 tot 4 uur/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
10
5147
C3) Hoe vaak gebruik je een computer en dit op hetzelfde moment wanneer een ander gezinslid in dezelfde
ruimte een andere computer gebruikt in de vrije tijd?
A) OUDERS/OPVOEDERS
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
B) BROERS en/of ZUSSEN
Niet van toepassing
Duid voor elke stelling aan in welke mate je het zou zien zitten om onderstaande zaken uit te voeren.
OPMERKING: indien je bepaalde zaken al doet --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".
In welke mate zou je het zien zitten Ik zie dit
helemaal niet
om...
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
C4) rechtstaand de computer te gebruiken.
C5) een uur computergebruik te vervangen
door licht fysiek actieve rechtstaande
activiteiten.
C6) na 30 minuten de computer te hebben
gebruikt gedurende enkele minuten recht te
staan.
C7) Hebben jouw ouders/opvoeders regels over hoeveel uur per dag je de computer mag gebruiken?
Ja
Neen
11
5147
Gelieve aan te duiden in welke mate je akkoord gaat met elk van de volgende stellingen over computergebruik in
de vrije tijd.
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
C8) Ik vind het leuk om in de vrije tijd de
computer te gebruiken.
C9) De computer gebruiken verhindert
me belangrijkere zaken te doen.
C10) Ik vind het plezant gedurende een
lange tijd de computer te gebruiken.
C11) De computer gebruiken is mijn
manier om te ontspannen.
C12) Mijn gezinsleden vinden dat ik te
veel de computer gebruik.
C13) Ik vind van mezelf dat ik te veel de
computer gebruik in mijn vrije tijd.
C14) Ik zou het zien zitten om de
computer gedurende enkele dagen in de
week niet te gebruiken in de vrije tijd.
C15) Ik zou het zien zitten om de tijd die
ik spendeer aan computergebruik te
verminderen in de vrije tijd.
C16) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder de computer te gebruiken in
de vrije tijd.
C17) Mijn vrienden moedigen me aan
om minder de computer te gebruiken in
de vrije tijd.
12
Neutraal
Eerder akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
D) GEMOTORISEERD TRANSPORT
5147
1) Onder gemotoriseerd transport verstaan we: auto, brommer, moto, trein, tram of bus.
2) Indien je nooit één van bovenstaande vervoersmiddelen gebruikt (als passagier of als
bestuurder) dan mag je verder naar pagina 17: " E) School".
VERPLAATSINGEN: VAN & NAAR SCHOOL
D1) Hoe lang ZAT je gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij gemotoriseerde verplaatsingen van en
naar school. Denk aan het gebruik van een auto, bus, trein, tram, moto of brommer; reken fietsen niet mee.
Niet
2 tot 2.5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
2.5 tot 3 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
3 tot 4 uren/dag
30 tot 45 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
45 tot 60 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
60 tot 90 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
90 tot 120 minuten/dag
Meer dan 7 uren per dag
VERPLAATSINGEN: IN DE VRIJE TIJD
D2) Hoe lang ZAT je gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij gemotoriseerde verplaatsingen BUITEN
UW SCHOOLVERPLAATSINGEN. Hou hier dus rekening met jouw transport in de vrije tijd (bv. naar winkel,
vrienden opzoeken,...). Denk aan het gebruik van een auto, bus, trein, tram, moto of brommer; reken opnieuw
fietsen niet mee. Doe dit apart voor weekdag en weekenddag.
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
13
5147
D3) Gelieve aan te geven hoeveel tijd je gemiddeld per dag spendeerde aan wandelen buitenshuis op een rustig
tempo (bv: slenteren = rustig stappen, wandelen op "gemak", niet gehaast) als deel van jouw transport (bv.
iemand bezoeken, naar bus wandelen, naar winkel wandelen,...) tijdens de laatste 7 dagen. Let op: het wandelen
moet dus een doel hebben (wandelen als ontspanning telt hier niet mee).
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
Om onderstaande vragen te beantwoorden dien je rekening te houden met jouw transport in de vrije tijd
(naar winkel,...) EN jouw transport naar school.
Gelieve aan te duiden in welke mate je akkoord gaat met elk van onderstaande stellingen.
Helemaal niet Eerder niet
akkoord
akkoord
D4) Ik vind het leuk om me met een
gemotoriseerd voertuig te verplaatsen.
D5) Ik vind het leuk om als passagier tijdens
gemotoriseerd transport aan bepaalde zaken te
werken of uit te rusten (bv. schoolwerk,
telefoneren,...).
D6) Ik voel me lui als ik op mijn bestemming
aankom na mijn gemotoriseerd transport.
D7) Ik vind van mezelf dat ik te veel gebruik
maak van gemotoriseerd transport.
D8) Ik zou het zien zitten om spontaan een
halte vroeger uit te stappen uit tram/bus en het
resterende eind te wandelen.
D9) Ik zou het zien zitten om spontaan de fiets
te nemen of te wandelen ook al kan ik gebruik
maken van tram/bus of meerijden met auto.
D10) Mijn gezinsleden moedigen me aan om
me op een (meer) actieve manier (fietsen,
wandelen) te verplaatsen.
D11) Mijn vrienden moedigen me aan om me
op een (meer) actieve manier (fietsen,
wandelen) te verplaatsen.
D12) Mijn gezinsleden vinden dat ik te veel
gebruik maak van gemotoriseerd transport.
14
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
5147
D13) Wat zijn voor jou de voornaamste redenen om niet te wandelen of niet te fietsen? (meerdere antwoorden zijn
mogelijk)
De omgeving is niet veilig om te wandelen of te fietsen
Actief transport (wandelen of fietsen) is niet aantrekkelijk (geen groene omgeving in de buurt, saai,...)
Actief transport is vermoeiend (zweten, bagage dragen,...)
De voorzieningen voor openbaar vervoer zijn goed uitgerust (bushaltes dicht bij de deur,...)
Tijdsdruk
Te grote afstand
Weersomstandigheden
Het combineren van verschillende taken (naar bakker, iemand bezoeken,....)
Financiële redenen (goedkoper tarief studenten,...)
Andere (noteer)
Ik verplaats me altijd actief (wandelen en/of fietsen)
D14) Hoe verplaatsen jouw gezinsleden zich meestal...
a) naar het werk of school?
Niet van toepassing
Gemotoriseerd transport
Actief transport (wandelen/fietsen)
Niet van toepassing
Gemotoriseerd transport
Actief transport (wandelen/fietsen)
Ouders/opvoeders
Broers/zussen
b) in de vrije tijd?
Ouders/opvoeders
Broers/zussen
Duid voor elke stelling aan of je het zou zien zitten om onderstaande zaken uit te voeren.
OPMERKING: Indien je bepaalde zaken al doet --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".
In welke mate zou je het zien zitten
om:
Ik zie dit helemaal
niet zitten
D15) spontaan recht te staan op de
bus, trein of tram in plaats van neer te
zitten.
D16) na 30 minuten zitten in bus, trein
of tram even kort te gaan rechtstaan.
15
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit eerder Ik zie dit zeker
wel zitten
zitten
5147
D17) Hoe vaak verplaats je je SAMEN met jouw gezinsleden met gemotoriseerd transport? Doe dit apart voor
transport van/naar het werk of school en transport in de vrije tijd (afzonderlijk voor weekdag en weekenddag).
Van/naar het werk of school
Ouders/opvoeders
Broers/zussen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Nooit
Nooit
Zelden
Zelden
Soms
Soms
Vaak
Heel vaak
Vaak
Heel vaak
Vrije tijd
Ouders/opvoeders
Weekenddag
Weekdag
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Weekdag
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Vaak
Soms
Vaak
Heel vaak
Heel vaak
Soms
Broers/zussen
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Je bent al voorbij de helft van de vragen
16
Weekenddag
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
E) SCHOOL
5147
E1) Hoeveel tijd bracht je gemiddeld per dag al zittend door tijdens de lesuren op school tijdens de
laatste 7 dagen? De tijd die je thuis doorbrengt in functie van school telt hier NIET mee.
Niet
3 tot 4 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
1 tot 2 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
E2) Hoeveel uur lichamelijke opvoeding of sport krijg je tijdens de week op school (= echte lesuren,
GEEN naschoolse activiteiten)? (reken hier ook de zwemlessen bij)
uur/uren
minuten per week
E3) Wat doe je meestal tijdens de speeltijd? (1 antwoord)
Zitten
Staan
Wandelen
Sporten/spelen
Er is geen speeltijd
E4) Wat doe je meestal tijdens de middagpauze? (1 antwoord)
Zitten
Staan
Wandelen
Sporten/spelen
Er is geen middagpauze
17
F) ANDERE ZITTENDE/LIGGENDE ACTIVITEITEN
5147
Hoe lang zat/lag je gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen voor de volgende zittende/liggende activiteiten?
OPMERKING: A) MAALTIJDEN --> eten voor tv moet men hier niet meetellen & B) SCHOOLWERK --> huiswerk
maken-studeren-werken op de computer voor school,... & C) zittend LEZEN--> enkel het lezen van papieren versies
Niet
F1) Zittend
lezen - niet
voor school!
(boek,
tijdschrift,...)
F2) Zitten bij
hobby's
1 tot 15 15 tot 30 tot 60 1 tot 2 2 tot 3
minuten 30
minuten uur per uur per
dag
per dag minuten per dag dag
per dag
weekdag
weekenddag
weekdag
(vrijwilligerswerk,
weekenddag
tekenschool,...)
F3) Zitten bij
sociaal
contact
(vrienden
bezoeken,
cinema,...)
weekdag
weekenddag
F4) Zittend
weekdag
naar muziek
luisteren
weekenddag
(radio, MP3,...)
F5) Zitten
tijdens
maaltijden
(ontbijt-avond)
weekdag
weekenddag
weekdag
F6) Zitten bij
schoolwerk
thuis uitgevoerd weekenddag
F7) Zittend
telefoneren
(bellen & SMS)
weekdag
weekenddag
18
3 tot 4
uur per
dag
4 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 Meer
uur per uur per uur per dan 7
uur per
dag
dag
dag
dag
5147
Hoe vaak doe je onderstaande situaties op HETZELFDE (tegelijkertijd) moment?
OPMERKING:
A) "niet van toepassing" kan enkel worden aangeduid als je een bepaald toestel niet gebruikt/heeft of één van
beide activiteiten niet doet.
Nooit
Zelden
F8) tv kijken EN GSM gebruiken
F9) tv kijken EN computer/tablet
F10) computer EN GSM gebruiken
F11) computer EN muziek
luisteren
F12) GSM (SMS) EN praten met
vrienden/familie
F13) GSM EN muziek luisteren
19
Soms
Vaak
Heel vaak
Niet van
toepassing
R) RECHTSTAANDE ACTIVITEITEN
5147
Gelieve aan te geven hoeveel tijd je gemiddeld per dag spendeerde aan de onderstaande rechtstaande
activiteiten/situaties tijdens de laatste 7 dagen.
Niet
1 tot 15
15 tot 30
45 tot 60
30 tot 45
minuten/dag minuten/dag minuten/dag minuten/dag
1 tot 2
uur/dag
ONTSPANNING (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R1) Kleine
weekdag
kinderen (rustig
samen spelen,...) weekenddag
TUIN (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R2) Planten
water geven
en/of dieren
eten geven,...
weekdag
weekenddag
VERZORGING (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R3) Verzorging
weekdag
(douchen, scheren,
make-up, tanden
weekenddag
poetsen,...)
VRIJE TIJD/HOBBY'S (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R4) Staand
tekenen, staand
muziek luisteren,
staand SMS'en,
feesten (niet
dansen), zingen,
gitaar spelen
weekdag
weekenddag
WANDELEN OP RUSTIG TEMPO (bv. slenteren= rustig stappen, niet gehaast)
R5) Wandelen op
rustig tempo (bv.
slenteren) in huis
weekdag
weekenddag
RECHTSTAAN TIJDENS DE LESUREN OP SCHOOL (praktijklessen, practica...)
R6) Rechtstaan
tijdens lesuren,
zoals practica
weekdag
20
Meer dan 2
uur/dag
5147
G) GEZONDHEID
Deze vragen gaan over je standpunten ten aanzien van jouw gezondheid. Al je antwoorden worden ook hier strikt
vertrouwelijk verwerkt!
G1) Wat vind je, over het algemeen genomen, van je gezondheid?
Uitstekend
Zeer goed
Goed
Matig
Slecht
Hoe vaak heb je in de afgelopen 2 weken last gehad van één of meer van de volgende problemen?
Verscheidene
dagen
Helemaal
niet
G2) Weinig interesse of plezier in activiteiten
G3) Je neerslachtig, depressief of hopeloos
voelen
21
Meer dan de helft
van de dagen
Bijna elke dag
H) MATE VAN FYSIEKE ACTIVITEIT
5147
Hoe ga je MEESTAL van en naar school? (duid slechts 1 antwoord aan & vul het totaal aantal minuten in = heen & terug opgeteld)
Met de fiets
minuten per dag
Te voet
minuten per dag
Met de auto, trein, bus of motorfiets
minuten per dag
Met de step, autopet, rollerblades, skeelers
minuten per dag
H5) Hoeveel uur besteed je in totaal aan beweeg- of sportactiviteiten die op school worden georganiseerd buiten de
turnlessen?
Dit zijn bijvoorbeeld sportactiviteiten tijdens de speeltijd, over de middag, tijdens de opvang, na de schooluren, op
woensdagmiddag, op klastornooien,...
PAS OP! Gelieve de turnlessen op school er niet bij te rekenen.
Op school worden geen extra beweeg- of sportactiviteiten gegeven
Af en toe
1 uur per maand
2 uur per maand
3 uur per maand
1 uur per week
2 uur per week
3 uur per week
4 uur per week
Meer dan 4 uur per week
Hoe verplaats je je MEESTAL in je VRIJE TIJD? Bijvoorbeeld: hoe ga je naar de sportclub, winkel, je vrienden, de film,...
PAS OP!
De verplaatsingen van en naar school mag je niet meerekenen
Fietsen en wandelen als sport mag je ook niet meerekenen.
0-10 10-20 20-30 30-40 40-50 50-60 1u- Meer dan
Niet min min
min min min min 1u10 1u10
WEEKDAG
Wandelen
Fietsen
Wandelen
WEEKENDDAG
Fietsen
22
5147
Geef de belangrijkste sport (al dan niet in clubverband) die je tijdens je vrije tijd het meest beoefent.
PAS OP! De les lichamelijke opvoeding en sport op school tellen niet mee!
Ik beoefen geen sport
Mijn meest beoefende sport is
Doe je deze sport elke week?
Ja, elke week
Hoeveel keer per week? Plaats een kruisje in 1 vakje en vul ernaast in hoe lang je deze sport per keer doet
1 keer per week
2 keer per week
3 keer per week
4 keer per week
5 keer per week
6 keer per week
7 keer per week
Meer dan 7 keer per week
uur
minuten per keer
Neen, niet elke week
Hoe vaak doe je deze sport? Plaats een kruisje in 1 vakje en vul ernaast in hoe lang je deze sport per keer doet
Enkele keren per jaar
1 keer per maand
2 keer per maand
3 keer per maand
uur
23
minuten per keer
I) INFORMATIEF GEDEELTE
5147
I1) Wat is jouw moedertaal? (gelieve 1 antwoord te geven)
Nederlands
Frans
Turks
Arabisch
Engels
Andere (noteer)
I2) In welke onderwijsvorm volg je momenteel les?
Kunstsecundair onderwijs (KSO)
Beroepssecundair onderwijs (BSO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Wat is het hoogst behaalde diploma of getuigschrift dat jouw ouders behaald hebben/of bezig zijn te behalen?
VADER (of inwonende partner van moeder)
MOEDER (of inwonende partner van vader)
Niet van toepassing
Weet ik niet
Lager onderwijs
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Hoger onderwijs, niet-universitair
Universitair onderwijs
Niet van toepassing
Weet ik niet
Lager onderwijs
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Hoger onderwijs, niet-universitair
Universitair onderwijs
I4) Wat is jouw lichaamslengte (cm)?
I5) Wat is jouw lichaamsgewicht (kg)?
cm
kg
I6) Hoeveel motorvoertuigen (wagens, moto's of brommers,...) die nog werken, zijn er aanwezig in jouw
gezin? Gelieve de voertuigen waarvan je geen gebruik maakt OOK mee te rekenen.
(Noteer hier het aantal)
BEDANKT!
24
BIJLAGE 3: VRAGENLIJST VOLWASSENEN
173
3300
Vragenlijst voor inwoners van Sint-Niklaas
Richtlijnen:
Het is belangrijk elke vraag goed te lezen en te noteren hoe u zich persoonlijk voelt bij elke stelling. Verder dient deze
vragenlijst zo correct mogelijk ingevuld te worden. De antwoorden worden vertrouwelijk verwerkt!
Tijdens het invullen van de vragenlijst dient u rekening te houden met volgende zaken:
- Gelieve telkens slechts 1 antwoord aan te duiden (indien meerdere antwoorden mogelijk zijn, zal dit bij de vraag
vermeld staan).
- Gelieve de vragenlijst in te vullen met een blauwe of zwarte balpen.
- Onder gezinsleden verstaan we: partner, kinderen, oudere inwonende personen,...
- Gelieve onderaan deze pagina uw handtekening (met datum) te plaatsen indien u wenst deel te nemen aan deze
studie.
- De antwoordmogelijkheid "niet van toepassing" wil zeggen dat deze vraag voor u niet mogelijk is om in te vullen (bv. als
u geen kinderen of geen partner heeft).
- Indien er een antwoord voluit geschreven moet worden, gelieve dit in drukletters te doen. Bij de andere vragen moet u
een kruis ("X") in het vakje bij uw juiste antwoord plaatsen. Indien u een antwoord wil veranderen, laat de "X" staan bij
het foute antwoord en maak het vakje met het juiste antwoord volledig zwart.
- Er zijn GEEN foute antwoorden!
Ik, ............................................................................................ (naam en voornaam) ga akkoord, na het
lezen van de informatiebrief, om deel te nemen aan de studie over zitten en licht intense activiteiten.
Handtekening (met datum) voor akkoord:
1
A) ALGEMENE INFORMATIE
3300
Gelieve onderstaande zaken in te vullen in drukletters (anonieme verwerking):
- Initialen van voornaam en achternaam:
/
- Geboortedatum (dag/maand/jaar):
- Datum van vandaag (dag/maand/jaar):
/
/
/
- E-mail adres (indien mogelijk):
A1) Wat is uw geslacht?
Man
Vrouw
A2) Bent u verhinderd om recht te staan (bv. een recente operatie, rugklachten,...)?
Ja ik kan niet rechtstaan
Neen ik kan rechtstaan
Indien ja: De vragenlijst is omwille van uw gezondheidstoestand niet van toepassing voor u. We willen u toch
bedanken voor uw interesse! Gelieve deze vragenlijst ook in dit geval zeker op te sturen naar ons.
A3) Hoe kunt u uw huidige gezinssituatie het best omschrijven? (gelieve slechts 1 antwoord aan te duiden)
Vrijgezel
Ik heb een partner, maar we wonen nog apart
Samenwonend met partner
Gehuwd
Weduwe/weduwnaar
A4) Heeft u kinderen?
Neen
Ja
Indien ja, hoeveel kinderen wonen er nog bij u thuis?
A5) In welke omgeving woont u?
Op het platteland
In een dorp/gemeente
Aan de rand van de stad
In een stad
A6) Bent u het afgelopen jaar verhuisd naar een ander adres?
Ja
Neen
2
3300
ZITTEN EN LICHT INTENSE ACTIVITEITEN
Het is belangrijk dat u elke periode van zitten of liggen slechts 1 keer in rekening brengt. Indien u bijvoorbeeld 1 uur in
de zetel zat om een boek te lezen terwijl u naar muziek luisterde, reken deze tijd dan als 1 uur lezen indien dit uw
voornaamste bezigheid was. Reken deze tijd dan niet opnieuw als 1 uur muziek luisteren. Voor elke context dient u aan
te duiden hoeveel tijd u hierin spendeerde de afgelopen 7 dagen en verder dient u ook uw mening te geven over
verschillende situaties per context.
B) TELEVISIE (tv) KIJKEN IN DE VRIJE TIJD
De volgende vragen gaan over zittend/liggend tv-kijken in uw vrije tijd. Met tv-kijken bedoelen we alle zaken (video's,
films en gaming) die op tv worden afgespeeld. DVD's en films bekijken op uw computer worden ook als tv-kijken
beschouwd. Onder gaming op tv verstaan we bijvoorbeeld het zittend spelen op de Playstation of Xbox.
Indien u geen tv kijkt in uw vrije tijd --> ga naar pagina 6: "C) computergebruik in de vrije tijd"
B1) Hoe lang zat u gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het kijken naar tv in de vrije
tijd? Tv-kijken tijdens het eten valt ook hieronder. Beantwoord deze vragen afzonderlijk voor weekdag en
weekenddag.
tv-kijken
Weekenddag
Weekdag
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
3
3300
Gelieve aan te duiden in welke mate u akkoord gaat met elk van de onderstaande stellingen.
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
B2) Ik vind tv-kijken leuk.
B3) Tv-kijken verhindert me om andere
belangrijkere dingen te doen.
B4) Ik kijk graag verschillende uren aan
een stuk tv.
B5) Tv-kijken is mijn manier om te
ontspannen na een werk- of schooldag.
B6) Mijn gezinsleden vinden dat ik te
veel tv kijk.
B7) Ik vind van mezelf dat ik te veel tv
kijk.
B8) Ik zou het zien zitten om de tijd die
ik tv kijk te verminderen.
B9) Ik zou het zien zitten om tijdens het
weekend overdag (tot 17 uur) geen tv te
kijken.
B10) Ik zou het zien zitten om de tv niet
aan te zetten tijdens het eten.
B11) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder tv te kijken.
B12) Mijn vrienden moedigen me aan
om minder tv te kijken.
B13) Ik denk dat volwassenen beter niet meer dan...
30 minuten tv kijken per dag
1 uur tv kijken per dag
2 uur tv kijken per dag
3 uur tv kijken per dag
4 uur tv kijken per dag
5 uur tv kijken per dag
B14) Waar staat het tv-toestel waar u het meest naar kijkt? Gelieve slechts 1 antwoord te geven.
In de keuken
In de woonkamer
In een aparte kamer
In de slaapkamer
In een andere kamer (noteer)
4
Niet van
toepassing
3300
B15) Hoeveel tijd kijken uw gezinsleden gemiddeld naar tv?
Partner
Kinderen die thuis wonen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Kijkt geen tv
Kijken geen tv
Slechts enkele keren per week
Slechts enkele keren per week
Minder dan 30 minuten/dag
Minder dan 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
1 tot 2 uur/dag
2 tot 3 uur/dag
2 tot 3 uur/dag
3 tot 4 uur/dag
3 tot 4 uur/dag
Meer dan 4 uur/dag
Meer dan 4 uur/dag
B16) Hoe vaak kijkt u SAMEN met uw gezinsleden naar tv?
Partner
Kinderen die thuis wonen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Nooit
Nooit
Zelden
Zelden
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Heel vaak
Heel vaak
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens tv-kijken kan verminderen of (meer) kan onderbreken door
even recht te staan. Duid voor elke stelling aan of u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
In welke mate zou u het zien zitten om:
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
B17) taken rechtstaand uit te voeren
terwijl u tv aan het kijken bent (zoals
strijken, klusjes uitvoeren,...).
B18) een uur tv-kijken te vervangen door
lichte inspanningen (vb: kuisen, klusjes).
B19) tijdens de reclame op tv kort recht
te staan.
5
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
C) COMPUTERGEBRUIK IN DE VRIJE TIJD
3300
De volgende vragen gaan over uw zittend computergebruik in de vrije tijd. De tijd die u voor het werk of thuis voor uw job
aan de computer doorbrengt, telt hier NIET mee. Met computergebruik bedoelen we: E-mailen, websites bezoeken,
chatten, sociale netwerksites (facebook,...) bezoeken, spelletjes spelen,... Belangrijk is dat u hier ook rekening houdt met
het gebruik van tablets (handcomputer zoals iPad). Ook internetgebruik op een smartphone valt hieronder.
Indien u bovenstaande zaken (computer, tablet en smartphone) niet gebruikt in uw vrije tijd --> ga naar
pagina 8: "D) gemotoriseerd transport als woon-werkverplaatsing en in de vrije tijd"
C1) Hoe lang zat u gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het gebruik van de computer in de
vrije tijd? Beantwoord deze vraag afzonderlijk voor weekdag en weekenddag.
Computer gebruiken in de vrije tijd
Weekdag
Weekenddag
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
C2) Hoeveel tijd gebruiken uw gezinsleden gemiddeld een computer (denk aan tablets, internet op smartphone,
laptop, computer,...) in hun VRIJE TIJD?
Partner
Kinderen die thuis wonen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Gebruikt geen computer
Gebruiken geen computer
Slechts enkele keren per week
Slechts enkele keren per week
Minder dan 30 minuten/dag
Minder dan 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
1 tot 2 uur/dag
2 tot 3 uur/dag
2 tot 3 uur/dag
3 tot 4 uur/dag
3 tot 4 uur/dag
Meer dan 4 uur/dag
Meer dan 4 uur/dag
C3) Hoe vaak gebruikt u een computer en dit op hetzelfde moment wanneer een gezinslid in dezelfde ruimte
een andere computer gebruikt (in VRIJE TIJD)?
Partner
Kinderen die thuis wonen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Nooit
Nooit
Zelden
Zelden
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Heel vaak
Heel vaak
6
3300
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens computergebruik in de vrije tijd kan
verminderen of (meer) kan onderbreken door even recht te staan. Duid voor elke stelling aan of u het zou zien
zitten om volgende zaken uit te voeren.
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
In welke mate zou u het zien zitten
om:
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
C4) rechtstaand de computer te gebruiken.
C5) een uur computergebruik te vervangen
door lichte inspanningen (vb: kuisen,
klusjes).
C6) na 30 minuten de computer te hebben
gebruikt gedurende enkele minuten recht te
staan.
Gelieve aan te duiden in welke mate u akkoord gaat met elk van de volgende stellingen over computergebruik in
de vrije tijd.
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
C7) Ik vind het leuk om in de vrije tijd de
computer te gebruiken.
C8) De computer gebruiken verhindert
me belangrijkere zaken te doen.
C9) Ik vind het plezant gedurende een
lange tijd de computer te gebruiken.
C10) De computer gebruiken is mijn
manier om te ontspannen na een werkof schooldag.
C11) Mijn gezinsleden vinden dat ik te
veel de computer gebruik.
C12) Ik vind van mezelf dat ik te veel de
computer gebruik.
C13) Ik zou het zien zitten om de
computer gedurende enkele dagen in de
week niet te gebruiken in de vrije tijd.
C14) Ik zou het zien zitten om de tijd die
ik spendeer aan computergebruik te
verminderen in de vrije tijd.
C15) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder de computer te gebruiken in
de vrije tijd.
C16) Mijn vrienden moedigen me aan
om minder de computer te gebruiken in
de vrije tijd.
7
Neutraal
Eerder akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
D) GEMOTORISEERD TRANSPORT ALS WOON-WERKVERPLAATSING
EN IN DE VRIJE TIJD
3300
1) Personen die nog studeren noteren de tijd die ze nodig hebben om naar hun school/opleiding te gaan.
2) Onder gemotoriseerd transport verstaan we: auto, brommer, moto, trein, tram of bus.
3) Indien u nooit één van bovenstaande vervoersmiddelen gebruikt dan mag u verder naar pagina 12: " E)
Zitten op het werk ".
VERPLAATSINGEN VAN & NAAR HET WERK
D1) Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij verplaatsingen van en naar uw werk/school? Denk
aan het gebruik van een brommer, auto, bus, trein, tram of moto; reken fietsen niet mee.
Niet
2 tot 2.5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
2.5 tot 3 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
3 tot 4 uren/dag
30 tot 45 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
45 tot 60 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
60 tot 90 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
90 tot 120 minuten/dag
Meer dan 7 uren per dag
VERPLAATSINGEN TIJDENS HET WERK
D2) Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij verplaatsingen als deel van uw werk (= tijdens
werkuren)? Denk aan het gebruik van een brommer, auto, bus, trein, tram of moto; reken fietsen niet mee.
Niet
2 tot 2.5 uren/dag
1 tot 15 minuten/dag
2.5 tot 3 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
3 tot 4 uren/dag
30 tot 45 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
45 tot 60 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
60 tot 90 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
90 tot 120 minuten/dag
Meer dan 7 uren per dag
VERPLAATSINGEN IN DE VRIJE TIJD
D3) Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij verplaatsingen BUITEN uw werk/school. Hou hier
dus rekening met uw transport in de vrije tijd (vb. naar winkel, vrienden opzoeken,...). Denk aan het gebruik van een auto,
bus, trein, tram, moto of brommer; reken opnieuw fietsen niet mee.
Weekdag
Weekenddag
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
Meer dan 7 uren per dag
8
3300
D4) Gelieve aan te geven hoeveel tijd u gemiddeld per dag spendeerde aan wandelen op een rustig tempo (bv:
slenteren) als deel van uw transport (bv. naar werk wandelen, naar bus wandelen, naar winkel wandelen,...)
tijdens de laatste 7 dagen.
Weekdag
Weekenddag
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
Voor onderstaande vragen wordt er onder transport steeds het gebruik van gemotoriseerde
vervoersmiddelen verstaan (auto, brommer, moto, trein, tram of bus). Om de vragen te
beantwoorden dient u rekening te houden met uw transport in de vrije tijd (naar winkel,...) EN uw
transport naar werk/school.
Gelieve aan te duiden in welke mate u akkoord gaat met elk van onderstaande stellingen.
Helemaal niet Eerder niet
akkoord
akkoord
D5) Ik voel me lui als ik op mijn bestemming
aankom na mijn gemotoriseerd transport.
D6) Ik vind het leuk om me met een
gemotoriseerd voertuig te verplaatsen.
D7) Ik vind het leuk om als passagier tijdens
gemotoriseerd transport aan bepaalde zaken te
werken of uit te rusten.
D8) Ik vind van mezelf dat ik te veel gebruik
maak van gemotoriseerd transport.
D9) Ik zou het zien zitten om spontaan een
halte vroeger uit te stappen in tram/bus en het
resterende eind te wandelen.
D10) Ik zou het zien zitten om me spontaan wat
verder te parkeren met de auto en het
resterende eind te wandelen.
D11) Ik zou het zien zitten om spontaan de
fiets te nemen of te wandelen ook al heb ik een
auto ter beschikking.
D12) Mijn gezinsleden moedigen me aan om
me op een (meer) actieve manier (fietsen,
wandelen) te verplaatsen.
D13) Mijn vrienden moedigen me aan om me
op een (meer) actieve manier (fietsen,
wandelen) te verplaatsen.
D14) Mijn gezinsleden vinden dat ik te veel
gebruik maak van gemotoriseerd transport.
9
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
3300
D15) Wat zijn voor u de voornaamste redenen om u niet actief (wandelen of fietsen) te verplaatsen? Meerdere
antwoorden zijn mogelijk.
De omgeving is niet veilig om te wandelen of te fietsen
Actief transport (wandelen of fietsen) is niet aantrekkelijk (geen groene omgeving in de buurt, saai,...)
Actief transport is vermoeiend (zweten, bagage dragen,...)
De voorzieningen voor gemotoriseerd transport zijn goed uitgerust (bushaltes dicht bij de deur,...)
Tijdsdruk
Te grote afstand
Weersomstandigheden
Het combineren van verschillende taken (naar bakker, kinderen ergens afzetten,....)
Financiële redenen (terugbetaling kilometers van trein, tram, bus of auto via het werk)
Andere (noteer)
D16) Hoe verplaatsen uw gezinsleden zich meestal... (slechts 1 antwoord mogelijk per rij)
a) naar het werk of school?
Niet van toepassing
Gemotoriseerd transport
Actief transport (wandelen/fietsen)
Niet van toepassing
Gemotoriseerd transport
Actief transport (wandelen/fietsen)
Partner
Kinderen die
thuis wonen
b) in de vrije tijd?
Partner
Kinderen die
thuis wonen
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens gemotoriseerd transport kan verminderen of (meer) kan
onderbreken door even recht te staan. Duid voor elke stelling aan of u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
In welke mate zou u het zien zitten om:
Ik zie dit eerder
niet zitten
Ik zie dit helemaal
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit eerder
wel zitten
Ik zie dit zeker
zitten
D17) spontaan recht te staan op de bus, trein
of tram in plaats van neer te zitten.
D18) na 30 minuten zitten in bus, trein of tram
even kort te gaan rechtstaan.
Geef over onderstaande beweringen uw mening i.v.m. de omgeving waarin u zich begeeft tijdens uw
gemotoriseerd transport. Beoordeel hier de omgeving op ongeveer 10 à 15 minuten wandelen of op 1 km van uw
woning.
Helemaal
niet akkoord
D19) Als ik me buitenshuis begeef naar openbare
plaatsen (winkels/station/...) kan ik gemakkelijk
parkeren.
D20) Via informatieborden langs de weg en/of radio
krijg ik veel info over zittende activiteiten zoals
cinema of sportwedstrijden.
10
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
3300
D21) Hoe vaak verplaatst u zich SAMEN met uw gezinsleden met gemotoriseerd transport? Doe dit apart voor
transport van/naar het werk of school en transport in de vrije tijd (afzonderlijk voor weekdag en weekenddag).
Van/naar het werk of school
Partner
Kinderen die thuis wonen
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Heel vaak
Heel vaak
Vrije tijd
Partner
Kinderen die thuis wonen
Weekdag
Weekenddag
Weekenddag
Weekdag
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Nooit
Nooit
Zelden
Soms
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Vaak
Heel vaak
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
U bent al voorbij de helft van de vragen
11
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
E) ZITTEN OP HET WERK
3300
Indien u momenteel geen werk hebt (bv: studenten, werkzoekenden,...), dan mag u de vragen in dit
deel overslaan en verder gaan naar pagina 15: "F) Huishoudelijke bezigheden en telefoneren".
E1) Hoeveel tijd bracht u per dag gemiddeld al zittend door op het werk tijdens de laatste 7 dagen?
Minder dan 2 uur
per dag
2 tot 3 uur/dag 3 tot 4 uur/dag 4 tot 5 uur/dag 5 tot 6 uur/dag 6 tot 7uur/dag 7 tot 8uur/dag
Meer dan 8 uur
per dag
De volgende stellingen zijn verschillende meningen over uw zittend gedrag op het werk. Gelieve aan te duiden in
welke mate u akkoord gaat met elk van de onderstaande stellingen.
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
E2) Mijn aandacht neemt af wanneer ik
gedurende een lange tijd neerzit.
E3) Ik vind het plezant om langdurig neer
te zitten tijdens mijn werkuren.
E4) Zitten op het werk is een ideale
gelegenheid om uit te rusten.
E5) Mijn collega's vinden dat ik te veel zit.
E6) Ik vind van mezelf dat ik te veel zit op
mijn werk.
E7) Ik zou het zien zitten om bepaalde
taken (telefoneren,...) rechtstaand uit te
voeren.
E8) Ik zou het zien zitten om na lang zitten
even recht te staan.
E9)Ik zou het zien zitten om meer recht te
staan tijdens de pauzes.
E10) Mijn collega's moedigen me aan om
minder te zitten.
E11) Mijn collega's op mijn bureau en/of
afdeling staan regelmatig recht tijdens de
werkuren en/of pauzes.
E12) Indien u een vraag heeft voor een collega op een ander bureau, wat doet u dan meestal? (gelieve slechts 1
antwoord te geven)
Ik ga persoonlijk naar mijn collega
Ik stuur een E-mail
Ik telefoneer naar mijn collega
Ik gebruik een intern chatsysteem op het werk
Niet van toepassing (bv. zelfstandig, niet werken op een bureau,...)
12
3300
E13) Hoeveel personen zitten er op uw bureau, uzelf ook meegerekend?
Alleen mezelf
2 personen
3 personen
4 personen
Meer dan 4 personen
Beantwoord volgende vragen omtrent uw werk.
Ja
Neen
E14) Op mijn werk zijn er fietsen ter beschikking gesteld door mijn werkgever
E15) Op mijn werk kan ik genieten van een terugbetaling van openbaar vervoer en/of fietsvergoeding
E16) De (bureau)stoelen zijn comfortabel.
E17) Er is een ruime en/of makkelijke parking aanwezig.
E18) Er is een fietsenstalling aanwezig.
E19) Er zijn standing desks aanwezig (verhoogde bureaus waaraan rechtstaand gewerkt kan worden).
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag op uw werk kan verminderen of (meer) kan onderbreken
door even recht te staan. Duid voor elke stelling aan of u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
In welke mate zou u het zien zitten om:
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
Ik zie dit
eerder niet
zitten
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
E20) rechtstaand te werken aan uw
bureau.
E21) rechtstaand te telefoneren.
E22) in plaats van te telefoneren naar een
collega, er zelf naar toe te gaan.
E23) na 30 minuten zitten enkele minuten
recht te staan.
E24) toestellen te verplaatsen zodat u
moet recht staan om deze te bedienen
(printer, telefoon,...).
Duid aan in welke mate u akkoord gaat met volgende stellingen.
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Zittende activiteiten onderbreken door
recht te staan op mijn werk zie ik als:
E25) storend voor collega's
E26) belachelijk
E27) goed voor mijn gezondheid
Ik ben er zeker van dat ik (meer) kan
rechtstaan als onderbreking tijdens
mijn werk, ook al:
E28) doen mijn collega's dit niet
E29 ) word ik niet gesteund door mijn
collega's
13
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
3300
Geef aan hoe u het liefst onderstaande taken op het werk zou uitvoeren.
Rechtstaand
Zittend
E30) Telefoneren
E31) Kort vergaderen
E32) Bureauwerk
E33) Koffie pauzes
E34) Middagpauzes
E35) Gelieve aan te geven hoeveel tijd u gemiddeld per dag spendeerde aan de onderstaande
activiteiten/situaties op het werk tijdens de laatste 7 dagen.
Rechtstaand werken= rechtstaand vergaderen/telefoneren/brainstormen/computer gebruiken/...
Rechtstaand werken
Wandelen aan rustig tempo (bv slenteren)
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
Meer dan dan 2 uur/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Beantwoord onderstaande vragen omtrent uw werk.
Zeker akkoord
E36) Ik kan verschillende collega's zien zitten of staan aan
hun bureau wanneer ik aan mijn bureau zit (reken hier geen
bureaus mee met gesloten deuren).
E37) Ik kom regelmatig collega's tegen wanneer ik door de
gangen wandel in mijn gebouw.
E38) Ik zie regelmatig collega's die aan het wandelen zijn in
ons gebouw.
E39) Ik zie regelmatig collega's die rechtstaan en aan het
praten zijn in ons gebouw.
14
Akkoord
Niet akkoord Zeker niet
akkoord
Niet van
toepassing
F) HUISHOUDELIJKE BEZIGHEDEN EN TELEFONEREN
3300
F1) Hoeveel tijd bracht u gemiddeld per dag al zittend door tijdens huishoudelijke taken en thuis telefoneren
tijdens de laatste 7 dagen? Mogelijke huishoudelijke taken zijn: koken, strijken, herstellingen uitvoeren,...
Zittend huishoudelijke taken doen (koken, herstellingen,...) & telefoneren
Niet
Weekdag
Weekenddag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
De volgende stellingen zijn verschillende meningen over zittende activiteiten in het huishouden en thuis
telefoneren. Gelieve aan te duiden in welke mate u akkoord gaat met elk van de onderstaande stellingen.
Helemaal niet Eerder niet
akkoord
akkoord
F2) Ik vind het leuk om te zitten tijdens
huishoudelijke taken.
F3) Wanneer ik zittend werk in het
huishouden kan ik sneller werken.
F4) Ik zou liever meer rechtstaan tijdens
huishoudelijke taken.
F5) Ik vind van mezelf dat ik meer kan
rechtstaan tijdens huishoudelijke taken.
F6) Ik zou het zien zitten om rechtstaand
te telefoneren.
F7) Ik zou het zien zitten om taken in de
keuken rechtstaand uit te voeren.
F8) Mijn gezinsleden moedigen me aan
om minder te zitten tijdens huishoudelijke
taken.
F9) Huishoudelijke taken worden door
mijn kinderen meestal zittend uitgevoerd.
F10) Huishoudelijke taken worden door
mijn partner meestal zittend uitgevoerd.
15
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
3300
Geef aan hoe u het liefst onderstaande huishoudelijke taken zou uitvoeren.
Zittend
Rechtstaand
F11) Telefoneren
F12) Aardappelen schillen/groenten snijden
F13) Strijken
F14) Was opvouwen
F15) Tanden poetsen
F16) Herstellingen uitvoeren
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag in het huishouden kan verminderen of (meer) kan onderbreken
door even recht te staan. Duid voor elke stelling aan of u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
Ik zie dit helemaal
niet zitten
In welke mate zou u het zien zitten om:
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit eerder
wel zitten
Ik zie dit zeker
zitten
F17) meer huishoudelijke taken rechtstaand
uit te voeren.
F18) toestellen te verplaatsen zodat u moet
rechtstaan om deze te kunnen bedienen
(printer, afstandsbediening tv,...).
Duid aan in welke mate u akkoord gaat met volgende stellingen.
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
Ik ben er zeker van dat ik mijn zittende
activiteiten thuis meer kan
onderbreken, ook al:
F19) doen mijn gezinsleden dit niet.
F20 ) steunen/begrijpen mijn gezinsleden
mij niet.
Hoe bekijkt u de nabije omgeving van uw woonplaats (binnen een straal van 1 km of op 10-15 minuten wandelen)?
Eerder niet
akkoord
Helemaal niet
akkoord
F21) De meeste woningen in mijn buurt zijn
alleenstaande woningen (open bebouwing).
F22) Er zijn veel winkels op wandelafstand van
mijn huis.
F23) Er is een halte van het openbaar vervoer
(bus en/of tram) op wandelafstand van mijn huis.
F24) Er is een park op wandelafstand van mijn
huis.
F25) Wandelen is gevaarlijk omwille van het
verkeer in mijn buurt.
F26) Wandelen in mijn buurt is gevaarlijk
omwille van de hoge kans op misdaad.
F27) In mijn buurt staan er bomen langs de
straten.
F28) Ik vind mijn buurt een goede plaats om in
te leven.
F29) De omgeving nodigt niet uit om te bewegen
(veel heuvels, geen voetpad,...).
16
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
3300
Gelieve het aantal niet draagbare toestellen te noteren die aanwezig zijn bij u thuis EN waarvan u ZELF ook
gebruik maakt.
Geen
1
2
3
4
5
Meer dan 5
3
4
5
Meer dan 5
F30) Televisies MET betaalzenders
F31) Televisies ZONDER betaalzenders
F32) Videospelers/Dvd-spelers
F33) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
F34) Computer (vaste)
F35) Spelconsoles op tv (Playstation, Xbox,...)
F36) Telefoontoestellen (vaste lijn)
Hoeveel van bovenstaande toestellen bevinden zich in uw slaapkamer?
1
Geen
2
F37) Televisies MET betaalzenders
F38) Televisies ZONDER betaalzenders
F39) Videospelers/Dvd-spelers
F40) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
F41) Computer (vaste)
F42) Spelconsoles op tv (Playstation, Xbox,...)
F43) Telefoontoestellen (vaste lijn)
Gelieve het aantal draagbare toestellen te noteren die aanwezig zijn bij u thuis EN waarvan u ZELF ook gebruik
maakt.
Geen
1
2
3
4
5
Meer dan 5
F44) Laptop
F45) GSM (geen smartphone)
F46) Smartphone
F47) Muziekspelers (zoals iPod, MP3,...)
F48) Spelconsoles (zoals PSP, game boy,...)
F49) Tablet (iPad, Samsung Galaxy Tab,...)
Hoe beoordeelt u volgende beweringen omtrent de voorzieningen bij u thuis?
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
F50) De afstandsbediening van de tv ligt steeds
binnen handbereik wanneer ik deze nodig heb.
F51) De zetels bij ons thuis zijn comfortabel om
gedurende een lange tijd in te zitten.
17
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
3300
Gelieve aan te geven hoeveel tijd u gemiddeld per dag spendeerde aan de onderstaande rechtstaande
activiteiten/situaties in het huishouden tijdens de laatste 7 dagen.
Voorbeelden van licht intense activiteiten in het huishouden (RECHTstaand uitgevoerd)
Afstoffen
Koken
Strijken
Afwassen, tafel opruimen
Planten water geven
Rechtstaand telefoneren
Aankleden/uitkleden
Spelen met kinderen (rustig)
Eten opdienen
Dieren eten geven
Persoonlijke hygiëne (scheren, make-up,...)
De was doen, kleren ophangen voor te drogen,...
Niet
1 tot 15
15 tot 30
45 tot 60
30 tot 45
minuten/dag minuten/dag minuten/dag minuten/dag
HUISHOUDEN (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
F52) Kuisen
(afstoffen,
strijken,....)
F53) Keuken
(koken,
voorbereiding,...)
F54) Kinderen
(rustig samen
spelen,...)
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
TUIN (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
F55) Planten
water geven,
dieren eten
geven,...
weekdag
weekenddag
VERZORGING (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
F56) Verzorging
(wassen, scheren,
make-up, tanden
poetsen,...)
weekdag
weekenddag
VRIJE TIJD/HOBBY'S (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
F57) Winkelen,
staand tv-kijken,
staand muziek
luisteren,...
weekdag
weekenddag
WANDELEN OP RUSTIG TEMPO (bv. slenteren)
F58) Wandelen
op rustig tempo
(bv. slenteren) in
huis
weekdag
weekenddag
18
1 tot 2
uur/dag
Meer dan 2
uur/dag
G) ANDERE ZITTENDE/LIGGENDE ACTIVITEITEN
3300
Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen voor de volgende zittende activiteiten? Onder
zittende activiteiten worden ook liggende activiteiten verstaan. Elke periode van zitten of liggen mag slechts 1 keer in
rekening worden gebracht. Indien u bv. 1 uur in de zetel zat om een boek te lezen terwijl u naar muziek luisterde, reken
deze tijd dan als 1 uur lezen indien dit uw voornaamste bezigheid was. Reken deze tijd dan niet opnieuw als 1 uur naar
muziek luisteren!
Niet
1 tot 15 15 tot 30 tot 60 1 tot 2
minuten 30
minuten uur per
per dag minuten per dag dag
per dag
2 tot 3 3 tot 4
uur per uur per
dag
dag
Meer
4 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 dan 7
uur per uur per uur per uur per
dag
dag
dag
dag
G1) Zittend lezen weekdag
(boek, tijdschrift,
krant,...)
weekenddag
G2) Zittend
zorgen voor
kinderen,
familieleden,....
G3) Zitten bij
hobby's
(tekenen,
kaarten,...)
G4) Zitten bij
sociaal contact
(vrienden
bezoeken, café,
cinema,....
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
G5) Zittend naar
weekdag
muziek luisteren
(radio, CD,
weekenddag
iPod,...)
G6) Maaltijden
(ontbijt,...)
weekdag
weekenddag
Hoe vaak doet u onderstaande situaties op HETZELFDE moment.
Nooit
Zelden
G7) tv kijken - GSM gebruiken
G8) tv kijken - computer/tablet
G9) computer - GSM gebruiken
G10) computer - muziek luisteren
G11) GSM - praten met vrienden/familie
G12) GSM - muziek luisteren
19
Soms
Vaak
Heel vaak
Niet van
toepassing
3300
H) Gezondheid
Heeft u gedurende de voorbije maand vaak last gehad van een neerslachtig, depressief of hopeloos gevoel?
Ja
Neen
Heeft u gedurende de laatste maand minder plezier of interesse in wat u doet?
Ja
Neen
I) Fysieke activiteit
Beantwoord onderstaande vragen rekening houdend met volgende activiteiten: activiteiten op het werk,
huishouden, werken in tuin, zich verplaatsen van en naar verschillende plaatsen, activiteiten in vrije tijd als
ontspanning en sport.
Op hoeveel dagen heeft u tenminste 10 minuten per keer gewandeld als u denkt aan de laatste 7 dagen? Denk
hierbij aan wandelen op het werk en thuis, wandelen om van de ene naar de andere plaats te komen, en al het
andere wandelen dat u deed tijdens recreatie, sport of vrijetijdsbesteding.
Geen wandelen
dag(en) per week
Op de dagen dat u ten minste 10 minuten per keer wandelde, hoeveel tijd heeft u daar dan gewoonlijk aan
besteed?
uur/uren
minuten per dag
Op hoeveel dagen heeft u matige fysieke activiteiten verricht, zoals het dragen van lichte lasten, fietsen in een
normaal tempo of dubbeltennis als u denkt aan de laatste 7 dagen? Laat wandelen hier buiten beschouwing.
Matig intensieve lichamelijke fysieke activiteit laat u iets sneller ademen dan normaal. Denkt u weer alleen aan
activiteiten die u ten minste 10 minuten per keer heeft verricht.
Ik heb geen matig intensieve lichamelijke fysieke activiteiten verricht
dag(en) per week
Op de dagen dat u matig intensief lichamelijk fysiek actief was, hoeveel tijd heeft u daar dan gewoonlijk aan
besteed?
uur/uren
minuten per dag
20
3300
Op hoeveel dagen heeft u zware lichamelijke fysieke activiteiten verricht zoals zware lasten tillen, spitten,
sporten, aerobics, voetballen of wielrennen als u denkt aan de laatste 7 dagen? Denk alleen aan de activiteiten
die u ten minste 10 minuten per keer heeft verricht. Zware lichamelijke fysieke activiteiten zijn activiteiten die veel
lichamelijke inspanning kosten en voor een veel snellere ademhaling zorgen.
Ik heb geen zware lichamelijke fysieke activiteiten verricht
dag(en) per week
Op de dagen dat u zwaar lichamelijk fysiek actief was, hoeveel tijd heeft u daar dan gewoonlijk aan besteed?
uur/uren
minuten per dag
J) Informatief gedeelte
J1) Wat is uw moedertaal? (gelieve 1 antwoord te geven)
Nederlands
Frans
Turks
Arabisch
Engels
Andere (noteer)
J2) Wat is het hoogst behaalde diploma of getuigschrift dat u en eventueel uw partner behaald heeft?
PARTNER
UZELF
Lager onderwijs
Niet van toepassing / weet ik niet
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Lager onderwijs
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Hoger onderwijs, niet-universitair
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Universitair onderwijs
Hoger onderwijs, niet-universitair
Universitair onderwijs
21
3300
J3) Momenteel... (gelieve slechts 1 antwoord te geven)
werk ik voltijds
werk ik halftijds of parttime
doe ik het huishouden
ben ik werkloos/werkzoekende
heb ik een loopbaanonderbreking
ben ik gepensioneerd
ben ik student
J4) Indien u werkt, in welke sector werkt u?
Niet van toepassing
Onderwijs
Bediende
Kaderpersoneel
Zelfstandige (geen vrij beroep)
Vrij beroep
Arbeider
J5) Wat is uw lichaamslengte (cm)?
cm
J6) Wat is uw lichaamsgewicht (kg)?
kg
J7) Hoeveel motorvoertuigen (wagens, moto's, brommers,...) die nog werken, zijn er aanwezig in uw gezin?
Gelieve de voertuigen waarvan u geen gebruik maakt OOK mee te rekenen.
(Noteer hier het aantal)
Bent u bereid om gedurende 1 week twee kleine bewegingsmetertjes te dragen, zodat we uw mate van beweging
in kaart kunnen brengen? Deze bewegingsmeters (gedragen op heup en bovenbeen) hinderen u niet met uw dagelijkse
bezigheden. Indien u ons hiervoor de toestemming geeft, nemen we zo snel mogelijk contact met u op. Indien u na het
dragen van de bewegingsmetertjes graag uw persoonlijke resultaten krijgt, sturen we u deze graag door!
Ja
Neen
Indien ja, op welk telefoonnummer kunnen we u bereiken?
BEDANKT!!!
22
BIJLAGE 4: VRAGENLIJST SENIOREN
196
6171
Vragenlijst voor 65-plussers uit Sint-Niklaas
A) Instructies voor de INTERVIEWER:
- Gelieve slechts 1 antwoord aan te duiden (indien meerdere antwoorden mogelijk zijn, zal dit bij de vraag
vermeld staan).
- Gelieve de vragenlijst in te vullen met een blauwe of zwarte balpen.
- Indien er een antwoord voluit geschreven moet worden, gelieve dit in drukletters te doen. Bij andere vragen
moet u een kruis ("X") in het vakje bij het juiste antwoord plaatsen. Indien de deelnemer een antwoord wil
veranderen, laat de "X" staan bij het foute antwoord en maak het vakje met het juiste antwoord volledig zwart.
- Vragenlijst correct invullen en vragen goed lezen!
- De antwoordmogelijkheid "niet van toepassing" wil zeggen dat deze vraag voor de persoon niet mogelijk is
om te beantwoorden (bv. geen partner). Deze antwoordmogelijkheid staat meestal niet op de versie die de
persoon krijgt om mee te lezen, maar wel op de versie van de interviewer. Hiermee willen we uitsluiten dat de
persoon onnodig deze antwoordmogelijkheid geeft (bv. wanneer hij/zij eigenlijk wel kan antwoorden). Hierdoor
is het NIET de bedoeling dat u bij het overlopen van de antwoordmogelijkheden "niet van toepassing" vermeld.
Het is de bedoeling wanneer de persoon geen partner heeft, u voor deze persoon (zonder de vraag te stellen)
"niet van toepassing" aanduidt (zie (*) pagina 2).
- Bij bepaalde vragen moet de deelnemer aangeven hoeveel tijd hij/zij spendeerde aan bepaalde bezigheden.
De antwoordmogelijkheden zijn zo opgebouwd: .... - 1 tot 2 uur/dag - 2 tot 3 uur/dag - .....
Indien hij/zij aangeeft dit 2 uur te doen, dan dient u 2 tot 3 uur/dag aan te duiden (want antwoordmogelijkheden
zijn tot... en niet tot en met!). Reken bij de antwoordmogelijkheid "meer dan 7 uur" ook 7 uur bij.
- Lees bij elke vraag de bijhorende [tips] en [verduidelijkingen]!
- Geef bij de start van het interview enkel pagina's 1 & 2!
- Bij sommige vragen dient er een antwoordkaart te worden gegeven aan de deelnemer. Er zijn verschillende
antwoordkaarten, maar de nummer staat steeds genoteerd bij de bijhorende vraag.
- Wanneer deelnemer bij een vraag moet zeggen hoeveel tijd zij/hij hier gemiddeld aan spendeerde per dag
tijdens de laatste 7 dagen en deelnemer kan niet antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag,
vraag dan "Hoeveel tijd spendeerde u in totaal gedurende de laatste 7 dagen aan .... Deel dit totaal dan zelf
door 5 of 2!
- Laat de deelnemer bij deelname onderaan deze pagina zijn/haar handtekening (met datum) plaatsen.
Overloop hiervoor eerst de informatiebrief, zodat de deelnemer weet waarover dit onderzoek gaat.
B) Instructies meegeven aan de DEELNEMER:
- Aangeven hoe ze zich persoonlijk voelen bij elke stelling.
- Meegeven dat de antwoorden vertrouwelijk worden verwerkt (er worden geen namen vrijgegeven)!
- Er zijn GEEN foute antwoorden!
Ik, ............................................................................................ (naam en voornaam) ga akkoord,
na het doornemen van de informatiebrief met de onderzoeker, om deel te nemen aan de studie
over zitten en licht intense activiteiten.
Handtekening (met datum) voor akkoord:
1
6171
A) ALGEMENE INFORMATIE
Enkele algemene vragen... (geef duidelijk mee dat antwoorden anoniem worden verwerkt):
- Initialen van voornaam en achternaam:
- Geboortedatum (dag/maand/jaar):
- Datum van vandaag (dag/maand/jaar):
/
/
/
/
- E-mail adres (indien mogelijk):
- Telefoonnummer of GSM-nummer (wordt enkel gebruikt bij onduidelijke gegevens)
A1) Geslacht?
Man
Vrouw
A2) Hoe kunt u uw huidige gezinssituatie het best omschrijven? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Vrijgezel/alleenstaand (*)
Ik heb een partner, maar we wonen nog apart
Samenwonend met partner
Gehuwd
Weduwe/weduwnaar (*)
[Tip voor de interviewer: indien deelnemer vraag beantwoordt met (*) --> vragen in vragenlijst
aangeduid met (*) NIET stellen. In dit geval duidt u aan bij de antwoordmogelijkheden dat deze vraag
NIET van toepassing is voor deze persoon!]
A3) Heeft u (klein)kinderen?
Neen
Ja
A4) In welke omgeving woont u? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Op het platteland
In een dorp/gemeente
Aan de rand van de stad
In een stad
A5) Bent u het afgelopen jaar verhuisd naar een ander adres?
Ja
Neen
A6) Bent u in staat om recht te staan (bv. een recente operatie gehad, rugklachten,...)?
Ja ik kan rechtstaan
Neen ik kan niet rechtstaan
Indien neen en/of proefpersoon aangeeft ernstig beperkt te zijn waardoor hij/zij nauwelijks kan
rechtstaan (en dit duidelijk blijkt uit zijn/haar fysieke toestand) is hij/zij niet geschikt voor verdere deelname
aan het onderzoek. Bijgevolg dient het interview te worden afgerond na deze vraag. [LEES: De vragenlijst
is omwille van uw gezondheidstoestand niet van toepassing voor u, maar we willen u toch bedanken voor
uw interesse!]
Indien ja, het interview kan worden verdergezet [geef het vervolg van de vragenlijst aan de persoon].
2
6171
ZITTEN EN LICHT INTENSE ACTIVITEITEN
LEES: Onderstaande vragen gaan over zittende activiteiten (zoals tv-kijken) en licht intense activiteiten (zoals kuisen
en het uitvoeren van klusjes). Het is belangrijk dat u elke periode van zitten of liggen slechts 1 keer in rekening brengt.
Indien u bijvoorbeeld 1 uur in de zetel zat om een boek te lezen terwijl u naar muziek luisterde, reken deze tijd dan als 1
uur lezen indien dit uw voornaamste bezigheid was. Reken deze tijd dan niet opnieuw als 1 uur muziek luisteren. Deze
vragen zijn onderverdeeld voor verschillende zittende activiteiten afzonderlijk (tv-kijken, computer- gebruik,...). Voor elke
zittende activiteit dient u aan te duiden hoeveel tijd u hierin spendeerde de afgelopen 7 dagen en verder dient u ook
uw mening te geven over verschillende situaties per zittende activiteit.
B) TELEVISIE (tv) KIJKEN
LEES: We starten met tv-kijken. De volgende vragen gaan over zittend/liggend tv-kijken. Met tv-kijken bedoelen we alle
zaken (video's EN films) die op tv worden afgespeeld. DVD's en films bekijken op uw computer worden ook als tv-kijken
beschouwd.
Indien de deelnemer aangeeft geen tv te kijken --> ga naar pagina 7: "C)
computergebruik"
B1) Hoe lang zat u gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het kijken naar tv?
Beantwoord deze vragen afzonderlijk voor weekdag en weekenddag.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: tv- kijken tijdens het eten valt ook hieronder. Laat de deelnemer de vraag
afzonderlijk beantwoorden voor een weekdag en een weekenddag.]
[TIP VOOR DE INTERVIEWER: Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer
niet kan antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan 'Hoeveel tijd spendeerde u in
totaal gedurende de laatste 7 dagen aan tv-kijken?" Deel dit totaal dan zelf door 5 of 2!]
[overloop onderstaande mogelijkheden]
tv-kijken
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
3
6171
Geef met behulp van de antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met elk van onderstaande
stellingen.
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
B2) Ik vind tv-kijken leuk.
B3) Tv-kijken verhindert me om
andere belangrijkere dingen te
doen.
B4) Ik kijk graag verschillende
uren aan een stuk tv.
B5) Tv-kijken is mijn manier om
te ontspannen.
(*) B6) Mijn partner vindt dat ik te
veel tv kijk.
B7) Ik vind van mezelf dat ik te
veel tv kijk.
B8) Ik zou het zien zitten om de
tijd die ik tv kijk te verminderen.
B9) Ik zou het zien zitten om
tijdens het weekend overdag (tot
17 uur) geen tv te kijken.
B10) Ik zou het zien zitten om de
tv niet aan te zetten tijdens het
eten.
(*) B11) Mijn partner moedigt me
aan om minder tv te kijken.
B12) Mijn vrienden moedigen me
aan om minder tv te kijken.
[TIP interviewer: Indien de persoon aangeeft bijvoorbeeld overdag geen tv te kijken, dienen ze "helemaal
akkoord" te antwoorden. Dit geldt ook zo voor alle gelijkaardige vragen die beginnen met: "zou u het zien zitten
om....". Dus als de persoon aangeeft dit al te doen, dan dient u de antwoordmogelijkheid "helemaal akkoord" aan
te duiden".]
4
6171
B13) Ik denk dat mensen van mijn leeftijd beter niet meer dan... [overloop onderstaande mogelijkheden]
30 minuten tv kijken per dag
1 uur tv kijken per dag
2 uur tv kijken per dag
3 uur tv kijken per dag
4 uur tv kijken per dag
5 uur tv kijken per dag
B14) Waar staat het tv-toestel waar u het meest naar kijkt? [overloop onderstaande mogelijkheden]
In de keuken
In de woonkamer
In een aparte kamer
In de slaapkamer
In een andere kamer (noteer)
(*) B15) Hoeveel tijd kijkt uw partner gemiddeld naar tv? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Niet van toepassing
Kijkt geen tv
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
2 tot 3 uur/dag
3 tot 4 uur/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
(*) B16) Hoe vaak kijkt u SAMEN met uw partner naar tv? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
5
6171
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens tv-kijken kan verminderen of (meer)
kan onderbreken door even recht te staan. Geef met behulp van de antwoordkaart (2) aan in welke mate
u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
LEES: In welke mate zou u het zien zitten om.... (voor elke stelling afzonderlijk)
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
B17) taken rechtstaand uit te voeren
terwijl u tv aan het kijken bent (zoals
strijken, klusjes uitvoeren, rustig
spelen met (klein)kinderen,...).
B18) een uur tv-kijken te vervangen
door lichte inspanningen (vb: kuisen,
klusjes).
B19) tijdens de reclame op tv kort
recht te staan.
B20) recht te staan om van zender te
veranderen.
[TIP interviewer: Indien de persoon aangeeft bepaalde zaken reeds te doen --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".]
6
C) COMPUTERGEBRUIK
6171
LEES: De vragen omtrent tv-kijken zijn afgerond en nu gaan we over naar computergebruik. De volgende vragen gaan
over uw zittend computergebruik. Met computergebruik bedoelen we: E-mailen, websites bezoeken, chatten, sociale
netwerksites (facebook,...) bezoeken, spelletjes spelen,... op een vaste computer of een laptop. Belangrijk is dat u hier
ook rekening houdt met het gebruik van tablets (handcomputer zoals iPad). Ook internetgebruik op een smartphone valt
hieronder.
[TIP interviewer: indien deelnemer niet weet wat tablets of smartphones zijn, moet je hier niet verder op ingaan.
Benadruk nog eens dat het om computergebruik gaat (laptop en vaste computer).]
Indien de deelnemer aangeeft bovenstaande zaken (computer, tablet en smartphone) niet te
gebruiken --> ga naar pagina 10: "D) gemotoriseerd transport"
C1) Hoe lang zat/lag u gemiddeld neer op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij het gebruik van de
computer? Beantwoord deze vraag afzonderlijk voor weekdag en weekenddag.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: Laat de deelnemer de vraag afzonderlijk beantwoorden voor een weekdag
en een weekenddag.]
[TIP VOOR DE INTERVIEWER: Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer
niet kan antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan 'Hoeveel tijd spendeerde u in
totaal gedurende de laatste 7 dagen aan computer-gebruik?" Deel dit totaal dan zelf door 5 of 2!]
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Computer gebruiken
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
7
6171
(*) C2) Hoeveel tijd gebruikt uw partner gemiddeld een computer (denk aan tablets, internet op
smartphone, laptop, computer,...)? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Niet van toepassing
2 tot 3 uur/dag
Kijkt geen tv
3 tot 4 uur/dag
1 tot 15 minuten/dag
4 tot 5 uren/dag
15 tot 30 minuten/dag
5 tot 6 uren/dag
30 tot 60 minuten/dag
6 tot 7 uren/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 7 uren/dag
(*) C3) Hoe vaak gebruikt u een computer en dit op hetzelfde moment wanneer uw partner in dezelfde
ruimte een andere computer gebruikt? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Niet van toepassing
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens computergebruik kan verminderen of
(meer) kan onderbreken door even recht te staan. Geef met behulp van de antwoordkaart (2) aan in
welke mate u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
LEES: In welke mate zou u het zien zitten om .... (voor elke stelling afzonderlijk)
[TIP interviewer: indien persoon aangeeft bepaalde zaken reeds te doen --> aanduiden "ik zie dit zeker
zitten".]
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Ik zie dit
helemaal niet
zitten
Ik zie dit eerder
niet zitten
C4) rechtstaand de computer te
gebruiken.
C5) een uur computergebruik te
vervangen door lichte inspanningen
(vb: kuisen, klusjes).
C6) na 30 minuten de computer te
hebben gebruikt gedurende enkele
minuten recht te staan.
8
Neutraal
Ik zie dit
eerder wel
zitten
Ik zie dit zeker
zitten
6171
Geef met behulp van de antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met elk van de volgende
stellingen over computergebruik.
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
C7) Ik vind het leuk om de
computer te gebruiken.
C8) De computer gebruiken
verhindert me belangrijkere zaken
te doen.
C9) Ik vind het plezant gedurende
een lange tijd de computer te
gebruiken.
C10) De computer gebruiken is
mijn manier om te ontspannen.
(*) C11) Mijn partner vindt dat ik te
veel de computer gebruik.
C12) Ik vind van mezelf dat ik te
veel de computer gebruik.
C13) Ik zou het zien zitten om de
computer gedurende enkele
dagen in de week niet te
gebruiken.
C14) Ik zou het zien zitten om de
tijd die ik spendeer aan
computergebruik te verminderen.
(*) C15) Mijn partner moedigt me
aan om minder de computer te
gebruiken.
C16) Mijn vrienden moedigen me
aan om minder de computer te
gebruiken.
[TIP interviewer: Indien de persoon aangeeft bijvoorbeeld reeds enkele dagen in de week de computer niet te
gebruiken, dienen ze "helemaal akkoord" te antwoorden. Dit geldt ook zo voor alle gelijkaardige vragen die
beginnen met: "zou u het zien zitten om....". Dus als de persoon aangeeft dit al te doen, dan dient u de
antwoordmogelijkheid "helemaal akkoord" aan te duiden".]
9
D) GEMOTORISEERD TRANSPORT
6171
1) Onder gemotoriseerd transport verstaan we: auto, brommer, moto, trein, tram of bus.
2) Bij elke vraag staat één van onderstaande cirkels (toon bijhorende fotokaart horende bij cirkel):
OF
Maak in het begin van dit stuk duidelijk dat fotokaart aantoont over welke vervoersmanieren het
gaat!
3) Indien u nooit één van bovenstaande vervoersmiddelen gebruikt (als passagier of als
bestuurder) dan mag u verder naar pagina 15: " E) Huishoudelijke bezigheden en telefoneren".
VERPLAATSINGEN
D1) Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen bij gemotoriseerde verplaatsingen.
Hou hier dus rekening met uw transport voor verschillende zaken (vb. naar winkel, vrienden
opzoeken,...). Denk aan het gebruik van een auto, bus, trein, tram, moto of brommer; reken fietsen niet
mee.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: bevraag dit apart voor weekdag en weekenddag & elektrische fiets valt
hier niet onder & deze tijd omvat zowel het transport waarbij men passagier en bestuurder was.]
[TIP INTERVIEWER: er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer niet kan
antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan "Hoeveel tijd spendeerde u in totaal
gedurende de laatste 7 dagen aan het zitten tijdens verplaatsingen met een gemotoriseerd voertuig. Deel dit
totaal dan zelf door 5 of 2!]
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
Weekenddag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
10
6171
D2) Hoeveel tijd van de zojuist vermelde tijd was u zelf bestuurder van een gemotoriseerd voertuig
(brommer, moto of auto)? [overloop mogelijkheden in onderstaande tabel]
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: bevraag dit opnieuw apart voor weekdag en weekenddag & elektrische
fiets valt hier opnieuw niet onder & maak duidelijk dat ze zich baseren op de vorige vraag.]
[TIP INTERVIEWER: er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer niet kan
antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan "Hoeveel tijd spendeerde u in totaal
gedurende de laatste 7 dagen aan het zitten tijdens verplaatsingen wanneer u zelf bestuurder was van een
gemotoriseerd voertuig. Deel dit totaal dan zelf door 5 of 2!]
Weekdag
Weekenddag
Niet
Niet
1 tot 15 minuten/dag
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
60 tot 90 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
90 tot 120 minuten/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2 tot 2.5 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
2.5 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren per dag
Meer dan 7 uren per dag
D3) Gelieve aan te geven hoeveel tijd u gemiddeld per dag spendeerde aan wandelen buitenshuis op
een rustig tempo (bv: slenteren = rustig stappen, wandelen op "gemak", niet gehaast) als deel van uw
transport (bv. iemand bezoeken, naar bus wandelen, naar winkel wandelen,...) tijdens de laatste 7
dagen. [overloop onderstaande mogelijkheden]
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: het gaat hier enkel over wandelen op een rustig tempo buitenshuis &
wandelen moet doel hebben zoals bv. naar winkel gaan en wandelen als ontspanning/in vrije tijd hoort hier niet
bij & apart bevragen voor weekdag en weekenddag]
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
Weekenddag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 45 minuten/dag
45 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uur/dag
Meer dan 2 uur/dag
11
6171
LEES: Voor onderstaande vragen wordt er onder transport steeds het gebruik van gemotoriseerde
vervoersmiddelen verstaan (auto, brommer, moto, trein, tram of bus) waarvan u als bestuurder of als
passagier gebruik van maakt. Elektrische fiets valt hier ook NIET onder.
Geef met behulp van antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met elk van onderstaande
stellingen.
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal niet Eerder niet
akkoord
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
D4) Ik vind het leuk om me met een
gemotoriseerd voertuig te verplaatsen.
D5) Ik vind het leuk om als passagier
tijdens gemotoriseerd transport aan
bepaalde zaken te werken of uit te
rusten (bv. naaiwerk, telefoneren,...).
D6) Ik voel me lui als ik op mijn
bestemming aankom na mijn
gemotoriseerd transport
D7) Ik vind van mezelf dat ik te veel
gebruik maak van gemotoriseerd
transport.
D8) Ik zou het zien zitten om spontaan
een halte vroeger uit te stappen uit
tram/bus en het resterende eind te
wandelen.
D9) Ik zou het zien zitten om me
spontaan wat verder te parkeren met de
auto en het resterende eind te
wandelen.
D10) Ik zou het zien zitten om spontaan
de fiets te nemen of te wandelen ook al
heb ik een auto ter beschikking.
(*) D11) Mijn partner moedigt me aan
om me op een (meer) actieve manier
(fietsen, wandelen) te verplaatsen.
D12) Mijn vrienden moedigen me aan
om me op een (meer) actieve manier
(fietsen, wandelen) te verplaatsen.
(*) D13) Mijn partner vindt dat ik te veel
gebruik maak van gemotoriseerd
transport.
[TIP interviewer: Indien de persoon aangeeft bijvoorbeeld reeds spontaan een halte vroeger uit te stappen,
dienen ze "helemaal akkoord" te antwoorden. Dit geldt ook zo voor alle gelijkaardige vragen die beginnen met:
"zou u het zien zitten om....". Dus als de persoon aangeeft dit al te doen, dan dient u de antwoordmogelijkheid
"helemaal akkoord" aan te duiden".]
12
6171
D14) Wat zijn voor u de voornaamste redenen om u niet actief (wandelen of fietsen) te verplaatsen?
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: lees één voor één de antwoordmogelijkheden & meerdere antwoorden
zijn mogelijk]
De omgeving is niet veilig om te wandelen of te fietsen
Actief transport (wandelen of fietsen) is niet aantrekkelijk (geen groene omgeving in de buurt, saai,...)
Actief transport is vermoeiend (zweten, bagage dragen,...)
De voorzieningen voor openbaar vervoer zijn goed uitgerust (bushaltes dicht bij de deur,...)
Tijdsdruk
Te grote afstand
Weersomstandigheden
Het combineren van verschillende taken (naar bakker, iemand bezoeken,....)
Financiële redenen (terugbetaling openbaar vervoer, prijsverlagingen voor 65-plussers)
Ik kan/durf niet te fietsen
Ik kan niet lang wandelen
Als ik wandel krijg ik pijn in knie, rug,...
Als ik fiets krijg ik pijn in knie, rug,...
Andere (noteer)
Ik verplaats me altijd actief (wandelen en/of fietsen)
(*) D15) Hoe verplaatst uw partner zich meestal...
Gemotoriseerd transport
Actief transport (wandelen/fietsen) Niet van toepassing (geen partner)
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag tijdens gemotoriseerd transport kan
verminderen of (meer) kan onderbreken door even recht te staan. Geef met behulp van de antwoordkaart
(2) aan in welke mate u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
LEES: in welke mate zou u het zien zitten om... (voor elke stelling afzonderlijk)
[TIP interviewer: indien persoon aangeeft bepaalde zaken reeds te doen --> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".]
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Ik zie dit helemaal
niet zitten
D16) spontaan recht te staan op de
bus, trein of tram in plaats van neer te
zitten.
D17) na 30 minuten zitten in bus, trein
of tram even kort te gaan rechtstaan.
13
Ik zie dit eerder
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit eerder Ik zie dit zeker
wel zitten
zitten
6171
Geef over onderstaande beweringen uw mening i.v.m. de omgeving waarin u zich begeeft tijdens uw
gemotoriseerd transport. Beoordeel hier de omgeving op ongeveer 10 à 15 minuten wandelen of op 1 km
van uw woning. Doe dit opnieuw met behulp van een antwoordkaart (1).
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
D18) Als ik me buitenshuis begeef naar
openbare plaatsen (winkels/station/...) kan ik
gemakkelijk parkeren.
D19) Via informatieborden langs de weg
en/of radio krijg ik veel info over
cinema/theater of sportwedstrijden waar ik
veel zit.
(*) D20) Hoe vaak verplaatst u zich SAMEN met uw partner met gemotoriseerd transport?
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: bevraag dit apart voor weekdag en weekenddag]
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Weekdag
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Weekenddag
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Niet van toepassing (geen partner)
LEES: U bent al voorbij de helft van de vragenlijst!
14
E) HUISHOUDELIJKE BEZIGHEDEN EN TELEFONEREN
6171
LEES: nu gaan we u enkele vragen stellen over huishoudelijke taken en telefoneren in huis.
E1) Hoeveel tijd bracht u gemiddeld per dag al zittend/liggend door tijdens huishoudelijke taken en ook
al zittend/liggend tijdens thuis telefoneren tijdens de laatste 7 dagen? Mogelijke huishoudelijke taken
zijn: koken, strijken, kleine herstellingen uitvoeren,...
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: onder kleine herstellingen verstaan we bijvoorbeeld een lamp of batterij vervangen
& bevraag huishoudelijke taken afzonderlijk van telefoneren]
[TIP INTERVIEWER: er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer niet kan
antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan "Hoeveel tijd spendeerde u in totaal gedurende
de laatste 7 dagen aan huishoudelijke taken OF telefoneren in huis? Deel dit totaal dan zelf door 5 of 2!]
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Huishoudelijke taken (zittend)
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Telefoneren (zittend)
Weekenddag
Weekdag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
Niet
1 tot 15 minuten/dag
15 tot 30 minuten/dag
30 tot 60 minuten/dag
1 tot 2 uren/dag
2 tot 3 uren/dag
3 tot 4 uren/dag
4 tot 5 uren/dag
5 tot 6 uren/dag
6 tot 7 uren/dag
Meer dan 7 uren/dag
15
6171
De volgende stellingen zijn verschillende meningen over zittende activiteiten in het huishouden en thuis
telefoneren. Geef met behulp van antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met elk van de
onderstaande stellingen.
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal niet Eerder niet
akkoord
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
E2) Ik vind het leuk om te zitten
tijdens huishoudelijke taken.
E3) Wanneer ik zittend werk in het
huishouden kan ik sneller werken.
E4) Ik zou liever meer rechtstaan
tijdens huishoudelijke taken.
E5) Ik vind van mezelf dat ik meer
kan rechtstaan tijdens
huishoudelijke taken.
E6) Ik zou het zien zitten om
rechtstaand te telefoneren.
E7) Ik zou het zien zitten om taken
in de keuken rechtstaand uit te
voeren.
(*) E8) Mijn partner moedigt me
aan om minder te zitten tijdens
huishoudelijke taken.
(*) E9) Huishoudelijke taken (en
telefoneren) worden door mijn
partner meestal zittend uitgevoerd.
[TIP interviewer: Indien de persoon aangeeft bijvoorbeeld reeds rechtstaand te telefoneren, dienen ze "helemaal
akkoord" te antwoorden. Dit geldt ook zo voor alle gelijkaardige vragen die beginnen met: "zou u het zien zitten
om....". Dus als de persoon aangeeft dit al te doen, dan dient u de antwoordmogelijkheid "helemaal akkoord" aan
te duiden".]
Geef aan of u het liefst volgende huishoudelijke taken al zittend of al rechtstaand zou uitvoeren.
Liefst rechtstaand
Liefst zittend
E10) Telefoneren
E11) Aardappelen schillen/groenten
snijden
E12) Strijken
E13) Was opvouwen
E14) Tanden poetsen
E15) Kleine herstellingen uitvoeren
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: hoe zien ze dit zitten in de toekomst & als ze bijvoorbeeld de
was nooit opvouwen, bevraag dit dan hypothetisch.]
16
6171
Er zijn verschillende situaties waarin u uw zittend gedrag in het huishouden kan verminderen of (meer)
kan onderbreken door even recht te staan. Geef met behulp van de antwoordkaart (2) aan in welke mate
u het zou zien zitten om volgende zaken uit te voeren.
[TIP interviewer: indien persoon aangeeft bepaalde zaken reeds te doen -> aanduiden "ik zie dit zeker zitten".]
LEES: in welke mate zou u het zien zitten om... (voor elke stelling afzonderlijk)
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Ik zie dit helemaal Ik zie dit eerder
niet zitten
niet zitten
Neutraal
Ik zie dit eerder
wel zitten
Ik zie dit zeker
zitten
E16) meer huishoudelijke taken
rechtstaand uit te voeren.
E17) toestellen te verplaatsen zodat
u moet rechtstaan om deze te
kunnen bedienen (printer,
afstandsbediening tv,...).
(*) Geef met behulp van de antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met volgende stellingen.
Ik ben er zeker van dit ik mijn zittende activiteiten thuis meer kan onderbreken, ook al (herhaal voor elke stelling)
Helemaal niet
akkoord
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
E18) doet mijn partner dit niet.
E19 ) steunt/begrijpt mijn partner
mij niet.
Hoe bekijkt u de nabije omgeving van uw woonplaats (binnen een straal van 1 km of op 10-15 minuten
wandelen)? Geef met behulp van de antwoordkaart (1) aan in welke mate u akkoord gaat met
onderstaande stellingen.
[TIP interviewer: Overloop elke
stelling afzonderlijk]
Helemaal niet
akkoord
E20) De meeste woningen in mijn buurt
zijn alleenstaande woningen (open
bebouwing).
E21) Er zijn veel winkels op
wandelafstand van mijn huis.
E22) Er is een halte van het openbaar
vervoer (bus en/of tram) op
wandelafstand van mijn huis.
E23) Er is een park op wandelafstand
van mijn huis.
E24) Wandelen is gevaarlijk omwille van
het verkeer in mijn buurt.
E25) Wandelen in mijn buurt is gevaarlijk
omwille van de hoge kans op misdaad.
E26) In mijn buurt staan er bomen langs
de straten.
E27) Ik vind mijn buurt een goede plaats
om in te leven.
E28) De omgeving nodigt uit om te
bewegen (geen heuvels, goed
onderhouden voetpad,...).
17
Eerder niet
akkoord
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
6171
Hoeveel van onderstaande niet draagbare toestellen zijn aanwezig bij u thuis EN maakt u ZELF ook
gebruik van?
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER (voor alle onderstaande vragen): indien deelnemer geen antwoord kan geven,
overloop stap voor stap de woning & het moeten toestellen zijn waar ze zelf ook gebruik van maken!]
Geen
1
2
4
3
5
Meer dan 5
5
Meer dan 5
E29) Televisies
E30) Videospelers/Dvd-spelers
E31) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
E32) Computer (vaste)
E33) Telefoontoestellen (vaste lijn)
Hoeveel van bovenstaande niet draagbare toestellen bevinden zich in uw slaapkamer?
1
Geen
2
3
4
E34) Televisies
E35) Videospelers/Dvd-spelers
E36) Muziekinstallaties (radio, CD-spelers,
stereo,...)
E37) Computer (vaste)
E38) Telefoontoestellen (vaste lijn)
Gelieve het aantal draagbare toestellen te noteren die aanwezig zijn bij u thuis EN waarvan u ZELF ook
gebruik maakt.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: indien deelnemer geen smartphone/tablet/... kent, hier niet verder op ingaan]
Geen
1
2
3
4
5
Meer dan 5
E39) Laptop
E40) GSM (geen smartphone)
E41) Smartphone
E42) Muziekspelers (zoals iPod, MP3,...)
E43)Tablet (iPad, Samsung Galaxy Tab,...)
Hoe beoordeelt u volgende beweringen omtrent de voorzieningen bij u thuis?
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: gebruik hiervoor antwoordkaart (6) & "niet van toepassing"= geen tv of geen zetels]
Helemaal
niet akkoord
Eerder niet
akkoord
E44) De afstandsbediening van de tv ligt
steeds binnen handbereik wanneer ik
deze nodig heb.
E45) De zetels bij ons thuis zijn
comfortabel om gedurende een lange
tijd in te zitten.
18
Neutraal
Eerder
akkoord
Helemaal
akkoord
Niet van
toepassing
F) ANDERE ZITTENDE/LIGGENDE ACTIVITEITEN
6171
LEES: tot nu toe hebben we de voorgaande contexten uitgebreid besproken. Nu gaan we andere contexten bevragen,
maar hier willen we enkel weten hoeveel tijd u aan deze contexten spendeerde tijdens de laatste 7 dagen.
Hoe lang zat u gemiddeld op één dag tijdens de laatste 7 dagen voor de volgende zittende activiteiten? Onder
zittende activiteiten worden ook liggende activiteiten verstaan. Elke periode van zitten of liggen mag slechts 1 keer in
rekening worden gebracht. Indien u bv. 1 uur in de zetel zat om een boek te lezen terwijl u naar muziek luisterde, reken
deze tijd dan als 1 uur lezen indien dit uw voornaamste bezigheid was. Reken deze tijd dan niet opnieuw als 1 uur naar
muziek luisteren!
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER:
- Geef antwoordkaart (4) aan deelnemer & bevraag dit apart voor weekdagen en weekenddagen
- Vermeld duidelijk de gegeven voorbeelden
- HOBBY'S: vermeld ook sudoku's, kruiswoordpuzzels,...
- Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer niet kan antwoorden omwille van een
te grote variatie van dag tot dag, vraag dan "Hoeveel tijd spendeerde u in totaal gedurende de laatste 7 dagen aan...
Deel dit totaal dan zelf door 5 of 2!
- MAALTIJDEN: eten voor tv moet men hier niet meetellen]
Niet
F1) Zittend
lezen (boek,
krant,...)
F2) Zittend
zorgen voor
kleinkinderen,
anderen
F3) Zitten bij
hobby's
(vrijwilligerswerk, kaarten,
naaien,...)
F4) Zitten bij
sociaal
contact
(vrienden
bezoeken,
café,....)
1 tot 15 15 tot 30 tot 60 1 tot 2
minuten 30
minuten uur per
per dag minuten per dag dag
per dag
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
weekdag
weekenddag
F5) Zittend
weekdag
naar muziek
luisteren
weekenddag
(radio, CD,...)
F6) Maaltijden weekdag
(ontbijt,...)
weekenddag
F7)
Middagdutje
weekdag
weekenddag
19
2 tot 3 3 tot 4
uur per uur per
dag
dag
Meer
4 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 dan 7
uur per uur per uur per uur per
dag
dag
dag
dag
6171
Hoe vaak doet u onderstaande situaties op HETZELFDE (tegelijkertijd) moment? (geef antwoordkaart 5)
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
F8) tv kijken - GSM gebruiken
F9) tv kijken - computer/tablet
(handcomputer)
F10) computer - GSM gebruiken
F11) computer - muziek luisteren
F12) GSM - praten met
vrienden/familie
F13) GSM - muziek luisteren
F14) Naaien (of ander handwerk) tv kijken
[Tip interviewer: "niet van toepassing" kan enkel worden aangeduid als persoon een bepaald toestel niet
gebruikt/heeft of één van beide activiteiten niet doet.]
[Verduidelijking interviewer: F12: met praten met vrienden/familie bedoelen we het rechtstreekse sociale
contact en dus niet opbellen.]
20
Niet van
toepassing
R) Rechtstaande activiteiten
6171
Gelieve aan te geven hoeveel tijd u gemiddeld per dag spendeerde aan de onderstaande rechtstaande
activiteiten/situaties tijdens de laatste 7 dagen (geef antwoordkaart 3).
VERMELD onderstaande voorbeelden van licht intense activiteiten in het huishouden (RECHTstaand uitgevoerd)
Planten water geven
Afstoffen (A)
Aankleden/uitkleden
Koken
Spelen met (klein)kinderen (rustig) Rechtstaand telefoneren
Persoonlijke hygiëne (scheren, make-up,...)
Strijken (A)
Eten opdienen
De was doen, kleren ophangen voor te drogen,... (A)
Afwassen, tafel opruimen
Dieren eten geven
Niet
1 tot 15
15 tot 30
45 tot 60
30 tot 45
minuten/dag minuten/dag minuten/dag minuten/dag
HUISHOUDEN (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R1) Kuisen
weekdag
(afstoffen,strijken,....)
Opmerking: enkel
voorbeelden in tabel
weekenddag
vallen hieronder (A)
weekdag
R2) Keuken
(koken,
voorbereiding,...) weekenddag
R3) (Klein)weekdag
kinderen (rustig
samen
weekenddag
spelen,...)
TUIN (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R4) Planten
water geven,
dieren eten
geven,...
weekdag
weekenddag
VERZORGING (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R5) Verzorging
weekdag
(wassen, scheren,
make-up, tanden
weekenddag
poetsen,...)
VRIJE TIJD/HOBBY'S (RECHTSTAAND UITGEVOERD)
R6) Winkelen (niet
stappen), staand
weekdag
tv-kijken, staand
muziek luisteren,
lichte stretching,
rustige yoga,
weekenddag
biljart, staan in
kerk,...
WANDELEN OP RUSTIG TEMPO (bv. slenteren= rustig stappen, niet gehaast)
R7) Wandelen op
rustig tempo (bv.
slenteren) in huis
weekdag
weekenddag
21
1 tot 2
uur/dag
Meer dan 2
uur/dag
G) Gezondheid
6171
LEES: deze vragen gaan over uw standpunten ten aanzien van uw gezondheid. Al uw antwoorden worden
ook hier strikt vertrouwelijk verwerkt!
Heeft u gedurende de voorbije maand vaak last gehad van een neerslachtig, depressief of hopeloos
gevoel?
Ja
Neen
Heeft u gedurende de laatste maand minder plezier of interesse in wat u doet?
Ja
Neen
22
H) Fysieke activiteit
6171
LEES: denk nu aan alle bewegingsactiviteiten die u de laatste 7 dagen heeft gedaan en dit rekening houdend met
volgende activiteiten: huishouden, werken in tuin, zich verplaatsen van en naar verschillende plaatsen, activiteiten in vrije
tijd als ontspanning en sport, vrijwilligerswerk,....
Ook indien u denkt geen actief persoon te zijn, vragen we u goed na te denken over onderstaande vragen.
1) Op hoeveel dagen heeft u tenminste 10 minuten aan één stuk gewandeld als u denkt aan de laatste 7
dagen? Denk hierbij aan wandelen thuis, wandelen om van de ene naar de andere plaats te komen, en
al het andere wandelen dat u deed tijdens recreatie, sport of vrijetijdsbesteding.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met wandelen dat ten minste 10 min heeft
geduurd.]
Geen wandelen Indien geen wandelen --> ga naar 2)
dag(en) per week
Op de dagen dat u ten minste 10 minuten aan één stuk wandelde, hoeveel tijd heeft u daar dan
gewoonlijk aan besteed?
uur/uren
minuten per dag
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met wandelen dat ten minste 10 min heeft
geduurd. Rapporteer de tijd van de hele verplaatsing, dus heen en terug.]
[TIP VOOR DE INTERVIEWER: Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer
niet kan antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan 'Hoeveel tijd spendeerde u in
totaal gedurende de laatste 7 dagen aan wandelen om ergens heen te gaan?" Deel dit totaal dan zelf door 7!]
2) Op hoeveel dagen heeft u matige fysieke activiteiten verricht, zoals tuinieren, kuisen (vb: ruiten
wassen), fietsen op regelmatig tempo, zwemmen op regelmatig tempo of andere fitness activiteiten aan
een matige intensiteit als u denkt aan de laatste 7 dagen? Laat wandelen hier buiten beschouwing.
Matig intensieve lichamelijke fysieke activiteit laat u iets sneller ademen dan normaal. Denkt u weer
alleen aan activiteiten die u ten minste 10 minuten aan één stuk heeft verricht.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met matige fysieke inspanningen die ten
minste 10 min hebben geduurd.]
Ik heb geen matig intensieve lichamelijke fysieke activiteiten verricht
Ga naar 3)
dag(en) per week
Op de dagen dat u matig intensief lichamelijk fysiek actief was, hoeveel tijd heeft u daar dan gewoonlijk
aan besteed?
uur/uren
minuten per dag
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met matig fysieke inspanningen die ten
minste 10 min hebben geduurd.]
[TIP VOOR DE INTERVIEWER: Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer niet
kan antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan 'Hoeveel tijd spendeerde u in totaal
gedurende de laatste 7 dagen aan uitvoeren van matig fysieke inspanningen?" Deel dit totaal dan zelf door 7!]
23
6171
3) Op hoeveel dagen heeft u zware lichamelijke fysieke activiteiten verricht zoals zware lasten tillen,
zwaardere taken in tuin/bouw, hout hakken, aerobics, joggen/lopen of snel fietsen als u denkt aan de
laatste 7 dagen? Denk alleen aan de activiteiten die u ten minste 10 minuten aan één stuk heeft verricht.
Zware lichamelijke fysieke activiteiten zijn activiteiten die veel lichamelijke inspanning kosten en voor
een veel snellere ademhaling zorgen.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met zware lichamelijke fysieke activiteiten
die ten minste 10 min hebben geduurd.]
Ik heb geen zware lichamelijke fysieke activiteiten verricht
Ga naar I)
dag(en) per week
Op de dagen dat u zwaar lichamelijk fysiek actief was, hoeveel tijd heeft u daar dan gewoonlijk aan
besteed?
uur/uren
minuten per dag
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: deelnemer mag enkel rekening houden met zware lichamelijke fysieke activiteiten
die ten minste 10 min hebben geduurd.]
[TIP VOOR DE INTERVIEWER: Er wordt gepeild naar een gemiddeld aantal uur per dag. Wanneer de deelnemer
niet kan antwoorden omwille van een te grote variatie van dag tot dag, vraag dan 'Hoeveel tijd spendeerde u in
totaal gedurende de laatste 7 dagen aan zware lichamelijke fysieke activiteiten?" Deel dit totaal dan zelf door 7!]
I) Informatief gedeelte
I1) Wat is uw moedertaal? (gelieve 1 antwoord te geven)
Nederlands
Frans
Turks
Arabisch
Engels
Andere (noteer)
I2) Wat is het hoogst behaalde diploma of getuigschrift dat u ( * en eventueel uw partner) behaald heeft?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
(*) PARTNER
UZELF
Lager onderwijs
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Hoger onderwijs, niet-universitair
Universitair onderwijs
Weet ik niet
Lager onderwijs
Beroeps secundair onderwijs (BSO)
Technisch secundair onderwijs (TSO)
Algemeen secundair onderwijs (ASO)
Hoger onderwijs, niet-universitair
Universitair onderwijs
Niet van toepassing
24
6171
I3) Hoe kan u uw huidige werksituatie het best omschrijven? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Ik werk voltijds
Ik werk halftijds of parttime
Ik ben werkloos/werkzoekende
Ik heb een loopbaanonderbreking
Ik ben gepensioneerd
Invalide (waardoor persoon niet kan werken)
I4) Wat is/was uw hoofdberoep? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Huishouden
Onderwijs
Bediende
Kaderpersoneel
Zelfstandige (geen vrij beroep)
Vrij beroep
Arbeider
Andere (noteer)
[Tip interviewer: Indien je niet weet waar het beroep thuishoort, schrijf het beroep op bij andere.]
I5) Hoeveel motorvoertuigen (wagens, moto's of brommers,...) die nog werken, zijn er aanwezig in uw
huishouden? Gelieve de voertuigen waarvan u geen gebruik maakt OOK mee te rekenen.
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: elektrische fietsen horen hier niet bij]
(Noteer hier het aantal)
25
6171
LEES: met behulp van onderstaande vragen kan worden bijgehouden hoe u zich voelt en hoe goed u in staat
bent uw gebruikelijke bezigheden uit te voeren. Ik herhaal nog eens dat alles wat u vertelt strikt vertrouwelijk
blijft.
I6) Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Uitstekend
Zeer goed
Goed
Matig
Slecht
De volgende vragen gaan over dagelijkse bezigheden. Wordt u door uw gezondheid op dit moment beperkt bij
deze bezigheden? Zo ja, in welke mate?
I7) Forse inspanningen, zoals hardlopen, zware voorwerpen tillen, inspannend sporten?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja, ernstig beperkt
Ja, een beetje beperkt
Nee, helemaal niet beperkt
I8) Een paar trappen lopen?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja, ernstig beperkt
Ja, een beetje beperkt
Nee, helemaal niet beperkt
Had u, ten gevolge van uw lichamelijke gezondheid, de afgelopen 4 weken een van de volgende problemen bij
uw dagelijkse bezigheden?
I9) Hebt u minder bereikt dan u zou willen?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja
Nee
I10) U was beperkt in het soort bezigheden?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja
Nee
26
6171
Had u, ten gevolge van een emotioneel probleem (bijvoorbeeld doordat u zich depressief of angstig voelde), de
afgelopen 4 weken een van de volgende problemen bij uw dagelijkse bezigheden?
I11) Hebt u minder bereikt dan u zou willen?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja
Nee
I12) Hebt u dingen niet zo zorgvuldig gedaan als u gewend bent?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Ja
Nee
I13) In welke mate heeft pijn u de afgelopen weken belemmerd bij uw bezigheden?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Helemaal niet
Een klein beetje
Nogal
Veel
Heel erg veel
Deze vragen gaan over hoe u zich de afgelopen 4 weken heeft gevoeld. Wilt u bij elke vraag het antwoord
geven dat het beste aansluit bij hoe u zich heeft gevoeld?
I14) Voelde u zich kalm en rustig? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Voortdurend
Meestal
Vaak
Soms
Zelden
Nooit
I15) Voelde u zich energiek? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Voortdurend
Meestal
Vaak
Soms
Zelden
Nooit
I16) Voelde u zich neerslachtig en somber? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Voortdurend
Meestal
Vaak
Soms
Zelden
Nooit
I17) Hoe vaak hebben uw lichamelijke gezondheid of emotionele problemen gedurende de afgelopen 4
weken uw sociale activiteiten (zoals bezoek aan vrienden of familie) belemmerd?
[overloop onderstaande mogelijkheden]
Voortdurend
Meestal
Vaak
Soms
Zelden
Nooit
I18) Hoe vaak heeft u angst om te vallen? [overloop onderstaande mogelijkheden]
Heel vaak
Vaak
Soms
Zelden
Nooit
27
J) Lichaamsmetingen
6171
1. Lengte:
,
cm
3. Gewicht:
,
kg
,
cm
2. leeftijd:
jaar
4. Lendenomtrek
Meting 1:
,
Meting 2:
cm
Meting 3:
,
cm
5. Handknijpkracht
Meting 1:
kg
Meting 2:
kg
6. Repeated chair stands:
,
Tijd:
sec
Deelnemer was niet in staat deze meting uit te voeren
7. Balans:
Moeilijkste stand uitgevoerd
Duur (sec)
Side-by-side
,
Semi-tandem
,
Volledige tandem
,
8. Wandelen 3m
Tijd 1:
,
Tijd 2:
,
sec
sec
Deelnemer was niet in staat deze meting uit te voeren
LEES:
Dit is het einde van het interview! Bedankt voor uw deelname aan ons onderzoek!
Indien u een cadeaubon gewonnen heeft, zult u daar persoonlijk van op de hoogte worden gebracht!
28
K) Bewegingsmeters
6171
OPMERKING: deze pagina enkel voor hoofdonderzoeker (Cedric Busschaert)
Bent u bereid om gedurende 1 week twee kleine bewegingsmetertjes te dragen, zodat we uw mate van
beweging in kaart kunnen brengen? Deze bewegingsmeters (gedragen op heup en bovenbeen) hinderen
u niet met uw dagelijkse bezigheden. U bent volledig vrij bij uw keuze en dit zal niets veranderen aan de
samenwerking met de onderzoekers. Indien u na het dragen van de bewegingsmetertjes graag uw
persoonlijke resultaten krijgt, sturen we u deze graag door! Deze meters worden later ook de
onderzoekers bij uw thuis opgehaald. (TOON BEWEGINGSMETERS)
Ja
Neen
Op welk telefoonnummer kunnen we u bereiken?
[VERDUIDELIJKING INTERVIEWER: dit nummer zal enkel gebruikt worden bij onduidelijke gegevens. Dit
nummer zal nooit worden doorgegeven aan derden.]
Hoofdonderzoeker:
A) geen bewegingsmeters --> doorloop interview vanaf begin
B) wel bewegingsmeters --> start met lichaamsmetingen, dan uitleg meters en afsluiten met het afspreken van nieuwe
datum (vervolg interview +/- 60 min & ophalen bewegingsmeters)
C) reeds 100 personen bewegingsmeters gedragen --> doorloop interview vanaf begin
29
6171
30
8 LIJST VAN TABELLEN
Tabel 1: Aanbeveling reductie sedentair gedrag 2009-2015 (Vlaams Agentschap Zorg &
Gezondheid, 2013)
Tabel 2: Adolescenten: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende sociodemografische variabelen
Tabel 3: Volwassenen: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende sociodemografische variabelen
Tabel 4: Senioren: prevalentie sedentair gedrag in relatie tot verschillende sociodemografische variabelen
Tabel 5: Adolescenten, volwassenen en senioren: contexten totaal sedentair gedrag
Tabel 6: Beschrijving items vragenlijst + dichotomisering
Tabel 7: Adolescenten, volwassenen en senioren: beschrijvende statistiek
Tabel 8: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschil in tv kijken en
computergebruik
Tabel 9: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschil in totaal sedentair gedrag
Tabel 10: Adolescenten, volwassenen en senioren: verschillen in sedentair gedrag op
basis van socio-demografische variabelen
Tabel 11: Adolescenten: verband tussen aanbeveling schermtijd en geslacht/leeftijd
Tabel 12: Adolescenten, volwassenen en senioren: socio-demografische variabelen als
predictoren voor sedentair gedrag
227
228