verslag van Andre

Vrijdag 17 t/m maandag 20 oktober: weekeind Oost Vlaanderen
We vertrekken al op tijd. Iedereen (behalve “Zeddam”+ Jan Hofstede) is al voor half negen, het
afgesproken tijdstip, bij Argo. De fietsen worden in de kar, geregeld door Carel, geladen. Een aantal
fietsen gaan op de fietsdragers achter op de trekhaken mee.
We vertrekken even over negenen richting België. In het wegrestaurant bij Minderhout pauzeren we
even. Daar ontmoeten we de eerste “onvriendelijkheid”; ze willen ons geen appelgebak geven (gaat
Gent, in de bus
Peter, onze gids
Paul met de strop van Gent
Proeverij
Wat doet Frans nou?
Belfort en nieuwe markthal
Het Gentse Altaarstuk (oftewel
Het Lam Gods van de broers Jan en
Hubert van Eyck
Vrijdagsmarkt
Korenmarkt
volgens het bedienend personeel pas om half twaalf open). Uiteindelijk geven ze ons toch het
appelgebak. Voor de koffie: eerst muntjes kopen, dan in de rij voor een automaat. Echt vlot gaat het
niet.
We rijden verder naar het Technologiepark Zwijnaarde waar we de auto’s parkeren. Het lijkt ons,
zeker met die fietsen in de aanhanger en achterop, handiger om de auto’s hier te laten en met
bus/tram verder het centrum van Gent in te gaan. Met z’n allen in de bus, net een schoolreisje.
We stappen in het centrum van de prachtige binnenstad uit. Er is nog tijd voor een vlaamse friet;
helaas niet in een puntzak.
Tegen twee uur zijn we op de afgesproken plek voor de St. Baafs (st. Bavo) kathedraal. Daar zitten
Kristel en Peter, onze gids, te
en de draak waakt over de “schat”
wachten.
Peter bezorgt ons een geweldige
middag waarbij hij ons een perfecte
inleiding op Gent geeft. We
bezoeken eerst uitgebreid de Sint
Baafs kathedraal waar we
uitgebreid stil staan bij het Gentse
Altaarstuk (het Lam Gods van de
gebroeders van Eyck. Hij vraagt
André daar nog een en ander over
op hout geschilderde panelen te
vertellen. Daar doet hij een poging
toe.
Eenmaal buiten doet hij Paul,
natuurlijk Paul, een Gentse strop
om. We staan op de hoek bij het
Gentse stadhuis.
boven op het Belfort
We wandelen verder. Met zijn
volumineuze stem doet Peter een middeleeuwse aankondiging; op een gegeven moment begint hij
zelfs een “volkslied” te zingen bij het standbeeld van een troubadour.
Via de Vrijdagsmarkt bereiken we de Dulle Griet, het kanon dat bij het eerste schot dusdanig
beschadigd raakte dat het daarna nooit meer bruikbaar was (het kanon was een maatje te groot).
Via een proeverij in de middeleeuwse vleeshal, waar ons de keus uit drie bieren (Gulden Draak, trippel
Carmliet, ***) en lokale ham/kaas werden aangeboden bereiken we de overzijde van de Leie (Gent
heet origineel Ganda, wat samenvloeiing, in dit geval van de Schelde en de Leie, betekent). Daar
staat het Gravensteen, de stadsburcht die meer is gebruikt voor onderdrukking van de Gentse
bevolking dan voor bescherming, in al zijn grootsheid. We krijgen prachtige doorkijken op de vismarkt.
We wandelen verder. Na ongeveer 3,5 uur onze gids te zijn geweest (er was 2,5 uur gepland) verlaat
Stadsburcht het Gravensteen
Peter ons. Een geweldige gids. Hij heeft ons op een zeer plezierige wijze met de stad kennis laten
maken..
Wij gaan terug met tram/bus naar de auto’s. Daarna verder naar Maarkedal, de overnachtingsplek,
waar we een uur na afspraak aankomen.
We overnachten in een grote enigszins (met de Franse slag) opgeknapte boerderij.
Uiteindelijk eten we, na een telefoontje van John, bij een pizzeria in Ronse, dat op loopafstand van
onze overnachtingsplek ligt. Laat en vermoeid terug “thuis”. Toch nog wat gedronken. De door Anton
meegebrachte koolputterkes gaan er niet vlot in.
Gent, vismarkt
In Maarkedal aangeland
bijna in gereedheid voor de
Ronde van Vlaanderen
De volgende ochtend staan alleen Rob en Andries vroeg op om boodschappen te gaan doen. Ze zijn
niet vroeg terug; boodschappen doen duurt langer dan gedacht.
De fietsen worden klaargemaakt. Het is schitterend weer: een helblauwe lucht, heerlijk zonnetje en
een temperatuur van boven de 20 oC. Wat wil je nog meer.
Hans, John en Mark gaan niet mee fietsen. Zij gaan naar Ieper om de geschiedenis van de Eerste
Wereldoorlog in het Flanders Fields museum op te snuiven. De rest, 12 man/vrouw sterk, vertrekt voor
een stukje ronde van Vlaanderen.
De discipline is bij aanvang ver te zoeken. Als Rob, nadat zijn torso uit zijn shirt is gebarsten, een
nieuw fietsshirt gaat kopen, is het overzicht helemaal verloren. Er wordt door de voorsten blind op de
bordjes van de Ronde van Vlaanderen gefietst terwijl het de bedoeling was een afsnijding te maken.
Nu zitten we allemaal op de route van ca. 80 kilometer (zie blad 48) terwijl het grootste deel van de
groep aangegeven had slechts ca. 40 kilometer te willen fietsen. Later worden de bordjes zo fanatiek
gevolgd, dat we dreigden het hele traject (de ronde is 260 kilometer lang) te gaan fietsen. Pas nadat
dit duidelijk was kwam er enige discipline in de groep.
We hergroeperen op een terras in Oudenaarde. Hier is het bedienend personeel wederom zeer
onvriendelijk. We bestelden soep, die op het eerste oog met frisse tegenzin werd geserveerd. In
eerste instantie zei men dat het bijleveren van brood niet mogelijk was. André koopt dan maar brood
bij een nabijgelegen bakker, Later verschijnen er toch wat bolletjes bij de soep.
We fietsen terug langs de Schelde. Ben rijdt lek; een scheur in de buitenband. Nog net herstelbaar.
We hebben nog nagenoeg geen bult gezien. Dat verandert snel als we de schelde verlaten en de
Oude Kwaaremont voorgeschoteld krijgen. Een prachtig stukje kasseien. Rob valt als eerste tegen de
grond. Later, op de Patersberg, volgen ook nog Carel, Andries en André. Iedereen geniet van dit
fietstochtje, Zelfs degenen die veel minder wilden gaan fietsen willen de tocht volledig afmaken. Het
weer is dan ook geweldig.
Gemma op de
Oude Kwaaremont
Patersberg
Op de Koppenberg breekt de ketting van André. Dan maar wandelend naar boven; niet leuk. Gelukkig
heeft Frans een kettingpons bij zodat de gebroken schakel kan worden verwijderd en de tocht kan
worden voortgezet. Er volgen nog een aantal kasseistroken waarvan de Taaienberg de meeste
energie vergt. In ieder geval ontlokt het bij Tonnie de uitspraak “geen centimeter meer”.
Uiteindelijk belanden we op een terras op de centrale markt van Ronse, waar de biertjes ons goed
smaken. Het fietsen nadien, ook al is het maar drie kilometer (wel heuvel op) gaat wat moeizaam.
We wandelen terug naar Ronse waar Rob bij “De Acte” heeft gereserveerd. Ze konden ons daar
achteraf gezien niet hebben. We moeten maar liefst twee uur op ons eten wachten. En wederom zijn
ze niet vriendelijk. Het eten is wel top.
Wederom laat terug op honk. Eigenlijk weer te moe om nog wat te doen; toch nog maar een biertje
genomen.
Hans, John en Mark
brengen een bezoek aan Ieper
Begeaafplaats
Eerste Wereld Oorlog
Ieper
Flanders Field museum
zomers Maarkedal
Het is voor ons allemaal een topdag geweest. Ook voor de drie Iepergangers.
Dag nummer drie begint rustig. De loop, de eerste Linker Oevert Halve Marathon in Antwerpenstart
pas om 15:00 uur (de tien kilometer een kwartiertje eerder. Er wordt wat gelezen en rondgewandeld
alvorens tegen half twaalf wordt afgereisd.
Iedere auto heeft een navigatiesysteem. Niemand heeft deze precies ingesteld zodat we eerst op de
verkeerde locatie terecht komen op slechts een paar honderd meter van de werkelijke locatie.
Het is bij de Zee scouts al gezellig. We zijn ruim op tijd zodat ze “die bende uit Nederland” in alle rust
van startnummers kunnen voorzien.
Paul Huls is toch ook nog op zijn eentje richting Antwerpen afgereisd. Daar komt hij aan. Wilbert en
Geert-Jan zijn er al.
We zitten gezamenlijk aan een grote tafel en drinken (en eten) wat met de skyline van Antwerpen aan
de overzijde van de rivier. Het centrum is precies aan de overzijde.
Om 14:45 start de tien kilometer. Tonnie, Gemma, Frans en Ben zijn op weg voor hun ronde.
Een kwartier later start de rest (Geert-Jan, Wilbert, Paul Huls, Mark, André, Carel, Hans, John, Anton,
Andries, Rob, Jan Hofstede) voor de halve marathon. We voelen toch wel de kilometer fietsen van
gisteren in de benen. André zit na ca. vier kilometer al stuk; later herpakt hij zich. Paul Huls zit,
eerste Linker Oevert halve marathon, Antwerpen, 19 oktober 2014
ondanks dat hij er gisteren niet bij was, nog eerder stuk en herstelt niet meer. Hij houdt het na de helft
voor gezien; jammer van de verre reis vanuit Doetinchem tot hier.
Het parcours is niets bijzonders. Alleen het stukje met uitzicht op Antwerpen is fraai. Wij zijn wellicht
verwend met al die mooie lopen die al hebben mogen doen.
Op Hans en Geert-Jan na is voor geen van ons een tijd onder de 1:40 mogelijk.
Na afloop halen we de medaille, drinken, banaan en wat versnapering op. Velen doen zich ook nog “te
goed” aan een (gratis) hamburger.
Op naar het restaurant “An’s Hoeve”, waar we hebben gereserveerd. Hans, John en Jan rijden
onmiddellijk richting Zeddam en laten het afsluitende diner aan zich voorbijgaan.
In dit restaurant zijn we duidelijk wel welkom. Het eten is goed, de service geweldig en ze zijn
vriendelijk. Toch wel een beetje een verademing.
Wilbert en Geert-Jan rijden terug naar Doesburg / Braamt. Ook Paul Dieks, Tonnie en Richard rijden
huiswaarts.
We rijden terug naar ons honk in Maarkedal waar we op tijd, ca. 9:30, aankomen. In ieder geval tijd
om nog rustig van een afsluitende borrel te genieten.
10 kilometer
Frans Jansen
1961 Doetinchem (NED)
43:06:00
Gemma Jansen
1965 Doetinchem (NED)
56:07:00
Ben Wassenaar
1953 Doetinchem (NED)
56:07:00
Tonnie Hulman
1959 Gaanderen (NED)
59:17:00
2,1 kilometer (halve marathon)
Gert-Jan te Boekhorst
1974 Doesburg(NED)
1:35:43
Hans Nas
1969 Zeddam (NED)
1:38:13
John Van Ampting
1953 Zeddam (NED)
1:38:27
Carel Lueb
1964 Wehl (NED)
1:41:07
Jan Hofstede
1963 Hengelo Gld (NED)
1:41:07
Anton Van Bethray
1965 Doetinchem (NED)
1:41:08
Mark Huls
1966 Doetinchem (NED)
1:44:07
André Jorissen
1954 Doetinchem (NED)
1:48:59
Andries Centen
1964 Doetinchem (NED)
1:50:27
Wilbert Tomesen
1965 Braamt (NED)
1:53:50
Rob Van Emden
1964 Doetinchem (NED)
1:55:28
Nacht nummer drie in ons honk verloopt rustig. Dat kan ook niet anders nu de grootste Blagen
(Richard en Paul) niet meer aanwezig zijn.
’s Morgens doen we het rustig aan. We hebben nog eten genoeg. Er is ook nog veel bier over (minder
gedronken dan gepland).
Tegen tienen vertrekken we richting de achterhoek waar we om ca. 13:30 uur aankomen. Het is een
jas kouder in vergelijking met de voorgaande dagen. Goed gepland.