SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 2014-2018

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 2014-2018
School: De Oostvogel
Datum: februari 2014
1
Inleiding
Functie van het schoolondersteuningsprofiel
In het schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden en grenzen die de school heeft als het gaat om het bieden van passend
onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften.
Uit het document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het bestuur van de school en het nieuwe samenwerkingsverband waartoe
de school in het kader van Passend Onderwijs gaat behoren is vastgesteld. Voldoet de school hier nog niet geheel aan, dan is het aan het bestuur en de
school om ervoor te zorgen dat (bijvoorbeeld middels begeleiding en scholing) alsnog aan het afgesproken niveau kan worden voldaan.
Uit het document blijkt ook of de school eventueel nog meer kan bieden dan de basisondersteuning, namelijk ‘arrangementen’ voor leerlingen met
specifieke ondersteuningsbehoeften.
2
Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel
Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door de directie van de school in overleg met het team.
Na opstelling is dit schoolondersteuningsprofiel ter advisering aan de medezeggenschapsraad van de school voorgelegd.
Na uitvoering of beargumenteerde afwijzing van dit advies heeft het bevoegd gezag het schoolondersteuningsprofiel voor de periode 2014-2018
vastgesteld.
Namens het bestuur:
Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
Namens de school:
Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
Names de M.R.:
Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
3
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2
Functie van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................................................... 2
Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................ 3
Algemene gegevens ........................................................................................................................................................................................................................65
Onderwijsvisie/schoolconcept ........................................................................................................................................................................................................65
Kengetallen ......................................................................................................................................................................................................................................87
Basisondersteuning .....................................................................................................................................................................................................................1110
Basiskwaliteit ...........................................................................................................................................................................................................................1110
Planmatig werken ....................................................................................................................................................................................................................1211
Preventieve en licht curatieve interventies ............................................................................................................................................................................1413
Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken .....................................................................................................1514
Extra ondersteuning ....................................................................................................................................................................................................................1615
Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2
Functie van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................................................... 2
Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................ 3
Algemene gegevens ..........................................................................................................................................................................................................................5
Onderwijsvisie/schoolconcept .......................................................................................................................................................................................................... 5
Kengetallen ........................................................................................................................................................................................................................................ 7
Basisondersteuning .........................................................................................................................................................................................................................10
Basiskwaliteit ...............................................................................................................................................................................................................................10
Planmatig werken ........................................................................................................................................................................................................................11
4
Preventieve en licht curatieve interventies ................................................................................................................................................................................12
Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken .........................................................................................................14
Extra ondersteuning ........................................................................................................................................................................................................................15
5
Algemene gegevens
.
naam intern begeleider(s)
naam bestuur
SBO De Oostvogel
inclusief
Hoogbegaafden voorziening De Vuurvogel.
12 FK
W.F.H.M. Simons
J. Slettenaar
Wilma Gijsbers
In samenwerking met Inez de Kreuk (intern begeleider voorziening voor hoogbegaafde leerlingen De Vuurvogel)
De Groeiling, Stichting voor Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs
samenwerkingsverband
Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland
naam school
brinnummer
naam directeur
Opmerking [r33h3b1]: Eenpitters
weglaten
Onderwijsvisie/schoolconcept
Opmerking [r33h3b2]: Uit schoolgids
halen
Op bijgaand plaatje is een “normaal-verdeling” te zien van alle leerlingen in het onderwijs.
Onderwijsvisie/Schoolconcept Het grootste deel van de leerlingen zit in het midden en gaat naar regulier basisscholen. Links vallen leerlingen uit
aan de onderkant; het betreft hier leerlingen voor De Oostvogel. Rechts vallen leerlingen uit aan de bovenkant; het
betreft hier leerlingen die tot 1 augustus 2014 werden opgevangen op De Vuurvogel.
De sbo wil passend onderwijs aanbieden voor de leerlingen die links en rechts uitvallen zodat een continuüm aan
onderwijsarrangementen kan ontstaan.
Op termijn zal gezocht worden naar een visie die zowel geldt voor leerlingen aan de boven- als aan de onderkant.
6
Voorlopig wordt aangesloten bij de visies van SBO De Oostvogel tot nu toe respectievelijk Voorziening voor
Hoogbegaafden De Vuurvogel. Deze voorziening maakt onderdeel uit van basisschool ’t Carillon. De voorziening
wordt vanaf 1 augustus 2014 in drie jaar tijd afgebouwd. Er worden geen nieuwe leerlingen aangenomen. De
expertise van de voorziening wordt overgedragen aan SBO De Oostvogel.
“No talent to waste; iedereen is welkom zoals hij/zij is”.
7
Kengetallen
Leerlingpopulatie afgelopen aantal
schooljaren
lln
1-10-2009 136
1-10-2010 134
1-10-2011 129
1-10-2012 124
Prognose
leerlingenpopulatie
1-10-2013 100
1-10-2014 80
1-10-2015 60
* sbo kent geen gewichtenregeling.
aantal
gewichtenlln
0,3
*
*
*
*
aantal
gewichtenlln
1,2
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Groepsgrootte*
Gemiddelde groepsgrootte
Kleuters
10
Gemiddelde groepsgrootte O.B. 14
Gemiddelde groepsgrootte B.B. 16
wel/geen combinatiegroepen
wel
* gaat om (gewenste) maximale aantallen. In de praktijk is dat per groep en jaar erg verschillende.
8
Aantal aanmeldingen Zorgcommissie 3308
Aantal aanmeldingen PCL
aantal verwijzingen SBO Oostvogel
aantal verwijzingen SO/elders
schooljaar 2009-2010 schooljaar 2010-2011
Geen gegevens
43
Geen gegevens
122
28
36
Geen gegevens
15
schooljaar 2011-2012
32
116
24
9
schooljaar 2012-2013
18
69
5
8
aantal rugzaklln cluster 1 per 1/10
1
1
1
2
aantal rugzaklln cluster 2 per 1/10
aantal rugzaklln cluster 3 per 1/10
aantal rugzallln cluster 4 per 1/10
2
8
6
0
10
3
0
10
2
0
7
2
Opm.: steeds per schooljaar het totaal aantal rugzakleerlingen invullen (zowel nieuwe rugzakleerlingen als leerlingen van wie de rugzak doorloopt)
Opm.: De getallen zijn besproken dossiers bij onze zorgcommissie (33.08). Later gaan de dossiers door naar de PCL van de drie SWV in Gouda, vandaar dat het aantal hoger is. Het aantal
plaatsingen is op SBO De Oostvogel. Er is ook sprake van plaatsing op de andere sbo-scholen of buiten de regio.
Officieel gediagnosticeerde leerlingen
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
aantal lln met dyslexieverklaring
16 (20 vermoeden)
17 (vermoeden 18)
16 (15 verdacht)
10 (18 verdacht)
aantal lln met dyscalculie/rekenstoornis *
2 (5 verdacht)
2 (7 verdacht)
Aantal minderbegaafde lln met een IQ lager
dan 70
22
aantal meerbegaafde lln met (vermoedelijk)
IQ groter dan 130
0
0
0
0
aantal lln met hulp of ondersteuningsvraag
Meer dan 50 % (is
Meer dan 50 % (is een Meer dan 50 % (is
Meer dan 50 % (is
op het gebied van sociaal emotionele
een ruwe schatting,
ruwe schatting, geen een ruwe schatting,
een ruwe schatting,
ontwikkeling
geen cijfers van)
cijfers van)
geen cijfers van)
geen cijfers van)
* Verklaringen zijn nog niet echt afgegeven. We hebben we dyscalculie verdachte leerlingen. Die aantallen geven we weer. Voor sommige leerlingen gaan
onderzoeken voor dyscalculie lopen.
l
9
aanwezig aanwezig
zonder
met
niet
onderwijsondesteuningsstructuur diploma diploma aanwezig fte 0,1
orthopedagoog
X
psycholoog
X
schoolmaatschappelijk werker
X
remedial teacher
X
motorisch remedial teacher
X
intern begeleider
X
rekenspecialist
X
gedragsspecialist
X
sociale vaardigheden specialist
X
hoogbegaafdheidsspecialist
dyslexiespecialist
X
Integratieve(Spel)therapeut
X
coaching en video interactie
Begeleiding
X
Logopediste
X
Yoga
X
0,1
fte 0,2
fte
0,3
fte 0,4 fte 0,5
fte
meer
dan
0,5
0,7725
fte
meer fte
dan meer
1
dan 2
X
0,8603
0,2
bekostiging uit
lumpsum * ja/nee
ja
Ingehuurd via MEE
Ja, gaan op in formatie
Ja
Ja
Ja , zit in taak ortho.
0,2
0,2
Ja
Ja
In taak IB , dus uit
lumpsum
0,4731
Ja
Ja
Via zorgverz. En
Fysiotherapie
X
0,2
gezondheidscentrum
Ond assistente
X
0,7751
Ja
Administratie
X
1
Ja
Concierge
X
1
Ja
Opm. Het betreft hier personeel dat is opgenomen in de formatie van de school (dus bv niet de preventief ambulant begeleiders van de GroeiAcademie.
* Tot 1 augustus 2014 ontving De Oostvogel aanvullend zorgbekostiging vanuit het Samenwerkingsverband WSNS. Ook hieruit wordt het personeel dat behoort tot de
formatie betaald.
10
SBO De Oostvogel gaat een arrangement voor hoogbegaafde leerlingen bieden. Op het moment dat deze leerlingen zouden gaan instromen in sbo De
Oostvogel zal extra zorgformatie worden ingezet. Daarbij zal men gebruik maken van de vakdocenten, intern begeleider, groepsleerkrachten en overige
personeelsleden van de voorziening De Vuurvogel (welke valt onder basisschool ’t Carrillon). Deze voorziening wordt in drie jaar afgebouwd. Door het
inzetten van de personeelsleden bij sbo De Oostvogel wordt de opgebouwde expertise behouden.
In de periode dat de voorziening voor hoogbegaafde leerlingen De Vuurvogel wordt afgebouwd gaat zij een samenwerkingsverband aan met SBO De
Oostvogel. De leerlingen van De Vuurvogel en de leerlingen van De Oostvogel met het ‘arrangement hoogbegaafden’ krijgen in deze periode gezamenlijk
les.
Basisondersteuning
Basiskwaliteit
De volgende indicatoren uit het toezichtkader van de inspectie hebben betrekking op de ondersteuning van leerlingen. Voor een deel hebben deze
indicatoren tevens betrekking op het aspect planmatig werken. Op deze standaarden zullen de scholen in het samenwerkingsverband minimaal voldoende
(3) moeten scoren.
De vijfpuntsschaal is als volgt ingedeeld.
1 = slecht
2 = onvoldoende
3 = voldoende
4 = goed
5 = niet te beoordelen
Oostvogel:
Indicator Toezichtkader
1.4
2.4
1
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij
Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een
11
2
3
4
X
X
5
Wordt
aan
voldaan
(score 3
of 4)
X
X
Wordt
bijna
aan
voldaan
(score 2
Wordt
niet aan
voldaan
(score 1
Opmerking [r33h3b3]: Zie laatste
inspectieonderzoeken; bij eenpitters zelf
laten invullen.
4.2
4.4
4.5/
4.6
4.7
6.1
6.2
6.3
6.4
7.1
7.2
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
taalachterstand.
De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de
incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten
in en om de school.
Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met
elkaar en anderen omgaan.
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de
leerlingen.
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de
leerlingen.
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures
voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen.
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de
zorg voor de zorgleerlingen.
De school voert de zorg planmatig uit.
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke
interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden.
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling populatie.
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
De school evalueert regelmatig het leerproces.
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Planmatig werken
In aanvulling op de standaarden uit het Toezichtkader van de inspectie worden binnen het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland extra
eisten gesteld ten aanzien van handelingsgericht werken, in lijn met de intenties van passend onderwijs. Ook hier weer de vijfpuntsschaal zoals ook
gehanteerd onder 1, met de daarbij behorende toelichting.
12
In dit kader heeft het nieuwe samenwerkingsverband afgesproken dat op al deze indicatoren (op termijn) minimaal voldoende zal moeten worden
gescoord. In tegenstelling tot de indicatoren uit het toezichtkader (zie onder 1) ontbreken bij deze indicatoren overigens vastgestelde criteria om een exacte
score te kunnen bepalen. De school maakt in dit geval zelf een inschatting. (Daarbij kan ook nog eens gekeken worden naar het eertijds gemaakte
schoolzorgprofiel).
Indicator handelingsgericht werken
1
Alle leraren verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie,
gesprekken en het analyseren van toetsen.
Alle leraren bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de
leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen.
Alle leraren reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen,
ouders, collega’s.
Alle leraren zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben.
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de
leerkrachten, de ouders en het schoolteam.
Alle leraren werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen
doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen (toepassing van het leerlinggesprek).
Alle leraren werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de
analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak.
Alle leraren benoemen hoge, reële SMARTIE-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte
(tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders
en collega’s.
Alle leraren werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, een aanpak
in drie niveaus en mogelijk een individuele leerling beschrijven.
Alle leraren bespreken minstens twee keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en
realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider.
De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat
doet, waarom, waar, hoe en wanneer.
Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is.
Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
13
2
3
4
5
X
Wordt
aan
voldaan
(score 3
of 4)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Wordt
bijna
aan
voldaan
(score 2)
Wordt
niet aan
voldaan
(score 1)
Preventieve en licht curatieve interventies
Dit aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met de partners. Het
referentiekader gaat ervan uit dat in de beschrijving van de basisondersteuning ten minste afspraken worden vastgelegd over de volgende preventieve en
licht curatieve interventies. Feitelijk gaat het hier vaak om voorwaarden, bijvoorbeeld in de sfeer van protocollen.
een aanbod voor leerlingen
met dyslexie en dyscalculie
een afgestemd aanbod voor
leerlingen met meer of
minder dan gemiddelde
intelligentie
toegankelijk schoolgebouw
met aangepaste werk- en
instructieruimtes en
hulpmiddelen
aanpak gericht op sociale
veiligheid en voorkomen van
gedragsproblemen en een
protocol voor medische
handelingen, alsmede de
Op elke basisschool wordt gebruik gemaakt van de protocollen zoals die door het Steunpunt dyslexie,
in opdracht van OCW, zijn ontwikkeld:

protocol dyslexie groep 1 en 2 (2010)

protocol dyslexie groep 3 (2011)

protocol dyslexie groep 4 (2011)

protocol leesproblemen en dyslexie groep 5 t/m 8 (2011)

protocol Ernstige Reken en Wiskundeproblemen /
Dyscalculie (2011)
Op het speciaal basisonderwijs binnen het SWV wordt gebruik gemaakt van het:

protocol dyslexie speciaal basisonderwijs
De leraar moet om kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen en zelf de extra ondersteuning
kunnen bieden bij basisvakken en lichte gedragsproblemen. Daarbij uitgaande van:

de zeven uitgangspunten van HGW

in staat zijn om inhoud te geven aan onderwijsbehoeften van de leerling

doelen kunnen stellen

kennis van leerstrategieën

kennis hebben van leerlijnen

bieden van een veilige leeromgeving
Vooralsnog is het uitgangspunt de bestaande Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
Hierin zijn onder meer opgenomen het toegankelijk maken van het terrein voor rolstoel-gebruikers en
het aanbrengen van een traplift.
Om te komen tot meer passende huisvesting voor passend onderwijs biedt de huidige wet en
regelgeving geen directe oplossingen.
De VNG en de PO-Raad hebben aangekondigd te zullen nagaan in hoeverre een gezamenlijke
handreiking kan worden samengesteld, om besturen en gemeente op dit punt houvast te bieden.
Elke school werkt tenminste met de volgende protocollen:

pestprotocol

meldcode kindermishandeling

de veilige school
14
Wordt
aan
voldaan
X
X
X
X
Wordt
bijna aan
voldaan
Wordt
niet aan
voldaan
zorg voor een veilig
schoolklimaat

risico inventarisaties

protocol voor medische handelingen
Voor zover er protocollen op landelijk niveau beschikbaar zijn, in ieder geval de meldcode
kindermishandeling en de risico inventarisaties, wordt gewerkt met deze landelijke protocollen.
Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken
Aan de hand van de mogelijke leerlingkenmerken en de daaraan gerelateerde ondersteuningsvragen, zijn afspraken gemaakt voor wat betreft de
basisondersteuning die alle scholen (op termijn zouden moeten) kunnen bieden.
Hieronder wordt aangegeven welke inschatting de school zelf maakt van haar mogelijkheden.
leerlingkenmerken
ondersteuningsvragen
1) leer- en
ontwikkelingskenmerken
intellectuele ondersteuningsvragen,
leerachterstand, ontwikkelingsvragen,
taalhulpvragen en
ontwikkelingsvoorsprong
2) fysieke en medische
kenmerken
ondersteuningsvragen met betrekking
tot het gehoor, gezicht, spraak,
motorische problemen en anders
(epilepsie, Downsyndroom etc).
3) sociaal-emotionele
kenmerken
ondersteuningsvragen met betrekking
tot (faal)angst, teruggetrokkenheid,
zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie
in de groep en contactname (moeite
met maken en houden van contact, in
Afspraken basisondersteuning
Aan deze
afspraken
wordt
voldaan
Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de
basisondersteuning, al dan niet met inschakeling van
externe expertise. Dyslexie valt binnen de
basisondersteuning. Dit geldt niet voor taal
ontwikkelingsstoornissen.
Over deze ondersteuningsvragen worden geen algemeen
geldende afspraken gemaakt in het kader van de
basisondersteuning. Het gaat hier om een specifieke
problematiek in veel gradaties. Veelal zijn deze leerlingen
aangewezen op het speciaal onderwijs.
In het kader van de extra ondersteuning zou kunnen
worden nagedacht over het creëren van een
tussenvoorziening cluster 2 resp. cluster 1 binnen de
grenzen van deze regio.
Voor zover het gaat om leerlingkenmerken zoals ADHD of
behorend tot het autismespectrum (inclusief pdd-nos en
Asperger) is het uitgangspunt dat de school, met
inschakeling van de onderwijsspecialist, in staat kan
worden geacht:
X
15
X
X
Aan deze
afspraken
wordt
bijna
voldaan
Aan
deze
afspraak
wordt
niet
voldaan
Nvt
Nvt
het invoelen van emoties e.d.);
4) gedragsmatige kenmerken
5) werkhouding
6) problematische
thuissituatie
gedragshulpvragen kunnen betrekking
hebben op overactief, impulsief, naar
binnen gericht en naar buiten gericht
gedrag
ondersteuningsvragen m.b.t.
zelfstandig werken, structureren,
zelfstandig begrijpen, doorzetten e.d.
onderstimulering, pedagogische
verwaarlozing en overbescherming
- deze problematieken te kunnen signaleren;
- een aanpak voor deze leerlingen te kunnen opstellen;
- een veilig klimaat voor deze leerlingen te kunnen bieden.
Bovenstaande geldt voor zover de school denkt de
betreffende leerling zelf de benodigde ondersteuning te
kunnen bieden, gefaciliteerd door het SWV. Dit wordt in
overleg met de onderwijs-specialist bekeken.
Het gaat hierbij om enkelvoudige problematieken.
Meervoudige problematieken vallen er buiten. Ook over
psychiatrische problematiek (bijv. angststoornissen)
worden geen afspraken in het kader van de
basisondersteuning gemaakt.
Over deze problematiek worden geen algemeen geldende
afspraken in het kader van de basisondersteuning
gemaakt.
X
Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de
basisondersteuning.
X
Van belang is dat alle scholen in staat zijn deze
kenmerken te signaleren. Het verdere traject voor de
betreffende leerling zal in nauw overleg met het CJG
moeten worden opgepakt.
X
Nvt
Nvt
Extra ondersteuning
Binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Midden Holland waartoe SBO De Oostvogel worden drie hoofdarrangementen voor Extra
Ondersteuning onderscheiden:



Extra ondersteuning op de basisschool
Toelating tot het Speciaal Basis Onderwijs
Toelating tot het Speciaal Onderwijs
Het Speciaal Basis Onderwijs dat De Oostvogel biedt is op zich dus al een vorm van Extra Ondersteuning. Hiertoe ontvangt de school extra middelen. Deze
maken het onder andere mogelijk dat de groepen kleiner zijn wat betreft leerlingaantallen en dat op basis daarvan naar rato van het leerlingenaantal ook
meer personeel in de school werkzaam is.
16
Meer personeel en kleinere groepen heeft bijna automatisch tot gevolg dat de leerlingen meer aandacht en begeleiding kunnen krijgen. In feite is daardoor
ook de mogelijkheid om nog meer individueel gericht te werken aan de onderwijsbehoeften en ondersteuning voor iedere leerkracht. We werken verfijnder
aan de doelen voor iedere leerling.
Voor de school is het basisondersteuningsniveau, zoals is beschreven voor het basisonderwijs, ook van toepassing. Vaak zal dat samen gaan met een surplus
bovenop dit niveau. Het gaat dan met name om intensieve begeleiding en aanpak, aangepaste materialen en instructiemodellen, inzet van expertise zoals
die standaard in de school aanwezig is (orthopedagoog, fysiotherapie, logopedie, speltherapie, r.t., rots en water, leesspecialist, maatschappelijk werk)
Bovenop het surplus van de basisvoorziening komen vervolgens bijzondere arrangementen die De Oostvogel heeft om kinderen met meer specifieke
onderwijsbehoeften adequaat te kunnen begeleiden.
Leidend in de aanpak is het Ontwikkelingsperspectief (OPP). Dat is voor alle leerlingen aanwezig en vormt de basis voor het opbrengst en handelingsgericht
werken binnen de school.
De afgelopen jaren hebben we ervaren dat de populatie wat betreft onderwijsbehoeften sterk aan het veranderen is. Als gevolg daarvan is verdere
verdieping door het personeel, gericht op de veranderende doelgroep van de school ingezet.
We zien steeds meer kinderen in de school met meervoudige problematiek, waarbij gedrag vaak een aspect is. Juist hierop heeft de Oostvogel zich steeds
meer kunnen ontwikkelen, hetgeen is terug te vinden in de arrangementen.
De Sociale context rond een kind staat vandaag de dag ook steeds meer onder druk. Binnen de school zien we dat bij de begeleiding ook de sociale context
(thuissituatie) meegenomen moet worden in de aanpak. Middels het werken met een zorgteam en maatschappelijk werk, proberen we de drempel laag te
houden en ook deze sociale context te integreren in de aanpak voor de kinderen.
Arrangement 1
Ondersteuning bij gedragsproblemen.
Te denken valt aan stoornissen in het
autisme spectrum, adhd,
oppositionele gedragsproblemen. En
ook faalangst, vermijdingsgedrag en
overige werkhoudingproblemen.
Er is aangegeven dat deze leerlingen
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve
kindertherapeut)
Orthopedagoog
Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen)
Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme)
Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele
jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en
17
zich niet op juiste wijze kunnen
ontwikkelen in het reguliere bao.
We vangen deze leerlingen op in de
reguliere sbo-groepen.
vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer
differentiatie in gedragsaanpakken in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Nu 1 ½ dag in de week bij gedragsspecialist . Er wordt individueel gewerkt en waar
mogelijk in een klein groepje. Vanuit het OPP zijn doelstellingen geformuleerd
waaraan gewerkt gaat worden. Transfer van geleerde vaardigheden naar de situatie in
de groep en/of het plein.
Onderdeel van taak van orthopedagoog. Ze maakt onderdeel uit van het zorgteam
waarbinnen de hulpvragen worden besproken. Aanvullend onderzoek en aansturing
van leerlingen en steungroepen.
Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse
taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen
in de groep hebben.
De transfer moet in de groep gebeuren. De leerkrachten besteden hier aandacht aan
binnen de lessen sociaal emotionele vorming (ik, JIJ, Wij)
Bevoegde teamleden voor trainingen.
Tweemaal per jaar zal een training Rots en Water aangeboden worden. Iedere training
beslaat 10 weken. Een les is 1 uur met 30 minuten verwerking in de groep. De lessen
zijn onder schooltijd.
Dagelijks is in de pedagogische aanpak van leerkrachten terug te zien dat er kennis en
ervaring zit in de omgang met gedragsproblemen.
Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning
van de ouders Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter
ondersteuning van de ouders
Voorzieningen
De methode Ik,Jij, Wij is vertrekpunt voor het werken in de school.
Ondersteunende materialen
Inzet van video mogelijk.
Gebouw:
1 Aparte ruimte beschikbaar voor gesprekken en begeleiding
Gymzaal voor trainingen
Samenwerking:
Ambulante begeleiders cluster 4
Externe begeleiders
Curium
18
GGZ
REC Horizon, rugzakondersteuning
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging.
De hoeveelheid tijd die we nu hebben is minimaal noodzakelijk.
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Op moment dat gedrag een structurele bedreiging gaat vormen voor veiligheid
kinderen en collega’s, zijn grenzen bereikt.
Dat betekent dat altijd wordt gekeken naar de balans in de groep. Daar zijn geen
getallen voor aan te geven. Problematiek die gaat richting psychiatrie geven grenzen
van de school aan.
Beschikbaarheid van ruimten in het gebouw voor 2 dagen per week
Beperking in mankracht waar het gaat om extra individuele begeleiding. Op het
moment dat de genoemde minimale inzet van personeel niet meer mogelijk is, komt
de kwaliteit van het arrangement onder druk te staan.
Arrangement 2
Ondersteuning en begeleiding van
leerlingen met autisme en
aanverwante stoornissen.
Er is aangegeven dat deze leerlingen
zich niet op juiste wijze kunnen
ontwikkelen in het reguliere bao.
We vangen deze leerlingen op iin de
reguliere sbo-groepen.
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve
kindertherapeut)
Orthopedagoog
Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen)
Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme)
Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele
jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en
vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer
differentiatie in voor leerlingen in dit spectrum in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Komt terug in het dagelijks werken in de groepen. Er is meer aandacht door kleinere
groepsgrootte dan in regulier onderwijs.
19
Uitgangspunt in het handelen van de leerkracht is voorspelbaarheid, duidelijkheid,
structuur en regelmaat. De leeromgeving is voor de leerlingen in een structuur
gebonden, waarbij het werken met picto,s, roosters en vaste routines wezenlijke
onderdelen zijn.
De dag zal dagelijks begonnen worden met het voorbespreken van de onderdelen. Bij
het afwijken van routines zal enkele dagen ervoor al aangegeven worden op welke
wijze de routine aangepast zal worden. Zaken voor de leerlingen blijvend visueel
maken.
Extra ondersteuning via gedragstherapeut en orthopedagoog.
Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse
taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen
in de groep hebben.
Nu 1 ½ dag in de week bij gedragsspecialist . Er wordt individueel gewerkt en waar
mogelijk in een klein groepje. Vanuit het OPP zijn doelstellingen geformuleerd
waaraan gewerkt gaat worden. Transfer van geleerde vaardigheden naar de situatie in
de groep en/of het plein.
Afhankelijk van het aanbod en de vraag is de mogelijkheid om een groepje Rots en
Water te laten volgen door trainers met specialisme autisme.
Tweemaal per jaar kan een training Rots en Water aangeboden worden. Iedere
training beslaat 10 weken. Een les is 1 uur met 30 minuten verwerking in de groep. De
lessen zijn onder schooltijd.
Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning
van de ouders Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter
ondersteuning van de ouders
Voorzieningen
picto’s,dag ritme kaarten, time-timers, kleurenklok
Aangepaste leermaterialen, ICT middelen (i-pad en surface)
In de orthotheek van de school zijn voor leerkrachten naslagmaterialen en
ondersteunende zaken beschikbaar.
Gebouw:
Gebouw is overzichtelijk en geeft structuur voor de kinderen. In het gebouw zijn alle
ruimten voorzien van aanduidingen die voor de leerlingen herkenbaar zijn.
Er zijn verschillende aparte werkplekken ingericht in en buiten de groep, waar extra
aandacht is gegeven aan de structuur. Het gebouw is opgeruimd en daardoor
overzichtelijk.
Herkenbare (werk)plekken in de groepen; het is voor leerlingen duidelijk waar
instructietafels zijn en overige werkplekken. Met de inrichting van de lokalen is
gekeken vanuit het perspectief van deze groep leerlingen; hoe veilig voelen deze
leerlingen zich en is het voor deze groep leerlingen duidelijk waar materialen te vinden
zijn.
20
Samenwerking:
Centrum voor autisme. Er is overleg in het zorgteam en met ambulant begeleiders. Zij
komen in de groepen voor observaties
Cluster-scholen . Er is overleg in het zorgteam en met ambulant begeleiders. Zij komen
in de groepen voor observaties. Betreft cluster 3 en 4.
Overige externe instanties als GGZ, Curium, Banjaard, jeugdzorg. Kinderen zitten soms
in dergelijke trajecten. Er moet afstemming en uitwisseling zijn zodat de begeleiding
consistent en duidelijk blijft. Weten wie wat doet en hoe.
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging.
De hoeveelheid die we nu hebben is minimaal. Onduidelijk is wat de toekomst gaat
brengen. De verwachting zal zijn dat de lijn van complexe problematiek voortgezet zal
worden. Dan zijn deze middelen niet meer voldoende.
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Op het moment dat gedrag, voortkomend vanuit de beperking, een structurele
bedreiging gaat vormen voor veiligheid kinderen en collega’s, zijn grenzen bereikt.
Om de leerlingen extra ruimte te kunnen geven is structureel een vrije ruimte
noodzakelijk.
Beperking ligt in mankracht waar het gaat om extra individuele begeleiding. Als
aangegeven is de inzet van middelen nu voldoende. Op het moment dat de
beschikking over personeel minder gaat worden, zal ook de begeleiding van deze
groep leerlingen minder kunnen.
Arrangement 3
Opvang en begeleiding van leerlingen
uit cluster 1 en 2. Het betreft
leerlingen die een rugzak hebben of
net niet voldoen aan de criteria, maar
wel deze beperking hebben.
We vangen deze leerlingen in de groep
op en geven, in samenwerking met
externen de juiste begeleiding.
Deskundigheid :
Logopediste werkzaam voor 2 dagen in de school. Hierin doet ze individuele
begeleiding en groepslessen.
Orthopedagoog
Fysiotherapeut
Inzet van ambulant begeleiders vanuit cluster 1 en 2 (afhankelijk van het aantal
zogenaamde rugzak leerlingen en wel of geen dubbele rugzak)
Aandacht en tijd:
Opgevangen in de groepen conform de leerrendementsverwachting.
Logopedische ondersteuning; werkzaam voor 2 dagen in de school. Hierin doet ze
21
individuele begeleiding en groepslessen
Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse
taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen
in de groep hebben.
Fysiotherapie, werkzaam twee ochtenden in de week
Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning
van de ouders.
Voorzieningen:
Aangepaste leermiddelen , afhankelijk van de onderwijsbehoeften van het kind en de
beperkingen
Specifieke logopedische materialen en onderzoeksmiddelenSpecifieke motorische
materialen en onderzoeksmiddelen
Aparte ruimte voor logopedie/ orthopedagoog
Gymzaal voor fysiotherapie
Gebouw:
Alles gelijkvloers (rolstoelvriendelijk), eigen gymzaal (met kleedkamers en
doucheruimte). Brede toegangsdeuren in alle leslokalen en centrale ruimten.
Samenwerking:
Bartimeus
Visio
Fysiotherapie Goverwelle
Ambulant begeleiders cluster 1 en 2
Ondersteuning vanuit ziekenhuis voor ernstig zieke leerling (en)
Jeugdzorg
Banjaard
Schoolarts/ GGD
GGZ
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging.
Inzet van ambulant begeleiders vanuit cluster 1 en 2.
De hoeveelheid is nu toereikend, maar voor de toekomst lijkt het onder druk te staat,
gezien de toename van hulpvragen (met name op gebied van logopedie en
fysiotherapie)
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Geen ringleiding aanwezig in gebouw. Is geen hoofdzaak, maar zou nu voor 1 leerling
een uitkomst zijn.
Volledig blind en doof kunnen we niet opvangen. Huidige criteria cluster 1 en 2 zijn
grensbepalend.
Echt medische beperkingen en daarop afgestemde handelingen zijn grensbepalend ,
22
tenzij extern ingevlogen
Er is een protocol voor risicovolle medische handelingen. Daarin liggen voor de school
de grenzen vast.
Veiligheid voor deze leerlingen in combinatie met de leerlingen met
gedragsproblemen. Gaat verder dan balans. Juist deze groep missen visuele en
auditieve signalen die mogelijk eerder een gevoel van onveiligheid teweeg kan
brengen.
Arrangement 4
Crisisopvang/ gastplek in de reguliere
groep
In iedere groep is de mogelijkheid voor
opvang van minimaal 1 en in principe
maximaal 2 crisisleerlingen. Deze
leerlingen komen vanuit het bao. Op
dat moment is dat niet de juiste plek
voor de leerling en heeft iedereen tijd
nodig om de onderwijssituatie voor
deze leerlingen op een juiste wijze in
te kunnen richten. Gedurende die tijd
blijven ze maximaal 3 maanden
(mogelijkheid tot 1x verlengen) op De
Oostvogel
Vaak gaat het om gedragsproblemen.
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve
kindertherapeut)
Orthopedagoog
Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen)
Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme)
Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele
jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en
vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer
differentiatie in gedragsaanpakken in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Kinderen gaan in principe op in de groepen en krijgen daar onderwijs en extra
begeleiding/ observatie/ onderzoek. Dat afhankelijk van de aard van de vraag
Afhankelijk daarvan inzet personeel extra dan de groepsleerkracht. Vaak conform
eerder omschreven arrangementen.
Zie arrangement 1
In de groepen is altijd ruimte voor opvang mogelijk (gelimiteerd, zie beperkingen)
Bij terugloop leerlingen ontstaat leeg lokaal voor eventuele time-outvoorziening (hier
ligt een draaiboek voor klaar)
Zie arrangement 1
Leerlingen gaan op in de groepen.
Bij leegstand zou een extra time-out ruimte/ opvang wenselijk zijn, met name waar het
gaat op de opvang van extreme gedragsproblemen.
Voorzieningen:
Gebouw:
23
Samenwerking:
Met de aanleverende scholen en de Groeiacademie.
Waar nodig met externen als die al in beeld zijn in het begeleidingstraject.
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Bij opzetten van time-out voorziening (waar een draaiboek voor is geschreven), is er
extra personeel nodig om de time-out voorziening permanent te bezetten. Gebruik
van expertise van de sbo-school kan (zeker als het lln aantal van de sbo terug gaat
lopen)
Indien er geen time-out voorziening zal zijn gaan ze de leerlingen op in de groep. Inzet
van middelen is dan voldoende op het huidige niveau wat betreft de groepsleerkracht.
Voor het extra in kaart brengen van de juiste onderwijsplek zou een extra dag voor
orthopedagoog en andere specialisten (logopedie/ fysiotherapie en
gedragsspecialisten) noodzakelijk zijn. Dat kan niet extra uit de huidige middelen.
Minimaal 1 in iedere sbo-groep en in principe maximaal 2.
Daarnaast zijn beperkingen in het aantal crisisleerlingen in een groep, de grootte van
een groep, de aard van de crisis (het ene probleem is het andere niet); steeds per
geval bekijken of het een beperking kan betekenen.
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Arrangement 5
Opvang en begeleiding van ZMLleerlingen.
Er is aangegeven dat deze leerlingen
zich niet op juiste wijze kunnen
ontwikkelen in het reguliere bao.
We vangen deze leerlingen op in de
reguliere sbo-groepen.
Deskundigheid :
Orthopedagoog
Diverse collega’s hebben verdieping in leerstoornissen gevolgd, vaak in combinatie
met gedragsproblemen (ADHD, PDD-NOS- oppositionele gedragstoornissen)
Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele
jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en
vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer
differentiatie in instructiegroepen, instructiemodellen en gedragsaanpakken in een
groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
De leerlingen worden opgevangen in de groepen en gaan daar mee conform hun
e
leerrendementsverwachting. Stof op maat aangeboden; vaak als 4 niveau in een
groep.
Naarmate leerlingen hoger komen, is er meer nadruk op praktijkgericht onderwijs.
Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning
van de ouders.
Zorgteam om de leerling en leerkracht heen.
Aangepaste leerlijnen en specifieke leermiddelen.
Praktijklokaal waarin we vanaf groep 5 leerlingen praktisch gericht laten leren
Scholing en ervaring in werken met ZML-problematieken
Voorzieningen:
Gebouw:
Praktijklokaal en keuken aanwezig
24
Leerplekken waar kinderen in rust kunnen werken in en buiten het lokaal.
Samenwerking:
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Arrangement 6
Gezonde sociale omgang voor
verschillende groepen leerlingen
Met ambulant begeleiders cluster-3. Zij begeleiden de leerkrachten en observeren in
de groepen
Overige externe begeleiders als Banjaard, jeugdzorg, GGZ, Curium.
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging. Onder de huidige omstandigheden en met de inzet van genoemde
middelen is het voor dit moment toereikend.
Er is een aanbod voor een LRM van < 30%. Als kinderen ook daar niet in mee kunnen
en extra problematiek veroorzaken intern of extern, dan is er een ondergrens.
Leerlingen moeten in staat zijn om gedurende een tijd zelfstandig te werken.
Deskundigheid :
Trainers Rots en Water (met specialisme autisme)
Bevoegd leerkracht om yoga voor kinderen te geven
Leerkrachten zijn geschoold in het kijken en luisteren naar kinderen middels de
methode ZIEN en de methode Ik, jij, wij.
Aandacht en tijd:
Yoga halve dag in de week.
Rots en water mogelijkheid voor twee groepen op jaarbasis. (zie andere
arrangementen)
Methode SEO conform lesrooster.
Stop, denk doe op plein.
WKS-model om kinderen meer verantwoordelijk te maken. Methode van werken die
dagelijks in het handelen van de leerkracht zit.
Voorzieningen:
Gymzaal en materialen voor de training Rots en Water.
Methode voor SEO in de school.
LVS volgens ZIEN
Yoga voor kinderen ( in de gymzaal)
Gebouw:
Eigen gymzaal
Materialen voor training rots en water en yoga
Samenwerking:
Curium, Banjaard, orthopedagoog, jeugdzorg, MEE
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging.
25
Nu kunnen we deze zaken inzetten binnen de huidige bekostiging. Dat willen we
graag zo houden. Bij krimp zal er extra tijd nodig zijn op dit niveau op peil te houden
(afhankelijk van de krimp)
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Arrangement 7
Speciale lees- dyslexiebegeleiding
Alles sterk afhankelijk van bekostiging en formatie.
Daarnaast is de hulpvraag bepalend; kan het wel of niet in een groepje en hoe groot
kan dat groepje zijn. Hoe is de samenstelling van het groepje.
Beperking zit dan in de tijd die we beschikbaar hebben op dit moment
Deskundigheid :
Leesspecialist master-sen
Geschoolde leerkrachten in leesproblemen en lisbo-aanpak
Samenwerking met O-3 voor leesbegeleiding in en na school
Internbegeleider voor dyslexie-onderzoek
Aandacht en tijd:
Leesspecialist 1 dag in de week inzetbaar voor organisatie, begeleiding en r.t.
Lisbo lezen groepsdoorbrekend dagelijks op het rooster.
Schoolpsychologie onder schooltijd voor kinderen begeleiding; 1 dagdeel in de week
(afhankelijk van het aantal diagnoses)
Voorzieningen:
Aangepaste leesmaterialen voor dyslectische kinderen
Lisbo- lezen als leerlijn door de school
Teamscholing Lisbo
Materialen aanwezig (daisy-speler, tablets, Sprint e.d.)
Leesbibliotheek oa boeken voor dyslexie (aangepast lettertype
Orthotheek
Gebouw:
Veel plekken waar men in groepen kan lezen.
Ruimte voor leesbegeleiding en onderzoek
Samenwerking:
Met dyslexie specialisten en eventueel andere externen
Bureau Schoolpsychologie (onderzoek en begeleiding op school)
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de
bekostiging/ formatie.
Er is nu een minimale inzet. De wens is om het op dit peil te houden en waar mogelijk
uit te breiden met een dag(deel)
De tijd voor R.T. en overige individuele begeleiding van kinderen is beperkt. Daardoor
veel investering op begeleiding van leerkrachten.
26
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Arrangement 8: onderwijs aan hoogbegaafde
leerlingen
Steeds moeilijker van de grond krijgen van verklaringen en beperkte mogelijkheden
voor het geven van begeleiding door externen op school (vergoeding door
zorgverzekeraar steeds moeilijker)
Deskundigheid
*Leerkrachten kunnen hiaten bij leerlingen in kaart brengen en hun een passend
leerstofaanbod doen. ( Dit vereist een bijzonder expertise, want hoogbegaafde leerlingen
kunnen hun problemen immers maskeren en hun toetsresultaten vallen vaak binnen de
norm, zoals die gesteld wordt voor normaal begaafde kinderen). .
*Leerkrachten kunnen hoogbegaafde leerlingen een passend onderwijsaanbod doen via
compacten en verrijken en aandacht voor ‘leren leren’ en sociale vaardigheden.
*Leerkrachten zijn in staat in te spelen op de behoeften van hoogbegaafde leerlingen die
tevens gedragsproblemen hebben (te denken valt aan stoornissen in het autisme spectrum,
adhd. En ook perfectionisme, faalangst, vermijdingsgedrag)en/of leerproblemen (bv dyslexie
of dyscalculie).
*Leerkrachten kunnen de hoogbegaafde leerlingen die zich de leerstof voor het
basisonderwijs geheel hebben eigen gemaakt en nog niet toe zijn aan het voortgezet
onderwijs een passend en uitdagend aanbod doen.
Aandacht en tijd:
De ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen vindt plaats in aparte groepen met alleen
hoogbegaafde leerlingen.
E.e.a. is van belang omdat hoogbegaafde kinderen door leeftijdgenoten wel eens als “raar”
worden ervaren, omdat ze op een heel ander niveau over zaken praten waar leeftijdgenoten
zich (nog) niet mee bezighouden.
Echter, emotioneel gezien zijn het “gewone” kinderen, die graag met andere kinderen willen
spelen: thuis, op school en op straat. Hierdoor komen deze kinderen soms in een spagaat
terecht: intellectueel zijn zij hun leeftijdgenoten ver vooruit en kunnen ze vaak beter
optrekken met oudere kinderen, emotioneel gezien blijft de behoefte aan omgang met
leeftijdgenoten. Voor sommige hoogbegaafde leerlingen brengt dit ernstige emotionele
problemen met zich mee.
De Oostvogel biedt middels het arrangement Hoogbegaafde leerlingen deze kinderen de
mogelijkheid met leeftijdgenoten op te trekken, die tevens ontwikkelingsgelijken zijn
(“peers”) .
Voorzieningen
Ipads, laptops en oefenprogramma’s
Gebouw:
Per groep een lokaal . 1 extra werkruimte t.b.v.onderzoek, remedial teachning, etc.
27
WENS- Arrangement 1
Time-out voorziening, anders dan de
eerder genoemde crisisopvang in de
reguliere groepen.
Betreft leerlingen die niet meer
(kunnen) functioneren in het bao, niet
in een sbo-groep kunnen aansluiten en
waarvan niet duidelijk is wat nu de
juiste onderwijsplek is. Onderzoek en
diagnostiek is voor deze leerlingen
noodzakelijk, naast opvang en
onderwijs.
Samenwerking:
Novilo, centrum voor hoogbegaafdheid
Curium
GGZ
REC Horizon, rugzakondersteuning
Marieke van Peet, kindercoach
Marloes Lubbers ecologisch pedagoog
Met ouders en orthopedagoog met kennis van leerproblemen van hoogbegaafden
Diverse vakdocenten, die steeds voor een korte serie lessen worden ingezet, bijvoorbeeld
wiskunde, Duits, techniek
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv
maximaal aantal kinderen per
groep/school met dit
arrangement)
Vakdocenten, therapeut/kindercoach
Maximaal 20 hoogbegaafde leerlingen per groep. Voldoende hoogbegaafde leerlingent.z.t.
om een aparte groep te vormen. (in de periode dat voorziening De Vuurvogel wordt
afgebouwd wordt dit gerealiseerd door het aangaan van een samenwerking met hen).
Deskundigheid :
Orthopedagoog
Logopedist
Fysiotherapie
Gedragsspecialisten
Leerkrachten die ervaringsdeskundig zijn in gedragsproblemen.
Maatschappelijk werk
Aandacht en tijd:
Kinderen gaan in een time-out voorziening. Hier moet permanente bezetting voor zijn
(leerkracht, eventueel met assistentie) Extra ondersteuning vanuit SBO en/ of
betrokken externen. Gedurende een periode krijgen ze dagelijks les en begeleiding.
Diagnostiek kan bedreven worden om te bepalen wat de juiste plaats is voor deze
leerling(en)
Het gaat om een permanente bezetting van 1 groep met maximaal 8 leerlingen (voor
het hele samenwerkingsverband)
Inzet van tijd:
Full-time leerkracht eventueel met dagdelen ondersteuning van onderwijsassistent
Tijd vanuit orthopedagoog, logopedist en fysiotherapeut (afhankelijk van hoeveelheid
28
leerlingen en intensiteit van hulpvragen)
Tijd van gedragspecialisten (afhankelijk van hoeveelheid leerlingen en intensiteit van
hulpvragen)
Beroep kunnen doen op externen (bijvoorbeeld jeugdzorg, kinderarts, Curium e.d.)
WENS Arrangement 2
Voorzieningen:
Bij voorkeur gekoppeld aan sbo vanwege de aanwezigheid van specialisten op deze
vorm van onderwijs. Tevens meer mogelijkheden voor integratie met sbo-leelringen.
Bij terugloop leerlingen op de sbo (landelijke trend) ontstaan lege lokalen voor
eventuele time-out voorziening (hier ligt een draaiboek voor klaar)
Er kan gebruik gemaakt worden van expertise van SBO en ambulant begeleiders/
expertise vanuit cluster-4.
Gebruik van aanwezige middelen en materialen vanuit de sbo
Gebouw:
Bij leegstand zou een extra time-out ruimte/ opvang wenselijk zijn, met name waar het
gaat op de opvang van extreme gedragsproblemen
Samenwerking:
Met de aanleverende scholen en de Groeiacademie.
Waar nodig met externen als die al in beeld zijn in het begeleidingstraject.
Ambulante begeleiding, Banjaard, Curium, jeugdzorg, GGD, GGZ, Mee e.d.)
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Bij opzetten van time-out voorziening (waar een draaiboek voor is geschreven), is er
extra personeel nodig om de time-out voorziening permanent te bezetten. Gebruik
van expertise van de sbo- school kan (zeker als het lln aantal van de sbo terug gaat
lopen)
Betreft een extra investering waarvan moeilijk is in te schatten hoeveel leerlingen het
gaat betreffen. Feit is dat er al jaren een roep is voor een dergelijke voorziening.
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Er zijn beperkingen in het aantal time-out leerlingen in een tim-out groep, de grootte
van een groep (maximaal 8), de aard van de crisis (het ene probleem is het andere
niet); steeds per geval bekijken of het een beperking kan betekenen.
Daarnaast zal de bekostiging van het geheel een beperking kunnen opleveren.
Deskundigheid :
Gedragsspecialisten
29
PSZ voor sbo; voorloper van jrk-groep
Opvang voor een groep van jonge,
kinderen, waarbij duidelijk is dat de
ontwikkeling niet vanzelf op gang lijkt
te komen en extra ondersteuning
reeds in een vroeg stadium gewenst is.
Tevens zaak om in een vroeg stadium
diagnostiek te kunnen doen om de
kinderen snel op de juiste
onderwijsvoorziening te krijgen.
Specialisten met JRK-ervaring
Orthopedagoog
Logopedist
Fysiotherapie
Maatschappelijk werk
Aandacht en tijd:
Orthopedagoog 1 dag in de week
Leerkracht voor 3 of 5 dagen (aangezien het nog geen leerplichtige leerlingen betreft)
Onderwijsassistent voor enkele dagdelen (eventueel combinatie met time-out
voorziening)
Overige externen voor bepaalde tijden, afhankelijk van aantal leerlingen en hulpvragen
binnen diagnostiek en begeleiding. Deze tijden zijn te combineren met de aandacht en
tijd die bijvoorbeeld de time-out voorziening gaat vragen.
Voorzieningen:
Orthopedagoog en logopediste in de school. Gedragsspecialisten
Ervaringsdeskundigen JRK
Gebruik kunnen maken van leer- en ontwikkelingsmaterialen van sbo
Lokaal voor opvang (is te verwezenlijken bij terugloop sbo) Mogelijk symbiose met
bestaande jrk-groep (afhankelijk van grootte huidige jrk-groep, aanbod PSZ)
Gebouw:
Bij terugloop sbo ontstaat ruimte in het gebouw. Een groep kan naast de huidige JRKgroep komen waardoor integratie kan komen .
Lokaal voor opvang (is te verwezenlijken bij terugloop sbo) Mogelijk symbiose met
bestaande jrk-groep (afhankelijk van grootte huidige jrk-groep, aanbod PSZ)
Extra leermiddelen zijn aanwezig.
Samenwerking:
Met Externen, vaak al betrokken bij deze leerlingen.
(Ambulante begeleiding, Banjaard, Curium, jeugdzorg, GGD, GGZ, Mee e.d.)
Noodzaak inzet extra middelen
(financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv maximaal
aantal kinderen per groep/school met
dit arrangement)
Personeel om de groep te bezetten; zal niet altijd een volle groep kunnen zijn; mogelijk
combinatie mogelijk met wens voor time-out. Vaak is fysiotherapie gewenst.
Limiet stellen aan grootte van de groep (maximaal 8).
30
31
32