Extra uitleg voorrangsregels

Voorrangsregels op het water
Kruisende koersen
1. Goed zeemansschap
2. Nevenwater wijkt voor hoofdwater
Alle
schepen
3. Stuurboordswal gaat voor
4. Klein wijkt voor groot
Kleine
schepen
onderling
5. Klein motorschip wijkt voor roei- en zeilschepen
6. Roeiboot wijkt voor zeilboot
7. Zeil over
stuurboord
wijkt voor
zeil over
bakboord
Zeilboten
onderling
8. Loef wijkt
voor lij (Het
zeilschip met
de meest
ruime koers
moet wijken.)
Motor- of
roeiboten
onderling
1. Bakboord wijkt voor
stuurboord
1
Engtes en stromend water
1. Goed zeemansschap
2. Stroomafvarend gaat voor stroom opvarend
Alle
schepen
3. Schip met geen hindernis aan stuurboordswal gaat
voor
4. Klein wijkt voor groot
Kleine
schepen
onderling
5. Klein motorschip wijkt voor roei- en zeilschepen
6. Roeiboot wijkt voor zeilboot
7. Geef voorrang indien je die engte niet bezeild hebt
Zeilboten
onderling
8. Zeil over stuurboord wijkt voor zeil over bakboord
9. Loef wijkt voor lij
Voorbeeldsituaties
Twee motorboten die kruisende koersen
hebben. Het schip van bakboord moet
wijken.
Dit geldt ook voor twee roeiboten onderling
Een motorboot en een zeilboot met
kruisende koers. De motorboot wijkt voor
zeilboot. Logisch ook wel, een motorboot kan
veel makkelijker zijn koers veranderen.
2
Een motorboot en een roeiboot met
kruisende koersen. In dit geval gaat de
roeiboot voor.
Een roeiboot en een zeilboot. In dit geval
heeft de zeilboot voorrang.
Twee zeilboten met tegengestelde koers.
De zeilboot met zijn zeilen over
stuurboord wijkt voor de zeilboot met zijn
zeilen over bakboord.
Twee zeilboten met kruisende koersen.
In dit geval geldt loef wijkt voor lij. Dus
de zeilboot die de andere boot aan de lij
zijde heeft, wijkt.
Een zeilboot die voor de wind vaart met
het grootzeil over stuurboord en een
zeilboot die halve wind vaart met de
zeilen over bakboord. Het schip dat voor
de wind vaart moet wijken, want zeil over
stuurboord wijkt voor zeil over bakboord.
3
Engtes
Een roeiboot en een motorboot met
tegen gestelde koers bij een engte.
Hierbij geldt net zoals op open water
dat de roeiboot voor gaat.
Twee motorboten met tegengestelde
koers bij een engte. Hierin voorziet het
BPR niet, en moet je uitgaan van goed
zeemanschap. Dit geldt ook in het
geval van twee roeiboten. Niet voor
zeilboten: zeil over SB wijkt.
Een motorboot en een zeilboot met
tegengestelde koers. In dit geval moet
de motorboot voorrang verlenen.
Wanneer het geen motorboot maar
een roeiboot was geweest, dan had
de zeilboot ook voorrang gehad
Een motorboot en een zeilboot. In dit
geval laveert de zeilboot. De zeilboot
zal voorrang moeten verlenen aan de
motorboot.
Twee zeilboten met tegengestelde
koers. In dit geval geldt net zoals op
open water dat de zeilboot met zijn
zeilen over stuurboord wijkt.
Weer twee zeilboten. Nu vaart de één
een ruime koers en de ander laveert.
De zeilboot die laveert moet nu
voorrang verlenen aan de zeilboot met
de ruime koers. Hij heeft de engte niet
bezeild.
4
Belangrijke definities
BPR = Binnenvaart Politie Reglement
Type schepen
- Zeilschepen (inclusief surfplanken)
- Schepen bewogen op spierkracht
- Motorschepen (ook zeilschepen die een motor hebben bijdraaien)
Scheepsklassen
- Groot schip:
o Lengte: >= 20 meter
o Max aantal passagiers: >= 12 (bijv. rondvaartboot)
o Visserschip
o Veerpond
o Sleep- / duwboot (niet een klein schip wat een ander klein schip sleept)
o Duwbak
- Klein schip:
o Lengte: < 20 meter (m.u.v de schepen genoemd onder ‘Groot Schip’)
Engte
Een engte is een plek in nauw vaarwater waar twee schepen elkaar niet kunnen
passeren.
Het hangt dus van de schepen en hun diepgang af wat een engte is en wat niet. Wat
voor grote vrachtboten een engte is, hoeft dat niet te zijn voor twee roeibootjes
onderling, omdat deze in veel ondieper water kunnen varen
Bezeild hebben
Bezeild hebben betekend dat je zonder overstag te gaan van je huidige positie naar
je bestemming kunnen komen.
Een engte bezeild hebben betekend de engte kunnen passeren zonder overstag te
gaan.
5