Antwoorden 2 - Watersprieten

Theorie: antwoorden CWO II boekje
Hoofdstuk 1 Joystick
Vraag 1
•
De joystick kan verstrikt raken in de schoot.
Vraag 2
•
Anders kost het te veel kracht, je houdt het dan niet vol.
Vraag 3
•
Je kunt op de rand van de boot gaan zitten en eventueel uithangen
en toch goed sturen.
Hoofdstuk 2 Zwaard
Vraag 1
•
Hij heeft niet de juiste zeilstand en/of hij heeft zijn zwaard niet
naar beneden waardoor hij teveel verlijert.
Vraag 2
•
Het zwaard steekt dan iets naar beneden.
Hoofdstuk 3 De juiste koers……
Vraag 1
1. in de wind
2. aan de wind
3. halve wind
4. ruime wind
5. voor de wind
6. voor de wind
7. ruime wind
8. halve wind
9. aan de wind
Hoofdstuk 4 Aankomen en afvaren van hogerwal
Vraag 1
•
Zachter
•
Sneller
Vraag 2
•
Je probeert te helpen door het bootje af te houden. Kijk uit voor je
eigen veiligheid, geen handen of voeten tussen het bootje en de
steiger houden.
Vraag 3
•
Je hebt gauw teveel snelheid. Het afvaren is moeilijker.
Vraag 4
•
Je hebt minder controle over de snelheid; even harder of zachter
gaat niet. Als de wind draait, ga je al snel te hard.
Vraag 5
•
Antwoord A
Vraag 6
•
Antwoord C
Hoofdstuk 5 Een paar kunstjes……
Vraag 1
•
Je houdt de boot in de wind en laat hem deinzen. Vervolgens duw
je met je hand de giek uit. Let op het sturen gaat veel zwaarder en
de helmstok reageert tegenovergesteld.
Hoofdstuk 6 Ken je de regels nog
Vraag 1
•
antwoord b: Bootje B voor bootje A; stuurboord wijkt voor
bakboord.
Vraag 2
•
antwoord b: Bootje B voor bootje C; stuurboord wijkt voor
bakboord. Het lijkt alsof bootje C geen voorrang heeft gekregen en
achterlangs probeert uit te wijken om een aanvaring te
voorkomen. Goed zeemanschap!
Vraag 3
•
antwoord a: Bootje B voor bootje C; loef wijkt voor lij.
Vraag 4
•
Regel 1: goed zeemanschap. Als je ziet dat er een lastige situatie
op water is, vermijd je deze. Je probeert altijd een aanvaring te
voorkomen, ook al heb je voorrang.