Babbel en Naai - Oefen je Nederlands

Babbel en Naai
© Krisje Teldersl
De deelnemers naaien met de hand gevulde hartjes van restjes
stof. De hartjes worden versierd met siersteken, knopen, lovertjes,
kraaltjes, franjes.
De deelnemers


ontmoeten elkaar en praten in een gemoedelijke sfeer, samen
handwerken leidt automatisch naar ‘social talk’.
luisteren naar elkaar, handwerk geeft de stille deelnemers een
‘excuus’ om niet onmiddellijk mee te praten.
2 uur
Voor iedereen, beginner of gevorderde, met interesse in naaien.
(hoeven niet allemaal anderstaligen te zijn).
De begeleider


is handig met naald en draad.
houdt van gezellig samen handwerken en babbelen.




























restjes stof
knopen, lovertjes, franjes, biaislint, kralen (je kan ook vragen
dat deelnemers iets meebrengen)
naalden, garen, borduurnaalden en borduurgaren, scharen,
spelden
sjabloon voor het hartje (of een andere vorm)
vulling voor het hartje (acrylvlokken of oude pantys)
viltstiften om het sjabloon over te nemen op de stofstoelen
zeteltjes, eventueel tapijt en poefjes voor een gezellig effect
een tafel
koffie, thee, water en koekjes
Zet stoelen en zetels in een kring.
Maak minstens één hartje vooraf om te tonen als voorbeeld.
Kopieer het sjabloon voor het aantal deelnemers.
Zorg dat er voldoende licht is.
Als je deelnemers hebt die een leesbril gebruiken: vraag dat ze
hem meebrengen.
Zet koffie, thee en koekjes klaar.
Leg de lapjes stof en het naaigerief klaar op de tafel.
Toon het voorbeeldhartje en leg uit dat iedereen een eigen
hartje naar keuze kan maken.
Vraag wat je met zo’n hartje allemaal kan doen(het lokaal
versieren, cadeau doen aan iemand, een slinger maken,…).
Geef iedereen een sjabloon en een stift en toon hoe ze de
hartjesvorm kunnen overnemen op een stofje naar keuze. Dit
moeten ze 2 keer doen (op zelfde of verschillende stof).
Toon hoe je met een stift een hulplijn tekent op 1 cm van de
rand van één van de hartjes (op de achterkant van de stof).
Leg de 2 hartjes met de voorkanten van de stofjes op elkaar.
Speld de hartjes op elkaar en naai de hartjes op de hulplijn
vast. Let op: laat aan de bovenkant ongeveer 3 cm van de
naad open om er straks de vulling in te doen!
Haal de spelden weg en draai het hartje met de goede kant
naar buiten.
Doe de vulling in de hartjes.
Knip een stuk van ongeveer 10 cm van het biaislint (of een
ander lintje) en vouw het dubbel tot een lusje.
Steek het lusje in de opening en naai de opening dicht.
Versier het hartje naar keuze met knopen, steekjes, kralen of
lovertjes. Je kan ook met borduurgaren in ‘festonsteek’ het
hartje afboorden.
Extra voor wie veel ervaring heeft: Versier de stofjes vooral en
naai ze nadien ineen. Bij het ineennaaien kan je ook een
boordje of lintje tussennaaien.

Stimuleer gesprekken tijdens het naaien:
Over de activiteit zelf:
- Wat kies jij?
- Wat vind je mooi?
- Hoe doe je dat?
- Kan je mij tonen hoe het werkt?
Over naaien:
- naai je veel?
- Wat maak je dan?
- Voor wie?
- Doe je dat alleen? Thuis? Of met vriendinnen, zussen,…
Als de mensen elkaar niet kennen:
- Van waar kom jij?
- Hoe lang ben je in België?
- Waar woon je?
- Heb je kinderen?
- Heb je broers? Zussen? Hoe oud zijn ze? Waar wonen ze?
Wat doen ze als beroep?
- Wat doe jij graag?
- Wat eet je graag?
- Wat kook je graag?
- Wat kan je goed klaarmaken?
Als de mensen elkaar wel kennen:
- Wat heb jij gisteren gedaan?
- Was het leuk? Doe je dat vaak?
- Heb je naar televisie gekeken? Wat dan? Wat vond je
ervan?
- Heb je het nieuws gehoord,…




Bedank iedereen en doe een rondje om te zien of iemand zijn
hartje wil tonen.
Bewonder ieders resultaten en vraag hoe ze het gemaakt
hebben, of ze het moeilijk vonden, of ze het thuis nog gaan
maken.
Kies samen met de deelnemers of ze de hartjes mee naar huis
nemen of dat jullie er het lokaal mee versieren. Als je kiest
voor versieren: maak een slinger van de hartjes en hang ze
voor het raam, of aan de deur, …
Vraag ook of ze nog iemand kennen die ze graag willen
meebrengen.