08 juli 2014, pag. 10 Autowinkel in hartje stad Een autowinkel in de binnenstad? Peugeot experimenteert in Leeuwarden. Het werkt als een dolle. ,,Hé hoi.’’ De tijdelijke Peugeot-winkel aan het Ruiterskwartier is alleen donderdag, vrijdag en zaterdag open. Brouwers noteerde vorige week dik 250 binnenlopers. Voor de winkel met pet verkoper Paul de Vries. FOTO LAURENS AAIJ IRENE OVERDUIN A rne Brouwers kijkt verrukt op van zijn partytafeltje voor de zaak. ,,Hoor je dat? Hoor je dat?’’ Een springerig meisje in een knalroze hemdje trekt aan de arm van haar vader. ,,Je kan hier een auto kopen’’, snatert ze. Hier, dat is het Ruiterskwartier, de winkelstraat achter het Zaailand in hartje Leeuwarden. Twee weken geleden reed Auto Haaima twee kekke Peugeots naar binnen in het oude Xenos-pand, een witte en een paarse 108. Dikke spots er op, lounge muziek aan, rode loper uit en het experiment kon beginnen. ,,Ik verkoop geen auto’s’’, zegt Brouwers. Hij verkoopt hetzelfde als de UPC naast hem en de belwinkels even verderop. ,,Die verkopen abonnementen, het mobieltje krijg je er gratis bij. Zo moet je ons ook zien.’’ Op het glas van de etalage hangen de prijzen: 6,88 euro per dag of 209 euro per maand. ,,All in, dus inclusief verzekering en wegenbelasting. Alleen de benzine betaal je zelf.’’ Een abonnement, dat klinkt toch veel vriendelijker dan leasen of lenen, zegt hij. Het idee erachter? Steeds minder mensen willen nog een auto bezitten: ,,Ze willen mobiel zijn. Een kleine auto voor naar het werk, een grote voor de vakantie. Met een abonnement wissel je ze gewoon in.’’ Toch, wie bedenkt nou dat-ie in de binnenstad mobiliteit wil kopen? Is niet iedereen afgejaagd op het idee dat je daarvoor op een industrieterrein moet zijn? Haaima heeft net zelf op de Hemrik een showroom geopend. Brouwers heeft twee antwoorden. Niemand struint met een precies idee over mobiliteitswensen winkelgebieden af: ,,Maar deze winkel maakt nieuwsgierig. Je loopt makke- Autoverkoper gebruikt principe abonnement voor telefonie lijk binnen. Jij hebt misschien geen auto nodig, maar je zus of je moeder wel.’’ De popup-store mag op een winkel lijken, in werkelijkheid is het een ‘leads-generator’ Ten bewijze vist hij een flinke stapel ingevulde formulieren uit een doos. ,,Een stuk of honderd.’’ Ten tweede: industrieterreinen zijn verre van ideaal. ,,Het probleem is dat er te weinig mensen komen. Het publiek komt wel graag naar de binnensteden. Daar moet je dus zijn.’’ Hij vindt het heerlijk om er terug in de stad te zijn. ,,Maar verdorie, eindelijk heeft Leeuwarden alles - bereikbaarheid, parkeergarages - staan de winkels leeg!’’ Ze ombouwen tot toonzalen, zoals rondom gebeurt, vindt hij geen voldragen idee. ,,Er moet wat gebeuren. Maak tijdelijke doorbraken. Ga er tenten verkopen, campers, dingen die je niet verwacht.’’ Over twee weken is Haaima weer vertrokken uit het Xenos-pand. Huren voor een maand doe je voor een vriendenprijs, daarna wordt het te duur, licht hij toe. En dan? ,,Ik denk dat ik naar Harlingen ga. Heb je de Tall Ships gezien? Dat was een en al ‘feel good’. Er was roering. Als er iets gebeurt, gaan mensen denken: hoe kunnen we het de volgende keer beter doen? Dát moet je hebben.’’