vmbo Piuslaan: een nieuwe huisvesting 5 februari 2014 Inhoud pag. 2 van 24 Inleiding 3 Vmbo: een aantrekkelijk fundament voor de beroepskolom Aantrekkelijk vmbo in Eindhoven 4 Samen aan de Piuslaan Onderwijsvisie De Burgh en Aloysius/De Roosten 6 Vakmanschap en praktische opleiding in het DNA De doorontwikkeling naar een Vakcollege 10 Op zoek naar de perfecte schooldag op het vmbo “Design” als ontwerpinstrument 12 Ruimtelijke vormgeving Het ontwerp van Atelier Pro Architecten 15 Leeromgeving en leerprestaties Klimaat en duurzaamheid 18 Respect voor het bestaande gebouw Cultuurhistorische waardestelling 20 Integratie / innovatie in de bouw Building Information Modeling (BIM) 22 Bewegen in het onderwijs Sportvoorzieningen 24 Inleiding Op 10 november 2005 heeft de gemeenteraad van Eindhoven de programmabegroting 2006-2009 vastgesteld. Ten aanzien van het vmbo heeft de raad geconstateerd dat er een onomkeerbare beweging naar samenwerking en vernieuwing op gang is gebracht. Dankzij de samenwerking is het mogelijk gebleken te werken aan innovatie van het vmbo en vernieuwing van de huisvesting. Om de vmbo-schoolbesturen in staat te stellen een start te maken met het ontwikkelen van de huisvesting voor innovatief vmbo heeft de raad besloten een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen. Zo ook voor Ons Middelbaar Onderwijs voor de realisatie van een nieuwe vmbo-school in Eindhoven Zuid ter vervanging van de huidige scholen De Burgh (tegenwoordig Vakcollege Eindhoven) en Aloysius/De Roosten. Tevens is daarbij een financiële taakstelling opgelegd, gebaseerd op de bijbehorende ambities voor innovatief vmbo. Met het beschikbare voorbereidingskrediet kan de bouwvoorbereiding voor de nieuwe huisvesting ingevuld worden. Op basis van dit fasedocument neemt de gemeenteraad een definitief bekostigingsbesluit. Op dit moment is het ontwerpproces zo ver gevorderd dat een definitief besluit tot bekostiging aan de orde is. Het voorliggende document geeft een beeld van de nieuwe huisvesting voor het vmbo aan de Piuslaan in Eindhoven. Aan de hand van alle specifieke thema’s in deze unieke bouwopgave wordt een inhoudelijke beschrijving van het project en het proces gegeven. Op naar de realisatie van een nieuwe vmbo-school aan de Piuslaan! pag. 3 van 24 Vmbo: een belangrijk fundament voor de beroepskolom Aantrekkelijk vmbo in Eindhoven Eindhoven is een interessante stad met een bijzondere dynamiek. De vijfde stad van Nederland (1 november 2013), waar grote industriële activiteit al sinds jaar en dag de arbeidsmarkt bepaalt. Belangrijke bedrijven hebben zich er gevestigd, die niet alleen stad en regio kleur geven, maar ook uitstraling hebben tot ver over de grenzen. Eindhoven is een ambitieuze stad, die graag voorop wil lopen. Voorop in technologie, voorop in architectuur, design en stadsontwikkeling, voorop in sportfaciliteiten. Een stad die bij de tijd is en aantrekkelijk om er te werken, leren en wonen. Eindhoven heeft ook de ambitie voorop te lopen in onderwijs, een centrum te zijn voor “transport” voor kennis en kunde. Onderwijs is de motor waar de samenleving op loopt. En daar maakt Eindhoven werk van. De erkenning van Eindhoven als brainport betekent in dit verband een belangrijke stimulans. Een jaar lang mocht Brainport Regio Eindhoven zich de Slimste Regio ter wereld noemen. Prioriteit bij het vmbo Eindhoven kent een bloeiend en eigentijds onderwijs. Alle vormen van onderwijs zijn aanwezig, van hoog tot laag, met veel variatie daartussenin. Al enige jaren bestond binnen de kringen van het voortgezet onderwijs het idee dat eigentijds en aantrekkelijk onderwijs speciale eisen stelt aan onderwijsgevenden, directies, besturen, gebouwen en faciliteiten. In het bijzonder voor het vmbo bestaat het inzicht dat een kwaliteitsimpuls noodzakelijk is. Als fundament van de beroepskolom is het een vorm van onderwijs waar bijzonder veel belang aan gehecht moet worden. Dit besef heeft in 2004 geleid tot het gezamenlijk gedragen rapport “Aantrekkelijk vmbo in Eindhoven”. “De ontwikkeling van eigentijds en aantrekkelijk vmbo is een geweldige uitdaging zowel voor scholen als voor de gemeente. Hoe richt je dat onderwijs zo in, dat jongeren er zin in hebben, dat zij het idee krijgen dat onderwijs iets van henzelf is? Hoe zien de nieuwe gebouwen er uit? Eindhoven heeft niet hét antwoord op de vragen gevonden, maar wel een antwoord dat streeft naar een hogere kwaliteit. De schoolbesturen hebben elkaar gevonden in de overtuiging dat kwaliteit van onderwijs in deze wereld een kwestie is van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er komen drie scholen voor multi-sectoraal vmbo verspreid over de stad: één in Eindhoven Noord en twee in Eindhoven Zuid. De nieuwe gebouwen, “landmarks”, dagen door hun gerichte styling de toekomstige leerlingen uit een keuze te maken voor een vmbo-opleiding.” pag. 4 van 24 In november 2005 heeft de gemeenteraad geconstateerd dat er een onomkeerbare beweging naar samenwerking en vernieuwing op gang is gebracht tussen de vmboschoolbesturen. Dankzij de samenwerking wordt er voortvarend gewerkt aan de innovatie van het vmbo en is het mogelijk aan de slag te gaan met de vernieuwing van de huisvesting. Om de drie scholen is staat te stellen de Programma’s van Eisen te ontwikkelen, is door de raad een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld. Vmbo Piuslaan Op basis van het Programma van Eisen hebben de plannen een nog meer concreet karakter gekregen. De vervangende nieuwbouw voor de scholen van De Burgh en Aloysius/De Roosten is voorzien op de huidige locatie van De Burgh aan de Piuslaan. In gezamenlijkheid is bekeken op welke wijze de gemeentelijke ambities ten aanzien van innovatie verder vormgegeven kunnen worden. Er is een gemeentelijke projectmanager aangesteld die in samenwerking met school en schoolbestuur de gemeentelijke processen zal stroomlijnen, zowel het bouwproces als de gemeentelijke ambities ten aanzien van innovatie. Realisatie van een kwalitatief goede vmbo-school aan de Piuslaan is als strategisch project opgenomen in Het Projectenboek 2011 van de gemeente Eindhoven. “Het project staat in het teken van duurzaamheid, innovatie, technologie en design. Het wordt een aantrekkelijk schoolgebouw dat uitdrukkelijk verbinding zoekt met de omgeving en het bedrijfsleven. De school streeft vakmanschap en grensverleggend onderwijs na, waarbij onder meer de verbinding gemaakt wordt tussen gezondheid, bewegen, muziek en milieu met techniek.” De ambitie is een kwalitatief hoogstaand schoolgebouw te realiseren. Teneinde deze ambities te realiseren is door de gemeente Eindhoven specifieke expertise ter beschikking gesteld. Het betreft experts op het gebied van design, energie en duurzaamheid, innovatie en integraal ontwerpen. Het gebouw aan de Piuslaan is een monument. In overleg met de gemeente Eindhoven zijn de mogelijkheden binnen deze randvoorwaarde verder verkend. Een klein deel zal gesloopt worden en vervangen door nieuwbouwuitbreiding. De karakteristieke hoogbouw en een groot deel van de techniekhallen worden gerenoveerd, waarbij in de transformatie de waardevolle gebouwelementen behouden zullen blijven. De kern van het plan is uiteraard de schoollocatie tussen de Piuslaan en de Moreelselaan. Vanuit de integratie met de buurt wordt echter ook gekeken naar de ontwikkelingen in de directe omgeving, met name de Geert Grotestraat, de Moreelsebaan en de Saenredamstraat. Verbindingen met het Sint Bonifaciuspark kunnen worden gezocht voor buitensport. Het project omvat ook de realisatie van een aantal gymzalen / sportvoorziening. pag. 5 van 24 Samen aan de Piuslaan Onderwijsvisie De Burgh en Aloysius/De Roosten De pleincolleges De Burgh (kader- en beroepsgerichte leerweg) en Aloysius/De Roosten (theoretische leerweg) gaan samen in één gebouw aan de Piuslaan. Voor beide scholen vormt de ontwikkeling van nieuwe onderwijshuisvesting een mooie en unieke kans om de onderwijsomgeving aan te passen aan de eisen van de tijd. De scholen hebben de ambitie om samen een grote sprong voorwaarts te maken. Basis voor de gezamenlijke huisvesting vormt de onderwijsvisie van de scholen, gebaseerd op de kermwaarden van de scholen. Kernwaarden Vanuit beide scholen zijn primair vijf kenwaarden geformuleerd waaraan beide organisatie veel belang hechten. Deze waarden geven aan in welke richting zij met hun nieuwe organisatie willen bewegen en hoe de nieuwe huisvesting dit proces kan versterken. “De nieuwe huisvesting huisvest twee scholen met een eigen identiteit. Vanuit beide organisaties zijn gezamenlijke kernwaarden geformuleerd. De Burgh en Aloysius/De Roosten: • Bieden meer aan de leerling • Staan midden in de wereld • Innoveren voor de toekomst • Zijn kleinschalige thuishavens • Zijn spraakmakend De vijf kernwaarden zijn afzonderlijk vertaald in uitgangspunten voor organisatie en huisvesting. Samen werken aan kwalitatief goed onderwijs: De Burgh en Aloysius/De Roosten staan naast elkaar, leren van elkaar en werken samen aan kwalitatief goed onderwijs. De scholen hebben een duidelijk herkenbare eigen identiteit, uitstraling en karakter. Tegelijkertijd voelen zij zich verbonden met elkaar. Leerlingen worden gestimuleerd om hun kwaliteiten te ontdekken en talenten te ontwikkelen. Dankzij de toekomstige samenwerking ontstaan extra mogelijkheden om in te spelen op de behoefte van leerlingen. In balans met de omgeving om je heen: De Burgh en Aloysius/De Roosten hebben een open blik naar de wereld en nodigen de wereld ook uit om de school binnen te komen. Zo krijgen leerlingen de kans om zich in een veilige omgeving breed te oriënteren op wat de maatschappij te bieden heeft. De scholen zijn functioneel transparant en kleurrijk. Bezoekers voelen zich welkom. Ontmoeting tussen elkaar, met de wijk en het bedrijfsleven zijn de drijvende krachten pag. 6 van 24 achter de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en medewerkers en zorgen voor synergie en energie. Leerlingen ontwikkelen er heldere toekomstbeelden. Vooruitstrevend en duurzaam ontwikkelen: De scholen bieden modern onderwijs met oog voor innovaties en nieuwe technieken die het onderwijs ondersteunen en verder brengen. Door in te spelen op nieuwe trends in ICT en slim gebruik te maken van moderne media kan effectiever en op maat van de leerling worden gewerkt in een brede, contextrijke omgeving. De huisvesting maakt het mogelijk goed in te spelen op veranderingen. De huisvesting is duurzaam ontwikkeld een heeft een educatieve waarde. Onderwijs op maat in een herkenbare leeromgeving: De scholen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen. De leeromgeving biedt structuur, duidelijkheid en overzicht op alle niveaus van onderwijs, organisatie en omgeving. Leerlingen kunnen zich in deze herkenbare en betrouwbare thuishaven in vertrouwen oriënteren en ontwikkelen. Zij worden gekend en gezien. In de nieuwbouw wordt een natuurlijk evenwicht gerealiseerd tussen bedrijvigheid, uitdaging en dynamiek enerzijds en rust, geborgenheid en ontspanning anderzijds. Leerlingen en medewerkers zijn trots op hun school. Opvallend door visie, kwaliteit en vorm: De nieuwbouw voor De Burgh en Aloysius/De Roosten valt op door de goed doordachte visie, vormgeving en kwaliteit. Het markante ontwerp versterkt en ondersteunt het imago van de scholen. Visie op onderwijs Het onderwijs op De Burgh is georganiseerd op basis van een onderwijskundig model van praktijkonderwijscentra. Het betreft kleine eenheden waarbij een vaste groep docenten in een eigen fysieke omgeving onderwijs verzorgen en leerlingen begeleiden. Deze kleine eenheden geven leerlingen een thuisbasis in de school waar structuur en veiligheid wordt geboden. Van hieruit kunnen zij, binnen de school, op zoek gaan naar of het door ontwikkelen van hun interesses en talenten. Het onderwijs op De Burgh is gericht op praktisch leren waarbij de leerlingen zoveel als mogelijk leren aan de hand van concrete, praktische werkopdrachten. Deze opdrachten worden door fictieve of werkelijke opdrachtgevers in de school met behulp van Meeting Point uitgezet. Deze door klanten gevraagde opdrachten sluiten aan bij en worden uitgevoerd in de verschillende praktijkcentra. Meeting Point is een front-office activiteit waar de basis wordt gelegd voor het contact van leerlingen met de omgeving. “De Burgh stelt zich ten doel om leerlingen op weg te helpen naar vakmanschap. Het gaat hier dan niet uitsluitend om kennis en vaardigheden maar ook om attitudes en beroepshouding. Essentieel is dat leerlingen worden geholpen in hun zoektocht naar hun interesses en talenten. Daarom wordt onderwijs aangeboden op een activerende manier in een aansprekende en contextrijke omgeving waarbij leerlingen worden uitgedaagd en die het mogelijk maakt om theorie en praktijk met elkaar te combineren.” pag. 7 van 24 Aloysius/De Roosten biedt leerlingen persoonlijke aandacht in een omgeving waar structuur, veiligheid en overzicht de rode draad zijn. Ook leerlingen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben zijn welkom. De school maakt actief deel uit van de samenleving en biedt tegelijkertijd voldoende geborgenheid voor leerlingen. De leeromgeving binnen Aloysius/De Roosten is kleinschalig en georganiseerd naar clusters en vakken. Het onderwijs wordt aangeboden in labs. De labs bestaan uit een combinatie van algemene onderwijsruimten en een leerplein. De vormgeving van de leeromgeving creëert en stimuleert samenwerking en afstemming tussen de vakken en biedt door breed gebruik van ICT de mogelijkheid om de kenniswereld gericht de school binnen te halen. Het onderwijs wordt hierdoor betekenisvol en contextrijk. Bovendien stimuleert deze omgeving het sociale proces omdat vormen van samenwerkend leren goed kunnen worden vormgegeven. De daadwerkelijke ontmoeting staat centraal. Samenwerkend leren zorgt ervoor dat leerlingen op effectieve wijze worden voorbereid op een plek in de maatschappij. “De leeromgeving van Aloysius/De Roosten stimuleert de leerlingen om actief te zijn en biedt volop mogelijkheden om de wereld te ontdekken en enthousiast te raken door de rijke impulsen die ze krijgen. Hierdoor is het mogelijk dat leerlingen het beste uit zichtzelf halen en uiteindelijk ontwikkelen tot jong volwassenen die zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf, in staat zijn zelf keuzes te maken en uiteindelijk zelfstandig in het leven te staan. Uitgangspunten nieuwe huisvesting Onderwijs, organisatie en omgeving zijn drie onderwerpen die sterk met elkaar samenhangen. Een gebouw kan een onderwijsvisie ondersteunen en stimuleren. Om te beginnen ondersteunt de huisvesting het onderwijs door beschikbaarheid van benodigde ruimten. Daarnaast beïnvloedt de opzet van een gebouw sterk de communicatie en teamvorming in het onderwijs. Tot slot staat een gebouw voor een bepaalde sfeer en cultuur. Een eigentijdse, frisse uitstraling van het gebouw, als visitekaartje voor het vernieuwende onderwijs, is voor de school van groot belang. “Onderwijs verandert voortdurend. Een gebouw dat als maatpak om een visie gegoten is, zal snel daarna gaan knellen en belemmeren. Een gebouw zal vooral ruimte moeten geven aan veranderingen en goed aanpasbaar moeten zijn aan gewijzigde inzichten. Het werken aan veranderprocessen met oog voor onderwijs, organisatie en omgeving, maakt dat het ontwikkelen van een nieuwbouwplan een onderwerp is dat iedereen in de organisatie aangaat.” pag. 8 van 24 De algemene kaders voor de huisvesting van De Burgh en Aloysius/De Roosten aan de Piuslaan zijn: • Zorg voor een eigen herkenbaar gezicht voor beide scholen die past bij de doelgroep en identiteit. Creëer eigen domeinen, in combinatie met gezamenlijke functies. Doel is leerlingen een rijke leeromgeving te bieden en tegelijk ruimten efficiënt te gebruiken. • Maak van de locatie een landmark waarbij uitstraling, vernieuwing, duurzaamheid en flexibiliteit hoog in het vaandel staan. Een nieuw, markant gebouw met een aansprekend design geeft de wijk een flinke impuls. • Ga met een respectvolle manier om met de cultuurhistorische waarde van het huidige gebouw. pag. 9 van 24 Vakmanschap en praktisch opleiding in het DNA De doorontwikkeling naar een Vakcollege De Burgh is als basis- en kaderberoepsgerichte opleiding van oudsher een school die vakmanschap en opleiding in samenwerking met het bedrijfsleven hoog in het vaandel heeft staan. Vakmanschap en praktisch opleiden zit in het DNA van de school. De afgelopen jaren is de keuze voor praktisch opleiden in het belang van de leerling altijd voorop gesteld. De slogan “De Burgh … vooral doen” en het onderwijskundig motief “Met passie en talent op weg naar vakmanschap” waren hier al uitingen van. Gelet op alle ontwikkelingen in de maatschappij en de keuzes die De Burgh de afgelopen jaren heeft gemaakt met betrekking tot haar positie in het Eindhovense beroepsonderwijs, is recent de logische stap gemaakt om verder te gaan als Vakcollege Eindhoven. Alle betrokken onderwijsinstellingen en de gemeente Eindhoven hebben in 2012 een Letter of Intent ondertekend om de benodigde speciale aandacht voor het techniekonderwijs nader te onderstrepen en vorm te geven. Binnen het Vakcollege Eindhoven zullen er, gelet op het arbeidsmarktperspectief voor de leerlingen, twee verticale beroepskolommen worden aangeboden, te weten Techniek & Vakmanschap en Mens & Dienstverlening. De missie is om vaktalent al jong te stimuleren en hen via een uitstekende leergang effectief op te leiden voor een baan als gekwalificeerd vakman of vakvrouw in het bedrijfsleven, zorg, welzijn en sociale dienstverlening. “Gelet op de acute arbeidsmarktvraag en op de vergrijzing is er een tekort aan goed opgeleid (technisch) personeel. Dit tekort zal in de komende jaren alleen maar groeien. Het grootste potentieel en het makkelijkst te bereiken zijn de leerlingen die in de verschillende scholen voor basis- en voortgezet onderwijs zitten. In dit kader zijn er op de huidige school (Vakcollege Eindhoven) allerlei activiteiten. De school zet haar fysieke omgeving en organiserend vermogen in om leerlingen van basisscholen en van scholen voor voortgezet onderwijs in contact te brengen met techniek. Het is de bedoeling dat leerlingen hierdoor geïnspireerd worden en kennis nemen van wat techniek kan betekenen en hoe leuk het kan zijn om hier mee bezig te zijn.” Vakcollege Eindhoven is een school waar leerlingen op basis van interesses en kwaliteiten worden uitgedaagd en praktisch worden opgeleid. Voor leerlingen betekent dit dat ze worden opgeleid tot vakman/vakvrouw en een diploma behalen waarmee ze aan de slag kunnen of verder kunnen leren in een vakgebied. Voor bedrijven betekent pag. 10 van 24 het dat ze kunnen rekenen op geschoolde vakmensen met een opleiding die is afgestemd op hun dagelijkse praktijk. Door beter op de interesses en kwaliteiten van de leerlingen af te stemmen, wordt voorkomen dat leerlingen vroegtijdig de school verlaten. Het Vakcollege ziet het als haar taak om activiteiten in dit kader voort te zetten en zoekt nog naar mogelijkheden om verder uit te breiden binnen de mogelijkheden die er op dit moment zijn. pag. 11 van 24 Op zoek naar de perfecte schooldag op het vmbo ”Design” als ontwerpinstrument De gemeente Eindhoven past Design toe als instrument om het samenleven in de stad opnieuw vorm te geven. Designers helpen bij het zoeken naar onconventionele en creatieve oplossingen voor actuele maatschappelijke problemen. Zo wordt samen een stad gestalte gegeven. “Design kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven doordat het de eindgebruiker en diens ervaring centraal stelt in het proces. De behoeften van betrokkenen vormen het uitgangspunt. Problemen worden anders benoemd, begrip van de randvoorwaarden en de context staan aan de basis van de oplossing. Het gaat niet alleen om het ontwikkelen van “de beste ideeën” maar ook de beantwoording van de vraag “wat proberen we nu precies te bereiken en hoe komen we daar?”. Experimenteren mag en is noodzakelijk om vernieuwing tot stand te brengen. De stad als levend laboratorium en ter coöperatie van allen.” Vanuit deze ambitie heeft de gemeente Eindhoven het initiatief genomen de nieuwbouw van het vmbo aan de Piuslaan als pilotproject te initiëren. Doel is de leefbaarheid en menselijke ervaring in het onderwijsgebouw te verbeteren door de inzet van design-expertise aan het begin van het bouwproces. Onder leiding van Marlies Bielderman als mede-initiator heeft het team samen met leerlingen en leraren van Vakcollege Eindhoven en Aloysius/De Roosten de basis gelegd om een nieuwe onderwijsomgeving te maken. Een omgeving waarin het concept van de scholen en een optimale ervaring voor leerlingen en leraren tot uitdrukking komt. Experience design kan in een korte tijd de basis leggen voor de verbetering van leefbaarheid en menselijke ervaring. Hierbij staan de mens, zijn behoeftes en ervaringen centraal en vormen het vertrekpunt voor planvorming. De menselijke ervaring wordt beïnvloed door de interactie van mensen met elkaar, hun omgeving producten en services. In de ontwerpoplossingen komt dit integrale karakter terug: hulpmiddelen, gebouwen, activiteiten en diensten zijn samen faciliterend voor de menselijke ervaring. Proces In experience design hebben de eindgebruikers derhalve een belangrijke rol. Het actief betrekken van leerlingen en leraren was cruciaal om het te begrijpen, betrokkenheid te vergroten en draagvlak te creëren. Vooral voor de leerlingen van het vmbo lag hier een uitdaging. Met name op Vakcollege Eindhoven gebeurt leren vooral door dingen te doen. pag. 12 van 24 Om leerlingen ideeën en behoeftes te laten vertellen, kun je beter hun eigen taal gebruiken en hen eerst oplossingen laten verzinnen. Daarom is in de sessie met derdejaars leerlingen van beide scholen de ideale leersituatie verkend door deze te ontwerpen: een co-design sessie. Hiervoor hebben de leerlingen eerst hun eigen leerstrategie onder de loep genomen en vervolgens gekeken wat voor soort ruimte hun gewenste leerervaring zou faciliteren. Door ideeën aan elkaar te presenteren, leren we wat echt belangrijk is. Door de belangrijke zaken met elkaar te beschrijven, delen en borgen ontstaat het beeld van de perfecte schooldag. “Ik ben blij om te zien dat iedereen enthousiast is, op een gegeven moment wordt iedereen immuun voor sessies, maar dit is veel interactiever en creatiever.” Frans Bakermans, (toenmalig) rector Sint Joriscollege “Het is echt heel inspirerend, ik kan me meer voorstellen wat er allemaal mogelijk is. Tegelijkertijd zie ik nu ook dat de nieuwbouw meer impact heeft dan ik tot nu toe dacht.” Leerling Aloysius/De Roosten “Ik ben echt trots op wat de leerlingen ontworpen hebben in de sessies, het zijn echt slimme oplossingen!” Jacques Wilbers, directeur Vakcollege Eindhoven Resultaten Allereerst is opgevallen dat er veel mogelijkheden zijn om de schooldag te verbeteren. En: deze ervaringen bleken zowel voor leerlingen als leraren eensluidend, ondanks het feit dat ene school de nadruk legt op de theoretische leergang en de andere op het leren van een vak. Tijdens het bespreken van de scenario’s bleek dat de dingen die een “perfecte schooldag” in de weg staan eerst opgelost moeten worden. Er zijn nu veel ongemakken die de sfeer niet ten goede komen, met name op het gebied van welzijn. De nieuwbouw biedt de uitgelezen kans tot veranderen. Wanneer de basisbehoeften beter vervuld worden is er vanzelf meer ruimte om te dromen en werken aan de overige ambitieuze zaken als leren-door-te-doen en contacten met “de echte wereld”. Die perfecte schooldag: hoe kan die werkelijkheid worden? Samen met de architect, de gemeente Eindhoven en de scholen is gekeken hoe de inzichten en ideeën omgezet kunnen worden naar echte oplossingen en acties op korte en langere termijn. pag. 13 van 24 Voor alle oplossingsrichtingen zijn vele oplossingen te bedenken. Dit kunnen aanpassingen zijn in “de omgeving”, “het gedrag” en “de organisatie”, maar ook de ontwikkeling van nieuwe producten of hulpmiddelen. Sommige van de ideeën van dit project worden in samenwerking met Atelier Pro Architecten al verder uitgewerkt en toegepast in de ontwerpplannen. “Wij, als architect, hebben deze studie als een heel stimulerende en waardevolle “experience” ondergaan en zien het als een bijna onmisbare aanvulling bij het opstellen van een Programma van Eisen.” Pascale Leistra en Dorte Kristensen, architecten Atelier Pro “Onze school kan zo veel cooler worden, leuk om daar aan mee te werken.” Leerling Vakcollege Eindhoven “Als we dit waar kunnen maken hebben we de ideale school, … dan heb je zin om te gaan. Bovendien is het verrassend hoe goed de leerlingen mee kunnen denken en doen in het proces.” Ellen van den Heuvel, directeur Aloysius/De Roosten De resultaten van de pilot zijn gebundeld in het boekje “The Perfect Schoolday, experience design voor het vmbo”, van Marlies Bielderman. Het boekje geeft een impressie van het proces en de belangrijkste uitkomsten. pag. 14 van 24 Ruimtelijke vormgeving Het ontwerp van Atelier Pro Architecten Het vertrekpunt Vakcollege Eindhoven (voorheen De Burgh) en Aloysius/De Roosten gaan samen in één pand op de huidige locatie van Vakcollege Eindhoven aan de Piuslaan 93 te Eindhoven. In het nieuwe plan voert Atelier PRO een vernieuwingsslag door met het oorspronkelijke complex van Vakcollege Eindhoven, daterend uit de jaren ’50, waarbij waardevolle oude elementen hergebruikt worden. Het oorspronkelijke pand bestaat uit 4-laagse hoogbouw bestemd voor theorielokalen, 9 praktijkhallen en enkele bijgebouwen. Het gebouw deed vroeger dienst als huisvesting voor de LTS. Dit type schoolcomplex, bestaande uit hoogbouw ten behoeve van theorielessen gecombineerd met praktijkhallen treft men vaker in Nederland aan, maar is in de huidige vorm voor Eindhoven typerend voor de wederopbouwperiode. De hoogbouw bestaat vaak uit een karakteristieke draagconstructie welke aan de buitenzijde afleesbaar is door verticale geleding van betonnen gevelkolommen. Tot in een vrij recent verleden een gebouwtype dat nogal eens op de nominatie stond om gesloopt te worden, maar gelukkig wordt de kenmerkende en historische betekenis inmiddels op waarde geschat. Zo ook aan de Piuslaan: hier is sprake van een zogenaamde tafelconstructie met grote stalen puien en metselwerk-invullingen. Dit gebouwdeel wordt zoveel mogelijk “terug” gerenoveerd naar het oorspronkelijke beeld, rekening houdend met de huidige eisen gesteld aan onder andere bouwfysica, frisse scholen en natuurlijk brandveiligheid. De praktijkhallen bestaan uit 2x9 hallen van circa 6m hoogte met karakteristieke glazen daklichten. De 2x9 hallen zijn verbonden door middel van een middengang. En zijn eveneens voorzien van grote stalen puien. 2x5 praktijkhallen zullen worden gerenoveerd hetgeen overeenkomt met de m2-behoefte aan techniekonderwijs in de toekomst. Synergie, 2 scholen met eigen identiteit Aloysius/De Roosten zal haar nieuwe huisvesting betrekken in het nieuwe complex aan de Piuslaan, waar op dit moment Vakcollege Eindhoven is gehuisvest. pag. 15 van 24 Beide scholen behouden hun een eigen identiteit en krijgen binnen het ontwerp ieder een eigen entree. De nieuwe entree van Vakcollege Eindhoven is gesitueerd aan de Geert Grootestraat en de nieuwe entree van Aloysius/De Roosten aan de Saenredamstraat. Naast een eigen entree hebben beide scholen een eigen plein, eigen sectoren en een deel van de aula. Aloysius/de Roosten met belangrijke kernwaarde kleinschaligheid en Vakcollege Eindhoven een school waar vakmanschap hoog in het vaandel staat. “In de nieuwbouw is een centrale kern waarin beide scholen functies delen zoals bijvoorbeeld een centrale administratie, een gemeenschappelijke keuken, een grote gemeenschappelijke teamruimte en twee aula’s die in elkaar overlopen. Daarnaast zijn er diverse onderwijsruimten die door beide scholen gebruikt zullen worden, zoals kunst- & cultuurruimtes en technieklokalen. Mochten er in de toekomst andere inzichten en/of onderwijsvisies zijn, dan zou het complex ook als één gebouw te beschouwen zijn.” Kortom, de scholen worden goede buren met hun eigen “stek” maar met gezamenlijk gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen. Stedenbouwkundig: uitstraling aan de Piuslaan Het bestaande hoofdgebouw blijft met zijn krachtige historische uitstraling verantwoordelijk voor de uitstraling naar de ringweg. Door diverse ingrepen als reiniging van de gevels, nieuwe puien en oorspronkelijkheid in kleurgebruik zal dit gebouw weer een prettige en eigentijdse uitstraling krijgen, zoals we dat vaker bij dit soort renovatieprojecten zien in Eindhoven en omgeving. Daarnaast zal vanaf de ringweg ook een glimp op te vangen zijn van de nieuwbouw aan respectievelijk de Saenredamstraat en de Geert Grootestraat. Deze nieuwe gebouwdelen krijgen een pittige, markante uitstraling en nodigen uit naar de rest van de nieuwe ontwikkelingen. Gevels volgen niet rooilijnen maar liggen juist terug waardoor ze ruimte voor pleinen maken of liggen onder een hoek met de rooilijn waardoor ze als het ware naar de horizon reiken. Door juist de achterste 2x5 praktijkhallen te handhaven is het mogelijk om de nieuwbouw tussen de bestaande bouw te fixeren. Ook in gevelbehandeling contrasteert de nieuwbouw met het bestaande complex: een lichtgekleurde gevelbeplating op een glazen plint geeft een eigentijdse en eigenwijze invulling. De aula’s hebben een de fascinerende plek gekregen op de grens van bestaand en nieuw. pag. 16 van 24 Nestelen in de wijk Naast de uitstraling naar de Piuslaan is het nestelen in de buurt een belangrijk gegeven. Geen achterkanten maken, maar juist uitstraling en een uitnodigend gebaar maken voor leerlingen, docenten en bewoners tot aan de Moreelselaan. Wij hopen dat het nieuwe schoolcomplex een belangrijke bijdrage leveren aan de herontwikkeling van gehele wijk. Ook inhoudelijk wordt gedacht aan combinatie van onderwijs en buurtvoorzieningen. Interessante mogelijkheden hiervoor zijn een restaurantfunctie en persoonlijke verzorging vanuit Zorg & Welzijn of een garagefunctie vanuit Motorvoertuigentechniek. In bredere zin wordt gedacht aan het breed inzetten van voorzieningen voor muziek en cultuur of het ter beschikking kunnen stellen van lokalen. Op deze wijze willen we actief de verbinding zoeken met de buurt. “Het gehele vernieuwbouw complex zal aan beide scholen een belangrijke bijdrage leveren om (vernieuwde) onderwijsvisies beter in de praktijk te brengen. Daarnaast zal het voor de wijk een belangrijke impuls betekenen in beleving op wijkniveau en liggen er voor wijkintegratie middels centrale sport- en wijkvoorzieningen op te rapen kansen.” pag. 17 van 24 Leeromgeving en leerprestaties Klimaat en duurzaamheid In het kader van verantwoorde huisvesting is als vertrekpunt bij het ontwerp gekozen voor een duidelijke impuls in het leer- en leefklimaat binnen de onderwijsgebouwen. Een uitdrukkelijke koppeling wordt daarbij gemaakt met ambities op het gebied van duurzaamheid. Optimaal leer- en leefklimaat Onderzoek heeft uitgewezen dat een goed en gezond binnenklimaat bijdraagt aan de leerprestaties van leerlingen en de werkbeleving en kwaliteit van onderwijzend personeel. Het is niet voor niets dat de eisen voor binnenklimaat, met name luchtkwaliteit, recent in het bouwbesluit zijn aangescherpt. Het belang van een goed leer- en leefklimaat wordt eveneens van de zijde van de overheid erkend getuige de ontwikkeling van het Programma van Eisen Frisse Scholen door het Agentschap NL, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. Het pakket Frisse Scholen is mede de basis geweest voor de recente aanpassing van het bouwbesluit. In de voorliggende nieuwbouwplannen wordt vanzelfsprekend voldaan aan de verscherpte eisen van het vigerende bouwbesluit. Daarnaast worden, voor zover in reële perspectieven mogelijk binnen de bestaande huisvesting, maatregelen uit het pakket Frisse Scholen toegepast. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld CO2-gestuurde ventilatie. Doel is een optimaal leer- en leefklimaat (comfort) ten behoeven van optimale leerprestaties. Verantwoord gebruik van grondstoffen “De scholen hechten veel waarde aan duurzaam en verantwoord gebruik van grondstoffen en kwalitatief goede onderhoudsarme materialen. Dit doen ze vanuit het oogpunt van maatschappelijk ondernemerschap en de educatieve waarde, maar ook met het oog op de mogelijkheden om met duurzame maatregelen het energieverbruik terug te dringen of zelfs energie te winnen.” De nieuwe scholen bestaan uit een combinatie van hergebruik, renovatie en nieuwbouw. Behoud van bestaande bouw en een groot deel van de bestaande inrichting heeft op zichzelf al een aspect van duurzaamheid in zich, los van de renovatiemaatregelen die genomen worden. Een van de belangrijkste maatregelen die pag. 18 van 24 genomen zal worden is het vernieuwen van alle puien in de bestaande bouwdelen. Verder zullen de bestaande daken worden voorzien van isolatiemateriaal. In het ontwerp is ook onderzocht wat de mogelijkheden zijn om duurzaamheid op kleiner niveau dan het gebouwniveau toe te passen. Voorbeelden zijn het toepassen van gerecycled materiaal in te verwerken materialen en aan te schaffen spullen. Naast de (relatief voor de hand liggende) duurzaamheidsmaatregelen is er een vijftal duurzame opties voor de renovatie en nieuwbouw specifiek onderzocht in de ontwerpplannen. Warmte koude opslag (WKO)-installatie Een warmte koude opslaginstallatie maakt gebruik van een warme en koude bron waaruit gedurende de winter- en zomerperiode warm of koud water onttrokken wordt. Deze warmte of koude wordt gebruikt om het gebouw te klimatiseren (op te warmen dan wel af te koelen). Ten opzichte van een standaard installatieprincipe is een WKOinstallatie alleen zinvol in combinatie met actieve koeling voor de gebruikers. LED verlichting Het toepassen van LED verlichting op plaatsen waar onderhoud aan lampen lastig is, lampen vaak aan- en uitschakelen en de armaturen veel branduren maken, levert een aanzienlijke besparing op. De gebieden waarbij LED verlichting veelal wordt toegepast zijn verkeersruimten, sanitaire ruimten, vides en atria en buitenverlichting. PV-panelen Photovoltaïsche (PV) panelen leveren een elektrisch vermogen door het omzetten van zonlicht in elektrische energie. Deze panelen zijn sterk in ontwikkeling en de verwachting is dat de rendementen van de panelen sterk zullen stijgen in de komende 10 jaar. Intensieve toepassing van isolatie Wellicht minder spectaculair, maar daarmee nog niet te veronachtzamen is het toepassen van isolatienormen in gevels en daken die verder gaan dan de huidige bouwvoorschriften vereisen. Verder is de mogelijkheid onderzocht om bij de renovatie van de bestaande bouwdelen het toegepaste enkel glas in de raampartijen te vervangen door hoog rendement isolatieglas. Dit zal een verhoging van het comfort betekenen en een aanzienlijke besparing van het energiegebruik. Verhogen van het rendement op warmteterugwinning bij de luchtbehandeling In het verlengde van het “Frisse scholen concept”, waarbij aandacht gevraagd wordt voor een goede luchtkwaliteit in schoolsituaties, wordt voor de nieuwbouwdelen uitgegaan van volledige luchtbehandeling. Bij de bestaande bouwdelen wordt dit concept zo goed als mogelijk ingepast. Bij volledige luchtbehandeling is het voor de hand liggend, de koude toevoerlucht voor te verwarmen met de reeds opgewarmde afvoerlucht. pag. 19 van 24 Respect voor het bestaande gebouw Cultuurhistorische waardestelling De school aan de Piuslaan is in opdracht van de Vereniging Katholiek Technisch Onderwijs in 1952 ontworpen door het Eindhovense bureau C.G. Geenen & L.R.T. Oskam. De school kent (nog) geen formele bescherming als monument. Vooruitlopend daarop is vanuit de gemeente Eindhoven een voorlopige waardestelling opgesteld. De waardestelling vormt het uitgangspunt voor het ontwikkelen van het plan voor het huisvesten van de nieuwe scholen. De volgende elementen zijn in de waardestelling aangemerkt als “van hoge monumentwaarde”: • Het concept van het oorspronkelijke ontwerp: de combinatie van een hoog theoriegebouw en een laag praktijkgedeelte. Dit concept is niet enkel om praktische redenen ontstaan maar had ook een duidelijke verwijzing naar de toekomstige werkgelegenheid waarin de leerlingen zouden gaan verkeren. • De constructieve opzet van het gebouw en het zichtbaar daarvan zijn. Bij de hoogbouw wordt de architectuur voor een groot deel kenmerkend gevormd door het zichtbaar zijn van de constructie van betonnen kolommen op jukken. In de laagbouw zijn het de gemetselde schijven die door de puien afgewisseld worden. De puien en glazen daken vormen doorlopende lichtstroken, slechts onderbroken door de middengang. • De bestaande stalen kozijnen hebben een architectuur-ondersteunende betekenis en zijn daarom van belang. Dat wil niet zeggen dat deze niet door thermisch veel betere ramen vervangen kunnen worden, wanneer de architectuur (het bestaande lijnenspel) optimaal behouden blijft. • De toegepaste oorspronkelijke materialen hebben een hoge monumentwaarde. Met name de structuur-ondersteunende indeling van de gangvloeren met Solnhofer vloertegels, de sierbetonnen elementen die in de laagbouw onder de puien geplaatst zijn en de elementen die op de dakrand van de hoogbouw staan waarvan de vormgeving ook terug komt in de trapleuningen. “Begin 2011 is samen met de gemeente Eindhoven al geconcludeerd dat het gehele Programma van Eisen binnen de cultuurhistorische waardestelling wellicht niet te realiseren is. Dat wil zeggen dat er wijzigingen mogelijk gemaakt moeten worden. Zo is het denkbaar dat gemotiveerd een klein gedeelte van de laagbouw wordt gesloopt of vervangen wordt. Het meer open en transparant maken van de begane grond van de hoogbouw is goed te motiveren.” Het ontwerp voor de renovatie en gedeeltelijke nieuwbouw van Vakcollege Eindhoven is op 27 september 2012 besproken in de kleine commissie ruimtelijke kwaliteit. De aandachtspunten uit de Cultuurhistorische waardestelling “De Burgh” van 11-01-2011 zijn hier inhoudelijk behandeld. pag. 20 van 24 De commissie hecht hoge waarde aan behoud van de hoogbouw en een deel van het praktijkgedeelte. Ook de overige zaken die in de waardestelling als van hoge monumentwaarde aangemerkt zijn, vormen voor de commissie het vertrekpunt. Verder heeft de commissie aangegeven dat behoud van de middengang in het praktijkgedeelte en de opdeling van de lokalen van zowel de hoogbouw als het praktijkgedeelte wenselijk is. De punten zoals besproken met de kleine commissie ruimtelijke kwaliteit zijn inmiddels in het ontwerp verwerkt. Het definitieve ontwerp is op 5 december 2012 verder besproken in de grote commissie ruimtelijke kwaliteit. pag. 21 van 24 Integratie / innovatie in de bouw Building Information Modeling (BIM) In samenspraak met de gemeente is door middel van een pilot project invulling gegeven aan de vraag welke toegevoegde waarde ontwerpen met Building Information Modeling (kortweg: BIM) kan hebben in het ontwerpproces en vervolgens het bouwvergunningstraject. BIM houdt kort gezegd de volgende ontwikkelingsstap in bij het ontwerpen en tekenen met behulp van de computer: Na het tekenen op het platte vlak (2D), zoals we dat van oudsher gewend waren, is het met de moderne computers nu mogelijk geworden gelijk 3D te gaan ontwerpen. Hierdoor kan in uitwisseling met de constructeur en de installatie-adviseur geïntegreerd worden ontworpen en onderlinge ontwerpverschillen in een vroeg stadium eruit worden gehaald. Ook bestaande informatie, bijvoorbeeld gegevens over de grondsamenstelling, gegevens over het omringende verkeerslawaai etc. die de gemeente ter beschikking stelt kan beter verwerkt worden. Omgekeerd kan al deze ontwerpinformatie bij het vergunningentraject makkelijker gecommuniceerd worden met de beoordelende instanties. “Het gebruik van BIM neemt zeer snel toe in de bouw en de gebouwde omgeving. BIM heeft een technologische kant die het mogelijk maakt om de informatie beter te beheersen.” Atelier PRO Architecten heeft geconcludeerd dat er op vijf punten een essentiële verbetering van het proces mogelijk blijkt. Communicatie met school en omgeving Het is mogelijk om het 3D model toegankelijk te maken voor de school en de omgeving via een website met een gratis viewer. Men kan dan om het gebouw lopen en er naar binnen gaan. De techniek van deze programma's is eenvoudig te bedienen. Toch kan het goed zijn een kant en klare schetsfilm op youtube te zetten en op de website een aantal standaard beelden en doorsnedes. Het doel is betrokkenheid van buurt, school en scholieren te vergroten met een ontwapende transparantie. Consistent gegevensbeheer Het is mogelijk om de eisen per ruimte vast te leggen. De school kan dit via internet gedeelde model zien. Architect en constructeur kunnen in 1 model werken. In de uitwerking kan de installatieadviseur de hoofdtracés in het 3D model uitwerken en alle componenten, groter dan schakelaars en stopcontacten, zichtbaar maken in het model zodat ze door allen beoordeeld kunnen worden. Voor de omgeving van het nieuwe gebouw geldt dat hoe meer omliggende gebouwen en terrein beschikbaar zijn als 3D- pag. 22 van 24 model, hoe consistenter het model zal zijn. Ook bij presentaties is een overtuigende omgeving een meerwaarde. Indiening voor vergunningen Ook in het vergunningentraject heeft BIM toegevoegde waarde. Het is mogelijk om het ontwerp met een 3D-model in te dienen. Opmerkingen kunnen in het model worden gemaakt. Doordat het hele model wordt ingediend, zijn gegevens op een eenvoudigere manier te controleren. Document voor de aanbestedingsfase In de aanbestedingsfase wordt het 3D model gebruikt voor het beschrijven van het gebouw. Hierbij kan het aantal beschrijvingen beperkt worden, omdat veel plaatsbepalingen en gegevens aan het model toegevoegd kunnen worden. Het verdient wel aanbeveling bij de aanbesteding de aannemer te verplichten de productie tekeningen voor de installaties in het 3d model uit te werken zodat alle informatie met betrekking tot componenten van installaties vastligt. Voorbereiding van de exploitatie fase en de exploitatie fase Het 3D model is een geschikt middel om de losse inrichting in op te nemen. Tijdens het ontwerp proces is dit al zeer nuttig. Resultaat is een betere integratie van ontwerp en gebruik. Er ontstaat ook bekendheid met het gebruik van het 3D model. Het 3D model kan voor de oplevering gebruikt worden voor het maken van het verhuisplan en het opvragen van offertes bij schoonmaak bedrijven. Vanaf de ingebruikname kan het model gebruikt worden voor de beheerfase. pag. 23 van 24 Bewegen in het onderwijs Sportvoorzieningen Onderdeel van de huisvesting van het vmbo aan de Piuslaan zijn de sportvoorzieningen voor het bewegingsonderwijs. Binnen het voorliggende ontwerp is vooralsnog uitgegaan van drie gymzalen. Met de gemeente wordt gekeken naar de mogelijkheden of een opwaardering van deze sportvoorziening tot volwaardige sporthal haalbaar is. “Vakcollege Eindhoven en Aloysius/De Roosten liggen als enige VMBO school in het stadsdeel Stratum. Om de leefbaarheid van de wijk te vergroten is deze door de gemeente benoemd tot actiegebied. Daarnaast worden in het kader van de as van Stratum diverse ontwikkelingen doorgevoerd. Samen met de gebiedscoördinator van de gemeente, het woonbedrijf en de school zijn initiatieven genomen om gezamenlijk op te trekken om tot een meerwaarde voor buurt en school te komen.” De gezamenlijke ideeën zijn om sport tezamen met andere benodigde wijkvoorzieningen alsmede vrijetijdsvoorzieningen achter de school (de “rotte plek “van de wijk) te centraliseren waardoor een integratie met de wijk ontstaat. Deze ontwikkeling heeft de volgende voordelen: • Leerlingen blijven in omgeving school • Inzet sport en voorzieningen voor verlengde schooldag; • Inzet sport voor wijkactiviteiten; • Invulling voor topsporttalentschool; • Voorzieningen niveau biedt de mogelijkheid om leerlingen actief aan het bedrijfsleven mee te laten doen; • School neemt maatschappelijk functie in de wijk in; • Duurzaam herstel van de fysieke en sociale kwaliteit van de wijk; • Verhoging veiligheid; De gemeente heeft de meerwaarde die sport voor de wijk en Eindhoven kan betekenen onderkend en heeft haar medewerking gegeven om deze integrale planontwikkeling verder uit te werken in een business case. Bovengenoemde argumenten geven alle aanleiding om mogelijkheden verder te verkennen. Echter, dit traject zou niet vertragend mogen werken voor het verdere bouwproces. pag. 24 van 24
© Copyright 2025 ExpyDoc