Wat je moet weten ... Samenstelling: Teresa Bosteels Illustraties: Livina Stockmans ... voor je een model kiest Armlengte: meet vanaf het topje van de schouder tot de pols met een lichtjes gebogen arm. 1. Kijk naar de moeilijkheidsgraad Als beginner ga je voor een gemakkelijk project van 1 of 2 huisjes. Ervaren naaisters kunnen in principe elk project uit dit magazine moeiteloos aan. Kijk naar de borstomtrek voor jurken, blouses, jasjes en mantels. Kijk naar de heupomtrek voor broeken en rokken. LMV – MAATTABEL DAMES 34 - 54 Maatnummer34 Borstomtrek84 Tailleomtrek66 Heupomtrek 92 = beginner = mits een beetje inspanning = gevorderd = ervaren 36 88 70 96 38 40 42 44 46 92 96 100104 110 74 78 82 84 88 100 104108 112 116 48 50 52 54 116 122 128 134 94,5 101 107,5114 122 128 134 140 LMV – MAATTABEL HEREN 46 - 56 2. Stijltips voor ieder figuur Bij de modellen vind je vaak een stijltip terug die je laat weten voor welk type figuur het kledingstuk het meest geschikt is. Maatnummer46 48 XS S Borstomtrek 92 96 Tailleomtrek80 84 Heupomtrek 92 96 50 52 54 56 M L XL XXL 100 104108 112 88 92 96 100 100 104108 112 LMV – MAATTABEL KIDS 98 - 146 ... als je het patroon overtekent 3. Kies de juiste maat! Ga niet zomaar uit van je confectiemaat, maar vraag eerst iemand om jouw lichaamsmaten te nemen en vergelijk deze met de maten uit de tabel. Laat je vooral niet afschrikken door het maatnummer. Het belangrijkste is immers dat je kledingstuk comfortabel zit en mooi valt. Borstomtrek: meet rond het breedste deel van de borst onder de armen door. Tailleomtrek: meet rond het smalste deel van je bovenlichaam. Heupomtrek: meet rond het breedste deel van het onderlichaam. Maatnummer92 Borstomtrek52 Tailleomtrek50 Heupomtrek58 98 54 52 60 104 56 54 62 110 116 58 60 55 57 64 66 122 62 58 68 128 64 60 70 134 66 61 72 140 68 63 74 146 70 64 76 LMV – MAATTABEL KIDS 152 - 176 Maatnummer152 Borstomtrek72 Tailleomtrek 65 Heupomtrek78 158 74 66 79 164 76 67 80 170 176 78 80 68 69 81 82 4. Teken de patronen zo volledig mogelijk over • Kijk naar de patroondelenlijst van het gekozen model om te weten welke delen je nodig hebt. Alle delen vind je terug op de Let op! A Borstomtrek Vergelijk altijd met de maten uit de tabel! Meet niet op de patronen, want deze afmetingen komen niet exact overeen wegens extra waarde voor draagcomfort. B Tailleomtrek C Heupomtrek D Armlengte A A B B D D C C A D B C 157 radarbladen in het schriftje dat zich in het midden van dit magazine bevindt. Elk model heeft een andere kleur. • Kies het lijnmotief van de gewenste maat en markeer deze met een stift, zodat je je niet kunt vergissen bij het overtekenen. de breedtedraden en dus minder zullen uitrekken, isstiklijn het belangrijk dat je rekening houdt met de aangeduide draadrichting op het rijgdraad vouwlijnvouwlijn goede kant van de stofsommige delen, patroon. Ook goede voorvan de van is het belangrijk averechtse kant deelasticiteit stof kant van de stof niet af te wijken van de richting die de pijlen aanduiden. stiklijn stiklijn De plakvlies pijl die aangegeven staat op de patroondelen moet je steeds vouwlijn vouwlijn goedegoede kant van kant devan stof de stof rijgdraad evenwijdig metaverechtse de zelfkant van stof leggen. rijgdraad averechtse kant van de stof kant van dede stof aanduiding naadwaarde Let op! Om te verkorten doe je hetzelfde, maar in plaats van papier tussen te voegen, overlap je het aantal centimeters dat de rok of broek te lang is. Teken nieuwe zijnaden. plakvlies plakvlies plooi plooi Stiklijn 6. Maak een knippatroon Dit wil zeggen dat je aan de patroondelen die je net hebt overgetekend onmiddellijk naadwaarde tekent op het patroonpapier vooraleer je de patroondelen uitknipt. Je vindt de aangeraden naadwaarden in de werkbeschrijvingen terug. Dit knippatroon speld je vervolgens op de stof en kun je gemakkelijk uitknippen langs de rand van het papier. 12. Knip de patroondelen uit de stof. Hoeveel keer je een bepaald Rijgdraad een patroondeel 2x uit de stof te knippen. Delen die aan de stofvouw moeten liggen, leg je helemaal tegen de rand van de vouw stof zonder naadwaarde plooi plooi stof zonder naadwaarde overlock / zigzagsteek aanduiding aanduiding naadwaarde naadwaarde voering zodat je 1 symmetrisch deel bekomt wanneer je het uitknipt. Je hebt dit deel dus 1x. Om een deel dat niet aan de stofvouw moet liggen 1x uit te knippen, vouw je de stof open. stofhelemaal zonder stof zonder naadwaarde naadwaarde hulpje knoopsgat Aanduiding naadwaarde 13. Breng alle merktekens zorgvuldig aan. Om alle belangrijke punten nog te herkennen nadat je het patroondeel van de stof hebt merkteken hulpje knoopsgat hulpje overlock overlock /met zigzagsteek /knipjes zigzagsteek verwijderd, breng je merktekens aan (aan de rand vanknoopsgat averechtse voering averechtse voering de stof) of met rijdgdraad (op andere plaatsen binnen het patroon). Knipjes hoeven niet groter te zijn dan 2 à 3 mm. Een knipjes merkteken met merkteken hulpjehulpje knoopsgat knoopsgat merkteken rijgdraadrijgen breng je best aan in een opvallende kleur. Hulpje knoopsgat 7. Let op het gewicht en de soepelheid van de stof Dit zal immers bepalen of je kledingstuk mooi zal vallen. Bij elk model in dit magazine geven we mee waarop je moet letten voor dat specifieke model en welke stofsoorten het meest geschikt zijn. 8. Let op vleug en print Vooraleer je de patroondelen op een effen stof speldt, moet je nagaan of de stof een ‘vleug’ heeft. Strijk met je hand eerst naar de ene kant en dan tegen de richting in. Vertoont de stof plots een glansverschil, dan spreken we van een vleug. Bij zulke stoffen is het extra belangrijk dat je alle patroondelen in de juiste richting op de stof speldt. Onder meer (rib)fluweel, velours, kasjmier, angora … hebben een vleug. Bij een printmotief met tekeningen, ruiten of strepen is het mooier wanneer je de tekening laat doorlopen over de naden. Dit zorgt voor enig puzzelwerk waarvoor je best extra stof kunt voorzien. Ook moet je erop letten dat alle patroondelen in dezelfde richting worden geknipt. Je zou toch niet willen dat je tekening op z’n kop staat?! 9. Geweven of gebreid? Bij een geweven stof worden de breedtedraden (inslagdraden) tussen de lengtedraden (kettingdraden) geweven. Bij gebreide stoffen, ook tricot genoemd, wordt de draad door middel van lussen in elkaar gehaakt. Deze laatste vereist een andere verwerkingswijze bij het naaien. De patronen en afwerkingsmethoden kunnen dus verschillen. Daarom vermelden we het telkens wanneer een model enkel geschikt is voor tricotstoffen. / zigzagsteek overlockoverlock / zigzagsteek voeringvoering averechtse voering voering voering ... als je stof gaat kopen 158 Vouwlijn plakvliesplakvlies aangegeven rijgdraad in de werkbeschrijving patroondeel stof zonder naadwaarde averechtse averechtse kant van kant devan stofdeplooi stof nodig hebt, staatrijgdraad aanduiding naadwaarde aanduiding naadwaarde (1x, 2x, 3x … ). Vouw de stof dubbel met de zelfkanten op elkaar om averechtse averechtse voering voering knippen merkteken merkteken rijgen rijgen knoop Stof zonder naadwaarde Overlock / zigzagsteek Merkteken Knipjes knipjes knipjes kopspelden achterkant rits 14. Merk de averechtse kant. Duid met krijt of een stukje plakband knoop knoop knipjes knipjes knippen de averechtse knippen kant van ieder stofdeel aan vóór je de patroondelen van de stof verwijderd. Zo vermijd je vergissingen bij het stikken. knoopsgat rijgen rijgen ritssluiter in voor- en rugpand. Knoopsgat stiklijnstiklijn Broek Voor een broek teken je een horizontale kniplijn tussen de kniehoogtelijn en de zoom. Verder herhaal je dezelfde stappen als bij de rok. Let op! Kopspelden vouwlijn Rok Teken een horizontale lijn tussen de heuphoogte en de zoom en knip het patroon op die lijn door. Voeg extra centimeters aan het patroon toe door er een stuk patroonpapier onder te kleven. Zorg ervoor dat de pijl van de draadrichting recht blijft doorlopen. Teken nieuwe zijnaden. Doe deze aanpassingen Knoop goede kant de stof 11. Bepaal devan draadrichting. Omdat de lengtedraden sterker zijn dan 5. Verleng of verkort een patroon indien nodig op deze manier: Blouse/vest Teken een horizontale kniplijn halverwege borst en taille. Verder herhaal je dezelfde stappen als bij de rok. Bies- biaislint averechtse kant 10. Was de stof! Vóór het spelden van de patroondelen is het belangrijk de stof te wassen of te stomen. Doe je dit niet, dan zal de stof krimpen door het strijken tijdens het naaien of nadien na het wassen. Het kledingstuk zou kleiner kunnen uitvallen dan je had bedoeld. • Leg een doorzichtig patroonpapier, dat je in de winkel koopt, over het radarblad en teken elk patroon afzonderlijk over, inclusief alle merktekens, draadrichtingpijlen, binnenlijnen en tekst. Merktekens zijn belangrijk om tijdens het naaien exact de juiste punten overeen te laten komen zodat je de delen correct aan elkaar naait en een goede pasvorm verkrijgt. Ze kunnen ook vouwlijnen aangeven. Sommige patroondelen zijn te groot om volledig op één radarblad te staan. Deze delen moeten tegen elkaar overgetekend worden. Mouw Hierbij teken je een horizontale kniplijn ongeveer 5 cm onder de ellebooglijn. Verder herhaal je dezelfde stappen als bij de rok. Bies- biaislint goede kant ... voor je begint te naaien knippen knippen knoopknoop achterkant rits achterkant rits kopspelden kopspelden Strijk alle naden meteen na het stikken! 15. Volg de werkbeschrijvingen nauwkeurig. Om jestretchsteek moeiteloos doorheen het hele productieproces van ieder model te loodsen, knoopsgat knoopsgat strijken stap ritssluiter aan de handkopspelden van kopspelden duidelijke tekeningen. Deze achterkant achterkant rits rits tonen we elkeritssluiter legende zal het je nog duidelijker maken: knoopsgat knoopsgat strijken kant van de stof ritssluitingGoede toestrijken ritssluiter ritssluiter stretchsteek stretchsteek Averechtse kant van de stof strijken strijken ritssluiting toe ritssluiting toe ritssluiting open ... over strijken Zo krijg je een mooi eindresultaat en vermijd je vervelende verdikkingen op plaatsen waar de naden elkaar kruisen. stretchsteek Het strijkmateriaal van een naaister: stretchsteek Stoomstrijkijzer: alleen door middel van stoom kun je de stof kreukvrij maken en plooien in de stof persen. Perskussen: voor ronde naden. Mouwplank: om mouwnaden, tussenbeennaden en andere moeilijk bereikbare delen te strijken. Plakvlies ritssluiting ritssluiting toe toe ritssluiting ritssluiting open open bies goedeopen kant Plooi ritssluiting ritssluiting open Rijgen bies averechtse kant bieskant goede kant bies goede Knippen bies goede bies goede kant kant Let op! Strijk altijd langs de averechtse kant van de stof om doordrukken van naden en nepen te voorkomen, en om te vermijden dat de stof gaat glanzen. bies averechtse bies averechtse kant kant Achterkant rits bies averechtse bies averechtse kant kant Ritssluiter Strijken Ritssluiting toe Ritssluiting open 159 Averechte steek Averechte steek Meerderingen, toepasselijk op rechte en averechte steken Meerderingen, toepasselijk op rechte en averechte steken Averechte steek Gebruikte breisteken Opzetten Zorg ervoor dat je de steken niet te strak opzet, want dat maakt het breien van de eerste naald erg lastig. Zo start je het breiwerk: maak een schuifknoop op de naald in je rechterhand zoals op de tekeningen. Sla daarna de draad om je linkerduim en houd de draad in je linkerhandpalm vast. Steek de naaldpunt door de lus op de duim naar boven. Laat de draad aan je duim nu los zodat het lusje op de naald zit. Herhaal dit tot het gewenste aantal steken op de naald staat. Schuifknoop twee steken samen breien (rechts breien) Meerderen Zet de draad die dwars tussen twee steken ligt op de linkernaald met behulp van de rechternaald. Brei vervolgens deze draad met de Meerderingen, op rechte en averechte rechternaald zodattoepasselijk het een steek wordt. Dit kun jesteken zowel bij rechtse als bij averechtse steken toepassen. Averechtse tricotsteek 1 naald alle steken averechts breien, 1 naald alle steken rechts breien, steeds herhalen. Langs de voorkant van het werk krijg je een ribbelsteek. twee steken samen breien (rechts breien) 1 3 2 twee steken samen breien (rechts breien) 2 1 Opzetlusjes Opzetlusjes Gerstekorrelsteek 1 steek rechts, 1 steek averechts, steeds herhalen. Bij de volgende naalden op een rechtse steek een averechtse breien en op een ave2 rechtse een rechtse steek breien, steeds herhalen. Draaduiteinde 2 1 4 1 5 Boordsteek 1/1 1 steek rechts, 1 steek averechts breien en dit steeds herhalen voor alle naalden. Opzetlusjes 2 1 Uitzicht Draad achterkant Uitzicht Uitzicht Draad achterkant twee steken samen breien (rechts breien) Samenbreien 2 steken in één keer breien. Uitzicht Draad achterkant Tricotsteek 1 naald alle steken rechts breien, 1 naald alle steken averechts breien, steeds herhalen. Stokje Sla de draad over de haaknaald, steek de haaknaald in een steek, sla de draad over haaknaald en trek hem door de steek. Er zitten nu drie lussen op de haaknaald. Sla de draad opnieuw over de haaknaald en trek door de drie lussen op de haaknaald. Boordsteek 2/2 2 steken rechts, 2 steken averechts breien en dit steeds herhalen voor alle naalden. twee steken samen breien (averechts breien) Afkanten twee steken samen breien (averechts breien) Draad achterkant Patentsteek Eerste naald: brei 1 steek rechts, sla de draad om en haal 1 steek af. Herhaal wat in het vet staat tot het einde van de naald. Tweede naald: 1 steek rechts, brei twee steken samen (= de omgeslagen draad + de afgehaalde steek uit de vorige naald), sla de draad om en haal 1 steek af. Herhaal wat in het vet staat tot het einde van de naald. Herhaal vanaf nu telkens de tweede naald. Afkanten twee steken samen breien (averechts breien) Vaste Steek de haaknaald in een steek, sla de draad over de haaknaald en trek hem door de steek. Sla de draad nogmaals over de haaknaald en trek hem door de twee lussen op de haaknaald. Verlengde Vaste Steek de haaknaald in een steek, sla de draad over de haaknaald en trek hem door de steek. Sla nogmaals de draad over de haaknaald en trek hem door de eerste lus. Sla de draad een derde keer over de twee steken samen breien (averechts breien) haaknaald en trek door de twee lussen op de haaknaald. twee steken samen breien (averechts breien) twee steken samen breien (averechts breien) Boordsteek 3/3 3 steken rechts, 3 steken averechts breien en dit steeds herhalen voor alle naalden. Losse Sla de draad over de haaknaald en trek hem door de lus op de haaknaald. Halve Vaste Steek de haaknaald in een steek, sla de draad over de haaknaald en trek hem door de twee lussen op de haaknaald. twee steken samen breien (rechts breien) twee steken samen breien (rechts breien) Draad die van de bol komt Opzetlusjes Gebruikte haaksteken Afkanten Afkanten Bobbelsteek Sla de draad over de haaknaald, steek de haaknaald in een steek, sla de draad opnieuw over de haaknaald en trek hem door de steek. Er zitten nu drie lussen op de haaknaald. Sla de draad nogmaals over de haaknaald, steek de haaknaald in dezelfde steek, sla de draad opnieuw over de haaknaald en trek hem door de steek. Er zitten nu vijf lussen op de haaknaald. Sla de draad nogmaals over de haaknaald, steek de haaknaald een laatste keer in dezelfde steek, sla de draad over de haaknaald en trek hem door de steek. Er zitten nu zeven lussen op de haaknaald. Sla de draad over de haaknaald en trek in één keer door de zeven lussen. Minderen met vasten Steek de haaknaald in een eerste steek, sla de draad over de haaknaald en trek hem door de steek. Steek de haaknaald in de volgende steek, sla de draad over de haaknaald en trek meteen door de steek én alle lussen op de haaknaald. Afkanten Afkanten Schuif 1 steek op je naald zonder te breien, brei de volgende steek en haal de eerste steek over de tweede. 160 161
© Copyright 2024 ExpyDoc