Huisartsen durven confrontatie over grens behandeling

tekst
beelen
medadri van
net 02I2014
Dossier
luchtwegen 10 10 Dossier
Hart
en Vaat
Huisartsen willen wel met patiënten praten over grenzen aan de zorg, maar
56 procent durft onvoldoende de confrontatie hierover aan te gaan met de
patiënt. Dat is een van de conclusies in een peiling van Mednet onder huisartsen over de vraag of zij een patiënt wel of niet moeten doorbehandelen.
Mednet-peiling over de grens van een behandeling
In het kort
• Uit de Mednet-peiling
blijkt dat huisartsen wel
met patiënten willen praten over grenzen aan de
zorg, maar dat meer dan de
helft van hen de confrontatie niet aandurft.
• Er bestaan richtlijnen voor
een dergelijk gesprek,
onder meer uitgebracht
door de KNMG.
• Vooral bij patiënten met
ouderdomsaandoeningen
en maligniteiten voeren
huisartsen gesprekken over
doorgaan met behandelen.
• In het algemeen praten
huisartsen makkelijker met
kankerpatiënten over de
zin van een behandeling
dan met patiënten met
hartfalen, diabetes of
COPD.
• 6 van de 10 huisartsen vinden dat QALY een juiste
maat is om de grenzen van
de zorg aan te geven.
• Huisartsen vinden dat
vooral de Gezondheidsraad, RVZ, KNMG en de
politiek moeten bepalen
wat de waarde van een
QALY zou moeten zijn.
• Slechts 9 procent van de
huisartsen vindt dat zorgverzekeraars hier ook iets
over te zeggen moeten
hebben.
Huisartsen durven
confrontatie over grens
behandeling niet aan
U
it de peiling van Mednet blijkt dat
nagenoeg alle huisartsen te maken
hebben met patiënten die doorbehandeld worden terwijl het de vraag is of dat
nog wel zou moeten. Daarbij vinden huisartsen vooral de vraag belangrijk of patiënten
nog wel een behandeling moeten doorstaan,
terwijl die nauwelijks verbetering van de kwaliteit van leven oplevert. 85 procent van de
huisartsen vindt dat er een duidelijke grens
aan een medische behandeling gesteld moet
worden. Dat tegelijkertijd een kleine meerderheid het moeilijk vindt om in een gesprek
met de patiënt de confrontatie hierover aan te
gaan, is niet verwonderlijk, zegt medischethicus Gert van Dijk van het Erasmus MC
in Rotterdam. “Het levenseinde bespreken is
moeilijk”, zegt hij. “En de confrontatie hierover aangaan kost ook veel tijd. Die tijd hebben huisartsen nauwelijks. Ze hebben het al
druk genoeg en moeten steeds meer taken op
zich nemen. Ondertussen stellen verzekeraars
steeds meer eisen.”
Toch zou het volgens Van Dijk goed zijn
wanneer huisartsen bij elke patiënt de zogeheten surprise question stellen: Zou ik verbaasd zijn als deze patiënt over een jaar is
overleden? Als het antwoord ‘nee’ is, is het
goed om met zo’n patiënt over het levenseinde te spreken. Dat zou waarschijnlijk veel
onnodige behandelingen en uiteindelijk ook
veel geld schelen.”
Wiki
Om toch gewoon de confrontatie aan te
gaan, voelen huisartsen zich gesteund door
bestaande richtlijnen. Zo heeft de KNMG de
brochure Tijdig spreken over het levenseinde
gemaakt. Die brochure is er in twee vormen:
een voor de huisartsen en een voor de patiënten. Maar veel huisartsen hanteren eigen
maatstaven bij het voeren van een dergelijk
gesprek. Huisarts Pieter Schijen uit Poeldijk
stelt dat de hulpvraag van de patiënt wat hem
betreft altijd leidend is bij gesprekken over
grenzen aan een behandeling. “Wat wil hij
nog bereiken? Ik probeer daarbij te coachen
met vragen als: hoe realistisch is dit verwachtingspatroon en ten koste van welke nadelen
zou dit doel haalbaar zijn? Zonodig stel ik de
verwachting van de patiënt bij. Financiële
grenzen spelen tot nu toe geen rol, tenzij verzekeraars behandelingen niet vergoeden en de
patiënt financiële grenzen aangeeft.”
mednet 07I2014
12 Dossier luchtwegen
46% Ouderdomsaandoeningen
46% Ouderdomsaandoeningen
26% Leefstijlgerelateerde aandoeningen
26% Leefstijlgerelateerde aandoeningen
welke aandoening(en) hebben patiënten
10% Genetische/aangeboren aandoeningen
van
de behandeliing ‘te
duur’ is?
Genetische/aangeboren
aandoeningen
10%wie
30% Chronische aandoeningen
30% Chronische
aandoeningen
46% Ouderdomsaandoeningen
59% Maligniteiten
59% Maligniteiten
26% Leefstijlgerelateerde
aandoeningen
11% Anders, namelijk
11% Genetische/aangeboren
Anders, namelijk
aandoeningen
10%
0
0
10
10
20 30 40 50 60
30%30Chronische
20
40 50aandoeningen
60
Bron: Mednet
59% Maligniteiten
11% Anders, namelijk
0
10
20
30
40
50
60
Moet er een duidelijke grens gesteld
Bron: Mednet
worden aan een medische behandeling?
Nee, alles wat kan
15%
Nee, alles wat kan
15% moet gedaan worden
moet gedaan worden
0
0
15
15
30
30
45
45
60
60
75
75
85% Ja
85% Ja
90
90
85% Ja
Wat
vindt
u het
belangrijkste
criterium
Nee, alles
wat
kan
15%
moet gedaanvan
worden
bij meerwaarde
een behandeling?
0
15
30
45
19% Leeftijd
19% Leeftijd
Bron: Mednet
13% Leefstijl
13% Leefstijl
60
75
90
56% Vitaliteit
56% Vitaliteit
succes voor de
72% Verwacht
betreffende
patiënt
succes
voor de
72% Verwacht
effecten van patiënt
behandeling
40% Verwachte nadelige betreffende
40% Verwachte nadelige effecten van behandeling
29%
verwachten complicaties in de toekomst
19%TeLeeftijd
29% Te verwachten complicaties in de toekomst
6% Netwerk van de patiënt
56% Vitaliteit
6% Netwerk van de patiënt
16%Leefstijl
Kosten behandeling
13%
16% Kosten behandeling
13% Anders, namelijk
72% Verwacht succes voor de
13% Anders, namelijk betreffende patiënt
40% Verwachte nadelige effecten van behandeling
0 10 20 30 40 50 60 70 80
10 20
30 40 50complicaties
60 70 80 in de toekomst
0 29%
Te verwachten
6% Netwerk van de patiënt
16% Kosten behandeling
13% Anders, namelijk
ling bestaat al langere tijd. Vaak speelt daarin
Schijen heeft daarbij nooit behoefte gehad
geld een rol. Half augustus hielden de Orde
aan richtlijnen. “Wat een huisarts nodig heeft
van Medisch Specialisten en EenVandaag een
is het vermogen goed te luisteren naar patiënenquête waarin zij concludeerden dat één op
ten en de communicatieve vaardigheden die
de tien medisch specialisten voorstander is
elke huisarts paraat zou moeten hebben uit
van een prijsplafond voor een medische
zijn opleiding en ervaring.”
Ook heeft één op de zes artsen
Andere huisartsen missen niet zozeer richtlij-79% behandeling.
Ja
Ja patiënt van wie de behandeling meer dan
nen voor gesprekken als wel gedegen achter- 79% een
21% Nee
80.000 euro per jaar kost, zo bleek uit die
grondinformatie van ziekenhuizen
over
21% Nee
enquête. Uit de Mednet-peiling blijkt dat de
behandelingen van aandoeningen. Zo stelt
10 20 30uit40Sittard
50 60
kosten van een behandeling voor huisartsen
huisarts Kay 0Liedekerken
dat70er 80
10 20 30 40 50 60 70 80
nauwelijks een rol spelen. Bij huisartsen gaat
eigenlijk een 0soort Wikipedia moet komen
om de kwaliteit van leven, de vitaliteit,
met informatie over behandelingen (medica- 79% vooral
Ja
en het verwachte succes van de behandeling.
tie, biologicals en chemotherapie) en ingre21% Nee
Slechts in 16 procent van de gevallen zijn de
pen en operaties. “Onder
die informatie verkosten een criterium. Volgens Gert van Dijk
sta ik dan: indicaties, contra-indicaties,
20 30 40 50 60 70 80
0 10(morbiditeit
is dat niet verwonderlijk. “Huisartsen hebsuccespercentages
of mortaliben doorgaans geen zicht op de kosten van
teit), herstelduur, postoperatieve adviezen
een behandeling”, zegt hij. “Zij maken die
voor patiënten en vooral ook postoperatieve
kosten niet en schrijven ook geen dure midcomplicaties”, zegt ze. “Bij chemo zouden
delen voor. Het is dus logisch dat huisartsen
ook de kansen aangegeven moeten worden.”
meer nadenken over de zin van medische
Liedekerken heeft dit in het plaatselijk ziezorg dan over de prijs ervan.”
kenhuis voorgesteld. “Elke maatschap zou
zijn eigen ‘huisartsenwiki’ over ingrepen en
43% Ja
behandelingen moeten maken, die toegankeGriepprik
43% Ja
durven zelf
de confrontatie
lijk is voor ons,57%
maarNee,
ookwij
eventueel
voor
Uit de peiling blijkt verder dat huisartsen de
onvoldoende
aan
te de
gaan
Nee, wij durven
zelf
confrontatie
57%was
patiënten. Helaas
dit voor het
ziekenhuis
grenzen van een behandeling vooral tegenkoonvoldoende
aan
te gaan
een brug te ver.
Jammer,
want
pas
als
wij
cormen bij patiënten met ouderdomsaandoenin10 20 30 40 50 60
0
10 20 kunnen
30 40
50 een
60
0 hebben,
recte informatie
we met
gen en patiënten met maligniteiten. Vooral
patiënt in gesprek. Wij weten vaak beter
dan
patiënten aan het einde van hun leven krijgen
43% Ja
de specialist wat er allemaal in het leven van
volgens Van Dijk soms te veel zorg. “De huiswij durven zelf de confrontatie
57%of Nee,
een patiënt speelt
heeft
gespeeld,
en
hoe
arts kan zich de vraag stellen of dat nog wel
onvoldoende aan te gaan
die patiënt zijn leven inricht.”
zinvol is. Moet de arts iemand in de laatste
10 20 30 40 50 60
fase van zijn leven nog wel een griepprik
0
geven of statines voorschrijven?”
Bezorgd
De meeste artsen zijn zich ervan bewust dat
Liedekerken zou graag in gesprek gaan met
doorbehandelen niet altijd in het belang van
de patiënt. “In een gesprek bespreken we wat
de patiënt is. Toch doen ze er vaak aan mee
de patiënt nog weet van het gesprek met de
omdat ze het gevoel hebben dat ze in de eerspecialist, wat zijn bezorgdheden zijn, wat hij
ste plaats een behandeling moeten geven. Terhoopt, maar ook wat we doen als het niet
wijl afzien van een curatieve behandeling ook
goed gaat. Hoever moet de behandeling
goede kwaliteit van zorg kan zijn, aldus Gert
doorgaan? Heeft de patiënt daar al over nagevan Dijk. Hij erkent dat het lastig is om kwadacht? En zo niet, waarom niet? Vaak voer ik
liteit van een behandeling en de kosten van
dan meerdere gesprekken met de patiënt.”
een behandeling van elkaar los te koppelen.
De discussie over de grens van een behande-
Dossier luchtwegen 13 46% Ouderdomsaandoeningen
26% Leefstijlgerelateerde aandoeningen
10% Genetische/aangeboren aandoeningen
30% Chronische aandoeningen
46% Ouderdomsaandoeningen
59% Maligniteiten
26% Leefstijlgerelateerde aandoeningen
0
10
20
40 50aandoeningen
60
30%30Chronische
79% Ja
Moet u het gesprek over de grens
van een
behandeling met de patiënt aangaan?
21% Nee
Bij patiënten die dure behandelingen krijgen, komt de vraag naar voren of de prijs nog wel in ver59% Maligniteiten
houding staat tot de kwaliteit van leven. Hiervoor is de quality-adjusted
life years (QALY) vaak de
maatstaf. Dit wordt gebruikt om de zin en effectiviteit van een behandeling aan te geven. Één
0
10 20 30 40 50 60 70 80
11% Anders, namelijk
levensjaar in volmaakte gezondheid wordt de waarde 1 toegekend, naarmate de gezondheidsstatus
79% Ja
minder is, ligt een QALY dichter bij 0 (Pinkhof, Geneeskundig woordenboek).
0
10
20
30
40
50
60
21% Nee
Uit de Mednet-peiling blijkt dat zes van de tien huisartsen vinden dat QALY de juiste maat is om
de grenzen van de zorg aan te geven. Een enkeling is wat kritischer. Zo zegt een van de huisartsen
in een reactie: ‘Ik vind het moeilijk om te beoordelen wat een mensenleven waard is’. Een andere
0
10 20 30 40 50 60 70 80
Bron: Mednet
11% Anders, namelijk
Genetische/aangeboren aandoeningen
Quality-adjusted life 10%
years,
QALY
huisarts meent: ‘Het hangt van zo veel factoren af. Uiteindelijk is het belangrijkste wat kwaliteit
voor de desbetreffende ze patiënt is’. Enkele huisartsen zeggen dat zij het begrip QALY niet kennen en er ook geen behoefte aan hebben. ‘Het blijft ene individuele afweging’.
Ziet u en zien uw collega-huisartsen dit
Uit de antwoorden blijkt ook dat huisartsen vinden dat vooral de Gezondheidsraad, RVZ, de KNMG
onderwerp voldoende onder ogen?
85% Ja
en de politiek moeten bepalen wat de waarde van een QALY zou moeten zijn. Slechts 9 procent
Nee, alles wat kan
van de huisartsen vindt dat zorgverzekeraars
15% hier ook iets over te zeggen moeten hebben. Een
moet gedaan worden
enkeling is van mening dat dit alleen kwestie is van arts en patiënt samen of van ethici. Ook noemen enkele huisartsen patiëntenorganisaties
factor
betekenis.
‘Zij weten als geen ander
15 als30
45van60
75 90
0
wij durven zelf de confrontatie
57% Nee,
onvoldoende aan te gaan
85% Ja
15%
Nee, alles wat kan
moet gedaan
beter worden
is dan wel behandelen. Artsen zijn dus
“De discussies over de kosten van een behanenerzijds gedwongen om goede kwaliteit van
deling en de kwaliteit van zorg lopen door
15 30 45 60 75 90
0
zorg te leveren, maar anderzijds wordt die
elkaar heen. Dat komt omdat een betere
kwazorg soms uitgedrukt in termen die niet altijd
liteit van leven soms gepaard gaat met minder
in het belang van de patiënt zijn. Als het
kosten. Een voorbeeld: als de dokter met een
goede kwaliteit van zorg is om iemand met
oudere patiënt of met een kankerpatiënt19%
tij- Leeftijd
56%binnen
Vitaliteit
kanker
een bepaald tijdsbestek te opedig in gesprek gaat over de wensen voor de
13% Leefstijlreren, dan wordt daarmee genegeerd dat
laatste levensfase en hun goede ondersteusucces voor de
72% Verwacht
afwachten
soms beter
is dan opereren.”
nende zorg biedt, komen patiënten in de laatbetreffende
patiënt
Verwachte nadelige effecten van behandeling
40%
ste drie maanden van hun leven minder
vaak
in het ziekenhuis terecht. Deze patiënten
Verwachtingen
19% Te
Leeftijd
29%
verwachten
complicaties in de toekomst
overlijden vaker thuis, zijn tevredener over
de
Niet
alleen
artsen veroorzaken regelmatig
56%
Vitaliteit
6% Netwerk
van
de patiënt
zorg en kosten de zorg minder. Maar 13%
die
overbehandeling,
ook patiënten zelf, doordat
16%Leefstijl
Kosten behandeling
afname van de kosten is geen doel, maar een
zij op72%
behandeling
Verwacht aandringen.
succes voor deSoms van13% Anders, namelijk betreffende patiënt
positief en onbedoeld neveneffect.” 40% Verwachte
wege
te
hoge
verwachtingen.
“Patiënten
nadelige effecten van behandeling
Volgens Van Dijk horen verzekeraars0hier
vooral
de succesverhalen
in de media”,
10ook
20 30 horen
40 50
60 70
80
29%
complicaties in de toekomst
een rol in te spelen. “Verzekeraars rekenen Te verwachten
zegt Gert
van Dijk. “Een arts moet stevig in
van de patiënt
artsen en zorginstellingen steeds meer af6%
op Netwerk
zijn
schoenen staan om dat tegen te spreken.
16%
behandeling
kwaliteitseisen. Maar wat is kwaliteit? Daar KostenHet
is dan vaak makkelijker om een behandezijn veel verschillende criteria voor. Er13%
moe-Anders, namelijk
ling aan te bieden dan om rond de tafel te
ten meetbare zaken zijn, zoals sterftecijfers of
zitten om een behandeling af te raden.”
0 10 20 30 40 50 60 70 80
hoeveel patiënten met diabetes statines
In het algemeen praten huisartsen makkelijgebruiken. Daarmee verliezen we uit het oog
ker met kankerpatiënten over de zin van een
dat in sommige gevallen niet-behandelen
behandeling dan met andere patiënten. Van
0
10
20
30
40
50
60
Bron: Mednet
43% Ja
wat het betekent voor patiënten om een bepaalde aandoening te hebben’.
43% Ja
wij durven zelf de confrontatie
57% Nee,
onvoldoende aan te gaan
0
10
20
30
40
50
60
Dijk: “Bij ouderdom, hartfalen, diabetes en
COPD is het beloop onvoorspelbaarder.
Dan is het veel lastiger om te zeggen dat het
einde nabij is.” Volgens Van Dijk is het van
groot belang dat patiënten altijd contact
houden met hun huisarts, ook al worden zij
grotendeels in het ziekenhuis behandeld.
“Huisartsen zijn vertrouwd en stellen de
patiënt gerust. Zo is het een idee om zo af
en toe eens met een patiënt die chemotherapie krijgt te praten. Idealiter zou de huisarts
de patiënt kunnen oproepen voor een
gesprek. Tijdgebrek is echter een grote vijand. Gelukkig heeft de NZa nu het plan om
ook intensief consult te financieren. Dat zou
een verbetering van de kwaliteit van zorg
zijn.”