module 8 praktijkobservatie, verslag

2013
Minor schoolmanagement
Ronald Molenaar
DLO-4
H&V
Studentnummer 500629354
Docent: Lies Timmering
PRAKTIJKOBSERVATIE
Inhoudsopgave
Inleiding…………………………………………………………………………………………………………….. 3
1 Algemeen……………………………………………………………………………………………………….. 4
1.1 De school………………………………………………………………………………………….. 4
1.2 Samenwerkingsverband VOSVO West-Friesland………………………………. 4
1.3 Organigram SWV VO-SVO West-Friesland……………………………………….. 5
1.4 Bestuurlijke kaders…………………………………………………………………………. 6
1.5 Missie VO-West Friesland……………………………………………………………….. 6
1.6 Visie VO- West Friesland………………………………………………………………….. 6
1.7 Doen wat werkt………………………………………………………………………………… 6
1.8 Samenwerken………………………………………………………………………………….. 6
1.9 Uitgangspunten besturen VO-SVO West Friesland………………………….. 6
2 Te bereiken doelen in schooljaar
2.1 Bestuur…………………………………………………………………………………………… 8
2.2 Organisatie……………………………………………………………………………………. 8
2.3 Regio……………………………………………………………………………………………… 8
2.4 Scholen / locaties……………………………………………………………………………. 9
2.5 Wat is de opdracht van praktijkschool locatie Stede Broec……………. 9
2.6 Organigram locatie Stede Broec ……………………………………………………. 10
3 de functie van locatiedirecteur
3.1 omgeving………………………………………………………………………………………… 11
3.2 Werkzaamheden……………………………………………………………………………… 11
3.3 Speelruimte……………………………………………………………………………………. 13
3.4 contacten………………………………………………………………………………………… 13
4 Koppeling met theoretisch kader
4.1 Organisatie bovenschools management………………………………………….. 14
4.2 Duidelijke afspraken………………………………………………………………………… 14
4.3 Veranderingen met komst bovenschools management…………………… 14
4.4 Inspraak……………………………………………………………………………………………. 14
5 het interview
5.1 inleiding interview……………………………………………………………………………. 16
5.2 Algemene vragen:…………………………………………………………………………….. 16
5.3 voorgaande banen……………………………………………………………………………. 16
5.4 motivatie………………………………………………………………………………………….. 16
5.5 inhoud van werkzaamheden……………………………………………………………. 17
5.6 ambitie/persoonlijke doelen……………………………………………………………. 19
5 de praktijkobservatie
5.1 dag 1………………………………………………………………………………………………… 20
5.2 dag 2………………………………………………………………………………………………… 21
6 nawoord…………………………………………………………………………………………………………. 22
1
7 bijlage
Het observatieschema…………………………………………………………………………… 23
Bronnenlijst……………………………………………………………………………………………………… 24
2
Inleiding
Deze minor gaat over (be)sturen en leidinggeven in het onderwijs vanuit het perspectief van
leraren. De studenten maken zich inzichten en theorievorming eigen door middel van
hoorcolleges en zelfstudie op vier inhoudelijke thema’s:1.de docent als
professional2.schoolleiderschap3.onderwijsbeleid, -bestuur en -organisatie4.sturen op
onderwijskwaliteit. De studenten ontwikkelen onderzoeks- en managementvaardigheden en
leren zakelijk schrijven. Een gastsprekersserie zorgt voor de ‘ontmoeting van de praktijk’.
Landelijke en lokale beleidsmakers, bestuurders, toezichthouders, schoolleiders,
bovenschoolse managers vertellen over (be)sturen en leidinggeven in het onderwijs en gaan
hierover met de studenten in gesprek. Naast deze ‘praktijk in huis’ stapt de student ook zelf
de praktijk in waar aan de hand van een kijkkader een observatie wordt uitgevoerd. Het
eerste doel van de minor is dat de studenten inzicht hebben in hun rol en positie als
(toekomstig) leraar binnen een schoolorganisatie, op de positie van schoolleiders,
onderwijsmanagers, -bestuurders, -toezichthouders daarbij en op het lokale en landelijke
systeem van onderwijsbeleid en -bestuur. Het tweede doel is dat de studenten over kennis
en vaardigheden beschikken op het gebied van (be)sturen en leidinggeven in het om goed
(mede) vorm te kunnen geven aan onderwijsbeleid, -bestuur, -leiderschap en -ontwikkeling
op (boven)schools niveau.
Voor u ligt een verslag dat is opgemaakt aan de hand van een praktijkobservatie. Deze
praktijkobservatie is een onderdeel dat deel uitmaakt van de totale minor. Normaliter wordt
deze opdracht in tweetallen uitgevoerd. Omdat het lastig is om een fulltime baan te
combineren met een stagedag en een college dag is er een uitzondering gemaakt. Deze
opdracht is dus een individuele opdracht geworden. De school heb ik met een speciale reden
gekozen. Op de eerste plaats wilde ik na stage te hebben gelopen op een MBO en tweemaal
op een VMBO graag mijn kennis verbreden door deze opdracht uit te voeren op een
praktijkschool. De schoolleider van deze locatie is Dhr. Hartog bij wie ik voor de duur van
deze opdracht mee heb mogen lopen.
3
1 Algemeen
1.1 De school:
De Praktijkschool West-Friesland kent een bijzonder neutraal karakter. Het bestuur van de
school is het bestuur van de stichting Samenwerkingsverband VOSVO West-Friesland. De
leeftijd van de leerlingen varieert van 12 t/m 18 jaar. De school is gehuisvest op 2 locaties:
in Hoorn en in Stede Broec. Locatie Stede Broec biedt op dit moment onderwijs aan 175
leerlingen.
1.2 Samenwerkingsverband VOSVO West-Friesland
Alle scholen voor voortgezet onderwijs in West-Friesland zijn een samenwerkingsverband
met elkaar aangegaan om een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen het
voortgezet onderwijs te realiseren.
Met behulp van deze voorzieningen kan een adequaat onderwijsaanbod binnen de scholen
voor voortgezet onderwijs worden aangeboden aan leerlingen die een specifieke benadering
nodig hebben.
Vanaf 2011-2012 zetten alle VO-scholen in de regio zich gezamenlijk in om te komen tot een
afgestemd dekkend onderwijszorgaanbod. Dit om een nog betere ondersteuning van alle
leerlingen met een hulpvraag binnen de regiogrenzen te kunnen bieden.
Participerende scholen:
• Atlas College Hoorn
• Clusius College Hoorn
• Clusius College Stede Broec
• Martinuscollege Grootebroek
• Tabor College Hoorn
• Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
• Praktijkschool Westfriesland Hoorn
• Praktijkschool Westfriesland Stede Broec
• ZMOK De Spinaker Hoorn
• ZMLK De Stormvogel Hoorn
4
1.3 Organigram SWV VO-SVO West-Friesland
Alle scholen voor voortgezet onderwijs in West-Friesland zijn een samenwerkingsverband
met elkaar aangegaan om een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen het
voortgezet onderwijs te realiseren. Om dit te realiseren is er gekozen voor de hieronder
staande constructie.
Vertegenwoordi
ger
Vertegenwoordi
ger
Vertegenwoordi
ger
Vertegenwoordi
ger
Vertegenwoordi
ger
ATLAS
CLUSIUS
MARTINUS
RSG
TABOR
Stichting
Stichting
Centrale Dienst
SWV VO-SVO
AB (toezicht) / DB (bestuur)
AB (toezicht) / DB (bestuur)
ALGEMEEN DIRECTEUR
ALGEMEEN DIRECTEUR
CENTRALE DIENST
SWV VO-VSO
MANAGEMENTRAAD
COORDINATOR
OPDC
Praktijkschool
Hoorn
West-Friesland
West-Friesland
Praktijkschool
Regionale
Voorzitters
Dyslexie
PCL
Zorgteams
coördinatoren
Stede Broec
Het organigram geeft de formele en overleglijnen aan binnen het samenwerkingsverband.
Personele unies zijn weergegeven door vlakken tegen elkaar aan te plaatsen.
5
1.4 Bestuurlijke kaders
Wettelijke doelstelling:
“Het samenwerkingsverband stelt zich tot doel een samenhangend geheel van
ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat
leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die
extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijk plaats in het onderwijs krijgen.”
1.5 Missie VO-West Friesland:
De regio West Friesland biedt iedere leerling een onderwijsaanbod dat past.
1.6 Visie VO- West Friesland:
Leerling-ontplooiing!
Ieder die werkt met leerlingen gaat uit van ontwikkelingsmogelijkheden en niet van
beperkingen
1.7 Doen wat werkt!
Ontwikkelingsmogelijkheden worden vertaald in haalbare onderwijs-, scholings- en
ondersteuningsdoelen met een sterk handelingsgericht karakter.
1.8 Samenwerken!
Als partners in de regio (leerlingen, ouders, professionals in onderwijs, zorg en gemeenten)
gaan voor resultaatgerichte samenwerking en onderlinge verantwoording.
1.9 Uitgangspunten besturen VO-SVO West Friesland:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gezamenlijke inzet op zorgplicht en verdergaande samenwerking op het gebied van
leerling ondersteuning.
School overstijgende expertise geclusterd inzetten.
Proactieve eigen beleidsontwikkeling in West-Friesland, afstemmen op
ontwikkelingen binnen PO.
Lean & mean leidraad voor bestuurs- en organisatiestructuur.
Ontwikkeling inzetten van expertisemodel naar een hoofdaccent op
professionalisering ondersteuning in regulier VO.
Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk, voor leerlingen zo thuis- en
schoolnabij mogelijk. Noodzakelijke voorzieningen handhaven maar wel streven naar
een verminderde instroom door optimalisering ondersteuningsmogelijkheden in
regulier VO.
Expertise voor specifieke doelgroepen borgen, sub-regionaal waar mogelijk.
Externe ondersteuning: kort, doelmatig, snel en flexibel.
Gesloten financiering: meer van het een = minder van het ander.
6
•
Met elkaar verantwoordelijk voor kwalificatieniveau: Alle leerlingen uit dit SWV
moeten op basis van hun ontwikkelperspectief op het hoogst door hen haalbare
niveau uitstromen met een diploma. In het geval van leerlingen met een
verstandelijke beperking, zo zelfstandig mogelijk participerend in de maatschappij op
het gebied van wonen, werken en recreëren.
7
2 Te bereiken doelen in schooljaar
2.1 Bestuur:
•
•
•
•
Voor het SWV is een bestuursstructuur vastgelegd. Daarin zijn de organisatie, taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder beschreven en is de
medezeggenschap geregeld.
Er zijn statuten opgesteld waarin het minimaal wettelijk vereiste is vastgelegd.
In aanvullende reglementen (w.o. een huishoudelijk reglement) is de nog nader uit te
kristalliseren besturingsfilosofie beschreven en vastgelegd.
Een keuze is gemaakt voor het al dan niet onderbrengen van personeel in het nieuwe
samenwerkingsverband.
2.2 Organisatie:
Vanuit de ingestelde werkgroepen komen, via de projectgroep en regiegroep, concrete
voorstellen op basis waarvan:
•
•
•
•
•
•
•
•
Een structuur en systematiek wordt vastgelegd om ondersteuningsmiddelen toe te
kennen vanuit het SWV.
Er een adequaat, kwalitatief ondersteuningsaanbod komt voor de populatie
leerlingen die momenteel zijn aangewezen op schakelonderwijs op het OPDC.
Er een adequaat en kwalitatief aanbod komt voor leerlingen waarvoor de basis- en
breedtezorg in het regulier onderwijs ontoereikend is.
Inzet van externe trajecten en deskundigen doelmatig en efficiënt wordt
georganiseerd.
Er gestuurd kan worden op een sluitende begroting over meerdere jaren.
Resultaten worden gemonitord en vastgelegd in een managementrapportage ten
behoeve van het bestuur.
Medezeggenschap conform de wettelijke regelingen wordt ingericht.
Sluitende afspraken met het PO gemaakt worden betreffende de overstap naar het
VO inclusief een doorgaand ondersteuningsaanbod.
2.3 Regio
•
•
•
•
Voor het SWV is een regionaal ondersteuningsplan opgesteld waarin visie en
uitgangspunten herkenbaar terug te vinden zijn.
Het ondersteuningsplan voorziet in een dekkend ondersteuningsaanbod en daarbij
behorende professionalisering binnen de scholen.
Het ondersteuningsplan op bestuurlijk regioniveau is afgestemd met het PO, MBO,
gemeenten en andere belanghebbende partijen.
Het ondersteuningsplan heeft een relatie met andere transities waar de
gemeentelijke overheid mee te maken heeft waaronder jeugdzorg.
8
2.4 Scholen / locaties:
•
Elke betrokken schoollocatie heeft een concreet ondersteuningsprofiel opgesteld.
Daarin wordt o.a. de eigen ondersteuningsstructuur beschreven, inclusief de daarop
gerichte professionalisering van o.a. docenten, de wijze waarop de eigen
verantwoordelijkheid vorm wordt gegeven ten behoeve van het vaststellen van
ondersteuningsbehoefte van iedere aangemelde leerling die daar voor in
aanmerking komt, de wijze waarop dat een relatie heeft met de overige
schoollocaties in de regio en het samenwerkingsverband.
2.5 Wat is de opdracht van praktijkschool locatie Stede Broec?
De school is een praktijkschool en biedt eindonderwijs. Dit betekent dat de school probeert
de leerlingen voor te bereiden op een overgang van school naar werk en naar zelfstandig
maatschappelijk functioneren. Het onderwijsaanbod richt zich op vier gebieden: werken –
wonen – vrijetijdsbesteding – burgerschap.
De missie van de school:
•
Begeleiding op maat, toeleiding naar arbeid;
•
Persoonlijke begeleiding;
•
Leerstof op maat;
•
Breed aanbod praktijkvakken;
•
Sociale vaardigheidstraining;
•
Individueel arbeidstraject;
•
Ambulante begeleiding en nazorg.
9
2.6 Organigram locatie Stede Broec
Locatie directeur
Dhr. Hartog
onderwijskundige
Stimulerende
leeromgeving
gebouw
zorg
uitstroom
Mentoren
Sociale veiligheid
eigenaarschap
Prak. Vakdocenten
Sociale veiligheid
eigenaarschap
IZT
ZAT
ouders
stagebegeleiders
10
3 de functie van locatiedirecteur
3.1 Omgeving
Het samenwerkingsverband VO-SVO West-Friesland is een stichting. De stichting heeft een
directieraad ingesteld. De directeur van het samenwerkingsverband heeft in belangrijke
mate de taken en bevoegdheden van de directieraad van het Samenwerkingsverband
doorgemandateerd gekregen. Dit is beschreven in het directiestatuut
samenwerkingsverband VO-SVO West-Friesland. De directeur kan taken en bevoegdheden
doormandateren aan de locatiedirecteuren van de Praktijkschool en de locatiedirecteur
OPDC. De locatiedirecteur Praktijkschool is onder de eindverantwoordelijkheid van de
directeur van het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding op een
van de locaties van de Praktijkschool. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het
personeelsbeleid, de ontwikkeling tot expertisecentrum en het kwaliteitsbeleid. Hij
ontwikkeld samen met de directeur samenwerkingsverband beleid met betrekking tot
finacien , formatie en onderhoud van gebouwen en materiaal. Ten aanzien van de financiele
planning en controle cyclus van de locatie van de praktijkschool heeft de locatiedirecteur
een eigenstandige verantwoordelijkheid. Tevens kan hij voorzitter zijn van de Centrale
Commissie van Onderzoek. Daarnaast is de locatiedirecteur lid van het bovenschools
managementteam van de twee praktijkscholen en het OPDC. Tot de uitvoeringsorganen van
het Samenwerkingsverband behoren een directieraad, een directeur
Samenwerkingsverband (personele- unie met: Directeur Centrale Dienst), een
locatiedirecteur OPDC, twee locatiedirecteuren Praktijkschool, een coordinatiegroep, een
coordinator en een regionale PCL. Daarnaast is hij betrokken bij de samenstelling en het
functioneren van diverse werkgroepen, dan wel maakt hij er daarvan deel uit.
3.2 Werkzaamheden
Is verantwoordelijk, binnen het kader van alle aan hem doorgemandateerde taken, voor de
dagelijkse leiding op de locatie van de Praktijkschool door:
 het aansturen van onderscheiden functies en taakgebieden binnen de school; (zoals:
interne begeleiding, psycholoog, maatschappelijk werk, logopedist, stagedocent,
arbeidstrainer etc);
 het voorzitterschap van de personeelsvergadering;
 het voeren van van het personeelsbeleid terzake van werving en selectie en
loopbaan- en nascholingsbeleid;
 het voeren van functioneringsgesprekken, voortgangsgesprekken en
beoordelingsgesprekken;
 het voeren van een ziekteverzuimbeleid en ARBO-beleid;
 het coachen dan wel doen coachen van medewerkers;
 het zorgdragen van een adequate (administratieve) interne organisatie;
 het zorgdragen voor een adequate interne en externe communicatie.
Coordineert de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van doorgemantadeerd beleid door;
 het leiding geven aan de inhoudelijke ontwikkeling tot expertisecentrum; (middels
een intern scholingstraject, en het ontwikkelen van ondersteuning richting VO die
omschreven zijn in de notitie `` Praktijkonderwijs binnen het VO-SVO`` .
11




het ontwikkelen en voeren van kwaliteitsbeleid met betrekking tot het
onderwijsinhoudelijke en orthopedagogische ontwikkeling, keuzebegeleiding, leerling
volgen en het opstellen van schoolplan en vaardigheden van schoolgids;
het uitvoeren van beleid ten aanzien van toelating, plaatsing, begeleiding, straf,
verwijdering en uitstroom van leerlingen;
het uitvoeren van beleid ter bestrijding van lesuitval en absentie;
in overleg met de directeur Samenwerkingsverband het beleid ten aanzien van
formatie, financien en onderhoud gebouwen en materiaal vorm te geven
(budgetbeheer)
Heeft ten aanzien van de locatie van de Praktijkschool als werkeenheid een (binnen kaders)
afgeleide financiele verantwoordelijkheid door:
 het (laten) opstellen van een concept financiele meerjarenplanning en een concept
meerjarenbegroting van de locatie van de Praktijkschool; het bijdargen aan de
opstelling van de jaarlijkse begroting van het Samenwerkingsverband in het
algemeen en de Praktijkschool in het bijzonder;
 het (laten) opstellen van de jaarrekening; het overleggen van periodieke financiele
rapportages;
 het adviseren ten aanzien van te verwachten (meerjaren) ontwikkelingen in de
bekostiging en de geldstromen;
 het dragen van de verantwoordelijkheid voor budgetoverschrijdingen.
Draagt als voorzitter van de Centrale Commissie van Onderzoek verantwoordelijkheid voor
de resultaten door;
 het case-management van aangemelde leerlingen voor de Praktijkschool;
 het aansturen van onderzoeksdisciplines
 het voorzitten van de intakegesprekken
 deelname als inhoudelijk deskundige, aan de regionale PCL-vergaderingen in de
regio West-Friesland.
Neemt deel aan locatieoverstijgend(management) overleg door;
 lid te zijn van het Bovenschools Managementteam van de Praktijkscholen en het
OPDC;
 het voeren van directieoverleg met de directeur Samenwerkingsverband.
Profileert de Praktijkschool West-Friesland en het Samenwerkingsverband door;
 deelname aan de werkgroep kwaliteit van Zorg;
 zonodig deelname aan de Stuurgroep Bestuurlijke Krachtbundeling
 deelname aan de regionale en landelijke overleggremia;
 het onderhouden van structurele contacten met instellingen voor
jeugdhulpverlening;
 het verzorgen van voorlichting op school en regionaal niveau;
 het uitbouwen en vervolmaken van een dekkend netwerk van voorzieningen van
zorgleerlingen.
12
3.3 Speelruimte



De locatiedirecteur Praktijkschool is verantwoording schuldig aan de directeur
Samenwerkingsverband voor wat betreft de uitvoering van het operationeel beleid,
het (binne kader) gevoerde financiele beleid, de beleidsontwikkeling en profilering
van de Praktijkschoiol en de inhoud van de uitgebreide adviezen;
De locatiedirecteur Praktijkschool verricht werkzaamheden binnen de strategische
beleidslijnen, zoals die worden beschreven in het directiestatuut
samenwerkingsverband VO-SVO (wordt hiertoe uitgebreid) en de relevante
(onderwijs) wet- en regelgeving;
De locatiedirecteur neemt beslissingen inzake alle aan hem doorgemantadeerde
aangelegenheden, bij de voorbereiding en uitvoering van locatiebeleid en over de
algemene aspecten van (financiele) beheer en bedrijsvoering.
3.4 contacten
Met de directeur Samenwerkingsverband om verantwoording af te leggen, beleid af te
stemmen, adviezen te geven en informatie uit te wisselen;
 Met collega-leidinggevenden om informatie uit te wisselen en beleid af te stemmen;
 Met directeuren van andere onderwijsinstellingen om informatie uit te wisselen;
 Met leerlingen en ouders over wensen, voortgang en resultaten en om problemen op
te lossen en afstemming te verkrijgen;
 Met alle overige relevante personen (o.a. externe deskundigen), organisatie (o.a.
begeleidingsdiensten) en netwerken om de noodzakelijke taken te kunnen vervullen
en de belangen van de Praktijkschool West-Friesland en het Samenwerkingsverband
te behartigen.
13
4 Koppeling met theoretisch kader, (Wartenbergh-Cras, F. en N. van Kessel (2007)
4.1 Organisatie bovenschools management
In zo’n 90 procent van de besturen met vier scholen of meer is een bovenschools
manager in dienst. Dat percentage neemt toe naarmate besturen meer scholen onder
zich hebben (Wartenbergh-Cras, F. en N. van Kessel (2007). Conclusie is dat er inderdaad
sprake is van bovenschools management. Het samenwerkingsverband VO-SVO WestFriesland is een stichting. De stichting heeft een directieraad ingesteld. De directeur van het
samenwerkingsverband heeft in belangrijke mate de taken en bevoegdheden van de
directieraad van het Samenwerkingsverband doorgemandateerd gekregen. Dit is beschreven
in het directiestatuut samenwerkingsverband VO-SVO West-Friesland. De directeur kan
taken en bevoegdheden doormandateren aan de locatiedirecteuren van de Praktijkschool en
de locatiedirecteur OPDC. De locatiedirecteur Praktijkschool is onder de
eindverantwoordelijkheid van de directeur van het samenwerkingsverband verantwoordelijk
voor de dagelijkse leiding op een van de locaties van de Praktijkschool.
Verdeling van taken en verantwoordelijkheden
4.2 Duidelijke afspraken
Waar de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in statuten is er zeker wel sprake
van `speelruimte`. Met de directeur Samenwerkingsverband om verantwoording af te
leggen, beleid af te stemmen, adviezen te geven en informatie uit te wisselen. Zoals is
aangegeven in de literatuur geldt voor 80% dat het volstrekt duidelijk is wat de taken en
bevoegdheden zijn. Op de bezochte locatie heeft men de vrijheid om taken en
verantwoordelijkheden door te mandateren, men maakt heel duidelijk gebruik van elkaars
kwaliteiten waar de locatiedirecteur zijn verantwoordelijkheid voor neemt en afspraken
volledig duidelijk zijn v.w.b. taken en verantwoordelijkheden. De school gedraagd zich
autonoom doordat men uitgaat van het potentieel/kwaliteiten van het kind en niet zozeer
kijkt naar beperkingen.
4.3 Veranderingen met komst bovenschools management
“autonomie is minder geworden, verantwoordingsplicht juist sterker”.
Een positieve inhoudelijke verandering is overigens dat er meer samengewerkt wordt.Zo
stelt de literatuur. In dit samenwerkingsverband hebben ze onder andere gekeken naar
de positie van het praktijkonderwijs in het samenwerkingsverband. De visie van het
samenwerkingsverband is duidelijk en de Praktijkschool kan daarom autonoom werken. De
schoolsoort wordt nadrukkelijker gepresenteerd als niet slechts een oplossing voor moeilijk
lerende kinderen. Dit geldt overigens voor de hele linie van het samenwerkingsverband.
Elkaar sterker maken en het benutten van elkaars kwaliteiten.
Betrokkenheid en waardering
4.4 Inspraak
Zo’n tweederde van de schoolleiders geeft aan inspraak te hebben gehad in de
totstandkoming van de verdeling van taken en verantwoordelijkheden (niet in tabel).
Een kwart zegt dat expliciet niet te hebben gehad. De rest weet het niet of heeft de
vraag onbeantwoord gelaten. Er is daarbij - tegen verwachting in - geen samenhang
14
met aantal scholen onder een bestuur zo zegt de literatuur. Als ik de misie van de school en
het samenwerkingsverband naast elkaar leg kan ik niet anders concluderen dat er van
inspraak zeker sprake is.Er is een duidelijke samenhang. De kloof is hier niet groot m.i. staat
de locatiedirecteur tussen het team. Overigens beweegt de schoolleider in informele
contacten prudent.
15
5 het interview,
5.1 inleiding
Een onderdeel binnen deze observatie is het afnemen van een interview van de
schoolleider. De interviewvragen zijn vastgesteld door de groep minorstudenten
waarvan ik deel uitmaak. Hieronder kunt u het uitgewerkte interview lezen.
5.2 Algemene vragen:
Leeftijd:
Geslacht:
Opleiding:
59 jaar
man
Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer,
Vele trainigen en cursussen op het gebiwd van didactiek, pedagogiek en
klassenmanagement,
Algemeen management,
Focussen,
Leraar speciaal onderwijs,
Hogere kaderopleiding Pedagogiek
Schoolleidersopleiding
Human Dynamics(basisprogramma)
Diverse trainingen en cursussen op het gebied van organisatiemanagement
5.3 voorgaande banen:
groepsleerkracht basisonderwijs De Driemaster(Jenaplan),
groepsleerkracht/adjunct-directeur/waarnemend directeur
basisschool De Where,
groepsleerkracht lom Het Anker/De Wissel,
groepsleerkracht SVO-LOM De Overtoom
sector:
PO/VO
aantal jaren ervaring in huidige functie: 14 jaar
5.4 Vragen naar motivatie
1.
2.
3.
4.
Hoe bent u in uw huidige functie terecht gekomen?
Meneer Hartog is zoals hij dit zelf noemt een `onderwijs-nomade`met een sterke wil
tot presteren van kinderen. De beschikking van een sterk inlevings- en
probleemoplossend vermogen heeft meneer Hartog doen reageren op deze fuctie.
Kunt u iets over uw loopbaan vertellen?
Zie hierboven, `voorgaande banen`.
Is deze functie wat u ervan verwacht heeft?
Wat maakt u een goede leider voor deze organisatie?
Een ‘narcistische vraag’. Ik probeer een goede leider te zijn door de koers helder te
bepalen tezamen met het team. Verder poog ik taken en verantwoordelijkheden laag
in de organisatie te leggen vanuit het gevoel voor ‘eigenaarschap’.
16
5.5 inhoud van werkzaamheden
5.
Wat is uw precieze functie?
Het samenwerkingsverband VO-SVO West-Friesland is een stichting. De stichting heeft een
directieraad ingesteld. De directeur van het samenwerkingsverband heeft in belangrijke mate
de taken en bevoegdheden van de directieraad van het Samenwerkingsverband
doorgemandateerd gekregen. Dit is beschreven in het directiestatuut samenwerkingsverband
VO-SVO West-Friesland. De directeur kan taken en bevoegdheden doormandateren aan de
locatiedirecteuren van de Praktijkschool en de locatiedirecteur OPDC. De locatiedirecteur
Praktijkschool is onder de eindverantwoordelijkheid van de directeur van het
samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding op een van de locaties
vcan de Praktijkschool. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, de
ontwikkeling tot expertisecentrum en het kwaliteitsbeleid. Hij ontwikkeld samen met de
directeur samenwerkingsverband beleid met betrekking tot finacien , formatie en onderhoud
van gebouwen en materiaal. Ten aanzien van de financiele planning en controle cyclus van
de locatie van de praktijkschool heeft de locatiedirecteur een eigenstandige
verantwoordelijkheid. Tevens kan hij voorzitter zijn van de Centrale Commissie van
Onderzoek. Daarnaast is de locatiedirecteur lid van het bovenschools managementteam van
de twee praktijkscholen en het OPDC. Tot de uitvoeringsorganen van het
Samenwerkingsverband behoren een directieraad, een directeur Samenwerkingsverband
(personele- unie met: Directeur Centrale Dienst), een locatiedirecteur OPDC, twee
locatiedirecteuren Praktijkschool, een coordinatiegroep, een coordinator en een regionale
PCL. Daarnaast is hij betrokken bij de samenstelling en het functioneren van diverse
werkgroepen, dan wel maakt hij er daarvan deel uit.
6.
Hoe ziet een werkweek er voor u uit?
Voor zover het mogelijk is probeer ik mijn taken in 4 dagen uit te voeren. Woensdag is in
princiepe mijn BAPO dag. Mijn dag begint om 7.00 uur, dan sta ik telefonisch stand-by. Ik
probeer altijd voor 8.00 uur op locatie te zijn.
7.
Waaruit bestaat uw takenpakket?
Ik ben verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, de ontwikkeling tot expertisecentrum en
het kwaliteitsbeleid met bijbehorende taken als invulling hierop.
8.
Is er een rolverdeling in het takenpakket? (bij sprake van een duo of adjunct)
Er is geen sprake van een duo of adjunct. Ik probeer ‘snelheid’ en ‘daadkracht’ in de school te
krijgen/te houden door te werken met een portefeuillemodel. Er zijn vier portefeuillehouders.
Elk met eigen mandaten en verantwordelijkheden.
De portefeuilles zijn: zorg/ouders, gebouw/stimulerende leeromgeving – uitstroom –
onderwijskunde.
17
9.
Wat vindt u de moeilijkste aspecten van uw vak?
Betrokkenheid borgen.
10.
Aan welke taken zou u meer tijd willen besteden?
Betrokkenheid borgen door ‘walking & talking around.’
11.
Aan welke taken zou u graag minder tijd willen besteden?
Bureaucratie, papierwerk en ambtenarij als gevolg van interventies vanuit de
‘onbetrouwbare ‘overheid.
12.
Hoe draagt u de visie van de school uit in uw dagelijkse werkzaamheden?
Door een model voor mijn collegae te zijn. Echt, betrokken en benaderbaar.
13.
Kunt u toelichten of, en zo ja hoe, uw functie in de laatste plusminus tien jaar is
veranderd? Zijn er specifiek taken bijgekomen en/of verdwenen?
Een andere verantwoordelijkheid in financiële zin. Lump-sum. Tien jaar geleden waren de
salariskosten en alle aanverwante zaken voor het ministerie.
14.
Aan welke veranderingen heeft u zelf bijgedragen, en hoe?
De positie van het praktijkonderwijs in het samenwerkingsverband. De schoolsoort
nadrukkelijker presenteren als niet slechts een oplossing voor moeilijk lerende kinderen.
15.
Wat doet u om ervoor te zorgen dat uw team meegaat in ontwikkelingen of
ingezette veranderingen binnen de school?
Vanuit het presenteren van kansen of problemen het team eigenaar maken van gewenste of
noodzakelijke veranderingen. Ze trots maken op de school , de populatie en de
onderwijssoort.
16.
Heeft u hiernaast nog een andere functie of nevenactiviteiten?
nee
17.
Hoe zorgt u ervoor dat u dichtbij de leerlingen en de docenten staat?
Door bij de leerlingen te gaan staan, ernaast staan en de deur altijd open te laten
18.
In welke mate bent u zichtbaar in de organisatie?
Altijd tussen de kinderen
19.
Men zegt dat de kloof tussen de werkvloer en management groot is. Bent u het
daarmee eens en zo ja, hoe overbrugt u deze kloof?
De kloof is hier niet groot m.i. Ik sta tussen het team. Overigens beweeg ik me in informele
contacten prudent.
20.
Staat u zelf ook (geregeld) voor de klas?
Ja, indien nodig, stand-by systeem
21.
Hoe is het contact met de omgeving (zoals bedrijven, gemeente etc.) en is het
onderhouden van externe relaties een belangrijk onderdeel van uw werk?
Praktijkschool is per definitie een `netwerkschool`, ook voor ouders met een hulpvraag
22.
Welke organisaties/personen hebben invloed op de organisatie van de school?
Het samenwerkingsverband (de managementraad), ons schoolbestuur, de gemeentes, het
UWV, het bedrijfsleven (branches), de politiek.
18
5.6 ambitie/persoonlijke doelen
23.
Wat zijn uw persoonlijke doelen voor de aankomende jaren binnen deze functie?
Nadrukkelijker het praktijkonderwijs aanbieden als partner in maatschappelijke contexten.
Jobfinding voor gemeenten (Participatiewet), alternatieve trajecten aanbieden voor uitvallers
binnen het regulier v.o.
Expertise aanbieden aan de regio.
Gezond en gelukkig blijven
24.
Hoe bent u als professional veranderd of gegroeid tijdens het beoefenen van deze
functie?
Ik ben wel aardig mezelf gebleven denk ik/hoop ik. Het is soms wel een eenzame klus.
25.
Heeft u een tip voor beginnende directeuren, managers?
Wees jezelf, laag drempelig blijven
Maak gebruik van het model van professor Stevens in de inrichting van je school, team en
organisatie. Het gaat altijd om de basisbehoeften: Competentie – relatie en autonomie.
19
De Praktijkobservatie
Dag 1
Meneer Hartog is de schoolleider van Praktijkschool West-Friesland die ik vandaag een dag
zal gaan observeren. Meneer Hartog start zijn werkdag al vroeg in de ochtend. 7.00 uur
staat hij telefonisch stand-by om bij eventuele calamiteiten snel in te kunnen springen. Dit
doet hij de gehele week. Afgesproken was dat wij elkaar zo rond 8.00 zullen treffen op
locatie Stede Broec alwaar meneer Hartog schoolleider is.
Meneer Hartog staat de leerlingen bij aanvang van hun schooldag op te vangen bij de deur
om ze daar welkom te heten. Dit ontvangst geeft de leerlingen die er behoefte aan hebben
even de tijd om te kletsen met de schoolleider en andersom de schoolleider eventuele
afspraak na te zullen komen. Om 8.25 uur zal er in de aula een korte inleiding op de dag
gegeven worden en belangrijke dingen besproken worden met de leerlingen. Deze inleiding
op de dag duurt zo`n 15 minuten waarna de kinderen de kinderen hun weg vervolgen naar
hun lokaal. Meneer Hartog gaat als laatste weg uit de aula om eventueel storende dingen die
zichtbaar zijn op te ruimen of anders.
Er staat een informeel gesprek gepland met een startende stagiair van de HvA. Hier neemt
de schoolleider uitgebreid de tijd voor om vragen die er zijn zoveel als mogelijk te
beantwoorden.
Na dit gesprek neemt de schoolleider de tijd om wat mail te beantwoorden en nemen
daarna samen even de volgende 2 blokuren door die zal starten na de pauze van 10.10 uur.
Wegens afwezigheid van een docent zal de schoolleider een praktijkles op zich gaan nemen.
Tussendoor komt er een OPèr navraag doen over een methode die gebruikt wordt. De
leerlingen hadden de opdracht om een koekje van een kruimeldeeg te gaan maken. Dit was
voor mij natuurlijk helemaal top omdat ik mij hierbij als een vis in het water voel. Zo hebben
we feitelijk samen de les gedraaid tot aan de middagpauze van 12.00 uur.
De leerlingen hebben pauze tot 12.30 uur waar de schoolleider tussen de leerlingen te
vinden is. Een duidelijk onderdeel van de visie van de school is het zich tussen de leerlingen
bevinden van het personeel. In alles zie je wat de doelstelling van de school is welke we
zojuist op het kantoor van meneer Hartog hebben besproken.
Om 12.50 vinden er telefoongesprekken plaats met externe contacten en vinden er mail
wisselingen plaats. We nemen na deze tijd de interview vragen door welke ik met grote
belangstelling en verwondering aanhoor. Heel bijzonder hoe deze schoolleider, de school op
de kaart weet te zetten samen met zijn team.
Er vindt ontstaat enige onrust bij een leerling die zich onrustig op de gang begeeft en
duidelijk zijn ongenoegen uit. De schoolleider neemt de verantwoordelijkheid op zich door
20
de jongen op de gang aan te spreken. Deze lijkt enigszins weer wat rustiger te worden maar
schijn bedriegt en de jongen zorgt opnieuw voor wat onrust. Het is inmiddels 13.37 uur. De
schoolleider gaat in gesprek met de leerling en nemen samen het besluit dat de jongen naar
huis mag.
Het interview pakken we samen weer op en weten we voor aanvang van de mentortijd,
welke 3 keer per schooldag plaatsvinden, af te ronden. Het is inmiddels 14.00 uur en
begeven ons rustig in de richting van de uitgang waar leerlingen om 14.15 uur door naar
buiten gaan. Einde van de lesdag voor de leerlingen waar de schoolleider nadien nog
doorgaat met het beantwoorden van mail en behandeling van schoolse taken.
Dag 2
Is een dag met een wat meer formeler karakter. Er staan diverse punten op de agenda.
Voordat deze agendapunten plaats zullen gaan vinden start de dag hetzelfde als gister.
Starten met leerlingen ontvangen bij de ingang en mentorgesprek in de aula. Na een
informeel praatje is de eerste afspraak van de stuurgroep die plaats zal gaan vinden. Ik
mocht hier helaas niet bij aanwezig zijn door het formele karakter van het overleg. Dit
overleg duurt zo`n 1 ½ uur waarin ik de vrijheid heb gehad rond te mogen kijken in de
school.
Na de pauze de van 10.10 tot 10.30 uur staat er een overleg gepland over een te gebruiken
promotiefilm van de school. De aandachtspunten en wensen worden hierin besproken. Dit
overleg duurde zo`n half uur.
Alvorens er een nieuw overleg dat om 11.00 uur vaststaat werden er eerst diverse mailtjes
beantwoord en vinden er formele en informele telefoongesprekken plaats. Het gesprek dat
plaats vond had meer tijd in beslag genomen dat feitelijk gepland was en ging over te
onderzoeken onderwerpen.
De pauze is begonnen en de schoolleider neemt opnieuw plaats tussen de leerlingen in de
aula. Hier vinden lekkere `babbel` gesprekken plaats en leerlingen vinden dit ook zichtbaar
leuk.
Het eerst volgende gesprek dat op de kaart staat is een overleg om 14.30 uur. In dit gesprek
is de begroting toegelicht. Aansluitend vonden er om 15.00 uur rapportvergaderingen plaats.
Deze gesprekken duurden tot zo`n 16.30 uur
21
Nawoord:
Wat een prachtige school in een naar mijn idee, solide organisatie. Wat prachtig als je de
kennis en ervaring van jarenlang onderwijs om kan zetten in een visie die wat mij betreft
staat als een huis. Ik heb zelf nooit gedacht dat er zo`n positieve stempel door de
schoolleider gedrukt kan worden op de totale organisatie/stichting. Met een heldere
persoonlijke visie weet de schoolleider de school positief te profileren naar de buitenwereld.
Een naar mijn idee heel goede schoolleider die de visie van de school prima kan vertalen. Ik
heb mogen zien en horen wat deze schoolleider zoal doet op de bezochte school waarin het
harmonieus leiderschap heel duidelijk naar voren komt en de rol en invloed van de kinderen
groot is voor het nemen van democratische besluiten. Mijn speciale dank gaat dan ook uit
naar Dhr. Hartog.
22
Bijlage: het observatieschema
DEEL 1: zichtbaar gedrag
Informeel overleg
Praten, overleggen met, luisteren naar ouders, informeel
(‘gezellig’) praatje
Praten met leerling(en), luisteren naar leerlingen,
informeel (‘gezellig’) praatje
Praten, overleggen met, luisteren naar OP (onderwijzend
personeel: teamleden (leraren, IB-er, klasse assistent enz.)
Praten, overleggen met, luisteren naar NOP (niet
onderwijzend personeel: conciërge, oudercontactpersoon
enz.)
Praten, overleggen met, luisteren naar overige / externe
personen: schoolbestuur, postbode, schooltandarts,
gemeente enz)
Telefoneren of e-mailen met ouders
Telefoneren of e-mailen met OP (onderwijzend personeel:
teamleden (leraren, IB-er, klassen assistent enz.)
Telefoneren of e-mailen met NOP (niet onderwijzend
personeel: conciërge, oudercontactpersoon enz.)
Telefoneren of e-mailen met overige / externe personen:
schoolbestuur, postbode, schooltandarts, gemeente enz)
Formeel overleg
Op afspraak of in vergadering met ouders
Op afspraak of in vergadering met OP (onderwijzend
personeel: teamleden (leraren, IB-er, klassen assistent
enz.)
Op afspraak of in vergadering met NOP (niet onderwijzend
personeel: conciërge, oudercontactpersoon enz.)
Op afspraak of in vergadering met overige / externe
personen: schoolbestuur, postbode, schooltandarts,
gemeente enz)
Bureau activiteiten
Achter de PC werken in bijv. software programma
Achter de PC surfen op het net
Aantal keer
Tijdsduur
(afronden op 5
minuten)
|||
15
|||||||
|||||
|||||
60
||||
20
|||
15
||
10
|||||
25
|||||||
||
35
10
|
5
25
23
Achter de PC e-mail verwerken
Lezen (beleidsstukken, informatie, vakboeken of –
tijdschriften)
Telefoongesprekken voeren – smsen
||||||||
||
50
|||||||
||||||
65
24
Leerling contacttijd
Verzorgen van les (of onderdeel les)
Contact leerlingen (privé/betrokken bij conflict/enz)
Contact met bijv. leerlingraad (formeel/informeel)
Rondlopen door school of op plein / aanverwante
gebouwen
Naar een externe afspraak gaan, lopend, fietsen, met
auto
Pauzeren (koffie drinken, eten, privé bellen of e-mailen
enz.)
||||||||
||||||||
||
|
90
|||
15
|||||||
|||||||
||||||
100
5
Anders:
25
DEEL 2: inhoud
Onderwijsinhoud – onderwijsresultaten
Kwaliteitsbeleid
Kwaliteitszorg
Interpretatie van leerling/studentvolgsysteem / andere
onderwijsdata
Handelingsplannen
Pedagogisch beleid
Taalbeleid
Onderwijsinhoudelijk beleid
Toets- examenbeleid
Afstemming onderwijs (leerlijnen, vakoverstijgend enz)
Zorgbeleid
Aanpak te laat komen / verzuim
Keuze leermiddelen en methoden
Keuze deelname projecten en onderzoek
Keuze ICT ten behoeve van het onderwijs
Personeel
Loopbaanbeleid leraren
Collegiale consultatie (uitvoeren, begeleiden, enz)
nascholing /professionaliseringsbeleid
Nascholing / professionaliseringplan
Begeleiding lio’s, stagiaires
Begeleiding (beginnende) leraren
Facilitering intervisie
Vervanging
Aantal keer
Tijdsduur
(afronden op 5
minuten)
|||
||||||
||||||
15
60
|||||||
||||||
65
||||||||
|||||||
75
Aantrekken lio’s, stagiaires
Werving en selectie onderwijs ondersteunend personeel
Werving en selectie onderwijzend personeel
Functionerings- en beoordelingsgesprekken
Arbo-contract
Aanwezigheid / opvang leerlingen
Nakomen leerplicht
Toelating en verwijdering van leerlingen /studenten
26
Tussen schoolse opvang
Naschoolse opvang
Naschoolse activiteiten / brede schoolactiviteiten
Profilering school
Werving van leerlingen /studenten
PR –activiteiten voor de school
||||||
||||||
60
||||||
30
|||||||
|||||||
||||
95
Representatie school naar buiten
Externe contacten
Contact met de leerplichtambtenaar
Contact met boven schoolse samenwerkingsverbanden
Contact met buurt- of wijkoverlegorganen (bv.
Veiligheidsoverleg)
Contact met instellingen voor aanleverend onderwijs
Contact met scholen voor vervolgonderwijs
Contact andere organisaties (zorg, welzijn, opvang, politie,
justitie, GG&GD)
Integrale beleidsvoering en financiën
Schoolplan
Formatieplan
Schoolbegroting
Schoolgids
Ken- en stuurgetallen
Betalingen goedkeuren
Schoolbudget beheren
Financiële administratie
Personeelsadministratie
Jaarrekening
Salarisadministratie
Beleidsvorming op hoofdlijnen
Meerjarenplanning
Risicomanagement
Beheer
Inkoop gas en elektra
ICT (systeembeheer)
Aanschaf / onderhoud kopieerapparaten
27
Aanschaf / onderhoud meubilair
Aanschaf / onderhoud pc's en randapparatuur (beamer
etc.)
Huisvesting: schoonmaak en klein onderhoud
Huisvesting: groot onderhoud
Huisvesting: (nieuw)bouw
Anders:
totaal
955
28
Bronnen:
F. Wartenbergh-Cras & N. van Kessel (2007) Verdeling van taken en
verantwoordelijkheden, ITS Radboud Universiteit Nijmegen
Schoolgids 2013/2014, Praktijkschool locatie Stedebroec
Website:
http://www.swvwestfriesland.nl/
29