Lesmap Plafondmeisje

Lesmap Plafondmeisje Inleiding:
U heeft de lesmap Plafondmeisje in handen. Deze Lesmap hoort bij de
theatervoorstelling van theatermakersgroep LAP.
Met deze lesbrief wordt aan verdieping gewerkt, door elementen uit de
voorstelling als onderwerp voor verdere lessen centraal te stellen. In deze
map staan de thema’s normaal/abnormaal en anders mogen zijn centraal.
De map is opgebouwd uit drie delen.
1. Een informatiegedeelte rond de theaterproductie en het gebruik van
deze lesmap
2. Lesoefeningen gebaseerd op normaal/abnormaal
3. Lesoefeningen gebaseerd op anders mogen zijn
4. Tot slot
1. Informatie
Plafondmeisje is geïnspireerd op het gelijknamige boek van Fran Bambust.
Haar humoristische debuut maakt duidelijk dat het leven een stuk vrolijker
wordt als je af en toe buiten de lijntjes mag kleuren. Plafondmeisje
beschrijft de spannende zoektocht van het hoofdpersonage om zichzelf te
ontdekken en te mogen zijn.
Tmg LAP maakt van dit boek een spannende, hilarische en kleurrijke
familievoorstelling (8+) die niet altijd tussen de lijntjes kleurt.
Nora is een heel gewoon, normaal meisje.
Op het randje van saai.
Ze is zo gewoon dat ze bijna onzichtbaar is.
Tot ze op een dag uit haar bed valt.
Nora komt niet op de grond terecht.
Ze valt op het plafond.
Maar daar is niet iedereen zo blij mee…
Het lezen van het boek in de klas of als huiswerkopdracht is een goede
voorbereiding op de voorstelling. Hoewel de theatervoorstelling niet
helemaal gelijk loopt met het verhaal uit het boek. Ook zijn namen van
personages veranderd. U kan er dus voor kiezen om het boek pas achteraf te
introduceren. Een gesprek over de gelijkenissen en de verschillen is zeker
interessant om aan verdieping te werken.
In deze lesmap vind je oefeningen voor in de klas. De meeste oefeningen
zijn gemaakt om na het zien van de voorstelling te doen in de klas. Indien
je bepaalde oefeningen wil gebruiken als voorbereiding op het
theaterbezoek, kan dat natuurlijk ook. In dat geval adviseren we evenwel te
starten vanuit het boekje en het verhaal. Op de website van uitgeverij
Clavis vind je een lesmap, die bij het boek hoort.
(www.clavisbooks.com/onderwijs)
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP De makers van de voorstelling vinden het fijn om reacties van het publiek
te ontvangen. Indien de kinderen naar aanleiding van Plafondmeisje
tekeningen maken, reacties schriftelijk verwoorden of vragen hebben, kunnen
die ons bezorgd worden via:
Tmg LAP Oude Truierbaan 154 3500 Hasselt [email protected]
Je kan de activiteiten van tmg LAP steeds volgen via www.tmglap.be
2. Lesoefeningen gebaseerd op normaal/abnormaal
Oefening 1
Ga verspreid in het klaslokaal staan en schrijf met je vinger je naam in de
lucht.
Schrijf nu met een ander lichaamsdeel je naam in de lucht.
Kan je het ook met je neus, je voet, je bil, je elleboog en je oor.
Het kan niet gek genoeg!
Ontdek hoe leuk het is om af en toe anders te lopen of bewegen.
Oefening 2
Iemand uit de klas mag de zin ‘recht is recht anders is het krom’ op het
bord schrijven.
Kijk goed naar de zin, die er staat.
Hoe zijn de letters gevormd. Zijn er veel boogjes te zien, veel lussen,
veel rechte lijnen,…
Probeer nu eens door de klas te lopen met evenveel boogjes, krulletjes,
lussen, lijntjes als op het bord staan. Je kan sprongetjes maken of rollen
over de grond om de letters na te bootsen. Zo krijg je waarschijnlijk rare
loopjes . Probeer maar. En kijk ook eens naar elkaar. Lachen mag!
(Variatie: je kan ook eens proberen om de zin met verschillende stemmetjes
hardop te zeggen. Loop door het lokaal en als je iemand tegen komt, zeg je
de zin bij wijze van groet. Probeer het iedere keer anders te laten
klinken. Gek doen mag! Praat maar eens met opgeblazen wangen of met
langgerekte klinkers of…)
Oefening 3
Kijk naar de foto in bijlage. Probeer eens een hoekje in het klaslokaal zo
om te bouwen dat het lijkt of je ondersteboven hangt. Maak het hoekje eerst
volledig leeg. Zet een lamp, die lijkt op een plafondlamp in het midden op
de vloer. Teken nu samen op een grote kartonplaat enkele voorwerpen.
Bijvoorbeeld: een zetel en een TV. Of een bed en een kleerkast. Zet de
kartonplaat omgekeerd tegen de muur. Het lijkt nu alsof je ondersteboven
hangt. In deze ruimte kan je een fotoverhaal spelen.
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP Wat is een fotoverhaal? Dit is een verhaal, waarbij je eerst in een
stilstaande foto gaat staan, waarbij er nog niets aan de hand is, maar wel
al te zien is waar jullie zijn en wie jullie zijn of wat jullie aan het
doen zijn. Bijvoorbeeld, we zien een zetel en TV. De spelers dansen, want
er is een verjaardagsfeestje aan de gang. Beeldt dit goed uit, zodat de
kijkers het kunnen raden, maar beweeg niet. Sta stil!
Dan doet het publiek de ogen dicht en gaan jullie in een tweede foto staan,
waarbij er iets gebeurt. Bijvoorbeeld: de huiskamer is nog normaal en de
jarige blaast de kaarsjes op de verjaardagstaart uit. Het publiek mag weer
even de ogen open doen en moet kunnen raden wat er aan de hand is in deze
stilstaande foto.
Als ze de ogen weer dicht hebben , gaan jullie in de derde foto staan, die
toont hoe de kamer ineens op zijn kop staat en iedereen verbaasd of angstig
is. Het publiek mag weer even kijken.
Tenslotte komt de vierde foto, waarop iedereen het geweldig vindt en op het
plafond danst. Ook hier mag het publiek weer even naar kijken.
Oefening 4
Praat eerst een tijdje over normaal en abnormaal gedrag. Wat vind jij
normaal en wat abnormaal? Wanneer is iets gek?
Je kan als leerkracht dit gesprek wat meer richting geven door gebruik te
maken van de lijst ‘rare wetten’ in de lesmap van het boek ‘Plafondmeisje’
op de website van Clavis. (www.clavisbooks.com/onderwijs zie bijlage 3)
Breng vervolgens de actualiteit rond de GASBOETES ter sprake. Maak een
lijstje van rare gasboetes en vraag wat de leerlingen er van vinden?
Bijvoorbeeld: er is een gemeente waar je niemand mag laten schrikken.
Deel de klas in groepjes van ongeveer vier leerlingen. Ze moeten een kort
toneelstukje voorbereiden (maximaal twee minuten) rond één van de besproken
gasboetes. In dit toneelstukje moeten twee agenten van het instituut ‘recht
is recht anders is het krom en krom dat willen we niet’ iemand beboeten
voor een absurde regel, die overtreden wordt. Bijvoorbeeld: een kind brengt
in het park een oude man op een bankje aan het schrikken. De agenten zien
dit en grijpen in.
Er moet ook een achtervolging voorkomen in het toneelstukje en de
leerlingen mogen zelf kiezen of het eindigt met een arrestatie of een
ontsnapping. Of misschien hebben ze nog een beter idee voor een einde.
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP 3. Lesoefeningen gebaseerd op anders mogen zijn
Oefening 1:
‘Voor de kinderen van mijn klas was ik zo’n figuur in stippellijntjes, die
je kunt invullen of inkleuren zoals je zelf wilt’.
Breng een foto van jezelf mee naar de klas, eentje waarop je volledig staat
van top tot teen. Je kan deze foto’s natuurlijk ook in de klas zelf maken.
Liefst in een leuke houding.
Kopieer de foto erg licht/vaag. Ga de omtrek van je eigen lichaam in
stippellijntjes na met een zwarte stift. Leg een blanco blad over de foto
en teken de stippellijnen na. Als het goed is, kan je die duidelijk zien
doorheen het witte blad.
Nu sta je in stippellijntjes op het witte blad en voel je je net als Nora.
Kijk eens of iedereen op mekaar lijkt nu. Kan je nog iemand herkennen in de
figuren?
Oefening 2:
Maak een nieuw schoolreglement met allemaal rare regels. Bijvoorbeeld:
*Vanaf nu moet iedereen op de gang achteruit lopen (je mag wel over je
schouder piepen om niet te botsen met tegenliggers).
*Vanaf nu moet iedereen als de bel gaat drie keer om zijn as draaien.
*Vanaf nu moet iedereen nee knikken als hij ja bedoelt en ja als hij nee
bedoelt.
*…
Kies maximaal 6 wetten of regels uit het nieuwe schoolreglement en probeer
die eens een hele dag vol te houden. Spreek af dat er twee leerlingen
agenten zijn van de schoolwetpolitie. Als ze iemand van de klas in de fout
zien gaan, mogen ze straffen. Spreek ook op voorhand een gekke straf af.
Bijvoorbeeld:
*Je moet één minuut lang kakelen als een kip.
*Je moet één minuut lang op je eigen vingers slaan.
*Je moet een lang lint als een staart in je broek stoppen en daarmee het
volgende half uur rondlopen op school.
Bespreek achteraf hoe het was om deze regels na te leven. Was het leuk om
anders te mogen zijn? Kreeg je rare reacties op de speelplaats?
Oefening 3
Spreek in groepjes van vijf af hoe je door het lokaal gaat lopen.
Bijvoorbeeld:
*Jullie lopen allemaal op een rij van links naar rechts en weer terug door
het lokaal.
*Jullie hinkelen allemaal kris kras door het lokaal.
*Jullie lopen allemaal héél langzaam kris kras door het lokaal.
…
Spreek ook af dat iemand van jullie groepje na 20 tellen ineens iets anders
zal doen.
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP Bijvoorbeeld:
*Iemand stapt uit de rij en begint in bochten te lopen.
*Iemand stopt met hinkelen en gaat ineens kruipen door het lokaal.
*Iemand stopt met traag lopen en begint ineens te rennen door het lokaal.
…
Als alles duidelijk afgesproken is, gaan jullie dit tonen voor de klas
zonder op voorhand iets te verklappen. De andere leerlingen zitten als een
publiek op een rij naar jullie te kijken.
Bespreek achteraf hoe het was om deze oefening te doen. Hoe was het om
ineens iets anders te doen dan de rest. Hoe was het om hetzelfde te moeten
blijven doen, terwijl er iemand iets anders deed?
En hoe was het om naar te kijken? Grappig? Leuk?
Oefening 4
Wat zou jij héél graag héél goed kunnen?
Ben jij speciaal?
Wat kan jij goed en de anderen van de klas niet?
Durf jij anders zijn dan de rest?
Iedereen is ergens kampioen in. Verzin in wat en deel zelf gemaakte
medailles uit. Schrijf allemaal op een briefje wat je goed kan of maak er
een tekening over. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan héél hard lopen.’ Daarna schrijf
je of teken je wat je graag zou willen kunnen. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan goed
zweven in de lucht.’ Hang alle briefjes of tekeningen op tegen de muur of
aan een waslijn.
Knutsel medailles met de hele klas. Je kan medailles tekenen en uitknippen.
Of gebruik dopjes van flessen met lintjes eraan. Of zoek eens op het
internet welke leuke ideeën er hiervoor zijn.
Verzin nu hoe je deze medailles gaat uitreiken aan de klasgenoten. Als er
staat: ‘Ik ben Nora en ik kan goed rekenen’ en ‘Ik ben Nora en ik kan goed
zweven in de lucht’, dan kan je bijvoorbeeld zeggen: ‘Vandaag willen we
Nora een medaille schenken, omdat ze als de beste kan rekenen. Zonder haar
zouden we nooit weten hoeveel 10 plus 10 is. Proficiat Nora! Maar Nora is
ook speciaal. Ze kan ook héél goed zweven in de lucht. En dat vinden wij
allemaal fantastisch! Hiep hiep hoera voor Nora!’ En dan volgt er
natuurlijk een gigantisch applaus.
4. Tot slot
De voorstelling Plafondmeisje gaat over anders zijn. Over jezelf mogen
zijn. Over gelukkiger worden als je aanvaard wordt zoals je bent. Daardoor
is de voorstelling ook geschikt om de overstap te maken naar het thema
‘Pesten’. Als je als leerkracht de overstap naar dit thema maakt, krijgt de
voorstelling nog meer betekenis en zal de educatie waarde ervan verhogen.
Wij danken jullie graag voor jullie interesse in onze voorstelling en hopen
jullie in de toekomst nog eens te mogen verwelkomen. Informatie over de
producties van tmg LAP vind je op www.tmglap.be.
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP Bijlage foto
Lesmap Plafondmeisje 8+ Een productie van tmg LAP