Klanttevredenheidsonderzoek WMO over 2013 Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Sectie Onderzoek en Statistiek Venlo, juni 2014 Samenvatting Een van de hoofddoelstellingen van de Wmo (Wet maatschappelijk ondersteuning) is om iedereen in staat te stellen mee te doen in de samenleving. Mensen die -bijvoorbeeld door een lichamelijke beperking- hulp of ondersteuning nodig hebben om mee te kunnen doen aan de maatschappij, kunnen hulp of ondersteuning aanvragen bij de gemeente. In deze rapportage wordt verslag gedaan van een klanttevredenheidsonderzoek onder de inwoners van de gemeente Venlo, die geregistreerd zijn in het klantenbestand van de Wmo. Onderzocht is in hoeverre de Wmo-cliënten tevreden zijn over de in Venlo gehanteerde procedure bij het opstellen van een individueel leefzorgplan en over de eventueel verstrekte hulp en voorzieningen. Onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd onder een steekproef van het Wmo-klantenbestand. In totaal zijn 3.997 schriftelijke vragenlijsten verstuurd. Na correctie vanwege niet bezorgbare formulieren resteerde een netto steekproef van 3.905 personen. Uiteindelijk hebben 1.809 personen de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Dit komt neer op een respons van 46%. Gebruik Wmo-voorzieningen De meest gebruikte Wmo-voorziening in Venlo in 2013 is de vervoersvoorziening. Deze voorziening omvat het collectief vervoer (de regiotaxi) en het gratis regionaal openbaar vervoer. Van alle cliënten maakt 66% gebruik van een vervoersvoorziening. Het gebruik is in 2013 nog iets toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast ontvangt het merendeel van de cliënten (56%) hulp bij het huishouden. Uit onderstaande grafiek blijkt dat het aandeel personen, dat hulp bij het huishouden ontvangt, behoorlijk gedaald is ten opzichte van voorgaande jaren. De daling tussen 2011 en 2012 wordt naar verwachting grotendeels veroorzaakt door een wijziging van de vraagstelling. In 2013 zette de daling echter verder door, hoewel nu weer de oorspronkelijke vraagstelling gebruikt werd. De daling in 2013 wordt waarschijnlijk mede veroorzaakt door de uitgevoerde herindicering van de huishoudelijke hulp in Venlo. Figuur S.1. Totaal gebruik Wmo-voorzieningen (N= 1809) Gebruik regiotaxi/ gratis OV 66% Hulp bij het huishouden 56% Woonvoorziening 38% Dagvoorziening 21% Scootmobiel Woningaanpassing Verhuiskostenvoorziening 2011 18% Rolstoel Maaltijdvoorziening 2010 18% 2012 17% 2013 9% 8% Tegemoetkoming vervoerskosten 2% Geen enkele voorziening 5% 0% 20% 40% 3 60% 80% 100% In de tabel is terug te zien dat de toekenningscriteria voor het verstrekken van Wmo-voorzieningen de afgelopen jaren zijn aangescherpt. Niet alleen bij de hulp in het huishouden is sprake van een daling van het aandeel gebruikers, maar dat geldt ook voor woonvoorzieningen, woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen en de tegemoetkoming in vervoerskosten. Het gebruik van de overige voorzieningen (regiotaxi/gratis openbaar vervoer, dagvoorziening, maaltijdvoorziening en verhuiskostentegemoetkoming) is het afgelopen jaar gelijk gebleven of licht toegenomen. Drie kwart van de respondenten maakt gebruik van meerdere Wmo-voorzieningen: ruim een vijfde heeft twee voorzieningen en 16% drie voorzieningen. Een op de vijf respondenten maakt van één voorziening gebruik en 5% van geen enkele Wmo-voorziening. Dat kan komen doordat de aanvraag nog in behandeling is of doordat die is afgewezen. Figuur S.2. Aantal Wmo-voorzieningen in gebruik (N= 1809) 0 5% 1 20% 2 22% 3 16% 4 14% 2010 5 2011 8% 2012 6 2013 6% 7 4% 8 2% 9 1% 10 1% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Beoordeling aantal aspecten Wmo-voorzieningen Aan de cliënten is verzocht een viertal aspecten te beoordelen door het toekennen van een rapportcijfer. Daarbij werd de hulp bij het huishouden met een 7,8 gewaardeerd en de vervoersvoorzieningen met een 7,3. Deze cijfers liggen op hetzelfde niveau als in 2012. 4 Figuur S.3. Rapportcijfers Wmo-voorzieningen Hulp bij het huishouden (N=854) 7,8 Vervoersvoorziening (N=1007) 2010 7,3 Geboden oplossing (N=406) 6,8 Afhandeling hulpvraag (N=486) 6,7 2011 2012 1 2 3 4 5 6 2013 7 8 9 10 De waardering voor de afhandeling van de hulpvraag en de uiteindelijk geboden oplossing is wat lager, namelijk 6,7 respectievelijk 6,8. Deze aspecten zijn in 2013 voor het eerst beoordeeld. Bekendheid Huis van de Wijk, Sociaal wijkteam en Wegwijzerloket Het afgelopen jaar is de bekendheid van het “Huis van de wijk” onder de Wmo-cliënten toegenomen van 52% tot 67%. De bekendheid van de sociale wijkteams is -met 30%- nog een stuk lager. Het wekt geen verbazing dat de bekendheid groter is in de wijken waar al een wijkteam actief is. In die wijken is de bekendheid 42% en in de andere wijken 26%. Van de mensen, die wel eens gehoord hebben van het sociaal wijkteam, weet twee derde ook waar men naar toe kan voor een gesprek met het wijkteam. En van degenen, die wel eens gehoord hebben van het sociaal wijkteam, heeft bijna een kwart al eens een gesprek gehad met het team. Sommige personen zelfs meerdere malen. Bij deze gesprekken had 84% één aanspreekpunt in het wijkteam, waaraan men alle vragen kon stellen. Het Wegwijzerloket heeft de laatste drie jaar aan bekendheid ingeboet onder de Wmo-cliënten. In 2011 had 53% van de cliënten nog nooit van dit loket gehoord. In 2013 was dit percentage gestegen naar 71%. Ook het aandeel cliënten dat wel eens contact heeft opgenomen met het wegwijzerloket loopt elk jaar wat terug. In 2013 heeft nog slechts 7% van de cliënten contact opgenomen met het loket. Maar degenen, die contact met het loket hebben gehad, worden meestal goed geïnformeerd. Ruim 90% van deze personen heeft (geheel of gedeeltelijk) de informatie ontvangen, waarnaar men op zoek was. Afhandeling laatste hulpvraag Van de respondenten heeft 29% de laatste Wmo-aanvraag minder dan 12 maanden geleden ingediend. Voor meer dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek (55%) dateert de laatste aanvraag daarentegen al van langer dan een jaar geleden. Wanneer we ons beperken tot de mensen, die het afgelopen jaar een aanvraag hebben ingediend, blijkt dat ruim 70% van deze mensen de aanvraag heeft ingediend bij de MO-zaak. Dat aandeel is in 2013 verder toegenomen, ten koste van aanvragen via de huisarts. Drie procent heeft de aanvraag bij het sociaal wijkteam ingediend. Bijna de helft van de hulpvragen heeft betrekking op huishoudelijke werkzaamheden. Daarnaast heeft ruim een derde van de cliënten problemen met mobiliteit over langere afstanden en een kwart heeft moeite met lopen. Twee derde van de hulpvragers heeft nog een gesprek gehad over de aanvraag. In ongeveer de helft van die gevallen ging het om een zogenaamd keukentafelgesprek. Voor negentig procent van hulpvragen uit 2013 was ten tijde van het onderzoek (begin 2014) al een besluit genomen. In 56% van de gevallen werd de aanvraag volledig toegekend. Bij 27% werd de gevraagde ondersteuning gedeeltelijk toegekend en bij 16% werd geen ondersteuning toegekend. In vergelijking met voorgaande jaren werd er in 2013 aanzienlijk minder vaak volledige ondersteuning toegekend en evenzo werd afgelopen jaar een groter deel van de verzoeken niet gehonoreerd. Bijna alle hulpvragers, waarvan de ondersteuning was toegekend (namelijk 96%), hadden ten tijde van het onderzoek de toegezegde hulp ook al ontvangen. 5 Bij de beoordeling van de gang van zaken bij de afhandeling van de hulpvraag blijkt dat de Wmo-klanten nog altijd het meest tevreden zijn over de tijd, die wordt genomen voor het gesprek. Daarnaast is men ook erg tevreden over de mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende zorgaanbieders, het aantal contactpersonen, waar men mee te maken heeft gehad en de deskundigheid van de medewerkers. Het minst tevreden is men over de manier waarop bepaald wordt welke ondersteuning men nodig heeft en de mate waarin er rekening wordt gehouden met de eigen mogelijkheden van de cliënt. Maar ook over deze aspecten is nog altijd 71% respectievelijk 74% tevreden. Over het algemeen is de tevredenheid over de verschillende aspecten van de afhandeling van de hulpvraag het afgelopen jaar afgenomen. Deze afname is met name terug te zien ten aanzien van de gevraagde eigen inbreng van de cliënt en de mate waarin rekening wordt gehouden met de eigen mogelijkheden van de cliënt. De dalende tevredenheid zal waarschijnlijk ook samenhangen met het feit dat de hulpvragen in 2013 minder vaak volledig werden toegekend en dat er meer hulpvragen werden afgewezen. Twee vijfde van de hulpvragers geeft te kennen dat men volledig geholpen is met de afgesproken oplossingen; 45% is voor een groot deel geholpen en 15% is maar voor een klein deel geholpen. Uitgedrukt in een rapportcijfer, geven de hulpvragers een 6,8 voor de afgesproken oplossing. De afhandelingsprocedure wordt beoordeeld met een 6,7. Hulp bij het huishouden Zes en vijftig procent van de Wmo-klanten kreeg in 2013 hulp bij het huishouden. Dat is een duidelijke daling ten opzichte van voorgaande jaren. Het merendeel van deze mensen ontvangt gemiddeld 2 tot 4 uur per week hulp. Ook het aantal uren hulp dat men ontvangt is de afgelopen jaren afgenomen. Een op de tien personen met hulp in het huishouden maakt gebruik van een PGB (PersoonsGebonden Budget), zodat ze zelf hun hulp kunnen organiseren, bijvoorbeeld door iemand uit hun omgeving in te huren. De meeste mensen met hulp bij het huishouden krijgen deze hulp van Proteion Schoon. Op de tweede plaats komt de Zorggroep. Over het algemeen is men tevreden over de keuzemogelijkheid, die men heeft bij het uitzoeken van een thuiszorgorganisatie; 91% van de personen is hier tevreden over. Evenzo is het merendeel van de klanten tevreden over de telefonische bereikbaarheid en de informatie die men ontvangt van de hulpverlenende organisatie. Het minst tevreden is men over het aantal verschillende medewerkers, dat hen komt helpen. Maar zelfs ten aanzien van dit aspect is nog altijd drie kwart van de klanten tevreden. Over het functioneren van de medewerkers, die huishoudelijke hulp bieden, zijn de cliënten erg tevreden. Vooral is men te spreken over het respect waarmee men behandeld wordt en de aandacht en interesse, die men van de schoonmaakhulp krijgt. Gemiddeld geven de cliënten een 7,8 voor de ontvangen hulp bij het huishouden. Dit rapportcijfer is de afgelopen vier jaar vrijwel gelijk gebleven. Voor 52% van de cliënten voorziet de huishoudelijke hulp die men krijgt geheel in de behoefte en voor 44% voorziet de hulp gedeeltelijk in de behoefte. Ondersteuning op het gebied van de woning Van de ondervraagden geeft 41% te kennen dat men in 2013 kon beschikken over een woningaanpassing of woonvoorziening. Dat percentage is lager dan de afgelopen drie jaar. Mogelijk heeft dit te maken met een strengere indicering. Meestal gaat het om een kleine aanpassing, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van beugels of een verhoogd toilet. In 2013 had bijna een derde van de Wmo-cliënten zo’n kleine aanpassing in huis. Na kleine aanpassingen in huis, worden vanuit de Wmo het vaakst vaste woningaanpassingen toegewezen. Daaronder vallen onder andere het verwijderen van drempels en een aangepaste badkamer of keuken. Bijna een op de zes deelnemers van het onderzoek woonde in 2013 in een woning met dergelijke vaste aanpassingen. Vrijwel een gelijk aandeel respondenten (16%) had in 2013 een hulpmiddel ter beschikking, zoals een tillift, een po- of douchestoel of een elektrische deuropener. Over het algemeen is men erg tevreden over de woningaanpassingen en de woonvoorzieningen. Dat geldt zowel voor de kwaliteit van de voorzieningen als ten aanzien van de dienstverlening van de leverancier. 6 Soms kan de woning niet middels aanpassingen of voorzieningen geschikt gemaakt worden voor de cliënt. In dat geval kan aan de cliënt een vergoeding toegewezen worden voor de verhuiskosten naar een geschikte woning. Acht procent van de Wmo-cliënten heeft zo’n tegemoetkoming ontvangen. Van hen is 82% tevreden over de hoogte van de vergoeding. Rolstoel en scootmobiel Ongeveer een op de zes Wmo-cliënten heeft een rolstoel en 18% een scootmobiel. De afgelopen jaren is het aandeel cliënten met een rolstoel of scootmobiel gestaag gedaald. Hoewel veruit de meeste rolstoelen scootmobielbezitters tevreden zijn, is dat percentage de afgelopen jaren iets gedaald. Het aandeel tevreden klanten varieerde in 2013 -afhankelijk van het te beoordelen aspect- tussen 70% en 95%. Het meest tevreden is men over de dienstverlening van de leverancier en het minst tevreden over de keuzemogelijkheid, die men heeft bij het uitzoeken van een rolstoel of scootmobiel. Maaltijdvoorziening Slechts een klein deel van de Wmo-cliënten (9%) maakt gebruik van een maaltijdvoorziening. Veruit de meeste mensen met een maaltijdvoorziening laten de maaltijd thuis bezorgen door Maaltijdservice Noord-Limburg. Als mensen geen gebruik maken van een maaltijdvoorziening, is dat in de meeste gevallen omdat iemand binnen het huishouden nog in staat is voor de warme maaltijd te zorgen. Dagvoorziening Een op de vijf cliënten gaat wel eens naar een dagvoorziening. Bijna drie kwart van deze mensen gaat daar wekelijks heen. De meest genoemde reden voor het bezoeken van een dagvoorziening is dat men sociale contacten wil onderhouden. Mensen, die niet naar een dagvoorziening gaan, geven aan dat ze hier geen behoefte aan hebben. Vervoersvoorziening Zeventig procent van de ondervraagden heeft een Wmo-vervoerspas en bijna twee derde van alle cliënten (namelijk 63%) maakt ook daadwerkelijk gebruik van een vervoersvoorziening (regiotaxi en/of gratis regionaal OV). Wat betreft de regiotaxi zijn de mensen het meest tevreden over het gemak van bestellen van een taxi, de ritprijs en het contact met de centrale. Voor het merendeel van de onderzochte aspecten van de regiotaxi is de tevredenheid de laatste jaren toegenomen. Met name de tevredenheid over de wachttijden bij het ophalen en de tevredenheid over de omrijtijden is merkbaar gestegen. Hoewel de tevredenheid over de omrijtijden sinds 2011 duidelijk is toegenomen, zijn de cliënten nog steeds het minst tevreden over dit aspect van de regiotaxi. Bijna een op de drie mensen hier niet tevreden over. Mensen, die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer of de regiotaxi, kunnen onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming voor vervoerskosten ontvangen; bijvoorbeeld om de kosten van een (rolstoel)taxi gedeeltelijk te compenseren. In 2013 ontving slechts 2% van de Wmocliënten zo’n tegemoetkoming. Dat percentage is de afgelopen jaren duidelijk gedaald: in 2010 ontving nog bijna een kwart zo’n tegemoetkoming. Een ruime meerderheid (namelijk 85%) van de personen, die een tegemoetkoming ontvangen, is tevreden over de hoogte van die tegemoetkoming. Als totaaloordeel over de vervoersvoorzieningen geven de Wmo-cliënten in 2013 als rapportcijfer een 7,3. Dit cijfer komt overeen met het rapportcijfer van vorig jaar. Maar sinds 2010 is er sprake van een toegenomen tevredenheid. Mantelzorg Iets meer dan de helft van de Wmo-cliënten (52%) ontvangt mantelzorg. Hoewel dit percentage het afgelopen jaar gelijk is gebleven, is het toch wat lager dan in 2011 en 2010. De meeste mantelzorg wordt gegeven in de vorm van huishoudelijke- of administratieve hulp. Op de derde plaats volgt begeleiding naar sociale activiteiten. De hulp wordt veelal gegeven door familieleden, die al dan niet deel uitmaken 7 van hetzelfde huishouden. Hulp bij de persoonlijke verzorging wordt minder vaak door mantelzorgers verleend. Als dat wel het geval is, wordt dit vaak gedaan door de partner. Voor 40% van de cliënten voorziet de ontvangen mantelzorg volledig in de hulpbehoefte en voor nog een 35% voorziet de mantelzorg in een groot deel van de behoefte. Van de mensen, die op het moment geen mantelzorg krijgen, geeft bijna drie kwart aan dat men dit (nog) niet nodig heeft. Andere redenen voor het niet ontvangen van mantelzorg zijn o.a. het feit dat de mensen, die mantelzorg zouden kunnen geven, te ver weg wonen, zelf oud of hulpbehoevend zijn of geen tijd hebben (bijvoorbeeld vanwege werk en/of kleine kinderen). Van de mensen, die momenteel geen mantelzorg ontvangen, geeft 53% aan dat men (waarschijnlijk) ook geen mantelzorg kan krijgen als dat nodig is. De overige 47% denkt dat men in dat geval wél hulp kan krijgen. Deze percentages zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. Zelfredzaamheid en meedoen in de maatschappij Aan de Wmo-cliënten is gevraagd in hoeverre de ondersteuning en de hulpmiddelen, waarover ze kunnen beschikken, bijdraagt aan de mogelijkheid om zelfstandig te blijven wonen en mee te blijven doen in de samenleving. Zo’n 86% van de Wmo-cliënten is van mening dat deze hulp en ondersteuning redelijk veel of zelfs zeer veel bijdraagt aan de mogelijkheid om zelfstandig te blijven wonen. Ten aanzien van de mogelijkheid om mee te blijven doen aan de samenleving is het percentage iets lager, maar ook hier is bijna drie kwart van de cliënten van mening dat de hulp redelijk veel of zeer veel bijdraagt aan hun maatschappelijke participatie. In vergelijking met voorgaande jaren zijn de percentages in 2013 wel iets lager. Gemeentelijk informatie Het belangrijkste informatiekanaal, dat Wmo-cliënten gebruiken om zich op de hoogte te houden van informatie van de gemeente, is het gratis huis-aan-huisweekblad De Trompetter/E3-Journaal. Dat weekblad wordt door 66% van de respondenten als informatiebron genoemd. Ook Dagblad de Limburger wordt veel genoemd (48%). Beide schriftelijke media zijn het afgelopen jaar belangrijker geworden als informatiebron. Ruim een derde van de respondenten noemt de lokale radio en televisie als informatiebron. Internet blijkt onder de (veelal oudere) Wmo-cliënten nog geen veel geraadpleegd medium te zijn: 11% van de respondenten noemt de website www.venlo.nl als informatiebron. Daarmee scoort internet ongeveer even hoog als de kabelkrant op het tv-kanaal van Omroep Venlo. Verbeterpunten Over het algemeen zijn de cliënten behoorlijk tevreden over de hulp en ondersteuning die ze ontvangen. De tevredenheid over de verschillende aspecten ligt vaak zelfs boven 90%. Een aantal punten scoort weliswaar hoog, maar toch onder 80%. Dit betreft: Bekendheid van de Huizen van de Wijk en de Sociale Wijkteams (bekendheid 67% respectievelijk 30%) Informatie over de afhandeling van de hulpaanvraag (78% tevreden) Meerdere keren dezelfde informatie verstrekken tijdens de aanvraagprocedure (74% tevreden) Wijze waarop bepaald wordt welke ondersteuning de cliënt nodig heeft (71% tevreden) De wachttijd tussen het indienen van de aanvraag en het besluit (78% tevreden) Gemaakte afspraken over ondersteuning (77% tevreden) Mate waarin rekening gehouden is met de eigen mogelijkheden van de cliënt (74% tevreden) Vervanging van de huishoudelijke hulp bij ziekte en vakantie (78% respectievelijk 75% tevreden) Keuzemogelijkheid uit het assortiment rolstoelen (77% tevreden) Keuzemogelijkheid uit het assortiment scootmobielen (70% tevreden) De omrijtijden van de regiotaxi (68% tevreden) Aandeel mensen dat mantelzorg krijgt en waarvoor de verleende mantelzorg voor groot deel of volledig in hun behoefte voorziet (75%) Mate waarin de ontvangen ondersteuning bijdraagt aan maatschappelijke participatie (voor 73% van cliënten het geval) 8 Verschuivingen 2012-2013 In onderstaand overzicht zijn enkele verschuivingen tussen 2012 en 2013 opgenomen. Om in het overzicht opgenomen te worden, dienden de verschillen in de percentages meer dan 5 procentpunten te bedragen of -bij de rapportcijfers- minimaal 0,3. Toename sinds 2012 + Bekendheid Huis van de wijk + Aandeel bezoeker van Wegwijzerloket dat gewenste informatie heeft gekregen Afname sinds 2012 - Bekendheid Wegwijzerloket - Tevredenheid over informatie tijdens aanvraag+ Aandeel gedeeltelijk toegekende hulpvragen + Aandeel afgewezen hulpvragen - + Aandeel cliënten met meer dan 2 uur huishoudelijke procedure over de verdere afhandeling Tevredenheid over manier van bepalen wat cliënt nodig heeft Tevredenheid over gevraagde eigen inbreng van cliënt Tevredenheid over wachttijd tussen indienen aanvraag en besluit Tevredenheid over gemaakte afspraken Tevredenheid over mate waarin rekening gehouden wordt met eigen mogelijkheden van cliënt Aandeel volledig toegekende hulpvragen - Aandeel cliënten dat hulp bij het huishouden heeft - Aandeel cliënten met 1 tot 2 uur huishoudelijke hulp hulp + Aandeel cliënten met PGB dat zelf hulp inhuurt - Aandeel cliënten met PGB dat hulp via - + Aandeel cliënten dat alleen gebruik maakt van het - gratis openbaar vervoer als vervoersvoorziening + Aandeel met tegemoetkoming voor vervoerskosten, dat zeer tevreden is over hoogte van tegemoetkoming + Aandeel cliënten zonder mantelzorg, dat als reden daarvoor aangeeft (nog) geen mantelzorg nodig te hebben + Aandeel cliënten dat Dagblad de Limburger noemt als belangrijke bron voor gemeentelijke informatie 9 - zorgaanbieder inhuurt Aandeel cliënten met huishoudelijke hulp van Proteion Schoon Tevredenheid over vervanging huishoudelijke hulp bij ziekte en vakantie Aandeel cliënten waarvoor huishoudelijke hulp geheel voldoet aan verwachtingen Aandeel cliënten waarvoor huishoudelijke hulp geheel voorziet in behoefte Aandeel cliënten met verhuiskostenvergoeding dat tevreden is over de hoogte van de vergoeding Aandeel cliënten dat klant is van de Maaltijdservice Noord-Limburg Aandeel bezoekers dagvoorziening waarvoor onderhouden sociale contacten de voornaamste reden is Aandeel cliënten dat alleen gebruik maakt van regiotaxi als vervoersvoorziening Aandeel cliënten dat een tegemoetkoming voor vervoerskosten ontvangt Aandeel cliënten dat mantelzorg voor persoonlijke verzorging ontvangt van niet-inwonend familielid Inhoudsopgave Samenvatting................................................................................................................ 3 Inhoudsopgave ............................................................................................................11 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Inleiding .........................................................................................................13 Aanleiding en doel ......................................................................................................13 Organisatie ..................................................................................................................13 Methodiek ...................................................................................................................13 Leeswijzer....................................................................................................................14 Achtergrondkenmerken ...................................................................................15 Bekendheid Huis van de Wijk, Sociaal Wijkteam en Wegwijzerloket ..................18 Afhandeling laatste WMO-hulpvraag ................................................................21 Hulp bij het huishouden ...................................................................................26 Ondersteuning wonen, (langer) zelfstandig wonen ............................................33 Rolstoel en scootmobiel...................................................................................36 Maaltijdvoorziening.........................................................................................39 Dagvoorziening ...............................................................................................41 Vervoersvoorziening ........................................................................................43 Mantelzorg .....................................................................................................47 Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie ............................................52 Gemeentelijke informatie ................................................................................53 Bijlage I: Tabellenboek .................................................................................................55 Blok A: Huis van de Wijk ...........................................................................................................55 Blok B: Sociaal wijkteam ...........................................................................................................55 Blok C: Wegwijzerloket .............................................................................................................56 Blok D: Afhandeling laatste hulpvraag.....................................................................................56 Blok E: Hulp bij het huishouden ...............................................................................................59 Blok F: Ondersteuning zelfstandig wonen...............................................................................61 Blok G: Rolstoel en scootmobiel ..............................................................................................62 Blok H: Maaltijdvoorziening .....................................................................................................63 Blok I: Dagvoorziening ..............................................................................................................64 Blok J: Vervoersvoorziening .....................................................................................................65 Blok K: Mantelzorg ....................................................................................................................66 Blok L: Zelfredzaamheid/ meedoen in de maatschappij ........................................................69 Blok M: Gemeentelijke informatiebronnen ............................................................................69 Blok N: Achtergrondkenmerken respondenten ......................................................................69 Bijlage II: Open antwoorden .........................................................................................71 Bijlage III: Vragenlijst KTO WMO 2013 ...........................................................................85 1 1.1 Inleiding Aanleiding en doel Het doel van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) is mensen in staat stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en mee te blijven doen in de samenleving. Als meedoen aan de samenleving of zelfstandig wonen niet (meer) lukt zonder hulp, kunnen de burgers de gemeente vragen om hulp, ondersteuning of een hulpmiddel. Op basis daarvan wordt dan in beeld gebracht welke vorm van ondersteuning nodig is en op welke manier dit georganiseerd kan worden. Dit wordt vastgelegd in het leefzorgplan, ook wel het ‘arrangement van oplossingen’ genoemd. De gemeente Venlo verricht jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek onder de Wmo-cliënten. De belangrijkste reden daarvoor is dat het belangrijk gevonden wordt om -vanuit het perspectief van de klant- te achterhalen op welke vlakken het huidige Wmo-beleid kan worden verbeterd. Overigens is de gemeente ook wettelijk verplicht om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek te houden onder klanten van de Wmo. 1.2 Organisatie De opdrachtgever van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2013 is de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) van de gemeente Venlo. De verantwoordelijkheid voor de dataverwerking en het rapporteren van de onderzoeksresultaten ligt bij het cluster Onderzoek en Statistiek (BVICP) van de gemeente Venlo (afdeling Bedrijfsvoering, team informatievoorziening). De vragenlijst is gezamenlijk opgesteld. 1.3 Methodiek Ook voor 2013 is gekozen voor een schriftelijke enquêteonderzoek. Zodoende kunnen de onderzoeksresultaten goed vergeleken worden met de uitkomsten van vorige (schriftelijke) metingen. Een andere reden voor deze keuze is dat de doelgroep grotendeels uit ouderen bestaat, waardoor een digitale vragenlijst in veel gevallen (nog) niet geschikt is. De respondenten konden bij het invullen van de vragenlijst desgewenst hulp krijgen. Uit alle Wmo-klanten (ongeveer 9.000 personen), die in 2013 in het klantenbestand waren opgenomen, is een steekproef getrokken van 4.000 mensen. Deze mensen hebben in februari/maart 2014 een vragenlijst thuisgestuurd gekregen. Het gaat hier dus om Wmo-aanvragers. Dit zijn niet per definitie mensen, die ook daadwerkelijk ondersteuning krijgen. Het kunnen ook mensen zijn waarvan de aanvraag nog loopt of waarvan de aanvraag is afgewezen. In totaal zijn 3.997 vragenlijsten verstuurd, waarvan 92 niet konden worden bezorgd. Dit komt dan neer op 3.905 verzonden vragenlijsten. In totaal zijn er 1.809 ingevuld teruggekomen, hetgeen neerkomt op een respons van 46%1. De vragenlijst omvatte vragen over de volgende onderwerpen: Bekendheid Huis van de Wijk, Sociaal wijkteam en Wegwijzerloket Afhandeling van de laatste hulpvraag Evaluatie van de verschillende vormen van ondersteuning, hulpmiddelen en voorzieningen Mantelzorg Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie Gebruikte bronnen voor gemeentelijke informatie Achtergrondkenmerken van de respondenten 1 Hierbij is er een betrouwbaarheidsmarge van 1,69 procent behaald. Deze marge betekent dat als bijvoorbeeld 70% van de respondenten een vraag met ‘ja’ heeft beantwoord, met een zekerheid van 95% gesteld kan worden dat dit percentage in de populatie tussen de 68 ,31% en de 71,69% ligt. 13 1.4 Leeswijzer Deze rapportage bestaat uit 12 hoofdstukken. In dit inleidende hoofdstuk 1 wordt kort ingegaan op de aanleiding en het doel van dit onderzoek. Verder wordt de organisatie en de gebruikte methodiek nader beschreven. In hoofdstuk 2 worden de achtergrondkenmerken van de respondenten in beeld gebracht. In hoofdstuk 3 t/m 13 worden de resultaten van het onderzoek weergegeven. Deze zijn gerapporteerd op volgorde van de vragenlijst. Aan het eind van de rapportage zijn drie bijlagen opgenomen. In de eerste bijlage (I) is het tabellenboek opgenomen. Deze bevat o.a. alle rechte tellingen. Daarnaast zijn -waar mogelijk- de significante ontwikkelingen aangegeven sinds 2012. In de tweede bijlage (II) staan de open antwoorden van de respondenten en in bijlage III is de vragenlijst te vinden. In de rapportage wordt gebruik gemaakt van figuren. In deze figuren worden veelal percentages weergegeven. In of boven de figuren staat het totaal aantal mensen dat antwoord op de betreffende vraag heeft gegeven in 2013 (=N). 14 2 Achtergrondkenmerken In het onderzoek is gevraagd naar de leeftijd, de woonsituatie, het geslacht, het geboorteland en de postcode van de respondenten. Het voor het onderzoek verstrekte klantenbestand, met in totaal 8969 personen, bevatte immers alleen de adresgegevens (postcode) van de cliënten. Woonwijk In onderstaande figuur staat weergegeven hoe de respondenten verdeeld zijn over de verschillende stadsdelen. Daarnaast is in de figuur (2.1) de verdeling binnen de totale bevolking weergegeven. Hieruit kan men opmaken dat de respondenten wat betreft stadsdeel een goede afspiegeling vormen van de bevolkingspopulatie. Figuur 2.1. Stadsdeel (N=1772) Venlo 39% Blerick 27% Tegelen/ Steyl/Belfeld 27% Arcen/Velden/Lomm 8% 0% 20% 40% populatie 2013 60% 80% 100% 2013 Leeftijd Bijna 90% van de respondenten is 65 jaar of ouder. De respondenten lijken elk jaar wat ouder te worden. In 2010 was nog 62% 75+. In 2013 is dit aandeel gestegen naar 73%. Figuur 2.2. Leeftijdsgroep (N=1793) 2013 14% 12% 2012 67% 20% 16% 0% 64% 17% 14% 2010 20% 18% 15% 2011 53% 20% < 18 jaar 62% 40% 18-34 jaar 60% 35-64 jaar 15 65-74 jaar 80% 75+ 100% 85+ Woonsituatie Aangezien het grootste deel van de Wmo-populatie 65 jaar of ouder is, wonen de meeste respondenten in een huishouden zonder kinderen. Bovendien is een groot deel van de Wmo-klanten alleenstaand. Wel is er in 2013 een duidelijke afname te zien van het aandeel alleenstaanden. Figuur 2.3. Woonsituatie (N=1752) Alleenstaand 48% Samenwonend (gehuwd) zonder kinderen 44% Samenwonend (gehuwd) met kinderen 3% 2011 Alleenstaand met kind(eren) 1% Inwonend bij ouder(s) Inwonend bij anderen 2010 2012 2013 1% 0% Anders 2% 0% 20% 40% 60% 80% Etniciteit Het grootste deel van de respondenten is van Nederlandse afkomst. Als de respondent van buitenlandse afkomst is, is dit in de meeste gevallen iemand van Duitse afkomst. Figuur 2.4. Etniciteit Nederlands Duits Marokkaans Turks Overig Totaal 2010 % 87% 9% 0% 1% 3% 100% N 2.554 124 11 19 72 2.780 2011 % 89% 8% 0% 1% 3% 100% 16 N 2.278 204 8 14 67 2.571 2012 % 86% 10% 1% 1% 4% 100% N 1799 200 11 17 78 2.104 2013 % 86% 10% 0% 1% 4% 100% N 1502 176 3 10 63 1754 Hulp bij invullen vragenlijst Het aandeel mensen dat aangeeft dat ze geen hulp hebben gehad bij het invullen van de vragenlijst neemt elk jaar iets toe. Ongeveer twee derde van de respondenten heeft in 2013 geen hulp gehad bij het invullen. Figuur 2.5. Heeft u hulp gehad bij het invullen van de vragenlijst? (N=1777) Nee 64% 2010 Ja, van familielid/ partner/ vriend 30% 2011 2012 Ja, van hulpverlener 4% 2013 Ja, van iemand anders 2% 0% 20% 17 40% 60% 80% 3 Bekendheid Huis van de Wijk, Sociaal Wijkteam en Wegwijzerloket Huis van de wijk Het Huis van de Wijk is een wijkgerichte voorziening voor ontmoeting, dagbesteding, informatie, advies en ondersteuning op het terrein van wonen, werk, welzijn en zorg. Het is een voorziening van en voor alle wijkbewoners, al dan niet met een ondersteuningsvraag. Deze voorziening is bedoeld om mensen in staat te stellen langer zelfstandig in hun eigen woonomgeving te blijven wonen. In het Huis van de Wijk is onder andere het sociaal wijkteam gehuisvest. Het aandeel mensen dat nog nooit heeft gehoord van het Huis van de Wijk is afgenomen van bijna de helft in 2012 naar een derde in 2013. Er is nog wel wat werk te verrichten wat betreft de bekendheid, maar het gaat de goede kant op. Figuur 3.1. Kent u het begrip ‘Huis van de Wijk’? (N=1779) 2013 38% 2012 29% 32% 0% 20% 20% ja, ik weet wat het is 33% 48% 40% 60% 80% ik heb er wel eens van gehoord, maar ik weet niet precies wat het is 100% nee Sociale wijkteams De gemeente Venlo heeft sociale wijkteams opgezet om burgers te helpen bij ondersteuningsvragen op het gebied van werk, wonen, welzijn en zorg. De wijkteams zijn nog niet in alle wijken van de gemeente actief. In 2013 waren er alleen wijkteams operationeel in de wijken Venlo Oost-Noord, Venlo-Noord en Venlo-Oost-Zuid. Het is dan ook interessant om de uitkomsten van de bekendheid van de sociale wijkteams uit te splitsen naar wijken mét een sociaal wijkteam en wijken zonder sociaal wijkteam. Hierin zie je dat er inderdaad een verschil is in de bekendheid, maar dat de bekendheid van de sociale wijkteams overal nog wel beter kan. In de wijken waar wel al een wijkteam actief is heeft twee vijfde van de Wmo-cliënten wel eens gehoord van het sociale wijkteam en in de rest van de Venlose wijken geldt dat voor ongeveer een kwart van de cliënten. Figuur 3.2. Heeft u voordat u deze enquête kreeg, wel eens gehoord van sociaal wijkteam? (N=1766) gemeente Venlo totaal 30% wijk met sociaal wijkteam 70% 42% wijk zonder sociaal wijkteam 58% 26% 0% 74% 20% ja 40% 60% nee, nooit van gehoord 18 80% 100% Van de mensen, die wel eens gehoord hebben van het sociaal wijkteam, weet twee derde ook waar je naar toe kunt voor een gesprek met het sociaal wijkteam. Figuur 3.3. Weet u waar u naar toe kunt voor een gesprek met het sociaal wijkteam? (N=503) 68% 0% 20% 32% 40% 60% nee ja 80% 100% Van alle cliënten, die hebben aangegeven dat zij wel eens gehoord hebben van het sociaal wijkteam, heeft bijna een kwart ook al eens een gesprek gehad met het wijkteam. Sommigen zelfs al meerdere malen. Figuur 3.4. Heeft u al eens een gesprek gehad met het sociaal wijkteam? (N= 506) 18% 2,2% 1,4% 1 keer 2 keer 0,4% 3 keer 0,6% 4 keer meer dan 4 keer nee 78% Het grootste deel van de cliënten, die een gesprek hebben gehad met het sociaal wijkteam, had één aanspreekpunt, waarbij men terecht kon met alle vragen. Figuur 3.5. Had u bij het sociaal wijkteam één aanspreekpunt, waar u al uw vragen kon stellen? (N=101) 84% 0% 20% 16% 40% 60% nee ja 19 80% 100% Wegwijzerloket Bij het WegWijzerloket konden mensen tot maart 2014 terecht met vragen over wonen, welzijn en zorg. Tegenwoordig kunnen de inwoners van Venlo met vragen over wonen, welzijn, werk & inkomen en zorg terecht bij de Informatie & Advies-punten in de Huizen van de Wijk. In de Huizen van de Wijk worden bezoekers geholpen door speciaal opgeleide vrijwilligers. Zij beantwoorden de vragen van burgers of wijzen ze waar nodig door naar de juiste organisatie of het sociale wijkteam. De vrijwilligers worden ondersteund door wijkprofessionals van diverse welzijns- en zorgorganisaties, waaronder Wel.kom. Het Wegwijzerloket verliest sinds 2011 terrein wat betreft bekendheid. Ruim 70% van de Wmo-cliënten heeft nog nooit van het Wegwijzerloket gehoord. Figuur 3.6. Heeft u voordat u deze enquête kreeg wel eens gehoord van het wegwijzerloket? (N=1738) 2013 20% 2012 9% 71% 34% 2011 9% 38% 2010 10% 34% 0% Ja 57% 53% 10% 56% 20% 40% 60% Nee, maar wel van de welzijnswinkel 80% 100% Nee, nooit van gehoord Ook het aandeel cliënten, dat wel eens contact heeft opgenomen met het wegwijzerloket, loopt elk jaar licht terug. In 2013 heeft nog maar 7% contact opgenomen met het loket. Figuur 3.7. Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens contact opgenomen met het wegwijzerloket? (N=464) 2013 7% 93% 2012 9% 91% 2011 10% 90% 2010 11% 89% 0% 20% 40% 60% Ja 80% 100% Nee Wel is het aandeel cliënten, dat aangeeft de gewenste informatie te hebben gekregen van het wegwijzerloket, in 2013 het hoogst van de afgelopen jaren. Ruim 90% van de klanten heeft geheel of gedeeltelijk de informatie gekregen die men zocht. Figuur 3.8. Heeft u van het wegwijzerloket de gewenste informatie gekregen? (N=35) 2013 86% 2012 6% 55% 26% 9% 18% 2011 78% 11% 11% 2010 77% 13% 10% 0% 20% Ja 40% 60% Gedeeltelijk 20 Nee 80% 100% 4 Afhandeling laatste WMO-hulpvraag De onderzoeksresultaten, die in dit hoofdstuk worden besproken, zijn -met uitzondering van de cijfers in figuur 4.1- allen uitsluitend gebaseerd op de antwoorden van de respondenten, die in de laatste 12 maanden een hulpvraag hebben ingediend. Dit onderzoek is immers met name opgezet om de klanttevredenheid over het jaar 2013 te meten. Dat geldt ook voor de ervaringen met betrekking tot de afhandeling van hulpvragen. Wanneer heeft men de laatste aanvraag ingediend In 2013 heeft 29% van de respondenten in de afgelopen 12 maanden een hulpvraag ingediend. Het gaat dan om 458 mensen. Zoals gezegd vormt deze groep respondenten de onderzoeksgroep voor de verdere bevindingen in dit hoofdstuk. Figuur 4.1. Wanneer heeft u uw laatste aanvraag voor hulp, ondersteuning of een hulpmiddel ingediend? (N=1596) 2013 29% 2012 55% 32% 2011 57% 40% 0% 16% 11% 45% 20% 40% minder dan 12 maanden geleden 16% 60% 80% meer dan 12 maanden geleden 100% weet ik niet meer Waar aanvraag ingediend De meeste aanvragen worden nog altijd ingediend bij de MO-zaak. Dit aandeel is zelf wat toegenomen in 2013. Dit is vooral ten koste gegaan van de aanvragen bij de huisarts. Figuur 4.2. Waar heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? (N=381) MO-zaak 71% anders 13% 2010 huisarts 10% 2011 2012 sociaal wijkteam 3% 2013 woningbouwcorporatie 1% MEE 2% 0% 20% 40% 21 60% 80% Reden aanvraag Bijna de helft van de hulpvragen uit 2013 is ingediend, omdat de aanvragers problemen ondervonden bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden. Ruim een derde van de aanvragen hadden betrekking op problemen met de mobiliteit (over langere afstanden) van de aanvragers en een kwart van de aanvragers had moeite met lopen. Figuur 4.3. Om welke reden(en) heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? (N=370) Ik kan mijn huishouden niet meer volledig voeren 48% Ik kan mezelf niet meer over langere afstanden verplaatsen 36% Het lukt niet of niet volledig meer om mezelf te voet buitenshuis te verplaatsen Ik wil graag andere mensen ontmoeten en sociale contacten onderhouden Vanwege psychische klachten voel ik mij belemmerd in mijn mogelijkheden Ik wil leren om beter met mijn medische problemen om te gaan Mijn woning is niet meer geschikt om mijzelf goed in te verplaatsen Ik wil verhuizen naar een geschikte woning maar kan dit niet zelf betalen Vanwege problemen met inkomen, werk of opleiding heb ik hulp nodig 26% 12% 6% 4% 4% 1% 1% Anders 22% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Gesprek n.a.v. aanvraag Twee derde van de hulpvragers heeft naar aanleiding van hun vraag een gesprek gehad over het aanvragen van ondersteuning. Figuur 4.4. Heeft u naar aanleiding van uw hulpvraag een gesprek gehad over het aanvragen van ondersteuning? (N=416) 65% 0% 20% 35% 40% 60% ja 80% 100% nee/ nog niet Keukentafelgesprek In de helft van de gevallen betrof het een zogenaamd keukentafelgesprek. Figuur 4.5. Was dit een keukentafelgesprek? (N=254) 52% 0% 20% 43% 40% ja 60% nee weet ik niet (meer) 22 6% 80% 100% Tevredenheid over afhandeling aanvraag Evenals voorgaande jaren zijn de mensen, die een hulpvraag hebben ingediend, het meest tevreden over de tijd die wordt genomen voor het gesprek. Er heerst ook tevredenheid over het aantal contactpersonen waar men mee te maken heeft gehad. Het minst tevreden zijn de cliënten over de manier waarop wordt bepaald welke ondersteuning ze nodig hebben. Over het algemeen is de tevredenheid over de verschillende aspecten van de afhandeling van de hulpvraag afgenomen. Figuur 4.6. Kunt u hieronder aangeven hoe tevreden u bent over de verschillende aspecten van de afhandeling van uw hulpvraag? Uitgetrokken tijd voor gesprek (N=351) 22% Aantal contactpersonen (N=332) 67% 16% Deskundigheid medewerkers (N=344) 70% 11% 4% 67% 9% 7% 18% Behandeling bij hulpvraag (N=383) 8% 3% 22% 61% 10% 6% Hoeveelheid gegevens (N=313) 14% 69% 12% 4% Aantal benodigde gesprekken (N=320) 15% 66% 13% 6% Informatie over afhandeling (N=347) 17% 61% Aantal keren zelfde gegevens verstrekken (N=298) 12% Manier van bepalen wat u nodig heeft (N=353) zeer tevreden tevreden 62% 16% 0% 40% zeer ontevreden 6% 20% 55% 20% ontevreden 16% 16% 60% 6% 12% 80% 100% (zeer) tevreden 2012 Beslissing over aanvraag Negen van de tien cliënten, die in de afgelopen 12 maanden een aanvraag hebben gedaan voor hulp, geven aan dat er over hun laatste hulpvraag inmiddels een besluit is genomen. Figuur 4.7. Is er al een besluit genomen over uw laatste hulpvraag? (N=393) 89% 0% 20% 40% ja 11% 60% nee (of nog niet) 80% 100% Tevredenheid over enkele aspecten van het besluit Het meest tevreden zijn de cliënten over de keuzemogelijkheid tussen zorgorganisaties. Ongeveer 90% is hierover (zeer) tevreden. Dit percentage is nagenoeg even groot als in 2012. In 2012 waren de cliënten het meest tevreden over de gevraagde eigen inbreng om zelfstandig te kunnen blijven wonen. De tevredenheid hierover is in 2013 flink afgenomen. Van 92% (zeer) tevreden in 2012 naar 79% in 2013. Eenzelfde afname is te zien in de tevredenheid over de mate waarin rekening wordt gehouden met de eigen mogelijkheden, de tijd die zat tussen het indienen van de hulpvraag en het uiteindelijke besluit en ten aanzien van hetgeen er uiteindelijk is afgesproken over de hulp. 23 Figuur 4.8. Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het besluit? Keuzemogelijkheid organisaties (N=205) 13% 75% 8% 4% Mate inzet omgeving/ familie (N=208) 14% 69% 11% 5% Gevraagde eigen inbreng (N=242) 11% Tijd tussen indienen hulpvraag en besluit (N=285) 14% Wat met u is afgesproken (N=302) 19% Mate rekening gehouden met eigen mogelijkheden (N=293) 18% 0% zeer tevreden tevreden ontevreden 69% 15% 6% 64% 15% 7% 58% 18% 56% 20% 19% 40% zeer ontevreden 60% 80% 5% 7% 100% (zeer) tevreden 2012 Toekenning ondersteuning In 2013 is aanzienlijk minder vaak volledige ondersteuning toegekend dan in de voorgaande jaren. Ook het aandeel mensen dat helemaal geen ondersteuning (meer) krijgt vanuit de Wmo is flink toegenomen. Figuur 4.9. Is er ondersteuning toegekend vanuit de WMO? (N=334) 2013 56% 16% 27% 2012 84% 2011 81% 2010 80% 0% Ja, volledig 20% Ja, gedeeltelijk 8% 9% 9% 40% 60% Aanvraag is nog in behandeling 80% 6% 5% 5% 7% 5% 100% Nee, geen ondersteuning Ontvangen ondersteuning Bijna alle respondenten, die ondersteuning hebben toegekend gekregen, hebben deze ondersteuning ten tijde van het onderzoek ook al ontvangen. Figuur 4.10. Heeft u de afgesproken hulp of voorziening al ontvangen? (N=287) 96% 0% 20% 4% 40% 60% ja nee (of nog niet) 24 80% 100% In hoeverre is men geholpen door de afgesproken oplossing Twee vijfde van de hulpvragers geeft te kennen dat men volledig geholpen is met de geboden oplossingen; 45% is voor een groot deel geholpen en 15% is maar voor een klein deel geholpen met de oplossing. Figuur 4.11. In hoeverre bent u geholpen door de oplossingen? (N=300) 40% 0% 20% 45% volledig 40% voor groot deel 15% 60% 80% voor klein deel 100% Beoordeling afgesproken oplossing Aan de respondenten is tevens gevraagd of ze een rapportcijfer kunnen geven voor de oplossing die met hen is afgesproken. Hieronder is het gemiddelde rapportcijfer per instantie weergegeven. Gemiddeld krijgt de afgesproken oplossing van de respondenten een 6,8. De verschillen per instantie zijn nogal groot. Wel moet hierbij rekening worden gehouden met het lage aantal respondenten bij sommige instanties. Er zijn bijvoorbeeld maar 6 mensen die hun laatste aanvraag bij MEE hebben ingediend en hiervan hebben er slechts 3 een rapportcijfer gegeven (N=3). Het rapportcijfer per instantie is dan ook meer indicatief: er kunnen geen harde conclusies aan verbonden worden. Figuur 4.12. Rapportcijfer oplossing hulpvraag (per instantie)(N=331) MEE (N=3) 8,3 huisarts (N=31) 7,2 anders (N=37) 6,7 MO-zaak (N=223) 6,7 woningbouwcorporatie (N=2) 6,5 sociaal wijkteam (N=8) 5,8 Gemiddeld (N=331) 6,8 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Beoordeling afhandeling hulpvraag Naast een rapportcijfer voor de oplossing die met hen is afgesproken, hebben de Wmo-cliënten ook een rapportcijfer gegeven voor de afhandeling van de hulpvraag. Daarbij gaat het om de procedure en de wijze van besluitvorming. De cliënten geven gemiddeld een 6,7 als rapportcijfer voor de afhandeling van hun hulpvraag. Dat cijfer ligt een tiende punt onder het rapportcijfer voor de afgesproken oplossing. De cijfers variëren van een 5,2 (voor de procedure bij de sociale wijkteams) tot een 7,8 (bij MEE). Ook hier weer moet men in het achterhoofd houden dat het aantal respondenten per organisatie soms erg gering is, waardoor men voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies. Figuur 4.13. Rapportcijfer afhandeling hulpvraag (per instantie) (N=388) MEE (N=4) 7,8 woningbouwcorporatie (N=4) 7,5 huisarts (N=37) 7,4 MO-zaak (N=248) 6,6 anders (N=44) 6,3 sociaal wijkteam (N=10) 5,2 Gemiddeld (N=388) 6,7 0 2 4 25 6 8 10 5 Hulp bij het huishouden Voor veel mensen vormt hulp bij het huishouden een van de belangrijkste voorzieningen om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Ook qua omvang van de gebruikersgroep vormt deze vorm van hulp een van de belangrijkste voorzieningen: 56% van de deelnemers aan het klanttevredenheidsonderzoek ontving in 2013 deze hulp. In onderstaande grafiek is voor de periode 2010 – 2013 aangegeven hoeveel procent van de deelnemers aan het klanttevredenheidsonderzoek hulp bij het huishouden had. Daarbij valt op dat het percentage in 2012 vrij fors gedaald lijkt te zijn; van 87% in 2011 naar 62%. Figuur 5.1. Heeft u hulp bij het huishouden? (% ja) (N=1724) 2013 56% 2012* 62% 2011 87% 2010 78% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Deze daling is echter naar alle waarschijnlijkheid mede veroorzaakt door een wijziging in de vraagstelling. In voorgaande jaren luidde de vraag: “Heeft u hulp bij het huishouden?”. In 2012 is deze formulering gewijzigd in: “Heeft u hulp bij het huishouden van een thuiszorginstelling of een andere betaalde hulp?”. Reden voor deze inperking was het voornemen om wat meer in te zoomen op de professionele hulp en de mantelzorg bij deze vraag buiten beschouwing te laten. In 2013 is het aandeel cliënten met huishoudelijke hulp verder afgenomen tot 56%, ondanks het feit dat nu weer de oude formulering (uit 2010 en 2011) gehanteerd is. De daling in 2013 kan te maken hebben met een aanscherping van de toekenningscriteria voor hulp in de huishouding en/of met een wijziging in de samenstelling van de respondentgroep, die aan het onderzoek heeft deelgenomen. Aantal uren hulp bij het huishouden Ruim een derde van de personen met hulp in het huishouden ontvangt 1 tot 2 uur hulp per week; bijna 60% ontvangt 2 tot 4 uur hulp. Het aandeel personen met 1 tot 2 uur hulp is in 2013 fors toegenomen in vergelijking met voorgaande jaren. Dat is zeer waarschijnlijk het gevolg van de herindicatie van de hulp, waarbij over het algemeen minder uren aan de cliënten werden toegekend. Figuur 5.2. Hoeveel uur per week heeft u gemiddeld hulp bij het huishouden? (N=877) 2013 34% 2012 59% 14% 2011 69% 11% 2010 1 tot 2 uur 14% 70% 14% 0% 6% 17% 69% 20% 2 tot 4 uur 40% 4 tot 7 uur 14% 60% 80% 7 tot 10 uur 10 tot 13 uur 26 100% 13 uur of meer Persoonsgebonden budget Mensen, die hulp bij het huishouden krijgen, kunnen die hulp rechtstreek ontvangen via een thuiszorgaanbieder, maar zij kunnen die hulp ook zelf inkopen met een Persoonsgebonden Budget (PGB). Het PGB is een geldbedrag, waarmee de cliënt zelf diverse vormen van hulp, ondersteuning, verzorging, of een hulpmiddel kan inkopen. Een op de tien respondenten, die hulp in de huishouding ontvangen, maakt daarvoor gebruik van een PGB. In vergelijking met 2012 is dit percentage ongeveer gelijk gebleven. Figuur 5.3. Heeft u een PGB voor hulp in het huishouden? (% ja) (N=872) 2013 10% 2012 11% 2011 16% 2010 12% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Redenen om voor een PGB te kiezen De meest genoemde reden om een PGB te kiezen is, dat men in dat geval de hulp zelf kan organiseren en dat men iemand uit de eigen omgeving kan inhuren. Ook de voorgaande jaren waren dit de meest genoemde redenen, hoewel de onderlinge verhoudingen van de percentages van jaar tot jaar verschilt. Figuur 5.4. Waarom heeft u gekozen voor een PGB voor hulp bij het huishouden? (N=78) Hulp zelf kunnen organiseren 44% Iemand uit eigen omgeving inhuren 2010 33% 2011 Hulp van andere organisatie 2012 8% 2013 Anders 32% 0% 20% 40% 60% Wijze van inkoop hulp Met een PGB kan men de hulp in het huishouden zelf regelen. Zo kan men zelf iemand benaderen en inschakelen, maar men kan de hulp ook bij een zorgaanbieder inkopen. Daarnaast kan men een PGBbemiddelingsbureau inschakelen. In vergelijking met voorgaande jaren is de manier van iemand inhuren met het PGB wat verschoven. Het direct inschakelen van huishoudelijke hulp via een zorgaanbieder is de afgelopen jaren afgenomen. Mensen kiezen vaker zelf iemand uit voor hulp bij het huishouden. 27 Figuur 5.5. Op welke manier huurt u iemand in met uw PGB? (N=78) 2013 12% 2012 8% 2011 7% 2010 29% 45% 48% 32% 11% 0% 59% 61% 44% 45% 20% 40% Via een PGB-bemiddelingsbureau 60% 80% Direct via een zorgaanbieder 100% Ik heb zelf iemand gekozen Aanbieders van zorg in natura Evenals de voorgaande drie jaar ontvangen de meeste Wmo-cliënten hulp in het huishouden van Proteion en de Zorggroep. De betreffende percentages liggen in 2013 iets onder het niveau van voorgaande jaren, maar dat komt doordat men in 2013 bij deze vraag ook kon aangeven dat men huishoudelijke hulp van familieleden, kennissen, buren of zelf ingehuurde hulp ontvangt. Figuur 5.6. Van welke organisatie krijgt u hulp bij het huishouden? (N=885) Proteion Schoon/ Thuiszorg 41% Zorggroep/ Groene Kruis 31% Familie, vrienden of buren 12% 2010 Zelf ingehuurde betaalde hulp 2011 9% 2012 Stichting Thuiszorg Helpende Hand 7% Buurtzorg Nederland 2013 2% Allerzorg 0% Anders 2% 0% 20% 40% 60% 80% Beoordeling van een aantal aspecten van de zorgaanbieder Aan de personen, die in 2013 hulp bij het huishouden ontvingen van een professionele zorgaanbieder, is gevraagd wat hun bevindingen zijn met de verleende hulp. Deze vraag is niet voorgelegd aan de respondenten, die zelf iemand hebben ingehuurd voor huishoudelijke hulp of die hulp ontvingen van familie, kennissen of buren. 28 Op de eerste plaats is aan de ontvangers van professionele huishoudelijke hulp gevraagd in hoeverre men tevreden is over de mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende hulpverlenende organisaties. De overgrote meerderheid van de cliënten (91%) is daar tevreden over. Desalniettemin is de tevredenheid in 2013 wat gedaald ten opzichte van vorige jaren. Figuur 5.7. Tevredenheid over de mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende organisaties? (N=565) 2013 9% 2012 82% 17% 8% 78% zeer tevreden 3% tevreden 2011 17% 2010 78% 14% 0% 4% 82% 20% 40% ontevreden zeer ontevreden 3% 60% 80% 100% Aan de ontvangers van professionele hulp is ook verzocht om de hulpverlenende organisatie op een vijftal aspecten te beoordelen. In de volgende grafiek is weergegeven hoeveel respondenten tevreden (of zeer tevreden) zijn over de verschillende aspecten. Figuur 5.8. Percentage (zeer) tevreden verschillende aspecten van de organisatie, per organisatie. telefonische bereikbaarheid (N=585) informatievoorziening (N=566) Proteion Zorggroep/Groene Kruis wisselingen van medewerkers (N=514) Buurtzorg Helpende Hand Totaal vervanging bij ziekte (N=548) vervanging bij vakantie (N=541) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Op het eerste gezicht blijkt al, dat het merendeel van de respondenten, tevreden is over de hulpverlenende organisatie. De tevredenheidspercentages liggen voor alle organisatie samen immers tussen 75% en 94%. Het meest tevreden is men over de telefonische bereikbaarheid en de informatievoorziening. Iets minder tevreden is men over de wisselingen van de medewerkers (bij ziekte of vakantie). Maar ook hier liggen de tevredenheidspercentages nog steeds boven 75%. Op deze aspecten blijft de score van De Zorggroep iets achter bij die van de andere organisaties in de grafiek. De 29 tevredenheidspercentages voor de telefonische bereikbaarheid, de informatievoorziening en de wisseling van medewerkers van de gezamenlijke zorgorganisaties liggen op hetzelfde niveau als vorig jaar. De tevredenheid over vervanging bij ziekte en vakantie is het afgelopen jaar echter met 7 respectievelijk 11 procentpunten afgenomen. Beoordeling van een aantal aspecten van ontvangen hulp bij het huishouden Aan alle mensen, die in 2013 hulp in het huishouden ontvingen (dus ook aan degene die hulp van familieleden ontvingen of zelf iemand hadden ingehuurd), is gevraagd om enkele aspecten van de hulp te beoordelen. Ook nu blijken de cliënten over het algemeen erg tevreden te zijn. Het aandeel tevreden cliënten is het hoogst ten aanzien van het respect, waarmee men behandeld wordt en de aandacht, die men van de schoonmaakhulp krijgt. Over de inzet van de medewerkers is 96% van de cliënten tevreden en over de kwaliteit van het schoonmaakwerk 94%. De percentages zijn vergelijkbaar met die van voorgaande jaren. Figuur 5.9. Tevredenheid verschillende aspecten van hulp bij het huishouden Behandeling met respect (N=843) 98% Aandacht van schoonmaakhulp (N=839) 98% 2010 2011 Inzet van schoonmaakhulp (N=835) 96% 2012 2013 Kwaliteit van schoonmaakwerk (N=843) 94% Hulp van familie, vrienden of buren (N=488) 84% 60% 80% 100% In 2013 is aan de deelnemers van de enquête ook gevraagd hoe tevreden men is over de hulp bij het huishouden, die men krijgt van familie, vrienden of buren. Vier en tachtig procent van de mensen is hier tevreden over, tegenover zestien procent ontevredenen. Totaaloordeel over de hulp bij het huishouden Alle Wmo-cliënten, die in 2013 huishoudelijke hulp ontvingen, is gevraagd die hulp te beoordelen met een rapportcijfer (tussen 1 en 10). Het gaat hierbij dus zowel om mensen, die hulp van een professionele zorgaanbieder ontvangen, als om mensen, die zelf hulp hebben ingeschakeld. Het rapportcijfer, dat de mensen geven voor de hulp bij het huishouden, is een dikke voldoende, namelijk 7,8. Dit rapportcijfer is gelijk aan dat van 2010, 2011 en 2012. Het rapportcijfer de laatste vier jaar dus constant gebleven. Uit de grafiek op de volgende pagina valt verder af te lezen, dat het cijfer 8 in 2013 het vaakst wordt gegeven, namelijk door 38% van de cliënten. Daarna volgen de cijfers 7 en 9. 30 Figuur 5.10. Spreiding rapportcijfer hulp bij het huishouden en gemiddeld rapportcijfer per jaar (N=854) 0% 1 10% 20% 30% 40% 50% 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 2% 6 7% 2010 7 26% 2011 8 38% 9 2012 17% 10 2013 8% cijfer 2013 7,8 cijfer 2012 7,8 cijfer 2011 7,8 cijfer 2010 7,8 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 In hoeverre voldoet de geboden huishoudelijke hulp In de laatste twee vragen van het vragenblok over hulp bij het huishouden is aan de cliënten gevraagd in hoeverre de ontvangen huishoudelijke hulp voldoet. Daarbij gaat het enerzijds om de vraag in welke mate de hulp voldoet aan de verwachtingen, en anderzijds in hoeverre de hulp voorziet in de behoefte. Twee derde van de cliënten is van mening dat de geboden hulp volledig voldoet aan de verwachtingen. Nog eens 31% vindt dat de hulp gedeeltelijk voldoet aan de verwachtingen. Voor 98% voldoet de hulp dus geheel of gedeeltelijk aan de verwachting. Dat percentage is gelijk aan dat van vorig jaar, hoewel het aandeel personen dat aangeeft dat de hulp volledig aan de verwachtingen voldoet gedaald is van 75% naar 67% Figuur 5.11. In hoeverre voldoet de hulp aan de verwachting en behoefte? Hulp huishouden voldoet aan verwachting (N=879) 67% Hulp huishouden voorziet in behoefte (N=869) 31% 52% 0% Geheel 44% 20% 40% Gedeeltelijk Nauwelijks 60% 80% 100% Helemaal niet Een iets geringer aandeel respondenten -namelijk 96%- geeft te kennen dat de geboden hulp geheel of gedeeltelijk voorziet in hun behoefte. Voor ruim de helft voorziet de hulp zelfs geheel in de behoefte. 31 Hoewel de geboden huishoudelijke hulp dus voor een zeer groot aandeel cliënten geheel of gedeeltelijk voldoet, zijn de percentages van 2013 toch iets lager dan de afgelopen drie jaar. Ter illustratie is in onderstaande grafiek voor de afgelopen vier jaar aangegeven voor hoeveel procent van de cliënten de huishoudelijke hulp geheel voldoet aan de verwachtingen respectievelijk geheel voorziet in de behoefte. Figuur 5.12. In hoeverre voldoet de hulp geheel aan de verwachting en behoefte? Hulp huishouden voldoet aan verwachting (N=879) 2010 67% Hulp huishouden voorziet in behoefte (N=869) 2011 2012 52% 0% 20% 40% 32 2013 60% 80% 100% 6 Ondersteuning wonen, (langer) zelfstandig wonen Wmo-hulpmiddelen hebben tot doel een bijdrage te leveren aan het langer zelfstandig kunnen functioneren in en om de woning. Ook het tegengaan van vereenzaming en het in stand houden van sociale contacten hoort daarbij. Voorzieningen die daarbij kunnen helpen zijn bijvoorbeeld een rolstoel, een aanpassing aan de woning of een tegemoetkoming in de vervoerskosten. Omdat de begrippen: woonvoorziening en woningaanpassing in voorgaande jaren nog wel eens door elkaar werden gehaald. Is er in 2011 voor gekozen om deze vragen samen te voegen tot één vraag. Omdat mensen wel meerdere antwoorden mochten geven blijft het mogelijk om de uitkomsten over woonvoorzieningen en woningaanpassingen apart te rapporteren. Woonvoorziening Een woonvoorziening is een Wmo-hulpmiddel dat ‘los’ zit van het huis. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een douche- of toiletstoel. De meeste cliënten met een woonvoorziening hebben een kleine aanpassing aan of in het huis en/of hulpmiddelen voor in huis. Woningaanpassing Als de cliënt vanwege een (lichamelijke) beperking wordt belemmerd in het wonen, kan de cliënt vragen om een woningaanpassing. Hierbij kan gedacht worden aan het verbreden van deuren en weghalen van drempels. Soms is een ingrijpender aanpassing nodig, zoals een aangepaste keuken. Het verschil met een woonvoorziening is dat die ‘los’ zit van het huis. Van de ondervraagden geeft 41% te kennen dat men in 2013 kon beschikken over een woningaanpassing of woonvoorziening. Dat percentage is lager dan de afgelopen drie jaar. Mogelijk heeft dit te maken met een strengere indicering. Figuur 6.1. Heeft u een woningaanpassing of een woonvoorziening? (% ja) (N=1617) 2013 41% 2012 45% 2011 55% 2010 45% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Welke woningaanpassing of woonvoorziening Bij de mensen, die een woonvoorziening of woningaanpassing vanuit de Wmo toegewezen hebben gekregen, gaat het meestal om een kleine aanpassing aan of in het huis. Voorbeelden hiervan zijn beugels en een verhoogd toilet. In 2013 had bijna een derde van de Wmo-cliënten zo’n kleine aanpassing in huis. Na kleine aanpassingen in huis, worden vanuit de Wmo het vaakst vaste woningaanpassingen toegewezen. Daaronder vallen onder andere het verwijderen van drempels of een aangepaste badkamer of keuken. Bijna een op de zes deelnemers aan het onderzoek woonde in 2013 in een woning met dergelijke vaste aanpassingen. Vrijwel een gelijk aandeel respondenten (16%) had in 2013 een hulpmiddel vanuit de Wmo ter beschikking, zoals een tillift, een po- of douchestoel, een elektrische deuropener en dergelijke. Een traplift (8%) en het onderhouden/repareren van een woonvoorziening (5%) komen minder vaak voor. Het minst frequent worden vergoedingen voor het saneren van de woning (bijvoorbeeld de vloerbedekking) verstrekt. Minder dan één procent van de cliënten heeft zo’n vergoeding ontvangen. 33 Figuur 6.2. Welke woningaanpassing of een woonvoorziening heeft u? (N=676) Kleine aanpassing aan of in het huis 32% Vaste aanpassing in het huis 16% Hulpmiddelen in huis 16% 2010 2011 Traplift 8% Onderhoud/ reparatie van een woonvoorziening 2012 2013 5% Vergoeding sanering woning 0% Anders 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% In de vorige paragraaf is er al op gewezen dat er in 2013 minder woningaanpassingen en woonvoorzieningen door de cliënten worden opgegeven dan in voorgaande jaren. Dat beeld ziet men terug in bovenstaande uitsplitsing. Zowel het aandeel personen met een kleine woningaanpassing als het aandeel cliënten met een hulpmiddel in huis is de afgelopen jaren gedaald. Tevredenheid over woningaanpassing/ woonvoorziening De mensen, aan wie een woningaanpassing of woonvoorziening vanuit de Wmo is toegewezen, is gevraagd in hoeverre ze tevreden zijn over deze voorziening of aanpassing. Daarbij zijn drie aspecten beoordeeld. Op de eerste plaats is gevraagd hoe tevreden men is over de dienstverlening van de leverancier van de voorziening. Op de tweede plaats is gevraagd hoe tevreden men is over eventueel door mantelzorg of buurtbedrijf aangebrachte voorzieningen. En het laatste aspect betreft de kwaliteit van de woningaanpassing of woonvoorziening. Figuur 6.3. Tevredenheid woningaanpassing of woonvoorziening? Dienstverlening van leverancier (N=474) 21% Door mantelzorg/buurtbedrijf aangebrachte voorzieningen (N=187) 17% Kwaliteit woningaanpassing/ woonvoorziening (N=491) 79% 20% 0% zeer tevreden 75% tevreden 74% 20% 40% ontevreden 60% 80% 100% zeer ontevreden De tevredenheid over alle drie aspecten is groot. Het meest tevreden is men over de door mantelzorg of buurtbedrijf aangebrachte voorzieningen en over de dienstverlening van de leverancier. Ook de voorgaande jaren was er sprake van een grote tevredenheid van de cliënten. De percentages van 20123 liggen ongeveer op het zelfde niveau als die van voorgaande jaren. 34 Verhuiskostenvergoeding Soms kan de woning van de cliënt niet worden aangepast of is er sprake van een kostenafweging, waardoor de cliënt moet verhuizen naar een andere woning. In dergelijke gevallen kan de cliënt een verhuiskostenvergoeding toegewezen worden. Acht procent van de Wmo-cliënten van 2013 geeft te kennen, dat men een verhuiskostenvergoeding heeft ontvangen vanuit de Wmo. Dat percentage is wat hoger dan voorgaande jaren. Figuur 6.4. Heeft u een verhuiskostenvergoeding toegewezen gekregen?(N=1514) 2013 8% 2012 6% 2011 6% 2010 6% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Tevredenheid over de verhuiskostenvergoeding De personen, die in 2013 een verhuiskostenvergoeding hebben ontvangen, zijn over het algemeen tevreden over de hoogte van de vergoeding: 82% is hier namelijk tevreden over. Als men dit percentage vergelijkt met dat van voorgaande jaren, kan geconstateerd worden dat het aandeel tevreden cliënten wel wat gedaald is. Figuur 6.5. Hoe tevreden bent u over de hoogte van deze vergoeding? (N=91) 2013 82% 2012 91% 2011 89% 2010 95% 0% 20% 40% 60% 35 80% 100% 7 Rolstoel en scootmobiel Rolstoel Ongeveer een op de zes Wmo-cliënten heeft een rolstoel. In vergelijking met voorgaande jaren is het aandeel mensen met een rolstoel gestaag afgenomen. Figuur 7.1. Heeft u een rolstoel? (%ja) (N=1675) 2013 17% 2012 19% 2011 21% 2010 27% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Tevredenheid over rolstoel Over het algemeen zijn de rolstoelgebruikers tevreden over de onderzochte drie aspecten van de rolstoel: 92% is tevreden over de dienstverlening van de leverancier, 86% is tevreden over de kwaliteit van de rolstoel en 77% is tevreden over de keuzemogelijkheid uit het assortiment rolstoelen. Over dit laatste aspect is 23% dus niet tevreden. Figuur 7.2. Tevredenheid rolstoel Dienstverlening leverancier (N=246) 24% Kwaliteit rolstoel (N=254) 20% Keuzemogelijkheid uit assortiment (N=166) 19% 0% zeer tevreden 68% 6% 66% 11% 58% 20% tevreden 40% ontevreden 16% 60% 80% 100% zeer ontevreden De tevredenheid over de onderzochte aspecten van de rolstoel ligt iets onder het niveau van de afgelopen drie jaar. Figuur 7.3. Tevredenheid rolstoel afgelopen jaren Dienstverlening leverancier (N=246) 2010 93% 2011 Kwaliteit rolstoel (N=254) 2012 86% 2013 Keuzemogelijkheid uit assortiment (N=166) 77% 0% 20% 40% 36 60% 80% 100% Scootmobiel Een lichamelijke beperking kan ertoe leiden dat ‘gewone’ vervoermiddelen, zoals de fiets, de auto of het openbaar vervoer niet meer gebruikt kunnen worden. In dat geval kunnen inwoners een vervoersvoorziening aanvragen. Voor kortere afstanden kan een scootmobiel een goede oplossing vormen. Bijna een op de vijf deelnemers van het klanttevredenheidsonderzoek heeft zo’n scootmobiel. Ten opzichte van voorgaande jaren betekent dit een verder voortzettende daling. Figuur 7.4. Heeft u de beschikking over een scootmobiel? (N=1673) 2013 + gezamenlijke scootmobiel 18% 2012 20% 2011 23% 2010 29% 0% 10% 20% 30% 40% 50% In het recente onderzoek is aan de scootmobielbezitters gevraagd of zij de beschikking hadden over een eigen persoonlijke scootmobiel of dat zij een scootmobiel met andere mensen moeten delen. Dit laatste blijkt echter (nog) nauwelijks het geval te zijn. Vrijwel alle scootmobielbezitters hadden de beschikking over een eigen mobiel. Tevredenheid over scootmobiel De tevredenheid over de scootmobiel is onderzocht voor een vijftal aspecten. De bezitters van een scootmobiel zijn het meest tevreden over de dienstverlening van de leverancier: 95% is daar tevreden over, waaronder 30% zelfs zeer tevreden. Ook over de instructies, die men ontvangt voor het gebruik van de scootmobiel is 95% tevreden. En direct daarna volgt de tevredenheid over de geboden maatwerkoplossing (bijvoorbeeld collectief of privé gebruik van de scootmobiel, hetgeen dus vrijwel uitsluitend privé gebruik betreft). Over de kwaliteit van de scootmobiel is 86% tevreden. Het minst tevreden is men over de keuzemogelijkheid uit het aangeboden assortiment scootmobielen. Bijna een derde van de klanten is daar niet tevreden over, maar dat impliceert dat ruim twee derde daar wél tevreden over is. Figuur 7.5. Tevredenheid scootmobiel Dienstverlening leverancier (N=246 ) 30% Instructies (N=251) 28% Maatwerkoplossing (N=172 ) 21% Kwaliteit scootmobiel (N= 247) 21% Keuzemogelijkheid uit assortiment (N=179) 4% 67% 4% 73% 3% 65% 13% 0% zeer tevreden 65% 12% 57% 20% tevreden 40% ontevreden 37 21% 60% 80% zeer ontevreden 9% 100% De tevredenheid over de scootmobiel lag de afgelopen jaren vrij constant op een hoog niveau. Figuur 7.6. Tevredenheid rolstoel afgelopen jaren Dienstverlening leverancier (N=246 ) 95% Instructies (N=251) 95% 2010 2011 Maatwerkoplossing (N=172 ) 86% 2012 2013 Kwaliteit scootmobiel (N= 247) 70% Keuzemogelijkheid uit assortiment (N=179) 94% 0% 20% 40% 38 60% 80% 100% 8 Maaltijdvoorziening In sommige gevallen zijn mensen (tijdelijk) niet meer in staat om voor zichzelf te koken. Wanneer er niemand anders in het huishouden of de naaste omgeving de warme maaltijd kan verzorgen is het mogelijk om gebruik te maken van een maaltijdvoorziening. Dit kan op een vaste locatie zijn, bijvoorbeeld in een woon-/zorgcomplex (WoZoCo), maar mensen kunnen ook hun maaltijd aan huis laten bezorgen. Aan de deelnemers van het Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is gevraagd of ze gebruik maken van een maaltijdvoorziening. Dat blijkt voor acht procent van de respondenten het geval te zijn en nog eens één procent maakt tijdelijk gebruik van zo’n voorziening. Die cijfers komen overeen met die van 2012. Figuur 8.1. Maakt u gebruik van een maaltijdvoorziening? (N=1734) 2013 8% 91% 2012 7% 91% 2011 11% 88% 2010 11% 88% 0% 20% 40% Ja 60% Ja, tijdelijk Nee 80% 100% Ruim de helft van de mensen, die gebruik maken van een maaltijdvoorziening, -namelijk 54%- laat de maaltijd door een maaltijdservice thuis bezorgen. Figuur 8.2. Bij welke locatie maakt u gebruik van de maaltijdvoorziening? (N=131) Maaltijdservice Noord-Limburg (aan huis) 43% Andere maaltijdservice aan huis 11% De Nieuwe Munt (Tegelen) 10% 't Pronk Eppelke (Belfeld) 8% Andere locatie 7% Meeuwbeemd (Venlo-Noord) 5% De Bongerd (Tegelen) 4% 2010 Beerendonck (Venlo-Centrum) 2011 3% Hazenkamp (Blerick) Sinselhof (Venlo-Zuid) 2013 2% Park Rijnbeek (Venlo) 2% Woonzorgcomplex Rozenhof (Velden) 2% Onder de Wieën (Blerick) 1% Zonneveld (Blerick) Martinushof (Tegelen) 2012 3% 1% 0% 0% 10% 39 20% 30% 40% 50% 60% In de meeste gevallen is dat de ‘Maaltijdservice Noord-Limburg’. Deze maaltijdservice levert koelverse, vriesverse of warme maaltijden aan huis. Het aandeel mensen dat gebruik maakt van deze service is sinds vorig jaar wat afgenomen. De personen, die gebruik maken van een andere maaltijdservice aan huis, noemen hierbij onder andere Apetito, Culivite en Minuutje Menuutje. Iets minder dan de helft van de mensen met een maaltijdvoorziening kunnen voor de warme maaltijd terecht in het restaurant van verzorgingshuizen en woon-/zorgcomplexen. In figuur 8.2 zijn de belangrijkste locaties opgenomen. Zeven procent van de mensen met een maaltijdvoorziening gebruiken hun warme maaltijd op een locatie, die niet in de vragenlijst genoemd is. Daarbij ging het onder andere om de Ruysdonck in stadsdeel Blerick. Reden voor niet gebruiken van maaltijdvoorziening Aan de mensen, die geen gebruik maken van een maaltijdvoorziening, is gevraagd waarom ze dat niet doen. De meest genoemde reden is dat de cliënt zelf of iemand anders in het huishouden voor de maaltijd zorgt. Voor 64% van mensen, die geen gebruik maken van een maaltijdvoorziening, vormt dit de belangrijkste reden. Bijna een kwart geeft te kennen, dat men geen behoefte aan een maaltijdservice heeft, en bij67% zorgt iemand anders uit de naaste omgeving voor de maaltijd; bijvoorbeeld een zoon of dochter. Deze cijfers komen overeen met die van voorgaande jaren. Figuur 8.3. Waarom maakt u géén gebruik van een maaltijdvoorziening? (N=1453) Ik zelf of iemand anders in huishouden zorgt voor maaltijd 64% Heb hier geen behoefte aan 23% Iemand uit naaste omgeving zorgt voor maaltijd 2010 6% 2011 2012 Weet niet hoe ik dat moet regelen 1% 2013 Ik wist niet dat dit er is 1% Andere reden 6% 0% 20% 40 40% 60% 80% 100% 9 Dagvoorziening Een dagvoorziening is een locatie waar mensen bij elkaar kunnen komen om deel te nemen aan bepaalde activiteiten of om anderen te ontmoeten. Voorbeelden van dagvoorzieningen zijn: een soos, gemeenschapshuis of buurthuis. Om eenzaamheid, van met name ouderen, tegen te gaan zijn er verdeeld over de stad een aantal van deze dagvoorzieningen. Aan de Wmo-cliënten is gevraagd of ze naar een dagvoorziening gaan, hoe vaak ze dan gaan en wat daarvan de voornaamste reden is. Ongeveer een vijfde van de cliënten gaat wel eens naar een dagvoorziening, soos, gemeenschapshuis of buurthuis. Dat percentage is de afgelopen jaren min of meer gelijk gebleven. Figuur 9.1. Gaat u wel eens naar een dagvoorziening? (N=1725) 2013 21% 2012 20% 2011 20% 2010 21% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Bijna drie kwart van de bezoekers van dagvoorzieningen, gaat daar minimaal wekelijks heen en 16% gaat er minimaal een keer per maand naartoe. Figuur 9.2. Hoe vaak gaat u hier naartoe? (N=366) 1% 8% minimaal wekelijks 16% minimaal maandelijks paar keer per jaar zelden of nooit 74% De reden voor het bezoeken van een dagvoorziening is vaak om sociale contacten te onderhouden. Dit wordt door 35% van de bezoekers als belangrijkste reden genoemd. Andere redenen, die genoemd worden, zijn “om onder de mensen te zijn” (27%) en “om er even uit te zijn” (20%). Acht procent van de bezoekers geeft als belangrijkste reden, dat het bezoek aan een dagvoorziening hun partner ontlast. Bij de categorie “Andere reden” werd onder andere genoemd: “voor de gezelligheid”, “om te kaarten”, “om te biljarten”, “om te leren computeren”, “om bezig te zijn”, “voor de afleiding”, “om vereenzaming te voorkomen” en “ik ben zelf vrijwilliger”. 41 Figuur 9.3. Wat is voor u de voornaamste reden om naar een dagvoorziening te gaan? (N=357) om sociale contacten te onderhouden 35% om onder de mensen te zijn 27% 2011 om er even uit te zijn om mijn partner te ontlasten 2010 20% 2012 2013 8% andere reden 9% 0% 20% 40% 60% De voornaamste reden om niet naar een dagvoorziening te gaan is dat men er (nog) geen behoefte aan heeft. Die reden wordt door bijna drie kwart van de niet-bezoekers genoemd. De andere redenen worden duidelijk minder vaak genoemd. Dat was ook voorgaande jaren het geval. Figuur 9.4. Wat is de voornaamste reden om niet naar een dagvoorziening, soos, gemeenschapshuis of buurthuis te gaan? (N=1212) Ik heb hier geen behoefte aan 73% Andere reden 7% Ik heb er geen tijd voor 4% Ik kan er niet heen wegens ziekte 4% 2010 2011 Ik weet niet waar dagvoorziening is 3% De activiteiten zijn niet voor mij bestemd 2012 2013 3% Ik kan er niet zelfstandig heen 2% De activiteiten staan me niet aan 2% Er is geen dagvoorziening bij mij in de buurt 1% 0% 20% 40% 42 60% 80% 100% 10 Vervoersvoorziening Veel mensen met (lichamelijke) beperkingen maken gebruik van een vervoersvoorziening, bijvoorbeeld de Regiotaxi, omdat ze door hun beperking geen gebruik meer kunnen maken van het reguliere openbaar vervoer. Vanaf eind 2010 kunnen mensen uit Noord- en Midden-Limburg, met een Wmoindicatie voor collectief vervoer, tevens gratis reizen met het reguliere openbare vervoer. Hierbij gaat het om reizen met treinen en bussen van Veolia in deze regio. Treinen van de NS vallen niet onder de regeling. Om gebruik te kunnen maken van de korting voor de regiotaxi of gratis openbaar vervoer, moet men beschikken over een Wmo-vervoerspas. Zo’n 70% van de Wmo-cliënten bezit een vervoerspasje, waarmee men gebruik kan maken van de regiotaxi en het gratis openbaar vervoer in de regio. Dat percentage is iets hoger dan in 2voorgaande jaren. Figuur 10.1. Heeft u een Wmo-vervoerspas? (N=1719) 2013 70% 2012 69% 2011 65% 0% 20% 40% 60% 80% 100% De helft van de mensen, die een Wmo-vervoerspas hebben, maakt zowel van de regiotaxi als van het gratis openbaar vervoer gebruik, 29% maakt alleen van de regiotaxi gebruik en 16% alleen van het gratis openbaar vervoer. De overige 5% maakt geen gebruik van de regiotaxi en het gratis openbaar vervoer. Dat percentage is ten opzichte van 2011 gehalveerd. Dat kan te maken hebben met de ‘opschoonactie’ van het cliëntenbestand van de bezitters van een Wmo-vervoerspas sinds 2012. Daarbij werden mensen, die een pas hadden, maar in de praktijk niet of nauwelijks gebruik maakten van het collectief vervoer, benaderd met het verzoek de pas te retourneren, als zij er geen gebruik van maken. Figuur 10.2. Maakt u gebruik van regiotaxi en/of gratis openbaar vervoer? (% ja) (N=1166) 2013 50% 2012 50% 2011 29% 37% 0% 20% ja, beide (regiotaxi en gratis OV) 9% 41% 40% 40% 60% ja, alleen regiotaxi 5% 16% 8% 80% ja, alleen gratis OV 5% 11% 100% nee In 2013 (en 2012) maakte dus circa 95% van de bezitters van een Wmo-vervoerspas daadwerkelijk gebruik van een vervoersvoorziening. Als men het aantal gebruikers afzet tegen de hele cliëntenpopulatie (dus inclusief de mensen, die geen pas hebben), kan geconstateerd worden dat in 2013 ongeveer 66% van alle Wmo-cliënten gebruik maakte van de regiotaxi en/of het gratis openbaar vervoer. Dat percentage is hoger dan in de periode 2008 – 2012. In vergelijking met vorig jaar is het aandeel reizigers, dat alleen gebruik maakt van gratis openbaar vervoer gestegen, terwijl het aandeel Wmo-cliënten dat alleen gebruik maakt van de regiotaxi juist gedaald is. 43 Tevredenheid over de regiotaxi De gebruikers van de regiotaxi is gevraagd om deze collectieve vervoersvoorziening op een achttal aspecten te beoordelen. In onderstaande figuur is aangegeven hoeveel procent van de personen, die gebruik maken van de regiotaxi, tevreden (of zeer tevreden) is over die aspecten. Figuur 10.3. % (zeer) tevreden met de volgende aspecten van de regiotaxi? Gemak bestellen (N=837) 97% Ritprijs (N=802) 96% Contact centrale (N=816) 96% 2010 Behulpzaamheid chauffeur (N=802) 95% 2011 2012 Maximale reisafstand (N=747) 86% Wachttijden ophalen (N= 799) 2013 81% Klachtenafhandeling(N=329) 80% Omrijtijden (N=729) 68% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Het totaalbeeld overziend, kan geconcludeerd worden, dat de gebruikers van de regiotaxi over het algemeen redelijk tevreden zijn: het aandeel tevreden personen varieert van 68% tot 97%. Het gemak waarmee de regiotaxi besteld kan worden, het contact met de centrale bij het bestellen van de rit, de prijs die men per rit moet betalen en de behulpzaamheid van de chauffeur scoren allen een tevredenheid van 95% of meer. Iets minder tevreden (86%) is men over de afstand, die men met de regiotaxi kan reizen. Het aandeel tevreden klanten bij de overige drie aspecten is lager dan 85%. Het betreft hier onder andere de wachttijd voordat men wordt opgehaald. Bijna een op de vijf klanten is hier ontevreden over. Vrijwel hetzelfde percentage treffen we aan bij de beoordeling van de klachtenafhandeling. Het minst tevreden is men over de omrijdtijden van het collectief vervoer: 32% van de klanten is hier ontevreden (of zeer ontevreden) over. Uit figuur 10.3 kan verder afgeleid worden, dat de tevredenheid over het collectief vervoer de afgelopen jaren is toegenomen. De grootste toename in tevredenheid kan waargenomen worden ten aanzien van de wachttijden en de omrijtijden, hoewel de tevredenheid over de omrijtijden afgelopen jaar weer wat gedaald is. Tegemoetkoming in vervoerskosten Als cliënten geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer of de regiotaxi, kunnen zij onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming voor vervoerskosten ontvangen; bijvoorbeeld om de kosten van een (rolstoel)taxi gedeeltelijk te compenseren. Ook kan een vergoeding worden verstrekt voor het gebruik van een eigen auto of de auto van iemand anders. De vergoeding is grotendeels afhankelijk van het inkomen. In 2013 ontving (slechts) 2% van de Wmo-cliënten zo’n tegemoetkoming in 44 de vervoerskosten. Dat percentage is de afgelopen jaren duidelijk gedaald: in 2010 ontving nog bijna een kwart van de klanten zo’n tegemoetkoming. Figuur 10.4. Ontvangt u een tegemoetkoming in vervoerskosten? (N=1641) 2013 2% 2012 10% 2011 21% 2010 24% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Een ruime meerderheid (namelijk 85%) van de personen, die een tegemoetkoming ontvangen in hun vervoerskosten, is tevreden over de hoogte van die tegemoetkoming. Hoewel dit percentage vergelijkbaar is met dat van vorig jaar, is het aandeel zeer tevreden personen gestegen (van 16% naar 22%). Figuur 10.5. Hoe tevreden over de hoogte van de tegemoetkoming? (N=64) 22% 0% 63% 20% zeer tevreden 40% tevreden 11% 60% ontevreden 80% 100% zeer ontevreden Totaalscore tevredenheid over vervoersvoorzieningen In dit hoofdstuk zijn de onderzoeksresultaten voor enkele vervoersvoorzieningen besproken. Aan het eind van het corresponderende vragenblok in de vragenlijst is aan de respondenten gevraagd om een totaaloordeel te geven over de vervoersvoorzieningen. Dat kon men doen door het toekennen van een rapportcijfer (tussen 1 en 10). In onderstaande grafiek zijn de antwoorden op deze vraag samengevat. 45 Figuur 10.6. Rapportcijfer vervoersvoorziening in totaal? (N=1007) 0% 1 10% 20% 30% 40% 50% 1% 2 0% 3 0% 4 1% 5 4% 6 2010 11% 7 36% 8 2011 37% 9 2012 7% 10 2013 4% Cijfer 2013 7,3 Cijfer 2012 7,3 Cijfer 2011 7,1 Cijfer 2010 6,9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gemiddeld geven de Wmo-cliënten een 7,3 voor de vervoersvoorzieningen. Dit cijfer komt overeen met het rapportcijfer van vorig jaar. Maar sinds 2010 is er sprake van een toegenomen tevredenheid. De grafiek laat verder zien dat de cliënten meestal een 8 of een 7 als rapportcijfer geven. 46 11 Mantelzorg Mantelzorg is vrijwillige hulp, die verleend wordt door mensen uit de naaste omgeving van een persoon, bijvoorbeeld de partner, familieleden, kennissen of buren. Mantelzorgers kunnen hulp bieden bij huishoudelijke werkzaamheden (zoals koken, wassen, klusjes of boodschappen doen), maar zij kunnen ook helpen bij de persoonlijke verzorging, zoals helpen bij het eten, aan- en uitkleden of wassen. Verder kunnen mantelzorgers helpen bij administratieve zaken, zoals het maken van afspraken en het betalen van rekeningen. Mantelzorg vormt een van de belangrijkste pijlers van de Wmo. Vanwege de toenemende vergrijzing van de bevolking en om de zorg betaalbaar te houden, wordt er in de Wmo-beleidsvisie vanuit gegaan dat in de toekomst steeds meer hulp en ondersteuning wordt geboden door personen uit de naaste omgeving van de cliënten in plaats van door professionele ondersteuning. Desondanks is het aandeel Wmo-cliënten dat mantelzorg krijgt in de periode 2010-2012 afgenomen van 59% tot 52%. In 2013 is het percentage gelijk gebleven. Figuur 11.1. Ontvangt u mantelzorg, per jaar? (N=1659) 2013 52% 2012 52% 2011 57% 2010 59% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Aard van de mantelzorg Mantelzorg wordt het meest gegeven in de vorm van huishoudelijke hulp en hulp bij de administratie. Van de cliënten, die mantelzorg ontvangen, krijgt 80% huishoudelijke hulp van mantelzorgers en 72% administratieve hulp. Hulp bij de persoonlijke verzorging ontvangt 32%. Deze percentages van 2013 zijn vergelijkbaar met die van 2012. Wel lijkt het aandeel cliënten dat mantelhulp krijgt bij de persoonlijke administratie de laatste jaren af te nemen. In de vragenlijst van 2013 was een extra alternatief opgenomen qua soort mantelzorg, namelijk het begeleiden van cliënten bij sociale activiteiten. Zestig procent van de cliënten ontvangt deze vorm van mantelzorg. Figuur 11.2. Welke soort mantelzorg? (N=856) Hulp bij huishouden 80% 2010 Adminstratie hulp 72% 2011 2012 Begeleiding sociale activiteiten 60% 2013 Persoonlijke verzorging 32% 0% 20% 40% 47 60% 80% 100% Van wie ontvangt men mantelzorg Mantelzorg wordt meestal gegeven door familieleden: hetzij huisgenoten, hetzij elders wonende familieleden, zoals een zoon of dochter. In de volgende drie grafieken wordt per soort hulp aangegeven van wie men de mantelzorg ontvangt. De percentages kunnen optellen tot meer dan 100%, omdat men van meerdere personen mantelzorg kan ontvangen. Mantelzorg in de vorm van hulp bij het huishouden Van de mensen, die mantelzorg ontvangen in de vorm van hulp bij het huishouden, krijgt 46% die hulp van een huisgenoot, veelal de partner. Ongeveer evenveel cliënten ontvangen hulp bij het huishouden van niet-inwonende familieleden, zoals een dochter of zoon. In vergelijking met voorgaande jaren is het aandeel personen dat mantelzorg ontvangt van een huisgenoot gestegen. Daar staat een daling tegenover van het aandeel personen dat huishoudelijke hulp krijgt van een niet-inwonend familielid. Figuur 11.3. Van wie krijgt u huishoudelijke hulp? (N=682) Inwonende gezinsleden/ huisgenoten 46% Familie (niet inwonend) 45% 2010 2011 Kennissen/vrienden (niet inwonend) 9% 2012 2013 Buren (geen familie) 4% Anders 8% 0% 20% 40% 60% 80% Mantelzorg in de vorm van hulp bij de administratie Mantelzorg bij administratieve klusjes wordt hoofdzakelijk (58%) verleend door niet-inwonende familieleden, zoals een zoon of dochter. Een derde ontvangt administratieve hulp van een huisgenoot. Het aandeel personen dat hulp ontvangt van een huisgenoot is vergelijkbaar met dat van vorig jaar. Het aandeel dat administratieve hulp krijgt van niet-inwonende familieleden is de afgelopen jaren echter gedaald; zoals ook het geval was bij huishoudelijke hulp. Figuur 11.4. Van wie krijgt u administratieve hulp? (N=617) Familie (niet inwonend) 58% Inwonende gezinsleden/huisgenoten 34% 2011 Kennissen/vrienden (niet inwonend) 4% 2012 2013 Buren (geen familie) Anders 2010 0% 6% 0% 20% 48 40% 60% 80% Mantelzorg in de vorm van begeleiding naar sociale activiteiten Bij begeleiding naar sociale activiteiten kan men tevens denken aan winkelen en naar de kapper gaan. De vraag naar mantelzorg in de vorm van begeleiding naar sociale activiteiten was in 2013 voor het eerst in de vragenlijst opgenomen, zodat er geen vergelijkbare cijfers beschikbaar zijn voor de afgelopen jaren. Begeleiding naar sociale activiteiten wordt (met 49%) iets vaker door niet-inwonende familieleden verzorgd dan door inwonende huisgenoten (42%). Figuur 11.5. Wie begeleidt u naar sociale activiteiten? (N=515) Familie (niet inwonend) 49% Inwonende gezinsleden/huisgenoten 42% Kennissen/vrienden (niet inwonend) 8% Buren (geen familie) 2% Anders 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Mantelzorg in de vorm van hulp bij de persoonlijke verzorging Mantelzorg bij de persoonlijke verzorging wordt het meest verleend door een huisgenoot (62%). Vaak zal dat de partner zijn. Waarschijnlijk is het inschakelen van een uitwonende zoon of dochter voor de persoonlijke verzorging vanwege het intensieve karakter van de hulp lastiger te realiseren. Desalniettemin krijgt 17% van de cliënten, die mantelzorg ontvangen, (tevens) van niet-inwonende familieleden hulp bij de persoonlijke verzorging. Overigens wordt hulp bij de persoonlijke verzorging zoals eerder geconstateerd- beduidend minder door mantelzorgers verleend dan hulp bij het huishouden of bij de administratie. Ook nu weer blijkt het aandeel personen, dat mantelzorg ontvangt van niet-inwonende familieleden, de afgelopen jaren teruggelopen te zijn. Figuur 11.6. Van wie krijgt u persoonlijke verzorging? (N=270) Inwonende gezinsleden/huisgenoten 62% Familie (niet inwonend) 17% 2010 2011 Kennissen/vrienden (niet inwonend) 1% 2012 2013 Buren (geen familie) 1% Anders 25% 0% 20% 49 40% 60% 80% Toereikendheid mantelzorg Voor vier op de tien personen, die mantelzorg krijgen, voorziet die hulp in de totale hulpbehoefte. Voor ruim een derde voorziet de mantelzorg in een groot deel van de behoefte en voor iets minder dan een kwart van de mensen voorziet de mantelzorg in een klein deel van de behoefte. Figuur 11.7. In hoeverre bent u door de mantelzorg die u krijgt voldoende geholpen om zelfstandig te blijven wonen? (N=758) 24% mantelzorg voorziet in totale behoefte aan hulp 40% mantelzorg voorziet in groot gedeelte van hulpbehoefte mantelzorg voorziet in klein deel van behoefte aan hulp 35% Redenen voor niet krijgen van mantelzorg Bijna de helft van de deelnemers aan het Wmo-klanttevredenheidsonderzoek (namelijk 48%) geeft te kennen dat men geen mantelzorg krijgt. Veruit de meest genoemde reden daarvoor is, dat men die hulp (nog) niet nodig heeft. Bijna drie kwart van de mensen zonder mantelzorg noemt dit als reden. Een andere reden, waarom men geen mantelzorg krijgt, is dat de personen die zouden kunnen helpen, te ver weg wonen (12%), zelf oud of hulpbehoevend zijn (12%) of daar geen tijd voor hebben, bijvoorbeeld vanwege werk of kleine kinderen (11%). De overige redenen worden minder vaak genoemd. Figuur 11.8. Waarom krijgt u die hulp niet? (N=756) Heb ik (nog) niet nodig 74% Ze wonen te ver weg 12% Ze zijn zelf oud of hulpbehoevend 12% Ze hebben geen tijd (werk of kinderen) 11% Ik heb geen of weinig contact met mensen in omgeving 2010 2011 5% Ik ken niemand die me hulp kan geven 2012 2013 4% Andere reden 3% Ik durf daar niet om te vragen 3% Ze willen niet of hebben er geen tijd voor 2% 0% 20% 50 40% 60% 80% 100% De redenen, die aangevoerd worden voor het niet ontvangen van mantelzorg, vertonen min of meer het zelfde patroon als voorgaande jaren. Beschikbaarheid mantelzorg indien nodig Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd of ze hulp vanuit hun naaste omgeving (zoals partner, familie, vrienden, buren of kennissen) kunnen krijgen, als ze die in de toekomst voor enkele weken of maanden nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege ziekte, een ongeval of ziekenhuisopname. Van de mensen, die momenteel geen mantelzorg ontvangen geeft 53% aan dat men (waarschijnlijk) geen mantelzorg kan krijgen als dat nodig is. De overige 47% denkt wel hulp te kunnen krijgen. Deze percentages zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. Figuur 11.9. Als u in de toekomst om een of andere reden (tijdelijk) hulp nodig zou hebben, zou u die dan kunnen krijgen vanuit uw naaste omgeving? (N=1430) 2013 21% 26% 2012 21% 26% 2011 16% 2010 Ja, zeker 26% 31% 20% 20% 24% 28% 22% 21% 0% 29% 30% 31% 40% Ja, waarschijnlijk wel 29% 60% 80% Nee, waarschijnlijk niet 100% Nee, zeker niet Beschikbaarheid mantelzorg totaal In totaal geeft 71% van de Wmo-aanvragers aan dat ze momenteel mantelzorg krijgen of dat ze die waarschijnlijk wel zouden kunnen krijgen als dat nodig is. Dat percentage is vergelijkbaar met dat van vorig jaar. Figuur 11.10. Mantelzorg? (N=1659) 2013 52% 19% 20% 9% 2012 53% 18% 21% 8% 2011 58% 0% 20% 14% 40% 60% Heeft momenteel mantelzorg Geen mantelzorg, zou niet kunnen krijgen 22% 80% 7% 100% Geen mantelzorg, zou wel kunnen krijgen Geen mantelzorg, weet niet of zou kunnen krijgen 51 12 Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie Een van de hoofddoelstellingen van de Wmo is mensen in staat te stellen zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en mee te blijven doen in de samenleving. Aan de Wmo-cliënten is gevraagd in hoeverre de hulp, ondersteuning en/of het hulpmiddel, waarover ze kunnen beschikken, bijdraagt aan het verwezenlijken van deze doelstelling. Hierbij kan het dus gaan om hulp bij het huishouden, een woningaanpassing, een vervoersvoorziening enzovoorts. Bij ‘mee blijven doen aan de samenleving’ kan men onder andere denken aan werken, het onderhouden van sociale contacten en het uitoefenen van een hobby. Zo’n 86% van de Wmo-cliënten is van mening, dat de hulp en/of het hulpmiddel, waarover men kan beschikken, redelijk veel of zeer veel bijdraagt aan de mogelijkheid om zelfstandig te blijven wonen. Ten aanzien van de mogelijkheid om mee te blijven doen aan de samenleving is het percentage iets lager, maar ook hier is bijna drie kwart van de cliënten van mening dat de hulp redelijk veel of zeer veel bijdraagt aan hun maatschappelijke participatie. Figuur 12.1. In hoeverre draagt de ondersteuning eraan bij dat u zelfstandig kunt wonen en mee kunt doen in de maatschappij? Zelfstandig wonen (N=1164) 2010 86% 2011 2012 Meedoen in de maatschappij (N=1062) 2013 73% 0% 20% 40% 60% 80% In vergelijking met voorgaande jaren zijn de percentages in 2013 wel lager. 52 100% 13 Gemeentelijke informatie Tot slot is nog aan de mensen gevraagd via welke kanalen zij zichzelf op de hoogte houden van informatie van de gemeente. Het gratis huis-aan-huis weekblad E3-Journaal/de Trompetter wordt door de cliënten het meest genoemd als informatiebron (66%). Op de tweede plaats volgt het dagblad (de Limburger) met 48%. Beide schriftelijke uitgaven zijn het afgelopen jaar belangrijker geworden als informatiebron. Ruim een derde van de respondenten noemt de lokale radio en televisie als belangrijke informatiebron en 23% houdt zich op de hoogte via folders en informatiekranten van de gemeente. Voor 21% vormt de gratis huis-aan-huis bezorgde gemeentegids een bron voor gemeentelijke informatie. Internet blijkt onder de (veelal oudere) Wmo-cliënten nog geen veel geraadpleegd medium te zijn: 11% van de respondenten noemt de website www.venlo.nl als informatiebron. Daarmee scoort internet ongeveer even hoog als de kabelkrant op het tv-kanaal van Omroep Venlo. Hierbij kan wel aangetekend worden dat de kabelkrant de afgelopen jaren iets minder belangrijk als informatiebron is geworden, terwijl het belang van internet juist iets is toegenomen. Folders en informatiekranten van de gemeente, alsmede de gemeentegids zijn de afgelopen jaren daarentegen weer minder belangrijk als informatiebron geworden. Dat geldt ook voor buren, familie en kennissen. Ongeveer 6% van de Wmo-cliënten geeft aan dat men zich niet op de hoogte houdt van gemeentelijke informatie. Figuur 13.1. Hoe houdt u zichzelf op de hoogte van informatie van de gemeente? (N=1735) Trompetter/ E3-Journaal 66% Dagblad (De Limburger) 48% Lokale radio of televisie 35% Folders en informatiekranten van gemeente 23% Gemeentegids 21% 2010 Buren, familie, kennissen 16% Kabelkrant 2011 2012 10% 2013 Internet (www.venlo.nl) 11% Wmo-raad 3% Voorlichtings- of inspraakbijeenkomsten van… Andere manier/bron 2% 6% Ik houd me niet op hoogte 6% 0% 20% 40% 53 60% 80% BIJLAGEN 54 Bijlage I: Tabellenboek In deze bijlage worden alle rechte tellingen in tabellen weergegeven. Hierbij wordt de volgorde van de vragenlijst aangehouden (Bijlage III). Onderaan de tabellen wordt telkens het totaal aantal respondenten weergegeven dat de vraag heeft beantwoord (N). De antwoordcategorie ‘weet niet, geen mening’ is hierbij buiten beschouwing gelaten. Dit om de vergelijkbaarheid met de andere jaren te behouden. De aantallen zijn beschikbaar voor de jaren 2010, 2011 en 2012. In de tabellen is tevens (in de kolom Sign.) aangegeven of de cijfers van 2013 significant afwijken van die van 2021. Een ‘+’ in die kolom betekent dat er sprake is van een significantie toename tussen 2012 en 2013 en een ‘-‘ geeft een significante afname aan. Als de cijfers niet significant van elkaar verschillen, is dat aangegeven met de letters ‘n.s.’. De afkorting ‘n.v.t.’ wordt gebruikt als de betreffende vraag in 2012 niet in de vragenlijst was opgenomen. Blok A: Huis van de Wijk vraag 1. Kent u het begrip ‘Huis van de Wijk’? Sign. Ja, ik weet wat het is n.v.t. Ik heb er wel eens van gehoord n.v.t. Nee n.v.t Totaal (N) 2013 38% 29% 33% 1779 Blok B: Sociaal wijkteam vraag 2. Heeft u, voordat u deze enquête kreeg, wel eens gehoord van het Sociaal Wijkteam? Sign. 2013 30% Ja n.v.t. n.v.t. 70% Nee, nooit van gehoord Totaal (N) 1766 vraag 3. Weet u waar u naar toe kunt voor een gesprek met het Sociaal Wijkteam? Sign. 2013 Ja n.v.t. 68% n.v.t. Nee 32% Totaal (N) 503 vraag 4. Heeft u al eens een gesprek gehad met het Sociaal Wijkteam? Sign. 2013 18% Ja, 1 keer n.v.t. n.v.t. 2% Ja, 2 keer n.v.t. 1% Ja, 3 keer n.v.t. 0% Ja, 4 keer n.v.t. 1% Ja, meer dan 4 keer n.v.t. 78% Nee Totaal (N) 506 55 vraag 5. Had u bij het Sociaal wijkteam één aanspreekpunt, waar u al uw vragen over werk, wonen, welzijn en zorg kon stellen? Sign. 2013 84% Ja, één contactpersoon n.v.t. n.v.t. 16% Nee, meerdere contactpersonen Totaal (N) 101 Blok C: Wegwijzerloket vraag 6. Bekendheid Wegwijzerloket Ja Nee, maar wel van de welzijnswinkel Nee, nooit van gehoord Totaal (N) vraag 7. Sign. n.s. + 2013 20% 9% 71% 1.738 2012 34% 9% 57% 2.042 2011 38% 10% 53% 2.496 2010 34% 10% 56% 2.714 2013 7% 464 2012 9% 854 2011 10% 1.060 2010 11% 1.047 2013 86% 6% 9% 35 2012 2011 78% 11% 11% 98 2010 77% 13% 10% 100 2013 2012 29% 55% 16% 32% 57% 11% 2010 41% 59% 1.596 1.936 2011 40% 45% 16% 2.420 Informatie opgevraagd? Ja Totaal (N) Sign. - vraag 8. Gewenste informatie gekregen? Sign. Ja n.s. Gedeeltelijk Nee Totaal (N) 55% 26% 18% 76 Blok D: Afhandeling laatste hulpvraag vraag 9. Wanneer laatste aanvraag/hulpvraag? Sign. Minder dan 12 maanden geleden Meer dan 12 maanden geleden n.s. Weet ik niet meer + Totaal (N) 56 2.588 vraag 10. Waar heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? Sign. Bij de MO-zaak n.s. Bij de huisarts Bij het sociaal wijkteam Bij MEE + Bij een woningbouwcorporatie Anders, namelijk… n.s. Totaal (N) 2013 71% 10% 3% 2% 1% 13% 381 2012 63% 16% 4% 1% 2% 14% 658 vraag 11. Om welke reden heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? Ik kan mijn huishouden niet meer volledig voeren Ik kan mezelf niet meer over langere afstanden verplaatsen Het lukt niet of niet volledig meer om mezelf te voet buitenshuis te verplaatsen Ik wil graag andere mensen ontmoeten en sociale contacten onderhouden Vanwege psychische klachten voel ik mij belemmerd in mijn mogelijkheden Ik wil leren om beter met mijn medische problemen om te gaan Mijn woning is niet meer geschikt om mijzelf goed in te verplaatsen Ik wil verhuizen naar een geschikte woning maar kan dit niet zelf betalen Vanwege problemen met inkomen, werk of opleiding heb ik hulp nodig Sign. n.v.t. n.v.t. 2013 48% 36% n.v.t. 26% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 12% 6% 4% 4% 1% 1% 370 Totaal (N) vraag 12. Heeft u naar aanleiding van uw laatste hulpvraag een gesprek gehad over het aanvragen van ondersteuning? Sign. 2013 Ja n.v.t. 65% Totaal (N) 416 vraag 13. Was dit een ‘keukentafelgesprek’ door MO-team of sociaal wijkteam? Sign. 2013 Ja n.v.t. 52% Nee n.v.t. 43% Weet ik niet (meer) n.v.t 6% Totaal (N) 254 57 vraag 14. Tevredenheid afhandeling hulpvraag? Behandeling bij hulpvraag Deskundigheid medewerkers Tijd voor aanvraag Informatie over afhandeling Aantal contactpersonen Aantal gesprekken Hoeveelheid gegevens Aantal keren dezelfde gegevens Hoe werd bepaald wat u nodig heeft Sign. 2013 2012 2011 2010 n.s. n.s. n.s. n.s. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 84% 85% 89% 78% 86% 81% 83% 74% 71% 89% 88% 92% 82% 92% 89% 92% 88% 92% 89% 91% 85% vraag 15. Is er al een besluit genomen over uw laatste hulpvraag? Sign. 2013 Ja n.s. 89% Totaal (N) 393 Totaal (N) 2013 383 344 351 347 332 320 313 298 353 2012 85% 722 vraag 16. Tevredenheid over het besluit? De afspraak/hulp Mate waarin rekening is gehouden met eigen kracht Mate van inzet sociaal netwerk Uw eigen inbreng voor zelfstandig wonen Mogelijkheid om te kiezen tussen organisaties Totale doorlooptijd Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. 77% 89% 92% 92% 302 n.s. 74% 86% 89% 89% 293 n.s. n.s. 84% 79% 89% 92% 88% 91% 85% 208 242 n.s. 88% 89% 205 n.s. 78% 86% 285 92% vraag 17. Is er op basis van uw laatste hulpvraag ondersteuning toegekend vanuit de Wmo? Sign. 2013 2012 2011 Ja, volledig 56% 84% 81% Ja, gedeeltelijk + 27% 8% 9% De hulpvraag is nog in behandeling 1% 2% 5% Nee, er is geen ondersteuning + 16% 6% toegekend 5% Totaal (N) 334 527 1185 vraag 18. Heeft u de afgesproken hulp al ontvangen? Sign. Ja n.s. Totaal (N) 58 2013 96% 287 2012 93% 500 2010 80% 9% 7% 5% 929 vraag 19. In hoeverre bent u geholpen door de oplossingen, die met u zijn afgesproken naar aanleiding van uw hulpvraag? Sign. 2013 voorziet volledig in mijn behoefte n.v.t. 40% voorziet een groot deel van mijn n.v.t. 45% behoefte Voorziet een klein deel van mijn n.v.t. 15% behoefte Totaal (N) 300 vraag 20. & 21. Rapportcijfer oplossing en afhandeling? Sign. Rapportcijfer oplossing n.v.t. Rapportcijfer afhandeling vraag n.v.t. 2013 6,8 6,7 N 331 388 Blok E: Hulp bij het huishouden vraag 22. Heeft u hulp bij het huishouden? Sign. Ja Totaal (N) 2013 56% 1.724 2012 62% 2013 34% 59% 6% 0% 0% 1% 2012 14% 69% 14% 1% 0% 0% 877 1.168 2.032 2011 87% 2.562 2010 78% 2.778 2011 11% 70% 17% 1% 0% 0% 2.054 2010 10% 68% 19% 2% 1% 1% 1.819 vraag 23. Hoeveel uur per week? 1 tot 2 uur 2 tot 4 uur 4 tot 7 uur 7 tot 10 uur 10 tot 13 uur 13 uur of meer Totaal (N) Sign. + n.s. n.s. vraag 24. Heeft u een persoonsgebonden budget (PGB) voor hulp bij het huishouden? Sign. 2013 2012 2011 PGB n.s. 10% 11% 16% 2010 12% Totaal (N) 872 1.128 1.923 1.703 2013 2012 31% 18% 31% 13% 120 2011 38% 11% 46% 18% 208 2010 34% 15% 40% 24% 115 vraag 25. Waarom gekozen voor PGB? Iemand uit eigen omgeving inhuren Hulp van andere organisatie Hulp zelf kunnen organiseren Andere reden Totaal (N) Sign. n.s. n.s. + 33% 8% 44% 32% 78 59 vraag 26. Manier van inhuren met PGB? Sign. Via een PGB-bemiddelingsbureau n.s. Direct via een zorgaanbieder Ik heb zelf iemand gekozen n.s. Totaal (N) vraag 27. Van welke organisatie hulp bij het huishouden? Sign. Proteion schoon/ thuiszorg De Zorggroep/ Groene kruis n.s. Buurtzorg Nederland + Thuiszorg Helpende Hand n.s. Allerzorg + Familie, vrienden of buren n.s. Zelf ingehuurde/ betaalde hulp n.s. Anders Totaal (N) 2013 12% 29% 59% 78 2012 8% 45% 48% 105 2011 7% 32% 61% 225 2010 11% 44% 45% 125 2013 41% 31% 2% 7% 0% 12% 9% 2% 885 2012 55% 31% 2% 7% 0% 2011 56% 34% 2010 57% 33% 6% 7% 7% 1.055 5% 1857 4% 1746 vraag 28. Tevredenheid over functioneren van organisatie? Telefonische bereikbaarheid Informatievoorziening Vervanging bij ziekte Vervanging van vakantie Wisselingen van medewerkers Keuzemogelijkheden organisaties Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. 94% 90% 78% 75% 82% 90% 93% 92% 85% 86% 83% 95% 93% 93% 85% 83% 83% 95% 93% 91% 82% 81% 82% 95% 585 566 548 541 514 272 vraag 29. Tevredenheid over functioneren van de medewerker? Kwaliteit van schoonmaakwerk Inzet van medewerkers Behandeling met respect Aandacht en interesse medewerkers De hulp die u krijgt van familie, vrienden of buren Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. n.s. n.s. n.s. 94% 96% 98% 98% 93% 96% 99% 98% 94% 97% 99% 98% 94% 97% 98% 98% 843 835 843 839 n.v.t. 84% vraag 30. Rapportcijfer hulp bij het huishouden? Sign. Rapportcijfer hulp bij huishouden n.s. Totaal (N) 60 2013 7,8 854 488 2012 7,8 1.144 2011 7,8 1.998 2010 7,8 1.760 vraag 30. Spreiding rapportcijfer hulp bij het huishouden? Sign. 1 + 2 n.s. 3 4 5 n.s. 6 + 7 n.s. 8 9 n.s. 10 n.s. Totaal (N) 2013 0% 0% 0% 0% 2% 7% 26% 38% 17% 8% 2012 0% 0% 1% 1% 2% 6% 24% 44% 16% 7% 2011 0% 0% 0% 0% 2% 7% 26% 39% 19% 7% 2010 0% 0% 0% 1% 1% 7% 27% 40% 17% 7% 854 1.144 1.998 1.760 Vraag 31 & 32. Hulp huishouden …….? (% geheel of gedeeltelijk samen) Voldoet aan verwachting Voorziet in behoefte Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. n.s. 98% 96% 98% 98% 99% 99% 99% 99% 879 869 Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. - 67% 52% 75% 67% 78% 71% 77% 70% 879 869 Vraag 31 & 32. Hulp huishouden …….? (% geheel) Voldoet aan verwachting Voorziet in behoefte Vraag 31 & 32 Hulp huishouden 2013 Voldoet aan verwachting Voorziet in behoefte Geheel Gedeeltelijk Nauwelijks 78% 71% 22% 28% 1% 1% Helemaal niet 0% 0% Totaal (N) 2013 879 869 Blok F: Ondersteuning zelfstandig wonen vraag 33. Woningaanpassing of woonvoorziening? Sign. Woningaanpassing / woonvoorziening Totaal (N) 61 2013 2012 2011 2010 41% 1.707 45% 1.973 55% 2.451 45% 2.623 vraag 34. Welke woningaanpassing of woonvoorziening? Sign. Traplift + Kleine aanpassing aan of in het huis n.s. Vaste aanpassing in het huis n.s. Hulpmiddelen in huis Onderhoud/ reparatie n.s. Vergoeding sanering woning n.s. Anders n.s. Totaal (N) 2013 8% 32% 16% 16% 5% 0% 2% 2012 7% 34% 16% 19% 5% 0% 2% 2011 17% 79% 34% 48% 6% 0% 5% 2010 19% 68% 65% 61% 7% 1% 4% 1.673 2.167 1.341 1.292 vraag 35. Tevredenheid over woningaanpassing/ woonvoorziening? Dienstverlening leverancier Kwaliteit voorziening Aangebracht door familie etc. Sign. 2013 2012 2011 2010 n.s. n.s. n.v.t 96% 94% 96% 94% 95% 95% 94% 97% 94% Totaal (N) 2013 474 491 187 vraag 36. Verhuiskostenvergoeding? Verhuiskostenvergoeding Sign. + Totaal (N) 2013 8% 2012 6% 2011 6% 2010 6% 1.514 1.925 2.376 2.550 2012 91% 77 2011 89% 132 2010 95% 130 vraag 37. Tevredenheid over hoogte van verhuiskostenvergoeding? Sign. 2013 Hoogte vergoeding n.s. 82% Totaal (N) 91 Blok G: Rolstoel en scootmobiel vraag 38. Rolstoel? Rolstoel Totaal (N) Sign. 2013 2012 2011 2010 - 17% 1.675 19% 2.028 21% 2.425 27% 2.675 vraag 39. Tevredenheid rolstoel? Dienstverlening van leverancier Kwaliteit rolstoel Keuzemogelijkheden assortiment Sign. 2013 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 n.s. n.s. n.s. 93% 86% 77% 92% 90% 79% 93% 88% 80% 94% 88% 79% 246 254 166 62 vraag 40. Scootmobiel? Sign. n.s. n.s. Ja, ik heb een persoonlijke Ja, samen met anderen Nee Totaal (N) 2013 18% 0% 82% 1.673 2012 20% 2011 23% 2010 29% 80% 2.024 77% 2.462 71% 2.707 vraag 41. Tevredenheid scootmobiel? Dienstverlening leverancier Instructies Kwaliteit scootmobiel Keuzemogelijkheid uit assortiment Collectief gebruik/ privé Sign. 2013 2012 2011 2010 n.s. n.s. n.s. n.s. n.v.t. 95% 95% 86% 70% 94% 91% 94% 85% 68% 94% 95% 87% 72% 93% 94% 86% 70% Totaal (N) 2013 246 251 247 179 172 Blok H: Maaltijdvoorziening vraag 42. Gebruik maaltijdvoorziening? Ja Ja, tijdelijk Nee Sign. 2013 2012 2011 2010 + n.s. n.s. 8% 1% 91% 7% 1% 91% 11% 1% 88% 11% 1% 88% 1.734 2.035 2.505 2.799 2013 43% 3% 5% 2% 2% 1% 3% 1% 0% 4% 10% 8% 2% 11% 7% 2012 49% 8% 4% 3% 1% 1% 1% 1% 1% 4% 7% 4% 3% 12% 12% 2011 50% 7% 5% 2% 2010 32% 9% 4% 2% 1% 6% 2% 3% 7% 8% 5% 2% 12% 67% 4% 4% 9% 14% 131 160 267 295 Totaal (N) vraag 43. Welke locatie? maaltijdservice Noord-Limburg Beerendonck (Venlo-Centrum) Meeuwbeemd (Venlo-Noord) Sinselhof (Venlo-Zuid) Park Rijnbeek (Venlo) Onder de Wieën (Blerick) Hazenkamp (Blerick) Zonneveld (Blerick) Martinushof (Tegelen) De Bongerd De Nieuwe Munt (Tegelen) 't Pronk Eppelke Woonzorgcomplex Rozenhof (Velden) Andere maaltijdservice aan huis Ergens anders Sign. n.s. n.s. + n.s. + n.s. n.s. + + n.s. - Totaal (N) 63 vraag 44. Waarom géén maaltijdvoorziening? Sign. Ik of iemand in mijn huishouden kookt n.s. Iemand uit mijn omgeving kookt voor me Wist niet dat dit er is n.s. Weet niet hoe ik dat moet aanvragen n.s. Heb hier geen behoefte aan n.s. Andere reden + Totaal (N) 2013 64% 2012 65% 2011 64% 2010 68% 6% 7% 9% 1% 1% 23% 6% 1.453 1% 1% 21% 5% 1.609 1% 1% 20% 6% 1.784 1% 1% 22% 8% 2.252 Sign. n.s. 2013 21% 1.725 2012 20% 2.057 2011 20% 2.514 2010 21% 2.746 Sign. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2013 46% 28% 6% 11% 8% 1% 366 Sign. n.s. n.s. n.s. n.s. + 2013 35% 8% 27% 20% 9% 357 2012 42% 7% 26% 22% 4% 388 2011 39% 7% 32% 18% 4% 484 2010 36% 37% 18% 9% 552 Blok I: Dagvoorziening vraag 45. Dagvoorziening? Dagvoorziening Totaal (N) vraag 46. Hoe vaak gaat u hier naartoe? Meerdere keren per week Een keer per week Meerdere keren per maand Een keer per maand Enkele keren per jaar Een keer per jaar of minder Totaal (N) vraag 47. Reden voor gebruik? sociale contacten te onderhouden mijn partner te ontlasten onder de mensen te zijn er even uit te zijn andere reden Totaal (N) 64 vraag 48. Reden géén gebruik? Sign. n.s. n.s. - weet niet waar ’n dagvoorziening is Er is geen dagvoorziening in de buurt Ik kan niet bij dagvoorziening komen Ik kan er niet heen wegens ziekte De activiteiten staan me niet aan De activiteiten zijn niet voor mijn doelgroep Ik heb hier geen tijd voor Ik heb hier geen behoefte aan Andere reden Totaal (N) n.s. n.s. - 2013 3% 1% 2% 4% 2% 2012 4% 1% 2% 5% 4% 3% 4% 4% 73% 7% 1.212 4% 69% 8% 1.462 2011 2% 1% 3% 2010 2% 1% 4% 3% 3% 80% 10% 1.725 75% 17% 1.998 Blok J: Vervoersvoorziening vraag 49. Heeft u een Wmo-vervoerspas? Sign. Wmo-vervoerspas n.s. Totaal (N) 2013 70% 1.768 2012 69% 2.121 2011 65% 2.506 vraag 50. regiotaxi of openbaar vervoer? Sign. Regiotaxi én gratis OV n.s. Alleen regiotaxi Alleen OV + Geen van beide n.s. Totaal (N) 2013 50% 29% 16% 5% 1.166 2012 50% 37% 9% 5% 1.393 2011 40% 41% 8% 11% 2.506 vraag 51. Hoe tevreden over regiotaxi? Gemak bestellen Contact centrale Wachttijden ophalen Behulpzaamheid chauffeur Omrijtijden Te bereizen afstand Ritprijs klachtenafhandeling Sign. 2013 2012 2011 2010 n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. 97% 96% 81% 95% 68% 86% 96% 80% 97% 96% 79% 95% 70% 86% 96% 76% 95% 94% 69% 91% 55% 84% 96% 91% 91% 60% 90% 50% 78% 97% 65 Totaal (N) 2013 837 816 799 802 729 747 802 329 vraag 52. Ontvangt u een tegemoetkoming in vervoerskosten? Sign. 2013 Tegemoetkoming vervoerskosten 2% Totaal (N) 1.641 2012 10% 1.972 2011 21% 2.410 2010 24% 2.605 vraag 53. Tevredenheid hoogte vervoerskosten? Sign. Hoogte vervoerskosten n.s. Totaal (N) 2013 84% 64 2012 86% 160 2011 93% 459 2010 95% 461 vraag 54. Rapportcijfer vervoersvoorziening? Sign. Rapportcijfer n.s. Totaal (N) 2013 7,3 1.007 2012 7,3 1.237 2011 7,1 1.201 2010 6,9 1.257 vraag 54. Spreiding rapportcijfer vervoersvoorziening? Sign. 1 n.s. 2 n.s. 3 4 n.s. 5 + 6 n.s. 7 n.s. 8 n.s. 9 n.s. 10 + 2013 1% 0% 0% 1% 4% 11% 36% 37% 7% 4% 2012 0% 0% 1% 1% 3% 12% 37% 36% 7% 3% 2011 0% 0% 1% 1% 5% 18% 40% 29% 5% 1% 2010 0% 0% 1% 3% 7% 21% 39% 23% 4% 2% Totaal (N) 1.007 1.237 1.201 1.257 2013 52% 2012 52% 1.659 2.013 2011 57% 2.436 2010 59% 2.719 2013 80% 20% 2012 78% 22% 856 1.049 2011 78% 22% 1.393 2010 83% 17% 1.602 Blok K: Mantelzorg vraag 55. Mantelzorg? Mantelzorg Totaal (N) Sign. n.s. vraag 56a: Huishoudelijke hulp? Wel huishoudelijke hulp Geen huishoudelijke hulp N totaal Sign. n.s. n.s. 66 vraag 56a: Huishoudelijke hulp van? 1.049 2011 64% 30% 8% 7% 6% 1.091 2010 52% 39% 9% 13% 6% 1.322 2013 32% 68% 2012 31% 69% 2011 31% 69% 2010 39% 61% N totaal 856 1.049 1.393 1.602 vraag 56b: Persoonlijke verzorging van..? Sign. Inwonende gezinsleden/huisgenoten n.s. Anders + Familie (niet inwonend) Kennissen/vrienden (niet inwonend) Buren (geen familie) n.s. 2013 62% 25% 17% 1% 1% 2012 61% 19% 24% 3% 1% 2011 45% 31% 26% 3% 1% 2010 52% 37% 19% 3% 1% Totaal (N) 270 329 435 623 Sign. n.s. + 2013 72% 28% 685 2012 77% 23% 1.049 2011 77% 23% 1.393 2010 79% 21% 1.602 Sign. n.s. n.s. + - 2013 58% 34% 4% 6% 0% 2012 61% 34% 5% 3% 2% 2011 73% 23% 4% 3% 1% 2010 62% 32% 5% 5% 1% 617 806 1.079 1.263 Familie (niet inwonend) Inwonende gezinsleden/huisgenoten Kennissen/vrienden (niet inwonend) Anders Buren (geen familie) Totaal (N) Sign. n.s. n.s. n.s. + - 2013 45% 46% 9% 8% 4% 2012 50% 42% 9% 6% 5% 682 vraag 56b: Persoonlijke verzorging? Wel persoonlijke verzorging Geen persoonlijke verzorging Sign. n.s. n.s. vraag 56c: Administratieve hulp? Wel administratieve hulp Geen administratieve hulp N totaal vraag 56c: Administratieve hulp van..? Familie (niet inwonend) Inwonende gezinsleden/huisgenoten Kennissen/vrienden (niet inwonend) Anders Buren (geen familie) Totaal (N) 67 vraag 56d: Begeleiden sociale activiteiten hulp? Sign. Wel begeleiding n.v.t. Geen begeleiding n.v.t. N totaal 2013 60% 40% 856 vraag 56d: Begeleiden sociale activiteiten hulp? Sign. Familie (niet inwonend) n.v.t. Inwonende gezinsleden/huisgenoten n.v.t. Kennissen/vrienden (niet inwonend) n.v.t. Anders n.v.t. Buren (geen familie) n.v.t. 2013 49% 42% 8% 8% 2% Totaal (N) 515 vraag 57. In hoeverre door mantelzorg geholpen om zelfstandig te blijven wonen? Sign. 2013 2012 Voorziet in totale behoefte n.s. 40% 36% Voorziet in groot deel behoefte n.s. 35% 34% Voorziet in klein deel behoefte 24% 31% Totaal (N) 758 935 vraag 58. Waarom geen mantelzorg? 2012 66% 11% 6% 4% 4% 5% 2% 11% 12% 964 2011 77% 14% 7% 6% 4% 6% 3% 2010 80% 5% 3% 2% 2% 4% 1% Totaal (N) 2013 74% 12% 5% 4% 3% 3% 2% 12% 11% 756 896 1.245 vraag 59. Zou u mantelzorg kunnen krijgen indien nodig? Sign. Ja, zeker Ja, waarschijnlijk wel Nee, waarschijnlijk niet n.s. Nee, zeker niet + Weet niet, geen mening + Totaal (N) 2013 17% 21% 24% 19% 20% 1.723 2012 22% 23% 23% 17% 15% 2.072 2011 14% 18% 27% 26% 16% 1.024 2010 18% 17% 26% 24% 15% 882 Heb ik (nog) niet nodig Wonen te ver weg Geen contact met mensen in omgeving Ken niemand die me die hulp kan geven Durf daar niet om te vragen Anders Wil het niet of heeft er geen tijd voor Kennissen zijn zelf oud/hulpbehoevend Hebben geen tijd (werk/kleine kinderen) Sign. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. 68 Blok L: Zelfredzaamheid/ meedoen in de maatschappij vraag 60 en 61: In hoeverre draagt uw ondersteuning bij aan: 2013 Sign. 2012 2011 2010 Totaal (N) 2013 Zelfstandig wonen Meedoen in de maatschappij 89% 76% 92% 81% 91% 81% 1.164 1.062 n.s. n.s. 86% 73% Blok M: Gemeentelijke informatiebronnen vraag 62: Meest gebruikte informatiekanalen? Sign. n.s. De Trompetter/E3 journaal + Dagblad de Limburger n.s. Lokale radio/tv Folders/ informatiekrant van gemeente n.s. Gemeentegids Buren/kennissen/familie Kabelkrant n.s. Internet www.venlo.nl + Anders Medewerker van de gemeente Venlo + Voorlichtings- of inspraakbijeenkomsten + Wmo-forum/Wmo-raad Ik houd mezelf niet op de hoogte Totaal (N) 2013 2012 66% 48% 35% 23% 21% 16% 10% 11% 6% x 2% 3% 6% 1.735 61% 40% 33% 27% 22% 18% 11% 11% 2% 2% 1% 2% 8% 2.167 2013 1% 1% 12% 14% 53% 20% 1.793 2011 64% 2010 63% 36% 29% 23% 24% 14% 7% 3% 2% 1% 1% 10% 2.625 39% 32% 26% 25% 14% 7% 4% 2% 2% 1% 11% 2.839 2012 1% 1% 15% 18% 2011 1% 1% 14% 17% 2010 1% 1% 16% 20% 64% 67% 62% 2.108 2.575 2.800 Blok N: Achtergrondkenmerken respondenten vraag 63. Leeftijd? 17 jaar of jonger 18-34 jaar 35-64 jaar 65-74 jaar 75-84 jaar 85 jaar en ouder Totaal (N) Sign. n.s. n.s. - 69 vraag 64. Woonsituatie? Alleenstaand Samenwonend zonder kinderen Samenwonend met kinderen Alleenstaand met kind(eren) Inwonend bij ouder(s) Inwonend bij anderen Anders Totaal (N) Sign. + n.s. n.s. n.s. 2013 2012 48% 44% 3% 1% 1% 0% 2% 1.572 59% 32% 3% 2% 2% 0% 2% 2.113 Sign. + n.s. 2013 2012 33% 67% 1.771 30% 70% 2.107 Sign. n.s. n.s. n.s. n.s. 2013 2012 86% 10% 0% 1% 4% 1.754 86% 10% 1% 1% 4% 2.104 Sign. n.s. n.s. n.s. + 2013 39% 27% 27% 8% 1.772 2012 40% 27% 26% 7% 2.100 2011 40% 28% 26% 7% 2.589 2010 40% 28% 26% 7% 2.795 Sign. n.s. n.s. n.s. 2013 64% 30% 4% 2% 1.777 2012 61% 33% 4% 2% 2.123 2011 58% 35% 5% 2% 2.599 2010 55% 36% 6% 3% 2.813 2011 65% 28% 2% 2% 1% 0% 1% 2.577 2010 58% 31% 3% 2% 2% 1% 3% 2.795 2011 27% 73% 2.568 2010 29% 72% 2.657 2011 89% 8% 0% 1% 3% 2.571 2010 87% 9% 0% 1% 3% 2.780 vraag 65. Bent u man of vrouw? Man Vrouw Totaal (N) vraag 66. Etniciteit? Autochtoon Duits Marokkaans Turks Overig Totaal (N) vraag 67. Stadsdeel? Venlo Blerick Tegelen/ Belfeld Arcen/ Velden Totaal (N) vraag 68. Hulp gehad bij invullen? Nee Ja, van familie/ vriend Ja, van hulpverlener Ja, van iemand anders Totaal (N) 70 Bijlage II: Open antwoorden In deze bijlage staan alle open antwoorden die klanten hebben gegeven. Wanneer een antwoord meerdere keren is gegeven staat dit aantal er tussen haakjes achter. Vraag 10: Waar heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? Anders namelijk… Begeleiding woongroep Bij de gemeente pgb Bij de gemeente maar wat ik graag wilde werd niet meer vergoed door de gemeente het ging om opsta beugels. Badkamer toilet. En ondersteuning bij modetijden wordt ook niet meer vergoed. Bij de gemeente Venlo (2x) Bij de ondersteuner van stichting dichterbij Bij de regiotaxi Bij gemeente voor meer bij de huishouding Bij gezinshulp thuiszorg per telefoon Bij moviton Bij Proteion thuiszorg Cis Ciz (4x) Ciz ivm regio taxi Ergo Fact Geen. Gemeente (3x) Gemeente > valys Gemeente rolstoel Gemeente Venlo deeltijd taxi Gemeente Venlo, moviton Gemeente Venlo. Gemeente voor een wasmachine Geregeld via ziekenhuis viecuri Ggz/viecuri Groene kruis (2x) Heb de vraag niet zelf ingediend heb betrof in herindicatie initiatief lag dus bij gemeente Her indicatie dan gemeente Venlo Ik heb het niet ingediend maar ik heb wel hulp nodig. Ik weet niet dat ik een aanvraag heb gedaan Naam weet ik niet Niet Nog nooit hulpen vraag ingediend Nooit (3x) Onbekend, kan ik niet van herinneren, zou niet weten wat dat geweest zou moeten zijn. PGB Pit verpleegkundige Proteion Proteion Revalidatieafdeling. Schoolvervoer SGL stichting gehandicapte Limburg ambulante begeleiding Telefonisch bij het cjz Thuishulp Thuiszorg Thuiszorg. 71 Via het ziekenhuis Venlo > Proteion Via moviton Via parkinson verpleegkundige vie curie met ergotherapeut zorggroep Via Proteion en ciz Via revalidatie ergo therapie viecurie Via ziekenhuis Via ziekenhuis vie curie alle zorg Visid Vvv Venlo Vvv Venlo Valys Weet ik niet Weet ik niet meer. Weet niet meer Wmo gemeente Wmo uitbreiding zorg + alarmdienst Wmo via gemeente betr. Gratis vervoer voor 75+ Ziekenhuis Zorggroep (2x) Zorggroep (bij dementie) Zorgkantoor Vraag 11: Om welke reden heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? Anders, namelijk… 2x geopereerd aan mijn re hand- kon geen auto rijden. Aanpassing aan rolstoel en bed Aanpassing elektrische rolstoel Aanpassing scootmobiel, dubbele bediening Aanvraag bedlift Aanvraag driewieler Aanvraag om bad eruit Aanvraag til - lift; is inmiddels verstrekt Afstand en geen mogelijkheid openbaar vervoer. Als ondersteuning van mijn man Dagopvang persoonlijke verzorging Door een verwoning in de oorlog. Ben ik neergeschoten, in mijn rechter oksel, vandaar de hulp Extra uren voor hulp in huis Geen geld Geen. Geïnformeerd na meer huishoudelijke hulp i.v.m. grote operatie Gevallen. Hart operatie. Her indicatie gemeente Venlo Herindicatie voor begeleiding aan huis i.v.m. mijn verstandelijke beperking Herziening Het aantrekken van steunkousen Het druppelen van mijn oog. Hoge wc. Huishoudelijke hulp. Wasverzorging. Verzorging maaltijden rolstoel. Hulp bij het oog druppelen Hulp bij insuline toedienen. Structuur nodig. Stimuleren, lopen a.d.l. Hulp bij med. nemen 72 Hulp in woning (die nog niet mogelijk is) Hulp nodig bij huishoudelijke werkzaamheden Hulp van mensana I.v.m. slechte mobiliteit partner I.v.m. tijdelijk uitvallen echtgenoot. (na operatie) Ik dacht recht te hebben op regio taxi dus heb t aangevraagd Ik heb hulp van Proteion schoon Ik kan nu mijn huishouden wel voeren Indien nodig 2x in de week verpleeghulp groene kruis Invalide parkeerkaart + plaats Invalidekaart verlengen Kan niet meer fietsen kan niet lang zitten. Niet bukken i.v.m. spondylodeze Kon niet meer lopen Lenen douche - stoel Lichamelijke klachten Lichamelijke klachten en leeftijd Lichamelijke verzorging na operatie Macula degeneratie (lees monitor) N.v.t. Na een buikoperatie zes weken hulp in de huishouding Na ziekenhuisopname vanwege hart / longproblemen en zuurstofgebrek hulp nodig bij verzorging Nieuwe aanvraag voor aangepaste sta-op stoel via AWBZ. Nooit Om een vloerbedekking en gordijnen. Voor de slaapkamer Om informatie betr. Dementie echtgenoot Omdat mijn medezuster naar 't ziekenhuis moest voor 'n operatie. En ik niet alléén meer kan wonen. Omdat mijn rolstoel te hoog is, kan ik zelf niet meer alleen uit de rolstoel overstappen. Omgaan met geld Oogdruppels Op advies van psychiater rgg voor partner en mij ter ondersteuning Operatie hart Operatie i.v.m. borst kanker Overgewicht. Moet aangepast speullen. Persoonlijke verzorging Persoonlijke zorg alarmdienst Problemen met in donker rijden Regiotaxi. Regiotaxipas v.n.t bereiken van 75 jaar telefonisch Rolstoel in huis Rolstoel vanwege evenwicht stoornis Scootmobiel Thuis wonen/verzorging voor ouder gaat niet meer. Thuiszorg nodig Thuiszorg omgezet in PGB Tijdelijke hulpvraag brood maaltijden verzorger Tweede accu aangevraagd om met 3 - wiel - fiets langere afstanden te kunnen rijden. Uit het ziekenhuis persoonlijke verzorging Uitbreiding dagbesteding 73 Verhuizing Verkeerde aanpassing. Lichamelijke achteruitgang. Defecte rolstoel. Verlenning regio taxi aanpassing aan 3 wiel fiets goedkeuring waar te mogen fietsen Verstandelijk beperkt Vervang hulpmiddel Vervangende scootmobiel Vervanging driewielfiets wegens afkeuring van de vorige. Vervoer Voor de persoonlijke verzorging. Voor mijn partner Voor steunkousen Vrij vervoer op grond v leeftijd 75+ Vanwege mijn verstandelijke beperking Weet ik niet meer Wil naar Beerendonck Wilde de traplift behouden na overlijden partner omdat ik deze zelf gebruik. Wondverzorging + tijdelijke lichamelijke verzorging. Ziekte longkanker Ziekte van mijn man Zit in zorgwoning wzv woning zorggroep Vraag 19: In hoeverre bent u geholpen door de oplossingen, die met u zijn afgesproken naar aanleiding van uw hulpvraag? Voorziet in een klein deel van mijn behoefte aan hulp; namelijk omdat niet voorzien wordt in mijn behoefte aan:….. Aanpassing in huis Alleen af en toe een gesprekje. En beetje met poetsen. Begeleiding met mijn man. De geboden tijd is te kort. Waardoor maar de helft wordt gedaan. Dit is zowel voor mij als voor mijn man zeer slecht. Door de mantelzorger c.q. bewindvoerder de rest voor mij wordt geregeld ik ben nl. Analfabeet. Er moet steeds een uur tussen de , heen en terugrit zitten (dat is erg vervelend) en ik kom door de omrijtijd vaak veel te vroeg. Er wordt niet geluisterd zelfs al je aangeeft contact op te nemen met huisarts word niks mee gedaan. Extra schoonmaak in verband met zware darmkanker operatie- ileostoma. Erg vies allemaal ben ernstig ziek. Gratis busvervoer. Meer hulp nodig in huishouding was vier uur nu drie uur is te weinig. Grote van huis. Bijna alles komt op mijn partner neer. Had eerst 4 uur hulp, krijg er nu 2 uur per week en aangezien in maart nieuwe heup krijg, is dat veel te weinig. Heb nu een leenfiets (niet op maat) de voor mij uitgezochte nieuwe fiets voldoet op een aantal punten niet aan mijn wensen. Is op dit moment ook weer retour leverancier. Het terugnemen van zorguren Het zelfstandig blijven koken (in verband open vuur) dit moet zelf gedaan worden. Huiselijkheid en gezelligheid omdat ik opgenomen ben op de horstgraaf in Venlo HUISHOUDELIJKE HULP (2x) Huishoudelijke hulp 2 uur te weinig Hulp in huishouding Hulp kan onmogelijk in 2.45 uur het echte werk doen 74 Ik heb geen huishoudelijke hulp. Alleen een traplift. Ik heb meer behoefte aan hulp. Kan bepaalde huishoudelijke zaken niet zelf doen Meer hulp Meer hulp bij wasgoed. Kleding enz. Mijn mobiliteit Naar mijn mening is de hulp die wij krijgen goed maar aan de matige kant wat uren betreft Poets werken. Boodschappen halen. Begeleiding met vervoer en andere dingen. Ramen wassen- badkamer wc. Schoon en leefbare gehele woning. Ruimtes worden niet meegeteld in besluit vorming ( bv. Kelder, logeerkamer) als of daar nooit schoongemaakt hoeft te worden. Situatie oudenkamp naar dnm is gewijzigd hierdoor andere eisen aan rolstoel Sociaal meer doen, bv dood gewoon samen fietsen enz. Kilometers 22 km veel te lang levert bij oversteken e.d. gevaar op. Te duur Te weinig uren per week? Tijd volgens zorgzwaarte pakket die nodig is voor de persoonlijke verzorging. Tijd is gewoon te krap. Tijdsduur Voor langere tijd Vreemde redenering onsamenhangend Weer ingenomen. Vraag 27: Van wie of van welke organisatie krijgt u hulp bij het huishouden? Anders, namelijk… Alarm tv Proteion Alfa Alfa hulp (Proteion) Alpha Buurtdiensten De pro-deo bewindvoerder. Dochters Groene kruis Helpende hand Ignis. Medewerker dichterbij. (huishoudelijke) Partner (2x) Schoonmaakbedrijf SGL stichting gehandicapte Limburg SGL stichting gehandicaptenzorg Limburg Stichting Daelzicht Stichting thuiszorg helpende hand. (was alfahulp) Van mijn partner Wonen met zorg. Vraag 34: Welke woningaanpassing of woonvoorziening heeft u? Aanleun appartement Alarm met zorgcentrale Alles gelijkvloers (2x) 75 Bij lift en voor de deur voor rollator Deur verbreding Door de kinderen geregeld Douche Douche aangepast. Douche en slaapkamer onder. Draaikraan in keuken, toilet en badkamer Geen doucherolstoel, geen nieuwe vloerbedekking. Geleidelijke afloop toegang woning Gelijkvloers, Aansluiting scootmobiel, inloopdouche, verhoogd toilet Handgreep bij voordeur i.v.m. trapje extra deurbel camera speciale telefoon grote cijfers rolstoel talud achter om rollator. Ik heb alles zelf moeten betalen , andere doet niet veel voor zijn kinderen. Ik woon in een bejaardenhuis Ik woon in huis met begeleid wonen Daelzicht Oprit voordeur i.v.m. rollator Schuifdeuren overigens alles zelf betaald! Schuifladen op rollers in de keuken . Zelf moeten betalen door woningbeheerder Slaap + badkamer begane grond Trapleuning (2x) Verhoogd toilet onder + boven Verhuisd naar aangepaste woning bejaardenhuis Verlaagde douchebak, hoge toilet, verhoogde ramp (viaders Voordeur voorziening en sta-op stoel. Woning van de zorggroep is oké Woon 5e etage- lift gaat maar tot etage 4. In toekomst zal traplift noodzakelijk zijn. Woon in woonzorgcomplex Wozoco Zat er al in van de vorige bewoner Vraag 43: Bij welke instelling maakt u gebruik van de maaltijdvoorziening? Andere maaltijdservice aan huis, namelijk… Apetito (2x) Apetitto Culivite De karbinder De keuken van Limburg De maaltijd service De maaltijd service Venray Koel en vries maaltijd service Maaltijd -service Maaltijdservice Minuutje Minuutje menuutje Ruysdonck Vuli vite Vraag 43: Bij welke instelling maakt u gebruik van de maaltijdvoorziening? Andere locatie, namelijk… Dagverzorging Ruysdonck 76 De maaltijd service3 De Ruysdonck 3x p.w. De witte steen Horstgraaf Venlo Keizershof Slagerij "de karbinder” Vraag 44: Waarom maakt u geen gebruik van een maaltijdvoorziening? Anders, namelijk… 2x van Harte Resto, 3x bij vriendin, 2x makkelijke of kant-en-klaar maaltijd van Lidl. Aangepaste voeding / problemen met water Allergie kleurstoffen + conserveringsmiddelen Ben niet hulpbehoevend Beerendonck De kinderen zorgen voor magnetron maaltijden voor ons of koken voor ons Dochter of ik doe het zelf. Doe 't zelf nog Doe het zelf Doe ik zelf Doe ik zelf boodschappen worden thuis gebracht Dtv verzorgingshuis En mijn dagen dat ik te ziek ben om te koken dan eten we een boterham Geen behoefte, was maar voor 6 weken. Geen biologische keuzemenu Haal bij de supermarkt wel vaak maaltijd voorziening Haal kant en klaar maaltijden bij de supermarkt of kinderen brengen wat Heb nog geen behoefte aan Heb uitgebreid dieet + voedsel intolerantie dus kan en klare maaltijd is geen optie. Ik ben bang dat het duur voor mij is. Ik bezoek de dagverzorging Ik kan 't nog zelf Ik kook altijd zelf IK KOOK ZELF (4x) Ik kook zelf! Ik koop voorraad maaltijden voor de magnetron een week vooruit. Ik krijg mijn maaltijd binnen de voorziening Ik verzorg graag zelf voor het eten Ik wist niet dat dit er is. Ik heb hier van nog nooit van gehoord. Ik woon bij mijn ouders Ik woon binnen dichterbij Ik zelf Ik zelf kook Is mij te duur Is te duur Kan gelukkig nog alles zelf. Kan het nog redelijk zelf Kan het nog zelf KAN IK NIET BETALEN (2x) Kind 6 jr. woon bij ouders Koelvers supermarkt. 77 Koken zelf. Kook altijd zelf. Kook lang niet iedere dag. KOOK ZELF (4x) Kook zelf af en toe! Kook zelf nog Kwaliteit is erg slecht Mijn echtgenoot zorgt er voor Mijn moeder zorgt voor warme maaltijd MIJN VROUW (2x) Mijn vrouw doet huishouden MIJN VROUW KOOKT (2x) Moeder de vrouw kookt zelf Mw. heeft eetproblemen N.v.t. Niet nodig Omdat ik zelf kook Omdat ik nog thuis woon Partner Probeer het nog zelf te doen. Samen met echtgenoot verzorg ik de maaltijd Slechte kwaliteit Soms (bij ziekte / verergering klachten maaltijdservice. Eten bij zoon / dochter. Soms kook ik zelf. Stichting Daelzicht Te duur. Veel te druk en geen smaak Veel te duur allemaal, eigen bijdrage wmo al heel hoog, er wordt niet gekeken naar de lasten van iemand Verzorg zelf mijn maaltijden Verzorgingstehuis Vies! Was niet lekker en 1 keer zat er glas in. Soms zorgt dochter voor de maaltijd Wij koken zelf Woon bij ouders Woon in een groepswoning Woon in verpleeghuis Woon in verzorgingshuis Woon nog thuis bij mijn ouders Woon op een woongroep hier wordt dit geregeld Woont instelling daar word gekookt Zelfstandig Zit op verpleegafdeling iris in de Beerendonck Vraag 47: Wat is de voornaamste reden om naar een dagvoorziening te gaan? Anders, namelijk… Activiteiten spreken me aan Ben vrijwilliger Hazelkamp 1 middag per week films samen verder (voor nah) SGL Baarlo activiteiten passend bij mijn beperking n.a.h. Ben zelf vrijwilliger 78 Bezigheid en afleiding Biljarten Bleef afvallen Bridgen Computerhulp Dagbesteding therapie fysio en logopedie De aangeboden activiteiten Heb een dagbesteding Het is meer dag opvang Ik ben nov. Van het rbo bestuur en lid v.d. muziek verenging Informatie Interessante en leuke activiteiten bij kbo KAARTEN (2x) KIENEN (2x) Lekkere koffie hebben ze Meeuwbeemd Leren computeren Om een zinvolle dagbesteding te hebben Om mijn kinderen te ontlasten Om te biljarten Om vereenzaming te voor komen. Samen knutselen h. V/d wijk-oost. Therapie, somatische dagbeh. Vereenzaming tegen te gaan Voor de gezelligheid Warme maaltijd Werk daar als vrijwilligster Vraag 48: Waarom maakt u geen gebruik van een dagvoorziening? Anders, namelijk… Activiteiten in huis en Beerendonck Ben aangesloten bij verenigingen Ben bij een naaiclubje eenmaal per week dat is voldoende Ben er nog niet aan toe. Ben fit genoeg. Heb eigen clubjes kbo, fietsen enz. Ben jaren actief geweest bij de hoepel Ben nog zeer mobiel Ben zelf nog zelfstandig genoeg + genoeg contacten Blijf thuis bij partner geen behoefte CVA Dit heb ik (nog!) Niet nodig Doe andere activiteiten Doe zelf nog vrijwilligerswerk. Doelgroepactiviteiten zijn niet leuk Door lichamelijke klachten Drukke bezigheden Ga naar mijn vrouw, daar activiteiten Ga niet alleen ergens naar toe Ga nog met m'n man joetsen als 't goed weer is Geen aandacht aangegeven Geen indicatie v CIZ 79 Geen interesse Gestopt met actieve hobby's in 2014 wegens leeftijd Heb dagelijks therapie Heb eigen aangepaste bezigheden Heb mijn dagbesteding binnen dichterbij Heb veel vrienden en krijg veel bezoek Ik ben 52 en werkzaam bij de WAA Ik ben slechtziend Ik doe al die feesten niet en heb allergieën en een streng dieet Ik ga met de bus naar mijn vriendinnen thuis Ik heb m'n eigen activiteiten in huis Ik heb mijn echtgenoot nog Ik leef in kloostergemeenschap Ik werk full time Ik wil zelfstandig blijven zolang het gaat Indicatie afgewezen! IS NOG NIET NODIG (2x) Jong meid moet naar school gaan. Kan de drukte niet meer aan Kan er niet komen! I.v.m. ziekte Kan mijn vrouw niet alleen laten. Kan niet zo goed zien en blijf graag thuis. Kind 6 jr. Meerdere malen ziek per week. En lig dan op bed. N.v.t. Nierpatiënt 3x dialyse p. Week Niet passend bij mijn manier van leven en waardigheid Nog geen behoefte aan Nog gen behoefte, rouw Nog niet Nog niet! Onderneem zelf nog van alles en krijg regelmatig bezoek Ontmoetingsruimte flat Op dit moment ben ik er nog niet aan toe Regel nog alles zelf. Samen er op uit Slechte algehele conditie leeftijd 94 Slechthorendheid Te oud en te gauw moe Verblijf in een verzorgingshuis Verzorgingstehuis Voldoende hobby's Vraag me af of er wel dingen te doen zijn voor mijn leeftijd. We zijn als echtpaar nog niet aan toe. Weet er te weinig van Weet ik niet Wel gehad maar bleek nog te goed te zijn. Wij sporten 3x per week onder begeleiding Wij zijn nog samen en kunnen ons nog zelf redden 80 Wil er niet de hele dag naar toe. Wil mij tijd zelf indelen Woon in verpleeghuis Wordt aan gewerkt, staat op de lijst kan binnenkort beginnen Zelf nog genoeg bezigheden Vraag 58: Waarom ontvangt u geen mantelzorg van iemand uit uw omgeving? Anders, namelijk… Aanvraag in behandeling Ben 43 kan me nog goed zelf redden! Ben helemaal alleen, geen kinderen Ben van een grote woning met tuin naar een flat gegaan in 2012 de kinderen helpen als nodig is Dit doet mijn vrouw Doe een beetje zelf Heb veel hulp van mijn man Ik ben tevreden met die verzorging, die ik door mijn medezuster ontvang Ik verblijf in een verzorgingshuis Ik woon in een verzorgingshuis Ik woon in een zelfstandig wooncomplex. Ik krijg hulp op afroep van verzorgende personeel. Ik woon in een zorginstelling Ik woon onder 24-uurs zorg. Mijn ouders en familie staan wel altijd voor mij klaar Ik word wel geholpen met de boodschappen. Indien nodig verekering Irak Instabiele personen wegens verslaving kan ik niet gebruiken maar het hebben van MS en wegens bezuiniging zijn veel zaken moeilijk goed te regelen Intramurale zorg Kind 6 jr. Woon bij ouders Mijn eigen kinderen Mijn man doet alles Mijn zussen zijn zelf ziek Niet nodig, was maar voor 6 weken aangewezen op hulp i.v.m. operatie. Woon in verpleeghuis. Mijn dochter verzorgt. Mijn administratie en de was en kleding Vraag 62: Hoe houdt u zich vooral op de hoogte van informatie van de gemeente? Op een andere manier namelijk… "Mond op mond" Actief zelf hier mee bezig zijn Alles navragen. Als ik info nodig heb google ik, heb een nee - nee sticker op de deur Ben niet in staat om informatie te halen + lezen Bieb Venlo Dagvoorziening Door familie Dorps krantje Gemeentelijke dingen alles moet maar per internet!!! Voor ouderen? Het klokje Ik luister naar wat mijn medezuster mij verteld. Kan niet lezen Kbo afdeling Venlo 81 Krant tv Los Mijn overheid.nl Nestor Onderlinge contacten b.v. op de dagverzorging en eventueel tv. Slechte bezorging e3 is vervelend ben vaak niet op de hoogte van de nieuwsheden. Social media Stichting mee Tegels krant Tegelse courant Tegelse krant Tegelse krant Via 't pronkappelke Via echtgenote. Via ergo therapeut van Dina. Via mijn echtgenoot Via mijn persoonlijk begeleidster van SGL Via mijn vrouw Vragen aan anderen o.a. mantelzorg Vrijwilligerswerk, kennissen Weinig. De site is onduidelijk. Krijg een gemeente info kranten t.v. hebben we niet. Wetgeving en patiëntenvereniging Woon in verpleeghuis Vraag 64: Welke thuissituatie is (het meest) op u van toepassing? Anders namelijk… 'n dubbele woongemeenschap Beerendonck. Begeleid wonen Binnen een woongroep met 24-uurs begeleiding De vorstenheuvel Echtgenoot geriatrisch instelling van Gogh in Venray. Echtgenoot in zorgcentrum (alzheimer) Getrouwd Ik ben inwonend bij mijn zoon Ik leeft in een kloostergemeenschap Ik verblijf in een verzorgingshuis Ik woon alleen Ik woon begeleid zelfstandig Ik woon binnen een woonvoorziening van dichterbij Ik woon in een aanleunwoning bij mijn zoon Ik woon in een verzorgingsinstelling Ik woon in een verzorgingshuis Ik woon in een verzorgingstehuis Ik woon in een zelfstandig woonvorm > begeleid Ik woon in een zorg appartement van de zorggroep Ik woon in een zorginstelling Ik woon met een medezuster samen in een woning. Ik woon met mijn vrouw alleen Ik woon onder 24-uurs zorg 82 Ik woon op een woongroep met 24-uurs begeleiding Ik woon samen met oudere zus Ik woon samen mijn man Ik woon zelfstandig alleen en heb 1x pm mijn kinderen. In de horstgraaf Venlo In een groepswoning In kloostergemeenschap In zorggroep woning in dnm wzv woning zzp6 Instelling woont bij Intramurale zorg Inwonend bij mijn zoon - die verblijft doorgaans in China Inwonend bij mijn zus. INWONEND BIJ ZOON (2x) Is 4-01-2013 opgenomen in verpl. Huis Jong meid die woont met haar ouders en twee broers. Meeuwbeemd Met mijn broer-geestelijk gehandicapt Mijn vader die niks meer kan doen. Woont bij mij, is voor mij niet gemakkelijk. Onze zoon met gezond wonen in munster weg Partner zit in verpleeghuis Samen met mijn zus (8+jr) Samenwonend (ongehuwd) Senioren flat SGL velden Veel informatie laat ik wensen over. Verzorgd wonen de Munt VERZORGINGS TEHUIS (2x) Verzorgingshuis st Julia Verzorgingshuis Voordeurdeler Weduwe + inwonende dochter. Wonend is zorginstelling Woon in de meeuwbeemd Woon in een instelling "gezinsvervangend" Woon in kloostergemeenschap Woon in verpleeghuis Woon in verzorgingstehuis Woon in zorginstelling crescendo Woon samen met broer Woon samen met broer. Woon samen met mijn zus is 78 jaar. Woongroep Daelzicht Woont inwonend bij ingehuwde zoon Woonvoorziening van dichterbij Woonvorm s.g.l. Woonvorm SGL Zelfstandig met kind inwonend Zit op afd. Iris in de Beerendonck 83 Bijlage III: Vragenlijst KTO WMO 2013 Tevredenheidsonderzoek onder Wmo-cliënten over het jaar 2013 85 De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Het doel van de Wmo is: mensen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en mee te blijven doen in de samenleving. Als meedoen aan de samenleving of zelfstandig wonen niet (meer) lukt zonder hulp, kunt u de gemeente vragen om hulp, ondersteuning of een hulpmiddel. Op basis daarvan wordt in beeld gebracht welke vorm van ondersteuning nodig is en op welke manier dit georganiseerd kan worden. Dit wordt vastgelegd in het leefzorgplan, ook wel het arrangement aan oplossingen genoemd. VOOR U BEGINT MET HET INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST ……..…. Als u dat prettig vindt, kunt u iemand uit uw omgeving vragen om u te helpen bij het invullen (bijvoorbeeld uw partner, een familielid, een buurvrouw, het sociaal wijkteam, het WegWijzerloket of een moskee). Voor contactgegevens van organisaties bij u in de buurt zie de bijlage bij de brief. Bij de vragen staan, waar nodig, aanwijzingen voor het invullen. Kruis steeds één antwoord per vraag aan, behalve wanneer bij de vraag staat aangegeven dat u meer antwoorden mag aankruisen. Let goed op doorverwijzingen. Soms kunt u één of meer vragen overslaan, als die niet op u van toepassing zijn. Dit staat dan grijs weergegeven achter het antwoord of bij de vraag! Bijvoorbeeld: Ga verder met vraag Deze vragenlijst wordt geautomatiseerd verwerkt. Daarom is het belangrijk: - dat u de vragenlijst invult met een zwarte of blauwe pen - dat u -als u iets moet opschrijven- binnen het aangegeven kader blijft - dat u een duidelijk kruisje zet in het vakje van uw keuze Bijvoorbeeld: Bent u een man of een vrouw? man vrouw Heeft u zich vergist? Maak het juiste hokje helemaal zwart. Bijvoorbeeld: man juiste antwoord vrouw onjuiste antwoord U kunt de ingevulde vragenlijst terugsturen in de bijgesloten bruine envelop. Een postzegel is niet nodig. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking en veel succes bij het invullen 86 A. Huis van de Wijk 1. Kent u het begrip ‘Huis van de Wijk’? Ja, ik weet wat het is Ik heb er wel eens van gehoord, maar ik weet niet precies wat het is Nee Het Huis van de Wijk is een wijkgerichte voorziening voor ontmoeting, dagbesteding, informatie, advies en ondersteuning op het terrein van wonen, werk, welzijn en zorg. Dit Huis van de Wijk is er van en voor alle wijkbewoners, al dan niet met een ondersteuningsvraag. Het is bedoeld om mensen in staat te stellen langer zelfstandig in hun eigen woonomgeving te blijven wonen. In het Huis van de Wijk is onder andere het sociaal wijkteam gehuisvest. B. Sociaal wijkteam 2. Heeft u, vóórdat u deze enquête kreeg, wel eens gehoord van het sociaal wijkteam? Ja Nee, nooit van gehoord Ga verder met vraag 6 De gemeente Venlo heeft sociale wijkteams opgezet om u te helpen bij ondersteuningsvragen op het gebied van werk, wonen, welzijn en zorg. 3. Weet u waar u naar toe kunt voor een gesprek met het sociaal wijkteam? Ja Nee De sociale wijkteams zijn op het moment actief in drie wijken. In 2014 worden de sociale wijkteams ook in de rest van de gemeente opgezet. 4. Heeft u al eens een gesprek gehad met het sociaal wijkteam? Ja, 1 keer Ja, 2 keer Ja, 3 keer Ja, 4 keer Ja, meer dan 4 keer Nee, ik heb nog geen gesprek gehad met het sociaal wijkteam Ga verder met vraag 6 87 5. Had u bij het sociaal wijkteam één aanspreekpunt, waar u al uw vragen over werk, wonen, welzijn en zorg kon stellen? Ja, ik heb contact gehad met één contactpersoon. Nee, ik heb contact gehad met meerdere contactpersonen om mijn vragen te beantwoorden. C. Wegwijzerloket Totdat er overal een Huis van de Wijk is kunt u met al uw vragen over wonen, welzijn en zorg terecht bij het Wegwijzerloket van de stichting Wel.kom. Dit wordt soms ook een informatie- en adviespunt genoemd. In Arcen en Velden was dit vroeger ook wel bekend als de Welzijnswinkel. 6. Heeft u, vóórdat u deze enquête kreeg, wel eens gehoord van het Wegwijzerloket? Ja Nee, maar wel van de Welzijnswinkel Nee, nooit van gehoord Ga verder met vraag 9 7. Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens contact opgenomen met het Wegwijzerloket om informatie op te vragen? Ja Nee Ga verder met vraag 9 8. Heeft u van het Wegwijzerloket de gewenste informatie gekregen? Ja Gedeeltelijk Nee D. Afhandeling laatste Wmo-hulpvraag 9. Wanneer heeft u uw laatste aanvraag voor hulp, ondersteuning of een hulpmiddel ingediend? In 2013 Vóór 2013 Ga verder met vraag 22 Weet ik niet meer 88 10. Waar heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? bij het sociaal wijkteam bij de MO-zaak bij de huisarts bij MEE bij een woningbouwcorporatie anders, namelijk:… 11. Om welke reden heeft u uw laatste hulpvraag ingediend? (U mag meerdere antwoorden aankruisen). Ik kan mijn huishouden niet meer volledig voeren Mijn woning is niet meer geschikt om mijzelf goed in te verplaatsen Ik wil verhuizen naar een geschikte woning maar kan dit niet zelf betalen Het lukt niet of niet volledig meer om mezelf te voet buitenshuis te verplaatsen Ik kan mezelf niet meer voor langere afstanden verplaatsen Ik wil graag andere mensen ontmoeten en sociale contacten onderhouden Vanwege problemen met inkomen werk of opleiding heb ik hulp nodig Ik wil leren om beter met mijn medische problemen om te gaan Vanwege psychische klachten voel ik mij belemmerd in mijn mogelijkheden Anders, namelijk: .. 12. Heeft u op basis van de laatste hulpvraag een gesprek gehad over het aanvragen van ondersteuning? Ja Nee / Nog niet Ga verder met vraag 14 13. Was dit gesprek een zogenaamd keukentafelgesprek, dat door één of twee personen van het sociaal wijkteam of de MO-zaak bij u thuis gehouden werd? Ja Nee Weet ik niet (meer) 89 14. Kunt u hieronder aangeven hoe tevreden of ontevreden u bent over de volgende aspecten van de afhandeling van uw hulpvraag? Hoe tevreden bent u over: a. Hoe u behandeld bent bij uw b. c. d. e. f. g. h. i. (laatste) hulpvraag De deskundigheid van de mensen met wie u bij het beantwoorden van de hulpvraag te maken had De tijd die voor u genomen werd tijdens het gesprek (of de gesprekken) De informatie over de verdere afhandeling van uw hulpvraag Het aantal personen waarmee u contact heeft gehad Het aantal gesprekken dat nodig was om uw vraag te beantwoorden De hoeveelheid gegevens die u moest aanleveren Het aantal keren dat u dezelfde gegevens moest verstrekken De manier waarop bepaald werd wat u nodig heeft zeer tevreden zeer tevreden ontevreden ontevreden 15. Is er al een besluit genomen over uw laatste hulpvraag? Ja Nee (of nog niet) weet niet, geen mening Ga verder met vraag 21 90 16. Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het besluit? Hoe tevreden bent u over: a. b. c. d. e. f. Wat er met u is afgesproken (bijv. de aangeboden hulp) De mate waarin rekening is gehouden met uw eigen mogelijkheden De mate waarin uw omgeving (bijv. familie) wordt ingezet om de hulp en ondersteuning mogelijk te maken De inbreng die van u zelf wordt verwacht om zelfstandig te kunnen blijven wonen De mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende organisaties die hulp aanbieden De tijd tussen het indienen van de hulpvraag en het besluit over uw hulpvraag zeer zeer tevreden ontevreden tevreden ontevreden 17. Is er op basis van uw laatste hulpvraag ondersteuning toegekend vanuit de Wmo? Ja, volledig Ja, gedeeltelijk De hulpvraag is nog in behandeling Nee, er is geen ondersteuning toegekend Ga verder met vraag 19 Ga verder met vraag 19 18. Heeft u de afgesproken hulp of voorziening al ontvangen? weet niet, geen mening Ja Nee (of nog niet) 91 19. In hoeverre bent u geholpen door de oplossingen, die met u zijn afgesproken naar aanleiding van uw hulpvraag? (Het gaat hier om het zogenaamde totale ‘arrangement’ aan oplossingen in welke vorm dan ook; bijvoorbeeld wat u zelf blijft doen, welke hulp u van familieleden krijgt, welke hulp u van thuiszorginstellingen ontvangt, welke hulpmiddelen u heeft gekregen, enzovoorts.) De ondersteuning die ik krijg: voorziet volledig in mijn behoefte aan hulp voorziet in een groot gedeelte van mijn hulpbehoefte voorziet in een klein deel van mijn behoefte aan hulp; namelijk omdat niet voorzien wordt in mijn behoefte aan: …… 20. Kunt u een rapportcijfer geven voor de oplossing, die met u is afgesproken? (Met andere woorden: hoe tevreden bent u over de afgesproken oplossing?) rapportcijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 21. Kunt u een rapportcijfer geven voor de afhandeling van uw hulpvraag? (Met andere woorden: hoe tevreden bent u over de procedure en wijze van besluitvorming?) rapportcijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 E. Hulp bij het huishouden 22. Heeft u hulp bij het huishouden? Ja Nee Ga verder met vraag 33 23. Hoeveel uur hulp bij het huishouden heeft u gemiddeld per week? 1 tot 2 uur 2 tot 4 uur 4 tot 7 uur 92 7 tot 10 uur 10 tot 13 uur 13 uur of meer 24. Heeft u een persoonsgebonden budget (PGB) voor hulp bij het huishouden? (Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag, dat aan een cliënt wordt toegekend, waarmee de cliënt zelf hulp, ondersteuning of een hulpmiddel kan inkopen.) Ja Nee Ga verder met vraag 27 25. Waarom heeft u gekozen voor een persoonsgebonden budget (PGB) voor hulp bij het huishouden? (U mag meerdere antwoorden aankruisen) Ik wil graag iemand in mijn omgeving inhuren Ik wil hulp van een andere organisatie dan de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders Ik wil graag zelf de hulp organiseren Andere reden 26. Op welke manier huurt u iemand in met uw persoonsgebonden budget? Ga verder met vraag 29 Ga verder met vraag 29 Ga verder met vraag 29 Via een PGB-bemiddelingsbureau Direct via een zorgaanbieder Ik heb zelf iemand gekozen 27. Van wie of van welke organisatie krijgt u hulp bij het huishouden? (Als u van meerdere partijen hulp, krijgt kunt u meerdere antwoorden aankruisen). Proteion Schoon/ thuiszorg De Zorggroep/ Groene Kruis Buurtzorg Nederland Thuiszorg Helpende Hand Allerzorg Familie, vrienden of buren Zelf ingehuurde/ betaalde hulp Anders, namelijk: Ga verder met vraag 29 Ga verder met vraag 29 93 28. Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van de organisatie, waarvan u hulp bij het huishouden krijgt? Hoe tevreden bent u over: zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden weet niet, geen mening a. De telefonische b. c. d. e. f. bereikbaarheid van de organisatie waar u hulp van ontvangt De informatie die u krijgt van de organisatie waar u hulp van ontvangt Vervanging bij ziekte van de vaste hulp Vervanging bij vakantie van de vaste hulp Het aantal verschillende medewerkers dat bij u thuis komt De mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende organisaties 29. Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van de hulp bij het huishouden? Hoe tevreden bent u over: a. De kwaliteit van het b. c. d. e. schoonmaakwerk De inzet van de schoonmaakhulp Het respect waarmee de schoonmaakhulp u behandelt De aandacht die de schoonmaakhulp voor u heeft De hulp bij het huishouden die u krijgt van familie, vrienden of buren ontevreden zeer ontevreden weet niet, geen mening zeer tevreden tevreden 94 30. Kunt u een rapportcijfer geven voor de hulp bij het huishouden in het algemeen? rapportcijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 31. In welke mate voldoet de hulp bij het huishouden aan uw verwachtingen? Geheel Gedeeltelijk Nauwelijks Helemaal niet 32. In hoeverre voorziet de hulp bij het huishouden in uw behoefte? Geheel Gedeeltelijk Nauwelijks Helemaal niet F. Ondersteuning of hulp m.b.t. de woning 33. Heeft u een woningaanpassing of een woonvoorziening? (Bij vraag 34 zijn enkele voorbeelden van dergelijke aanpassingen en voorzieningen genoemd). Ja Nee Ga verder met vraag 36 34. Welke woningaanpassing of woonvoorziening heeft u? (U mag meerdere antwoorden aankruisen) een traplift een kleine aanpassing aan of in het huis (beugels, verhoogd toilet) een vaste aanpassing in het huis (aangepaste badkamer of keuken, drempelvrij) hulpmiddelen in huis (til-lift, douchestoel, po-stoel, elektrische deuropener enz.) onderhoud en reparatie van een woonvoorziening een vergoeding voor sanering van uw woning (bijvoorbeeld vloerbedekking) anders, namelijk: 95 35. Hoe tevreden of ontevreden bent u over deze woningaanpassing of woonvoorziening? Hoe tevreden bent u over: a. De dienstverlening van de leverancier b. De kwaliteit van de woningaanpassing of woonvoorziening c. Eventueel aangebrachte woonvoorzieningen door familie, vrienden, buren of het buurtbedrijf zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden weet niet, geen mening/ n.v.t. weet niet, geen mening 36. Heeft u een verhuiskostenvergoeding toegewezen gekregen? Ja Nee Ga verder met vraag 38 37. Hoe tevreden of ontevreden bent u over…? De hoogte van de verhuiskostenvergoeding? zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden G. Rolstoel en scootmobiel Hulpmiddelencentrum Motivon is leverancier van zorg- en hulpmiddelen, zoals rolstoelen, scootmobielen, driewielfietsen, patiëntenliften en douche- en toilethulpmiddelen. Waar hieronder ‘leverancier’ staat, wordt daarmee Motivon bedoeld. Motivon is op initiatief van de gemeente Venlo en de WAA-groep opgericht om individuele hulpmiddelen voor inwoners van gemeente Venlo te leveren, te repareren en te onderhouden. 38. Heeft u een rolstoel? Ja Nee Ga verder met vraag 40 96 39. Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van de rolstoel? Hoe tevreden bent u over: a. De dienstverlening van de b. c. leverancier van de rolstoel? De kwaliteit van de rolstoel De keuzemogelijkheid uit het assortiment van rolstoelen? zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden weet niet, geen mening 40. Heeft u de beschikking over een scootmobiel? Ja, ik heb een persoonlijke scootmobiel Ja, samen met andere mensen Nee Ga verder met vraag 42 41. Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van de scootmobiel? Hoe tevreden bent u over: a. De dienstverlening van de b. c. d. e. leverancier van de scootmobiel? De instructie die u heeft gekregen voor het gebruik van de scootmobiel De kwaliteit van de scootmobiel De keuzemogelijkheid uit het assortiment van scootmobielen? De geboden maatwerkoplossing in uw situatie (bijvoorbeeld: collectief of privé gebruik van de scootmobiel) zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden weet niet, geen mening 97 H. Maaltijdvoorziening 42. Maakt u gebruik van een maaltijdvoorziening? Ja Ja, tijdelijk Nee Ga verder met vraag 44 43. Bij welke instelling maakt u gebruik van de maaltijdvoorziening? Maaltijdservice Noord-Limburg (aan huis bezorgde maaltijden) Beerendonck (Venlo-Centrum) Meeuwbeemd (Venlo-Noord) Sinselhof (Venlo-Zuid) Park Rijnbeek (Venlo) Onder de Wieën (Blerick) Hazenkamp (Blerick) Zonneveld (Blerick) De Bongerd (Tegelen) Martinushof (Tegelen) De Nieuwe Munt (Tegelen) ’t Pronk Eppelke (Belfeld) Woonzorgcomplex Rozenhof (Velden) Een andere maaltijdservice aan huis, namelijk:.. Andere locatie, namelijk: Als u wél gebruik maakt van een maaltijdvoorziening, kunt u verder gaan met vraag 45 44. Waarom maakt u géén gebruik van een maaltijdvoorziening? Ikzelf of iemand anders in mijn huishouden zorgt voor de maaltijd Iemand uit mijn naast omgeving zorgt voor de maaltijd (bijv. zoon of dochter) Ik wist niet dat dit er is Weet niet hoe ik dat moet regelen Heb hier geen behoefte aan Anders, namelijk: 98 I. Dagvoorziening 45. Gaat u wel eens naar een dagvoorziening, soos, gemeenschapshuis of buurthuis? Ja Nee Ga verder met vraag 48 46. Hoe vaak gaat u hier naartoe? Meerdere keren per week Een keer per week Meerdere keren per maand Een keer per maand Enkele keren per jaar Een keer per jaar of minder 47. Wat is voor u de voornaamste reden om naar een dagvoorziening, soos, gemeenschaps huis of buurthuis te gaan? Om sociale contacten te onderhouden Om mijn partner te ontlasten Om onder de mensen te zijn Om er even uit te zijn Andere reden, namelijk: Als u wel eens naar een dagvoorziening gaat, kunt u verder gaan met vraag 49 48. Als u geen gebruik maakt van een dagvoorziening, soos, gemeenschapshuis of buurthuis, wat is dan de voornaamste reden dat u hier geen gebruik van maakt? Weet niet waar een dagvoorziening is Er is geen dagvoorziening bij mij in de buurt Ik kan niet zelfstandig bij de dagvoorziening komen Ik kan er niet heen wegens ziekte De activiteiten staan me niet aan De activiteiten zijn niet voor mij bestemd (bijv. te jong) Ik heb er geen tijd voor (o.a. wegens werk of vrijwilligerswerk) Ik heb hier geen behoefte aan Andere reden, namelijk: 99 J. Vervoersvoorziening 49. Heeft u een Wmo-vervoerspas (voor de regiotaxi en gratis regionaal openbaar vervoer)? (Hier wordt NIET de Valys-pas voor lange afstanden bedoeld.) Ja Nee Ga verder met vraag 52 50. Maakt u gebruik van de regiotaxi en/of gratis openbaar vervoer? Ja, van de regiotaxi én van het gratis openbaar vervoer Ja, alleen van de regiotaxi Ja, alleen van het gratis openbaar vervoer Ga verder met vraag 52 Nee, geen van beiden Ga verder met vraag 52 51. Hoe tevreden of ontevreden bent u over de volgende aspecten van de regiotaxi? Hoe tevreden bent u over: a. Het gemak waarmee u de b. c. d. e. f. g. h. regiotaxi kunt bestellen Het contact met de centrale bij het bestellen van de rit De wachttijden voordat u wordt opgehaald De behulpzaamheid van de chauffeur De omrijtijden De afstand die u met de regiotaxi kunt reizen De prijs die u per rit moet betalen De klachtenafhandeling Zeer tevreden tevreden ontevreden Zeer ontevreden Weet niet, geen mening 52. Ontvangt u een tegemoetkoming voor vervoerskosten? (Wanneer mensen geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer of de regiotaxi, kunnen zij onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming voor vervoerskosten ontvangen; bijvoorbeeld om de kosten van een (rolstoel)taxi gedeeltelijk te compenseren.) Ontvangt u zo’n tegemoetkoming? Ja Nee Ga verder met vraag 54 100 53. Hoe tevreden of ontevreden bent u over… De hoogte van de tegemoetkoming voor vervoerskosten? Zeer tevreden tevreden ontevreden Zeer ontevreden Weet niet, geen mening Als u géén gebruik maakt van een vervoersvoorziening, kunt u verder gaan met vraag 55 54. Kunt u een rapportcijfer geven voor de vervoersvoorziening in totaliteit? rapportcijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 K. Mantelzorg 55. Is er in uw naaste omgeving iemand (partner, familie, vrienden, buren, kennissen) die u geregeld helpt zodat u zelfstandig kunt blijven wonen? (Het gaat hier om zogenaamde mantelzorg en niet om professionele hulp. U kunt hierbij denken aan iemand die u helpt bij uw persoonlijke verzorging, huishoudelijke verzorging, dingen voor u regelt zoals afspraken maken of rekeningen betalen, maar het kan ook iemand zijn die u begeleidt naar sociale activiteiten.) Ja Nee Ga verder met vraag 58 56. Welke mantelzorg ontvangt u en van wie? (U mag meerdere antwoorden aankruisen) a. Huishoudelijke hulp (bijv. koken, de was, klusjes, poetsen, boodschappen) b. Persoonlijke verzorging (bijv. helpen bij eten en drinken, aan- of uitkleden, wassen, naar het toilet gaan) c. Hulp bij de administratie (bijv. bij het maken van afspraken of het betalen van rekeningen) d. Begeleiden naar sociale activiteiten (bijv. winkelen of naar de kapper) Inwonende gezinsleden/ huisgenoten Familie, niet inwonend Kennissen/ vrienden, niet inwonend Buren (geen familie) anders n.v.t. 101 57. In hoeverre bent u door de mantelzorg, die u van personen uit uw omgeving krijgt, voldoende geholpen om zelfstandig te blijven wonen? De mantelzorg die ik ontvang: voorziet in mijn totale behoefte aan hulp voorziet in een groot gedeelte van mijn hulpbehoefte voorziet in een klein deel van mijn behoefte aan hulp Wanneer u wél mantelzorghulp krijgt kunt verder gaan met vraag 59. 58. Waarom ontvangt u geen mantelzorghulp van iemand uit uw omgeving? (U mag meerdere antwoorden aankruisen) Heb ik (nog) niet nodig Ik durf daar niet om te vragen, ik voel me bezwaard Degenen die me kunnen helpen wonen te ver weg Ik heb geen of weinig contact met mensen in mijn naaste omgeving Ik ken niemand die me die hulp kan geven De mensen die ik ken zijn zelf oud of hulpbehoevend De mensen die me zouden kunnen helpen, hebben er geen tijd voor (bijvoorbeeld vanwege werk of kleine kinderen) Ik heb het wel gevraagd, maar men wil het niet of heeft er weinig tijd voor Anders, namelijk 59. Stel dat u door ziekte, een ongeval of ziekenhuisopname voor enkele weken of maanden veel hulp nodig heeft, zou u die dan kunnen krijgen vanuit uw naaste omgeving (partner, familie, vrienden, buren, kennissen)? Ja, zeker Ja, waarschijnlijk wel Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet Weet ik niet / geen antwoord 102 L. Zelfredzaamheid/ meedoen in de maatschappij 60. In welke mate draagt de hulp, ondersteuning en/of het hulpmiddel, waarvan u gebruik kunt maken, eraan bij dat u zelfstandig kunt blijven wonen? Zeer veel Redelijk veel Nauwelijks Helemaal niet Ik heb geen ondersteuning of hulpmiddel Ga verder met vraag 62 61. In hoeverre draagt de hulp, ondersteuning of het hulpmiddel eraan bij dat u kunt blijven meedoen in de maatschappij (bijvoorbeeld andere mensen ontmoeten en/of een hobby uitoefenen)? Zeer veel Redelijk veel Nauwelijks Helemaal niet M. Gemeentelijke informatie 62. Hoe houdt u zich vooral op de hoogte van informatie van de gemeente? (U mag hier maximaal drie antwoorden aankruisen) Via de Trompetter/ E3 Journaal Via folders en informatiekranten van de gemeente Via de gemeentegids Via de kabelkrant Via de lokale radio of televisie Via buren, familie, kennissen Via Internet www.venlo.nl Via de Wmo-raad Venlo Via het dagblad (de Limburger) Via voorlichtings- of inspraakbijeenkomsten van de gemeente Venlo Op een andere manier, namelijk Ik hou mezelf niet op de hoogte van informatie van de gemeente 103 N. Persoonlijke gegevens 63. Wat is uw leeftijd? 17 jaar of jonger 18 t/m 34 jaar 35 t/m 64 jaar 65 t/m 74 jaar 75 t/m 84 jaar 85 jaar of ouder 64. Welke thuissituatie is (het meest) op u van toepassing? Ik woon zelfstandig alleen Ik woon (gehuwd) samen met partner zonder kind(eren) Ik ben inwonend bij mijn ouder(s) Anders, namelijk: 65. Bent u man of vrouw? Ik woon zonder partner met kind(eren) Ik woon (gehuwd) samen met partner en kind(eren) Ik ben inwonend bij anderen Man Vrouw 66. In welk land is uw vader, uw moeder en bent u zelf geboren? Uw vader Uw moeder U zelf Nederland Duitsland Marokko Turkije Suriname, Antillen, Aruba, Ned. Indië, Molukken Anders 67. Wat zijn de vier cijfers van uw postcode? 5 9 68. Heeft u hulp gehad bij het invullen van deze vragenlijst? Nee Ja, van een naaste (bijvoorbeeld partner, familielid of vriend) Ja, van een hulpverlener Ja, van iemand anders Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst! 104 105
© Copyright 2024 ExpyDoc