Toelichting Ontwerp-LGR Wintelre

Toelichting Lijst der geldelijke regelingen WintelreOerle
1 Aanleiding
Het ruilplan Wintelre-Oerle is op 1 april 2014 door het besluit van GS onherroepelijk geworden. De
volgende stap in het project is het opstellen van de ontwerp-Lijst der geldelijke regelingen (LGR). In deze
lijst staat hoeveel de grondeigenaren in het gebied financieel bijdragen of ontvangen als gevolg van de
landinrichting. De ontwerp-LGR is een bijlage bij het bijbehorende GS-dossier, evenals deze toelichting.
Op 10 februari 2014 hebben GS nadere regels opgesteld voor de verdeling van de kosten. Hiermee is het
mogelijk de ontwerp-LGR op te stellen.
De bestuurscommissie heeft de Dienst Landelijk Gebied en het Kadaster opdracht gegeven de ontwerpLGR op te stellen.
2 Systematiek van een Lijst der geldelijke regelingen
In een Lijst der geldelijke regelingen is sprake van twee soorten kosten en van een verdeelsleutel.
2.1
Soorten kosten
De soorten kosten in een lijst der geldelijke regelingen (LGR)zijn:
1. verrekenposten;
2. basiskosten.
2.1.1
Verrekenposten
Bij verrekenposten gaat het om het voordeel of nadeel dat de eigenaar heeft na de landinrichting ten
opzichte van de situatie daarvóór.
Er kan sprake zijn van:
- over- en onderbedeling: houden de gezamenlijke grondeigenaren meer of minder landbouwgrond
over? En wat is de kwaliteit ( 1 ) van de ingebrachte en toegedeelde percelen? Bij overbedeling houden
ze meer, bij onderbedeling houden ze minder over.
- erfdienstbaarheden: moet de eigenaar rechten dulden van derden? Denk aan een recht van weg;
- Schadeloosstellingen: grondeigenaren van wie ter uitvoering van het inrichtingsplan grond wordt
toegewezen aan instanties (betrokken overheden), hebben kunnen kiezen voor schadeloosstelling in
geld of in grond. De schadeloosstelling in geld is opgenomen in de LGR. Voor eigenaren die gekozen
hebben voor geld, maar niet akkoord zijn gegaan met de taxatiewaarde, is de schadeloosstelling
opgenomen in de LGR. Daarnaast kunnen de grondeigenaren schade leiden door de toewijzing van
wegen en waterlopen. De getaxeerde schades zijn opgenomen in de LGR.
In de LGR betalen de eigenaren voor het voordeel, respectievelijk ontvangen ze een vergoeding voor het
nadeel in de situatie na de herverkaveling. Indien zij gezamenlijk meer ontvangen dan zij moeten betalen,
dragen zij gezamenlijk de extra kosten ( 2 ).
2.1.2
Basiskosten
De basiskosten zijn:
 de kosten voor de gezamenlijke grondeigenaren, zoals die vermeld staan in het inrichtingsplan,
 vermeerderd met het resultaat van de verrekenposten, indien dit negatief is ( 3 ).
Op grond van het nut dat de individuele eigenaren genieten van de herverkaveling, betalen zij ieder hun
eigen aandeel in de basiskosten. Bij iedere herverkaveling stellen GS ‘nadere regels’ vast. Hierin staat hoe
het nut voor de individuele eigenaren wordt bepaald..
2.1.3
Reserves in de verrekenposten en basiskosten
In de LGR zijn zowel bij de verrekenposten als de basiskosten reserves opgenomen. Hierdoor leiden
gegronde zienswijzen/beroepsschriften tegen de LGR niet meteen tot hogere kosten voor de eigenaren.
1
/ Alle percelen zijn geclassificeerd. De zogenaamde ruilklasse drukt de waarde van de grond uit. Het verschil in het aantal
hectaren plus de ruilklasse van de betreffende gronden bepalen de over- en onderbedeling.
2
3
/ Zie artikel 90 lid 2 en 3 van de Wilg.
/ Als het saldo van de verrekenposten positief is, heeft het geen effect op de hoogte van de basiskosten.
Als het niet of slechts gedeeltelijk noodzakelijk is van de reserves te gebruik te maken, worden de kosten
voor de eigenaren lager dan nu in de ontwerp-LGR is opgenomen.
2.2
Verdeelsleutel
Het bedrag dat een grondeigenaar moet betalen of ontvangt wordt bepaald door
 het aantal punten dat aan hem of haar is toegekend;
 vermenigvuldigd met de zogenaamde ‘puntwaarde’. Dit is een waarde in geld.
Als het aantal toegekende punten aan een grondeigenaar positief is, moet de grondeigenaar betalen.
Wanneer het negatief is, ontvangt deze een bedrag.

2.2.1



2.2.2



Toekenning van punten
In de ontwerp-LGR krijgen op grond van de nadere regels alle betrokken bedrijven en eigenaren
punten toegekend.
Deze punten drukken de landbouwkundige structuurverbetering uit van een bedrijf of grondeigenaar.
Het toekennen van punten gebeurt op basis van het verschil tussen de situatie vóór en na de
herverkaveling. Hoe groter het nut is, hoe groter het aantal punten dat is toegekend.
Berekening puntwaarde
De puntwaarde is het bedrag van de totale basiskosten gedeeld door het totaal punten dat aan alle
eigenaren gezamenlijk is toegekend.
De puntwaarde is pas te berekenen als alle punten voor alle betrokkenen berekend zijn en bekend is
welk bedrag de gezamenlijke grondeigenaren moeten opbrengen.
Om te voorkomen dat de puntwaarde als gevolg van de behandeling van zienswijzen en beroepen
stijgt, wordt in een LGR standaard met een risico van 10% gerekend (zie paragraaf 2.1.3). Dit
betekent dat in de LGR het totaal aantal toegekende punten wordt verlaagd met 10 %.
In de ontwerp-LGR is sprake van een voorlopige puntwaarde. GS kunnen de definitieve puntwaarde
pas vaststellen nadat de rechtbank het laatste beroepsschrift heeft afgehandeld.
3 Berekening financiële bijdrage gezamenlijke grondeigenaren
De LGR bestaat uit een overzicht per eigenaar van de kosten en baten die samenhangen met de
landinrichting. De LGR voor Wintelre-Oerle is tot stand gekomen op basis van de bepalingen in de Wilg
en de nadere regels die GS op 10 februari 2014 hebben vastgesteld. In onderstaande tabel staat wat de
eigenaren gezamenlijk moeten opbrengen. In deze fase van het project gaat het om de ontwerp-LGR. Na
behandeling van zienswijzen wordt een definitieve LGR opgesteld.
Kosten gezamenlijke grondeigenaren
Verrekenposten
Bijdrage aan het inrichtingsplan ( 4 )
€ 136.591
€ 113.872
€ 250.463
Op te brengen via de basiskosten
In paragraaf 3.1 staat hoe de verrekenposten zijn opgebouwd. Paragraaf 3.2 bevat de toelichting op de
basiskosten.
3.1
Verrekenposten
Verrekenposten
a. Over- en onderbedeling
b. Tegenboeking i.v.m. aankoop/correctie
c. Erfdienstbaarheid
d. Schade i.v.m. toewijzing
e. Herstellen Cultuurhistorische waarden ( 5 )
f. Schade i.v.m. toedeling
Subtotaal
g. Reservering i.v.m. zienswijzen en beroep inzake verrekenposten
h. Betalingen door instanties (overheden) voor de aan hen toegewezen
percelen ( 6 )
Saldo
- € 1.845.473
€ 1.440.843
€
0
302.273
€
-€
49.835
-€
5.776
-€
62.514
-€
200.000
€
-€
825.923
136.591
Het bedrag van € 136.591 is voor rekening van de gezamenlijke grondeigenaren. Hieronder volgt een
toelichting op alle posten in de hierboven gepresenteerde volgorde.
/ In het Inrichtingsplan Wintelre-Oerle was sprake van een bijdrage van €168.122 voor de gezamenlijke grondeigenaren. De
hoogte van dit bedrag wijkt af in de LGR. In het inrichtingsplan is namelijk ten onrechte het herstel van cultuurhistorische waarden
opgenomen. Er is echter afgesproken herstel van cultuurhistorische waarden op te nemen in de verrekenposten. Hierdoor kan de
bijdrage aan het inrichtingsplan omlaag met € 54.250.
4
/ Als gevolg van taxaties is het oorspronkelijke bedrag van € 54.250 voor herstel van cultuurhistorische waarden verlaagd naar €
49.835.
5
6
/ Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er een groot verschil is tussen de bijdrage van de instanties (overheden) voor de toegewezen
gronden ten behoeve van maatschappelijke doelen enerzijds en de vergoeding aan de gezamenlijke grondeigenaren voor over- en
onderbedeling anderzijds. De belangrijkste oorzaak hiervan is de tegenboeking ten behoeve van het Ministerie van Defensie, zie
paragraaf 3.2 Basiskosten. Een andere factor is het verschil tussen het bedrag, gekoppeld aan de ruilklasse van de gronden, en de
getaxeerde waarde ervan.
3.1.1
De zes verrekenposten met een subtotaal van - € 762.514
Het bedrag van € 762.514 komt ten gunste aan de gezamenlijke grondeigenaren. Het is als volgt
opgebouwd:
a. Over- en onderbedeling
Een bedrag van € 1.845.473 wordt verrekend ten gunste van de gezamenlijke grondeigenaren. Zij
worden gecompenseerd voor het feit dat ze 3 % landbouwgrond inleveren ten opzichte van de situatie
vóór de verkaveling: ze krijgen 3 % minder grond toebedeeld dan ze hebben ingebracht ( 7 ).
Overigens is in het vastgestelde inrichtingsplan Wintelre-Oerle sprake van een ‘korting’ van 3,3%.
Deze is echter teruggebracht tot 3 % omdat een deel van de eigenaren gekozen heeft voor
compensatie in geld in plaats van in grond.
b. Tegenboeking in verband met aankoop/correctie na peildatum
Met de tegenboeking worden in de Lijst der geldelijke regelingen twee zaken financieel gecorrigeerd.
Deze correcties zijn noodzakelijk als gevolg van wijzigingen die na de peildatum hebben
plaatsgevonden.
Tegenboekingen
Verkoop van grond door twee grondeigenaren aan BBL ( 8 )
Correctie voor het ten onrechte ontvangen van geld door het Ministerie van
Defensie als compensatie voor toegewezen gronden ( 9 )
Totaal
€ 158.702
€ 1.282.141
€ 1.440.843
c. Erfdienstbaarheden
Deze post sluit netto op € 0. De last voor nieuwe erfdienstbaarheden wordt in de LGR namelijk
verrekend tussen eigenaren die de erfdienstbaarheid moet dulden en die het nut ervan geniet.
Erfdienstbaarheid komt dus wel terug in de individuele lijsten.
d. Schade in verband met toewijzing
Een bedrag van € 302.273 komt ten gunste aan grondeigenaren van wie grond is toegewezen aan
7
/ Deze 3 % grond is in het inrichtingsplan Wintelre-Oerle toegewezen aan de gemeenten Eersel en Veldhoven, Waterschap De
Dommel en het Ministerie van Defensie. Deze openbare lichamen realiseren hiermee de maatschappelijk doelen, namelijk EVZ’s,
kampenstructuren en herstel van cultuurhistorische waarden.
8
/ De betreffende twee grondeigenaren gingen aanvankelijk niet, maar later wel akkoord met de taxatie van de waarde van hun
gronden die zijn toegewezen voor natuur. Deze mensen zouden via de post ‘schade als gevolg van toewijzing’ het getaxeerde
bedrag van € 158.702 ontvangen. Ze hebben de betreffende grond echter alsnog voor dit bedrag verkocht aan BBL, na de
peildatum. Evenwel moeten ze via de post ‘schade als gevolg van toewijzing’ in de lijst worden opgenomen. Om te voorkomen dat
ze tweemaal uitbetaald krijgen, vindt deze correctie plaats via de post ‘Tegenboeking in verband met toewijzing’.
9
/ In het inrichtingsplan zijn gronden van het Ministerie van Defensie toegewezen voor realisering van maatschappelijke doelen.
Daarom is het Ministerie van Defensie in de LGR opgenomen als onderbedeeld met een financiële compensatie € 1.282.141. Elders
zijn echter voldoende gronden toegewezen aan het Ministerie van Defensie om het saldo weer op nul te brengen. De financiële
compensatie van €1.282.141 is dus niet meer nodig. Daarom is met het Ministerie van Defensie afgesproken dat deze als
tegenboeking wordt opgenomen in de LGR Wintelre-Oerle.
openbare instanties voor de realisering van maatschappelijke doelen, die hebben gekozen voor
compensatie in geld en die niet akkoord zijn gegaan met de taxatie van hun grond ( 10 ).
e. Herstel cultuurhistorische waarden
Dit betekent dat de grondeigenaren wiens grond is toegewezen aan een instantie om cultuurhistorische
waarden te herstellen gezamenlijk € 49.835 ontvangen.
In het vastgestelde inrichtingsplan is opgenomen dat via de toewijzing een deel van de
cultuurhistorische waarden wordt hersteld. Dit betreft dan herstel van wegen van cultuurhistorisch
belang. Hoewel deze grond geen voortbrengend vermogen heeft, kunnen de huidige grondeigenaren
er zelf al voorzieningen op of in hebben aangebracht. Om de grondeigenaren hierin tegemoet te
komen, is de waarde van deze voorzieningen in de LGR opgenomen als schade. Op grond van de
taxatie bedraagt het totaal van deze schades € 49.835.
f.
Schade i.v.m. toedeling
Eén van de eigenaren ontvangt een bedrag van € 5.776 omdat er geen vergunning kan worden
verkregen voor de kavelaanvaardingswerken op de aan hem toebedeelde percelen. Met
kavelaanvaardingswerken wordt de schade zo veel als mogelijk gecompenseerd die ontstaat door de
nieuwe verkaveling in het ruilplan.
3.1.2
g.
De posten onder het subtotaal van de verrekenposten
Reservering voor tegenvallers bij gegronde zienswijzen en beroepen
Het doel van de reservering van € 200.000 bij de verrekenposten is te voorkomen dat de kosten voor
de gezamenlijke grondeigenaren stijgen bij een tegenvaller bij de behandeling van zienswijzen en
beroepen. Het is ca. 10% van het totale netto bedrag van de over- en onderbedeling.
h. Betalingen door instanties (overheden) i.v.m. toewijzing
De betrokken overheden betalen € 825.923 voor de percelen waarop zij de maatschappelijke doelen
realiseren. De gezamenlijke grondeigenaren ontvangen dit bedrag. De reden is dat zij 3 % minder
landbouwgrond overhouden dan ingebracht in de herverkaveling (zie ‘Over- en onderbedeling’). Het
bedrag is conform taxaties en inclusief de volledige schadeloosstelling.
3.1.3
Saldo verrekenposten
Het negatieve saldo van € 136.591 op de verrekenposten is voor rekening van de gezamenlijke
grondeigenaren. Dat wil zeggen dat zij de uit te betalen vergoedingen eerst gezamenlijk moeten
opbrengen11. Als de gezamenlijke grondeigenaren dit bedrag zonder deze voorwaarde zouden ontvangen,
zouden zij niet de minimaal verplichte €113.872 bijdragen aan het inrichtingsplan Wintelre-Oerle,
conform de voorwaarde voor de POP2-subsidie. De consequenties van deze voorwaarde zijn als volgt:
 Als de gezamenlijke grondeigenaren minder ontvangen - als gevolg van de toegewezen percelen - dan
zij moeten betalen op grond van de verrekenposten, dan zijn de resterende kosten voor de
gezamenlijke grondeigenaren.
 Als de gezamenlijke grondeigenaren meer ontvangen - als gevolg van de toegewezen percelen - dan zij
moeten betalen op de grond van de verrekenposten, dan gaat het overschot naar de opdrachtgever, in
10
/ Van degenen die hebben gekozen voor geld, en die wel akkoord zijn gegaan met de taxatie van hun grond, is de betreffende
grond aangekocht op basis van volledige schadeloosstelling. In hun geval is er geen sprake meer van onderbedeling of schade. Dit
komt dan ook niet meer terug in de LGR.
11
Zie ook onderaan paragraaf 2.1.1 en voetnoot 2.
dit geval de provincie Noord-Brabant. Deze situatie kan zich voordoen als het niet nodig is de
reservering van € 200.000 aan te spreken.
3.2
3.2.1
Basiskosten
Berekening basiskosten
De basiskosten in de herverkaveling Wintelre-Oerle bestaan uit:
 de (gemaakte) kosten die volgens het inrichtingsplan voor rekening komen van de gezamenlijke
grondeigenaren. Deze bijdrage moeten de gezamenlijke grondeigenaren opbrengen. Dit is een
voorwaarde voor ontvangst van de POP2-subsidie. De POP2-subsidie dekt de proceskosten van de
landinrichting en de kosten voor de verbetering van de landbouwkundige structuur.
 het resultaat van de verrekenposten, indien dit negatief is. Dit is in Wintelre-Oerle het geval.
Basiskosten
Gezamenlijke bijdrage aan het inrichtingsplan
Verrekenposten ( 12 )
Basiskosten, op te brengen ‘via het nut’
3.2.2
13
)
€ 113.872
€ 136.591
€ 250.463
Verdeling basiskosten over de eigenaren
De basiskosten worden verdeeld over de eigenaren op basis van het nut dat zij genieten van de
herverkaveling. Iedere eigenaar krijgt hiervoor punten op grond van diens individuele situatie. Dit gebeurt
in de zogenaamde ‘schatting’. De schatting vindt plaats conform wet- en regelgeving en de vastgestelde
nadere regels lijst der geldelijke regelingen.
Toekenning nut in de schatting
Nut verkaveling
Afstand tot openbare weg
Totaal aantal toegekende punten
18869
1610
20479
Vervolgens worden de punten omgezet in geld. Dit gebeurt in de berekening van de (voorlopige)
puntwaarde.
3.2.3
Berekening voorlopige puntwaarde
Voorlopige puntwaarde
Totaal aantal toegekende punten in schatting
Reservering risicodekking 10% voor de basiskosten i.v.m. zienswijzen en
beroep van eigenaren in de herverkaveling
Totaal aantal punten
Op te brengen basiskosten ( € 250.463) gedeeld door totaal aantal punten
(18431)
Voorlopige puntwaarde
12
20479
-2048
18431
€ 13,59
/ In paragraaf 3.1 is dit het saldo van de verrekenposten een negatief bedrag. Het komt immers ten goede aan de gezamenlijke
eigenaren. De gezamenlijke eigenaren moeten het echter eerst gezamenlijk moeten opbrengen. Zie ook paragraaf 2.1.1 en
voetnoot 2.
13
/ zie § 3.2.2.
Zoals hierboven vermeld is de puntwaarde voorlopig. Hij kan nog wijzigen als gevolg van de behandeling
van zienswijzen en beroepen. Nadat de rechtbank het laatste beroep heeft opgelost, stellen GS de
definitieve puntwaarde vast.
De voorlopige puntwaarde van €13,59 per punt is relatief laag. Ter vergelijking:
 Puntwaarde landinrichting De Hilver: € 53
 Puntwaarde herinrichting Peize (Drenthe): € 15
 Puntwaarde landinrichting Noordwest-Overijssel: € 30.
3.2.4
Belangrijkste conclusies basiskosten
De belangrijkste conclusies zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Conclusies basiskosten
Voorlopige puntwaarde
Gegarandeerde bijdrage gezamenlijke grondeigenaren aan basiskosten
Aantal toegekende punten aan het nut van de herverkaveling in de schatting
Op grond van voorlopige puntwaarde, inclusief de reservering van 10 % voor
zienswijzen en beroepschriften: 20479 x € 13,59
Totaal te innen basiskosten
3.3
€ 13,59
€ 113.872
20479
€ 278.292
Resultaat ontwerp-LGR
Het resultaat van de LGR moet altijd positief zijn en komt ten gunste van de provincie. Het resultaat van
de ontwerp LGR is € 341.703.
Resultaat ontwerp-LGR
Gegarandeerde bijdrage gezamenlijke grondeigenaren aan basiskosten
Reservering van ca. 10 % op de over- en onderbedeling t.b.v. zienswijzen en
beroepsschriften
Reservering op de basiskosten t.b.v. zienswijzen en beroepsschriften van 10%:
2048 punten x voorlopige puntwaarde € 13,59
Resultaat ontwerp-LGR
€ 113.872
€ 200.000
€ 27.831
€ 341.701
4 Innen en betalen
Per saldo moet het innen van en het betalen aan de afzonderlijke grondeigenaren leiden tot het resultaat
van de LGR, zoals weergegeven in paragraaf 3.3. Daarbij kan het zijn dat een eigenaar moet betalen voor
de basiskosten en ontvangt als gevolg van een onderbedeling.
In onderstaande tabel is weergegeven hoe de kasstromen op grond van de ontwerp LGR tot dit resultaat
leiden. Hierbij zijn de reserveringen voor de zienswijzen en beroepen inbegrepen.
Om een tekort bij het betalen te voorkomen is het van belang om eerst alle bedragen te innen van de
afzonderlijke eigenaren en betalingen van de instanties te ontvangen. Pas daarna is het mogelijk de
betalingen aan eigenaren te verrichten. Zo is het ook mogelijk om tijdig een oplossing te zoeken voor
verzoeken tot uitstel van betaling, gespreid betalen en dergelijke.
Kasstromen
Totaal te innen bedragen bij eigenaren ( 14 )
Totaal te betalen bedragen aan eigenaren ( 15 )
Saldo innen en betalen
Betaling door instanties voor de aan hen toegewezen percelen voor realisering
van maatschappelijke doelen
Saldo kasstromen
4.1
€ 651.508
- €1.135.730
- € 4 .222
€ 825.923
€ 341.701
Innen
Op basis van de ontwerp-LGR moet bij 128 eigenaren een totaalbedrag van € 651.508 worden geïnd. De
te innen bedragen variëren tussen de €1 en € 42.894. In de wet is bepaald dat indien de te innen kosten
geringer zijn dan in de provinciale verordening is vastgesteld, deze kosten niet geheven worden (vroeger
was deze door de minister vastgesteld op €10). In de provinciale verordening van Provincie NoordBrabant is hierover echter niets opgenomen.
Te innen bedragen
Totaal € 651.508
< €10
€10 - €100
€100 - € 1.000
€1.000 - €10.000
> €10.000
Aantal eigenaren
8
13
30
34
29
22
Het innen van de herverkavelingskosten dient te worden uitgevoerd door of in opdracht van de provincie.
Deze regeling is van kracht sinds 1 januari 2014. Voorheen was dit een taak van de Belastingdienst.
In de periode tot aan de vaststelling van de definitieve LGR zal worden onderzocht hoe het innen en
betalen van de herverkavelingskosten zo kosten-efficiënt mogelijk kan plaatsvinden, en welke financiële
risico’s de provincie daarbij loopt. Onderdeel daarvan is hoe om te gaan met te innen bedragen tot €10 en
14
/ Dit blijkt uit het Rekenmodel Ontwerp-LGR Wintelre-Oerle, opgesteld door het Kadaster en DLG.
15
/ idem
tot €100. Het ligt voor de hand het innen en betalen door één partij te laten uitvoeren. Dit waarborgt een
sterk financieel beheer en continue inzicht in alle geldstromen.
4.2
Betalen
Op basis van de ontwerp-LGR moet aan 127 eigenaren een totaalbedrag van €1.135.730 worden
uitgekeerd. De uit te keren bedragen variëren tussen de €1 en €286.277.
Te betalen bedragen
Totaal € 1.135.730
< €10
Aantal eigenaren
7
12
€10 - €100
€100 - € 1.000
16
39
€1.000 - €10.000
> € 10.000
44
16
Nadat de LGR onherroepelijk is en GS de definitieve puntwaarde heeft vastgesteld, start de uitvoering van
het innen en betalen.
De betalingen geschieden vanuit de volgende middelen:
Beschikbare middelen voor de betalingen
Te ontvangen van instanties voor de aan hen toegewezen gronden
Te betalen
Totaal
€ 825.923
€ 651.508
€ 1.477.431
Bij vergelijking van bovenstaande tabel met de tabel aan het begin van dit hoofdstuk blijkt dat er meer
middelen beschikbaar zijn dan er uitbetaald hoeven te worden. Het verschil is gelijk aan het bedrag dat de
gezamenlijke eigenaren moeten betalen plus de reserveringen. Dit is gelijk aan het saldo van de
kasstromen in de tabel aan het begin van hoofdstuk 4.
Verschil tussen beschikbare middelen en uitbetalingen
Beschikbare middelen voor uitbetalingen
Totaal te betalen bedragen aan eigenaren
Totaal
€ 1.477.431
- €1.135.730
€
.
Totaal
€ 113.872
€ 200.000
€
27.829
€
.
Te betalen door de gezamenlijke eigenaren
Reservering voor de verrekenposten
Reservering voor basiskosten
5 De gevolgen van de LGR voor de verschillende instanties
De overheidsinstanties zijn op twee manieren financieel betrokken bij de landinrichting:
- Indien zij als grondeigenaar betrokken zijn bij de herverkaveling, dan zijn zij opgenomen in de LGR.
Op grond van de LGR ontvangen zij of moeten zij betalen.
- Daarnaast dragen zij bij op doelstellingenniveau aan de realisatie van het inrichtingsplan. Hiertoe
horen ook de kosten voor de gronden die aan hen zijn toegewezen voor realisering van de
maatschappelijke doelen.
5.1
5.1.1
Provincie Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant
De provincie is, buiten BBL, geen rechthebbenden in de LGR. Zij heeft in het ruilplan namelijk geen
percelen ingebracht; evenmin zijn aan haar percelen toegedeeld.
5.1.2
Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)
BBL ontvangt uit de LGR een bedrag van €273.991.
In het ruilplan zijn percelen aan BBL toegedeeld die bestemd zijn voor het waterschap De Dommel. Pas
na inschrijving van de ruilakte draagt BBL deze percelen over aan het waterschap. De financiële
afwikkeling hiervan vindt dan ook buiten de LGR plaats.
5.2
Waterschap De Dommel
Waterschap De Dommel neemt na passering van de ruilakte percelen van BBL over. Het betreft de
schouwpaden die met de landinrichting gerealiseerd zijn voor het waterschap. De overdracht vindt plaats
nadat het ruilplan onherroepelijk is en is daarom niet opgenomen in de LGR.
5.3
Gemeente Eersel
De gemeente Eersel ontvangt als grondeigenaar een bedrag van €244.472.
5.4
Gemeente Veldhoven
De gemeente Veldhoven ontvangt als grondeigenaar een bedrag van €163.094.
5.5
Ministerie van Defensie
Voor het ministerie van Defensie is het saldo €0.