Magazine Toekomst 02/2014 (PDF, 6,9 MB)

Toekomst
Wij grijpen de toekomst met beide handen aan!
Energie — de
stuwende kracht
Innovaties voor de wereld
van morgen
Als treinen
konden vliegen
Het Zwitserse project Clip-Air
wil treinen vleugels geven
Musea van morgen
Zo kan kennis enthousiast maken
www.voestalpine.com
Editie 02, 2014
voestalpine magazine
Het geluk is met de bekwamen
Beste lezers,
U weet vast wel hoe prettig het voelt als je iets
tot stand hebt gebracht. Of beter gezegd: iets
geschapen. ”Het geluk is met de bekwamen”, zo
vatte de Romeinse denker Cicero dat gevoel
ooit op treffende wijze samen. Het maakt gelukkig de wereld te veranderen. Dat kan bijvoorbeeld met innovaties: zij zorgen ervoor dat de
aarde niet alleen blijft draaien, maar ook in beweging blijft – zij het met wat bescheiden geknutsel thuis in de kelder of op grote schaal met
baanbrekende vernieuwingen.
Wij als technologie- en industriegoederenconcern met een solide eigen staalbasis weten
wat het inhoudt met nieuwe producten en services de wereld te veranderen. Daarmee zorgen wij voor beweging – bijvoorbeeld met onze
speciale componenten voor de automobielindustrie, die zowel bijzonder licht als bijzonder
veilig zijn. En wij zorgen voor energie – onder
meer met onze hoogpresterende componenten
voor krachtcentrales. Zo grijpen wij de toekomst
nu reeds met beide handen aan.
”Nieuwsgierigheid is de basis waar onze wereld
op rust” schrijft onze auteur Wolf Lotter. Hij
houdt zich in dit nummer van ”Toekomst” bezig
met de vraag wat ons mensen beweegt voortdurend nieuwe en betere oplossingen voor onze
dagelijkse problemen en probleempjes te zoeken.
Hoe kunnen wij er bijvoorbeeld voor zorgen dat
wij over pakweg 20, 30 jaar onze huizen nog kunnen verwarmen en onze fabrieken laten draaien? Marq de Villiers probeert in zijn artikel
over energietrends het antwoord op deze vraag
te vinden: door innovatie. Daar hoort het aanboren van nieuwe energiebronnen evenzeer bij
als nieuwe opslagtechnologieën of efficiëntere
productieprocessen. Alleen zo kunnen ook toekomstige generaties tenminste ongeveer zo tevreden leven als wij nu.
Maar daar is niet alleen energie voor nodig. Om
aan het moderne leven te kunnen deelnemen,
is het belangrijk dat je mobiel bent. Voor een onderzoek naar de mobiliteit in de megacity’s van
nu hebben wij enkele reporters in Mexico City,
2
Seoul en Lagos in de auto gezet. In ”Op uw
plaatsen – klaar – file!” vertellen zij wat zij daarbij hebben beleefd en hoe de verkeerschaos
in de toekomst wellicht toch nog wat beter beheerst kan worden om de steden een klein
beetje leefbaarder te maken.
Zoals bekend is economische welvaart lang niet
alles wat wij nodig hebben om gelukkig te
zijn. De rijkste naties behoren vaak tot de ongelukkigste – en andersom. Daarom wordt in
het koninkrijk Bhutan de mens in het centrum
van alle politieke beslissingen geplaatst. Dat
heet daar ”bruto nationaal geluk” en heeft een
wereldwijde discussie over economische factoren als middel voor welvaartsmeting teweeggebracht. Daar willen wij ook in bescheiden
omvang aan deelnemen; en dus vragen in onze
reportage ”Vijf landen, één toekomst?” journalisten uit verschillende delen van de wereld
de mensen in hun vaderland hoe gelukkig
zij zijn.
De antwoorden daarop zijn even verschillend als
de onderwerpen in dit nummer van ”Toekomst”.
Wij hopen dat u er plezier aan beleeft en zij
wellicht zelfs een klein beetje aan uw persoonlijke geluk bijdragen.
Met hartelijke groeten,
Wolfgang Eder, CEO voestalpine AG
3
Inhoud
Er zijn
Vooruit denken
Nieuwsgierig blijven
Editie 02 / 2014
Wie nieuwsgierig is,
investeert in een betere
toekomst.
(blz. 14)
Mexico City, Lagos of
Seoul: wie zegeviert
er in de file?
(blz. 38)
10
Over regels en succes
26
Trendonderzoeker Sven Gábor Jánszky
over regelbrekers.
Het WK voetbal en
wat het aan komende
generaties nalaat.
(blz. 72)
6
Meewerkenden
12
14
30
Energie — de stuwende kracht
Ster van nieuwsgierigheid
38
60
18
Bestsellers zonder uitgeverij
44
Wie had dat gedacht?
Drie persoonlijkheden, wat zij wilden
worden en wat zij nu zijn.
52
62
66
In de roes van de snelheid
Nieuwe details van de formule 1-auto’s
voor 2014.
Als treinen konden vliegen
Het Zwitserse project Clip-Air wil
treinen vleugels geven.
Game of Thrones
Waarom deze HBO serie miljoenen
mensen fascineert.
Vijf landen, één toekomst?
Geld is niet alles: van het bruto nationaal
inkomen tot het bruto nationaal geluk.
Een succesverhaal.
Bionica — oplossingen uit
de natuur
Waaraan wetenschappers een voorbeeld
nemen.
Op uw plaatsen, klaar, file!
Avondspits in Mexico City, Lagos en Seoul
— onze reporters ter plaatse.
Musea van morgen
Zo kan kennis enthousiast maken.
Innovaties voor de wereld van morgen.
Het verlangen naar kennis is de basis
van onze wereld.
20
Impressum
56 Van groen idee tot architectuurwonder.
Wat de mensen van voestalpine verwachten.
De mensen die dit magazine
hebben gemaakt.
6
Onze toekomst
Stad van de toekomst
68
Techniek die onder de huid kruipt
Wanneer de mens de natuur een handje helpt.
72
Fascinerend voetbal
Wereldkampioenschappen –
– wat komt er, wat blijft er?
4
5
Impressum
Zij hebben bijgedragen
Wie staat er achter
”Toekomst”?
Meewerkenden
Wie wil weten wat er in de toekomst gebeurt,
heeft niet veel aan een kristallen bol. Alleen
wie weet wat er nu op de wereld gaande is, kan
tenminste inschatten hoe zij er morgen uit zou
kunnen zien.
Om ervoor te zorgen dat u, beste lezer, tot de
geïnformeerden behoort, hebben wij mensen
op de hele wereld gevraagd ons over hun
deel van de wereld te vertellen: van Mexico
tot Zuid-Korea en van Canada tot Nigeria.
Op deze bladzijden willen wij enkele mensen
voorstellen, die aan deze editie van ”Toekomst”
hebben meegewerkt.
Impressum
Wolf Lotter
Tolu Ogunlesi
journalist en auteur (Duitsland)
journalist en blogger (Nigeria)
journalist (Bhutan)
Wolf Lotter is journalist en auteur. Zijn actuele
boek ”Zivilkapitalismus. Wir können auch anders”
roept op tot actieve economische vormgeving
van de kennismaatschappij. Lotter, die in
Stiermarken is geboren, woont met zijn gezin
in de buurt van Hamburg.
Tolu Ogunlesi woont in Lagos en schrijft onder
meer voor de Financial Times, Al Jazeera en
Forbes. Wanneer hij niet voor ”Toekomst”
in de file staat, werkt hij aan een roman en
schrijft gedichten.
De hoofdredacteur van de Bhutan Observer is
in het oosten van het land opgegroeid. Thans
woont hij in Thimphu, de hoofdstad van Bhutan,
van waaruit hij aan ons rapporteert of zijn landgenoten gelukkiger zijn dan de mensen in de
rest van de wereld.
— Blz. 38 —
— Blz. 14 —
Needrup Zangpo
— Blz. 44 —
Eigenaar en mediabezitter:
voestalpine AG
voestalpine - Strasse 1
4020 Linz, Oostenrijk
Uitgever:
Gerhard Kürner
Hoofdredactie:
Maria Reibenberger
T. + 4 3 / 5 0304 / 15-5432
[email protected]
Concept, redactie en vormgeving:
Commandante Berlin GmbH
Eigenaar: Toni Kappesz
Schröderstrasse 11
10115 Berlin
Vertaling:
Audi Akademie GmbH, Ingolstadt
Druk:
Anne kammerzelt
Marq de Villiers
communicatie-adviseur (Duitsland)
journalist en auteur (Canada)
JOÃO Anzolin
journalist (Brazilië)
Anne Kammerzelt woont en werkt als communicatieadviseur en vrije journaliste in Berlijn.
Samen met de geograaf en journalist André Uhl
heeft zij voor dit magazine een bijdrage over het
onderwerp ”Stad van de toekomst” geschreven.
Marq de Villiers heeft als journalist vanuit
talrijke landen verslag uitgebracht, vooral
uit Afrika en de voormalige Sovjet-Unie. Hij
heeft 14 boeken geschreven, veelal over
Afrika en natuurkunde.
João Anzolin is in 1981 in de stad Curitiba in
Zuid-Brazilië geboren. Als journalist schrijft hij
voornamelijk over muziek, cultuur en media en als
echte Braziliaan (en voetbalenthousiast) vond hij
het geweldig over het WK te schrijven.
— Blz. 26 —
— Blz. 30 —
— Blz. 72 —
Kontext Druckerei GmbH, Linz
6
7
Er zijn
Mensen houvast en zekerheid geven.
Dankzij onze decentrale structuur kunnen wij sneller ageren en reageren; op
die manier zijn wij bereikbaar voor iedereen die ons nodig heeft en trachten
met een zeer hoge mate van flexibiliteit en dynamiek aan hun behoeften te
voldoen. Wij pakken problemen bij de wortel aan en houden niet op, want het
is de moeite waard voor de toekomst te strijden.
10
Over regels en succes
Trendonderzoeker Sven Gábor Jánszky
over regelbrekers.
12 Onze toekomst
Wat de mensen van voestalpine verwachten.
14
Ster van nieuwsgierigheid
Het verlangen naar kennis is de basis van onze wereld.
18
Bestsellers zonder uitgeverij
Een succesverhaal.
20
Wie had dat gedacht?
Drie persoonlijkheden, wat zij wilden worden
en wat zij nu zijn.
8
9
Er zijn
Er zijn
Over regels en
succes
Wie of wat is een rulebreaker?
Dat is iemand die een markt of een
segment radicaal verandert. In
elke branche zijn er bepaalde regels
waar iedereen zich aan houdt, ook
als die maar al te vaak ongeschreven
zijn. Wie ze breekt en daarmee succes heeft, is een rulebreaker.
Tekst Björn Lüdtke
Trendonderzoeker Sven Gábor Jánszky
over regelbrekers.
I
n zijn boek ”Rulebreaker – Wie
Menschen denken, deren Ideen
die Welt verändern” houdt
Sven Gábor Jánszky zich bezig met
visionairs die de toekomst van complete branches volkomen veranderen. En ook al beschouwt hij zichzelf
10
met de wens naar een veilige toekomst te maken te hebben. Het
luidde simpelweg: zich met interessante mensen omgeven.
Rulebreaking
begint in je hoofd — probeer iets
nieuws uit
Dat leidde ertoe dat hij het trendonderzoekinstituut 2b Ahead oprichtte, waar wetenschappers en strategieadviseurs voor ondernemingen
de businessmodellen van morgen
proberen te ontwikkelen. Over rulebreakers en daarover of wij kunnen leren die zelf te worden, komen
wij in een interview alles van Sven
Gábor Jánszky te weten.
© 2b AHEAD ThinkTank
Sven Gábor Jánszky
niet als zo iemand, wij vinden bij hem
toch een kenmerk dat waarschijnlijk alle regelbrekers met elkaar gemeen hebben: er is een breuk in de
levensloop te constateren.
Jánszky heeft een opleiding tot journalist afgerond en stond op de leeftijd van 28 eigenlijk al op het punt de
volgende stap van zijn carrière te
zetten, namelijk programmabaas worden bij de ARD, een van de belangrijkste Duitse tv-zenders. In de personeelsafdeling kreeg hij echter tot
zijn verbijstering te horen dat je minstens 45 jaar oud moest zijn om voor
die functie in aanmerking te komen.
Omdat hij absoluut geen zin had
nog 17 jaar te wachten dacht hij niet
lang na maar nam onverwijld ontslag.
Op dat ogenblik begon Jánszky zich
voor het eerst met de vraag bezig
te houden wat hij nu eigenlijk echt
met zijn leven wilde beginnen. En tot
zijn eigen verbazing bleek het
antwoord niets met journalisme of met
een heleboel geld, en al evenmin
Kunt u een voorbeeld noemen?
Ja, de reder Horst Rahe. In 1972 kwam
er een Amerikaan bij hem en stelde
voor gezamenlijk een cruiseonderneming op te richten. In de Verenigde
Staten zou daarvoor een markt zijn.
Cruises waren tot dat tijdstip onderworpen aan drie – zij het ongeschreven – basisregels: zij waren zeer exclusief, zeer duur en absoluut stijf.
Zonder smoking of op zijn minst
een stropdas hoefde je aan boord niet
te verschijnen. Rahe informeerde bij
zijn bank, maar daar kreeg hij het advies er niet aan te beginnen omdat
het risico te groot zou zijn.
Ted Arison, de Amerikaan, richtte vervolgens de Carnival Cruise Lines op,
die alle regels overboord gooide – en
de grootste cruisemaatschappij ter
wereld werd. Sindsdien was dit voor
Rahe een trauma dat hij maar moeilijk kon verwerken. 20 jaar later kreeg
hij een tweede kans, bracht het concept over op de Duitse scheepvaartmarkt, waar in de tussentijd weinig was veranderd en die nog steeds
zo stijf was, en richtte Aida Cruises op.
In de branche werd hij voor stapelgek verklaard en twee keer scheelde
het ook maar heel weinig of hij was
failliet gegaan. Maar hij hield vol en
brak bewust regels waar alle anderen aan geloofden. Achteraf kun je
wel zeggen dat Arison en Rahe de
branche behoorlijk overhoop hebben
gegooid. Eigenlijk zijn de anderen
verdwenen, de huidige markt bestaat
vrijwel alleen nog maar uit clubschepen.
Kun je zulke regelbreuken alleen
achteraf constateren of zijn zij te
voorspellen?
Je kunt natuurlijk geen garantie geven, wij zijn immers geen waarzeggers. Wij onderkennen trends door regelmatig mensen bij elkaar te brengen die hun stempel op een branche
drukken en hen te vragen waarin
zij op dat ogenblik investeren. Als ik
dat weet, kan ik inschatten wat er
de komende tien jaar in een branche
gaat gebeuren.
In de gezondheidsbranche is het bijvoorbeeld heel duidelijk te zien
dat een basisregel van het huidige
systeem binnenkort gaat verdwijnen. Deze luidt dat mensen hun lichaam niet zelf mogen optimaliseren,
bijvoorbeeld met medicijnen. Alleen
als er iets kapot is gegaan, mag
een expert achteraf een reparatie uitvoeren. Laten wij aannemen dat wij
van een instrument de mededeling
krijgen: ”Je bent nu voor 20 procent
ziek, dat is een afwijking van de
norm. Als je nu dit en dat inneemt,
ben je morgen nog maar voor 15
procent ziek.” De vraag luidt nu: wie
gaat deze zaken in de toekomst
doen? Nog steeds de artsen of de farmaceutische industrie? Of worden
het de levensmiddelenconcerns, die
veel dichter bij de preventie staan?
volle mensen staan gewoon een
keertje meer op. Maar dat beeld
beschrijft een rulebreaker onvoldoende. Zij lopen zo lang tegen die muur
aan tot die instort.
Hoe kan dit weten mij helpen een
stukje dichter bij mijn persoonlijke
succes te komen?
Om rulebreaker te worden is het zeker een voordeel als ik over de
hierboven vermelde arrogantie beschik. Dat is de ene helft. Maar
voor de andere helft kan ik ook trainen een rulebreaker te worden.
Om te beginnen moet ik alle patronen en regels identificeren waarin
ik leef en werk. Dan kan ik die heel
bewust gaan doorbreken.
Je hoeft daarvoor niet bij een hele
branche te beginnen, maar bij jezelf en je eigen leven en denken. Wij
reizen steeds weer naar dezelfde
vakantiebestemmingen, wij gaan elke
keer naar dezelfde kroeg en volgen
dezelfde dagindeling. Daar kun je beginnen en telkens weer iets nieuws
uitproberen. Rulebreaking begint in
je eigen hoofd.
”Rulebreaker” door Sven Gábor Jánszky.
Uitgegeven door: Goldegg Verlag
Kan iedereen een rulebreaker
worden?
Daar is geen eenvoudig antwoord op
te geven. De mensen die ik als
rulebreaker heb leren kennen, zijn
ten dele wat hun karakter betreft
al wat anders dan anderen. Ten eerste
hebben zij een visie en geloven stellig dat die juist is, wat marktonderzoekers ook mogen beweren of alle
anderen doen – daar zit zeker ook
altijd een stukje gezonde arrogantie
bij, volgens het motto ”Ik weet het
beter”. Ten tweede zijn zij ongelooflijk consequent. Wij trendonderzoekers
zeggen graag, wie tegen een muur
loopt moet weer opstaan, en succes11
Er zijn
Er zijn
Onze toekomst
Celina & Niclas Baumgartner (10 / 8 )
scholieren
Rohrendorf bei Krems, Oostenrijk
Teksten Björn Lüdtke Foto’s Haruka Sasaki, Werner Jäger, Louise te Poele, Kristy Fertig
Wat de mensen van voestalpine verwachten.
”Het allerbelangrijkste is echt
dat je nu aan het werk gaat om
voor je toekomst te leren!”
1. Welke dromen heb je voor je toekomst?
2. Zou je graag precies weten wat je in de toekomst verwacht?
3. Welke toekomstige uitvinding zou je bijzonder graag zien?
4. In welk opzicht zal je leven volgens jou in de toekomst beter zijn?
5. Welke dingen moeten in de toekomst blijven zoals zij zijn?
6. Als je met een tijdmachine naar de toekomst kon reizen, wat zou je dan meenemen?
Masae Yuminamochi (16)
Middelbare scholier
Nagano City, Japan
1. C Lerares of politieagente worden N Profvoetballer
worden zoals David Alaba. 2. C en N Ja. 3. C Dat in de
toekomst ook meisjes en vrouwen vanaf 14 jaar in een voetbalwedstrijdteam van mannen mogen spelen. N Kinderarbeid in arme landen zo snel mogelijk afschaffen. 4. C en N
Als wij van school af zijn. 5. C en N Onze familie. 6. C Mijn
ouders, chocolade en een dvd-speler. N Mijn ouders en het
shirt van FC Bayern München met een voetbal erop.
”Wees gelukkig”
1. Ik droom ervan een leuke baan te vinden en rijk te worden. Ik wil graag nuttig zijn. 2. Nee. Ik heb ik mijn leven
nog voor mij en wil mij erop kunnen verheugen. 3. Het zou
leuk zijn als er een machine was die gedachten kan lezen.
4. Mijn uiterlijk. Ik zou graag een mooi lichaam hebben en
mooie kleren om aan te trekken. 5. Pacifisme. 6. Lekkere
tussendoortjes waar je dik van wordt. Misschien is er later
alleen gezond en smakeloos eten.
Kyley Bakker (25)
Student
Amersfoort, Nederland
”Je toekomst zal nooit beter
worden als je alleen maar met
het verleden bezig bent”
1. Ik wil zoveel mogeljik van de wereld zien. 2. Nee, ik zou
niet hard werken om te bereiken wat ik wil, als ik al wist
dat het wel of niet zou gaan lukken. 3. Teleportatie.
4. Werkgelegenheid. 5. Al die mooie natuur en culturen op
de hele wereld. 6. Mijn camera.
12
Kristy Fertig (42)
Personeelszaken
Cheyenne, Wyoming, USA
”Wees meer, doe meer en
bemin meer dan je nu doet”
1. Lang genoeg leven om mijn kleinkinderen mee te maken. Een hutje aan een meer hebben en een boot om vanaf te duiken. Een baan hebben met toekomstperspectief.
2. Nee, zo is het leuker. 3. Ik wil een robot die schoonmaakt
en voor mij kookt, zodat ik meer tijd heb voor mijn kinderen. Wij moeten genieten van de tijd met onze kinderen, en
schoonmaken kost te veel tijd. 4. Alles wat met technologie
te maken heeft, zal beter zijn. Maar de spullen zullen niet
zo goed zijn, wij gooien graag dingen weg. 5. Persoonlijke
interactie. Wij lijken daardoor van elkaar te vervreemden
en slechte relaties te krijgen. 6. Mijn familie, de rest is niet
belangrijk.
13
Er zijn
Ster van
nieuwsgierigheid
Tekst Wolf Lotter
Nieuwsgierigheid vormt de basis van onze wereld.
Elke investering daarin is een investering in een
betere toekomst.
H
oe zien zij eruit, die ogenblikken waarop letterlijk
alles verandert? Welke wet
volgen de gebeurtenissen waarna
alles anders is dan tevoren? En, als die
ogenblikken waarin het oude gaat en
het nieuwe komt, zichtbaar worden,
zouden zij zich dan niet moeten laten
bepalen, voorspellen en zodoende ook
plannen?
Dat zijn vragen die altijd weer worden
gesteld en die onze nieuwsgierigheid
en fantasie bevleugelen. Maar zijn er
ook antwoorden op?
Wie aan het zoeken gaat, wordt
allereerst met verrassingen geconfronteerd. Bijvoorbeeld de verrassing
die te vinden is in een boekje van de
Insel-uitgeverij in Leipzig dat in 1927
is verschenen, een dun boekje met
vijf korte verhalen van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig. Na zijn
dood in 1942 zal de uitgeverij er nog
andere aan toevoegen. De kleinodiën
van Zweig hebben een ding gemeen,
de beschrijving van een ”dramatisch
gebundeld”, ”beslissend uur”, zoals Zweig het noemt. Een ogenblik
dat van grote draagwijdte voor het
verdere verloop van het verhaal was,
gebeurtenissen dus die ”zelden in
het leven van één persoon en zelden
in het verloop van de geschiedenis” voorkomen, die ”schitterend
en onveranderlijk als sterren van de
nacht over de vergankelijkheid heen
stralen.”
In de eerste uitgave van Zweigs
”Grootse momenten van de mensheid” is het Napoleons Waterloo, Robert Scotts mislukte Zuidpoolexpeditie
van 1912, het verhaal Marienbader
Elegie van Goethe, de Californische
goudkoorts en de begenadiging van
Fjodor Dostojewski, die, nadat hij
reeds ter dood was veroordeeld, op
het nippertje van het executiepeloton
wordt gered. In de uitgebreide uitgave
komen daar later nog verhalen bij zoals dat van de eerste telegraafkabel in
de Atlantische Oceaan of Lenins reis
in een verzegelde trein door Duitsland
naar Finland, waar hij de revolutie
tegen het autoritaire tsarenregime in
Rusland teweegbrengt.
Het boek zelf is een groots moment
geworden. Er zijn talloze verhandelingen over het werk en de werking
ervan, die tot op de dag van vandaag
zijn effect op de lezer doet gevoelen.
Die vragen kan men zich gerust stellen
als men op zoek gaat naar het wezen
van het nieuwe, van de nieuwsgierigheid en de vernieuwing. Want
op het eerste gezicht is het concept
waarmee Zweig werkt, nauwelijks
te doorgronden. De oudere prins der
dichters komt er geleidelijk aan achter
dat het jonge meisje uiteindelijk toch
niet warm voor hem zal lopen. De Engelse Zuidpoolpionier merkt dat zijn
Wie naar zekerheid
zoekt, vindt de
wereld uit – en
verandert haar op
hetzelfde moment
ergste concurrent al vóór hem op de
Zuidpool is geweest. Wat hebben die
verhalen met elkaar te maken? Wat
maakt de betovering van de grootse
momenten uit?
Het is de ontdekking, het inzicht, het
besef.
Het maakt niet uit hoe het kwartje
valt en waar, daarna is niets meer
als tevoren. Ontdekking, inzicht en
besef, dat betekent altijd dat er kennis
ontstaat – en daardoor ook steeds een
zekerheid dat iets in onze ogen zo is
en niet anders. Dat is de eigenlijke
betekenis van het woord uitvinding:
wij vinden zekerheid, een inzicht dat
het draaimoment van onze beslissing
wordt. Vóór dat punt zijn wij onzeker, radeloos, innerlijk verscheurd,
twijfelend. Maar daarna heerst er
opeens duidelijkheid. Wie naar zekerheid zoekt, vindt de wereld uit – en
verandert haar op hetzelfde moment.
Daarmee hebben wij al twee antwoorden gevonden: grootse momenten zijn
inzichten en die zijn niet altijd aangenaam. De nieuwsgierigheid drijft ons
naar het echte leven, en wij weten dat
dat niet altijd een pretje is. Echter, met
elke stap waarmee wij onze omgeving
en haar geheimen ontraadselen, wordt
de waarschijnlijkheid groter dat het
uiteindelijk toch wel heel prettig voor
ons zal worden. Het loont de moeite
nieuwsgierig te zijn, ook als het soms
pijn doet.
De grootste uitvinders van de geschiedenis van de mensheid zijn trouwens
in duisternis gehuld. Wie heeft ooit het
wiel uitgevonden? Wie is de uitvinder
van de hefboom? Of wie kwam er op
het geweldige idee gedachten en kennis, inzichten en ervaringen onsterfelijk te maken – door beelden en taal?
En wie was er moedig genoeg om het
eerste vuur op te pakken? Wij moeten
ons die scène, die volgens de actuele
kennis van de wetenschap alweer
ruim twee miljoen jaar achter ons ligt,
eens voorstellen: een of een groep van
onze voorouders maakt een zwaar onweer mee, met behoorlijk wat bliksem
en donder. Terwijl iedereen zonder bescherming is blootgesteld aan
het natuurgeweld, is een van hen de
uitdaging aangegaan niet angstig
weg te lopen voor een blikseminslag.
Misschien heeft hij dat aanvankelijk
wel gedaan, maar hij moet zijn teruggekomen om het resultaat van de
blikseminslag, wellicht een door de
bliksem getroffen boomstam, te bekijken. Wat is hier gebeurd? Wat kun je
ermee doen? Je warmen, drogen, er
uiteindelijk ook voedsel in gaarkoken,
wat overigens de overlevingskans
van de hominiden dramatisch verbetert.
Dat alles gebeurt volgens het inzicht
dat het vuur een nut heeft. Een
mens heeft zijn angst overwonnen.
Hij twijfelde eraan of weglopen het
15
Er zijn
enig juiste antwoord op de bliksem is.
Dat is een groots moment.
Plato zal lang daarna de basis van
alle menselijke geest op deze noemer
brengen: voor hem is dit het verwonderen, dat wat hij thaumazein noemt.
Het verwonderen behoort tot de
prachtige uitlopers van het denken.
In tegenstelling tot bijna alle andere
processen die verband houden met
het waarnemen en, aan het brein
gebonden, onzichtbaar moeten blijven, kun je het verwonderen zien,
en het mooist en duidelijkst is het te
zien in het gezicht van een kind. Er
gebeurt iets interessants, en dan is er
de verrassing, die in een frons op het
voorhoofd, in wijd geopende ogen tot
uiting komt en in verbazing verandert,
de stof waar nieuwsgierigheid van is
gemaakt. Vanaf dit ogenblik wil de
mens het weten. Vanaf dit punt is er
vooruitgang, of je nu in het vuur dat
een bliksemschicht heeft ontstoken,
iets wilt braden of de mensheid uit de
afhankelijkheid van fossiele energieën wilt bevrijden. Verrassing en
verwondering zijn twee grondslagen
van het menselijk denken. Daar komt
de hierboven vermelde twijfel bij, een
eigenschap die de meeste mensen als
negatief beschouwen.
Pas twijfel zorgt voor onrust, dus voor
verandering. Wie aan iets twijfelt,
trekt de bestaande orde in twijfel, en
de gevolgen kunnen tamelijk onplezierig zijn.
Wij mogen de twijfelaars hier niet
met de mopperaars verwarren, wat
echter vaak gebeurt. De mopperaar is
ontevreden met de situatie, zonder dat
hij zich echt wijdt aan het moeizame
werk van denken en naar het waarom
vragen. De mopperaar is tevreden als
hij kan mopperen. De twijfelaar echter
wil verandering. Dat is gemakkelijk
door elkaar te halen, ook omdat twijfelaars natuurlijk niet stante pede met
een volle mand handige innovaties
aan komen zetten.
Maar dat is precies wat wij eisen van
al diegenen die sowieso niets willen
16
Er zijn
veranderen – die heel tevreden zijn
met alles wat er is en al het andere
als verwerpelijk beschouwen. Dat
is in het collectieve geheugen van
de mensen ingebrand. Alle grote
verhalen vertellen erover dat het
twijfelen en de nieuwsgierigheid zeer
zeker ook bestraft kunnen worden –
en wel door het establishment, dus
door degenen die de macht hebben.
In de vermoedelijk duidelijkste vorm
gebeurt dat door het verstoten van
Adam en Eva uit het paradijs, het
gevolg van de nieuwsgierigheid van
de eerste twee mensen, die er geen
Is het een zonde als
je iets wilt weten?
vrede mee hadden in een paradijs te
leven waarvan de achtergronden voor
eeuwig verborgen moesten blijven. Zij
wilden weten hoe de appel smaakt –
en tot op heden is er geen mooier en
duidelijker verhaal over het wezen
van de ontdekking, in de goede en
de slechte betekenis. Maar toch: wij
kunnen sindsdien zelf beslissen of wij
door hevig twijfelen en nieuwsgierig
navraag doen onze grootse momenten
willen scheppen.
Aan het begin van de Verlichting
en de moderne tijd, in de 17e eeuw,
waarin de natuurwetenschappen en
het verstand het oude bijgeloof en de
angst van de mensen voor de eigen
durf langzaam, maar onophoudelijk
doen smelten, bepaalt de grote
wiskundige en filosoof René Descartes
de richting: ”De twijfel is het begin
van de wijsheid”. Dat geldt letterlijk
voor iedereen. Het is bij wijze van
spreken de ex post vastgestelde waarnemingsformule van de zogeheten
zondeval. Dat woord is interessant.
Is het een zonde als je iets wilt weten?
Elk besef, iedere innovatie draagt de
kiem van revolutie in zich. ”Nieuwsgierigheid is het streven naar kennis,
dat zich niet hoeft te rechtvaardigen”,
heeft de filosoof Konrad Paul Liessmann in het economisch magazine
brand eins ooit gezegd. Met andere
woorden: niets en niemand kan de
nieuwsgierigheid – en daarmee gepaard gaand de verandering – verhinderen. Men kan haar hoogstens
bestrijden en vertragen. En natuurlijk
maken daarvan diegenen gebruik die
hun macht door de innovatie en de
verandering in gevaar zien. Het besef
dat de aarde om de zon draait, kan
de kijk op de wereld en de dingen
daarin zo fundamenteel veranderen
dat daarna niets meer hetzelfde is.
Het tijdperk van de Verlichting maakt
de passie voor nieuwsgierigheid, het
proeven van de boom der kennis, tot
een handelsmodel. Het woord ”Verlichting” zegt het al: het houdt al in
wat er gebeurt als je de nacht van de
vergankelijkheid vol nieuwsgierigheid
en verwondering ontvlucht.
Dat is het grote tijdperk van de innovatie, de uitvinding. En dat is nu
niet alleen mogelijk omdat mensen
verrast worden, zich verbazen en
twijfelen en vervolgens nadenken hoe
het allemaal ook anders zou kunnen.
Er ontbreekt nog iets anders. Dat is
het nut. Uitvindingen en innovaties
zijn niet gewoon breuken met het
bestaande, omdat het anders wat saai
zou worden – hoewel ook dat, zoals
gedragsonderzoek reeds in de jaren
zestig heeft geconstateerd, zeker als
motief voor twijfelend voortwaarts
streven kan dienen. De belangrijkste
drijfveer is en blijft de hoop dat door
het oplossen van een probleem, want
zo kun je innovatie, vernieuwing
immers ook zien, er iets beters uit
voortkomt. Dat klinkt, gelet op het
verhaal met het paradijs, nu enigszins vermetel. Maar misschien wilden
Adam en Eva niet alleen alles hebben
wat zij zich konden voorstellen, maar
daar bovendien vrij en naar eigen
goeddunken over kunnen beschikken. Verrassing, nieuwsgierigheid
en verwondering zorgen ervoor dat
alleen in de afgelopen twee eeuwen
de gemiddelde levensverwachting
is verdrievoudigd. Dat de welvaart
enorm is toegenomen. Dat – ondanks
alle nog bestaande problemen – de
situatie van de mensheid steeds beter
wordt. Dat is de mechanica van de
innovatie. Mogelijkerwijs functioneert
zij alleen maar omdat mensen nieuwsgierig zijn, verder niets. Maar met die
nieuwsgierigheid doen anderen hun
voordeel. Elk nieuw idee verbetert de
situatie van de mensheid. Zelfs die
ideeën die wij niet oppakken of weer
Mensen zullen
zich blijven verwonderen, blijven
nieuwsgierig,
hebben vragen
opzij leggen, omdat ook het besef
dat er dwaalwegen zijn, de zoektocht
naar een betere oplossing gemakkelijker maakt.
Het pragmatische nut van innovaties wordt thans maar al te vaak
vergeten, wellicht ook omdat wij van
de geweldige lading uitvindingen
en inzichten sinds de Verlichting zo
hebben geprofiteerd dat velen het
niet meer nodig achten na te denken
over oplossingen die ons leven zouden
kunnen verbeteren.
De meeste tijd in de geschiedenis van
de mensheid heersten er armoede,
gebrek en nood. Technische en sociale
vooruitgang, innovatie en uitvindersgeest hebben in beslissende mate
tot de verbetering van onze situatie
bijgedragen.
Van de Oostenrijkse econoom Joseph
Schumpeter is het beroemde begrip
van de ”creatieve vernieling” afkomstig, waarmee hij de basisimpuls
van alle innovaties beschrijft: deze
vernielt het oude om ruimte te maken
voor het nieuwe – maar uiteindelijk
wordt er altijd meer geschapen dan
kapotgemaakt. Schumpeter constateerde echter ook dat het succes van
economische en technische systemen
mensen voortbrengt die zich er niet
langer van bewust zijn dat zij hun
welvaart aan dit proces van innovatie
en van ondernemend handelen te
danken hebben. In de welvarende
consumptiemaatschappij is dat proces
al geruime tijd te zien. Kennelijk eet
niet alleen de revolutie haar kinderen
op – omgekeerd werkt het net zo. Wij
vergissen ons. En klagen te veel, in
plaats van constructief te twijfelen.
Dat is een verteringsprobleem. Het
hoofd heeft daar niets mee te maken.
Hebben wij al zoveel dat wij niets
meer hoeven uit te vinden? Verbleekt
de ster van de innovatie? Is hij, net
als echte zonnen, zo groot geworden
dat hij onder zijn eigen last bezwijkt?
Vrees niet. Mensen zullen zich blijven
verwonderen, blijven nieuwsgierig,
hebben vragen, en altijd meer dan
er antwoorden op zijn. Vast en zeker
wordt de 21e eeuw een periode van
grote ontdekkingen, die vergelijkbaar
zijn met wat er gebeurde in de industriële revolutie, misschien zelfs wel
met de moed om zonder vrees naar
het vuur te lopen. Misschien houden
wij alleen eens op alles als probleem
te definiëren, vooral de toekomst.
Techniek en vooruitgang kunnen
niet al onze vragen beantwoorden,
maar wel zeer veel. En zij zorgen er
zeker ook voor dat wij antwoorden op
gestelde vragen blijven krijgen. Intussen moeten wij leren met onze goede
wereld om te gaan zonder tevredenheid en zelfvoldaanheid door elkaar
te halen.
Wij leven voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid in een wereld
waarin verscheidenheid en overvloed
deel uitmaken van de normaliteit.
Onze voorouders hoefden, anders dan
wij, niet uit velerlei verschillende aanbiedingen te kiezen. Wij leren nu pas
met complexiteit en veelheid om te
gaan. Dat heeft tot gevolg dat steeds
meer mensen probleemoplossingen
verwachten die exact op hen zijn
afgestemd, en er zelf aan bijdragen
dat zulke inzichten ontstaan. Wellicht
worden er minder massaproducten
uitgevonden. In plaats daarvan wordt
meer zelfverwezenlijking bereikt. Uitvindingen waarbij wij antwoorden op
onze persoonlijke vragen krijgen en
waarmee wij leren veranderingen niet
als bedreiging voor onszelf te zien,
Laten wij vooruit
kijken en ook wat
omhoog, in plaats
van het hoofd te
laten hangen
maar als winst aan mogelijkheden.
Laten wij vooruit kijken en ook wat
omhoog, in plaats van het hoofd te
laten hangen. Daar staan heel veel
sterren in al hun grootsheid, genoeg
voor iedereen.
17
Er zijn
Er zijn
Bestsellers zonder
uitgeverij
Tekst Cássia Martins Foto’s Cássia Martins
”Born in Rio” door Cássia Martins
W
at gebeurt er als een bankier
in New York alles achter
zich laat om een onzeker leven in Brazilië tegemoet te gaan?
Dat verhaal wilde ik vertellen. Omdat
ik een studie economie heb afgerond
en een MBA van de Wharton Business
School heb, werkte ik in de financiële
wereld. Toch wilde ik altijd al een
boek schrijven - dat er echt een roman
van mij wordt uitgegeven, had ik lang
niet durven dromen …
Gelukkig veranderde dat toen het zelf
uitgeven opkwam. Drie jaar geleden
begon ik een verhaal te schrijven dat
in Rio de Janeiro speelde. Binnen een
jaar kon ik mijn boek ”Born in Rio”
wereldwijd publiceren en nadat ik
18
Cássia Martins
goede kritieken had gekregen ontving
ik in mei de Braziliaanse International Press Awards in Literatuur. ”Born
in Rio” vertelt over Rita Ray, een
vrouw die in de financiële wereld carrière heeft gemaakt en naar Brazilië
terugkeert om erachter te komen
waarom haar moeder met haar als
kind naar de Verenigde Staten is
geëmigreerd. Tijdens haar reis wilde
ik de lezers laten genieten van een
goed doortimmerde plot te midden
van weelderige beschrijvingen van
Brazilië, de rijke geschiedenis en
cultuur vanhet land.
Nu het Werelkampioenschap 2014 en
de Olympische Zomerspelen weldra
in Brazilië gaan plaatsvinden, wil men
meer over het leven in Rio weten.
Dus geloofde ik in mijzelf en ook dat
ik een boek kon schrijven waarin
ik mijn lezers met een spannend verhaal naar Brazilië kon meenemen.
Dit beschouw ik als een belangrijke
factor voor het succes van het
boek, maar zeker niet de enige.
Om ”Born in Rio” te schrijven putte
ik voor ideeën uit mijn ervaringen
als Braziliaanse vrouw in de VS en
leunde ook op mijn zakelijke loopbaan om het verhaal te publiceren en
op mijn vastbeslotenheid om Rita’s
verhaal tot leven te brengen. Sinds dit
project begon, heb ik zowel de
creatieve als de economische aspecten van het boek afgehandeld. Ik
”Born in Rio” door Cássia Martins. Uitgegeven door: CreateSpace Independent Publishing Platform
Een succesverhaal.
wilde 700 woorden per dag schrijven
en hield een spreadsheet bij met de
belangrijkste gebeurtenissen en de
details van het project. Binnen negen
maanden was het verhaal klaar en
kort daarna was het overal ter wereld
verkrijgbaar.
Ik geloofde in mijn verhaal, werd de
auteur en de ondernemer. Dat is
belangrijk als je zelf iets uitgeeft.
Vroeger kwamen boeken alleen via
traditionele uitgevers bij de lezers
terecht. In de Verenigde Staten moesten schrijvers een literair agent
hebben om hun werk onder de aandacht te brengen. Zelfs als je die
had kon het jaren duren voordat er
een uitgever belangstelling toonde,
als dat al gebeurde. Onbekende
schrijvers, vooral als zij geen schrijversloopbaan ambieerden, kwamen met hun manuscripten meestal
niet ver. Door hun werk in eigen regie uit te geven konden zij hun droom
van een uitgegeven boek verwezenlijken. Ik bijvoorbeeld wilde dat mijn
verhaal snel veel mensen in alle
uithoeken van de wereld bereikte en
ik wilde zelf zeggenschap over de
verkoop hebben. Ik wilde een beter
honorarium en minder kosten. Dat
lukte allemaal toen ik via de Amazonplatforms voor onafhankelijke schrijvers ging publiceren: CreateSpace en
Kindle Direct Publishing. Bij verkoop
worden exemplaren van mijn boek gedrukt; dit proces staat bekend als
”print-on-demand”, wat de kosten van
voorraad houden en verzenden vermindert. De elektronische versie is online te koop en op een computer of
reader te lezen. Ik bepaal de prijs,
maar krijg alleen geld als mijn boeken verkocht worden. Het kan voor
de auteur goed uitpakken zolang hij
het werk doet.
Het is niet gemakkelijk als je de pet
van de uitgever en ook die van de
auteur op hebt. Een auteur moet het
boek als een klein bedrijf behandelen,
goedgeschreven inhoud scheppen die
degelijk in elkaar zit, in marketing
investeren en de mensen zover krijgen dat zij erover praten. Dat werk
is in veel opzichten lonend. Met in
eigen regie uitgegeven boeken worden schrijvers veelal door grote uitgeverijen ”ontdekt”.
Een voorbeeld is Darcie Chan, de auteur van The Mill River Recluse.
Nadat zij jarenlang uitgeverijen had
afgelopen, besloot zij het boek als
e-book te publiceren. Zij plaatste advertenties op websites voor e-readers,
Een roman uitgeven, dat leek
bijna een droom
organiseerde een boekbespreking
door een professioneel en verkocht het
werk voor slechts 99 cent. Binnen
korte tijd stond het op bestsellerlijsten, naast traditioneel verkochte
boeken. Daarna heeft zij voor haar
tweede roman een contract bij
een grote uitgeverij in New York gescoord. Anderzijds gaan bekende
traditioneel verschenen auteurs zich
met een ”hybride” vorm van uitgeven bezighouden, zo ook de auteur
Bella Andre. Nadat zij haar boeken
tevoren traditioneel had uitgegeven,
verkocht zij onlangs uitsluitend de
Engelse rechten van druk aan uitgeverijen. Zij hield de digitale
rechten aan haar boeken, die zij zelf
als e-books uitgeeft, waarbij de
hogere winst direct naar haar gaat.
Deze trend is op veel gebieden te zien.
Zelf uitgeven blijft niet tot boeken
beperkt. Aankomende musici kunnen
bijvoorbeeld zonder een muziekmanager furore maken op YouTube
of iTunes. Justin Bieber behaalde
zo zijn eerste succes, evenals Macklemore – sinds 1994 de eerste artiest
die zonder de steun van een groot
label de top van de US hitparade bereikte. In het digitale tijdperk kun-
nen onafhankelijke artiesten hun talent zelf promoten en aan hun publiek tonen – wat blijkt uit het
groeiende aantal zelf uitgevende
kunstenaars die bestsellers scoren.
Bij mijn werk houd ik mij met allerlei initiatieven bezig, waarbij ik bekijk of zij op termijn duurzaam zullen blijken en wat de komende trends
worden. De toekomst van het zelf
uitgeven hangt ervan af hoe elke auteur zijn eigen gebied kan vinden,
naar nieuwe markten kan expanderen, contact met zijn fans kan opnemen en innovatieve inhoud kan
creëren.
Tot dusver wordt ”Born in Rio” met
plezier gelezen, heeft goede recensies gekregen, ook van gerenommeerde bedrijven zoals Kirkus Reviews, Publishers Weekly en Indie
Reader. Niet alleen heeft mijn roman
kort na verschijnen de Brazilian International Press Awards gewonnen,
hij kreeg ook veel aandacht op USA
Today en bereikte de finale bij de
Indie Discovery Awards op de Book
Expo America in New York. Ook
dankzij het enthousiasme dat daardoor ontstond ging de verkoop omhoog, maar op deze snelle markt
moest ik ontdekken hoe je constant met vernieuwingen komt, opvalt en een duurzame relatie met
je volgers opbouwt. Volgens mij kun
je het beste niet alleen op sociale
media en adverteren inzetten, maar
ook met de plaatselijke gemeenschap communiceren. Door contact
op te nemen met boekenzaken,
culturele huizen en onderwijsinstellingen bereikte ik de lezers en
bracht mijzelf als auteur en verhalenverteller in beeld. Succes betekent
voor mij dat wij in onszelf geloven,
graag verhalen vertellen met behulp
van de evaluerende media, met het
doel door interactie met mensen een
positieve invloed uit te oefenen en
een duurzame toekomst op te
bouwen waar andere verhalen kunnen worden verteld.
19
Er zijn
Wie had dat
gedacht?
Teksten Björn Lüdtke Foto’s Erik Pendzich, José Ignacio Unanue
© josi / D emotix / C orbis
Velen van ons weten als kind al wat zij later graag
willen worden. Wat wij dan werkelijk worden,
is vaak een ander verhaal – dat is bij bekende
persoonlijkheden niet anders. Wij hebben drie
carrières en de verandering van richting daarbij
wat nader bekeken.
20
Koken in plaats van rechten — Gastón Acurio
Eigenlijk had Gastón Acurio in de voetstappen van zijn vader moeten treden. Weliswaar begon de zoon ook met de
studie rechtsgeleerdheid, maar na een tijdje ging hij toch liever een koksopleiding volgen – wat hij aanvankelijk niet
aan zijn ouders vertelde. Thans staat hij aan het hoofd van een heus horeca-imperium en gebruikt zijn invloed om vaart
te zetten achter de ontwikkeling van Peru. In zijn eigen koksschool leidt hij koks op en zo heeft hij tot dusver
niet minder dan 80.000 jonge mensen het perspectief op een betere toekomst kunnen geven. Zijn ouders zullen hem zijn
leugentje om bestwil inmiddels ongetwijfeld hebben vergeven.
21
Rode loper in plaats van kiezen trekken — Sofia Vergara
Sofia Vergara wilde tandarts worden, maar dat mocht niet. Op haar zeventiende loopt zij over het strand van haar
woonplaats in Colombia en wordt als model ontdekt. De nonnen van haar katholieke school hebben haar dat verboden,
maar zo wordt Vergara als model ontdekt. Waarschijnlijk vanwege haar schoonheid trouwt zij al vroeg en krijgt
een zoon. Maar op haar tweeëntwintigste laat Sofia zich scheiden en grijpt haar kans: zij gaat tandheelkunde studeren.
Doch ook dit keer bepalen haar talent en haar uiterlijk iets anders voor haar: Hollywood roept en zij stopt met haar
studie. Waarom heeft zij toegegeven? Het geld was te verleidelijk.
22
Er zijn
links & rechts © Erik Pendzich / D emotix / C orbis
Er zijn
Van Bollywood naar het parlement — Amitabh Bachchan
Amitabh Bachchan is jong en werkeloos. De thans legendarische acteur uit India is verlegen, maar overwint zichzelf en
streeft een carrière als acteur na. Op zijn zevenentwintigste speelt hij in zijn eerste film, die enkele jaren later een
kassamagneet wordt. Doch dat verandert door een zwaar ongeval bij de opnames van actiescènes. De acteur brengt
het er levend vanaf, maar kan zijn vroegere successen niet meer herhalen. Bachchan verliest de moed niet, maar
verandert van loopbaan, gaat de politiek in en wint, inmiddels eenenveertig jaar oud, zelfs een zetel in het parlement.
Rond de eeuwwisseling slaagt hij in een comeback op het witte doek.
23
Vooruit denken
Beweging creëren en van energie voorzien.
Wij stuwen ontwikkelingen vooruit – open voor nieuwe dingen en met de
nieuwsgierigheid van de onderzoeker denken wij visionair en ver boven het
bestaande uit; rijkdom aan ideeën is even kenmerkend voor onze producten
en processen als de relaties met onze medemensen. Want niets is zo goed
dat wij het niet nog zouden kunnen verbeteren.
26
Stad van de toekomst
Van groen idee tot architectuurwonder.
30
Energie — de stuwende kracht
Innovaties voor de wereld van morgen.
38
Op uw plaatsen, klaar, file!
Avondspits in Mexico City, Lagos en Seoul
— onze reporters ter plaatse.
44
Vijf landen, één toekomst?
Geld is niet alles: van het bruto nationaal inkomen
tot het bruto nationaal geluk.
52
Als treinen konden vliegen
Het Zwitserse project Clip-Air wil
treinen vleugels geven.
24
25
Vooruit denken
Vooruit denken
Stad van de
toekomst
Duurzame megalieten voor landelijke urbaniteit
Tekst Anne Kammerzelt, André Uhl Renderings Vincent Callebaut Architectures
D
e stad van de toekomst heeft
vele gezichten. Al even
verschillend zijn de uitdagingen waaraan zij voor haar inwoners
het hoofd moet bieden. Nu al woont
meer dan de helft van de wereldbevolking in de steden van deze aarde, en men verwacht dat dit in 2050
zo’n twee derde zal zijn. Architecten,
planologen en ingenieurs werken
onder hoogspanning aan innovatieve
en duurzame concepten om aan de
alsmaar toenemende vraag naar
woonruimte te voldoen. Een van de
spannendste vragen bij het metropoolonderzoek luidt daarom: hoe zullen wij in de toekomst wonen?
Het symbool voor architectonische superlatieven is de Burj Khalifa in het
emiraat Dubai. Met 828 meter hoogte
en ruim 160 verdiepingen is dit
het hoogste gebouw ter wereld. Nog,
moeten wij daar wellicht aan toe26
voegen, want er bestaan al plannen
de grens van één kilometer met
een nieuw gebouw te doorbreken –
”Wat wij zullen zien,
is een revolutie in
de woningbouw, het
ingenieurswezen en
de architectuur”
waarmee ook het begrip wolkenkrabber achterhaald zou zijn. In de
toekomst zou de bevolking van steden zelfs in kunstmatige ”hemelsteden” kunnen wonen, tenminste
als wij sommige onderzoekers mogen
geloven. Andere architecten beplei-
ten een intensievere bebouwing om
woonruimte te creëren of gaan ervan uit dat wij in de toekomst diep
onder het aardoppervlak zullen wonen. De scenario’s zijn al even verschillend als de omstandigheden in
de metropolen van deze aarde.
Maar op één punt zijn de experts het
wel eens: de stad van de toekomst
moet ecologisch duurzaam en energie-efficiënt zijn.
”Wat wij binnenkort zullen zien, is een
revolutie in de woningbouw, het
ingenieurswezen en de architectuur”,
denkt Saskia Sassen, stadssociologe bij de Columbia University in
New York. En zoals bij elke revolutie zijn er moedige pioniers nodig,
die een baanbrekend idee hebben
en daarmee voor andere mensen de
weg bereiden. Dickson Despommier
is zo’n pionier. Zijn idee van vertical
farming ontwikkelde de Ameri-
© Vincent Callebaut Architectures SARL
Van groen idee tot architectuurwonder.
27
Vooruit denken
28
ontwerp ”Asian Cairns” plant hij
de bouw van een torenflatcomplex
voor de Chinese megastad Shenzen,
waarin akkers en kassen de bewoners van groente, sla en fruit voorzien, uitgestrekte parken de mensen ruimte voor ontspanning bieden
en de stroom zelfvoorzienend met
wind- en zonne-energie wordt opgewekt. Van buiten doen de torens
wel enigszins denken aan plat op elkaar gestapelde kiezelstenen. De re-
Een mini-ecosysteem midden in
New York of andere
wereldsteden
den voor dit futuristische uiterlijk is
echter pragmatisch: het uit de bionica
afkomstige principe van de omgekeerde verhouding van dichtheid en
energieverbruik wordt door de ovale
vorm perfect benut.
Versnelde urbanisering, een toenemende CO2-uitstoot en razendsnelle
bevolkingsgroei in de Chinese metropolen zijn de uitdagingen waar
Callebaut met zijn ontwerp een antwoord op wil geven. De 36-jarige
Belg beschouwt Asian Cairns daarom
als een mogelijk voorbeeld voor
toekomstige ontwerpen: ”Het is een
prototype voor de groene, compacte
en intelligente stad met technologische netwerken en een biotechnologisch design”, aldus Callebaut.
Wat gebeurt er als je het principe van
comprimeren, functioneel vermengen en omhoog streven consequent
doordenkt? Wel, je zou tot de conclusie kunnen komen dat niet alleen
”farmscrapers” hier en daar, maar
mettertijd hele stadswijken de hoogte
in gaan groeien. De Zwitserse architectuurprofessor Matthias Kohler
van de Eidgenössische Technische
Hochschule Zürich is er volkomen
van overtuigd dat dit in de steden van
de toekomst zal gebeuren.
Voor zijn concept van de verticale stad
heeft Kohler een systeem van zogeheten gebruiksopen gebouwmodules ontwikkeld; dat betekent
dat het inwendige van deze modules
volkomen flexibel kan worden
vormgegeven. Een module kan tussen de een en drie etages bevatten,
telkens weer aan nieuwe toepassingen worden aangepast en zo de
meest uiteenlopende functies
vervullen die je je maar kunt voorstellen. Woningen, kantoren,
artsenpraktijken, kleuterschool of
supermarkt – alles is denkbaar.
Binnenin kunnen openbare dubbele
etages worden ingebouwd en via
liften en roltrappen met elkaar verbonden. Daar zijn parken, winkelcentra en cafés te vinden, die
allemaal te voet bereikbaar moeten
zijn. Volgens de ideeën van de Zwitserse professor zouden er zo volledig energie-autarkische, 600 meter
hoge verticale steden als levensruimte voor 30.000 mensen ontstaan.
Bij het bouwen zou de mens hulp
krijgen van autonome vliegende robots, die de modules in de gewenste
opstelling op elkaar stapelen.
De Oostenrijkse bouwondernemer
Hubert Blomberg en de Canadese
architect Michael Green daarentegen
koesteren hoge verwachtingen van
bijgroeiende grondstoffen. Deze
twee hebben een steeksysteem voor
torenflats van hout ontwikkeld;
gedetailleerde plannen voor twee
houten gebouwen met 30 verdiepingen in Vancouver en New York
liggen al op tafel. Volgens het
Internationale Energieagentschap
zou het het milieu ten goede komen
als er in de toekomst meer hoge
gebouwen van hout worden gebouwd. Bij de productie van tien kilogram
cement komt er tot negen kilogram
CO2 vrij. Hout daarentegen onttrekt
kooldioxide aan de atmosfeer en
Een drijvende ecopolis voor klimaatvluchtelingen
slaat het in de vorm van koolstof op.
Mitchell Joachim, die zijn studie aan
het MIT heeft afgerond en professor
voor architectuur is aan de New York
© Vincent Callebaut Architectures SARL
kaanse microbioloog, ecoloog en
professor voor volksgezondheid reeds
in 1999 samen met zijn studenten.
Maar pas sinds enkele jaren wordt
architecten en planologen duidelijk
hoe vernieuwend de ideeën van
Despommier werkelijk zijn, en
enkele befaamde architecten gaan er
nu mee aan de slag.
Het concept is uitermate simpel: om
in grote stedelijke gebieden miljoenen mensen te voeden, moeten enkele etages van wolkenkrabbers
als een soort broeikas gaan dienen.
Deze etages worden nogmaals in
lagen onderverdeeld, waar verschillende soorten groente en fruit zoals
onder meer tomaten, aardbeien en
aardappelen worden aangeplant. Met
de wolkenkrabber is een gebouw
verbonden waarin de kwaliteit van het
pootgoed regelmatig wordt gecontroleerd. Zo worden alle landbouwkundige stappen, van de aanplant via
de groeicontrole tot en met de
oogst, binnen het gebouwencomplex
uitgevoerd; water en voedingsstoffen worden gerecycleerd – een miniecosysteem midden in New York
of andere wereldsteden. De effecten
zouden uitermate positief zijn, en
wel in meer dan één opzicht: een betere ecologische balans door kortere
transportwegen van de voedingsmiddelen, nieuwe vormen van werkgelegenheid in de stad, mensen
die een natuurlijke relatie met levensmiddelen gaan ontwikkelen. ”Ik kan
mij geen enkel negatief gevolg van
vertical farming voorstellen”, zo luidt
de mening van Despommier.
De Belg Vincent Callebaut behoort tot
de jonge, innovatieve architecten
die zelfbewust over het concept van
vertical farming blijven doordenken. In het Time Magazine wordt de
nieuwe ster van de ”eco-architecture”
wereld reeds als een van de grote
eco-visionairs van onze tijd bestempeld. Callebaut gaat met zijn concept van de ”farmscrapers” nog een
stapje verder dan Despommier. In zijn
Vooruit denken
In de komende
eeuw zullen wij
nieuwe ecologische
oplossingen voor de
architectuur vinden
University, is van één ding overtuigd: ”In de komende eeuw zullen
wij nieuwe ecologische oplossingen
voor de architectuur vinden.” Joachim
is een utopist in de beste betekenis
van het woord. Hij probeert de
principes van de socio-ecologie bij
stedenbouw, transport en milieuplanning toe te passen. Een van zijn
visies is huizen voor 100 procent
van organische bouwmaterialen te
ontwikkelen; het resultaat zou zijn
dat er levende boomhuizen met
verscheidene verdiepingen worden
gebouwd.
Het idee klinkt krankzinnig, maar
Joachim beroept zich op beproefde
methodes uit de landbouw, zoals
het veredelen van bomen. Bij de zogeheten copulatiemethode worden
de loten van verschillende boomsoorten, bijvoorbeeld van een appelboom en een perenboom, door
een harsmengsel op de loten van de
andere boom geplaatst. Zo krijgen
zij een bepaalde structuur opgelegd
waarin zij kunnen groeien – bijvoor-
beeld die van een huis. Positieve
bijkomende effecten: door de natuurlijke zuurstofproductie van de
boom kan de luchtvervuiling in de
steden worden bestreden; bovendien stelt de boom ook voor andere
kleine organismes aan de buitenkant leefruimte ter beschikking. ”De
technologieën bestaan allang, wij
zouden bij wijze van spreken gisteren
kunnen beginnen”, aldus Joachim.
Sommige van de beschreven ideeën
hebben nog het karakter van utopieën, die andere denkwijzen moeten
stimuleren en discussies ontketenen, andere concepten staan reeds
kort voor hun realisering. Een ding
is duidelijk: dankzij creativiteit,
nieuwsgierigheid en vindingrijkheid
is de grondslag voor duurzaam leven in de stad van de toekomst gelegd.
29
Vooruit denken
Vooruit denken
Energie — de
stuwende kracht
stoffen (olie, gas, steenkool) stonden
voor ruim 13 TW daarvan, waterkracht en kernenergie voor minder
dan 1 TW elk en de rest – geothermie,
wind-, zonne en zee-energie – minder
dan 1/5 terawatt. Daarom nemen
fossiele brandstoffen nog steeds ruim
80 procent van de gehele energieproductie voor hun rekening, terwijl
kern- en waterkracht ver achterblijven. Duurzame energieën nemen
weliswaar snel toe, maar vanuit
een minuscule uitgangsbasis. De US
Energy Information gaat ervan uit
dat het verbruik tussen 2010 en 2040
met 56 % zal toenemen naar zo’n
25 TW. De vraag is alleen: hoe moet
aan de toenemende vraag worden
voldaan?
Het politieke doel moet een robuuste
mix van technologieën zijn, waarbij
Tekst Marq de Villiers Foto’s FernandoAH, Ashley Cooper, Ken Welsh, num_skyman Illustratie Mathis Rekowski
Innovaties voor de wereld van morgen.
30
worden getransporteerd. Tevens
kunnen wijken, woongebouwen of
zelfs huiseigenaren met een positieve energiebalans de door hen op-
Het doel moet een
robuuste mix van
technologieën zijn
gewekte stroom in het net voeden.
Dat geldt niet alleen voor de meest
voorkomende vormen van alternatieve energiedragers zoals zon en
wind, maar ook voor kleine aardgascentrales die een of twee megawatt produceren, voor warmte-krachtkoppelingscentrales die industriële
Zonnepanelen
Nu exporteert Amerika, in plaats van
enorme hoeveelheden te importeren. Met nieuwe technologieën zoals
fracking kunnen gasvelden worden geëxploiteerd waar dit vroeger
ondenkbaar was.
Bovendien zijn methaanhydraten,
die exploiteerbaar zijn maar gevaar-
Wat is de optimale
weg en hoe
bereiken wij die?
lijk instabiel, ontdekt in hoeveelheden waarmee de energievoorziening eeuwenlang veilig kan worden gesteld. Daarom is schaarste niet
langer het probleem. Het probleem
is in hoeverre het gebruik van fossiele brandstoffen het klimaat ontwricht.
Een tweede voorbeeld is kernenergie.
Enkele jaren geleden leek het erop
dat kernenergie helemaal ging terugkomen. Veel prominente milieu-
activisten, onder wie een oprichter
van Greenpeace, pleitten ervoor
deze energievorm spoedig in te zetten,
omdat zij beter en veiliger zou zijn
dan steenkool of olie. Er werden nieuwe reactortypes ontwikkeld die
kleiner, modulair, veiliger en goedkoper zijn. Toen gebeurde de ramp in
Fukushima, die een panische terugtocht veroorzaakte, met Duitsland
voorop.
Een derde voorbeeld bestaat uit de
veranderende houding ten opzichte
van duurzame energievormen. Het
idee dat alternatieve energieën zoals
zon en wind gemakkelijk uit te
breiden zijn en zodoende fossiele
brandstoffen kunnen gaan vervangen, wordt in toenemende mate
en terecht sceptisch gezien. Het
aandeel van alternatieve energieën
aan de totale energievoorziening
is nog steeds te verwaarlozen en het
ziet er niet naar uit dat daar binnen
afzienbare tijd verandering in komt.
In 2010 bedroeg het globale energiebudget zo’n 15,5 terawatt of
15.500 gigawatt. Fossiele brand-
© FernandoAH
D
e globale energiekwesties zijn
wel gemakkelijk te formuleren maar enorm lastig te op
te lossen. Sterk vereenvoudigd kunnen zij tot drie simpele vragen worden
teruggebracht: hoeveel energie is er
nodig, hoe moet hij worden geproduceerd, en waar? Daaruit vloeien
vanzelf andere problemen voort: wat
doen wij met fossiele brandstoffen
en de schadelijke uitstoot die zij veroorzaken? Wat doen we met kernenergie? Welke plaats moet duurzame
energie bij de verschillende energiebronnen krijgen? Hoe kan het distributienet de grote hoeveelheid
energie aan die niet permanent beschikbaar is? Wat is de optimale weg
en hoe komen wij daar? En last but
not least: hoe gaan we dat allemaal
betalen?
Om alles nog lastiger te maken is het
energielandschap enorm aan verandering onderhevig. Zes jaar geleden hadden de wetenschappers
het over ”piekolie” – hoe snel de olie
echt op zou raken en hoe de overgang moest worden bewerkstelligd.
de rol van fossiele brandstoffen
steeds kleiner wordt. Een mogelijke
weg is deze: ten eerste wordt alle
transport geëlektrificeerd, waarvoor
een uitbreiding van het stroomnet vereist is. Dat is het uitgangspunt,
zelfs als een groot gedeelte van de
stroom nog steeds met steenkool
wordt opgewekt. Dat gaat veel geld
kosten, alleen in Europa al zo’n
biljoen euro. Het Amerikaanse elektriciteitsnet is in een nog veel
slechtere toestand. Bij nieuwe hoogspanningsleidingen dient de efficiëntere gelijkspanning te worden gebruikt in plaats van wisselspanning.
Bij de gebruikers moeten daarentegen
intelligente stroommeters de norm
zijn. Met zo’n net kan zowel decentraal opgewekte stroom als stroom uit
grote installaties zoals windparken
31
32
33
Vooruit denken
afvalwarmte in stroom omzetten, en
zelfs voor kleine reactoren.
Een bijkomend voordeel, naast de flexibiliteit, is dat zo’n net betrouwbaarder en belastbaarder is – minder
gevoelig voor ongevallen en sabotage.
Met een open net kan bovendien
iedereen – particuliere huishoudens,
bedrijven, zelfs scholen – zijn eigen elektriciteit opwekken en het
overschot aan het net verkopen. In
Europa is dit proces al aan de gang.
Tevens moeten wij de efficiëntie
zo verbeteren dat gebouwen energieneutraal of -positief worden en
het verbruik sterker trachten te verlagen.
Een belangrijk aspect is de opslag van
energie, en op dat gebied gebeurt
er al heel veel. Een bedrijf in Californië met de naam LightSail bijvoorbeeld bereikt een energieopslag met
wel 70 % rendement door middel
van persluchtsystemen. Als dit cijfer
nog omhoog kan, zou dat de beslissende factor zijn. Uiteraard is waterstof een andere belangrijke opslagtechnologie wanneer de omzettingsproblemen kunnen worden opgelost.
Terwijl dit alles gaande is, moet basisonderzoek bij de andere alternatieven
34
worden gestimuleerd: biomassa kan
mogelijk een paar procent meer
navraag creëren en dit geldt ook voor
nieuwe biobrandstoffen. Met geothermie, ten minste in geologisch actieve gebieden, is nog een paar
procent mogelijk. Waterkracht, waarmee thans bijna een vijfde van de
stroom ter wereld wordt opgewekt,
kan potentieel met de helft worden
verhoogd wanneer milieubeschermers hun afkeer van stuwdammen
kunnen overwinnen en ook getijdenkracht kan zeker een steentje
bijdragen. Wind- en zonne-energie
treden nog wat meer op de voorgrond
en kunnen wellicht aan een vierde
van de stroombehoefte op de wereld
voldoen.
Zonne-energie op zich zit in de lift.
Het project Desertec, dat in de
Sahara een grote hoeveelheid stroom
voor export naar Europa had moeten opwekken – het werd het ”eerste
megaproject van het zonnetijdperk” genoemd – stortte door privé
schermutselingen en een ondui-
Basisonderzoek bij
alternatieven heeft
stimulering nodig
delijke politieke boodschap in. Maar
India heeft bijvoorbeeld een
”nationale zonmissie” goedgekeurd,
waarmee de 3 MW productie van
dit land tot 20 GW kan worden opgevijzeld, een geweldige stap voorwaarts waarmee de zon bijna een zesde van de energie voor het reusachtige land zou opwekken. In 2013
werd er al gebouwd aan de grootste
zonnefarm ter wereld in Sambhar
Lake bij Jaipur, die na zijn voltooiing
3 GW zal opwekken. In Abu Dhabi
wordt een zonnewarmtecentrale met
100 megawatt gebouwd, de eerste
van enkele die voor het Midden-
Oosten zijn gepland en in de VS
bouwt BrightSource een zonnecomplex met 377 MW in de Mojavewoestijn.
Bij de windenergie zijn er terugslagen geweest. Bijvoorbeeld moest
de grootste offshore windinstallatie –
Thanet bij Kent aan de Britse
kust – met zijn 100 turbines 300 MW
gaan opwekken, maar kwam niet
verder dan een armzalige 75. De turbines worden echter steeds goedkoper en efficiënter en uit sommige
studies is op te maken dat kleinere windinstallaties die stroom voor
steden en zelfs dorpen opwekken,
de toekomst kunnen hebben.
Je kunt pessimistisch zijn over onze
energietoekomst. Als kernenergie
bijvoorbeeld een schrikbeeld voor ons
blijft, is de kans niet groot dat wij
CO2-emissies kunnen beperken. Het
Internationale Energieagentschap
geeft aan dat zelfs als de kernenergie
maar matig toeneemt, rond 2040
nog steeds ruim 80 % van de energie
door fossiele brandstoffen zal worden
opgewekt en dat de emissies van
broeikasgas steil omhoog zullen gaan,
van zo’n 31 miljard ton per jaar in
2010 naar 45 miljard rond 2040, wat
een toename van 46 % betekent.
Anderzijds zijn er ook terechte redenen voor optimisme. Experimentele
technologieën nemen een grotere
plaats in op de agenda’s van de beleidsmakers. Zonder dat de massamedia er veel aandacht aan hebben
besteed, worden er werkelijk honderden projecten gebouwd en getest.
Weliswaar is de biobrandstof ethanol
uit de gunst geraakt, maar er worden
talrijke andere methodes getest, zoals
zeealgen. Een bedrijf op Hawaï met
de naam Cellana maakt daar duurzame biodiesel van, die beter presteert
dan conventionele fossiele diesel. Het
olieconcern Exxon heeft in een bedrijf
met de naam Amyris geïnvesteerd om
dieselbrandstof uit nagemaakte gist te
produceren. Craig Venter, de ondernemer die bij het sequentiëren van het
Golfvormige zonnepanelen
Links © Ashley Cooper / V isuals Unlimited, Inc. Rechts © Ken Welsh
Een algengroeisysteem wordt gebruikt
om ethanol en biodiesel te produceren
Vooruit denken
35
Vooruit denken
aire technologieën bij het Lawrence
Livermore National Laboratory, vol dat
het niet alleen mogelijk is, maar dat
een van zijn afdelingen, het National Ignition Facility, het eerste laboratorium zal zijn dat fusie beheerst.
Een weg in de
richting van de
democratisering
van energie
”Makers van nucleaire wapens weten
al 50 jaar veel over fusie”, zegt hij.
”Het is de uitdaging deze kennis te gebruiken om energie voor civiel gebruik te produceren.”
De wereld dient het onderzoek over
fusie te blijven financieren, zonder
dat daar de redding van wordt
verwacht. Het goede nieuws is dat
het wel een enorme opsteker
zou zijn, maar dat de wereldwijde behoefte aan energie ook zonder deze
vorm van energie zou kunnen;
dus blijf ik optimistisch. Met de hierboven beschreven energieproblemen wordt er een weg aangegeven
in de richting van de decentralisering
en democratisering van energie –
energie opwekken door de gemeenschap, niet door industriegiganten.
Het resultaat wordt een maatschappij
die vooruitstrevende en duurzame
technologieën met een functionerende
en sterke industrie combineert.
Interview Robert Scott
Tekst André Uhl
Welke rol spelen olie en gas in
relatie tot de verschillende energiebronnen van de toekomst?
Olie en gas blijven de energiemarkt in de nabije toekomst
beheersen; het is onwaarschijnlijk dat olie als transportbrandstof spoedig door alternatieve
duurzame energie wordt vervangen. Olie wordt vrijwel als
enige energiebron voor transport gebruikt en 60 – 70 % van
alle in de VS verbruikte ruwe olie
gaat er in die sector doorheen.
Aardgas komt hier meer in beeld
naarmate er infrastructuur voor
ontstaat. Duurzame energiebronnen zoals zon, wind en biobrandstoffen zijn qua economische
efficiëntie nog niet concurrerend.
© num_skyman
menselijk genoom sneller was dan
de regeringen van de wereld voor dit
door hen gefinancierde project
hadden gepland, ontwikkelt nieuwe
hoogpresterende algenstromen die
in wezen olie zouden ”uitzweten”.
Er is dus geen gebrek aan veelbelovende nieuwe projecten. En verder is
er natuurlijk de heilige graal van
het energieonderzoek, kernfusie. De
enorme fascinatie van fusie ligt voor
de hand – elk energiebedrijf zijn eigen
kleine zon, rijk aan brandstof, goedkoop, zonder emissies, achteraf geen
gevaarlijke straling en enorme energie met een simpel bolletje brandstof. Het is echter een reusachtige
wetenschappelijke uitdaging, terwijl
de publieke opinie ervan uitgaat
dat het nog minstens twintig jaar zal
duren voor fusie een duurzame reactie wordt. Desondanks houdt Bruce
Goodwin, hoofd van de afdeling nucle-
Vooruit denken
Over welke innovaties wordt er
in uw branche momenteel het
meest gesproken?
Over meertraps fracturing (fraking) in de olie- en gasindustrie.
Dat geldt ook voor de innovaties
om dit proces veiliger te maken,
zoals superieure schroefdraadverbindingen. Buizenfabrikanten
overal ter wereld (waaronder
voestalpine) investeren miljoenen
in het ontwikkelen van deze verbindingen, die lekkagevrij tegen
grote belasting en druk bestand
moeten zijn.
Anders dan vaak wordt gedacht,
getroost men zich grote moeite
om het milieu te sparen. Er worden technologieën ontwikkeld
om de voor het proces vereiste
hoeveelheid water te verminderen en er is belangstelling voor
methodes waarmee de frackingvloeistoffen worden hergebruikt
en waterloze fracturen mogelijk
zijn.
Wat zijn de belangrijkste problemen die de buizentechnologie moet oplossen?
Naarmate men naar olie en gas
blijft zoeken, worden de milieucondities kritischer en kunnen
fossiele brandstoffen de buizen
aantasten. Soms bevatten zij
corrosief waterstofsulfide of koolstofdioxide. Om de brandstoffen
met die componenten te vervoeren zijn buizen van bijzondere
kwaliteit vereist. Aan de legering
van de procesbuizen moeten
bepaalde elementen worden
toegevoegd, bovendien moeten
de buizen met warmte worden
behandeld. Soms is er een corrosiebestendige coating nodig
om corrosie tot een minimum te
beperken. Dat geldt ook voor de
pipeline waarin de brandstof van
de boorput naar verdere punten
wordt vervoerd.
Robert Scott
Robert Scott is de directeur
van voestalpine Tubular
Corporation, een 100 procent
dochteronderneming van
voestalpine Tubulars GmbH
& Co KG. Wij spraken met
hem over de onderwerpen
van de toekomst bij de energieproductie, over de rol
van olie en gas in de toekomst
en over actuele innovaties.
Booreiland in de Golf van Thailand
36
37
Vooruit denken
Op uw plaatsen,
klaar, file!
Tekst Björn Lüdtke, Tolu Ogunlesi, Oscar Lopez, Joo Hyun Kim Foto’s kimkihong, Oscar Lopez, David Steets
Avondspits in Mexico City, Lagos en Seoul
— onze reporters ter plaatse.
Sungnyemun Gate, Seoul
38
© kimkihong
R
ond 2025 zullen er volgens
schattingen van de Verenigde
Naties 27 megacity’s met
elk meer dan tien miljoen inwoners
zijn; in 2010 waren het er nog 20.
Over ruim tien jaar zal zo’n 54 procent van de wereldbevolking in
steden wonen en omdat de eigen auto bij de groeiende welvaart hoort,
zullen hun bewoners vooral één ding
produceren: files.
Om dat te voorkomen en aan het
groeiende verkeersvolume het hoofd
te bieden, ontwikkelen planologen, politici en ingenieurs overal ter
wereld nieuwe ideeën. Wie de mobiliteit in de megacity’s van morgen veilig wil stellen, moet vandaag
nieuwe paden bewandelen, want het
zal steeds minder mogelijk zijn
files met nieuwe geleidingssystemen
en bredere wegen te voorkomen.
Het doel is niet langer de stad die
voor auto’s geschikt is, maar het openbaar vervoer dat bij de stad past.
Maar hoe is de situatie eigenlijk, in
die megacity’s? Met welke uitdagingen krijgen wij te maken en wat
zouden de oplossingen kunnen
zijn? Om dichter bij de antwoorden
op die vragen te komen, hebben
wij reporters naar drie van de fascinerendste steden van de wereld
gestuurd: zij brengen van dichtbij verslag uit van de spits in Mexico City,
Lagos en Seoul. Ook als hij zelf in de
file vastzit, zal Oscar Lopez rapporteren dat de hoofdstad van Mexico
haar verkeersprobleem geleidelijk aan
onder controle lijkt te krijgen en –
wie had dat gedacht – qua verkeer
zelfs een voorbeeld voor andere
steden in opkomende landen kan worden. In Lagos stort onze reporter
Tolu Ogunlesi zich in het gewoel; dat
hij daarbij tergend langzaam vooruit komt, ligt vast niet alleen aan de
vele gaten en kuilen in het wegdek.
En Joo Hyun Kim onderzoekt in de
straten van Seoul hoe de toekomst op
het punt van mobiliteit er daar uit
kan zien en ontdekt dat die wellicht
zelfs op het water of in de lucht te
vinden is.
39
Vooruit denken
Vooruit denken
Mexico
City
— Voorbeeld voor
de toekomst
Zoals veel steden in opkomende economieën, heeft Mexico City een
autoprobleem. De buitenwijken liggen ver van de binnenstad en massa’s
mensen reizen op en neer, maar het
openbaar vervoer in de stad is slecht;
mobiel zijn betekent dus auto rijden.
Er rijden nu ruim 4 miljoen auto’s, die
grote hoeveelheden uitlaatgassen de
dunne lucht in blazen. Om het
verkeersprobleem van Mexico City
beter te bevatten, sprak ik af met
Peatónito; dat is de bijnaam van de 27
jaar oude student Jorge Cañez, die
een symbool van de lange weg is
geworden die zij nog te gaan heeft.
Deze gemaskeerde superheld ontstond een jaar geleden om de mensen
duidelijk te maken hoe belangrijk lopen is in deze stad van automobilisten.
40
Chaos in de straten van Lagos
Hij berispt SUV-onverlaten door wegstrepen te veranderen, helpt voetgangers bij het oversteken en loopt
over verkeerd geparkeerde auto’s
heen.
”Wat ik doe, is heel controversieel,”
zegt hij. ”Mijn moeder wil dat ik
ermee stop.” Ik ontmoette Peatónito
laatst tijdens de middagspits. Wij begonnen bij het concertgebouw Auditorio, namen een taxi en kropen
tergend langzaam over Reforma, terwijl mensen op ”Ecobici” fietsen
voorbij zoefden. Veertig minuten later
kwamen wij bij het Diana-standbeeld op Reforma aan. Wij hadden 2,6
km afgelegd. Volgens Google maps
zou het ritje 6 minuten duren. Te voet
zouden wij vrijwel even snel zijn geweest.
Maar er is vooruitgang en geleidelijk
aan wordt Mexico City een globaal
model voor hoe je een hopeloos verkeerssysteem volkomen omgooit.
Twee achtereenvolgende linkse stadsbesturen realiseerden vermetele
plannen zoals het Metrobus-systeem
in 2005 – een kruising tussen een
gewone bus en een metro, die door
andere Latijns-Amerikaanse steden
direct werd overgenomen en waarmee nu elke dag bijna een miljoen
inwoners van Mexico City reizen. Bovendien bestaat er een fietssharingsysteem met de naam Ecobici, en elke
Mexico City was
als een hartpatiënt;
nu stroomt het
bloed weer
zondag is Reforma, een grote boulevard, uitsluitend voor fietsers open.
Elke dag komen er nieuwe avontuurlijke projecten bij. Laatst moesten
de kandidaten bij een app-ontwerpwedstrijd openbare gegevens gebruiken om programma’s te maken
waarmee het verkeer kan worden
beperkt. Bij de winnende deelnemers
konden bestuurders snellere routes
kiezen door vóór hun vertrek real-time
data te gebruiken. Voor de introductie
Lagos
— Muurvast
De avondspits in Lagos duurt van 17
tot 21 uur, als degenen die het ergste wilden vermijden, zich in het verkeer storten.
Ik start om 18.01 u. vanuit Tiamiyu
Savage Street, Victoria Island, naar
het vasteland van Lagos, waar de
meesten van de 15 miljoen mensen in
de stad wonen. Ik wil zien hoe ver
ik in een uur kom. Het is maar een
paar honderd meter naar de Ahmadu
Bello Way, die 5 km langs de zeekant
van Victoria Island loopt. Een kwartier later zijn we nauwelijks 1 kilometer opgeschoten. Om 18.31 u. staan
we nog steeds op Ahmadu Bello. Voor
3 kilometer hebben we een half uur
nodig gehad – volgens GoogleMaps
duurt het 6 minuten. Rond de auto’s
zwermen de straatverkopers waar Lagos om bekend staat. Als het verkeer zo druk is als nu, komen zij tevoorschijn en houden hun waar
voestalpine
feiten
links © Oscar Lopez rechts © David Steets / l aif
Held van het verkeer: Peatónito
van gereserveerde rijstroken per soort
verkeer, fietsstroken en parkeerplekken op straat heeft de stad veel lof
geoogst. In 2003 kreeg Mexico City
daarvoor van het Institute for Transportation and Development zelfs een
prijs voor duurzaam vervoer. ”Mexico
City was als een hartpatiënt; bijna
nergens op de wereld waren de
straten zo verstopt”, zei een jurylid.
”Nu het bloed weer kan stromen, is de
kern van Mexico City sterk veranderd.” Hoewel men nog niet aan
bijvoorbeeld Kopenhagen of Amsterdam kan tippen, vindt Peatónito dat
vergelijkbare steden – bijvoorbeeld
Bangkok of Mumbai – het model van
Mexico City best over kunnen nemen.
Met fietssharing, de metrobus, een
efficiënt metrosysteem en beperking
van het autoverkeer is Mexico City
bezig het imago van het autoverkeer
te veranderen: onnodige kosten, geen
aantrekkelijke optie. ”Ik heb niets tegen auto’s – ik wil ze niet zwart maken,” zegt Peatónito. ”Maar dit is
een lange strijd, waarin wij elke straat
en wijk apart moeten veroveren.”
Wij van voestalpine houden ons
bezig met het creëren van beweging, niet alleen op de weg, maar
evengoed op het spoor en in de
lucht. Onze nieuwe persgeharde
soorten staal voor lichte bouwwijze bijvoorbeeld zijn de allereerste
keuze bij de bouw van automobielen. Zij zijn tot wel viermaal belastbaarder dan de tevoren gebruikte
materialen, tevens lichter, veiliger
en bovendien voordeliger. Wij zijn
wereldmarktleider op het gebied
van wisseltechnologie en zijn
toonaangevend bij rails, veredeld
metaaldraad, naadloze buizen en
lastoevoegingen. Onze wissels en
rails passen zich aan talloze vereisten en de meest uiteenlopende
klimaatomstandigheden aan, zijn
uitermate belastbaar, met slechts
weinig slijtage en van lange levensduur. En in de lucht stuwen wij
met de ontwikkeling van nieuwe
grondstoffen de vliegtuigbouw
voorwaarts. Dat betekent dat zij
een grotere actieradius krijgen en
minder brandstof verbruiken.
(bananenchips, cashewnoten, worstjes,
drankjes in blik, popcorn) tegen de
autoruiten, waarbij zij tussen de autobumpers heen en weer schieten.
We rijden naar het 4 kilometer lange
Het nieuwe stedelijke spoorsysteem
kan een groot
verschil maken
viaduct naar Eko Bridge, een van de
bruggen waarmee het eiland met
het vasteland verbonden is. Een kwartier later rijden we door Apongbon,
een van de gevaarlijkste plekken van
Lagos. Hier houd je telefoons en
laptops uit zicht, omdat zelfs een
glimp van een verlicht scherm de
aandacht kan trekken van de gewapende bandieten die hier opereren.
Ik kijk op mijn horloge. 18.58 uur. Er
is hier een markt en een bushalte,
daardoor rijden wij langzaam. Na
Apongbon is de weg weer vrij als wij
de Eko Bridge op rijden, en om 19.01
uur kan ik in de verte het Nationaal
Theater zien. Wij zijn een uur verder
en in die tijd 12 km vooruit gekomen, bij een rit die normaal gesproken – volgens ”Google Maps tijd”
(GMT) – 12 tot 15 minuten duurt.
Verderop is de afrit naar het bedrijventerrein Costain. Wij rijden over de
rotonde en dan terug richting het eiland. Omdat wij tegen de verkeersrichting in rijden zijn de wegen nu vrij,
en in een mum van tijd ben ik weer
op Victoria Island.
In 1991 werd Abuja de hoofdstad in
plaats van Lagos; het voordeel
daarvan werd echter teniet gedaan
door de explosieve groei van Lagos.
In 2011 werden er 259.000 nieuwe
auto’s geregistreerd, tegenover
141.000 in 2006. In 2011 telde Lagos
ruim 1 miljoen motorvoertuigen,
41
Vooruit denken
Seoul
ZUID-KOREA
Inwoners:
ca. 9,8 miljoen
Stedelijke
agglomeratie:
ca. 23,8 miljoen
Mexico City
2,6 km
Nigeria
Inwoners:
ca. 15 miljoen
Afstand:
40 min.
12 km
60 min.
Afstand:
20 km
Bestemming
Gimpo
International
Airport
Bestemming
Costain,
Industrial District
Bestemming
Dianastandbeeld,
Paseo de la
Reforma
Eko Bridge
Start
Auditorio
Nacional
Muson Center
Bonny Camp
Bridge
Silverbird
Cinemas
Start
TerraCulture,
Restaurant
Stadskaart
42
Start
Jamsil
Sports
Complex
60 min.
Map of World – Single Color by FreeVectorMaps.com
Afstand:
Lagos
Quellen auswaertiges-amt.de, wikipedia.de, maps.google.de
Mexico
Inwoners:
ca. 8,8 miljoen
Stedelijke
agglomeratie:
20 miljoen
tienmaal zoveel als in 1988, met een
autodichtheid die tienmaal zo groot is
als het landelijk gemiddelde.
De regering schat dat er tot 7 miljoen
”passagiersbewegingen” per dag
in Lagos plaatsvinden, grotendeels
over een wegennet dat absoluut
geen gelijke tred heeft gehouden met
het aantal auto’s. Anders dan vele
andere steden van deze grootte heeft
de stad geen lokaal spoorsysteem.
Daarom gaat het net dat nu wordt aangelegd en vanaf 2020 ruim 400.000
mensen per dag moet vervoeren, veel
uitmaken. De eerste fase moet ergens in 2014 van start gaan, met een
kabelbaansysteem in 2015.
Naast deze kostbare maatregelen
moeten er veel veranderingen op
kleinere schaal plaatsvinden – gaten
in het wegdek repareren, straatverkopers organiseren, parkeerverbodsregels handhaven, straatverlichting
repareren en instandhouden, en in het
ideale geval komen er heffingen om
de toestroom van auto’s in de spitsuren te beperken.
Seoul
— Mobiel door
technologie
Seoul is een stad die in feite twee
centra heeft: twee belangrijke economische middelpunten die door de
rivier de Han worden gescheiden,
waar de belangrijkste activiteiten van
het land zich vrijwel zonder uitzondering afspelen. Langs de rivier lopen
twee snelwegen, die een groot aantal
wijken met elkaar verbinden en doorlopen naar de provincies.
Een half uur, dat is eigenlijk de tijd die
staat voor de rit door de 1.530 meter
lange Namsantunnel 1 tussen Junggu en Yongsan-gu in het spitsuur in
Seoul. De afgelopen 30 jaar is een
groot gedeelte van de bevolking naar
de voorsteden verhuisd om te ontkomen aan de binnenstad, die uit haar
voegen barstte; het gevolg daarvan
is echter dat de verkeers- en pendelproblemen door al die reizigers alleen
maar groter zijn geworden.
Ik nam een van de snelwegen, die
bekend staat als de Olympic Highway, omdat deze de huidige staat van
mobiliteit in de stad goed weergeeft.
In de 60 minuten die ik op de tolvrije snelweg onderweg was, was er
absoluut niets snels aan te bekennen.
Ik ging van start bij het Jamsil Sports
Complex en stelde mijn bestemming
op het navigatiesysteem in als Gimpo
International Airport – dat zijn twee
belangrijke punten die via de expressway direct met elkaar zijn verbonden. Het 34 kilometer lange traject
tussen het Jamsil Sports Complex en
de luchthaven Gimpo is bij normaal
verkeer in 40 minuten af te leggen,
maar ik kwam in de spits niet verder dan zo’n 20 kilometer; dat is niet
verwonderlijk, omdat de helft van de
50 miljoen inwoners van Zuid-Korea
in de agglomeratie Seoul woont en er
dus veel forensen onderweg zijn.
Een aantal onlangs geopende snelle
rijstroken voor bussen heeft de files op
de snelwegen al aanzienlijk teruggebracht en datzelfde geldt voor de centrale busstations in de hele stad, die
de doorstroming van het verkeer
flink verbeteren. Er zijn ettelijke
nieuwe wegen aangelegd en er is een
hogesnelheidstrein gekomen. Bovendien is er heel wat werk verricht
aan de metro van het land; er werden
nieuwe sporen gelegd en bestaande
lijnen doorgetrokken. Ondanks al
deze pogingen het vervoer efficiënter en effectiever te maken, is een
definitieve oplossing niet in zicht: het
verkeer staat nog steeds vast, de bussen zijn altijd stampvol en de metro’s
afgeladen.
Wat kan er dus worden gedaan? In
2013 heeft presidente Park de agenda
”Creatieve Economie” in het leven
geroepen. Deze moet ”door een
toenadering tussen wetenschap, technologie en industrie, door het versmelten van cultuur en industrie” de
creativiteit tot bloei brengen en zo
voor groei en werkgelegenheid zorgen. Park wil de mensen stimuleren het denken in oude categorieën
te doorbreken en nieuwe verbindingen tussen de vakgebieden tot
stand te brengen.
En zo zullen nieuwe technologieën in
de toekomst ook voor de mobiliteit
in Korea een beslissende rol gaan spelen. Daarbij behoren innovaties waar-
Vliegende auto’s
zullen een toekomstdroom blijven
mee efficiëntere passagiersstromen in
de metro mogelijk zijn alsmede nog
meer centrale busstations. Maar ook
vormen van vervoer die wij tot dusver
alleen uit science-fictionfilms kennen,
worden overwogen. Men spreekt
over compacte elektrische auto’s voor
het gebruik in de stad of auto’s die
zich op het water voortbewegen of
zelfs vliegen.
Een exprestrein, trams met een lage
instap waarvoor geen bovenleiding
vereist is en elektrisch aangedreven bussen worden reeds ontwikkeld
en zullen vermoedelijk in de komende
decennia worden gerealiseerd.
Of Seoul erin slaagt een voorbeeld
voor andere wereldsteden te worden
en welke van de in overweging genomen technische innovaties – zoals
bijvoorbeeld vliegende auto’s – in
de praktijk worden gebracht, kan
alleen de toekomst leren.
43
Vooruit denken
Vijf landen,
één toekomst?
J
Tekst Björn Lüdtke, Needrup Zangpo, Elaisha Stokes, Fernando Molina, Fabrice Pozzoli-Montenay, Sebastian
Engelmann/Phong Thanh Tran Foto’s Kirklandphotos, fotofritz16, leezsnow, Aaron Black, José Luis Quintana,
David W. Hamilton, xuanhuongho
Een jonge monnik is klaar met zijn lessen in het klooster en gaat spelen
44
links © Kirklandphotos rechts © fotofritz16
Geld is niet alles: van het bruto nationaal inkomen
tot het bruto nationaal geluk.
igme Singye Wangchuck, koning van Bhutan, gaf zelden
interviews. Doch op de vraag
van een Indiase journalist: ”Hoe
hoog is uw bruto nationaal inkomen?”
antwoordde de vorst in 1979: ”Wij
geloven daar niet aan, ons bruto nationaal geluk is belangrijker.”
Bij conventionele ontwikkelingsmodellen is de economische groei vaak
het belangrijkste criterium. Met
het idee van het bruto nationale geluk neemt men daarentegen aan
dat de harmonische en duurzame ontwikkeling van een maatschappij
slechts met materiële, culturele en
spirituele stappen kan plaatsvinden.
Sindsdien tracht men overal ter
wereld welvaart te meten zonder uitsluitend op monetaire grootheden
af te gaan, maar daarbij ook ”subjectief ervaren welzijn” (zoals bij de
Happy Planet Index) of ”zelfbeschikking” (zoals bij het World Happiness
Report) te betrekken.
Wij gaan bij een tocht rond de wereld onderzoeken hoe het met de vorderingen staat.
Onze auteur Needrup Zangpo vertelt
over het echte bruto nationaal geluk
van de inwoners van Bhutan.
In Canada bezoekt Elaisha Stokes
de wetenschapper Michael Pennock,
die in 2006 de Bhutanezen en twee
jaar later zijn landgenoten thuis naar
hun geluk vroeg.
Ook de Bolivianen zijn geïnspireerd
door het concept van het nationale
geluk; of zij ”een goed leven leiden”
weet Fernando Molina.
En wij vragen Fabrice Pozzoli-Montenay waarom men in Frankrijk,
een welvarend en prachtig land, chronisch ongelukkig is.
Sebastian Engelmann en Phong Thanh
Tran treffen daarentegen in het arme
land Vietnam schijnbaar gelukkige
mensen aan.
Taktsang-Tigernest klooster, Bhutan
Bhutan
— Glimlachende
mensen
Een jaar nadat de eerste democratische regering van Bhutan aan
het werk was gegaan, kwam een team
van de Commissie voor Bruto Nationaal Geluk (BNG) in het afgelegen
en straatarme dorp Ungar terecht.
De dorpsbewoners serveerden de
ambtenaren melk, hardgekookte
eieren en thuisgebrouwen dranken,
hoewel zij maandenlang zelf nauwelijks iets te eten hadden. Zij verzekerden de bezoekers dat zij
”gelukkig waren”. Later vertelden zij
een journalist die het team achterna reisde dat zij in hun bittere armoede natuurlijk niet gelukkig waren.
Er kwamen mensen van de regering
langs die alles opschreven, vragen
stelden en nooit meer terugkwamen,
zeiden zij. Dat was begin 2009. Veel
ontwikkelde mensen in Bhutan
vatten het BNG op als een maatstaf
over het geluk van gewone mensen.
Dat is inderdaad wat de vierde koning van Bhutan bedoelde toen
hij bepaalde dat het BNG het doel
voor de ontwikkeling van Bhutan
moest zijn.
Het idee achter het concept is dat
geluk het streven van alle menselijke wezens is en dat de staat er
verantwoordelijk voor is omstandigheden voor geluk te scheppen. Het
concept stelt dat materiële welvaart
als enige maatstaf voor menselijke
ontwikkeling niet deugt als deze niet
op spirituele en culturele waarden,
een goede duurzaamheidspolitiek en
een goed staatsbestuur rust. Het
ontkent echter niet dat economische
ontwikkeling een weg naar menselijk welzijn en geluk kan zijn.
Sinds de vierde koning in 1979 voor
het eerst zei dat het bruto nationaal geluk belangrijker is dan het bruto
nationaal inkomen, heeft het concept veel aandacht gekregen en zijn
er van Bhutanese zijde tijd en
middelen in de export van het principe gestoken. Intussen ziet Bhutan zich nog steeds met zijn eigen
problemen geconfronteerd: de
armoede op het platteland blijft ernstig en dorpelingen verlaten hun
45
Vooruit denken
46
Een zeiler tuigt zijn zeilboot op in Victoria, Canada
Canada
— Geluk of welzijn?
Monniken in Thimphu, Bhutan
economisch gebied, en dat is belangrijk. Voor het BNG blijft echter
meer nodig. Sommige aspecten zijn
in goede politiek en handelwijzen
vertaald, doch vele blijven te idealistisch. Daarom is er vaker kritiek
te horen dat het wezen van het BNG
wellicht door geleerde uitleg wordt
uitgehold. Veel jonge mensen in Bhutan vinden dat over de ideeën niet
op intellectueel niveau moet worden
gediscussieerd, maar dat zij in de
praktijk dienen te worden gebracht.
Kinley, een middelbare scholier in
Thimphu, zegt dat het BNG ”geluk
en gelijkheid betekent omdat de
mensen hun inkomen met elkaar vergelijken”. Purna Kumar, een jonge
ondernemer, meent dat de uitdrukking ”wordt misbruikt”. Hij vindt dat
het erom gaat de gewone man in
staat te stellen behoorlijk te leven.
Zijn vriend voegt eraan toe dat
het belangrijk is ”hoeveel mensen
een glimlach op hun gezicht hebben.”
links © leezsnow rechts © Aaron Black
geboortestreek om in minder afgelegen gebieden een beter leven op
te bouwen.
In de steden ontstaan bendes omdat
de werkloosheid bij jonge mensen
maar niet daalt en gezondheids- en
schoolsystemen ondanks de toenemende kloof tussen arm en rijk worden geprivatiseerd. Er is kritiek
dat de vorige regering het BNG geexporteerd heeft maar het in eigen land niet heeft gerealiseerd. Daardoor is het enthousiasme voor dit
concept wat afgenomen. In de theorie
wordt er gepreekt dat je genoegen
moet nemen met wat je hebt. Doch
goedgesitueerde burgers en policiti spreiden een zekere extravagantie ten toon, wat de populariteit
van het idee bij het volk niet ten goede komt.
Toch blijven de principes geldig. In
Bhutan beweert men ook niet dat
het bruto nationaal geluk reeds is bereikt – als dat überhaupt mogelijk
is. Dat betekent niet dat wij er niet
naar moeten streven. Het gaat niet
om het doel, maar om de weg erheen:
de voortdurende verbetering van de
condities die voor alle mensen een
gelukkig leven mogelijk maken.
Om dit doel te bereiken zijn belangrijke factoren bepaald en moeten
politieke maatregelen aan een strenge
BNG screeningstest worden onderworpen. Bijvoorbeeld is de in 2010
opgestelde mineraalontwikkelingspolitiek niet door de BNG screening gekomen omdat het delven
van grondstoffen schadelijk is voor
het milieu, een wezenlijk punt.
Ook het onderwijssysteem van het
land wordt aangepast – de scholen
houden ”geen plastic dag”, ”groene
dag” en ”dag van de gezamenlijke maaltijd”. Sinds de commissieleden in het dorp Ungar waren is
het armoedecijfer in dat district tot
31,9 procent gedaald, terwijl het
landelijke armoedecijfer van 23,2 procent tot 12 procent is teruggedrongen. Er is verbetering, ten minste op
Vooruit denken
Volgens het Wereldgeluksrapport
2013 van de VN is Canada een gelukkig land. Dat is logisch als je
bedenkt dat het begrip Bruto Nationaal Geluk ten dele afkomstig is
uit Canada. Michael Pennock, een
Canadees die in Victoria, British
Columbia woont, ging in 2006 naar
Bhutan om met anderen een vragenformulier uit te werken en
daarmee het geluksniveau bij de
Bhutanezen te meten.
”Economische zekerheid is slechts
één van de geluksbepalende factoren”, zei Pennock.
”Maar met Bruto Nationaal Geluk
zijn ze allemaal te meten.”
Na zijn terugkeer wilde hij weten hoe
de Canadezen zouden reageren op
het idee van geluk als een graadmeter voor groei. Dus werd het Victo-
ria Happiness Index Project opgestart. Om te beginnen paste men het
onderzoek aan de ideeën van een
westers publiek aan. ”Geluk volgens
het oorspronkelijke concept geeft
de boeddhistische aard van Bhutan
weer,” legde Pennock uit.
”In de westerse cultuur komt het het
dichtst bij onze opvatting van welzijn
– een gevoel van tevredenheid met
het leven en van positiviteit.”
De Victoria index bleef bij de oorspronkelijke welzijnsmaatstaven –
fysieke gezondheid, geestelijk welzijn, economische zekerheid,worklife balance, goed onderhouden
ecologische systemen, een prettig
sociaal en maatschappelijk klimaat
en een levendige cultuur -, zoals in
Bhutan gedefinieerd, maar paste de
vragen aan.
”Het onderzoek in Bhutan omvatte bijvoorbeeld een lijst met Bhutanese
dansen, en men vroeg de deelnemers
of zij deze beheersten. Kennis van
traditionele dansen ziet men in Bhutan als een maatstaf van geluk en
gemeenschapsgevoel. Maar Canade-
zen vinden zoiets niet belangrijk.”
Victoria is de hoofdstad van Britisch
Columbia, maar een rustige stad
op een eiland gebleven. De inwoners willen graag korte werkdagen
en tijd voor het gezin. ”Geluk is
een plek van stressvrij bestaan,” zegt
inwoner Nicolas Fabriziak. ”Een gevoel van vrijheid. Je bemind voelen. Eerlijk leven. Vriendschap.”
De enquête werd in 2008 en in 2011
gehouden, waarbij beide keren zo’n
2400 mensen reageerden. De resultaten werden met elkaar vermengd.
Er kwamen geen opzienbarende
gegevens uit voort, en zoals verwacht
hingen armoede en ontevredenheid nauw met elkaar samen; daaruit
volgde de aanvechtbare conclusie
dat het bruto nationaal inkomen in
een westers kader een even goede
maatstaf van geluk is als alle andere.
De overheid kende de resultaten van
het project, maar deed weinig om
het geluksniveau van de inwoners
van Victoria te verbeteren en de
resultaten van de beide enquêtes liepen niet veel uiteen. Dat komt wellicht doordat het geluksniveau al
hoog was ( Canada staat wereldwijd
op de zesde plaats van gelukkige
landen, wat zijn weerslag vond in
Victoria).
Pennock opperde echter dat dit ook
kan komen doordat wij in de westerse cultuur geluk als iets persoonlijks zien. ”Volgens mij zitten wij in
Noord-Amerika nog vast aan onze
puriteinse erfenis, waarbij het als
zondig wordt beschouwd geluk of
plezier na te streven,” zei Pennock.
”In boeddhistische landen als Bhutan
is het vanzelfsprekend dat je geluk
nastreeft; niemand acht het onbelangrijk of vindt dat de regering het niet
hoeft te vergemakkelijken.”
47
Vooruit denken
— Een goed
leven leiden
Bolivia heeft sinds 2009 een nieuwe
grondwet waarin staat: de staat
aanvaardt en stimuleert suma qamaña
als ethisch en moreel principe van
de maatschappij. Daarbij is niet alleen de vertaling van het indigene
begrip suma qamaña naar andere talen lastig – (in het Nederlands ongeveer ”een goed leven leiden”). De
vraag rijst ook wat dit principe voor
het land betekent.
Dat ”een goed leven leiden” in de
grondwet werd opgenomen, is het
resultaat van de strijd die de oorspronkelijke inwoners voor de offi-
Dansers in La Paz, Bolivia
48
ciële erkenning van hun culturen
door de overheid hebben geleverd.
Evo Morales, zelf Aymara en sinds
2005 president van het land, op
wiens initiatief de wet tot stand is
gekomen, heeft zich het gedachtegoed van deze indianistas eigen
gemaakt en zich daarmee tot ”spiritueel leider” van de indigene
meerderheid van Bolivia opgeworpen – hoewel zijn regering tegelijkertijd vaart zet achter een traditioneel
ontwikkelingsprogramma (bijvoorbeeld wordt er nog steeds 320 m²
per inwoner per jaar ontbost, twintig maal meer dan het wereldgemiddelde). Dat heeft een wig gedreven tussen veel indianistas en de
regering, wat echter niet geldt voor
de Aymara David Choquehuanca,
de minister van buitenlandse zaken.
Zijn idee van suma qamaña belichaamt de traditionele leefwijze van
de indigene gemeenschappen in het
hoogland, zijn geboortestreek. Hij
definieert het principe als ”een
proces dat pas is begonnen en
mettertijd intensiever zal worden”.
Dit zou de ”terugkeer naar onze
wortels”, namelijk naar de ”cultuur
van het leven” betekenen. ”Het
belangrijkste is niet de mens (zoals
het socialisme volhoudt) en evenmin
het geld (zoals het kapitalisme
beweert), maar het leven: de rivieren,
de lucht, de bergen, de sterren,
mieren en vlinders. Daarom geloven
wij niet aan mensenrechten, maar
aan kosmische rechten”. Men zou
naar een ”simpel leven” moeten
streven, waarin mensen kunnen eten,
dansen en vooral werken.
Doch die opvattingen passen niet bij
de gebeurtenissen in het land, waar
de economie sinds enkele decennia
door de hoge grondstofprijzen in
links © Jose Luis Quintana / L atinContent / G etty Images rechts © David W. Hamilton
Bolivia
Vooruit denken
de lift zit. Daardoor steeg ook de welvaart: er wordt in Bolivia meer geconsumeerd dan ooit. Van 1998 tot
2012 nam het aantal auto’s met
het twaalfvoudige toe, tot ruim 1,2
miljoen voertuigen: een op de tien
Bolivianen heeft nu een auto.
Javier Medina is gevolmachtigde voor
een project dat wil onderzoeken hoe
suma qamaña bij de realiteit van
de Boliviaanse ontwikkeling kan passen. De filosoof wil het principe aanvullen met vooruitgang, kapitalisme
en markt.
Zijn project, met het bruto nationaal
geluk uit Bhutan als voorbeeld,
gaat meten of de Bolivianen werkelijk een ”goed leven leiden”. De Boliviaanse indicator zal echter de
gevoelens van de mensen meten en
tevens de principes van de landelijke gemeenschappen bekijken, zoals
bijvoorbeeld de wederkerigheid
(uitwisseling van arbeid tussen families, die hoger wordt aangeslagen dan
winstbejag (uitwisseling van waren)).
Maar ook voor deze inspanningen
schijnt de bevolking weinig belangstelling te hebben. In december 2012
bleek uit een enquête van het blad
Página Siete dat 73 procent van de ondervraagden suma qamaña als lege
woorden beschouwt. Bijna net zovelen zeiden dat je gewoon goed werk
en goede sociale voorzieningen nodig
hebt om ”een goed leven te leiden”.
Slechts 7 procent definieerde ”een
goed leven leiden” als een model dat
behalve met het materiële ook rekening houdt met spirituele en op de
gemeenschap gerichte waarden.
Het principe dat in 2009 in de grondwet werd opgenomen, schijnt nog
geen vaste voet aan de grond te hebben gekregen. Ettelijke bewoners
van een dorp aan de oever van het
Titicacameer zeiden dat zij niet wisten
wat er over suma qamaña in de
grondwet staat, maar wel tevreden
waren. Naar eigen zeggen hadden
zij de laatste jaren meer forellen, melk
en kaas aan reizigers verkocht en
Fécamp, Frankrijk
in La Paz, waar zij elk jaar als seizoenssarbeider heen gaan, meer werk
gevonden. Een inwoner vertelt: ”Vroeger was het rustiger in deze streek,
maar er was minder werk dan nu.
Van aardappelen alleen konden wij
niet leven. Nu gaat het beter met ons,
er is meer te doen. Maar er moet nog
veel gebeuren”.
Frankrijk
— Gelukkig
ongelukkig
Wij Fransen houden van klagen. Dat
is een nationale sport, een grondbeginsel van onze culturele identiteit,
concreter: wat wij doen is ’râler’– de
Franse manier van mopperen. In het
Wereldgeluksrapport van 2013 stond
Frankrijk op de 25e plaats, achter
landen als Venezuela, Panama of
Mexico, wat vreemd is voor een land
dat zichzelf meestal ergens boven-
aan ziet staan en nimmer nalaat zijn
internationale ambities te etaleren.
Met dit opgeblazen nationale ego
wordt vaak de spot gedreven, maar
wij wanhopen niet – onze eeuwige
concurrent, Duitsland, belandde op
de 26e plaats.
De economische crisis wordt vaak als
de oorzaak van deze somberheid
genoemd. Het werkloosheidscijfer
ligt boven de 10 %, wat voornamelijk
mensen onder de dertig en boven
de vijftig betreft, en voor jonge mensen met een vers diploma op zak is
de toestand nauwelijks beter.
Waarschijnlijk zal iemand die pas is
afgestudeerd, enkele jaren voor
zo’n 400 euro per maand als stagiair
moeten werken. Als je bedenkt dat
de gemiddelde huur in Parijs 40 euro
per m² bedraagt, zijn dat geen
luxueuze vooruitzichten. Frankrijk
heeft de beste werkzekerheid in de
EU; desondanks voelen Franse werknemers zich het meest onzeker over
hun baan, omdat de toekomst als
bedreigend wordt ervaren.
Dat leidt tot grote ongerustheid, en
veel Fransen zijn bang te verarmen.
49
Vooruit denken
50
Ook al is dat misschien zo, de Fransen
verhuizen van Parijs naar steden
als Nantes, Toulouse en Lyon, waar
zij een betere kwaliteit van het leven, lagere woonkosten en goede
werkgelegenheid vinden. En buiten
Parijs zijn er prachtige streken
waar het leven betaalbaar is en de
Franse traditie van ”Art de Vivre”
(de kunst te leven) tot de mogelijkheden behoort – met de nadruk op
schoonheid en comfort thuis, waarbij men geniet van luxe dingen als
parfum, bloemen, wijn en een goede
keuken. De conclusie luidt: het geluk is buiten Parijs veel groter.
Daar hangt wel een prijskaartje aan:
’pour vivre heureux, vivons cachés’
(leef onopvallend om gelukkig te zijn)
is het motto. Om fiscale redenen,
maar ook door religieuze en politieke invloeden, beschouwt men het
in de landelijke Franse traditie als
vulgair je rijkdom te etaleren. Ver van
de ”bling bling” van Parijs vind je
discrete huizen met prachtige tuinen,
sublieme villa’s op afgelegen heuvels
in de Luberon of de grootste vloot
kajuitjachten in Europa.
Stephen Clarke, de Franse correspondent voor de Britse Daily Mail en
auteur van de bestseller ”A year in
the merde”, heeft ervaring met
de Franse cultuur en schijnbare tegenstellingen en besloot een van
zijn columns met: ”Als mijn Franse
vrienden hun nationale hobby –
klagen – beoefenen, zeg ik altijd dat
zij niet weten hoezeer zij boffen”.
Ja Stephen, wij houden van râler,
daar worden wij gelukkig van.
Vietnam
— Arm maar
gelukkig
Alleen de gong van de kleine boeddhistische tempel in het centrum
van Ho Chi Minhstad overstemt even
het lawaai van de moderne miljoenenstad. Het leven bruist, brommers verdringen elkaar op de straten.
Ook heel wat jaren na het uitbreken van de wereldwijde financiële
crisis in 2008 doen de effecten zich
nog steeds gevoelen in de vorm van
massale ontslagen, de beurscrash
en de gesprongen vastgoedbubbel.
”Veel van mijn vrienden moesten
weer bij hun ouders gaan wonen”,
vertelt Tam Vro, een jonge docente
voor stadsontwikkeling van eenvoudige komaf. Hoewel Vietnam op
een jaarlijkse economische groei
van zes procent kan blijven rekenen, is het land met een gemiddeld
inkomen van minder dan 1200
euro per jaar (2013) nog steeds arm.
Maar toch schijnen de Vietnamezen
een gelukkig volk te zijn. In de
Happy Planet Index staat Vietnam in
2012 op de tweede plaats van de
wereldwijde geluksranglijst. Hoe kan
dat? In de evaluatie is rekening
gehouden met ”zachtere” factoren
zoals levensverwachting, omgang
met het milieu (”ecologische voetafdruk”) en de graad van tevredenheid bij de mensen.
Vergelijkende studies zoals bijvoorbeeld het World Happiness Report,
waar onze auteurs uit Canada en
Frankrijk aan refereren, die geluk en
tevredenheid met behulp van andere
factoren meten en ook ”harde”
factoren zoals bijvoorbeeld het bruto
binnenlands product meetellen,
komen weliswaar tot afwijkende
resultaten; daarbij liggen vooral de
Scandinavische landen, dus landen
© xuanhuongho
Uit onderzoek blijkt dat 30 % van de
bevolking vindt dat zij ten minste
één keer in hun leven arm zijn geweest en vrezen dat dit opnieuw
zal gebeuren. Het is dus niet verbazingwekkend dat 68 % van de Fransen ervan overtuigd is dat het ergste
nog moet komen; dat percentage
is vrijwel even hoog als bij de Grieken Slechts 26 % is optimistisch,
minder dan ooit tevoren. Maar
serieus: als je naar de situatie in
Griekenland kijkt, zou je denken dat
wij Fransen onze somberheid wat
overdrijven.
Is Frankrijk dus ten dode opgeschreven?
Michel Lejoyeux, hoofd van de psychatrische afdeling in het Bichatziekenhuis en auteur van ’Verandering ten goede’, weerlegt het verband
tussen pessimisme en de economische crisis, ”Wij weten dat er in
moeilijker tijden minder depressieve
mensen zijn. In feite is het zelfs zo:
hoe pessimistischer de mensen zijn,
des te gezonder zijn zij. Dat komt
misschien omdat de mensen dan minder over zichzelf na kunnen denken.”
Frankrijk blijft ondanks het baden in
een laag zelfvertrouwen de vijfde
grootste economische macht ter
wereld, met bedrijven die in vele
sectoren succesvol zijn: lucht- en
ruimtevaart, banken, telecommunicatie, bouw, landbouw, luxegoederen
en toerisme.
Maar laten we eens kijken wat Frankrijk echt uitmaakt. In dit gecentraliseerde land is de politieke en economische macht in Parijs geconcentreerd. Daar zijn de mensen gestrest
omdat ze lang met het openbaar
vervoer moeten reizen, leidinggevenden maken extreem lange dagen
en het leven is er 20 % duurder dan
elders. Het is een prachtige stad,
die op haar glorieuze verleden en
glamoureuze imago teert, waarover de schrijfster Colette ooit zei:
”Parijs is de enige stad ter wereld
waar je niet gelukkig hoeft te zijn.”
Vooruit denken
met een hoge levensverwachting,
lage bevolkingsdichtheid en een
hoge mate van sociale rechtvaardigheid aan de top. Doch alles bij
elkaar genomen wijzen verschillende
internationale onderzoeken één kant
uit: een geluksgevoel is van talrijke
invloedsfactoren afhankelijk, in
het bijzonder echter van het socioculturele milieu waarin de mensen
zich bewegen.
Wie dat bekijkt zal constateren dat het
milieu van de Vietnamezen in allerlei opzichten van andere culturen verschilt. Ligt dat wellicht aan de Vietnamese manier van denken?
”Het optimisme is de drijvende kracht,
die de mensen hier is aangeboren”,
vertelt de vijfendertigjarige Vu Linh,
die in de VS als dochter van een
Vietnamese vluchtelingenfamilie is
geboren en getogen en nu sinds
vijf jaar in Ho Chi Minhstad woont.
”De Vietnamese cultuur is in de
leer van het confucianisme verankerd; die en bepaalt zeker ook nu
nog het leven van de mensen”.
Het denken en handelen van de
Vietnamezen is sterk gevormd door
hun geloofsovertuiging en politieke opvattingen, door morele en
maatschappelijke theorieën.
Het erkennen van hiërarchie en ordeprincipes als fundament van de
confuciaanse leer blijkt ook uit de
spagaat van het land tussen een
stapsgewijs gerealiseerde reformpolitiek en het voortbestaan van het
socialistische staatsbestel. Terwijl westerse waarnemers dit als een hervormingsstuwing bekritiseerden, blijkt
nu dat Vietnamese politici door
behoedzaam politiek leidinggeven
een turbokapitalisering van Vietnam, met alle negatieve consequenties van dien, hebben kunnen
voorkomen. Een groot gedeelte van
de Vietnamese bevolking heeft
een zekere welvaart bereikt en is aan
de armoede ontkomen. En hoewel
de ongelijkheid tussen arm en rijk toeneemt, is de sociale kloof in de be-
volking aanzienlijk kleiner dan in de
buurlanden. De Vietnamezen streven
ernaar traditionele denk- en handelwijzen met nieuwe ideeën te combineren en daarbij niet met het
oude te breken. Het aanhoudende
optimisme enerzijds en de sterke
focus op traditie anderzijds dient ook
om de eigen nationale identiteit
niet kwijt te raken en het ”wij”-gevoel, de sterkste motivatie, te behouden, die in moeilijke situaties
steeds weer haar kracht heeft bewezen. Zeker, door globalisering en
mediale doordringing worden de Vietnamezen steeds begeriger naar
westerse cultuur en koppelen gelukkig zijn aan materieel bezit.
”Maar ik hoop”, meent Vu Linh, ”dat
door het diepe geloof aan het ”wij”
in plaats van het ”ik” ieder van ons
kritisch blijft over de vraag of materiële welvaart alleen voldoende is
om gelukkig te zijn”.
Wat brengen wij nu mee van onze
kleine wereldreis over geluk?
Het ligt voor de hand dat het lastig is
algemeen geldende uitspraken over
geluk te doen, aangezien iedereen
het immers verschillend ervaart. Uit
Canada lijken wij weliswaar te leren dat materiële welvaart onder bepaalde omstandigheden met geluk
is gekoppeld. Maar kunnen wij daaruit een regel afleiden? Het voorbeeld
Frankrijk lijkt ons weer uit die droom
te helpen.
En natuurlijk worden concepten zoals
het bruto nationaal geluk kritisch
bekeken. Bhutan en Bolivia wordt bijvoorbeeld verweten dat zij hun
concepten meer naar de wereld exporteren dan dat de eigen bevolking
ervan zou profiteren. Het is ook duidelijk dat geluk en vooral het meten
ervan nooit objectief is en in hoge
mate door de heersende ideologie kan
zijn bepaald – zie Vietnam.
Niemand zal beweren dat materiële
welvaart en geluk elkaar uitsluiten. Of
alleen een concept, een index of een
staat ons gelukkig kan maken, is uiteraard de vraag.
Toch dienen wij ernaar te streven overal ter wereld randvoorwaarden te
creëren waarmee ieder van ons zijn
kans op persoonlijk geluk krijgt.
Straatverkoopster met fruitstalletje, Saigon, Vietnam
51
Vooruit denken
Vooruit denken
Als treinen konden
vliegen
Tekst Alexander Stirn Rendering Clip-Air
Het Zwitserse project Clip-Air wil treinen vleugels
geven.
G
ewoon blijven zitten. In de
toekomst kunnen reizigers op weg naar verre bestemmingen gewoon blijven zitten.
Zij kunnen op het station van de stad
waar zij wonen hun gereserveerde
plaats innemen, met het vliegtuig naar
een ver oord vliegen, ter plaatse
aangekomen met de trein de stad in
reizen en hoeven daarbij – als zij
dat niet willen – geen enkele keer hun
plaats te verlaten.
Dat alles moet mogelijk worden door
Clip-Air, een zeer ambitieus project van de Zwitserse onderzoeker en
hobbypiloot Claudio Leonardi. Met
Clip-Air wil deze wetenschapper van
de Eidgenössische Technische
Hochschule Lausanne de voordelen
van het flexibele treinverkeer met
het snelheidsvoordeel van het vliegen
combineren – door omgebouwde
treinwagons gewoon onder de vleugels van een groot vliegtuig te
klikken. Een klik, en de reis kan worden voorgezet.
”Het klassieke systeem van vliegen is
al zeventig jaar niet veranderd en
veroorzaakt steeds meer problemen”,
52
zegt Leonardi. ”Het is ongemakkelijk,
langzaam en weinig flexibel.” Bij
Clip-Air moet het precies andersom
zijn. Het belangrijkste element van
Het klassieke systeem van vliegen
is sinds 70 jaar
niet veranderd en
veroorzaakt steeds
meer problemen
het modulaire concept, dat Leonardo
in 2013 voor het eerst op de Parijse
Luchtvaartbeurs in Le Bourget heeft
voorgesteld, is een nieuw model
vliegtuigromp: met een doorsnede van
bijna vier meter is hij vrijwel even
groot als de cabine van een Airbus
A320; zijn lengte van ca. 30 meter is
die van een typische spoorwagon.
Daardoor kan Clip-Air het station net
als een gewone trein binnenrijden.
De passagiers checken daar in, bergen hun handbagage op, zoeken
hun gereserveerde plaats. Op de luchthaven wacht dan de tweede nieuwe ontwikkeling van Leonardi: een
enorme vleugel, waarvan het
grijsblauwe model in Le Bourget wel
wat weg heeft van een opgeblazen
stealthbommenwerper. Tot drie wagons kunnen worden vastgeklikt
onder het 60 meter brede draagvlak,
dat behalve de motoren ook de
tanks, de cockpit en een landingsgestel met lange poten omvat. Na de
landing worden de rompen weer losgehaakt, zodat zij op de rails hun
bestemming kunnen bereiken.
”Met dit modulaire concept krijgen de
luchtvaartmaatschappijen een tot dusver ongekende flexibiliteit”, zegt
Claudio Leonardi. Afhankelijk van de
boekingen kunnen een, twee of
drie rompen onder het draagvlak worden bevestigd – nu eens een extra
cabine voor de business class, dan
weer een romp voor vracht. Bij
volledige belading kan Clip-Air driemaal zoveel passagiers vervoeren
© Clip-Air
Model van een Clip-Air vliegtuig
als een Airbus A320, maar heeft daarbij genoeg aan drie in plaats van
(zoals bij de conventionele jets) in totaal zes motoren. ”Daardoor kunnen
wij het brandstofverbruik aanzienlijk
verminderen”, zegt Leonardi.
Dat gaat echter alleen lukken als alle
drie de rompen onder de vleugel
zijn bevestigd. In dat geval kan er met
een vol bouwdoosvliegtuig en bij
vliegtrajecten tot 4000 kilometer ruim
tien procent op de exploitatiekosten per passagier worden bespaard.
Wanneer in de Clip-Air daarentegen niet alle zitplaatsen bezet zijn,
worden alle besparingen door de
massa en de luchtweerstand volkomen tenietgedaan. De andere voordelen van het nieuwe concept zijn
gemakkelijker in de praktijk te
brengen – in het bijzonder bij de veiligheid: in het Clip-Air vliegtuig
zitten de piloten helemaal vooraan in
de vleugel. Er is geen verbinding
met de passagierscabine, zodat het
niet mogelijk is de bemanning te
overvallen. ”De Amerikanen vinden
dat echt geweldig”, zegt Leonardi
grijnzend. Als het vliegtuig dreigt
neer te storten, kunnen de rompen op
hun beurt aan parachutes naar de
grond zakken – een veiligheidsconcept dat bij conventionele vlieg-
Ik ben zeker
overtuigd van de
luchtwaardigheid
van Clip-Air
tuigen met hun zware motoren en
complexe vormen niet te realiseren is. En mocht over enkele jaren
waterstof daadwerkelijk als alternatieve aandrijvingstechnologie voor
vliegtuigen in zwang komen, dan
zou Clip-Air zelfs een niet te onderschatten voordeel hebben: ”In conventionele vliegtuigen is het extreem
gevaarlijk honderden passagiers
en grote hoeveelheden explosieve
waterstof in een en dezelfde romp te
transporteren”, zegt Leonardi. Bij
het nieuwe systeem daarentegen
zouden de systemen streng gescheiden zijn.
Nog bestaat Clip-Air uitsluitend als
klein model, als expositievoorwerp
voor beurzen. Tegelijkertijd werken
de ingenieurs in Lausanne echter aan
computersimulaties en aan een
haalbaarheidsstudie, die vragen over
de rendabiliteit, de aerodynamische
structuuren het energieverbruik moet
beantwoorden. In een volgende stap
hoopt Leonardi een zes tot zeven meter groot model door de lucht te
laten vliegen. ”Ik twijfel er niet aan
dat Clip-Air luchtwaardig zal zijn”,
zegt hij.
Of een groot bouwdoosvliegtuig over
enkele jaren inderdaad zal opstijgen, is echter een heel ander verhaal.
Sinds vele jaren proberen designers
en luchtvaartingenieurs vliegtuigen
flexibeler en modulairer te maken. In
2005 heeft de Hamburgse designer
Frank Heyl bijvoorbeeld Aeolus voorgesteld – een grote vleugel, waar
voorin modules met passagiers konden worden vastgehaakt. Het bleef
bij een aantal mooie plaatjes: de
luchtvaartbranche is te voorzichtig en
te conservatief om een sinds decennia beproefd en verfijnd concept,
dat op een sigaarvormige romp
en twee lange draagvlakken berust,
gewoon om te gooien.
Ook Claudio Leonardi is realist. ”Wij
moeten nog heel wat muren neerhalen”, geeft de Zwitserse onderzoeker toe. Maar hij zegt ook: ”Wij zijn
er volkomen van overtuigd dat het de
moeite loont de huidige vliegtuigtechnologie lik op stuk te geven.”
Voor de onderzoekers in Lausanne is
Clip-Air in ieder geval pas een begin. ”Het gaat bij ons project niet op
de eerste plaats om vliegtuigen;
het gaat om transport, het gaat erom
nieuwe manieren van modulair verkeer te doorgronden”, zegt Claudio
Leonardi. Als dat een succes wordt,
zou Clip-Air de manier waarop
mensen reizen, eens en voor altijd
kunnen veranderen.
53
Nieuwsgierig blijven
Ideeën realiteit laten worden.
Als wereldwijd verbond van onafhankelijke specialisten brengen wij voor
elk project de juiste koppen en competenties aan een tafel en bieden een
maximum aan ervaring en know-how. Zo maken wij op velerlei manieren
voorsprong en vooruitgang mogelijk en stellen daarmee ook het succes
van onze onderneming veilig.
56 Musea van morgen
Zo kan kennis enthousiast maken.
60
Bionica – oplossingen uit de natuur
Waaraan wetenschappers een voorbeeld nemen.
62 Game of Thrones
Waarom deze HBO serie miljoenen
mensen fascineert.
66 In de roes van de snelheid
Nieuwe details van de formule 1-auto’s voor 2014.
68 Techniek die onder de huid kruipt
Wanneer de mens de natuur een handje helpt.
72 Fascinerend voetbal
Wereldkampioenschappen –
– wat komt er, wat blijft er?
54
55
Nieuwsgierig blijven
Musea van
morgen
H
et woord ”museum” is afgeleid van het Griekse
”Mouseion”, een aan de Muzen gewijde plek – een passende
aanduiding voor deze inspirerende
faciliteiten. Vroeg-Griekse instellingen van die naam, zoals het Musaeum van Alexandria (30 v. Chr.) hadden meer gemeen met moderne
universiteiten, terwijl datgene wat wij
nu als een museum beschouwen,
in de Renaissance begon en in de Verlichting steeds meer aanhangers vond.
Thans staan veel musea inderdaad
nog steeds voor de idealen van de
Verlichting: het verbeteren van
kennis op velerlei gebieden – schone
kunsten, natuurlijke historie, wetenschap en technologie –, waardoor
zij wat ”statisch” overkomen. Sinds
enkele decennia bevrijden zij zich
echter veelal van de traditionele ketenen en omarmen de veranderingen en uitdagingen van moderne
maatschappijen.
Tekst Paul Sullivan Foto’s Museum of New Zealand Te Papa Tongarewa, alastairtaylor,
The Trustees of the Natural History Museum, London
Nu technologie de wereld om ons heen intensief
vormgeeft, vraagt Paul Sullivan: kunnen de musea
en andere culturele instellingen van de wereld het
tempo bijhouden?
Aardehal in het Natural History Museum, Londen
56
links CC BY-NC 2.0 © alastairtaylor
”Wat Te Papa deed
was volkomen
nieuw. Wij hebben
gezegd: wij wekken
cultuur tot leven”
Te Papa Tongarewa (vrij vertaald met
”schatkist”) in Wellington, NieuwZeeland, was een van de eerste musea
die een interactievere benadering
uitprobeerden. Deze in 1992 als voortzetting van het in 1865 opgerichte
Colonial Museum in het leven geroepen instelling kan bogen op een
enorme collectie Maori kunstvoorwerpen alsmede natuurhistorische en
milieugerichte exposities – maar ook
speelse stukken en ontdekkingselementen voor kinderen, zoals een
bewegingssimulator in een huis dat
echt schudt bij een ”valse” aardbeving. Thans is het nog steeds een van
de best bezochte musea in Australië
en Azië.
”Wij zijn thans ver verwijderd van de
musea van de 19e eeuw – donkere,
soms ongure plekken waar verzamelingen en tentoonstellingsstukken
door een legertje suppoosten in uniform werden bewaakt,” zo luidt
het commentaar van Michael Houlihan, directeur van Te Papa. ”Nergens aankomen” was belangrijker
dan ”wat wil je graag weten?”
”Wat Te Papa van andere musea onderscheidt is het feit dat het een
museum van levende culturen is. Als
je in andere musea cultuur wilde
zien, trok je een lade met het opschrift
”cultuur” open, sloot deze weer en
liep door. Wat Te Papa deed was volkomen nieuw en wordt benijd door
de museale wereld. Wij hebben gezegd: wij wekken cultuur tot leven.
Dat weerspiegelt onze relatie met de
Maori, de indigene bevolking van
Nieuw-Zeeland, het idee van een levendige marae (Maori vergaderingshuis) en een sociale ruimte die de
culturele waarden van Maori aan de
hand van een voorbeeld laat zien.”
In 2009 opende het natuurhistorisch
museum in Londen tot groot enthousiasme van het publiek het nieuwe
Darwin Centre: dit acht verdiepingen
tellende, eivormige gebouw van de
Deense C. F. Moller Architects breekt
met de architectonische en curatorische ”regels”. Niet alleen zijn de tentoonstellingsstukken van het Centre
opvallende high-tech video’s en zijn er
levensgrote projecties op de binnenmuren te zien, terwijl insecten en
planten in doorschijnende tafels liggen die van touch-screen displays
zijn voorzien – de bezoekers kunnen
zien hoe wetenschappers in hun
laboratoria zwoegen; sommigen van
hen dragen een tweewegmicrofoon om vragen over hun werk te beantwoorden.
Het Museu Blau in Barcelona, dat in
2011 op een nieuwe locatie werd
heropend, biedt plaats aan het museum van natuurlijke historie en
wetenschap en beschikt over 9.000 m²
ruimte op twee etages. De instelling toont niet de gebruikelijke dinosaurusskeletten en fossielen.
De bezoekers doorlopen een chronologische vertelling over de oorsprong van de aarde door een mengeling van historische gebruiksvoorwerpen en multimedia-installaties die
de aanblik, geluiden en geuren
van verschillende tijdperken doen herleven. Het modernistische gebouw
is ontworpen door de Zwitserse architecten Herzog en de Meuron, van
wier hand ook het gebouw M+ is. Dit
ontstaat in Hongkong bij een groot
park aan de rand van de Victoriahaven, wordt in 2017 gereeden moet met
Musea ontwikkelen
visies die bij onze
steeds meer
verbonden
wereld passen
de musea Tate en MoMA gaan concurreren. De collectie, met tientallen stukken van de kunstenaar Ai
Wei Wei, zal de ontwikkeling van Chinese kunst van de Culturele Revolutie
tot de 21e eeuw in kaart brengen.
De Wellcome Collection in Londen,
die rond de collectie van de apotheker, ondernemer, filantroop en
verzamelaar Sir Henry Solomon
Wellcome (1853 – 1936) is opgebouwd,
heeft als permanente tentoonstelling
een combinatie van kunst (Pablo
Picasso, Anthony Gormley), exposities van diverse media en selecties
uit het enorme Wellcome-archief met
fascinerende voorwerpen uit de medische wereld.
57
Nieuwsgierig blijven
Het concept van
het hedendaagse
museum is nog
nooit zo inspirerend
geweest
op de hele wereld hebben bereikt. Het
museum is zo populair geworden
dat er een uitbreiding voor £ 15 miljoen is gepland met onder meer
een themagalerie en een vergroting
van de leeszaal van de bibliotheek
naar een nieuwe interactieve ruimte
met een 21e eeuwse kijk op de bibliotheek van de Verlichting.
Technologie, ook in draagbare vorm,
zal ervoor zorgen dat nieuwe interactieve ervaringen en opleidingsprogramma’s zoals de nog jonge MOOC
(Massive Open Online Course) programma’s opleiding en kennis voor
miljarden mensen op de hele wereld
ter beschikking gaan stellen. Het
concept van het hedendaagse museum is nog nooit zo toegankelijk – of
zo inspirerend – geweest.
58
De Cocon in het Darwin Center van het natuurhistorisch museum, Londen
voestalpine
feiten
Staal biedt als grondstof talloze
mogelijkheden – en dat laten wij in
onze voestalpine Stahlwelt op de
locatie Linz in Oostenrijk zien. Met
deze multimediale tentoonstelling
nodigen wij de bezoekers uit tot
een unieke ontdekkingsreis om de
geheimen van de staalproductie,
staalverwerking en staalproducten
te ontdekken.
In de centrale beleveniswereld
wachten de bezoekers tachtig grote, verchroomde bollen, waarvan
enkele in het tentoonstellingsparcours geïntegreerd, opengesneden
en ten dele zelfs beloopbaar zijn.
Als glansrijke vaste punten bieden
zij fascinerend inzicht in en nieuwe
zienswijzen op voestalpine.
De ”toren” is het tweede deel
van de tentoonstelling en omvat
talrijke indrukwekkende objecten
en interactieve punten. Van niveau
tot niveau kom je steeds hoger,
begeleid door sferische klanken
die uit de staalproductie afkomstig
zijn, alsmede adembenemende
lichteffecten van het 700 vierkante
meter grote led-oppervlak.
Wat maakt staal zo fascinerend?
De voestalpine Stahlwelt beantwoordt deze vraag met een
spannend wisselspel van belevenis
en informatie.
OurSpace, interactieve glazen kaart in het Te Papa, Wellington
links © Museum of New Zealand Te Papa Tongarewa rechts © The Trustees of the Natural History Museum, London
Maar wat het echt opvallend maakt
zijn de evenementen, onder meer
hartoperaties, lezingen van nobelprijswinnaars, vlooiencircussen en exoskeletten, evenals interactieve online
games over de onderwerpen en
tentoonstellingen van de Wellcome
Collection, die miljoenen mensen
Nieuwsgierig blijven
59
Nieuwsgierig blijven
Nieuwsgierig blijven
Bionica — oplossingen uit de natuur
Tekst André Uhl Illustraties Benedikt Rugar
Waaraan wetenschappers een voorbeeld nemen.
Het perfecte vliegtoestel
Als het erom gaat kleine en bijzonder beweeglijke vliegrobots te ontwikkelen, nemen wetenschappers graag een
kijkje bij de insecten. Een onovertroffen voorbeeld is de
libel. Door haar filigrane, ultralichte bouwwijze en de bijzondere beweeglijkheid en draaibaarheid van de vleugels
is dit vlieginsect het ideale model voor minirobots, die in
kanalen en buissystemen, voor informatiewerk in rampgebieden of voor het bestrijden van schadelijke dieren en
insecten kunnen worden ingezet. De eerste kunstmatige
libel met omvangrijke sensortechniek, de zogeheten
bionicopter, werd in 2013 op een beurs in Duitsland voorgesteld.
Genezing van binnenuit
Het principe van de zelfgenezing kent men uit de plantkunde – of van een zekere Wolverine, de populaire figuur
uit de stripreeks X-Men. Nu is er een nieuwe ontwikkeling
die in de productietechniek en de bouwbranche voor een
revolutie zou kunnen zorgen: het principe van de plantaardige zelfgenezing bij materialen. De sleutel daarvoor ligt in
elastisch vervormbare kunststoffen, zogeheten elastomeren.
Zij helpen microscheuren in kunststof bouwcomponenten,
zoals pakkingringen of dempingcomponenten, te genezen
– en wel volkomen autonoom. De wetenschappers hebben
dit principe bij planten zoals de treurvijg afgekeken: uit
de schors van deze plant komt bij verwonding melksap te
voorschijn, dat de wond direct weer sluit.
60
De kwestie met het haakje
De klitsluiting is ongetwijfeld een klassieker uit het
bionisch onderzoek. Tot op heden worden de minuscule
elastische haakjes die ook bij gewelddadig verwijderen
niet afbreken, op velerlei manieren toegepast. In 1951
vroeg de Zwitserse ingenieur Georges de Mestral een
octrooi aan voor zijn idee, dat hij bij de grote klimplant
had afgekeken. Sindsdien is het principe enorm verder
ontwikkeld. Zo worden bijvoorbeeld onbrandbare klitsluitingen van nomex of glasvezel bij de brandweer, voor
kleding van autocoureurs of in de ruimtevaart toegepast.
Tegenwoordig bestaan er zelfs soortgelijke verbindingen
van metaal die een opmerkelijk grote hechtingskracht en
bestendigheid tegen chemische invloeden vertonen.
Muurvaste constructie
Behalve het principe van zelfgenezing heeft de evolutie
nog een andere vorm van autonome behandeling voortgebracht: het zelfjusteren van botten bij gewervelde dieren.
Als wij een botbreuk oplopen, zijn de breukplekken eerst
enigszins verdraaid. Mettertijd gaan de botbalkjes echter
weer richting de spanningsstromen en helpen zo de botten weer goed aan elkaar te laten groeien. Met ossiet
hebben wetenschappers een materiaal van metaalachtige
nanostaafkristallen ontwikkeld dat zich op soortgelijke
wijze gedraagt en wordt gebruikt bij bouwwerken die
uitermate veel druk te verduren hebben, zoals bruggen.
Handig: hoe hoger de belasting van het bouwwerk is, des
te steviger wordt het!
61
Nieuwsgierig blijven
Game of Thrones
Tekst Bruna Calegari / Kathrin Gemein Foto’s Jim Wright, Lloyd Bishop Illustratie Daavid Mörtl
Waarom deze HBO serie miljoenen mensen
fascineert.
Nikolaj Coster-Waldau, Peter Dinklage en Kit Harington
62
© Jim Wright / C orbis Outline / S ky Atlantic HD
J
aargetijden zijn zeer betrekkelijk – tenminste op de continenten Westeros en Essos. In deze middeleeuws aandoende wereld
kan een zomer wel een paar jaar duren. Daar liggen de ”zeven koninkrijken”. Hier ontstaat de strijd tussen
de adellijke families Stark, Lannister
en Baratheon. Er komen ridders
en draken in voor, wij zien er vrouwen die dierenvellen dragen en
mannen die met zwaarden tegen elkaar strijden.
Dat is de wereld van ”Game Of
Thrones”, een serie die vele miljoenen
mensen op de hele aarde in zijn
ban heeft en in tachtig landen wordt
uitgezonden – zij het de VS of
China, Polen of India, Pakistan of Argentinië. In dit geval zijn de fans
van de serie niet de gebruikelijke fantasy-enthousiasten. Ongeacht hun
cultuur, opleiding of leeftijd kijken de
fans elke week opnieuw uit naar de
volgende aflevering. Bovendien heeft
het programma geleid tot een over-
weldigend aantal parodieën, imitaties,
discussieforums en een ongelooflijk
aantal Facebook-fans – maar liefst
ruim 7,6 miljoen. Als je bedenkt hoeveel kleine voorkeursgebieden er
tegenwoordig zijn en in aanmerking
neemt hoe informatie zich verspreidt,
De wereld van
”Game Of Thrones”
heeft miljoenen
mensen op de
aarde in zijn ban
is het beslist een wereldwijd fenomeen te noemen.
De serie is een tv-bewerking van het
boek van de hand van George R. R.
Martin ”A Song of Ice and Fire”, dat
als trilogie was opgezet maar tot
dusver in vijf zeer dikke delen is verschenen. Op de wijze van veel fictie-auteurs heeft Martin een middeleeuwse fantasiewereld geschapen
die met de echte wereld koketteert
en zelfs een taal gecreëerd voor de
exotische mensen van buiten het gebied, Dothraki. De productie vertoont
ongetwijfeld een hoge kwaliteit,
en de sets waar wordt gefilmd, zijn
zeer zorgvuldig vormgegeven, zodat
de bouwwerken absoluut echt lijken.
George R. R. Martin werkte handelingen uit die ongelooflijk verwarrend
zijn, waardoor de figuren elke comfortzone verlaten die zij wellicht
hadden geschapen. Hoofdpersonen
worden ongenadig afgeslacht,
families ruw uiteengerukt, hoop en
dromen gaan in rook op, liefde
gaat verloren. Dat betekent dat niemand weet wie er uiteindelijk de
IJzeren Troon zal bereiken. Het verrassingselement is bij voortduring
aanwezig. Juist die steeds voorhanden
verrassingsmomenten hebben twee
63
Nieuwsgierig blijven
Nieuwsgierig blijven
effecten op de toeschouwer. Enerzijds breekt ”Game of Thrones” op
zo’n radicale manier met de kijkgewoonten als vrijwel geen andere
serie. Vooral series van de betaalde US zender HBO zijn in de jaren
negentig begonnen hun producten
afwijkend van de gebruikelijke kijkverwachtingen van de toeschouwers te ontwikkelen. Deze artistiek interessantere TV-producties, die
het startschot voor de huidige seriehype hebben gegeven, hebben
voor het eerst laten zien wat dit medium in zijn epische lengte voor
heeft op een film van slechts negentig minuten – namelijk de mogelijk-
Deze serie
doorbreekt de
kijkgewoonten
64
Game of Thrones parodie, ’s avonds laat met Jimmy Fallon, foto: Jimmy Fallon
rechts © Lloyd Bishop / N BC / N BCU Photo Bank via Getty Images
Landkaart van Westeros
heid dusdanig met de kijkgewoonten te breken, wat bij speelfilmlengte
vaak te abrupt, te schokkend zou
zijn, maar bij een serie met in totaal
zo’n 100 uur speeltijd organisch
kan plaatsvinden.
Op die manier zijn ook al bij ”The
Wire”of ”The Sopranos” populaire
figuren aan de rand van de weg
blijven liggen. Zomaar. Maar dit willekeurige bleef nog binnen bepaalde grenzen. De mafiabaas Tony Soprano bijvoorbeeld was van de eerste
tot en met de laatste van de in totaal 89 afleveringen te zien. En niemand zou daar ook maar in de
verste verte aan getwijfeld hebben.
Bij ”Game of Thrones” is dat
volkomen anders. In de Zeven Koninkrijken kan er op elk moment van
alles gebeuren. En daardoor is het geheel ook bijzonder spannend –
omdat het vrijwel onmogelijk wordt
voorspellingen over het verdere verloop van iedere aflevering te doen.
Deze radicaliteit zal zeker gevolgen
hebben. In de toekomst zullen series
die voor kwaliteitsseries willen
doorgaan, zich meer met de thematiek van deze onverwachte verhaallijnen bezig moeten houden.
Want als de toeschouwers eenmaal op
een hoger niveau van vertellen zijn
gekomen, zullen zij moeite hebben
simpeler opgezette verhalen nog serieus te nemen.
Anderzijds staat deze manier van vertellen aanzienlijk dichter bij de realiteit. In het echte leven zijn er ook
geen protagonisten, maar ontelbare
snelle levens naast elkaar, waar altijd
alles kan gebeuren. Niemand is onaantastbaar. Dat films en series vaak
een heel andere waarheid laten
zien, valt pas goed op wanneer zoals
bij ”Game of Thrones” alles anders
gaat. Of vínden wij het bij elke
actionfilm raar dat de held als enige
de nodige vuurgevechten overleeft,
terwijl de mensen om hem heen
bij bosjes worden neergeknald? En
dat dit zelfs bij enkele afleveringen achter elkaar gebeurt? Precies.
Maar in de Zeven Koninkrijken van
Westeros is alles in beweging. En
niemand, absoluut niemand kan zich
veilig wanen. Er zijn geen helden
of goede personages die worden gespaard. Daardoor maakt het verhaal van Game of Thrones een levendigere indruk en de toeschouwer
voelt zich serieuzer genomen. Hier
staat het verhaal in zijn totaliteit
op de voorgrond – en niet afzonderlijke, levensvreemd geliterariseerde
personages.
Tot slot biedt de serie in al zijn complexiteit een brede gemeenschappelijke basis op globaal niveau: op de
social media discussiëren fans op
de hele wereld met elkaar over het
verloop van de serie, waardoor
”Game of Thrones” een collectieve
belevenis is geworden. De hoofdthema’s van de serie zijn tenslotte de
klassieke menselijke conflicten zoals liefde en dood, macht en intrige.
Thema’s die ons van oudsher als
mensen vormen en die ook in de toekomst de harten zullen blijven
raken. Als dat ook nog zo gedetailleerd, slim, gelaagd en realistisch
wordt overgebracht als in ”Game of
Thrones”, is het niet overdreven te
stellen: op de een of andere manier
leeft de hele wereld ook een beetje
in de Zeven Koninkrijken.
65
Nieuwsgierig blijven
Nieuwsgierig blijven
In de roes van de
snelheid
2
1
Tekst André Uhl Illustratie Rafael Varona
Nieuwe details van de formule
1-auto’s voor 2014.
5
6
5
1 Motor
In het komende seizoen 2014 worden de
racewagens met 1,6-liter-V6 turbomotoren aangedreven. Het aantal beweegbare onderdelen van de motor wordt
in vergelijking met de V8 met 15 procent
gereduceerd. Dat resulteert in een met
30 procent toegenomen efficiëntie, terwijl het vermogen onveranderd ca. 750
pk blijft; daardoor kunnen de coureurs
nog steeds dezelfde rondetijden behalen
als voorheen.
66
2 Uitlaat
De grootte en de positie van de uitlaat
worden exact voorgeschreven teneinde
de hevige concurrentiestrijd ter verbetering van de aerodynamica definitief
aan banden te leggen. Per direct dient
de laatste 15 centimeter van de eindpijp
cirkelvormig te zijn uitgevoerd en in een
hoek van vijf graden omhoog te wijzen.
De uitlaatgassen moeten in de toekomst
op een hoogte van tussen de 35 en 50
centimeter boven de grond uittreden.
3 Cockpit
De cockpitomranding wordt zal in de
toekomst aan strengere veiligheidstests
onderworpen. Bij de statische belastingstest mag dit onderdeel niet meer
dan vijf millimeter verbuigen; tot dusver
was dit 20. Daarmee zijn de coureurs
nog beter beschermd.
4 Remmen
De remmen van de achteras mogen nu
elektronisch worden geregeld. Daardoor
verloopt het remproces gelijkmatiger,
terwijl tegelijkertijd kinetische energie,
ook bekend als bewegingsenergie, in
het systeem wordt ingevoerd en verder
gebruikt.
5 ERS
Energieterugwinning wordt door de
overstap naar V6-turbo’s nog belangrijker. Het tot dusver gebruikte KERS
(Kinetic Energy Recovery System) zal
in de toekomst worden vervangen door
een nieuw systeem voor energieterugwinning, met het gevolg dat bij rem en
motor van nu af aan vier megajoule per
ronde wordt gewonnen – dat is maar
liefst het tienvoudige van het vroegere
KERS.
6 Neus
De nieuwe regelingen schrijven voor
dat de neus nog verder dient te worden
verlaagd. Daarmee zullen ook de thans
bestaande uitstulpingen op de neus
verdwijnen. Een wet van de aerodynamica luidt immers: hoe lager het carrosseriegedeelte ligt, te kleiner mag het
aangrijpingspunt zijn. De gehele auto
wordt nu in één hand gebouwd. Dat is
iets waarvan Mercedes en Ferrari een
voordeel verwachten.
67
Nieuwsgierig blijven
Techniek die onder
de huid kruipt
Tekst André Tutcic Foto’s Dan Wilton
Wanneer de mens de natuur een handje helpt.
M
ensen met het gehoor
van een vleermuis, sonar
in hun lichaam of een
minuscule magneet in hun vingertoppen – wat meer dan bizar klinkt,
is reeds werkelijkheid. Het is allang
mogelijk de menselijke vermogens
en zintuiglijke waarnemingen tot ver
boven de normale proporties uit te
breiden. Tientallen jaren lang stelden
wij ons in computerspellen, science
fictionromans, tv-series of films een
samenleven met zulke mensmachines
voor. In 1960 verscheen voor het
eerst het begrip cyborg in een artikel
over ruimtevaart. Daarmee werden
organismes aangeduid waaraan
lichaamsvreemde componenten
worden toegevoegd, waardoor zij
zich beter aan een nieuwe omgeving kunnen aanpassen. Lange tijd
gold dit als futuristische gekkigheid,
maar mensen met bovennatuurlijke
vermogens bestaan echt. Zij noemen
68
zichzelf bodyhackers en voorzien
hun lichamen van de meest uiteenlopende technische implantaten.
Vanaf welk punt wordt de mens een
cyborg? Strikt genomen zelfs al wanneer hij een pacemaker of hoorappa-
Het is allang
mogelijk de waarneming van de
menselijke zintuigen te vergroten
raat draagt. Alleen in Nederland gebruiken al zo’n 4100 mensen met een
slechts gedeeltelijk functionerende
hoorzenuw een zogeheten cochleairimplantaat. Deze prothese bestaat uit
een microfoon, een digitale spraakprocessor, een zendspoel met magneet en het eigenlijke implantaat, dat
bijvoorbeeld ook door de journalist,
auteur en economie-informaticus
Enno Park wordt gedragen. Park
kan daarmee goed horen, maar dat
is voor hem niet voldoende: hij wil
in staat worden gesteld zijn implantaat eigenhandig te manipuleren om
infra- en ultrasoon geluid te kunnen
horen – zoals een vleermuis.
Nog is hij niet in staat zijn implantaat
zelf te veranderen, want de betreffende onderdelen zijn tot dusver alleen voor medische technici toegankelijk. Bovendien verstrekken de
fabrikanten de informatie over harden software uitsluitend aan daartoe
gecertificeerde instellingen. ”Mijn
implantaat is mijn eigendom”, vindt
Park echter en eist open en begrijpelijke systemen. Hij wil zich er bij
de fabrikanten sterk voor maken dat
© Dan Wilton
Cyborg kunstenaar Neil Harbisson
de toegankelijkheid van de techniek
aanzienlijk wordt verbeterd en heeft
daarom de German Cyborg Society in
het leven geroepen, waar mensen bij
elkaar komen die zich als cyborgs beschouwen. Deze vereniging wil een
contactpunt zijn voor iedereen die
zich bezig houdt met medische techniek, user-interface design, bionica
en robotica. Ook is het de bedoeling
hackers aan te spreken, die nieuwe
gadgets, devices en functies ontwikkelen of voorhanden apparaten met
nieuwe functies uitbreiden. Nog een
speerpunt van de vereniging: binnen
de bevolking meer acceptatie van
cyborgs trachten te bereiken – en dat
betekent veel werk, want bodyhackers als Enno Park gelden soms nog
als raar en griezelig.
Al even raar, maar vooral opmerkelijk is de begaafdheid van
Neil Harbisson. Deze kleurenblinde
Ierse componist en kunstenaar is
dankzij zijn zogeheten eyeborg in
staat kleuren te horen. Het toestel,
dat Harbisson zelf samen met enkele
wetenschappers heeft ontwikkeld,
functioneert zo: via een sensor op
het voorhoofd neemt de eyeborg de
Wanneer wordt de
mens een cyborg?
kleuren op die zich in de blikrichting
van de drager bevinden. Vervolgens
worden zij als geluidsgolven naar een
chip overgebracht, die achter aan de
schedelwand is geïmplanteerd. Ten
slotte worden zij via de chip in zijn
oor in klanksignalen omgezet. Elke
kleurnuance is gekoppeld aan een
signaal, bijvoorbeeld klinkt de kleur
blauw als cis en geel als G. Omdat
hij ook in de randzones van ultravio-
let en infrarood licht kan zien resp.
horen, is het door hem waargenomen
kleurenspectrum aanzienlijk breder
dan dat van het menselijk oog – hij is
in staat wel 360 kleuren te horen! En
alsof dat nog niet opmerkelijk genoeg
is, werkt de kunstenaar momenteel
aan een uitbreiding. In de toekomst
zal de chip via de uit de bloedcirculatie gewonnen energie worden
geladen en met stroom gevoed.
Mogelijkerwijs zal Harbisson met
de eyeborg zelfs in de geschiedenisboeken worden vermeld: hij is de
eerste mens ter wereld met een pasje
waar op zijn portretfoto een technisch
hulpmiddel is afgebeeld – of, als je
het zo wilt zien: de eerste door een
regering officieel erkende cyborg.
Enno Park en Neil Harbisson hebben
aanvankelijk een implantaat laten
aanbrengen om een lichamelijk
gebrek te compenseren. Dat punt
zijn zij inmiddels allang gepasseerd,
69
Nieuwsgierig blijven
een feit dat polariseert en niet alleen
bij ethici en vertegenwoordigers van
religieuze groeperingen de morele
wijsvinger omhoog doet gaan. Maar
terwijl mensen als Park en Harbisson
worden gedreven door de wens naar
bovennatuurlijke bekwaamheden,
zouden veel dragers van kunstmatige protheses al blij zijn als zij
over ledematen konden beschikken
die voor dagelijks gebruik geschikt
zijn. Weliswaar zijn protheses de
afgelopen jaren steeds beter geworden, toch blijven zij voor velen
onbetaalbaar. Doch in het kader van
de 3D-printerrevolutie komen er
inmiddels voordelige alternatieven
om zelf te printen, zoals de zogeheten
”robohand”, een 3-D printmodel voor
een handprothese die uit de kunststof
polymelkzuur bestaat. De materiaalkosten voor deze hand bedragen
zo’n 400 euro en de handleiding om
Nieuwsgierig blijven
het geheel in elkaar te zetten wordt
meegeleverd.
Ontwikkeld is de kunsthand door
Wellicht komt Harbisson met de eyeborg in de geschiedenisboeken
de Zuid-Afrikaan Richard Van As.
Hij is timmerman en verloor in 2011
drie vingers bij een arbeidsongeval.
Een hightech prothese, die wel
60.000 dollar kan kosten, kon hij
zich niet veroorloven en dus besloot
hij zelf een prothese te maken. Van
As freesde de scheenstukken voor
de vingerkootjes van aluminium
en schroefde ze bij de gewrichten
aan elkaar; als spieren en pezen
gebruikte hij metalen veren. Samen met de Amerikaan Ivan Owen
perfectioneerde hij het model steeds
meer, tot de kunststof prothese die
iedereen zelf kan printen. Nadat zij
hun uitvinding op een open source
sharing netwerk hadden geüpload,
was Liam Dippenaar de eerste die
deze prothese gebruikte. Dit vijf jaar
oude jongetje uit Zuid-Afrika heeft
het amniotische bandsyndroom en
geen functionerende vingers aan
zijn rechterhand. Dankzij het geniale
printmodel kan hij zijn rechterhand
nu voor het eerst gebruiken. Ook
Charles Goldfarb, handchirurg aan
de Washington University, is van het
potentieel van de uitvinding overtuigd: ”De robohand is een prachtige
start. Hij is nu al een geweldig hulpmiddel voor kinderen, maar opent
Tim Cannon met magneetimplantaat
De ”Magic Arms” van Emma Lavelle uit de 3D printer
Links © Stratasys rechts © dpa
ook de deur voor nog grotere en
betere ideeën in de toekomst.” Het
lichaamsdeel om uit te printen vormt
70
Door welke
moderne hulpmiddelen kan
een mens worden
geholpen zijn leven
doorslaggevend
te verbeteren?
een revolutie voor iedereen die niet
genoeg geld heeft voor een conventionele prothese.
Niet minder revolutionair zijn de tests
die onlangs aan de Brown University
in de Amerikaanse deelstaat Rhode
Island werden uitgevoerd. In samenwerking met het Duitse centrum
voor lucht- en ruimtevaart zullen
dwarslaesiepatiënten de mogelijkheid krijgen naar voorwerpen te
grijpen – slechts aangestuurd door
de kracht van hun gedachten. En
het werkt inderdaad: een vrouw van
achtenvijftig slaagde erin een beker
vast te pakken en eruit te drinken;
een tweede patiënt kon plotseling
schuimstof ballen oppakken. Voor de
beweging gebruiken de patiënten
een robotarm, die zij controleren via
een elektrode die in hun hersenen
is geïmplanteerd: de zogeheten
BrainGate, een vier bij vier millimeter
groot plaatje dat uit zo’n honderd micro-elektroden bestaat. Door middel
van software worden de patronen van
de elektrische zenuwsignalen naar
de gedachte beweging vertaald. Het
resultaat van dit pilootproject is niet
minder dan een sensatie en vormt
een beslissende stap naar robotische
hulpmiddelen.
Vanaf welk punt dient de mens als
cyborg te worden beschouwd? Het is
vrijwel onmogelijk die vraag con-
De mens blijft mens
cluderend te beantwoorden. Maar
wellicht is de beslissende vraag een
andere. Bijvoorbeeld deze: door
welke hulpmiddelen kan een mens
worden geholpen zijn kwaliteit van
leven enorm te verbeteren? Het
loont namelijk de moeite steeds weer
nieuwe antwoorden op die vraag te
zoeken. En ook al zullen theologen,
filosofen en ethici zich waarschijnlijk
nog lang met dit onderwerp bezighouden – de mens blijft mens, ondanks alle technische hulpmiddelen.
71
Fascinerend
voetbal
Tekst João Anzolin Renderings Foster + Partners, gmp Architekten Foto’s Mostafa Bazri
Het WK, een van de grootste sportevenementen van
de wereld, is niet langer slechts een sportwedstrijd,
maar een evenement dat heel wat verandert ­— niet
alleen de ontvangende steden.
Lusail Iconic Stadium, Katar 2022
72
73
Nieuwsgierig blijven
Nieuwsgierig blijven
Seite 72 – 73 © Foster + Partners, Qatar 2022 Supreme Committee (2009, 2010) Links © ME / P ortal da Copa / M arço de 2013 / C C BY 3.0 BR
T
Arena Fonte Nova in Salvador de Bahia, Brazilië
74
oen de Oostenrijkse schrijver
Stefan Zweig in 1941 het
boek”Brazilië, het land der
toekomst” schreef, was het nauwelijks voorstelbaar dat de titel in
het land dat hij als het onderwerp
van zijn boek koos, een populair
trefwoord zou worden. De verwachte
Braziliaanse ontwikkeling vond
een halve eeuw na het verschijnen
van het boek plaats.
De relatief stabiele positie van het
land – dankzij de valuta, de real – die
in 1994 ontstond, alsmede factoren
die door overheidsinvesteringen in sociale politiek en de ontdekking van
onderzeese olievelden zijn veroorzaakt, zorgden ervoor dat Brazilië aan
het begin van de 21e eeuw een versneld groeiproces beleefde. Door
stijgende inkomens bij de lagere bevolkingsklassen ontstond er een
consumptiegolf en werden er kredieten opgenomen die veelal voor de
aankoop van onroerend goed werden
gebruikt, met een enorme toename
van bouwprojecten als gevolg.
Hoewel de verschillen tussen arm en
rijk maar langzaam worden afgebouwd, waren miljoenen mensen eindelijk aan de armoede ontkomen.
De mededeling dat het Wereldkampioenschap 2014 in Brazilië zal plaatsvinden en Rio de Janeiro de Olympische stad van 2016 wordt, leek eens
te meer te bevestigen dat de toekomst
waar zoveel Brazilianen van dromen,
eindelijk is aangebroken.
De steden en landen die zich kandidaat stellen bij de aanbesteding van
evenementen als het WK en de
Olympische Spelen willen niet alleen
het podium voor deze opwindende
events worden, maar denken al aan
de”nalatenschap” voor komende
generaties - aan alles wat er achterblijft als alles voorbij is. Om atleten,
journalisten en toeristen uit de hele
wereld te kunnen ontvangen is veel
planning en voorbereiding op het
gebied van veiligheid, transport en
communicatie vereist – en daarvoor
moet vaak enorm veel worden
gebouwd.
Voor Brazilië betekende het WK de
kans om ambitieuze ombouwprojecten in 12 steden in vijf districten aan te pakken. Het WK staat
dus niet op zichzelf, maar biedt de
mogelijkheid de ontwikkeling in het
hele land voort te stuwen.
Er bestaat echter geen overeenstemming over de voordelen van de nalatenschap bij grote sportevenementen. Locaties, huisvesting van sporters en infrastructuur kosten vaak miljarden en moeten uit de schatkist
De toekomst waar
zoveel Brazilianen
van droomden, was
eindelijk gekomen
worden gefinancierd – waarna partners uit de privésector worden
gezocht om de kosten te helpen dragen, terwijl de winst met gering
risico naar instanties gaat die weinig
verantwoordelijkheid dragen: de
FIFA voor het WK en het IOC voor
de Spelen.
Barcelona is een stad die daarbij in positieve zin is veranderd. Dankzij
zorgvuldige planning en succesvolle
invloedname van stedelijke zijde
werden de Olympische Spelen van
1992 een historische bezienswaardigheid, waardoor de stad voor veel
toeristen aantrekkelijk werd. De
Catalaanse hoofdstad is nog steeds
een populaire bestemming.
Aan de andere kant van het spectrum
zien wij Zuid-Afrika, dat het WK in
2010 organiseerde, waar stadions zijn
gebouwd in steden zonder een professioneel voetbalteam. Daardoor
heeft het gebouw geen blijvende
toegevoegde waarde voor de stad in
kwestie. Een ander negatief voor-
beeld is Athene, waar de investeringen voor de Olympische Spelen de
economie ernstig hebben belast en
nog steeds als een van de oorzaken
van de economische crisis worden
beschouwd. Ook in Groot-Brittannië
is veel gesproken over de voordelen
die de Spelen van 2012 in Londen
hebben gegenereerd. De in 2005
geschatte kosten van 3 miljard Britse
pond werden later naar 9 miljard
bijgesteld en de voordelen van deze
investeringen, vooral in Oost-Londen,
zijn nog steeds onderwerp van
discussie.
In het geval van Brazilië ging deze
discussie hand in hand met de
kandidaatstelling van het land om
het WK te organiseren. De unieke
en overweldigend sterke presentie
van voetbal in de Braziliaanse
samenleving leidde tot de vrijwel
eensluidende mening dat het
voetballand ervan zou profiteren als
het dit grootste evenement van
deze sport mocht organiseren.
De passie van de Brazilianen voor
voetbal en de relatie die zij met
hun sport hebben, behoeft geen betoog. Doch dat verklaart de naïviteit van het land bij problemen met
betrekking tot het WK en wat er
achterblijft. Toen de sport aan het
einde van de 19e eeuw in Brazilië
werd geïntroduceerd, wekte hij
slechts passie, maar mettertijd werd
hij steeds belangrijker voor de
Braziliaanse maatschappij en wordt
soms verweven met de geschiedenis van het land zelf. De sport is
een echte passie van het volk geworden en maakt het land tot wat de
schrijver Nelson Rodrigues, ”pátria
das chuteiras”, dus het ”vaderland
van de voetbalschoenen” noemt.
In 2012 en 2013 waren de meningen
verdeeld – je had de sceptici en
de optimisten, die de WK-investeringen bekritiseerden respectievelijk
verdedigden. De Brazilianen werden getuige van een reeks afzeggingen, uitstelmaatregelen en frau75
Nieuwsgierig blijven
Rendering van de Arena Pantanal in Cuiabá, Brazilië in het jaar 2014
duleuze prijsopdrijvingschandalen
om stil van te worden. Tegelijkertijd
nam de economische groei af: de
inflatie nam toe, het verwachte bbp
ging omlaag en de real beleefde in
Het WK vormde
een aantrekkelijke
uitdaging
2013 een record-waardevermindering. Deze gebeurtenissen hadden
één direct gevolg: de straten werden
overspoeld met demonstranten in
vrijwel nooit vertoonde aantallen.
De aanleiding was een prijsverhoging bij bus en metro, met protesten
van honderdduizenden mensen in de
straten van São Paulo en Rio de
Janeiro als gevolg, die zich in hoog
tempo over het hele land verspreidden. De lijst van eisen omvatte
ethische en politieke hervorming als76
mede meer efficiëntie en transparantie bij WK-projecten.
Nog voordat het land zijn tweede WK
organiseert, hebben de Brazilianen
met de gevolgen te maken. Hun
passie voor voetbal moet waardige
bouwwerken achterlaten, die
duidelijk maken dat zij voor de
toekomst van het land staan.
Het wereldkampioenschap ontstond
bijna een eeuw geleden en is ver
boven de oorspronkelijke sportieve
krachtmeting uitgegroeid.
De afgelegde weg kan zelfs als een
korte les wereldgeschiedenis worden gezien – oorlogen, belangrijke economische, sociale en
culturele problemen speelden een
grote rol bij elk kampioenschap.
Toch hebben deze kwesties niets veranderd of afgedaan aan de passie
die de mensen voor voetbal en het WK
hebben; dat evenement wordt als
een explosie van populariteit en kijkcijfers gezien.
Na het bescheiden begin met slechts
13 teams in 1930 tot de huidige
versie, met ruim 32 teams, loopt het
gelijk op met de Olympische Spelen
als ’s werelds grootste sportevenement. De cijfers met betrekking tot
het WK zijn indrukwekkend: voor het
renoveren en bouwen van stadions
heeft Brazilië zo’n 1 miljard US dollar
De kijkcijfers
bij de finales
breken telkens
records
uitgegeven. Het WK 2010 in Afrika
trok ruim 3 miljoen voet-balfans, zo’n
50.000 mensen per wedstrijd. De
baten van het evenement zijn nog indrukwekkender: de winst van bijna 7
miljard US dollar die de FIFA in ZuidAfrika heeft gemaakt, zal in Brazilië
tot bijna 10 miljard stijgen.
Dankzij technologische vooruitgang
links © ME / P ortal da Copa / M arço de 2013/ C C BY 3.0 BR rechts © Mostafa Bazri / D emotix / C orbis
Nieuwsgierig blijven
Een Iraniër viert feest over de deelname van zijn land aan het WK 2014 in Brazilië (17 juni 2013)
77
Nieuwsgierig blijven
”Het bereidt ons vreugde een spannende toekomst mede vorm te geven.”
Jim Nicolaas, Sales Account Manager, Nederland
op communicatiegebied is de wereldwijde invloed van de organisatie
versterkt en wordt haar kracht duidelijk: de kijkcijfers van de tv-uitzending voor de finales stellen de voorafgaande versie elke vier jaar weer in
de schaduw; de laatste keer keken
er in ruim 200 landen via zo’n 300 tvkanalen bijna een miljard mensen
naar. Doordat steeds meer computers
en smartphones de uitzendingen
kunnen ontvangen, wordt verwacht
dat de halve wereldbevolking gelijktijdig de gebeurtenissen in Rusland in 2018 of in Katar in 2022
zal volgen.
Met die enorme aantallen verwacht
men dat deze evenementen even
snel blijven groeien en daardoor voor
organiserende steden en landen
aantrekkelijker zullen worden. De
laatste tijd speelt technologische innovatie bij de aanbestedingen ook
een belangrijke rol.
Terwijl innovatie op veiligheidsgebied
78
een belangrijk aspect is waar Rusland voor 2018 aandacht aan besteedt, hebben de voorbereidingen
voor het WK 2022 in Katar een
aantal technologische hoogstandjes
Er bestaat echter
geen algemene
overeenstemming
over de voordelen van de nalatenschap bij grote
sportevenementen
laten zien die de hitte in de woestijn draaglijk moeten maken.
Hoewel er nog steeds sprake van is
het evenement niet in de hete zomer te organiseren, worden ultramoderne koelsystemen voor stadions
ontwikkeld waarmee het weer effectief kan worden”bevroren”. De organisatoren verzekeren dat de temperatuur dankzij een koelsysteem
met zonne-energieaandrijving bij de
wedstrijden van zo’n 40 tot 28 graden verlaagd kan worden. Een duurzame oplossing, nadat de belofte
van het land het WK koolstofvrij te zullen maken, de grootste uitdaging
vormde.
Ongetwijfeld is datgene wat er op
sociaal, economisch of technologisch
gebied na een WK achterblijft, aan
verandering onderhevig en zal het
leven van de mensen sterk en tot
ver buiten de grenzen van de locatie
beïnvloeden.
© gmp Architekten von Gerkan, Marg und Partner
Estádio Mineirão, Belo Horizonte, Brazilië
Om aan de uitdagingen van morgen het hoofd te kunnen bieden, zijn wij nooit met
leren gestopt. Het is die absolute betrouwbaarheid, die vreugde aan de uitdaging,
die ons allemaal vormt. Wij grijpen de toekomst met beide handen aan.
www.voestalpine.com
79
voestalpine AG
voestalpine-Strasse 1
4020 Linz, Austria
T. +43/50304/15-0
F. +43/50304/55-0
www.voestalpine.com