Trouw 15 DINSDAG 5 AUGUSTUS 2014 opinie Nooit eerder zag ik zoveel haat en agressie In Israël moeten niet alleen Palestijnen het ontgelden, maar ook linkse Israëliërs. Maaike Hoffer is somber over haar land, maar ziet toch ook lichtpuntjes. 2 Maaike Hoffer Midden Oosten-deskundige; werkzaam voor ‘Een Ander Joods Geluid’ en de Stichting COME I n het oplaaiende geweld tussen Israël en Hamas spreken veel Nederlanders hun steun uit voor Israël. Online, op de opiniepagina’s en tijdens demonstraties. Maar welk Israël steunen zij? Het Israël dat steeds openlijker haar racisme uit? Of het Israël dat zoekt naar coëxistentie, maar dat steeds verder in de verdrukking komt? Ik ben geboren en opgegroeid in Israël, woonde lange tijd in Nederland, en na diverse periodes in Arabische landen gewoond te hebben, verblijf ik nu al bijna twee jaar in Noord-Israël. De afgelopen maanden heb ik het klimaat in het land zien veranderen. Nooit eerder zag ik zoveel haat en agressie om mij heen. Haat die zich richt op Palestijnse én linkse Israëliërs. Ik spreek Hebreeuws en Arabisch en houd ervan om iedereen in de eigen taal aan te spreken, maar ik hoor steeds vaker dat Palestijnse Israëliërs zich onveilig voelen om in het openbaar Arabisch te spreken. Er wordt opgeroepen om niet meer bij Palestijns-Israëlische winkels te kopen. Arabische restauranteigenaren hebben beduidend minder Joodse klandizie. Een Palestijnse inwoner van Neve Shalom – Wahat al-Salam, een dorp waar Joodse en Palestijnse Israëliërs in volledige getalsmatige balans samenwonen, zegt: “Voor de eerste keer in de 34 jaar dat ik in Neve Shalom woon, ben ik bang om het dorp te verlaten.” In een artikel dat een paar weken geleden verscheen op een Israëlische website, vertelt een lerares op een middelbare school hoe ze met haar leerlingen over de situatie wil praten. Al snel roepen de leerlingen door elkaar dat ‘we alle Arabieren moeten doden, omdat zij ons haten en ons ook willen doden. Het zijn geen mensen, het zijn beesten.’ De leerlingen kijken haar met afschuw aan als zij beseffen dat de lerares misschien wel ‘smolanit’ (links) is. Bij een demonstratie in Israël tegen de militaire acties worden palmtakken vastgehouden als symbool van vrede. FOTO AP De haat richt zich niet alleen op Israëlische Palestijnen. Radicale rechtse Israëliërs scanderen naast ‘dood aan Arabieren’, tegenwoordig ook ‘dood aan linkse Israëliërs’. Israëliërs die op internet hun mededogen uiten met de burgerslachtoffers in Gaza, worden bedreigd door hun landgenoten. Na afloop van demonstraties tegen het geweld in Gaza jagen groepjes radicale Israëliërs met stokken op de demonstranten en spuiten ze pepperspray in hun gezicht. Hoop Door de verharding van de afgelopen jaren en de steeds verdere verwijde- ring tussen Palestijnen en Israëliërs, lijkt het Israël van vandaag nauwelijks meer op het land waar ik geboren ben. Is er nog hoop voor de toekomst? Steeds vaker denk ik van niet. Gelukkig zie ik af en toe ook positieve dingen. Na afloop van de eindopvoering van Joodse en Palestijnse kinderen die drie weken lang hebben deelgenomen aan een tweetalig (Hebreeuws-Arabisch) zomerkamp dat jaarlijks wordt georganiseerd in het dorp Nes Ammim, spreek ik met een van de Joods-Israëlische vaders. Hij is ervan overtuigd dat dit de manier is om samen te leven: over elkaar le- ren, met elkaar samenwerken, elkaars taal horen en leren. Hij weet zeker dat zijn 10-jarig zoontje niet in het leger zal willen dienen. Het Israël waarin je de buren vertrouwt en er hoop is op een gezamenlijke toekomst met wederzijds begrip staat onder druk. Als de zogenaamde supporters van Israël het belang van coëxistentie steeds harder ontkennen, verdwijnt een oplossing achter de horizon. De mensen die Israël zeggen te steunen, bereiken dan uiteindelijk precies het tegenovergestelde. Juist nu de vreedzame tegengeluiden steeds minder hoorbaar zijn, verdienen die onze steun. De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren. commentaar De musea zijn prachtig, het Amsterdamse gastheerschap kan beter Ook bewoners moeten zich in de binnenstad thuis blijven voelen E en goede gastheer legt de kranten op stapels, schuiert het hondenhaar van de bank en zorgt ervoor dat de wijnglazen schoon zijn. Daarover heeft museumdirecteur Wim Pijbes het. Cultureel Amsterdam kan na een lange verbouwing bogen op een aanbod van wereldklasse, inclusief Pijbes’ eigen Rijksmuseum. Maar de stad dreigt om te komen in zijn eigen viezigheid, meent Pijbes. Wat goed dat iemand dat zo glashelder opschrijft, en in zulke mooie bewoordingen (‘Amsterdam raakt vies, vuig en vol’). Waarbij Pijbes zich in zijn prikkelende pamflet, vorige week in NRC Handelsblad, niet beperkt tot rotzooi op straat. Het gaat hem ook om overlast door lange rijen en rondslingerende fietsen, om ambulante straathandel, om illegale kamerverhuur aan toeristen, om vrouwenhandel, om ongeregisseerde drukte. Deels zijn dat zaken die de hoofdstad al probeert aan te pakken, met wisselend succes. Zo kampt het Wallenproject, om prostitutiepanden en coffeeshops op te kopen, met geldgebrek. Regels om kamerverhuur aan banden te leggen zijn er sinds dit voorjaar, te kort om te kunnen zeggen of het helpt. Stadsdeel Centrum probeert eveneens sinds dit voorjaar om ‘ongein’, zoals kroegentoch- ten voor toeristen, aan banden te leggen, in overleg met cafés. De binnenstad overweegt daarnaast een verbod op touringcars en bierfietsen. Het mag voortvarender, maar het is niet zo dat Amsterdam helemaal stil zit. Voor zwerfvuil lijkt het stadsbestuur helaas minder belangstelling te hebben, afgemeten aan alle troep op straat. In Pijbes’ betoog is het misschien niet het meest prangende onderwerp. En toch is het belangrijk en niet alleen uit overwegingen van goed gastheerschap. Het aantal hotelgasten in de binnenstad steeg in tien jaar van 2,4 naar bijna 2,7 miljoen. De musea rond het Museumplein trekken meer dan vijf miljoen bezoekers per jaar en wie weet worden dat er nog veel meer. Dat is schitterend, die musea staan er niet voor niets. Laten we er trots op zijn ze te delen met zoveel mogelijk bezoekers, net als alle andere attracties in en om de hoofdstad. Maar de kracht van de binnenstad schuilt in een aantrekkelijke mix van bewoners, en ook zij moeten zich hier thuis blijven voelen. Ongetwijfeld is er een enkeling die zijn Mokum liever vuig en vuil ziet, maar de meeste bewoners en bezoekers zullen met Pijbes snakken naar enige orde en netheid. Hier wacht voor burgemeester Van der Laan na de vakantie een schone taak.
© Copyright 2024 ExpyDoc