drempels slopen

08
onderwijs
CAMPUSKRANT | 24 SEPTEMBER 2014
Drempels
slopen
Wat houdt jonge mensen tegen om te studeren en door te
stromen in het hoger onderwijs? Met de discussie over besparingen en over mogelijke verhogingen van het inschrijvingsgeld zou een mens vergeten dat het niet alleen om de
centen draait. Ruth Stokx, hoofd van de Studentenadviesdiensten, legt uit welke groepen het moeilijk hebben en wat
de unief daaraan doet.
Ilse Frederickx
D
eels gaat het natuurlijk wél over
de centjes. “Onze Sociale Dienst
helpt beursstudenten met hun
aanvraag bij de Vlaamse overheid en bemiddelt
waar nodig. Bij nieuw samengestelde gezinnen
kan de situatie bijvoorbeeld heel complex zijn.
Maar ook studenten die geen recht hebben op
een toelage van de Vlaamse Gemeenschap en
het financieel moeilijk hebben, kunnen bij ons
terecht. De Sociale Dienst kan namelijk zelf
financiële steun bieden: een toelage, lening, of
Als de ouders zelf niet
gestudeerd hebben, kunnen
ze hun kinderen niet
wegwijs maken in het hoger
onderwijs.
tegemoetkoming in medisch-psychotherapeutische kosten. Deze studenten kunnen ook een
goedkopere kamer in een residentie krijgen”,
legt Stokx uit.
Als de financiële drempel weggewerkt is, ligt
de weg naar een universitair diploma dan open?
“Een aantal groepen scoren slechter op het vlak
van doorstromen – slagen in het eerste jaar of
een bachelordiploma behalen, bijvoorbeeld (zie
tabel). Het gaat dan vooral om beursstudenten,
studenten met een migratieachtergrond en pioniersstudenten (studenten van wie de ouders
geen hoger onderwijs genoten – red.). Die categorieën overlappen elkaar trouwens dikwijls.
Zij scoren gemiddeld 10 procent slechter in de
doorstroomcijfers. Als deze studenten volharden, behalen ze na vier of vijf jaar toch nog hun
bachelordiploma. Veel studenten lijken een jaar
extra nodig te hebben.”
Waarom blijven die studenten het moeilijker hebben? “Ze komen dikwijls in een wereld
terecht die ze niet kennen. Als hun ouders zelf
niet gestudeerd hebben, kunnen die hen niet het
juiste advies geven en wegwijs maken in het kluwen van het hoger onderwijs. Velen hebben niet
meteen een netwerk om op terug te vallen: we
horen vaak dat die studenten moeilijk aansluiting vinden bij andere studenten. Voor sommigen kan de kloof tussen het academisch Nederlands en de taal of het taalgebruik thuis ook een
probleem zijn.”
projecten voor die doelgroepen: “We hebben
een Contactpunt Allochtone Studenten. Daar
kunnen studenten met een migratieachtergrond
terecht met individuele vragen, zowel vóór als
tijdens hun opleiding in Leuven. We coachen
hen ook: ze leren plannen en studeren, krijgen
lessen Academisch Nederlands en een persoonlijke opvolging om de paar weken. De resultaten
zijn goed en we hebben het coachingtraject inmiddels uitgebreid naar niet-allochtone studenten die behoefte hebben aan extra ondersteuning. Zo coachen we elk academiejaar ongeveer
70 studenten.”
Apart of inclusief
Heel wat pioniersstudenten die een passende
vooropleiding gevolgd hebben, dreigen tijdens
hun eerste jaar toch snel af te haken. Om dat
te voorkomen lopen er een aantal projecten
via de faculteiten, ondersteund door de Dienst
Studieadvies. “Met een goed onthaal bij de start
willen we ervoor zorgen dat die studenten vlot
integreren, zowel sociaal als academisch. De
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen organiseert aparte vorming voor pioniersstudenten. Bij de Faculteit Letteren worden
alle nieuwe studenten nu in kleinere groepjes
onthaald. Zo kunnen studenten zonder netwerk
makkelijker aansluiten in een groep.”
Aparte aandacht is nodig voor studenten met
een functiebeperking: “Het gaat onder andere om mensen met een fysieke beperking, een
chronische ziekte, een leerstoornis of een psychiatrische aandoening. Als ze erkend zijn door
onze dienst, kunnen we onderwijs- en examenfaciliteiten toekennen: voorleessoftware voor
studenten met dyslexie, bijvoorbeeld, of examens meer spreiden over het jaar. Daardoor
kunnen ze met gelijke kansen starten. Dat wil
niet zeggen dat ze minder hard moeten studeren.”
“De eeuwige discussie is: organiseren we
aparte initiatieven voor doelgroepen, waardoor
ze misschien gestigmatiseerd worden? Of kiezen we voor een ‘inclusieve’ aanpak? In bijna al
onze aula’s is de geluidsinstallatie bijvoorbeeld
aangepast voor slechthorenden met een hoorapparaat. Maar het is niet altijd zo eenvoudig
op te lossen. Waar nodig nemen we aparte initiatieven. Waar we kunnen, werken we inclusief.”
www.kuleuven.be/diversiteit
Wie?
Aandeel per doelgroep in het totaal van 18-jarigen
die aan de KU Leuven startten in academiejaar 2011­–2012:
15%
studiebeurs
Coach
Bij Studentenadviesdiensten lopen een aantal
8%
migratie-­
achtergrond
15%
4%
pioniers
functie­
beperking
Lagere slaagkansen
tegenover niet-doelgroep
om te slagen in het 1ste academiejaar *
studiebeurs
-11%
migratie-­
achtergrond
-14%
pioniers
functie­
beperking
-9%
-18%
om bachelordiploma te behalen na 3 jaar studie*
studiebeurs
migratie-­
achtergrond
-13%
-15%
pioniers
-18%
functie­
beperking
-11%
© Universiteitsarchief KU Leuven
om bachelordiploma te behalen na 5 jaar studie*
Leuven, jaren
70. Toen was de
drempel voor
meisjesstudenten
nog hoog.
Inmiddels hebben
ze de jongens
bijgebeend in
aantal.
studiebeurs
-13%
migratie-­
achtergrond
-10%
pioniers
functie­
beperking
-6%
-16%
* op het einde van academiejaar 2012, Bron: KU Leuven Dienst Diversiteitsbeleid