Overdenkingen bij jaarthema: Volg Mij Week 5

Overdenkingen bij jaarthema: Volg Mij
Week 5: Leren omgaan met
Intro
Je werk, je huis, je gezin, je familie, je vrienden, je klasgenoten, je auto, je fiets, je bank of je
laptop. Alles heeft God je (direct of indirect) gegeven. Maar je kunt wel eens tegen de vraag
aanlopen: Hoe kan ik daar op een goede en gezonde manier mee omgaan? Hoe kan ik werkelijk
volgeling van Jezus zijn?
Deze week gaan we verder in de leer bij Jezus. En dan gaat het om de gewone alledaagse dingen.
Want het Koninkrijk van God gaat niet alleen maar over de toekomst maar ook over vandaag. Jezus
gaf er onderwijs over. En deze week gaan wij bij Hem in de leer aan de hand van een heel bijzonder
gedeelte uit het Evangelie: de Bergrede.
In Matteüs leren we Jezus kennen als koning. Hij is afstammeling van David (Matt. 1:1), Hij is
degene die het volk zal bevrijden van zonden (Matt. 1:21), de koning van de Joden (Matt. 2: 2, 6);
In Hem is het koninkrijk van God aangebroken (Matt. 3:1-3; 4:12-17 en 23-25). En dan begint Jezus
Zijn troonrede. Hij vertelt over Gods koninkrijk, Zijn werkelijkheid. En de werkelijkheid mag ook
voor ons, als volgelingen van Jezus, de werkelijkheid zijn van waaruit we leven. Nu al, in het leven
van alledag. De Bergrede gaat niet alleen over de toekomst, maar ook over het hier en nu. Als
Jezus je koning is en als je Hem volgt, dan mag de Bergrede, in al zijn scherpte en radicaliteit, de
werkelijkheid zijn waarin je leeft.
Dag 1: Leren omgaan met jezelf
Bijbel: Matteüs 5: 13-16
13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer
zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. 14 Jullie
zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men
steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet
hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. 16 Zo moet jullie licht schijnen
voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Overdenking:
Wie ben je?
Het is een veelgestelde vraag (vaak in andere woorden) en je antwoord op de vraag hangt allicht af
van wie hem stelt. Het is ook wel een vraag die ons bezig kan houden. Wie ben ik voor mijn
partner of voor mijn kinderen? Hoe zien mijn vrienden mij? Wie denken mijn collega's dat ik ben?
De vraag kan ons onzeker maken of juist bevestigen. In ieder geval bepaalt het antwoord dat we
geven op die vraag vaak ons gedrag: als we onszelf zien als een 'loser' dan zullen dingen sneller
mislukken dan wanneer we onszelf zien als iemand die van alles aankan, en als we onszelf zien als
chagrijn dan zullen we veel minder ons best doen om vriendelijk te zijn tegen anderen dan
wanneer we onszelf als vrolijk zien.
Wie ben je? Jezus gaat er in dit tekstgedeelte ook op in.
Hij kijkt de mensen om Hem heen aan en zegt: 'Jullie zijn het zout van de aarde. Jullie zijn het licht
in de wereld.' Je bent er niet zomaar, God heeft je bedoeld om Zijn licht te stralen. Verstop het
daarom niet, maar laat door heel je leven heen zien dat God leeft en dat Jezus jouw koning is.
Wie ben je?
Jezus laat zien wie je bent als je Hem volgt: zout en licht in deze wereld. Zo mogen we onszelf, als
volgelingen van Jezus, dus zien! Waarom? Omdat we, wie we ook maar zijn, elke dag met Jezus,
het Licht van de wereld, mogen leven. Dan straalt Zijn licht door je heen!
Vragen:
1. Jezus zegt: Je bent zout en licht in deze wereld. Hoe zie jij jezelf?
2. Hoe kun jij vandaag Gods licht laten schijnen in jouw leven?
Gebed:
Here God, dank U wel dat ik zout en licht ben in deze wereld: thuis, op mijn werk, overal waar ik
ben. Geef dat ik niet smakeloos wordt of mijn licht verstop. Leer mij en ons om door onze woorden
en daden te laten zien dat U leeft. Amen.
*****
Dag 2: Leren omgaan met prioriteiten
Bijbel: Matteüs 6:19-21
19 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in
om ze te stelen. 20 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar
breken geen dieven in om ze te stelen. 21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Overdenking:
Schatten verzamelen is heel menselijk.
De één zou graag heel rijk willen zijn en kijkt enorm op tegen mensen die rijk zijn. 'Dat wil ik ook!',
denk hij dan. Iemand anders zou graag beroemd willen zijn en probeert er alles aan te doen om
dat 'one moment of fame' te hebben. Weer iemand anders jaagt de nieuwste gadgets na en denkt
bij elk moment dat er een nieuwe smartphone op de markt komt: 'Die wil ik ook!' Zo hebben we
allemaal dingen die we verlangen, waar we ons voor inzetten.
Jezus zegt hier dat we geen schatten moeten verzamelen op de aarde. Ofwel: zet niet je aandacht,
tijd en geld in op dingen die toch vergaan. Hoe kan Jezus dat nou zeggen?
Jezus leert ons als het ware door de horizon heen te kijken; Hij zet ons leven in het perspectief van
Gods koninkrijk. We leven niet voor ons eigen ik, hier en nu; maar we leven voor de goede wereld
die God voor ogen heeft en waar wij een plaats in mogen hebben. Daarom leert Jezus ons om
daarvoor te gaan en daarvoor schatten te verzamelen. En wel om twee redenen, die Hij allebei
noemt in het Bijbelgedeelte van vandaag:
In de eerste plaats zijn er dingen waar we onze tijd, aandacht en ons geld in kunnen steken, maar
die vergaan. Dat is op den duur dus vrij waardeloos en onze investering is tevergeefs. Jezus roept
op om in plaats daarvan onze tijd, aandacht en geld te steken in dingen die van waarde zijn voor
Gods koninkrijk, die zijn namelijk blijvend. (vers 19-20)
Daarnaast zegt Jezus dat als we onze tijd, aandacht en geld steken in allerlei tijdelijke 'aardse'
schatten, dat ons hart daar vervolgens ook in op zal gaan (vers 21). Jezus wil echter ons hart
gezond houden. Hij verlangt niet dat we ijdele, betweterige, trotse, hebberige mensen worden.
Dus waarschuwt Hij om in plaats daarvan onze focus te leggen op Gods koninkrijk. Dat heeft een
positieve invloed op ons hart. Jezus leert ons om onze prioriteiten te verleggen: van dingen van
deze wereld, naar het koninkrijk van God. Dan zijn we niet tevergeefs bezig en dan houden we ons
hart gezond, zoals God het heeft bedoeld.
Vragen:
1. Kun jij een voorbeeld noemen van iets waar jij tijd, aandacht en geld in steekt, maar wat
maar van tijdelijke aard is?
2. Welke invloed heeft dat op wat er in je hart leeft?
3. Hoe zou je juist datgene kunnen inzetten in Gods koninkrijk?
Gebed:
Vader, help me om mijn aandacht, tijd en geld niet te richten op dingen die hier op aarde
belangrijk gevonden worden, maar die vergaan en waardoor mijn hart ongezond wordt. Help me
om in plaats daarvan gericht te zijn op dingen die voor U en Uw koninkrijk van waarde zijn. Amen.
*****
Dag 3: Leren omgaan met conflicten
Bijbel: Matteüs 5:21-26
21 Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt,
zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” 22 En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn
broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen
“Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor
het vuur van de Gehenna komen te staan. 23 Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en
je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, 24 laat je gave dan bij het altaar achter;
ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25 Leg een geschil snel bij,
terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de
rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. 26 Ik verzeker je: dan kom je
niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.
Overdenking:
Gisteren en eergisteren ging het erover dat we zout en licht in deze wereld zijn en dat we schatten
moeten verzamelen in de hemel in plaats van op de aarde. En dat heeft allebei invloed op hoe we
leven. Bijvoorbeeld op momenten dat we boos zijn of een conflict hebben. Daar gaat de
bovenstaande tekst over.
Jezus gaat rechtstreeks naar ons hart toe. Waar in Zijn tijd (en niet alleen in die tijd) mensen elkaar
beoordeelden op uiterlijke dingen, daar spreekt Jezus ons hart aan. Als we een leven van licht
willen leven, gericht op Gods koninkrijk, dan kunnen we niet in woede of minachting leven.
Wanneer je boos bent of negatief spreekt over iemand, dan heeft dat een negatieve werking op
jezelf, op de ander en op je omgeving. Met een beetje pech gaat het verder in een neerwaartse
spiraal.
Dus bedenk, wanneer je boos bent of negatief praat over iemand: Jezus wijst een totaal andere
weg. Hij wijst een weg waarin je verzoening zoekt. Een weg waarin je niet alleen de regels van de
wet volgt, maar waarin je het hart van Gods wet volgt. Jezus wees niet alleen en andere weg, Jezus
ging ook zelf die andere weg. Een weg waarin Hij Zijn leven gaf, voor jou, voor mij, voor de wereld
om je heen.
Welke weg ga jij in boosheid en conflicten? Volg jij dan ook Jezus? Jezus maakt duidelijk: met
woede en negatieve gedachten en woorden kom je er niet (vers 22) Met een conflict gewoon te
negeren en kerkdiensten te bezoeken kom je er ook niet (vers 23). Pas wanneer je pas op de plaats
maakt en de ander zoekt, ontstaat de weg naar verzoening (vers 23-24). Ook dat is licht en zout
zijn.
Vragen:
1. Welke effecten heeft boosheid op jou en op je omgeving?
2. Wat kunnen struikelblokken zijn om verzoening te zoeken?
3. Hoe kan de verzoening die Jezus bracht aan het kruis die struikelblokken weghalen?
Gebed:
God, wilt u me leren lief te hebben en niet boos te zijn. Help me om in conflicten verzoening te
zoeken. U verlangt ernaar dat ik in vrede leef met mijn naasten. Help mij en help ons als gemeente
om daarin Uw weg te gaan. Amen.
*****
Dag 4: Leren omgaan met familie, vrienden en anderen
Bijbel: Matteüs 5:27-48
27 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” 28 En ik zeg zelfs: iedereen die
naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als je
rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter
een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. 30 En
als je rechterhand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt
immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.
31 Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” 32 En ik
zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft haar tot overspel – tenzij er sprake was van een
ongeoorloofde verbintenis; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.
33 Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor
de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” 34 En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet
zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, 35 noch bij de aarde, want dat is zijn
voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning; 36 zweer evenmin bij je
eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. 37 Laat jullie ja ja zijn, en
jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad.
38 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39
En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook
de linkerwang toe te keren. 40 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je
wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41 En als iemand je dwingt één mijl met hem mee
te gaan, loop er dan twee met hem op. 42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van
wie geld van je wil lenen.
43 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” 44 En
ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen dan zijn jullie werkelijk
kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen
en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Is het een verdienste als je
liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? 47 En als jullie alleen je broeders en
zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo?
48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
Overdenking:
Dat zijn nogal scherpe woorden!
Je hand afhakken, je oog uitrukken, je andere wang toekeren, vijanden liefhebben...
In alle scherpte maakt Jezus duidelijk: de keuzes die we maken, die dingen die we doen, ze zijn niet
vrijblijvend. Ze hebben impact op onszelf, onze naasten en bovenal op Gods koninkrijk. Gods
koninkrijk is niet alleen gericht op een goed eeuwig leven op de nieuwe aarde, maar ook op het
leven hier en nu. Jezus wijst ons de weg naar het goede leven, en dat staat dikwijls haaks op het
leven wat we vanuit onszelf na kunnen jagen. In allerlei situaties in familiekring, vriendenkring, op
de werkvloer en in de maatschappij klinkt de oproep om de weg van nederigheid te gaan en
overvloedig te zijn in dienstbaarheid en liefde. Niet omdat je weerloos en volgzaam bent, maar
omdat je leeft vanuit Gods waarheid en in Koninkrijks-perspectief. Dat stelt je in staat om lief te
hebben, trouw en eerlijk te zijn, vrede na te jagen en het goede te zoeken voor een ander, zelfs als
die je naar het leven staat.
Vragen:
1. Waarom zorgt het gericht zijn op Gods koninkrijk dat je andere keuzes maakt dan gewoon
is?
2. Blik eens terug op wat je in de afgelopen 24 uur hebt gedaan/meegemaakt: waarin kon je
andere keuzes maken omdat je Jezus volgt?
Gebed:
Vader, help me om in mijn handelen en mijn houding getuige te zijn van Uw koninkrijk. Vergeef me
als ik dingen heb gedaan die niet bij Uw koninkrijk horen. Zegen me met wijsheid, inzicht en
creativiteit om Uw weg te gaan op de plekken waar ik kom. Amen.
*****
Dag 5: Leren omgaan met goede dingen
Bijbel: Matteüs 6:1-6 en 16-18
1 Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door
hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. 2 Dus wanneer je aalmoezen
geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de
mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 3 Maar als je
aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. 4 Zo blijft je aalmoes
in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
5 En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke
straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al
ontvangen. 6 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader,
die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
16 Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om
iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al
ontvangen. 17 Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, 18 zodat
niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader,
die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Overdenking:
Goed doen is hip!
Het is van deze tijd wanneer je je inzet voor mensen die het minder hebben, voor mensen die
lijden, voor het milieu. De tijd dat je vooral voor jezelf wilde leven lijkt haast wel voorbij. Geven is
het nieuwe krijgen!
'Ja', zegt Jezus, 'maar van wie wil je krijgen?'
En daarmee slaat Hij de spijker op z'n kop. Want je kunt geven en dan nog je eigen eer op het oog
hebben. Geven omdat je imago zo verbeterd wordt. Geven omdat het nou eenmaal hip is. Maar
wat heb je dan eigenlijk gegeven?
God zoekt naar wat in het verborgene is. God zoekt ons hart. We mogen bidden, vasten, geven,
zonder dat we er zelf beter van willen worden of om geprezen hoeven te worden. Een ware gever
is op zoek naar de ander. Een ware gever krijgt beloning van God.
Vragen:
1. Welke manier van geven zou het meeste blijdschap geven denk je, geven om zelf eer te
krijgen of geven om een ander te eren?
2. Welke manier van geven vraagt het meeste van je? En waarom? (Vgl. Hebreeën 11:6, 26)
3. Waarom zou Jezus noemen dat een gever door God beloond zal worden? Wat zegt dat over
het karakter van God?
Gebed:
Vader, leer mij om gericht te zijn op U en wat U wilt geven, in plaats van op wat ik in deze wereld
kan krijgen. Leer mij te geven, te bidden en te vasten in geloof dat U het ziet en beloont. Amen.
*****
Dag 6: Leren omgaan met wat je hebt
Bijbel: Matteüs 6:24-32
24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist
toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
25 Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch
over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam
niet meer dan kleding? 26 Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen
geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij?
27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?
28 En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het
veld. Ze werken niet en weven niet. 29 Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed
als een van hen. 30 Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven
gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden,
kleingelovigen? 31 Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we
drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – 32 dat zijn allemaal dingen die de heidenen
najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.
Overdenking:
'Ik maak me zorgen.' Hoe vaak kun je dat wel niet zeggen? Zorgen over school, werk, partner,
kinderen, huis, avondeten, noem het maar op.
Jezus heeft het over zorgen, en Hij schetst twee wegen:
De eerste weg is dat we ons inderdaad zorgen maken. Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken?
Welke kleren trek ik aan? Je maakt je er druk over, staat te tobben voor de kledingkast. Of je voelt
je niet prettig, want je krijgt zo bezoek en eigenlijk staat het interieur van je huis je niet aan. Wat
moet je bezoek er wel niet over denken? Herkenbare zorgen, toch? Maar dan zegt Jezus, recht voor
z'n raap: de heidenen, mensen die leven zonder de levende God, dat zijn mensen die zulke zorgen
hebben. Maar jullie niet! Jullie mogen een andere zorg kennen: Gods zorg! Jullie mogen weten dat
de Vader in de hemel voor jullie zorgt. En als je weet dat Hij zorgt, dan hoef jij je geen zorgen te
maken.
Maar hoe zit dat? Wat is het geheim van je geen zorgen maken?
Daarvoor gaan we weer terug naar wat we op dag 2 hebben behandeld. We lazen toen een paar
verzen die aan het bijbelgedeelte van vandaag voorafgaan. En daar komen we het geheim tegen
van mensen die zich geen zorgen maken. Het zijn namelijk mensen die hun schat niet hebben in
geld of bezit, maar in de hemel. Ze zijn gericht op dingen die in Gods koninkrijk belangrijk zijn, daar
kijken ze naar, daar zetten ze hun geld, aandacht en tijd voor in. Met als gevolg dat hun hart daarop
gericht is. Ze zijn er niet op gericht om rijk te worden en ze maken zich er dus ook geen zorgen om
(1 Tim. 6:9) Nee, ze zijn erop gericht om vol te zijn van gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde,
volharding en zachtzinnigheid (1 Tim. 6:11). Misschien zijn ze wel rijk, maar ze zien dat als iets wat
God heeft gegeven en waarmee ze rijk kunnen zijn in goede werken, vrijgevigheid en delen. (1 Tim.
6:17-19). Zo zijn ze licht en zout in de wereld.
En nu aan ons de keuze: gaan we de toekomst tegemoet met onze zorgen of met Gods zorg?
Zetten je je hart op je bezit en hoe je eruit ziet, of richt je je op dingen die in Gods koninkrijk van
belang zijn? Jezus vertelde en liet zien dat God onze zorgzame Vader wil Zijn, zodat wij ons geen
zorgen hoeven te maken. En als we weten dat God zorgt, hoeven we niet meer te leven voor
onszelf en bevestiging zoeken in aardse rijkdom of status. We zijn rijk in God, met alles wat we
hebben en delen, en we zien uit naar de beloning die ons wacht: voor altijd te zijn bij Hem.
Jouw zorgen of Gods zorg voor jou; wat kies jij?
Vragen:
1. Waarin heb jij Gods zorg ervaren?
2. Wat zijn dingen waar jij je in het leven van alledag nog wel eens zorgen om kunt maken?
3. Wat verandert er als je daar minder mee bezig bent en meer gericht raakt op dingen die bij
Gods koninkrijk horen? (gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding,
zachtzinnigheid, goede werken, vrijgevigheid en delen).
4. Hoe kan het vertrouwen op Gods zorg je helpen om die zorgen los te laten?
Gebed:
Vader in de hemel, U weet wat we nodig hebben. Leer ons als gemeente en mij als deel van die
gemeente om te vertrouwen op Uw zorg. Leer ons samen om in de komende tijd te leven en
gericht te zijn op U en niet op wat we zien of hebben. Geef dat mensen om ons heen, in Haarlem,
Velserbroek, Heemstede of waar we ook maar wonen, en dat mensen verder weg in deze wereld,
gezegend mogen worden doordat we delen van wat U ons heeft gegeven. Geef dat mensen die we
zegenen U mogen ontdekken als de God van ons leven. Amen.