12.2 Automaten Bij een kauwgomballenautomaat moet je een muntje inwerpen, zodat je de draaiknop kunt draaien. Bron is vervallen. Waardoor kun je na een inworp van een munt de knop wel draaien? A Het gewicht van het muntje bepaalt het aantal kauwgomballen. B Met het muntje zet je de draaiknop los. C Eigenlijk is het muntje helemaal niet nodig, als je maar hard genoeg draait. D Het muntje is nodig om de ballen te tellen. Handig, al die apparaten die automatisch werken! Dat maakt je leven heel wat gemakkelijker. Maar je moet wel zelf eerst een programma instellen of een knop indrukken, want zelf denken is er nog niet bij! Waar kom je automaten tegen? Bron is vervallen. Een automaat is een apparaat dat zelfstandig werk voor je verricht. Je komt ze op allerlei plaatsen tegen. Soms op plaatsen waar je ze niet verwacht. Vaak ben je je niet eens bewust dat iets een automaat is. Denk maar eens aan de vaatwasser, de wasmachine, de thermostaatkraan van de cv, de wasmachine, de frisdrankautomaat op school, de pinautomaat of de kaartjesautomaat op het station. Automaten voeren vanzelf een aantal taken uit. Een frisdrankautomaat kan bijvoorbeeld: • nagaan of je genoeg geld in de gleuf hebt gestopt • munten teruggeven • een bekertje onder de vulopening zetten • de juiste soort frisdrank in je bekertje doen • precies genoeg frisdrank in het bekertje doen Automaten werken alleen als ze in werking worden gezet. De kauwgomballenautomaat en de frisdrankautomaat gaan aan het werk als je er geld inwerpt. De vaatwasser gaat aan het werk nadat je het juiste programma hebt ingesteld en op de startknop hebt gedrukt. De vaatwasser bepaalt zelf hoeveel water er nodig is. Het ingestelde programma regelt bij welke temperatuur de afwas wordt gedaan en hoelang er moet worden gespoeld en gedroogd. 78172-12-P-02 © Noordhoff Uitgevers bv 12.2 Automaten Wat zijn voordelen van automaten? • Automaten maken je leven gemakkelijker. Zo regelt • • • • een klokthermostaat (bron 6) dat het huis al lekker warm is als je ’s morgens opstaat. Als het warm genoeg is in huis, schakelt de thermostaat de verwarming ook automatisch uit. Automaten zijn goedkoper dan mensen. Een automaat heeft geen salaris nodig en wordt nooit ziek. Een automaat moet wel worden aangeschaft en vergt onderhoud, maar op de lange termijn is dat goedkoper. Automaten werken nauwkeuriger dan de mens. Een lakspuitautomaat in een autofabriek spuit gelijkmatig. Iedere auto wordt op dezelfde manier gespoten. De kwaliteit van de laklaag is bij iedere auto hetzelfde. Automaten kunnen gevaarlijk werk uitvoeren. Een automaat heeft geen last van giftige lakdampen. Automaten kunnen 24 uur per dag doorwerken en hebben geen pauzes nodig. Wat doet een automaat? Een automaat kan zelf niet denken. Toch schakelt de klokthermostaat op het juiste moment de verwarming aan en uit. De thermostaat is een automatisch systeem. Een systeem bestaat uit verschillende onderdelen en kan zelfstandig een opdracht uitvoeren. Een automatisch systeem werkt altijd met drie stappen (bron 4 en bron 5). 1 Input (invoer) Het apparaat meet of neemt waar wat erin komt. Het ‘waarnemen’ of meten gebeurt door een sensor. In de kamerthermostaat van bron 6 meet een temperatuursensor de temperatuur; de gemeten temperatuur is de invoer. In het blokschema in bron 4 zie je dat in het eerste blok. In een blokschema staan de stappen van een proces. 2 Proces (verwerking) De sensor stuurt de informatie naar een processor (verwerker). Deze is ingesteld op een bepaalde waarde. In een thermostaat vergelijkt de processor de gemeten temperatuur met de ingestelde waarde. Dat zie je in het tweede blok in bron 4. 3 Output (uitvoer) Als de gemeten temperatuur in de kamer lager is dan de ingestelde waarde, zet de processor de cv-ketel aan het werk: de brander gaat aan. In bron 4 zie je dat. De cv-ketel is dus de uitvoerder. Bron is vervallen. temperatuur te laag brander aan temperatuur hoog genoeg brander uit sensor verwerker cv-ketel input proces output temperatuur BRON 4 Blokschema van de temperatuurregeling thuis inworp te laag draaiknop blijft vast inworp voldoende draaiknop wordt los gezet geldsensor verwerker draaiknop input proces output muntstuk BRON 5 Het blokschema van een kauwgomballenautomaat. Als de draaiknop door een munt is losgezet, kun je de knop draaien en valt de kauwgombal in het bakje. 78172-12-P-02 12 Alles automatisch © Noordhoff Uitgevers bv Hoe regel je de temperatuur? In bron 6 zie je hoe de klokthermostaat werkt. • Je stelt op de thermostaat de gewenste temperatuur in. De thermostaat ‘weet’ dan wanneer de branders in de cv-ketel aan en uit moeten. • De thermostaat heeft een elektrische sensor, waarvan de weerstand afhangt van de temperatuur. Deze weerstand bepaalt de stroomsterkte in de stroomkring. De temperatuursensor heeft steeds dezelfde temperatuur als de kamer. Hij laat bij elke temperatuur een bepaalde hoeveelheid stroom door naar de PLC (Programmable Logic Controller). De PLC is een minicomputer die de stroomsterkte door de sensor vergelijkt met de stroomsterkte die hoort bij de ingestelde temperatuur. Er zijn twee mogelijkheden. 1De temperatuur is te laag (blauw in bron 6): de thermostaat stuurt een stroom naar de cv-ketel, waardoor de branders aangaan of aanblijven. 2De temperatuur is te hoog (rood in bron 6): de thermostaat stuurt geen stroom naar de cv-ketel, waardoor de branders uitgaan of uitblijven. temperatuur < 20˚C thermostaat stuurt stroom naar ketel temperatuur daalt verwarming aan verwarming uit temperatuur stijgt thermostaat stuurt geen stroom naar ketel temperatuur > 20˚C BRON 6 Temperatuurregeling In een thermostaat zit een mechanische temperatuursensor in de vorm van een bimetaal. Een mechanische sensor heeft geen elektriciteit nodig om te werken. Een bimetaal bestaat uit twee stripjes van verschillende metalen die op elkaar zijn geperst, zie bron 7. Onverwarmd maakt het bimetaal contact. Hierdoor ontstaat er een gesloten stroomkring en wordt de verwarming ingeschakeld. Als het warmer wordt, zet het bimetaal uit. Het ene metaal zet meer uit dan het andere en het stripje bimetaal trekt krom. Het contact wordt verbroken en de verwarming wordt uitgeschakeld. Een temperatuursensor die vaak wordt gebruikt, is een NTC-weerstand. Een NTC-weerstand (Negatieve Temperatuur Coëfficiënt) reageert op de temperatuur. Als de temperatuur stijgt, wordt de weerstand kleiner en laat de NTC-weerstand meer stroom door. Als een NTC wordt verbonden met een stroommeter, kun je de temperatuur meten. Dat zie je bijvoorbeeld bij koortsthermometers. Bij een hogere temperatuur gaat er meer stroom door de NTC. De stroomsterkte wordt door de processor verwerkt tot een getal dat de temperatuur aangeeft in ºC. Je ziet het getal op een scherm. Het scherm is de uitvoerder van het automatische systeem ‘koortsthermometer’. in de woonkamer Bron is vervallen. schroef strip bimetaal draad draad houder BRON 7 Het contact bimetaal trekt krom als het warm wordt. Bron is vervallen. 78172-12-P-02 © Noordhoff Uitgevers bv 12.2 Automaten Automaten • Een automaat voert zelfstandig een aantal handelingen uit. • Een automaat is goedkoop, werkt 24 uur per dag, krijgt geen salaris, werkt nauwkeurig en kan gevaarlijk werk doen. • Een automaat werkt altijd met drie stappen: input à proces à output Proces • Je geeft een proces weer in een blokschema. • De verwerker neemt in een proces de beslissingen. • Een PLC is een programmeerbare verwerker. • Sensoren geven input aan de verwerker. • Er zijn mechanische en elektrische sensoren. • Een bimetaal is een mechanische temperatuursensor. • Een NTC is een elektrische temperatuursensor. Flessenautomaat Toch knap dat een flessenautomaat in de supermarkt precies weet wat voor flessen jij inlevert. De automaat bespaart personeels kosten en de klant hoeft niet te wachten tot er iemand komt om de flessen in te nemen. Kun je zo’n automaat ook foppen? Hoe werkt de flessenautomaat? De winkelier wil niet dat een klant een volle fles inlevert, of een fles met een restje frisdrank erin. Immers, een klant zou een fles uit het schap kunnen nemen, er een beetje uitdrinken en er ook nog statiegeld voor krijgen. Daarom maakt de automaat van iedere ingeleverde fles afbeeldingen. Bron is vervallen. Het systeem kan meer dan één fles per seconde herkennen en registreren. De automaat vergelijkt de afbeelding met afbeeldingen in het geheugen van het systeem. Dat zijn er meer dan 1000! Als de fles is herkend, wordt de fles ingenomen. Volle, of gedeeltelijk gevulde flessen worden teruggegeven, evenals flessen die niet worden herkend. Het sorteersysteem werkt helemaal zelfstandig. De automaat zet de flessen rechtop, sorteert ze, zet ze in de juiste kratten en voert volle kratten af naar een opslagruimte. Sommige automaten geven het juiste statiegeldbedrag direct aan de klant. Andere automaten printen een bon waarmee de klant bij de kassa kan afrekenen. Als de waarde van een lege fles verandert, wordt het statiegeldbedrag aangepast. Alleen als er een elektriciteitsstoring is, werkt de automaat niet. Verder is de automaat niet te flessen. 78172-12-P-02 12 Alles automatisch © Noordhoff Uitgevers bv 12.3 Een programma Om een automaat te programmeren werk je met een stroomdiagram. ja controle verpakkingsmateriaal Is er genoeg verpakkingsmateriaal? nee Einde Aanvulling verpakkingsmateriaal U kunt het apparaat uitzetten. Ik wens u een prettige avond/weekend Aantal ijsjes: –0 IJsbereiding nee Is het aantal gevormde ijsjes <1000? Op dag XXX heeft deze ijsmachine YYY ijsjes gemaakt ja Is er op de stopknop gedrukt? In een stroomdiagram kun je zien: A welke stappen een automaat neemt B hoe het water in een wasautomaat loopt C hoe de elektrische stroom loopt D hoe de monteur een automaat moet demonteren en monteren ja Er is een doos met ijsjes klaar Indrukken stopknop Je doet de vuile was in de wasmachine en haalt die er een paar uur later schoon weer uit. In die paar uur doorloopt de wasmachine een heel programma. In de fabriek is dat programma in de processor geprogrammeerd. START vullen met water Hoe verloopt een wasprogramma? De moderne wasmachine is een behoorlijk ingewikkelde automaat, omdat je verschillende programma’s kunt kiezen. Een programma is een reeks opeenvolgende handelingen die een apparaat uitvoert. Voor de wasmachine zijn er programma’s voor de witte was, de gekleurde was, de sportwas, de wolwas, enzovoort. Je kunt de wasmachine ook instellen op delen van een wasprogramma. Je kunt dus apart spoelen of apart centrifugeren. In bron 1 zie je het blokschema van een wasprogramma. • De was gaat in de machine. Je sluit de deur en kiest het programma. Je zet de machine aan. Dat is de start van het wasprogramma. • Nu stroomt er water in de machine. • De trommel gaat draaien. • Vervolgens wordt het water verwarmd. • Daarna gaat het programma verder met andere bewerkingen tot aan STOP. Nu is de was klaar. het water verwarmen wassen spoelen centrifugeren leegpompen Het wasprogramma dat je hebt gekozen, bepaalt welke bewerkingen worden uitgevoerd. STOP BRON 1 Een blokschema van het wasprogramma 78172-12-P-03 © Noordhoff Uitgevers bv 12.3 Een programma Hoe wordt het programma gecontroleerd? De controle van het wasproces gebeurt door de sensoren en de processor. De sensoren verzorgen steeds de invoer voor de processor. In bron 2 zie je welke sensoren in een wasmachine zitten. • De deurschakelaar in het slot geeft aan de processor door dat deur dicht is. De processor stuurt een signaal naar de magnetische vergrendeling, die de deur tijdens het wassen dicht houdt. Dan geeft de processor een signaal dat het programma kan starten. • De bovenste niveausensor regelt de invoer voor de processor die de waterklep sluit. De sensor meet de hoogte van de waterstand. Is die hoog genoeg, dan geeft de processor het signaal dat de waterklep moet sluiten. De waterklep verzorgt de output. • De temperatuursensor meet de temperatuur van het water. Als het water te koud is, gaat een verwarmingselement aan. Het verwarmingselement verzorgt ook de output. Als het water warm genoeg is, gaat de machine wassen en gaat de verwarming uit. • Na het wassen wordt het vuile water uit de machine gepompt. Als de wasmachine leeg is, geeft de onderste niveausensor een signaal aan de processor die de pomp aanstuurt. De pomp krijgt geen stroom meer en stopt met pompen. Een elektrische klok bepaalt de duur van elk onderdeel van het programma. Na de juiste wastijd geeft de klok een signaal aan de processor. Wat doet de processor? De processor zorgt ervoor dat het ingestelde programma nauwkeurig wordt afgewerkt. In bron 3 staat een schema van de eerste stappen van een wasprogramma. Zo’n schema van de verschillende stappen in een proces heet stroomdiagram. Volg de stappen in bron 3. Eerst wordt de machine gevuld met water. De processor geeft dan aan de waterklep als output ‘open’. De bovenste niveausensor meet eerst nog niets. De processor geeft op de vraag ‘Is er voldoende water?’ dan ook het antwoord ‘nee’. In het stroomdiagram staat deze vraag in een beslissingsruit, zie bron 3. De processor blijft als output ‘open’ geven, tot de bovenste niveausensor het signaal ‘voldoende water’ geeft. Het steeds volgen van het signaal van de sensor heet feedback of terugkoppeling. In een stroomdiagram herken je een terugkoppeling aan een lus met een pijl erin (bron 3). aanvoer afvoer 2 1 3 4 wasmachine BRON 2 Doorsnede van een wasmachine: 1 deursensor 2 niveausensor (hoog niveau) 3 temperatuursensor 4 niveausensor (laag niveau) START vullen met water Is er voldoende water nee symbool ja betekenis volgende stap terugkoppeling start – einde proces beslissing BRON 3 In een stroomdiagram geef je de opeenvolgende acties van de wasmachine overzichtelijk weer. De betekenis van de symbolen staat eronder. 78172-12-P-03 12 Alles automatisch © Noordhoff Uitgevers bv In bron 4 zie je het volledige stroomdiagram van een wasprogramma. Je ziet dat de processor steeds beslissingen neemt. 1 Bij het vullen met water. Zolang de bovenste niveausensor het signaal geeft dat er niet voldoende water is, gaat het vullen door. Het wasmiddel wordt door het water in de trommel gespoeld en de trommel gaat draaien om het wasmiddel goed te laten oplossen. Als er voldoende water is, geeft de processor twee outputs: •de output ‘dicht’ aan de waterklep (uitvoerder) •de output ‘verwarm het water’ aan het verwarmingselement (uitvoerder) 2 Bij het verwarmen van het water. Zolang de temperatuursensor het signaal geeft dat het water nog niet warm genoeg is, gaat het verwarmen door. Ook hier is weer sprake van feedback. Als het water op temperatuur is, geeft de processor weer twee outputs: •de output ‘stop’ aan het verwarmingselement •de output ‘langzaam draaien’ aan de motor. De motor laat de trommel linksom of rechtsom draaien. De processor geeft steeds na een ingestelde tijd het signaal dat de motor de andere kant op moet draaien. 3 Bij het leegpompen van de machine. De processor beslist of het leegpompen moet doorgaan of stoppen. Geeft de onderste niveausensor het signaal dat er geen water meer is, dan geeft de processor één output: het signaal ‘stop’ aan de waterpomp (uitvoerder). Hiermee stopt ook het gehele wasprogramma: de was is klaar. Je kunt het stroomdiagram uitbreiden met nog meer processen, zoals spoelen en centrifugeren. START vullen met water Is er voldoende water? nee ja verwarm het water Is het water heet genoeg? nee ja wassen Lang genoeg gewassen? nee ja leegpompen Wie doen het werk in de wasmachine? De uitvoerders doen het echte werk in een wasmachine. Ze worden aangestuurd door de processor. Je hebt vijf soorten uitvoerders in een wasmachine. 1De elektrische vergrendeling houdt de deur dicht. 2Waterkleppen zorgen voor de toevoer van water in de trommel van de wasmachine en voor de toevoer van het wasmiddel. 3Het elektrische verwarmingselement zorgt voor het verwarmen van het water. 4De elektromotor zorgt voor het bewegen van de trommel bij het wassen en centrifugeren. 5De elektrische pomp pompt het water weg. Is het water weg? nee ja STOP BRON 4 Een stroomdiagram van het wasproces 78172-12-P-03 © Noordhoff Uitgevers bv 12.3 Een programma Het wasprogramma • Een programma is een reeks opeenvolgende handelingen die een apparaat uitvoert. • Voor de wasmachine heb je voor elke soort was een ander programma. Controle van het programma • De controle gebeurt door sensoren en de processor. • Sensoren meten bijvoorbeeld de waterstand in de machine, de processor regelt de uitvoer naar de uitvoerder, in dit geval de waterklep. Processor en uitvoerders • Een processor zorgt ervoor dat het ingestelde programma goed wordt afgewerkt. • De verschillende stappen in een programma geef je weer in een stroomdiagram. • Bij feedback of terugkoppeling vergelijkt de processor de gemeten waarde steeds met de ingestelde waarde van het programma. • Uitvoerders doen het eigenlijke werk van de machine. Bij de wasmachine is dat bijvoorbeeld de elektromotor die zorgt voor de wasbewegingen. Sensoren onderweg Vrachtautochauffeurs zitten lang achter het stuur. De concentratie kan dan tijdens het rijden afnemen. Soms worden ze ook afgeleid omdat ze bellen. Of omdat ze onderweg even een pakbon moeten zoeken. Chauffeurs die even niet opletten, kunnen te veel rechts rijden. Zij rijden dan over de doorgetrokken witte streep. Ze komen op de vluchtstrook terecht. Ingenieurs van de TU Delft hebben hier iets op bedacht. Bumpers van vrachtauto’s zijn behoorlijk groot. Ze steken zelfs voor de wielen uit. De ingenieurs monteren rechts onder de bumper een lampje. Het licht schijnt recht naar beneden. Het teruggekaatste licht wordt gemeten door een LDR. Een LDR is een lichtsensor. Op zwart asfalt wordt weinig licht weerkaatst, maar de witte streep reflecteert het licht heel goed. Bron is vervallen. Rijdt de vrachtauto boven het zwarte wegdek, dan gebeurt er niets. Maar komt de rand van de bumper boven de witte streep, dan laat de lichtsensor een grotere stroom door. De processor krijgt dan een signaal. De processor zorgt ervoor dat de uitvoerder in actie komt. Er zijn twee soorten uitvoerders. Het eerste type laat alleen maar een hard geluid in de cabine horen. De chauffeur moet de truck weer op het juiste spoor brengen. Het andere type uitvoerder werkt met een PLC. De PLC stuurt de truck weer terug. De truck gaat dan evenwijdig aan de lijn rijden. De PLC neemt de besturing van de vrachtwagen over. De chauffeur krijgt de controle over de vrachtwagen terug als hij met een druk op een knopje aan de PLC laat weten: ‘Ik kan nu zelf weer sturen.’ 78172-12-P-03 12 Alles automatisch © Noordhoff Uitgevers bv
© Copyright 2024 ExpyDoc