Download presentatie

Zijn secundaire scholen klaar
voor de
onderwijshervormingen?
Een multiple case study naar de draagkracht
van vier secundaire scholen om de
hervormingen door te voeren
Esther Gheyssens & Katrien Struyven
Vrije Universiteit Brussel, vakgroep Educatiewetenschappen
Brussels Expertisenetwerk Onderwijs
“there is much more to educational
reform than most people realize”
(M. Fullan, 2007, p.7)
Onderzoeksaanpak

Kwalitatief onderzoeeek

Diepte onderzoek

Inzicht krijgen in een secundaire school in zijn totale entiteit, zijn
geheel
 Cultural Historical Activity Theory (CHAT)
* Verleden – heden – toekomst
* Het belang van een school als eenheid
* Meenemen van de socio-culturele en historische context
Theoretisch kader



Huidig onderwijs

Huidige onderwijsvormen ASO – KSO – TSO – BSO en de perceptie van deze

Zittenblijven

Watervalsysteem

Brede eerste graad in theorie

Sociale ongelijkheid
Toekomst van het onderwijs

Nota van de Commissie Monard

Nota van Pascal Smet
Politiek kader

Gesprek met Boudewijn Bouckaert (voorzitter Vlaamse
Onderwijscommissie)

Gesprek met Patrick Martens (onderwijsjournalist bij Knack)
Onderzoekspopulatie
In totaal worden 4 directies, 42 leerkrachten, 11 leerlingbegeleiders
en 11 vakgroepvoorzitters mondeling bevraagd.
Daarnaast nemen 672 leerlingen een vragenlijst af.
Onderzoeksresultaten


Verticale analyse

Het in kaart brengen van de gehele casus

Documentenanalyse / interviews met leraren en directie / focusgroepen met
leerlingenbegeleiders en vakgroepvoorzitters / vragenlijsten bij de
leerlingen
Horizontale analyse

Vergelijken van de casussen
Zittenblijven & watervalsysteem


Zittenblijven

Van de 672 bevraagde jongeren is 30% al één of meerdere keren
blijven zitten.

In sommige scholen loopt dit op tot 40% van de leerlingen
Watervalsysteem

Ongeveer 55% van de leerlingen in het KSO, TSO of BSO zijn pas
daar beland na het verkrijgen van een B- en/of C-attest

Jongeren kiezen vaak pas voor kunstsecundair onderwijs of
technisch- en beroepssecundair onderwijs wanneer het elders
niet lukt
De leerlingen aan het woord

We vragen de leerlingen uit het ASO of ze spontaan voor het
TSO, KSO of BSO zouden kiezen

Amper 10% antwoordt volmondig ja, terwijl 63% resoluut neen zegt

13 % wilt enkel veranderen indien het moet

6,5% ziet TSO wel zitten, maar BSO niet

7,5% wil, maar mag niet van de ouders
“Ik heb het gevoel dat ik meer kan bereiken met ASO." – Leen (15 jaar)
“Ik wou kiezen voor TSO, maar mocht niet van thuis.” – Tim (14 jaar)
"Ik had interesse om TSO te volgen, maar er werd mij afgeraden dit te kiezen
omdat ik goede punten haal in het ASO." - Kobe (14 jaar)
“TSO leert niet wat je later nodig hebt.” – Simon (15 jaar)
Welbevinden van de leerlingen

Leraren in het ASO geven foute oriëntatie aan als het grootste
knelpunt in het huidige onderwijs

52% van de leerlingen in casus A en 61% van de leerlingen in casus
C volgt deze richting omdat ze het graag doen

Welbevinden in het TSO/BSO (casus D) ligt eveneens laag (57%)

Welbevinden in het KSO (casus B) ligt opvallend hoger (80%)
De leraren aan het woord


De meeste bevraagde leerkrachten zijn het eens dat de
indeling tussen de verschillende onderwijsvormen een
voordeel is van ons huidig onderwijs.

Dit laat toe dat de leerkrachten kunnen werken met specifieke
doelgroepen.

“Een ASO-leerling moet je anders benaderen dan een leerling uit
het TSO, KSO of BSO”
De maatschappelijke perceptie van deze onderwijsvormen is
echter een knelpunt volgens verschillende leraren


Deze perceptie leidt tot het watervalsysteem, waarvan de helft
van de leerkrachten aangeeft dat dit momenteel een knelpunt is.
Foute oriëntatie is een zeer groot knelpunt
De leraren aan het woord
“Ik hoorde dat dit jaar nog in een zesde jaar waar een leerling zei: het is stom dat ik niet naar
een kunsthumaniora mocht van mijn ouders.” – Pieter, leerkracht Engels
“Als je iemand hebt die handig is of iemand die sterk geïnteresseerd is in techniek dan moet
je die naar een TSO loodsen, in plaats van in het ASO te houden.” – Luc, leerkracht godsdienst
“Die negatieve perceptie van het TSO moet verbeterd worden, maar niet ten koste van het
ASO en dat is mijn vrees dat dit gaat gebeuren.”
– Nathalie, leerkracht Nederlands
“Het is een utopie om te denken dat onderwijs sociale ongelijkheid kan opheffen.” – Erik,
leerkracht cultuurwetenschappen
“Het proces dat je niet meer hogerop kan, vind ik heel moeilijk. De visie op het BSO is ook
soms heel negatief, als je TSO leerlingen bezig hoort over het BSO dan is dat soms heel
negatief.” – Nele, leerkracht sociale wetenschappen
“Er zijn onvoldoende mensen die technische richtingen volgen, je vindt professioneel te
weinig mensen. Ik denk dat voor grote problemen grote oplossingen nodig zijn.”
– Annelies, directie ASO-school
“Er wordt heel vaak fout georiënteerd vanuit de basis.” – Eline, leerlingbegeleider
Besluit: visie op tso & bso

Visie op technisch- en beroepsonderwijs is nog negatiever dan
gedacht

Dit zit ingeworteld bij de leerlingen, hun ouders en zelfs bij sommige
leraren

Dringend nood aan opwaardering!

Leraren vinden de huidige onderwijsvormen ASO, TSO, BSO, KSO
goed, MAAR erkennen dat deze een foute perceptie met zich
meedragen wat niet goed is.

De omvang van de knelpunten (zittenblijven en watervalsysteem)
is groter dan verwacht

Iedere dag gaan er talenten van leerlingen verloren

Deze problemen dienden gisteren reeds opgelost te zijn
Enkele opvallendheden uit het
onderzoek…

Leraren in het ASO voelen minder nood om te hervormen dan
leraren uit het TSO, KSO en BSO die vaker geconfronteerd worden
met de gevolgen van de huidige knelpunten

Tussen de scholen zijn er grote verschillen MAAR binnen een casus is
er doorgaans wel consensus (directie, leerlingen en leerkrachten
staan op één lijn)

Grote verschillen tussen de twee ASO scholen die zich op amper 500
meter afstand van elkaar bevinden

De ene school telt ruim 30% zittenblijvers, de andere school 8%

De ene school profileert zich als een alternatieve school met open geest
maar blijkt minder open te staan voor vernieuwing dan de school die een
conservatieve naam met zich meedraagt

Op de ene school zijn amper één of twee leerkrachten voorstander van
Smet zijn plannen, terwijl er op de andere school amper één of twee
tegenstanders zijn.
Hoe zit het nu met het masterplan?


Akkoord masterplan strookt niet met de resultaten van dit
onderzoek

Voor het afschaffen van de huidige onderwijsvormen is er wel een
zeker draagvlak.

De maatregelen in het masterplan zijn vrijblijvend voor de scholen.
Indien een vernieuwing vrijblijvend blijft, loopt men het risico dat
de verschillen tussen de scholen nog groter worden. Op die manier
groeien de aanwezige kloven in de Vlaamse onderwijscultuur
verder, in plaats van ze te overbruggen.
Dit onderzoek toonde nogmaals aan dat iedere dag jongeren in
het watervalsysteem belanden, schoolmoe raken, ze de school
vroegtijdig verlaten en talenten verloren gaan. Deze gegevens
tonen aan dat de tijd dringt voor concrete actie
Bedankt voor jullie
aandacht & interesse
Meer weten?
Gheyssens, E., & Struyven, K. (2014). Klaar voor de hervorming
van het secundair onderwijs? Een multiple case study naar de
draagkracht binnen vier secundaire scholen om de hervormingen
van minister Smet door te voeren. Impuls 44(3), 144-151.
Esther Gheyssens & Katrien Struyven
Vrije Universiteit Brussel, vakgroep Educatiewetenschappen
Brussels Expertisenetwerk Onderwijs