Projectverslag Case Omgevingsvergunning & INSPIRE Optimale benutting in de keten, nu en straks Auteurs: Johan Ruijten (provincie Overijssel) Peter van den Pol (Geodan) Sjors Slaats (Geonovum) Een praktijkonderzoek naar informatiegebruik bij een omgevingsvergunningverlening en de relatie met INSPIRE | juli 2014 Versie 1.0 Definitief Colofon Uitgave provincie Overijssel Geonovum Datum juli 2014 Auteurs Johan Ruijten (provincie Overijssel) Peter van den Pol (Geodan) Sjors Slaats (Geonovum) Inlichtingen bij Johan Ruijten provincie Overijssel - Publieke Dienstverlening, team Beleidsinformatie T: 038 499 9469 E: [email protected] Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl [email protected] Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting 1 Inleiding - 1.1 Achtergrond - 1.2 Doel - 1.3 Context 2 Aanpak - 2.1 Onderzoeksvragen - 2.2 Praktijksituatie - 2.3 Ketenproces in beeld - 2.4 Interviews - 2.5 Workshop - 2.6 Informatiesheets - 2.7 Afbakening 3 Analyse en resultaten - 3.1 Informatie in het proces van vergunningverlening - 3.2 Procesanalyse: ketensamenwerking - 3.3 Informatieanalyse: informatievragen en de rol van INSPIRE - 3.4 Informatieanalyse: eerste onderzoek naar kwantificering - 3.5 Procesanalyse: verbeterpunten en kansen 4 Conclusies 5 Aanbevelingen voor vervolg Bijlage 1 - Ketenprocesmodel Bijlage 2 - Sheet informatieanalyse Bijlage 3 - Informatiesheet (vb. Asbest) Bijlage 4 - Projectdeelnemers 4 5 7 7 8 8 9 9 9 10 10 10 10 11 12 12 13 13 24 24 27 29 30 31 32 34 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 3 Voorwoord In 2018 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Burgers en bedrijven kunnen digitaal zaken doen met de overheid. Bij het aanvragen van een vergunning beschikken zij over dezelfde gegevens over ‘wat mag waar’ als de overheid. De Europese kaderrichtlijn INSPIRE levert een belangrijke bijdrage om deze gegevens over de leefomgeving in Nederland beschikbaar te maken. Kaarten met o.a. wegen, bodem, hoogte, natuur, luchtkwaliteit en geluid zijn via het internet vindbaar, altijd beschikbaar en op elkaar afgestemd. Zo ver is het echter nog niet. De datasets die op dit moment worden ontsloten zijn nog niet helemaal afgestemd op wat exact nodig is voor de Omgevingswet. Dat is logisch, want zij zijn vaak voor een ander doel ingewonnen. Of voor INSPIRE zijn niet alle attributen van belang. Maar met wat extra inspanning kunnen ze wel voor de Omgevingswet gebruiksklaar worden gemaakt! Zo plukken we ook op nationaal niveau de vruchten van deze richtlijn. Om een beeld te krijgen wat er nog moet gebeuren is de case Omgevingsvergunning & INSPIRE uitgevoerd. Vergunningverleners van de gezamenlijke bevoegde gezagen hebben in beeld gebracht welke informatievragen er zijn, en hoe de INSPIRE datasets kunnen bijdragen bij het beantwoorden van die vragen. Op basis van dit rapport gaan we met de dataproviders in gesprek om afspraken te maken hoe aan de wensen vanuit de Omgevingswet tegemoet gekomen kan worden. Een mooie eerste stap om de ‘Laan van de Leefomgeving’ en informatiehuizen van goed bruikbare gegevens te voorzien! Sandra van Wijngaarden, Programmamanager INSPIRE 4 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE Samenvatting Bij het (keten-)proces van een (complexe) omgevingsvergunning zijn momenteel meerdere overheden betrokken. Tegelijkertijd geldt dat iedere overheid voor zichzelf bepaalt op welke wijze, via welke toetsing en op basis van welke gegevens de aangevraagde vergunning al dan niet verstrekt zal worden. In de praktijk levert dit vaak onnodige vertragingen, misverstanden en communicatieproblemen op. De hoop en verwachting bestaat dat bredere en gezamenlijke benutting van (zo nodig met een PLUS-pakket aangevulde en opgeschaalde) INSPIRE-gegevens een substantiële verbetering tot stand kan brengen. De praktijkcase richt zich op de vraag wat de bijdrage van INSPIRE kan zijn aan de kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van het proces van vergunningverlening. In de uitwerking richtte dit project zich op beantwoording van een viertal vragen: 1) Wat is de huidige (geo-)informatiebasis van provincie, gemeente en waterschap t.b.v. het werkproces “verlening omgevingsvergunning”? 2) Maken provincie, gemeente en waterschap in de huidige situatie gebruik van INSPIREgegevens t.b.v. het werkproces “verlening omgevingsvergunning” en zo ja, in welke mate? 3) Welke aanvullingen t.o.v. de huidige INSPIRE-gegevens zijn nodig om het werkproces “verlening omgevingsvergunning” optimaal te kunnen faciliteren? 4) Welke overige aanvullingen (d.w.z. NIET-INSPIRE-gegevens) zijn nodig om het werkproces “verlening omgevingsvergunning” optimaal te kunnen faciliteren? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van een praktijkcase die de aanvraag van een complexe omgevingsvergunning beschrijft. Door het houden van individuele interviews met de gemeente Zwolle, gemeente Dalfsen, waterschap Groot Salland, RUD IJsselland en provincie Overijssel is het ketenproces in kaart gebracht en zijn de informatievragen bepaald. In een gezamenlijke workshop is dit ketenproces verder uitgewerkt en zijn de kansen en verbeterpunten in kaart gebracht. De informatieanalist heeft vervolgens de link gelegd met INSPIRE door bij iedere informatievraag de relatie te leggen met een (evt. nog aan te merken) thema en dataset in INSPIRE. Bij het proces van vergunningverlening wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van ruimtelijke informatie om vragen te beantwoorden waarin locatie een rol speelt. Denk hierbij aan vragen als: “past de geluidproductie binnen het geluidbeleid op deze locatie?” of “past de beoogde uitbreiding van afvalwaterlozing binnen de huidige hydraulische capaciteit van het riool?” INSPIRE gegevens worden tijdens deze afwegingen niet of nauwelijks geraadpleegd. De informatiebasis die INSPIRE op dit moment biedt is te smal als het gaat om aanvullende of lokale informatie. De noodzaak tot standaardisering en het nut van ruimtelijke informatie wordt wel gezien. Het landelijke portaal voor ruimtelijke plannen (ruimtelijkeplannen.nl) wordt diverse keren genoemd als sprekend voorbeeld en ook vaak geraadpleegd. INSPIRE kan hierin een belangrijke rol spelen, naar voorbeeld van de basisregistraties. INSPIRE biedt op zeker de helft van de thema’s een goed raamwerk om standaardisering vorm te geven en lokale informatievragen te beantwoorden. Voor het proces van vergunningverlening zijn een aantal onderwerpen te identificeren die gestandaardiseerd in INSPIRE opgenomen kunnen worden. Hierbij valt te denken aan geluidscontouren inclusief het maximaal aantal decibels, het rioolnetwerk inclusief pijpdiameter en capaciteit, wegen inclusief capaciteit en rijbanen. Er zijn 30 informatievragen geïdentificeerd die een link hebben met 9 INSPIRE thema’s en 22 datasets. Drie INSPIRE datasets zijn nu al bruikbaar, deze zitten wel achter een model (Aerius). Daarnaast zijn drie datasets potentieel aan te merken voor INSPIRE, bijvoorbeeld risicozones. Een volledig overzicht van onderwerpen en de link met INSPIRE wordt gegeven in paragraaf 3.3. Om uiteindelijk een afgewogen keuze te kunnen maken voor het aanvullen van of het aanmerken van een onderwerp in INSPIRE adviseren we meer zicht te krijgen op kwantiteit door de aantallen verleende vergunningen per onderwerp en per jaar te inventariseren. Het aantal raadplegingen per onderwerp is een belangrijke indicator voor de te behalen winst door standaardisering en het waarborgen van een betere beschikbaarheid. Daarnaast adviseren we de lopende standaardiserings-, harmonisatie- en ontsluitingsinitiatieven per onderwerp in beeld te brengen. Ten eerste breng je daarmee de onderwerpen in kaart die wellicht met een aantal kleine aanpassingen en een geringe investering in INSPIRE zijn op te nemen Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 5 (laaghangend fruit). Ten tweede krijg je meer zicht op de onderwerpen die tussen wal en schip dreigen te vallen vanuit standaardiseringsoogpunt bezien. Met deze informatie kan er gerichter een uitspraak gedaan worden waar de grootste winst te boeken valt en welke investering daar voor nodig is (businesscase). De beschrijving van deze case maakt verder duidelijk dat INSPIRE een kwalitatief hoogwaardig raamwerk biedt voor informatievoorziening ten behoeve van de Omgevingswet. De specifieke werkprocessen voor vergunningverlening vragen soms om uitbreiding van de huidige INSPIRE datasets. Om deze werkprocessen en ketensamenwerking optimaal te faciliteren is een INSPIREplus variant gewenst. Daarnaast adviseren we nu al aandacht te besteden aan het vereenvoudigen van de ‘voorkant’ van het proces van vergunningverlening door de aanvrager met gerichte en nu al beschikbare informatie beter te geleiden tijdens de aanvraag van een vergunningverlening. Hierbij kan wellicht aangehaakt worden op het idee van de ‘vergunningencheck’ (e-dienstverlening). Dergelijke praktijkervaring zorgt er voor dat nu al tastbare verbeteringen worden geïmplementeerd waarmee de investering in INSPIRE en de landelijke informatievoorziening zichtbaar worden voor burger en bedrijfsleven. Daarnaast zorgt het ervoor dat pijnpunten boven tafel komen waar INSPIRE, en standaardisering in het algemeen, wellicht de helpende hand in kan bieden. Juist bij vergunningverlening biedt standaardisering een kans om de kwaliteit van dienstverlening richting burger, overheid en bedrijfsleven sterk te verbeteren, doorlooptijden te verkorten en kosten te reduceren. Een vereenvoudiging in de aanvraag heeft hierbij de hoogste prioriteit. 6 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De zorg voor de kwaliteit van de leefomgeving is een belangrijke taak van de overheid. Bij deze taak is momenteel een groot aantal overheden betrokken. Ook spelen een groot aantal wetten, regels en kaders een rol. Om hierin verbetering en vereenvoudiging tot stand te brengen, wordt momenteel op landelijk niveau bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de nieuwe Omgevingswet voorbereid. Met deze wet wil de regering een belangrijke bijdrage leveren aan de administratieve lastenverlichting, aan het verminderen van de “bestuurlijke drukte”, aan het verkorten van doorlooptijden, het beperken van de maatschappelijke kosten en het verbeteren van de publieke dienstverlening aan burgers en bedrijven. De Omgevingswet geldt als speerpunt hiervoor. Daarnaast moet de nieuwe Omgevingswet tot meer decentrale beleids- en afwegingsruimte leiden en een sterke vereenvoudiging van de bezwaar- en beroepsprocedures. Eén van de manieren om deze doelstellingen te bereiken is het versterken van de beleids- en uitvoeringsondersteunende (geografische) informatievoorziening, hergebruik van onderzoeksdata, open data, etc. De nieuwe Omgevingswet integreert een groot aantal tot nu toe min of meer gescheiden terreinen van beleid en uitvoering: ruimtelijke ordening, milieu, natuur, lucht, water, bodem, geluid en (externe) veiligheid. In de wet worden –zoals nu bekend- een zestal zogeheten kerninstrumenten opgenomen: 1. Omgevingsvisie 2. Omgevingsplan c.q. -programma 3. Omgevingsvergunning 4. Projectbesluit 5. Algemene Rijksregels 6. Decentrale regels Dit project heeft betrekking op de Omgevingsvergunning. Behalve ingrijpende wijzigingen aan de kant van de wet- en regelgeving op het gebied van de leefomgeving, is er ook aan de kant van de beleidsondersteunende informatievoorziening sprake van de nodige ontwikkelingen en veranderingen, zoals: Het streven van het kabinet om te komen tot een ruimtelijke databank voor de leefomgeving De invoering van een stelsel van basisregistraties De doorontwikkeling van de e-Overheid en e-Dienstverlening via programma’s als iNUP De implementatie van de EU-richtlijn voor milieu- en omgevingsinformatie INSPIRE Het overheidsbrede streven naar “open data”, hergebruik en medegebruik van zo veel mogelijk overheidsinformatie Bij het (keten-)proces van een (complexe) omgevingsvergunning zijn momenteel meerdere overheden betrokken. Tegelijkertijd geldt dat iedere overheid voor zichzelf bepaalt op welke wijze, via welke toetsing en op basis van welke gegevens de aangevraagde vergunning al dan niet verstrekt wordt. In de praktijk levert dit vaak onnodige vertragingen, misverstanden en communicatieproblemen op met het gevolg dat de desbetreffende vergunning (onnodig) duur(der) wordt, het proces langer duurt dan nodig en de kwaliteit van de publieke dienstverlening lager is. Betere afstemming, meer standaardisatie en betere afspraken over gemeenschappelijk gebruik van (geografische) gegevens tijdens de rit en door alle betrokken overheidspartijen kan tot verbeteringen leiden. De hoop en verwachting bestaat dat bredere en gezamenlijke benutting van (zo nodig met een PLUS-pakket aangevulde en opgeschaalde) INSPIRE-gegevens hierin een substantiële verbetering tot stand kan brengen. Deze praktijkcase richt zich op de vraag wat de bijdrage van INSPIRE kan zijn aan de kwaliteit, efficiency en effectiviteit van het proces van vergunningverlening. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 7 Hierbij staat niet het aanbod vanuit de huidige INSPIRE-informatievoorziening centraal maar juist de vraag van de gebruiker. De informatiebehoefte van de gebruiker wordt in kaart gebracht evenals de verbeterpunten die worden ervaren om tot het gewenste antwoord te komen. 1.2 Doel Doel van het project is antwoord te geven op de vraag in welke mate INSPIRE kan bijdragen aan de kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van het proces van vergunningverlening. Daarbij wordt eerst gekeken naar het huidige proces en de huidige geo-informatievoorziening. Vervolgens wordt specifiek nagegaan of en op welke wijze INSPIRE nu en in de nabije toekomst hierin een rol kan vervullen. Gemeenschappelijk gebruik van zo hoogwaardig mogelijke informatie in de keten is hierbij het uitgangspunt. Indien uit het project blijkt dat INSPIRE in zijn huidige vorm hiervoor ontoereikend is, dan wordt aangegeven welke uitbreiding op INSPIRE vanuit het perspectief van de omgevingsvergunning en de in het kader van de Omgevingswet wenselijk geachte werkwijze noodzakelijk is (INSPIRE-PLUS). 1.3 Context Het project heeft o.a. een relatie met de navolgende andere projecten / programma’s: Eenvoudig Beter (Ministerie IenM) INSPIRE-implementatie in Nederland (Geonovum i.o.v. IenM) E-Dienstverlening bij de provincie Overijssel 8 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 2 Aanpak 2.1 Onderzoeksvragen Voor dit project zijn de volgende onderzoeksvragen gedefinieerd: 1 Wat is de huidige (geo-)informatiebasis van provincie, gemeente en waterschap t.b.v. het werkproces “verlening omgevingsvergunning”? 2 Maken provincie, gemeente en waterschap in de huidige situatie gebruik van INSPIREgegevens t.b.v. het werkproces “verlening omgevingsvergunning” en zo ja, in welke mate? 3 Welke aanvullingen t.o.v. de huidige INSPIRE-gegevens zijn nodig om het werkproces “verlening omgevingsvergunning” optimaal te kunnen faciliteren? 4 Welke overige aanvullingen (d.w.z. NIET-INSPIRE-gegevens) zijn nodig om het werkproces “verlening omgevingsvergunning” optimaal te kunnen faciliteren? 2.2 Praktijksituatie Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van een praktijkcase die de aanvraag van een complexe omgevingsvergunning beschrijft. Hiermee wordt beoogd om zo dicht mogelijk bij het werkproces van de vergunningverlener te blijven. Tegelijkertijd brengt deze case de complexiteit van de keten in beeld en kunnen hiermee informatievragen op veel verschillende beleidsterreinen - zoals geluid, natuur, geur, water, archeologie, etc. - worden beantwoord. De case1 beschrijft de uitbreiding van een groot industrieel bedrijf op de grens van een tweetal gemeenten: Een groot industrieel bedrijf (IPPC) in de provincie Overijssel wil graag uitbreiden met een nieuw bedrijfsgebouw. Het bedrijf is gelegen in de gemeente Zwolle, maar de uitbreiding vindt plaats op een naastgelegen perceel dat het grondgebied van de gemeente Dalfsen is. Wabo De provincie is het bevoegde gezag waar het bedrijf de noodzakelijke Wabo vergunning (verandering) moet aanvragen. Behalve voor het aspect milieu zal dit ook voor het bouwaspect moeten. Hoewel de uitbreiding binnen de begrenzing van het geluidgezoneerde industrieterrein blijft, past de benodigde en aangevraagde bouwhoogte niet binnen de bestemmingsplaneisen. De gemeente heeft echter te kennen gegeven hieraan planologisch medewerking te willen verlenen. Ter plaatse van de geplande uitbreiding staan een aantal grote bomen die gekapt moeten worden. Daarnaast staat op dit perceel nog het oude bedrijfsgebouw van de vorige eigenaar waarop asbest golfplaten zitten. Dit betekent dat het bedrijf ook voor de aspecten kappen en slopen een Wabo-vergunning nodig heeft. Tot slot wil het bedrijf een nieuwe uitrit realiseren op de provinciale weg. Natuur Het bedrijf is gesitueerd op ca. 500 meter van een Natura 2000-gebied. Uit een passende beoordeling zal moeten blijken of er ook een Natuurbeschermingswetvergunning nodig is. Verder is mogelijk een Flora en Faunawetvergunning nodig. Bij de Wabo-aanvraag zal daarom in ieder geval een QuickScan gevoegd moeten worden waaruit blijkt of er ter plaatse beschermde soorten voorkomen die voor één of meerdere schadelijke effecten gevoelig zijn. 1 opgesteld door Henk van Marle | planner/coördinator vergunningverlening (Wabo), provincie Overijssel Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 9 Afvalwater Als gevolg van de uitbreiding zal ook de afvalwatersituatie wijzigen. Zo zal de hoeveelheid verontreinigd afvalwater dat geloosd wordt op de riolering fors toenemen. Deze lozing wordt aangesloten op het Zwolse deel van het rioolstelsel. In hoeverre de hydraulische capaciteit dit toestaat is nog niet bekend. Daarnaast zal er ook sprake zijn van een lozing op oppervlaktewater omdat het op de terreinverhoging vallende regenwater afvloeit naar het naastgelegen Overijssels kanaal. Het Waterschap Groot Salland is hier de waterkwaliteitsbeheerder. Voor deze lozing moet daarom bij het waterschap een vergunning aangevraagd worden. Grondwater Het bedrijf gebruikt in zijn procesvoering veel grondwater. Als gevolg van de uitbreiding wil het bedrijf hiervoor extra grondwater gaan gebruiken. Een verzoek zal hiervoor bij de provincie worden ingediend. Tevens wil het bedrijf voor de verwarmingsdoeleinden een KWO-vergunning aanvragen bij de provincie. 2.3 Ketenproces in beeld Om het ketenproces voor de behandeling van deze case in beeld te brengen zijn een drietal methoden gebruikt: individuele interviews, gevolgd door een gezamenlijke workshop en daaropvolgend een informatie uitvraag naar de diverse inhoudelijk specialisten van de betrokken organisaties. 2.4 Interviews De interviews (twee uur per organisatie) zijn gehouden voorafgaand aan de workshop met als doel de activiteiten en informatievragen bij iedere organisatie in beeld te brengen. Van iedere organisatie zijn een vergunningverlener en (geo)informatiespecialist (zie bijlage 4, projectdeelnemers) bevraagd naar de activiteiten die zij uitvoeren bij behandeling van de verschillende aspecten van de omgevingsvergunningaanvraag. Bij iedere activiteit is gevraagd naar de achterliggende informatievraag en de gebruikte informatiebron. Daarnaast is in kaart gebracht welke informatieproducten tussen de organisaties worden uitgewisseld. Op basis van de informatie uit de interviews is een eerste opzet gemaakt van het ketenproces die de activiteiten per organisatie beschrijft en de informatieproducten en –vragen die tussen de organisaties worden uitgewisseld. 2.5 Workshop De workshop (halve dag) had als doel om met alle deelnemers het eerder in kaart gebrachte ketenproces te delen en hiermee een gezamenlijk uitgangspunt te creëren. Vervolgens is dit ketenproces verder uitgewerkt en zijn ervaringen uitgewisseld omtrent het proces en de gebruikte informatiebronnen. Daarnaast zijn de belangrijkste kansen en verbeterpunten in kaart gebracht. In drie rondes zijn de deelnemers gekoppeld aan de verschillende organisaties met de opdracht met elkaar drie verbeterpunten uit te werken voor de informatievoorziening rondom het proces van vergunningverlening. 2.6 Informatiesheets Na de workshop hebben de betrokken deelnemers een informatiesheet ontvangen om specifieke onderwerpen - zoals geluid, boswet, riolering, etc. - door inhoudelijk specialisten (bijvoorbeeld van 10 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE de kennispunten van de RUD) nog gedetailleerder in beeld te brengen. Zie bijlage 3, informatiesheet voorbeeld ‘asbest’. 2.7 Afbakening De keuze om een praktijksituatie uit te werken levert een goed beeld op van de werkwijze van de betrokken organisaties, de informatievragen die spelen en de bronnen die tijdens dit proces worden geraadpleegd. Het project beoogt echter niet een volledig overzicht te geven van alle aspecten die bij alle mogelijke vergunningaanvragen de revue passeren. Daarnaast is slechts beperkt in beeld gebracht wat de aantallen en soorten vergunningen zijn die per jaar door de organisaties worden behandeld. Het is geen onderzoek naar impact en omvang. Er kan dan ook beperkt een uitspraak worden gedaan over waar de grootste tijdswinst te behalen valt per informatievraag. Door de complexiteit van de case en de gekozen aanpak komen in een kort tijdsbestek echter wel een groot aantal beleidsaspecten in beeld. Hierdoor is een goede link te leggen met thema’s en datasets die raken aan INSPIRE. Daarmee kan een gerichte uitspraak gedaan worden over waar INSPIRE PLUS zich het beste op kan richten vanuit het oogpunt van de omgevingswet. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 11 3 Analyse en resultaten 3.1 Informatie in het proces van vergunningverlening Ruimtelijke informatie speelt een belangrijke rol in het volledige proces tot vergunningverlening. De geïnterviewden geven aan dat ruimtelijke informatie al bij de ideevorming (inwinnen advies) wordt gebruikt. Het moment dat informatie wordt gebruikt verschuift steeds verder naar voren, van toetsen van vergunning naar inwinnen van advies. Figuur 1 – globaal proces van vergunningverlening en de perspectieven van de belanghebbenden in de verschillende fasen van dit proces Figuur 1 geeft een globale beschrijving van het proces van vergunningverlening en de perspectieven van de belanghebbenden in de verschillende fasen van dit proces. De initiatiefnemer gebruikt de informatie in eerste instantie om er achter te komen of het beoogde idee kans van slagen heeft. Hij wil weten welke locatie het beste geschikt is, op welke manier negatieve effecten gecompenseerd kunnen worden en welke aanvullende onderzoeken hij moet verrichten zodat een volledige en ontvankelijke vergunning kan worden ingediend. Het wordt door vergunningverleners als heel waardevol gezien dat een initiatiefnemer de beschikking heeft over dezelfde ruimtelijke informatie en wet- en regelgeving als de vergunningverlener. Na het inwinnen van advies wordt het voor de initiatiefnemer duidelijk of er vervolgonderzoek nodig is, bijvoorbeeld extra bodemonderzoek of tellingen van gevoelige flora en fauna. Daarop wordt weer dezelfde beschikbare ruimtelijk informatie aangevuld met nader onderzoek om de concept vergunning op te stellen en te beoordelen. In de ideale situatie is het beoordelen van de conceptvergunning - de toets op ontvankelijkheid en volledigheid - in de toekomst een eenvoudige administratieve handeling. Bij het opstellen van de definitieve vergunning en het beoordelen van de vergunning wordt wederom dezelfde informatie gebruikt. 12 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 3.2 Procesanalyse: ketensamenwerking Vergunningverlening is een proces waarin meerdere organisaties taken uitvoeren en informatieproducten onderling uitwisselen: een ketensamenwerking. Om inzicht te krijgen in het proces, de onderlinge samenwerking en met name de informatieproducten die worden gebruikt is een analyse op het ketenproces uitgevoerd. Het procesmodel is de kapstok geweest voor de verdere informatieanalyse. In bijlage 1 is het ketenprocesmodel opgenomen. Dit model beschrijft de activiteiten die uitgevoerd worden per organisatie, bijvoorbeeld: “Opstellen definitieve aanvraag WABO” en “Toetsen lozing aan hydraulische capaciteit”. De pijlen tussen de organisatieblokken beschrijven informatievragen of informatieproducten die uitgewisseld worden tussen de organisaties. 3.3 Informatieanalyse: informatievragen en de rol van INSPIRE Vanuit het ketenprocesmodel zijn de betrokken organisaties en personen geïnterviewd en is geanalyseerd wat de feitelijke informatievraag en gekoppelde gegevensbehoefte is. Dit is gebruikt om met elkaar kansen en verbeterpunten te ontdekken. Het uiteindelijke doel van de analyse is het onderzoeken van de rol die INSPIRE kan spelen bij het realiseren van kansen en het oplossen van verbeterpunten. De INSPIRE analyse is uitgevoerd tot het niveau van INSPIRE ‘aangemerkte’ dataset met daarbij een advies voor mogelijke uitbreidingen. In onderstaande paragrafen wordt per onderwerp en per informatievraag de analyse behandeld. 3.3.1 Onderwerp Bestemming Activiteit (03.01) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Toetsen bestemming Past de beoogde uitbreiding binnen de bestemming conform het bestemmingsplan? In eerste instantie wordt bekeken of het bestemmingsplan deze uitbreiding mogelijk maakt. Bij eventuele strijdigheden wordt bekeken of de uitbreiding alsnog op basis van een (kleine) ontheffing kan of indien gewenst met een zwaardere planologische procedure. Het landelijke portaal voor ruimtelijke plannen (www.ruimtelijkeplannen.nl). Vaker wordt een plan gebruikt waarin iets meer lokaal (gemeentelijk) beleid is uitgewerkt. Het bestemmingsplan is wel hetzelfde als ruimtelijke plannen, maar kent verwijzingen naar een uitleg die bij de betreffende locatie of zone hoort. Voor wetgeving wordt overheid.nl geraadpleegd. INSPIRE Thema INSPIRE Dataset LU - LandGebruik LU - RO-ONLINE Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE - RO-Online is als geheel aangemerkt en wordt ‘as-is’ ontsloten. - Overheden hebben daarmee zelf in de hand welke data ontsloten wordt - Er is een eerste mapping gemaakt tussen RO-Online - Land Use, hierin wordt nu uitgegaan van een subset van de bestemmingsplannen. - In de Land Use Dataspecificatie is wel ruimte voor lokaal beleid, maar dan zal er een keuze moeten worden gemaakt om daar binnen Nederlandse 'codelists' te publiceren. Geïnterviewden geven aan dat hoe meer lokaal beleid gestandaardiseerd beschikbaar komt hoe hoger de dienstverlening. Initiatiefnemers kunnen dan immers zelf meer voorbereiden in het vergunningverleningsproces. Kansen en verbeterpunten 3.3.2 Onderwerp Geluid Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 13 Activiteit (03.07) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Geluidproductie Past de geluidproductie van de beoogde uitbreiding binnen het geluidbeleid op de betreffende locatie? Past de uitbreiding binnen het geluidgezoneerde industrieterrein? Beleid volgt uit bestemmingsplan en eisen uit het Activiteitenbesluit. Ook het geluidsrapport dat bij de melding hoort, wordt beoordeeld. Bestemmingsplan waarin is opgenomen waar hoeveel decibel is toegestaan (voorbeeld: in binnenstad hogere grenswaarden dan bij natuurgebied). Dit deel van geluidbeleid is meestal vastgelegd in het bestemmingsplan. AM - Gebiedsbeheer LU – LandGebruik AM - Geluidszones industrielawaai (provincies) LU - Geluidscontouren uit RO-ONLINE (niet aangemerkt) Geluidscontouren komen dus mogelijk in twee thema's voor. De zones zijn in principe onderdeel van het bestemmingsplan. Gestructureerd object georiënteerd vastleggen maakt het mogelijk om de toetsing (meer of volledig) geautomatiseerd te laten verlopen. Op procesniveau kan de samenwerking via RUD IJsselland worden uitgebouwd. Aan betere informatiestromen (goede ICT-voorziening) wordt gewerkt. Activiteit (03.07) Geluidacceptatie Informatievraag Past de maximale geluidsacceptatie van de beoogde uitbreiding op bebouwing (belasting op de gevel) binnen het geluidsbeleid en actuele geluid op die locatie? Volgt uit geluidsmodel. - Geluidsbelastingskaarten op basis van geluidproductie (op basis van wegen, spoorlijnen, industrie) op een gevel (van bewoning). - Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB)- Kadastrale registratie wet geluidhinder. Hier staan de uitzonderingen op de maximale geluidsbelasting - Stiltegebieden als input voor de beoordeling Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten HH - Menselijke gezondheid en veiligheid BU - Gebouwen AM - Gebiedsbeheer PS - Beschermde Gebieden HH - Geluidsbeslastingskaarten BU - BAG AM - KR-WKPB Kadastrale registratie wet geluidhinder PS - Stilte gebieden Aangemerkt: Geluidscontouren provinciale wegen (provincie) Aangemerkt: Geluidsbelasting rond snelwegen (Rijkswaterstaat) Aangemerkt: Geluidblootstelling hoofdspoorwegennet (I&M) Niet aangemerkt: Gemeentelijke geluidsbelastingskaarten (gemeenten) Geïnterviewden geven aan dat de zones en maximum aantal decibels nog onvoldoende gestructureerd/gestandaardiseerd zijn vastgelegd waardoor visuele interpretatie noodzakelijk is. Gestructureerd object georiënteerd vastleggen maakt het mogelijk om de toetsing (meer of volledig) geautomatiseerd te laten verlopen. 3.3.3 Onderwerp Bouwhoogte en welstand 14 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE Activiteit (03.02) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Activiteit (10.01) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Bouwhoogte Past de benodigde en aangevraagde bouwhoogte binnen de bestemmingsplaneisen? Volgt uit bestemmingsplan en Bouwbesluit. Ruimtelijkeplannen.nl en daarin de maximale bouwhoogte opgenomen. LU – LandGebruik LU - RO-ONLINE Er is nog geen mapping tussen IMRO bouwhoogte en Landgebruik. Hiervoor kan binnen het thema 'SpecificSupplementaryRegulationValue' de codelist RegulationsonBuildings > 6_6_BuildingHeightRegulation worden gebruikt. In Dalfsen zijn deze gegevens (nog) niet gestructureerd vastgelegd. Staat vaak alleen in teksten. Bij nieuwe bestemmingsplannen is de informatie gestructureerd opgenomen (IMRO 2012). Bouwhoogte Past uitbreiding binnen welstandsbeleid? Welstandsnota's LU - LandGebruik LU - RO-ONLINE - RO-Online is als geheel aangemerkt en wordt ‘as-is’ ontsloten. - Er is een eerste mapping gemaakt tussen RO-Online - Land Use, hierin wordt nu uitgegaan van een subset van de bestemmingsplannen. Kenmerken ten aanzien van welstand zijn nog niet uitgewerkt. - Wel loopt er nu een project, vooruitlopend op de Omgevingswet, om een landelijk informatiemodel Welstand te ontwikkelen. Kansen en verbeterpunten 3.3.4 Onderwerp Veiligheid Activiteit (03.xx) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema Risicozone Ligt de locatie binnen een risicozone? De risicozone wordt bepaald op basis van risico's en risico-objecten. Risicozones binnen de Risicokaart. INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE AM – Risicokaart Achterliggende registers achter de risicokaart zijn aangemerkt, maar Risicozones niet. Maar wel opgenomen als potentiële dataset. AM – Gebiedsbeheer Kansen en verbeterpunten Activiteit (03.xx) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten BRZO vergunning (besluit risico’s zware ongevallen) Wat is de huidige vergunning op de locatie van de initiatiefnemer? In de Risicokaart wordt aangegeven wat de recente vergunning is en welke risicozone daarbij hoort. Risicokaart. Locaties van vergunningen en zones. INSPIRE Thema PF - Faciliteiten voor productie en industrie INSPIRE Dataset Analyse gebruik en PF - Industrie uit het Risicoregister gevaarlijke stoffen PF -Is aangemerkt en gepubliceerd. Er is niet onderzocht of alle Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 15 kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten 3.3.5 kenmerken al gemapt zijn naar de Dataspecificatie. Onderwerp Milieu aspecten Activiteit (03.03) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Asbest Welke voorwaarden gelden voor de sloop van een bedrijfspand met asbest platen? Van de aanvrager wordt gevraagd om een sloopmelding te doen met daarbij een asbest inventarisatie rapport gebaseerd op de Woningwet. Producten: - Atlas van Overijssel: Asbest inventarisatie - Er wordt geen specifieke ruimtelijke informatie gebruikt. Verwijderen van asbesthoudend puin valt wel onder de Wbb (Wet bodembescherming Besluit bodemkwaliteit)." Nvt Nvt Nvt Kansen en verbeterpunten Activiteit (03.03) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema Bodemverontreiniging Vindt de beoogde uitbreiding plaats op een verontreinigde bodem? Locaties bodemverontreiniging Bodemverontreiniging INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten SO - Bodemverontreiniging Bodemverontreiniging: Is niet aangemerkt en niet verplicht in INSPIRE Activiteit (03.03) Informatievraag Bodemkwaliteit Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Milieumodel Bodemkwaliteitskaart 16 SO - Bodem HH - Menselijke Gezondheid en Veiligheid HH - Bodemkwaliteitskaart Bodemkwaliteit: Is geen onderdeel meer van de nieuwste INSPIRE Specificaties. (Het stond wel eerder in thema Menselijke Gezondheid en Veiligheid) Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 3.3.6 Onderwerp Boswet Activiteit (02.10) Informatievraag Boswet Mogen de bomen worden gekapt ten behoeve van de uitbreiding. Zo ja, moet ik herplanten? Informatieantwoord & gebruikte producten Wordt getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening (APV; regelgeving). Voor de meeste kap is een melding voldoende. Bij de meeste gemeenten wordt gekeken of een boom een bijzondere status heeft, zoals een monumentale boom en eventueel of herbeplanting nodig is. Veelal is die informatie vastgelegd in groenbeheersystemen. In de praktijk worden diverse websites geraadpleegd, wordt er beoordeeld in het veld en worden topografische kaarten en luchtfoto’s geraadpleegd. Daarnaast staan er kapverboden in de WKPB INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten LC - Bodemgebruik AM - Gebiedsbeheer LC - BGT Landelijke voorziening AM - KR WKPB Kapverbod o.b.v. de Boswet LC - Ten eerste is de BGT niet aangemerkt (wel potentieel). Ten tweede zijn bomen wel onderdeel van IMGEO maar niet verplicht. Bomen zijn waarschijnlijk niet beschikbaar via de landelijke voorziening AM - Is aangemerkt voor INSPIRE. De boswet wordt geïmplementeerd op gemeentelijk niveau waardoor het lastig wordt om dit landelijk te standaardiseren. Hoewel de criteria bij de projectgemeenten meestal liggen op monumentale of andere bomen met speciale status. Deze bomen zijn vrijwel altijd digitaal beschikbaar. Daarnaast zijn groenbeheersystemen weinig gestandaardiseerd, maar sinds 2014 is er wel een landelijk Boomregister in oprichting waar een aantal gemeenten en natuurorganisaties hun medewerking aan willen verlenen. 3.3.7 Onderwerp Natuurbeschermingswet Activiteit (02.10) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Natura2000 en Stikstof Past de beoogde uitbreiding binnen de vereisten van het nabij liggende Natura2000-gebied? Systeem Aerius gebruikt een landelijk algoritme waarbij gebruik wordt gemaakt van Habitattypekaarten (Provincies) en het emmissieregistratiesysteem (RIVM). HB - Habitats en Biotopen PF - Productiefaciliteiten AF - Faciliteiten voor Landbouw en Aquacultuur PS - Beschermde gebieden HB - Habitattypenkaarten PF - Industrie inrichtingen uit de EMJV registratie AF - Landbouwbedrijven PS - WAV gebieden HB - Vegetatie PF - Is aangemerkt, maar niet onderzocht of de gehele Emissieregistratie er nu onder valt. De mapping naar INSPIRE is nog niet gemaakt. AF - Landbouwbedrijven zijn bron voor de emissieregistratie. Ook hier is de mapping nog niet gemaakt. PS - Is een ander instrument dan de PAS (Programmatische Aanpak Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 17 Stikstof) Kansen en verbeterpunten Activiteit (02.10) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Overig beschermde natuur Ligt de boogde uitbreiding binnen een door de Natuurbeschermingswet (NB-wet) beschermd gebied? Locatie van NB-wet gebieden en Wetlands en daarnaast overige beschermde gebieden zoals NNN (Nationaal Natuur Netwerk; voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)). PS - Beschermde gebieden PS - Natura2000 PS - NB Wet gebieden buiten Natura2000 PS - Wetlands PS - Nationale parken PS - Provinciale EHS (nu NNN) Alleen Provinciale EHS is reeds gemapt naar de INSPIRE Dataspecificatie er zijn echter nog geen categorieën/legenda's opgenomen die noodzakelijk zijn voor vergunningverlening. Overige PS Datasets zijn nog niet omgezet naar INSPIRE Dataspecificaties Kansen en verbeterpunten 3.3.8 Onderwerp Flora en Faunawet Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Beschermde soorten Komen er beschermde soorten voor op of nabij de locatie van de beoogde uitbreiding? (Artikel 75 Flora en Faunawet) Het natuurloket Overijssel (gebaseerd op de nationale databank flora en fauna) geeft inzicht in waargenomen kwetsbare soorten. www.natuurloket.nl Nationale databank Flora en Fauna (NDFF) Eventueel gemeentelijke aanvullende gegevens Eventueel aanvullend onderzoek. AM - Gebiedsbeheer SD - Verspreiding van soorten AM - KR WKPB Flora- en Faunawet SD - Verspreidingskaarten van beschermde soorten. AM - Is niet aangemerkt en niet nader onderzocht SD - Verspreidingskaarten zijn aangemerkt NDFF bevat individuele waarnemingen die bruikbaar zijn voor vergunningverlening. INSPIRE biedt daar nu geen ruimte voor binnen de specificatie Van vrij beschikbare gegevens wordt meer gebruik gemaakt. Voldoende veldonderzoek Is er voldoende veldonderzoek gedaan om daar een uitspraak over te kunnen doen? Het natuurloket is een landelijke databank waar de meeste onderzoeken in staan geregistreerd. Vanuit de natuurdatabank wordt aangegeven of er veel en actueel onderzoek is gedaan Nationale databank Flora en Fauna (NDFF) 18 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Eventueel gemeentelijke aanvullende gegevens Geen INSPIRE thema N.v.t. N.v.t. Van vrij beschikbare gegevens wordt meer gebruik gemaakt. Natuurtoets op basis van NDFF (NTO) is in ontwikkeling. Vergelijkbaar met de watertoets. Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten 3.3.9 Aard van de uitbreiding op natuur Heeft de aard van de uitbreiding effect op de gevonden kwetsbare soorten? Expert Judgement op basis van bijvoorbeeld verspreiding van soorten. In de toekomst wellicht in de tijd. SD - Verspreiding van soorten SD - Verspreidingskaarten van beschermde soorten. SD - Verspreidingskaarten zijn aangemerkt. Maar er is nog geen keuze gemaakt over publicatie van meerdere jaren en veranderingen in de tijd. Onderwerp Afvalwaterlozing Activiteit (06.03) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Hydraulische capaciteit Past de beoogde uitbreiding van afvalwaterlozing binnen de huidige hydraulische capaciteit van het riool? (Artikel 4.15 van Regeling Omgevingsrecht) De hydraulische capaciteit van de riolering is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan en in beheersystemen voor de 'openbare ruimte' zoals GBI bij de gemeente Dalfsen. Gegevens zijn afkomstig van lokale databases en vaak gerelateerd aan topografische bestanden zoals BGT. Daarnaast worden zowel de landelijke regels als de lokale regels en toetsingskaders die veelal zijn gebaseerd op BREFS (landelijke referentiedocumenten) toegepast. Ook handboek Water (infomil.nl) wordt vaak toegepast. INSPIRE Thema INSPIRE Dataset US - Nuts en Overheidsdiensten US - Riool netwerk Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE US - Binnen de dataspecificaties is ruimte voor kenmerken als pijpdiameter en druk en soort riool (regen, huishoudelijk, gecombineerd, etc.). Op dit moment zijn de WION overheidspartijen aangemerkt, maar de implementatie moet nog starten. Er is geen standaardiseringsplicht voor rioolcapaciteit. IMGEO (BGT) en IMKL (WION) hebben ruimte voor gestructureerde vastlegging. Kansen en verbeterpunten Activiteit (06.03) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte Capaciteit waterzuivering Past de beoogde uitbreiding van afvalwaterlozing binnen de capaciteit van waterzuivering? Beheersysteem van het Waterschap RWZI's van waterschappen Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 19 producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Activiteit (06.03) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten US - Nuts en Overheidsdiensten US - RWZI (Waterschappen) Veel binnen dit thema is niet verplicht, maar er is standaard ruimte voor input, output, capaciteit, etc. Aard van de lozing Past de aard (chemische samenstelling op basis van BREF's) van de beoogde uitbreiding van afvalwaterlozing binnen de capaciteit van de waterzuivering en/of het waterlichaam waarop wordt geloosd. RWZI's (Waterschappen) bepalen of het type afvalwater kan worden afgebroken en in welke tijd. KRW Oppervlaktewater kwaliteit (KRW Portaal) is input om te bepalen of het afvalwater kan worden geloosd op het beoogde waterlichaam. INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE RWZI's (Waterschappen) KRW Oppervlaktewater US - Nuts en Overheidsdiensten HH - Menselijke Gezondheid en Veiligheid EF - Milieubewakingsvoorzieningen US - RWZI (Waterschappen) HH - KRW Oppervlaktewaterkwaliteit - meetwaarden EF - KRW Oppervlaktewaterkwaliteit - locaties van meetnet RWZI´s: Veel binnen dit thema is niet verplicht, maar er is standaard ruimte voor. Er is binnen deze informatieanalyse niet nader onderzocht of ook kan worden vastgelegd hoeveel van welke chemische samenstelling binnen welke tijd kan worden afgebroken door een RWZI. KRW Oppervlaktewaterkwaliteit. Waterschappen zijn aangemerkt, RWS nog niet. De meetnetten van RWS zijn wel aangemerkt. Kansen en verbeterpunten 3.3.10 Onderwerp Lozing oppervlaktewater Activiteit (06.05) Informatievraag Lozing op oppervlaktewater Kan de beoogde hoeveelheid regenwater worden opgevangen op het beoogde kanaal? Informatieantwoord & gebruikte producten Capaciteit van gemalen INSPIRE Thema HY - Hydrografie EF - Milieubewakingsvoorzieningen HY - Diverse datasets over kunstwerken van Waterschappen HY - DTB (Digitaal Topografisch Bestand) HY - NHI (Nationaal hydrologisch Instrumentarium) EF - Landelijk meetnet water HY - dataset: Dataset is van waterschappen. Is aangemerkt en deels gemapt naar PhysicalWaters.ManMadeObject. Nog niet onderzocht welke kenmerken zijn meegenomen in de dataset. HY - DTB: Bevat ook kunstwerken. Is 'as-is' ontsloten. HY - NHI: Bevat mogelijk ook onderdelen om oppervlakteberekening en waterhoogten te pakken. Is 'as-is' ontsloten en heel globaal gemapt. Moet nog worden vertaald naar de dataspecificaties. INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE 20 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE EF - Landelijk meetnet water: zoetwaterkwantiteit Kansen en verbeterpunten 3.3.11 Onderwerp Geur Activiteit (06.05) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Geurbeleid Past uitbreiding binnen geurbeleid? Streef- en richtwaarde uit lokaal ruimtelijk beleid. Vaak gekoppeld aan een bestemmingsplan. Bestemmingsplan LU - LandGebruik LU - RO-ONLINE - RO-Online is als geheel aangemerkt en wordt as-is ontsloten. - In de Land Use Dataspecificatie is wel ruimte voor geurbeleid, maar dan zal er een keuze moeten worden gemaakt om daar binnen een Nederlandse 'codelists' te publiceren. - Overheden bepalen daarmee zelf welke data ontsloten wordt. Kansen en verbeterpunten 3.3.12 Onderwerp Koude Warmte Opslag (KWO) Activiteit (06.01) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Toetsen KWO aan Waterwet evt. eigen beleid Past de beoogde (omvang van de) KWO binnen het beleid en mogelijkheden in het gebied? Het eerste directe effect is een gewijzigde grondwaterstroming met daaraan gekoppeld een grondwaterstand- en/of stijghoogte veranderingen (A). Het tweede directe effect is de vorming van twee thermische ‘bellen’ in de bodem (B). Er is een KWO tool (http://www.wkotool.nl/) die is gebaseerd op een aantal datasets. Ook wordt het Landelijk Grondwater Register (LGR) gebruikt t.a.v. grondwateronttrekkingen. INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Er worden controles uitgevoerd op diverse bronnen t.b.v. directe en afgeleide effecten: • Verontreinigingen: controleren dat deze niet worden verplaatst • Natuurgebieden: geen nadelige effecten op flora als gevolg van grondwaterstandveranderingen • Landbouwgebieden: geen schade door verdroging • Bouwwerken: zetting als gevolg van grondwaterstandsdalingen • Overige grondwateronttrekkingen: beïnvloeding van en door… • Archeologische monumenten: geen kans beschadiging • Grondwaterkwaliteit: mengen van verschillende kwaliteiten is niet toegestaan. PF - Faciliteiten voor productie en industrie PF - Landelijk grondwaterregister PF - Landelijk grondwaterregister bevat de grondwateronttrekkingen. Er is niet onderzocht of alle kenmerken al gemapt zijn naar de dataspecificatie. Per 1 juli 2013 is de AMvB bodemenergie van kracht. Hierbij is al veel aandacht besteed aan landelijke uniformering, afstemming en standaardisatie. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 21 Het LGR (Landelijk grondwaterregister) kan nog beter op de inhoudelijke wensen worden aangepast. Ook laatste verbeteringen sluiten nog onvoldoende aan op het werkproces. 3.3.13 Aansluiting Uitrit op N of gem. weg Activiteit () Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Aansluiting N weg - Veiligheid Kan de beoogde uitrit op de N-weg worden gerealiseerd met het oog op de veiligheid? Melding bij provincie en gemeente. De provincie beoordeelt op basis de lokale veiligheidssituaties. Vaak ook ter plekke. Verkeersdruk op basis van verkeersmetingen Lokale situatie: eventueel op basis van 3D foto's TN - Transport Netwerken TN - NWB Wegen TN - Weggevens TN – NDW (Nationale Databank Wegverkeersgegevens) NWB: Alle wegen zijn gepubliceerd. Nu nog 'as-is'. Zijn wegen inclusief Nwegen van provincie. Nog geen gegevens over capaciteit en rijbanen. Dataspecificatie TN biedt ruimte om veel meer kenmerken toe te voegen. Weggegevens: Aantal rijstroken van de Rijkswegen (dus niet voor N wegen). NDW is niet aangemerkt, maar wel als potentiële dataset. Kansen en verbeterpunten Activiteit () Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Aansluiting N weg - Verkeersdruk Kan de beoogde uitrit op de N-weg worden gerealiseerd met het oog op de verkeerdruk? Verkeersdruk: Melding bij provincie en gemeente. De provincie beoordeelt op basis van een verkeersmodel. Het verkeersmodel wordt gevoed door metingen en de capaciteit van de weg TN - Transport Netwerken TN - NWB Wegen TN - Weggevens TN - NDW NWB: Alle wegen zijn gepubliceerd. Nu nog 'as-is'. Zijn wegen inclusief Nwegen van provincie. Nog geen gegevens over capaciteit en rijbanen. Dataspecificatie TN biedt ruimte om veel meer kenmerken toe te voegen. Weggegevens: Aantal rijstroken van de Rijkswegen (dus niet voor N wegen). NDW is niet aangemerkt, maar wel als potentiële dataset. Kansen en verbeterpunten Activiteit () Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Aansluiting Gemeentelijke weg Kan de beoogde uitrit op de gemeentelijke weg worden gerealiseerd? Als de uitrit op een gemeentelijke weg was geweest stelt de wijkuitvoerder een advies op, eventueel in afstemming met het waterschap. De wijkuitvoerder kijkt naar de lokale situatie, eventueel op basis van metingen en capaciteit. Daarnaast wordt het veiligheidsaspect lokaal bekeken. INSPIRE Thema TN - Transport Netwerken INSPIRE Dataset TN - TOP10NL TN - NDW 22 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten 3.3.14 3.3.15 Onderwerp Adressen Activiteit () Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Impact op de BAG Leidt de beoogde uitbreiding tot een adreswijziging? Op basis van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) wordt gekeken of bijvoorbeeld een huisnummer aanpassing moet worden doorgevoerd. AD - Adressen AD - BAG Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Locatie van adressen, huisnummers. Onderwerp Landschap en Cultuurhistorie Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten 3.3.16 TOP10NL: Alleen topografische kenmerken (hartlijn, vlak, wegbreedteklasse, etc.) NDW is niet aangemerkt, maar wel als potentiële dataset. Landschap en cultuurhistorie Ligt de boogde uitbreiding binnen de randvoorwaarden van landschappelijk en cultuurhistorisch beleid? Locatie van nationale landschappen, beschermde stads- en dorpsgezichten, UNESCO cultureel werelderfgoed PS - Beschermde gebieden <niet nader onderzocht> <niet nader onderzocht> <niet nader onderzocht> Onderwerp Archeologie Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Archeologische waarden Is er kans op aantasting van (potentiële) archeologische waarden? Informatieantwoord & gebruikte producten Via diverse kaarten wordt gekeken wat de kans is op archeologische waarden. INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten Beleidskaarten Archeologie (provincie Overijssel) Eventuele bodemonderzoeken die zijn verricht PS - Beschermde gebieden PS - Rijksbeschermde archeologische monumenten PS - Provinciale aardkundige waarden Zijn beide gepubliceerd. De indicatieve kaart archeologische waarden (IKWA) is niet aangemerkt, want is niet onder een INSPIRE thema te brengen. Is ook geen gebied met beschermde status. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 23 3.4 Activiteit (n.v.t.) Informatievraag Informatieantwoord & gebruikte producten Nulsituatie Moet er een bodem nulstituatie worden uitgevoerd? Beleidskaart Archeologie (provincie Overijssel) Eventuele bodemonderzoeken die zijn verricht INSPIRE Thema INSPIRE Dataset Analyse gebruik en kansen vanuit INSPIRE Kansen en verbeterpunten <niet nader onderzocht> <niet nader onderzocht> <niet nader onderzocht> <niet nader onderzocht> Informatieanalyse: eerste onderzoek naar kwantificering Hoewel een uitgebreide kwantificering geen onderdeel van dit project is, zijn er tijdens de analyse inventarisaties gedaan naar zowel ‘aantallen vergunningen’ als ‘tijd’ die het voor een vergunningverlener kost om een informatievraag te beantwoorden. De ingewonnen gegevens gaven te weinig informatie om een gedetailleerde uitspraak te kunnen doen. De gegevens zijn verkrijgbaar op aanvraag. Het ketenprocesmodel biedt houvast om hier in een vervolgonderzoek meer vat op te krijgen. De vergunningverleners zijn het er in het algemeen over eens dat de meeste tijd gaat zitten in de voorkant van het proces: het komen tot een volledige en ontvankelijke vergunningaanvraag. Ook de tijd die het een initiatiefnemer kost is in dit stadium substantieel en kan naar verwachting aanmerkelijk worden verkort door het beter beschikbaar maken van de juiste informatie. 3.5 Procesanalyse: verbeterpunten en kansen Tijdens de analyse, interviews en de workshop kwamen een aantal verbeterpunten en kansen naar voren ten aanzien van het proces van vergunningverlening en de informatievoorziening. In de onderstaande paragrafen worden deze kort benoemd. 3.5.1 Deregulering en standaardisering processen Ook deze case bevestigt dat belangrijke winst te behalen valt in het verminderen van de regelgeving per sector. Kennis en informatie is erg versnipperd geraakt over organisaties, teams en specialisten waardoor het lastig is het proces snel te doorlopen. Afstemming tussen de sectoren is moeilijk te organiseren. Er is beweging gaande naar steeds meer algemene regelgeving (bijv. de BREFS waarin algemene regels zijn vastgelegd omtrent best beschikbare technieken om milieubelasting tot een minimum te beperken; aanvrager en vergunningverlener maken gebruik van IPPC/RIE-tool). Daarnaast ligt er een kans om niet alleen data en informatie te harmoniseren en standaardiseren maar ook de bestaande checklists, track & trace functionaliteit, stappenplannen, documentatie, procedures en procesbeschrijvingen, contactpersonen, etc. Het moet bij wijze van spreken voor een vergunningverlener van gemeente Dalfsen mogelijk zijn een vergunningaanvraag te behandelen van een initiatiefnemer in gemeente Steenwijkerland zonder te verzanden in de verschillende procedures, organisatie-eigen regelgeving en systemen. Hier wordt door de RUD al deels invulling aan gegeven. 3.5.2 Begeleiden vanuit perspectief initiatiefnemer Een veelgehoord verbeterpunt schuilt in de aanvraag die vaak niet compleet en ‘ontvankelijk’ is. Met andere woorden de aanvraag voldoet niet aan de formele voorwaarden. In het proces gaat hier de meeste tijd verloren. 24 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE Er ligt een kans in het afvangen van vragen aan de voorkant. Hiervoor is het nodig om de initiatiefnemer beter te begeleiden naar de juiste aanvraag. Vanuit het perspectief van de initiatiefnemer spelen bijvoorbeeld de volgende informatievragen: Wat mag ik? Welke mogelijkheden zijn er op deze locatie? Zijn er andere locaties beschikbaar? Welke informatie moet ik aanleveren? Welke onderzoeken moet ik eventueel laten uitvoeren? Door het aan de voorkant afvangen en structureren van deze informatievragen kan tijdwinst geboekt worden. Bovendien wordt een betere dienstverlening gegeven aan de aanvrager. Provincie Overijssel start binnenkort met het uitwerken van een “Vergunningencheck” in het kader van het programma E-dienstverlening om hier een eerste uitwerking aan te geven. 3.5.3 Link beleidsuitvoering en beleidsontwikkeling Kansen benutten begint met inzicht. Zowel de initiatiefnemer als de vergunningverlener is gebaat bij een betere afstemming tussen beleidsuitvoering en beleidsontwikkeling, met andere woorden wat gebeurt hier in de (nabije) toekomst en hoe past de aanvraag in dit plaatje? Dit is op dit moment vaak lastig in beeld te brengen en wordt als verbeterpunt ervaren. 3.5.4 Verdeling bevoegdheden De verdeling van bevoegdheden is niet altijd duidelijk. Tijdens de uitwerking van de case ontstond bijvoorbeeld discussie over de check op geluidsproductie van de boogde uitbreiding, past dit binnen de gestelde normen? Is de gemeente waarin het bedrijf gevestigd is bevoegd gezag voor dit onderwerp of toch de gemeente waarin de uitbreiding plaatsvindt? Dit soort vragen spelen vooral bij complexe vergunningaanvragen. Bij het gros van de aanvragen is het duidelijk wie het bevoegde gezag is. Hier valt dus niet de grootste winst te behalen. 3.5.5 Alles of niets Nadat de aanvraag van de initiatiefnemer door het bevoegd gezag in behandeling is genomen worden de adviesvragen uitgezet bij de verschillende instanties. Deze instanties moeten vervolgens voor een bepaald aspect, bijvoorbeeld geluid, een advies terugsturen aan het bevoegde gezag, in dit geval de provincie Overijssel. De provincie kan pas een ontwerp beschikking sturen naar de initiatiefnemer wanneer alle adviezen binnen zijn, met andere woorden alles of niets: de langzaamste factor is bepalend voor de snelheid van het traject richting de aanvrager. Er ligt een kans om de aanvrager gedurende dit traject beter te informeren over de voortgang of op deelaspecten een goedkeuring te geven. 3.5.6 INSPIRE onbekend, INSPIRE plus? De term INSPIRE is niet bekend bij vergunningverleners, wel wordt de noodzaak gezien van standaardisatie. Ruimtelijke Plannen wordt aangewezen als lichtend voorbeeld. INSPIRE gegevens worden op dit moment vrijwel niet of onbewust gebruikt door vergunningverleners bij het toetsen van een aanvraag. Er worden wel thema’s geraadpleegd die in INSPIRE zouden kunnen passen, met name in ANNEX 3, bijvoorbeeld: bodem (soil), utilities and government services (bijv. riolering, gemalen, sluizen, kwo’s, ed.), protected sites (NAT2000, WAV, stiltegebieden). Deze gegevens worden echter vaak bekeken en ontsloten vanuit eigen beheerde informatiebronnen en –systemen. Redenen hiervoor zijn snelheid, beter zicht op actualiteit en kwaliteit van gegevens, aanvullende informatie of het leggen van combinaties met andere informatie en bewerkingen. Er ligt een kans om INSPIRE-gegevens te voorzien van plus informatie waardoor de data beter bruikbaar wordt voor vergunningverlening. Een voorbeeld hiervan is de EHS: deze is in INSPIRE aanwezig, maar er wordt gebruikt gemaakt van de provinciale versie omdat de nodige categorieën en legenda-eenheden voor de vergunningverlening ontbreken in de INSPIRE-variant. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor wegen: het ‘skelet’ is in INSPIRE aanwezig maar vaak geraadpleegde plusinformatie als ‘capaciteit’ ontbreekt. In paragraaf 3.3 (Informatieanalyse) zijn deze kansen verder uitgewerkt. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 25 Daarnaast gaat het bij vergunningverlening vaak niet alleen om platte datasets, vaak worden uitkomsten van rekenmodellen gebruikt: denk aan stikstof en waterkwaliteit. Toetsing aan de uitkomst van een model is in dit geval het antwoord op de informatievraag. Er ligt een kans om normen en basistypes dan wel gestandaardiseerd beschikbaar te maken. 3.5.7 Zaak- en informatiesystemen en registers Door de betrokken organisaties wordt met veel verschillende systemen gewerkt. Voor zaakafhandeling worden bijv. Dimpact en Squit gebruikt. Deze zaaksystemen werken nog weinig met informatie-uitwisseling onder de motorkap. Het is dan ook lastig om informatie uit deze systemen servicegericht in andere systemen te tonen. Daarnaast zijn deze systemen vaak goed in het zoeken op alle informatie behorende bij een ‘zaak’ of ‘dossier’ maar is het lastiger om alle informatie op ‘persoon’ of op ‘locatie’ boven water te krijgen. Steeds vaker is er een geo-component ingebouwd waardoor locatiegegevens kunnen worden getoond. De snelheid is echter vaak een knelpunt waardoor meer gebruik gemaakt wordt van ‘losse’ geo-informatie oplossingen zoals de Atlas van Overijssel, Geoweb, en andere. Deze systemen maken in toenemende mate gebruik van (geo-)informatie van derden. Dit levert voordelen op in beheer en zorgt voor een groei in aanbod van gestandaardiseerde data, maar vaak is de ‘uptime’ van services niet gewaarborgd en is metadata niet eenduidig vastgelegd waardoor de systemen moeite hebben de gebruiker consistente meta-informatie te bieden. De gebruikte (regionale en lokale) informatiesystemen zoals de Atlas van Overijssel, Geoweb, e.a. zijn vrij aanbodgericht en niet geënt op het proces van vergunningverlening. Dit geldt overigens ook voor ‘landelijke’ systemen als de Atlas Leefomgeving. De systemen worden goed gebruikt en werden zeer positief ontvangen. Door het aanbodgerichte karakter is het echter lastig om enkel de voor de vergunningverlener relevante gegevens boven water te halen, deze te interpreteren en te beoordelen op actualiteit, volledigheid en andere kwaliteitscriteria. Daarnaast is de informatie die wordt aangeboden vaak regionaal gestandaardiseerd, denk aan de verschillende uitwerkingen van fijnstof, resultaten van onderzoeken, etc. Je kunt deze informatie gebruiken om zelf te toetsen maar niet om proactief advies te geven aan de initiatiefnemer. In de workshop wordt verder aangegeven dat er een kans ligt in het onderhouden van een openbaar register van al eerder uitgevoerd onderzoek en verleende vergunningen. Hergebruik bespaart kosten en tijd en geeft direct inzicht in beleids- en restruimten. 3.5.8 Vindbaarheid van informatie Ondanks alle mogelijke zoeksystemen wordt bekendheid met en vindbaarheid van informatie als een probleem ervaren. Eén van de redenen hiervoor is de toch nog steeds vrij technische invulling die vaak gegeven wordt aan zoeksystemen en metadata. Die speelt in op de informatiespecialist maar niet op de gebruiker zoals in dit geval de vergunningenspecialist. Er ligt een kans in het laagdrempeliger maken van informatiezoeksystemen. Metadata dient in lekentaal gepresenteerd te worden, niet volgens de technische standaard. Daarnaast weten gebruikers vaak niet waar ze naar op zoek zijn door onbekendheid met de mogelijke informatiebronnen. Het kunnen stellen van de juiste vraag is lastig. De RUD speelt hier op in door gebruik te maken van een kennismakelaar die actief de informatiebehoefte ophaalt en vervolgens een link legt met al beschikbare informatiebronnen. Er ligt een kans om dit landelijk te organiseren. De combinatie van digitale beschikbaarheid met menselijke advisering, duiding en perspectief is een krachtige oplossing. 26 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 4 Conclusies 4.1 Huidige informatiebasis De huidige (geo-)informatiebasis van provincie, gemeente en waterschap voor het proces van de aanvraag van een omgevingsvergunning bestaat uit een aantal elementen: informatievragen worden hoofdzakelijk beantwoord door het raadplegen van Europese, landelijke en lokale wet- en regelgeving. Vaak betreft dit algemene regelgeving of toetsing aan de uitkomsten van rekenmodellen. In toenemende mate wordt echter gebruik gemaakt van ruimtelijke informatie om vragen te beantwoorden waarin locatie een rol speelt. Denk hierbij aan vragen als: “past de geluidproductie binnen het geluidbeleid op deze locatie?” of “past de beoogde uitbreiding van afvalwaterlozing binnen de huidige hydraulische capaciteit van het riool?” 4.2 Gebruik INSPIRE INSPIRE gegevens worden tijdens deze afwegingen niet of nauwelijks geraadpleegd. De informatiebasis die INSPIRE op dit moment biedt is te smal als het gaat om aanvullende of lokale informatie. De manier waarop gebieden of objecten vastgelegd dienen te worden is vaak al wel gestandaardiseerd maar de aanvullende informatie en het lokale beleid ontbreekt. Daarmee is INSPIRE op dit moment slechts in beperkte mate geschikt voor de ondersteuning van het proces van vergunningverlening. De noodzaak tot standaardisering en het nut van ruimtelijke informatie wordt wel gezien. Ruimtelijke Plannen wordt diverse keren genoemd als voorbeeld en ook vaak geraadpleegd. Het maakt communicatie en uitwisseling tussen de betrokken partners eenvoudiger, en geeft sneller een totaaloverzicht van de betreffende locatie. INSPIRE kan hierin een belangrijke rol spelen, naar het voorbeeld van de basisregistraties. De basisregistraties vormen nu vaak het ‘skelet’ waaraan aanvullende informatie wordt gekoppeld en hiermee een uitwisselbaar informatienetwerk ontstaat. Veel geraadpleegde informatie (bijvoorbeeld ‘gebruiksdoel’ in de BAG) is gestandaardiseerd opgenomen. 4.3 Aanvullingen op INSPIRE INSPIRE biedt op zeker de helft van de thema’s een goed raamwerk om standaardisering vorm te geven en lokale informatievragen te beantwoorden. Voor het proces van vergunningverlening zijn een aantal onderwerpen te identificeren die gestandaardiseerd in INSPIRE opgenomen zouden kunnen worden. Hierbij valt te denken aan geluidscontouren inclusief maximaal aantal decibels, rioolnetwerk inclusief pijpdiameter en capaciteit, wegen inclusief capaciteit en rijbanen. Er zijn 30 informatievragen geïdentificeerd die een link hebben met 9 INSPIRE thema’s en 22 datasets. Drie INSPIRE datasets zijn nu al bruikbaar, deze zitten wel achter een model (Aerius). Daarnaast zijn drie datasets potentieel aan te merken voor INSPIRE, bijvoorbeeld risicozones. Een volledig overzicht van onderwerpen en de link met INSPIRE wordt gegeven in paragraaf 3.3. 4.4 Proces en dienstverlening Juist bij vergunningverlening biedt standaardisering de aanvrager sneller en transparanter inzicht in de mogelijkheden en beperkingen. Dit biedt een kans om met standaardisering de kwaliteit van dienstverlening richting burger, overheid en bedrijfsleven sterk te verbeteren, doorlooptijden te verkorten en kosten te reduceren. De deelnemers van dit project zien zelf de kansen: “stel dat dit Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 27 nu ook allemaal in ruimtelijke plannen zit dat maakt onze dienstverlening beter”. Over de manier van implementatie wordt nagedacht, er is een duidelijke kentering waarneembaar naar een klantbewuste dienstverlening. Dit vereist een vereenvoudiging in de aanvraag, geen onnodig onderzoek, etc. Als ideaalbeeld: de wizard waarmee de aanvrager kan aangeven wat hij waar gaat doen en met welke aspecten rekening gehouden moet worden. 28 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 5 Aanbevelingen voor vervolg Om uiteindelijk een afgewogen keuze te kunnen maken voor het aanvullen van of het aanmerken van een onderwerp in INSPIRE adviseren we de onderstaande vervolgstappen: Meer zicht op kwantiteit Breng de aantallen in kaart door te kijken hoeveel vergunningen er per onderwerp en per jaar verleend worden. Hiermee ontstaat meer zicht op het aantal keer dat een informatievraag rondom een bepaald onderwerp beantwoord moet worden. Het aantal raadplegingen per onderwerp is een belangrijke indicator voor de te behalen winst door standaardisering en het waarborgen van een betere beschikbaarheid. Breng initiatieven in kaart Inventariseer lopende standaardiserings-, harmonisatie- en ontsluitingsinitiatieven per onderwerp. Denk hierbij bijv. aan de landelijke emissieregistratie (emissieregister.nl), afvalstoffenregistratie, Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG), Wetgeving Luchtkwaliteit (NSL), etc. Hiermee breng je enerzijds de onderwerpen in kaart die wellicht met een aantal kleine aanpassingen en een geringe investering in INSPIRE zijn op te nemen (laaghangend fruit). Daarnaast krijg je meer zicht op de onderwerpen die tussen wal en schip dreigen te vallen vanuit standaardiserings-oogpunt bezien. INSPIRE-plus De beschrijving van deze case maakt duidelijk dat INSPIRE een kwalitatief hoogwaardig raamwerk biedt voor informatievoorziening ten behoeve van de Omgevingswet. De specifieke werkprocessen voor vergunningverlening vragen soms om uitbreiding van de huidige INSPIRE datasets. Om deze werkprocessen en ketensamenwerking optimaal te faciliteren is een INSPIRE-plus variant gewenst. Dit betekent dat de huidige INSPIRE informatie wordt uitgebreid met relevante additionele informatie om vergunningverlening te ondersteunen. INSPIRE zorgt voor een eerste stap in de richting van verbeterde vindbaarheid en beschrijving van gegevens. Bovendien kunnen de gegevens via het internet geraadpleegd en gedownload worden met een gegarandeerde beschikbaarheid en performance. Vooral de combinatie van de gegevens enerzijds en deze infrastructurele component maakt de INSPIRE infrastructuur waardevol. Daarnaast adviseren we nu al aandacht te besteden aan het vereenvoudigen van de ‘voorkant’ van het proces van vergunningverlening door de aanvrager met gerichte en nu al beschikbare informatie beter te geleiden tijdens de aanvraag van een vergunningverlening. Hierbij kan wellicht aangehaakt worden op het idee van de ‘vergunningencheck’ (e-dienstverlening). Op landelijk niveau sluit dit aan bij de eerste gedachten rondom een zogeheten ‘voorwasstraat’ op de Laan van de Leefomgeving. Dergelijke praktijkervaring zorgt er voor dat nu al tastbare verbeteringen worden geïmplementeerd waarmee de investering in INSPIRE en de landelijke informatievoorziening zichtbaar worden voor burger en bedrijfsleven. Daarnaast zorgt het ervoor dat pijnpunten boven tafel komen waar INSPIRE, en standaardisering in het algemeen, wellicht de helpende hand in kunnen bieden. Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 29 Bijlage 1 - Ketenprocesmodel Procesmodel Omgevingsvergunning Case IPPC Project Omgevingsvergunning en INSPIRE Datum Versie Opgesteld door Model design : 13 juli 2014 : 1.0 : Projectpartners (zie logo’s) : Peter van den Pol (Geodan IT) 01 Aanvrager (IPPC) 0106.01 Voorgenomen initiatief 0106.02 Conceptaanvraag WtW 0106.04 Definitieve aanvraag WtW * Afhankelijk van omvang van de aanvraag 0601.01 Terugkoppeling over voorgenomen initiatief (kaders en randvoorwaarden) 0601.02 Beoordeling Conceptaanvraag WtW (obv ontvankelijkheid, volledigheid) 0601.03 Beoordeling Definitieve aanvraag WtW 0601.04 Ontwerp beschikking WtW 0601.05 Beschikking WtW 0101 Contact opnemen provincie over voorgenomen initiatief 0102 Uitvoeren milieuonderzoeken (geur, lucht, bodem, natuur, etc) 0103 Opstellen Conceptaanvraag WABO 0104 Opstellen Conceptaanvraag WtW 0105 Opstellen definitieve aanvraag WABO 0106 Opstellen definitieve aanvraag WtW 0107 Opstellen aanvullingen op aanvragen 0108 Opstellen bezwaar op ontwerpbeschikking (zienswijze) 0109 Opstellen beroep op definitieve beschikking 0110 Invullen/indienen meldingsformulier ‘Uitweg provinciale weg’ 0201.01 Terugkoppeling over voorgenomen initiatief (kaders en randvoorwaarden) 0201.02 Beoordeling Conceptaanvraag WABO (obv ontvankelijkheid, volledigheid) 0102.01 Voorgenomen initiatief 0201.03 Beoordeling Conceptaanvraag WtW (obv ontvankelijkheid, volledigheid) 0102.02 Conceptaanvraag WABO/WtW 0201.04 Beoordeling Definitieve aanvraag WABO 0102.03 Definitieve aanvraag WABO/WtW 0201.05 Beoordeling Definitieve aanvraag WtW 0102.04 Aanvullingen op aanvragen Beoordeling Melding provinciale uitweg 0102.05 Meldingsformulier ‘Uitweg provinciale 0201.06 weg’ 0201.07 Ontwerpbeschikking WABO 0201.08 Ontwerpbeschikking WtW 0201.09 Beschikking WABO 0201.10 Beschikking WtW 0201.11 Bericht over beoordeling Melding provinciale uitweg 0201.12 evt. Beschikking provinciale uitweg 06 Waterschap Groot Salland* 0601 Toetsen KWO aan Waterwet evt eigen beleid 0602 Toetsen industriële onttrekking aan Waterwet evt eigen beleid 0603 Toetsen afvalwaterlozing riolering aan eigen beleid (via RUD kennispunt afvalwater) 0604 Toetsen inrichting terrein (terreinindeling) 0605 Toetsen lozing aan oppervlaktewater 0606 Opstellen advies ontvankelijkheid en volledigheid aanvraag 0607 Opstellen Ontwerpbeschikking en beschikking Waterwet 0608 Opstellen wettelijk advies over totale aanvraag (vanwege WABO) 02 Provincie Overijssel 0206.01 Aanvraag wettelijk advies en stukken (via OLO of direct) 0602.01 Wettelijk advies * Buiten beschouwing gelaten: In deze case is alleen watervergunning meegenomen op basis van Keur en dus niet WtW directe lozing. 0208.01 Adviesvraag over Bodem (en stukken) 0208.02 Vraag om considerans en voorschriften 0802.01 Adviesrapport tav compleetheid en ontvankelijk 0802.02 Rapport considerans en voorschriften 08 RUD IJsselland - Kennispunt Bodem 0801 Opstellen technisch advies bodem* 0201 Verkennen voorgenomen initiatief en vormgeven terugkoppeling 0202 Ontvangt Conceptaanvraag WABO (Direct, OLO, via Gemeente) en bepalen complexiteit 0203 Aanmaken ‘zaak’ 0204 Scannen aanvraag en bepalen of provincie bevoegd gezag is 0205 Inschakelen vergunningverlener (obv inhoud, ervaring en beschikbaarheid) 0205 Analyseren aanvraag en bepalen welke activiteiten en meldingen 0206 Bepalen betrokken bevoegde gezagen, adviseurs en specialisten (intern of extern persoon) 0207 Controleren ontvankelijkheid en volledigheid van de conceptaanvraag 0208 Uitzetten adviesvragen aan andere bevoegd gezagen (Dalfsen, Zwolle, Waterschap Groot Salland) 0209 Uitzetten adviesvragen aan RUD (KP Bodem, KP lucht, KP geluid, FF wet) 0210 Uitzetten adviesvragen binnen provincies (NB Wet, Waterwet, Boswet) 0211 Organiseren vooroverleg (moment afhankelijk van de situatie voor/of na conceptaanvraag) 0212 Opstellen verzoeken aanvullende gegevens 0213 Opstellen Ontwerpbeschikking WABO en beschikking WABO (inclusief verwerking bezwaar en beroep) 0214 Opstellen Ontwerpbeschikking WtW en beschikking WtW (inclusief verwerking bezwaar en beroep) 0215 Beoordelen melding uitweg Provinciale weg 0216 Opstellen bericht acceptatie melding uitweg Provinciale weg 0217 evt. Opstellen beschikking provinciale uitweg 0218 Eventueel Behandelen bezwaar en beroep beschikking provinciale uitweg 0203.01 Adviesvraag over Bestemming, Bouw, Asbest, Kap, Lozing (en stukken) 0203.02 Vraag om considerans en voorschriften 03 Gemeente Dalfsen 10 Het Oversticht / Welstandscommissie 10.01 Opstellen advies Welstand obv gemeentelijk welstandbeleid 0302.01 Adviesrapport over Bestemming, Bouw, Asbest, Kap, Lozing 0302.02 Rapport considerans en voorschriften 0301 Toetsen bestemming aan bestemmingsplan* 0302 Toetsen bouw aan bouwbesluit, woningwet, welstand 0310.01 Adviesvraag Welstand (en stukken) 0303 Toetsen asbest aan woningwet 0304 Toetsen kap aan gemeentelijk beleidskader bebouwde kom 0305 Toetsen lozing aan hydraulische capaciteit riolering 0306 Opstellen considerans en voorschriften 0307 Toetsen geluid aan geluidsbeleid conform zone zoals vastgelegd in bestemmingsplan (obv wet geluidhinder) 0308 Opstellen wettelijk advies over totale aanvraag (vanwege WABO en WtW (vanwege bodemaspect) 0309 Initiëren BAG Toets * hier wordt uitgegaan dat wijziging bestemmingsplan niet nodig is. Idem voor nader archeologisch onderzoek. 0311.01 Adviesvraag Brandveiligheid (en stukken) * Toets aan de Bibob wordt buiten beschouwing gelaten * Archeologisch onderzoek wordt buiten beschouwing gelaten in de case 11 Veiligheidsregio – Brandweer (tav brandveiligheid) 04 Gemeente Zwolle 0204.01 Aanvraag wettelijk advies (en stukken) 0402.01 Wettelijk advies 0209.01 Adviesvraag over Lucht (en stukken) 0209.02 Vraag om considerans en voorschriften 09 RUD IJsselland - Kennispunt Lucht 0901 Opstellen technisch advies luchtkwaliteit, 0902 Opstellen technisch advies geur 0903 Opstellen considerans en voorschriften 0207.01 Adviesvraag over Geluid (en stukken) 0207.02 Vraag om considerans en voorschriften 0702.01 Adviesrapport tav compleetheid en ontvankelijk 0702.02 Rapport considerans en voorschriften 0704.01 Adviesvraag zonetoets (en stukken) 0407.01 Beoordeling zonetoets 0401 Toetsen bestemming aan bestemmingsplan* 0402 Toetsen geluid aan geluidsbeleid conform zone zoals vastgelegd in bestemmingsplan (obv wet geluidhinder) 0403 Opstellen wettelijk advies over totale aanvraag (vanwege WABO ven WtW (vanwege bodemaspect)) * Indien van toepassing, bijvoorbeeld wanneer aansluiting weg op gemeentelijke weg of aanleg verharding 0902.01 Adviesrapport tav compleetheid en ontvankelijk (en stukken) 0902.02 Rapport considerans en voorschriften 07 RUD IJsselland - Kennispunt Geluid 0701 Beoordelen rapport op ontvankelijkheid en volledigheid 0702 Vraagt advies aan bij Zonebeheerder 0703 Opstellen rapport considerans en voorschriften geluid 0703.01 Adviesvraag zonetoets (en stukken) 0307.01 Beoordeling zonetoets 30 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 11.01 Opstellen advies Brandveiligheid obv Bouwbesluit 2012 Bijlage 2 - Sheet informatieanalyse Zie bijlage in Excel-sheet: informatieanalyse.xlsx Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 31 Bijlage 3 - Informatiesheet (vb. Asbest) Sheet informatieproduct aspect Asbest Ingevuld door: _____________________________________________________________________ Vraag Antwoord en toelichting Welke activiteit (conform ketenprocesmodel) Welke informatievraag? (Schrijf deze zo concreet en expliciet mogelijk op: welke bomen mogen worden gekapt en niet ‘voldoe ik aan de boswet’) Hoe wordt het antwoord op deze informatievraag bepaald? (Welke logica? Bijvoorbeeld, moet voldoen aan brefs of moet voldoen aan het geluidsmodel van organisatie X of ook expert judgement) Worden voor het beantwoorden van de informatievraag algemene landelijke regels gebruikt, regels die lokaal of per gebied variëren? En waarom? (Denk dan aan brefs, of juist aan geluidszones) Welk informatiesysteem systeem wordt daar voor gebruikt? (naam van systeem en vooral wat het doet: wat vergelijkt het systeem met wat? Het gaat bij deze vraag niet zo zeer om een zaakgericht procesmanagement of systeem, maar om een rekenmodel of een landelijke website zoals de nationale databank flora en fauna) 32 Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE Welke datasets gebruik je daar voor of worden door het systeem gebruikt? Gebruikt je data van ruimtelijkeplannen.nl of een eigen bestemmingsplan en waarom? Gebruik je eigen flora en fauna waarnemingen of de nationale databank flora en fauna? Gebruik je een landelijk geluidsmodel met landelijke data of een eigen geluidsmodel met eigen data? En waarom? Welke verbeterpunten zie je vanuit het huidige proces (Dienstverlening kan beter, dienstverlening kan sneller, dienstverlening kan transparanter, kost ons een hoop werk, grote verschillen per locatie, etc, etc) Welke kansen zie je voor toekomstige proces door verbeteren informatievoorziening (Serviceverlening wordt beter, service wordt sneller, service kan transparanter, kost ons minder werk, meer eenheid in beleid, etc, etc) Hoe zou meer landelijke standaardisatie of verplichting daar aan bij kunnen dragen aan deze verbeterpunten of kansen? Hoe realistisch is dat? (Bijvoorbeeld maximum aantal decibel is al gestandaardiseerd in IMRO, dan kan een app worden gemaakt die direct informatie kan bieden aan een bedrijf ‘hoeveel db mag ik hier produceren’) Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE 33 Bijlage 4 - Projectdeelnemers 34 Sandra van Wijngaarden - Programma manager INSPIRE, Geonovum Rol: Opdrachtgever Johan Ruijten - Accountmanager Beleidsinformatie, Provincie Overijssel Rol: Opdrachtnemer/projectleider Sjors Slaats – Beleidsadviseur, Geonovum Rol: Projectondersteuning Peter van den Pol – Informatieanalist, Geodan Rol: Informatieanalist Theo Overduin - Adviseur geo-informatievoorziening, Geonovum Rol: Adviseur Richard Pap - Bouwplantoetser/casemanager, Gemeente Dalfsen Rol: Adviseur Felix Lensen - Senior adviseur geo-informatie, Gemeente Dalfsen Rol: Adviseur Hans Brink - Medewerker vergunningverlening, Gemeente Zwolle Rol: Adviseur Samir Abdulahad - Adviseur geo-informatie, Gemeente Zwolle, Rol: Adviseur Ben Blankvoort - Medewerker vergunningverlening, Waterschap Groot Salland Rol: Adviseur Johan Buitenkamp - GIS-specialist, Waterschap Groot Salland Rol: Adviseur Astrid van Beek - Medewerker vergunningverlening, Provincie Overijssel Rol: Adviseur Peter Auke Nicolaij – Adviseur Geografische Informatie, Provincie Overijssel Rol: Adviseur Edwin Lipholt - Informatieanalist/-makelaar, RUD IJsselland & RUD Twente Rol: Adviseur Projectverslag: Case Omgevingsvergunning en INSPIRE
© Copyright 2024 ExpyDoc