KPMG Audit Postbus 74555 1070 DC Amsterdam Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) De heer B. Wammes Antonio Vivaldistraat 2-8 1083 HP AMSTERDAM Laan van Langerhuize 1 1186 DS Amstelveen Telefoon (020) 656 7051 Fax (020) 656 7147 Uw ref Onze MAH/kvz Contact Amstelveen, 20 januari 2014 Betreft: Geachte heer Wammes, Inleiding Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om te reageren op de concept-handreiking ‘Accountant en corporate governance informatie’. Wij onderschrijven het belang van het verduidelijken welke werkzaamheden de accountant wel en niet uitvoert c.q. kan uitvoeren ten aanzien van (specifieke) best practice bepalingen zoals opgenomen in de Code, alsmede de rapportage daarover als onderdeel van de controleverklaring. Onze reactie heeft voornamelijk betrekking op de voorgestelde wijze waarop de opdracht tot eventuele additionele controlewerkzaamheden met betrekking tot (specifieke) best practice bepalingen wordt verstrekt en de ingangsdatum van de praktijkhandreiking, welke hieronder is uiteengezet. Reactie op consultatievragen Kunt u zich vinden in het uitgangspunt dat de in paragraaf 4.3 genoemde additionele werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole worden verricht? De werkzaamheden moeten worden verricht in het kader van de jaarrekeningcontrole indien dat wettelijk wordt geregeld. Indien de basis voor het uitvoeren van controlewerkzaamheden op (specifieke) best practice bepalingen niet wettelijk wordt vastgelegd, kunnen de werkzaamheden gelijktijdig met de werkzaamheden van de jaarrekeningcontrole worden uitgevoerd voor zover daar tijdig een specifieke opdracht wordt verstrekt. Kunnen de additionele werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole 2013 worden uitgevoerd? Ten aanzien van de werkzaamheden waarbij de accountant de opzet, bestaan en werking van interne beheersingsmaatregelen controleert zoals beschreven in de tabel opgenomen in paragraaf 4.3 bestaat de situatie waarin de interne organisatie onvoldoende (achteraf) controleerbaar is. Mogelijk zullen vennootschappen aanpassingen moeten doorvoeren die niet met terugwerkende kracht zijn toe te passen. Dat leidt ertoe dat de accountant bepaalde interne beheersingsmaatregelen, inclusief de genoemde aanpassingen, op zijn vroegst kan controleren als onderdeel van de jaarrekeningcontrole 2014. KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Op al onze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing zoals gedeponeerd bij de rechtbank te Amsterdam onder nummer 21/2012, die wij u op verzoek toezenden. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Amstelveen, 20 januari 2014 Op het moment van schrijven vindt de jaarrekeningcontrole 2013 voor diverse ondernemingen reeds plaats. Een deel van deze controles zal naar verwachting zijn afgerond voor het tijdstip waarop de handreiking definitief wordt gepubliceerd. Het van toepassing verklaren van de handreiking op de jaarrekeningcontrole 2013 kan leiden tot een ongelijk speelveld, hetgeen wij onwenselijk achten. Ondernemingen waarbij de jaarrekeningcontrole op of na publicatie van de praktijkhandreiking plaatsvindt, hebben (op grond van de praktijkhandreiking) de mogelijkheid om door de accountant additioneel te laten rapporteren over de naleving van (specifieke) best practice bepalingen in tegenstelling tot de ondernemingen waarvan de jaarrekeningcontrole is afgerond. Wijzijn derhalve van mening dat deze moet gelden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014. Wat vindt u van de bovengenoemde driedeling (huidige werkzaamheden op grond van de regelgeving; additionele werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole; separate opdracht voor volledige toetsing bepalingen Nederlandse corporate governance code)? In de inleiding en paragraaf 4.3 wordt gesteld dat de accountant bepaalde werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole kan uitvoeren voor (specifieke) best practice bepalingen. Volgens de concept-handreiking moet de raad van commissarissen hiermee instemmen. Dit is echter niet het geval wanneer de werkzaamheden onderdeel uit maken van de reguliere werkzaamheden voor de jaarrekeningcontrole. De accountant is immers verantwoordelijk voor de aard en omvang van de werkzaamheden voor de jaarrekeningcontrole en verricht deze werkzaamheden, ongeacht of de raad van commissarissen daarmee instemt. Paragraaf 4.3 van de concept- handreiking beschrijft dat in het maatschappelijk verkeer de behoefte bestaat aan controle op de naleving van (specifieke) best practice bepalingen. De voorliggende concept-handreiking stelt dat het aan de raad van commissarissen is om een opdracht te verstrekken (‘instemmen’) aan de controlerend accountant om de naleving van (specifieke) best practice bepalingen te controleren. Wij zijn van mening dat een NBA handreiking niet het geëigende instrument is om invulling te geven aan de behoefte van het maatschappelijk verkeer. Een NBA handreiking bevat een nadere uitleg (primair voor leden van de NBA) op de toepassing van bestaande wet- en regelgeving bij het uitvoeren van een bepaald soort dienstverlening. Een NBA handreiking introduceert derhalve geen nieuwe wet- en regelgeving zoals de beschreven (verplichte) instemming van de raad van commissarissen bij het verstrekken van een opdracht tot controle van (specifieke) best practice bepalingen. Indien aan maatschappelijke wensen gehoor moet worden gegeven zal dit ons inziens via aanvullende wet- en regelgeving moeten plaatsvinden. Dit geldt ook in de situatie waarin de rol van de commissarissen niet die van de opdrachtgever voor additionele werkzaamheden zal zijn. Het geniet onze voorkeur om de scope uitbreiding in een nieuwe best practice bepaling in de Code wordt op te nemen. Bijkomend voordeel van vorenstaande is volgens ons dat de tweedeling tussen vennootschappen die wel en vennootschappen die niet (specifieke) best practice bepalingen laten controleren door de accountant, verdwijnt. 2 Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Amstelveen, 20 januari 2014 Hetgeen hiervoor is beschreven leidt ertoe dat ten aanzien van de huidige driedeling wij van mening zijn dat de eerste twee (huidige werkzaamheden op grond van de regelgeving en additionele werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole) kunnen worden samengevoegd - mits bestaande wet- en regelgeving wordt aangepast. Overige opmerkingen Algemeen Paragraaf 2.2. In deze paragraaf is een schema opgenomen waarin de betrokkenheid van diverse partijen bij de jaarrekening is uiteengezet. Wij zijn van mening dat bij het onderdeel ‘Bestuursverklaring ex 5:25c lid 2 sub c Wft’ de raad van commissarissen de verklaring niet beoordeelt en ondertekent, maar vaststelt dat de verklaring is opgenomen en ondertekend. Paragraaf 4.3, eerste alinea. De eerste alinea stelt dat ook de monitoringcommissie Corporate Governance vindt dat de accountant meer zou kunnen doen aan de toetsing van de naleving van de best practice bepalingen van de Code. Wij adviseren een verwijzing naar de bron van deze uitspraak op te nemen. Paragraaf 4.3, tabel ‘overzicht best practice bepalingen waarop accountant een toets kan uitvoeren’. De tweede kolom met titel ‘omschrijving invulling vennootschap’ kan worden gelezen als een verplichting jegens de vennootschap om op de beschreven manier bepaalde informatie te vervaardigen. Wij stellen voor de titel te veranderen in ‘Mogelijke basis controlebewijs’. Paragraaf 4.3. In de voorbeeldtekst ‘verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties’ staat een aantal best practice bepalingen vermeld. De achtergrond waarom juist de in de voorbeeldtekst genoemde best practice bepalingen zijn geselecteerd blijkt niet (expliciet) uit de handreiking. Wij verzoeken dit toe te lichten. Opmerkingen ten aanzien van de werkzaamheden Algemeen Met betrekking tot controlewerkzaamheden stellen wij voor om aan te sluiten bij gebruikelijke NV COS definities (wat houdt bijvoorbeeld een ‘integrale toets’ precies in?). In hoeverre rekening kan of moet worden gehouden met het materialiteitsbeginsel wordt niet beschreven. Wij zijn van mening dat dit alsnog dient te worden toegelicht. Principe/bepaling B.II.3.4. Ten aanzien van de omschrijving ‘publiek beschikbare informatie’ zijn wij van mening dat dit een nogal ruime omschrijving is. Kan hier een beperking in worden gebracht door bijvoorbeeld een of meerdere specifieke bronnen te benoemen? 3 Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Amstelveen, 20 januari 2014 Principe/bepaling D.III.5.13 Wij stellen voor de wijze waarop de volledigheid van de nota’s van de remuneratieadviseur kan worden gecontroleerd te verduidelijken. Principe/bepaling G.IV.1.1. Het nagaan van statuten op beschermingsconstructies lijkt ons een juridisch vraagstuk. Mag worden verwacht dat dit binnen het kennisgebied van de accountant ligt? Tot het geven van een nadere toelichting zijn wij gaarne bereid. Hoogachtend, KPMG Accountants N.V. M.A. Huiskers RA Partner 4
© Copyright 2025 ExpyDoc