KPN Kunstcollectie in Teleport

KPN Kunstcollectie in Teleport
Al een halve eeuw bouwt KPN aan een kunstcollectie. Jonge
talentvolle kunstenaars werden al vroeg gesignaleerd. Dat heeft
geleid tot een bijzondere verzameling van inmiddels gevestigde
kunstenaars. KPN stimuleert tot op de dag van vandaag jong talent,
ondermeer via de KPN Kunstprix en een samenwerking met de
Rijksakademie Amsterdam.
Het nieuwe KPN-pand Teleport is geheel ingericht volgens Het Nieuwe
Werken. Het gebouw kent verschillende werksettings, waar
medewerkers flexibel kunnen werken. Elke verdieping is verdeeld in
kwadranten in primaire kleuren. Bijzonder zijn de wintertuinen: grote
overdekte ruimtes waar je kunt ontspannen of een spelletje jeu de
boules kunt spelen. In de wintertuinen en in de hal werkte de
architect met Hollandse thema’s: polder, duin, park en stad.
In Teleport versterken kunst en architectuur elkaar. Werken uit de
collectie zijn als clusters bijelkaar gehangen, zoals de reeks foto’s in
het trappenhuis of een serie werken van één kunstenaar in een
kwadrant. De kunst in de wintertuinen benadrukt de thema’s polder,
duin en park. Het stadsthema in deze hal wordt onderstreept door
werk van topfotografen Thomas Ruff, Rineke Dijkstra en Marijke van
Warmerdam. De foto’s hebben met elkaar gemeen dat ze de
omgeving blootleggen, simpelweg door te registreren.
Thomas Ruff (Zell am Harmersbach, Duitsland, 1958) is één van de
belangrijkste kunstenaars van dit moment. Ruff fotografeert mensen,
façades van gebouwen, maar ook sterrenhemels. De foto’s getuigen
van een grote technische interesse. Ruff benadert zijn onderwerpen
op een zakelijke manier. Deze manier van fotograferen wordt wel
‘objectieve fotografie’ genoemd, een werkwijze die ook wordt
toegeschreven aan andere kunstenaars uit de ‘Düsseldorfer Schule’,
zoals Axel Hütte en Thomas Struth (eveneens in de collectie
vertegenwoordigd).
In Teleport hangen twee portretten van Ruff. De kunstenaar
fotografeert bij voorkeur mensen uit zijn directe omgeving:
generatiegenoten, vrienden en bekenden. De haarscherpe portretten
verraden niets over het karakter of de persoonlijkheid van de
Thomas Ruff
Portrait (A. Zeitler A)
c-print, 1998
geportretteerden. Ze geven ook geen inzicht in de gedachten,
gevoelens of de bedoelingen van de fotograaf. Ruff noemt zijn foto’s
dan ook gewoon ‘portret’ – de namen van de geportretteerden staan
er slechts tussen haakjes achter.
De modellen worden niet speciaal opgemaakt zoals in de
modefotografie en mogen zich kleden zoals ze zelf willen. Ruff
fotografeert ze vervolgens frontaal, voor een witte achtergrond en
altijd in de studio omdat het licht daar beheersbaar is. Een gekleurde
achtergrond, schaduwwerking of omgevingsbeelden zouden
bovendien een bepaalde sfeer oproepen en daar is Ruff juist niet naar
op zoek.
Thomas Ruff
Portrait (F. Thiel A)
c-print, 1998
Ook lachen is taboe: de gezichten zijn verstild in een balans tussen
pose en natuurlijkheid. Ruff maakt kolossale afdrukken van de foto’s.
Het grote formaat geeft de werken een monumentaal karakter. De
vergroting brengt ook vervreemding met zich mee. Door de
portretten op te blazen tot billboardformaat maakt de fotograaf iets
dat eigenlijk intiem en privé is tot openbaar bezit. Normaal gesproken
zou je nooit zo naar iemand kunnen kijken. Nu kun je het kwetsbare
gezicht meedogenloos aftasten, als een voyeur.
Ook de internationaal doorgebroken fotografe Rineke Dijkstra
(Sittard, 1959) werd bekend met portretten. Alhoewel het werk
waarmee ze doorbrak heel anders lijkt dan dat van Ruff – foto’s van
tieners op het strand, die zich nog onwennig met hun ‘nieuwe lijf’
opstellen voor de camera – fotografeert Dijkstra haar modellen ook zo
´echt´ mogelijk, gewoon zoals ze zijn.
De foto in de hal van Teleport maakte Dijkstra in Ghana. Ze
fotografeerde daar, in opdracht van Unicef, ongeveer 60 kinderen.
Dijkstra: ‘Ik vond het belangrijk om de kinderen niet zielig in beeld te
brengen, maar gewoon, zoals ze zich aan mij voordeden. Wat dat
betreft zijn emoties van kinderen in arme landen niet wezenlijk
anders dan in de westerse samenleving. Het lijkt wel of ze zich
aanpassen aan de situatie waarin ze zitten. Zo zijn kinderen in Ghana
net zo goed wel eens verlegen, trots, stoer of slungelig.
Rineke Dijkstra
Accra, Ghana
c-print, 1996
Marijke van Warmerdam (Nieuwer Amstel, 1959) fotografeert en
filmt. Voor haar werk kiest ze momenten waaraan je meestal voorbij
gaat, momenten die getuigen van een haast kinderlijke verwondering
over de wereld. Van Warmerdam: ‘Ik houd van kunst vooral als die
gemengd wordt met het leven. Kunst kan het leven een draai geven
en andersom. Ik vind het dan ook heel mooi als een kunstwerk heel
dicht bij het leven komt, er bijna in opgaat maar toch net niet.’
Een goed voorbeeld daarvan is het werk Don’t walk, walk. Door de
keuze voor het onderwerp, de manier van fotograferen en de grote
afmeting van de foto drukt Van Warmerdam je op het bijzondere van
een alledaags stoplicht. Een minimaal signaal, van rood naar geel, van
don’t walk naar walk zet grote bewegingen in gang. Als iedereen er
rustig voor wacht, maar ook als het teken genegeerd wordt, heeft het
kleine object grote impact.
Marijke van Warmerdam
Don’t walk, walk (detail)
c-print, 1997
In ander werk uit de KPN collectie speelt de herhaling van (kleine)
bewegingen ook een rol. In de video Voetbal bijvoorbeeld balanceert
een jongen eindeloos een bal op zijn hoofd. In de foto Catch bevriest
Van Warmerdam de beweging van een net weggegooide bal en in
Take off ‘vangt’ een spiegel een vliegtuig uit de lucht.
Meer info?
KPN Kunstzaken
(070) 446 05 29