Het doffe geluid van een schep zand op de kist; familieleden krimpen licht ineen, kuchen of halen dieper adem. Elk jaar komen ze op deze plek van ontvoering bijeen — een uurtje; er wordt niets gezegd, gedaan — slechts dat kijken naar nergens. SB Tja, dat geluid. Dof maar toch te hard en zo kil. Alsof ik een dood lichaam alsnog vastpak. En toch … die dofheid, die hardheid en die kilte passen precies bij mijn gevoel van dat moment. Verdoofd, gehard en zo koud, zo koud — zo koud. Dat gevoel. De krimpende pijn van het afscheid nemen in al je vezels voelen. Het afscheid van iemand van wie ik houd. Van wie ik geen afscheid wil nemen. Aan wie ik nog één maal iets wil laten weten. Een laatste keer mijn gevoel wil tonen. Tegelijkertijd … weten dat het ook anders kan. Geen afscheid nemen. Geen geluid van een schep zand op de kist. Maar zonder die schep zand op de kist des te meer verdoofd, des te meer gehard en welhaast bevroren. Dat nergens. Een afscheid dat dan niet plaatsvindt en altijd duurt. Monique Aalberts
© Copyright 2024 ExpyDoc