pdf-document - IdeeMobiel

Kleine snelheidsverschillen
Verklein de snelheidsverschillen voor meer fietsveiligheid.
Voor het verbeteren van de fietsveiligheid worden de gereden snelheidsverschillen consequent beperkt
ipv het beperken van de voertuigsnelheden naast een verwarrende veelheid van snelheid beperkende
maatregelen door o.m. het plaatsen van borden en verkeersdrempels. Daarbij gelden snelheidslimieten
van 10, 30 en 50 km/u. Tot 10 km/u op het voetpad, tot 30 km/u op het huidige fietspad. Daarboven
rijden voertuigen ca 50 km/u op de huidige hoofdrijbaan. Buiten de bebouwde kom wordt onderscheid
gemaakt tussen fietspaden en snelfietspaden voor resp. langzaam verkeer en middel snelverkeer. Een
gefaseerde invoering is goed mogelijk.
Om niet alleen aan te sluiten bij de wensen voor grotere veiligheid maar ook voor duurzaamheid en
goede verkeersdoorstroming worden verbrandingsmotoren uitgefaseerd en worden de
snelheidslimieten doorgetrokken voor het snelverkeer op auto(snel)wegen (70, 90, 110 en 130 km/u).
Verkeersveiligheid wordt bepaald door voertuig, weg en bestuurder. De bestuurder is daarbij wellicht de
zwakste schakel omdat die zich kan en moet aanpassen aan het voertuig, de omstandigheden en de
gesteldheid van de weg. Bij het verbeteren van de fietsveiligheid is de vraag wat precies onder een fiets
verstaan wordt. Denk aan de racefiets, ligfiets, snorfiets, bromscooter, scootmobiel, brommobiel,
elektrische step, segway of een persoon op skeelers. Verder is de fiets onderdeel van het verkeer en heeft
het overige verkeer mede invloed op de fietsveiligheid.
Daarom is voor het verhogen van de fietsveiligheid gekozen voor een consequente scheiding van
weggebruikers naar werkelijke snelheid. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een bromscooter wel weer op
het fietspad mág als die langzamer rijdt dan 30 km/u. Of de segway die langzamer gaat dan 10 km/u rijdt
op het voetpad en anders op het fietspad (tot max 30).
Op wegen met twee vrij liggende fietspaden en buiten de bebouwde kom, wordt elk van de twee
fietspaden verdeeld in een fietspad en een snelfietspad voor snelheden tussen 10 en 30 resp 30 en 50
km/u. Weggebruikers die geen 50 km/u kunnen of mogen moeten zich aan de maximale snelheid van 30
km/u houden op het fietspad. Op de hoofdrijbaan mogen alleen voertuigen die tenminste 70 km/u mogen
en kunnen rijden, anders rijden ze max 50 km/u op het snelfietspad. Zie bijgevoegde tekening.
Omdat (fiets-) veiligheid geen losstaand onderwerp is, is er rekening mee gehouden dat de genoemde
maatregel past in het bredere wensenpakket van deze tijd: beter benutten van infrastructuur en
duurzaamheid. Een betere doorstroming en het voorkomen van verwarring over de geldende
snelheidslimieten zijn maatregelen voor een betere benutting van de infrastructuur. Het doortrekken van
de snelheidslimieten-‘regiem’ voor snelverkeer dient dat doel. 70 en 90 km/u op stadsautowegen en
provinciale wegen; 90, 110 en 130 km/u op snelwegen. Er ontstaat daarmee een heldere structuur. De
uitwerking hiervan valt echter buiten het kader van deze prijsvraag.
Elektrische voertuigen maken het verkeer duurzamer. De opkomst van de vele soorten elektrische
voertuigen maakt het mogelijk de verbrandingsmotoren voor langzaam en middel snelverkeer uit te
faseren. Dit leidt naast verduurzaming ook tot minder lawaai op de weg wat samen met de lagere
snelheidsverschillen, tot rustiger en daardoor veiliger verkeer zal leiden.
Handhaving is een aspect dat van belang is voor het slagen van deze nieuwe aanpak. Daarvoor wordt een
groter beroep gedaan op de sociale controle naast snelheidscontrole met vergelijkbare middelen als voor
het snelverkeer (flitsers maar ook steekproefsgewijze controles). De invoering van kentekens voor alle,
dus ook de niet gemotoriseerde voertuigen, dient daarvoor overwogen te worden.
Het geschetst beeld is het ‘eindplaatje’ en zal gefaseerd kunnen worden ingevoerd, rekening houdend met
de huidige wet- en regelgeving in Nederland en Europa.
Bijlage met nadere uitwerking
Fietscategorieën
In onderstaande tabel een aantal voor dit document relevante eigenschappen per type fietscategorie:
Aandrijving
Ondersteuning
Accessoires
Rijbewijs
Kenteken
A: fiets
Géén
Max 30km/h
Geen
Diploma
Geen
B: fietsautomaat
(nu: snorfiets)
C: snelfiets
(nu: bromfiets)
Min 10 km/h
Max 30 km/h
Min 30 km/h
Max 50 km/h
Max 30km/h
Fietshelm
Am
Blauw
Max 50km/h
Helm
Am
Geel
Omdat er veel meer soorten fietsen bestaan, dan alleen snor- en bromfietsen, waarbij het bovendien zo is dat
op termijn verbrandingsmotoren vermoedelijk zullen verdwijnen, is hier gekozen voor nieuwe categorie
naamgeving. Per categorie kunnen dan verschillende soorten fietsen worden ingedeeld. Een scootmobiel kan als
deze minimaal 10 km/h rijdt als fietsautomaat worden ingedeeld, terwijl een elektrische scooter een snelfiets is
en een bakfiets weer valt onder de categorie fiets.
Op alle fietsen wordt een snelheidsmeter verplicht tenzij aannemelijk is, dat niet sneller dan 30 km/h wordt
gefietst. Op dit moment geldt -ook internationaal- een constructieve snelheidslimiet van 25 km/h, respectievelijk
45 km/h in plaats van de bovengenoemde 30 km/h en 50 km/h. Leveranciers van fietsen zijn derhalve thans op
deze snelheden ingesteld. Een geleidelijke invoering van de gewijzigde constructieve snelheden zou dan ook
voor de hand liggen.
Maximale snelheden (zie ook aparte figuur)
Het belangrijkste aspect van het concept, vormt de maximale toegestane snelheid op fietspaden en
snelfietspaden. Snelfietspaden hebben daarbij dezelfde betekenis als het huidige bromfietspad, met dien
verstande dat vergelijkbaar aan de categorie bromfiets hier als categorie snelfiets wordt aangeduid ook het
bromfietspad nu snelfietspad wordt genoemd. Er bestaat een voorkeur voor de snelheden 10-30-50, echter in
aansluiting aan de op dit moment bestaande constructieve snelheden zijn in een overgangsregime ook de
snelheidslimieten 10-25-45 denkbaar.
Maximale snelheid op de weg:
Een fiets heeft dezelfde maximale toegestane snelheid op de weg als andere voertuigen, waarbij wel verwacht
wordt dat de toegestane snelheid door de (snel)fiets daadwerkelijk gehaald wordt.
Maximale snelheid op fietsstroken langs de weg:
 Indien de snelheidslimiet op de weg 70 km/h is: maximaal 50 km/h, minimaal 30 km/h
 Indien de snelheidslimiet op de weg 50 km/h is: maximaal 30 km/h, minimaal 10 km/h
Fietsstroken bij wegen met snelheden van 90kmh of hoger bestaan niet en worden uit veiligheidsoverwegingen
afgeraden. Fietsstroken bij wegen met 30kmh zijn niet nodig, omdat de fiets kan dan gewoon op de weg fietsen.
Fietspaden:
Snelfietspad (nieuw):
maximaal toegestane snelheid: 50 km/h, doch minimaal 30 km/h
(snel)fietspad, vergelijkbaar aan het huidig (brom)fietspad:
maximaal toegestane snelheid: 50 km/h, doch minimaal 10 km/h
Uit veiligheidsoverwegingingen is dit afgeraden. Indien er niet voldoende ruimte is
voor een fietspad en een snelfietspad, dan kan men beter voor een fietspad kiezen.
Fietspad:
maximaal toegestane snelheid: 30 km/h, doch minimaal 10 km/h
Voor nadere toelichting en mogelijke uitwerkingen zie ook bijgaande overzichtsfiguur.
Naast elkaar fietsen
Men zou het uit veiligheidsoverwegingen eigenlijk het naast elkaar fietsen helemaal moeten verbieden. Echter
heeft dit een dermate grote impact op het fietsplezier, dat uit deze reden een verbod niet wenselijk is. Derhalve
wordt dit in het voorstel het wel toegestaan met inachtneming met het navolgende:
Alleen op een (snel) fietspad of op een weg met een maximale snelheid van 30 km/h waarbij maximaal 2 fietsen
naast elkaar, waarbij beide fietsen afzonderlijk niet meer dan 60cm breed mogen zijn. Er moet rekening worden
gehouden met overig verkeer incl. de mogelijkheid voor een andere achterliggende fietser om in te halen.
Fietsers moeten rechts fietsen en als zij naast elkaar fietsen moeten zij bij het inhalen tijdelijk achter elkaar
fietsen. Bij het inhalen, moet men bovendien achter een voorligger blijven die ook inhaalt.
Niet verplicht fietspad
Het onderscheid tussen verplicht en niet verplicht fietspad wordt in dit voorstel overbodig. Het
is immers de fietser zelf die moet bepalen waar hij wil fietsen en aan welke snelheid hij zich als
gevolg van zijn keuze wil houden. Het bord niet verplicht fietspad kan dan ook uit het straatbeeld verdwijnen.
Merk op dat dit bord ook internationaal maar zelden een equivalent heeft, en indien die bestaat er veelal geheel
anders eruitziet. Daarnaast is de inhoudelijk exacte betekenis van dit bord veelal onbekend.
Uitfaseren van verbrandingsmotoren
Verbrandingsmotoren van snorfietsen en bromfietsen maken relatief veel lawaai en veroorzaken luchtvervuiling.
Beide aspecten dragen bij aan een gevoel van onveiligheid voor overige weggebruikers. Zodra men van achteren
een fiets met verbrandingsmotor hoort aankomen, voelt men zich gedwongen om aan de kant te gaan. De
bestuurders van deze voertuigen zijn dan ook genegen, om aan de overige gebruikers van het fietspad voorbij te
scheuren. Derhalve wordt vermoed, dat het veiliger is, als men gemotoriseerde voertuigen juist niet hoort
aankomen, waardoor het snellere verkeer gedeeltelijk moet inhouden om te kunnen passeren. Tegelijker tijd
vraagt stiller verkeer op het fietspad, ook meer discipline van de langzamere fietsers om zo veel mogelijk rechts
op het fietspad te blijven, waarbij men terughoudender is in het naast elkaar fietsen. Beide aspecten leveren
uiteindelijk meer veiligheid op.
Voorgesteld wordt om de verkoop snorfietsen per 2015 te verbieden, waarbij de voertuigcategorie voor
vervangende elektrische modellen als fietsautomaat blijft bestaan. Het zelfde voor bromfietsen per 2017 welke
categorie dan snelfietsen worden genoemd. Per 2020 mogen verbrandingsmotoren alleen dan worden gebruikt,
als ze niet ouder zijn dan 8 jaar. Het uitfaseren van verbrandingsmotoren en het toepassen van elektromotoren
past ook in een bredere context waarbij het wegverkeer met van minder geluid, betere luchtkwaliteit en
verduurzaming van energiebronnen. Daarnaast is het uitfaseren van verbrandingsmotoren bij fietsen
eenvoudiger, omdat deze met een relatief kleinere actieradius hebben en daarnaast ook minder energie
verbruiken, waardoor de omvang van accu’s hier geen probleem is.
Lokaal verbod op fietsen met verbrandingsmotoren
Milieuzone elektrisch: in deze milieuzone mogen alle soorten fietsen maar ook personen
auto’s alleen elektrisch aangedreven worden. Verbrandingsmotoren zijn voor deze voertuigen
niet toegestaan. Voor vrachtwagens, bussen en andere zware voertuigen gelden verder de
thans geldende steeds strengere wordende regels voor een milieuzone.
Geadviseerd wordt om binnensteden prettiger en vriendelijker te maken door het gebruik van
elektrische milieuzones. Die zones kenmerken zich door parkeergarages aan de rand voor
brandstofauto’s en een goede bereikbaarheid te voet en/of met openbaar vervoer. Ook zijn
stille fietspaden een extra dimensie voor recreatie. In stilte gebieden is dit zeker wenselijk. Na
2025 zal het onderbord voor stille fietspaden overigens volgens het voorstel niet meer nodig
zijn, daar verbrandingsmotor voor fietsen dan volgens dit voorstel niet
meer zijn toegestaan.
Stille fietswegen: Onderbord voor (niet) verplicht (snel) fietspad of fiets zone. Geeft aan dat
(snel) fietsen met verbrandingsmotoren niet zijn toegestaan. Elektrisch aangedreven
fietsmodellen zijn wel toegestaan.
Testen (i.p.v. Prototype)
Bovenstaande voorstellen kunnen worden getest door op bepaalde wegen, waar veiligheid een probleem vormt,
genoemde voorstellen te realiseren. Het is mogelijk om het bord (niet)verplicht fietspad aan te vullen met een
bekend snelheidslimiet bord. Daarnaast kan zelfs een onderbord geplaatst worden met de tekst “max.2 naast
elkaar”, “hier niet brommen” of “min. 10kmh”. Op deze wijze kan men lokaal de nieuw regels toepassen, waarbij
vervolgens geëvalueerd kan worden in hoeverre de nieuwe regels inderdaad tot verbetering aan de veiligheid
bijdragen.