3 2 de erfgoedkrant september 2014

3
De Erfgoedkrant
Erfgoednieuws uit Aalst, Baardegem, Erembodegem, Gijzegem, Herdersem, Hofstade, Meldert, Moorsel en Nieuwerkerken
De erfgoedkrant verschijnt 3 keer per jaar en is een gratis uitgave van de Erfgoedcel Aalst 5de jaargang nummer 3 september 2014
Eerste
Wereldoorlog
Tentoonstelling
van 27 septe mber 2014
tot en met 29 maart 2015
’t Gasthuys
Stedelijk Museum Aalst
Oude Vismarkt 1
www.erfgoedcelaalst.be
www.madeinaalst.be
Je kan er niet omheen: 2014 staat in het teken van
de
Eerste Wereldoorlog. Overal wordt de Groote
Oorlog
herdacht met passende activiteiten. En uiteraard
blijft
Aalst daarin niet achter. Naast een digitalisatiepro
ject
over tekstaffiches, een toeristische wandeling en
fietstocht, een openluchtcinema en vele andere
projecten is het hoogtepunt zonder twijfel de
tentoonstelling onder begeleiding van prof. Sophie
De Schaepdrijver. Hierin zal het dagelijkse
leven in Aalst tijdens de oorlog belicht worden.
TUSS EN
GE M EE NS CH AP
EN GE W EL D
Aalst in 1914 - 1918
de Groote Oorlog
Tussen gemeenschap
en geweld
Aalst in de Groote Oorlog 1914-1918
De Eerste Wereldoorlog of de Groote Oorlog was het eerste internationale conflict op wereldschaal. Het vond plaats van 28 juli 1914 tot
11 november 1918. In Aalst ging de oorlog gepaard met een explosie
van geweld: op 27 september 1914 vielen de Duitsers de stad binnen.
Daardoor is het Aalsterse verhaal van de Eerste Wereldoorlog méér
dan het bij iedereen gekende beeld van de frontsoldaten aan de IJzer
en de loopgraven in de Westhoek. Aalst was van 27 september 1914
tot 11 november 1918 een stad onder Duitse bezetting, wat een
fundamenteel andere situatie was dan die aan het front.
Om dat te belichten wordt een grootse tentoonstelling georganiseerd met een kijk op het alledaagse leven van de Aalstenaar tijdens
de oorlogsjaren. Van de Duitse inval en de uitbarsting van geweld in
september 1914, het dagelijkse leven, de deportatie van tal van
Aalstenaars tot de herdenking en herbegraving van de slachtoffers aan de Zwarte Hoekbrug.
Al deze onderwerpen komen aan bod,
alsook het verhaal van
de vluchtelingen en de
verhalen van aan het
front.
>2
Beeld: Duitse soldaten op de Grote Markt. De
Groote Oorlog is een feit in Aalst. Verz. J. Ghysens.
— Grafisch ontwerp:
V.U.: Christoph D’Haese, burgemeester, p.a.
stadhuis, Grote Markt 3, 9300 Aalst, tel. 053
73 23 23
www.liesbethbonner. be
Foto’s door een Duitse oorlogsfotograaf
tijdens de eerste maanden van de oorlog.
colofon | Concept: Erfgoedcel Aalst | Redactie: Erfgoedcel Aalst, ‘t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst, Stadsarchief, D.A.D.D.vzw en dienst Stadsmarketing en sectie Communicatie |
Eindredactie: Erfgoedcel Aalst | Foto’s: Bram Goots, Bar t Backaer t, Jeroen Meer t, Michel Igual | Layout: www.impressantplus.eu | Druk: Roular ta Media Group nv | Verantwoordelijke uitgever :
Christoph D’Haese, burgemeester, p.a. stadhuis, Grote Markt 3, 9300 Aalst, tel. 053 77 93 00.
2
3
de erfgoedkrant september 2014
Represailles van de Duitsers
De zwaarste beproeving moest echter nog volgen. De Duitse eenheden van
de Landwehr die Aalst op 25 september bezet hielden, vertrokken alweer een
dag later. Het Belgische offensief dat vanuit Antwerpen en Gent werd ingezet
deed ook Aalst aan en de Dender werd als verdedigingslinie ingericht. Lansiers
en karabiniers-cyclisten bewaakten onder andere de drie Denderbruggen. Ver
hadden de Duitsers zich echter niet teruggetrokken: hun voorposten zaten in
Mijlbeek wat een aantal Belgische verkenners snel merkten aan de kogels die
hen om de oren floten…
Tijdens hun terugtocht hadden de Duitsers hun woede gekoeld op de burgerbevolking in de Binnenstraat, waar een aantal huizen in brand werden gestoken.
Twee mannen die hun brandende woning trachtten te ontvluchten werden
koelbloedig neergeschoten.
Op zondag 27 september gingen de Duitse troepen over tot een nieuw offensief
dat om 9 uur van start ging met een anderhalf uur durende artilleriebeschieting.
De Sint-Martinuskerk, het van een grote Rode Kruisvlag voorziene hospitaal en
tal van andere niet-militaire doelen werden getroffen.
100 jaar geleden
Over een bloedige zondag in september…
Op 27 september 2014 is het precies honderd jaar geleden dat Duitse troepen Aalst veroverden om er meer dan
vier jaar lang de plak te zwaaien. Aalst was vóór die noodlottige septemberdag echter al meegesleurd in het oorlogsgeweld: op 21 augustus waren Duitse soldaten voor
het eerst in Aalst aanwezig, maar in de maand die daarop
volgde was Aalst afwisselend in handen van Belgische
en Duitse militairen. We maakten deel uit van het zogenaamde ‘niemandsland’, met alle gevolgen van dien.
Fietsproblemen in de Pontstraat
Op verschillende plaatsen in het stadscentrum botsten Belgische en Duitse
patrouilles op elkaar. De omgeving van de Houtmarkt bijvoorbeeld werd op 1
september opgeschrikt door zo’n voorval. De Duitse troepen die Aalst die dag
bezet hielden kregen het bevel de stad te verlaten. Een viertal soldaten-wielrijders kreeg echter problemen met hun fiets en zochten in de Pontstraat hulp
bij fietsenmaker Philemon Hoevelinck-Tas. Ondertussen gingen ze een pintje
drinken in het café van Felix De Groot op de Houtmarkt. Wat ze niet wisten
was dat er ondertussen een Belgische patrouille van soldaten en rijkswachters
was gearriveerd. In De Volksstem van de dag nadien werd het voorval als volgt
beschreven:
“De Belgen verborgen zich achter de boomen op de Houtmarkt, doch de Duitschers
waren ongetwijfeld verwittigd, want weldra verscheen er een in den gang van het
huis en schoot [naar de Belgen]. Deze schoten terug, en van beide kanten werden
Duitsers op
de Grote M
arkt van Aa
Aalsterse vluchtelingen eind september 1914. Verz. Liberaal Archief vzw.
The Battle of Alost
een twintigtal schoten gelost. De Belgen hadden echter geen voldoende schietvoorraad en moesten zich terugtrekken en de Duitschers… vroegen niet beters. Zoo
snel zij loopen konden, vluchtten zij langs de St. Janstraat den Osbroeck in!!!!! Een der
Duitschers moet ongetwijfeld gekwetst zijn, want een bloedplas lag in het huis van De
Groot. Onnoodig te zeggen, dat er op de Houtmarkt en in den omtrek, bijzonderlijk
bij De Groot, eenige ruiten uitgeschoten zijn en dat het voorvalletje heel de wijk in
rep en roer zette. Daar de Duitschers zonder hunne rijwielen gevlucht waren werden
deze natuurlijk door de Belgen buit gemaakt.”
De tentoonstelling loopt van 27 september 2014 tot en met
29 maart 2015 in ’t Gasthuys – Stedelijk Museum
(Oude Vismarkt 13, Aalst). De toegang is gratis.
De tentoonstelling is een samenwerkingsproject van de verschillende erfgoeddiensten van de stad Aalst: ’t Gasthuys - Stedelijk Museum, Stadsarchief
Aalst, D.A.D.D. vzw (Documentatiecentrum en Archief voor Daensisme
en Hedendaagse Geschiedenis van de Denderstreek) en Erfgoedcel Aalst.
Curator: prof. Sophie De Schaepdrijver.
Tijdens die beschieting was de omgeving van de Sinte-Annabrug en de Molenstraat
de achtergrond van een schouwspel dat sindsdien gekend staat als de ‘Battle of
Alost’. Aan de brug waren barricades opgeworpen waarachter de lansiers zich
gereed hielden om de Duitse aanval af te weren. Ze werden bijgestaan door de
pantserwagen van onderluitenant Thiery. Een Amerikaanse cameraploeg die de
inslaande artilleriegranaten blijkbaar niet spectaculair genoeg vond, stelde voor
om een gevecht in scène te zetten. In ‘het gat van de markt’ stond eveneens
een barricade opgesteld en de daar aanwezige lansiers hadden de eer om
samen met de pantserwagen in de hoofdrol te mogen acteren alsof ze een
Duitse aanval afsloegen. De beelden gingen de wereld rond en werden onder
andere in Londen en de
Verenigde Staten veelvuldig getoond. In allerhande
kranten werden beelden
uit de film verspreid, hier
en daar zelfs met extra
bijgetekende schade aan
de omliggende gebouwen in de Molenstraat.
We kennen vandaag de
beelden van die film dankzij
postkaarten. De eigenlijke
film is onvindbaar.
Postkaart van ‘The Battle of Alost’. Verz. D. Meert
Bloedbad in de Drie Sleutelsstraat
Aan de Zwarte Hoekbrug werd er op dat moment jammer genoeg geen toneel
gespeeld. Daar gebruikten de Duitse troepen een weerzinwekkende tactiek om
hun aanval meer kans op slagen te geven: uit de Drie Sleutelsstraat en omgeving werden willekeurige burgers uit hun woning gehaald en verplicht om vóór
de oprukkende troepen te lopen, als levend schild. Ook deze aanval mislukte,
maar het vuurgevecht eiste wel verschillende burgerslachtoffers. Het over en
weer geschiet eindigde rond half vijf ’s namiddags. Wanneer iets later een aantal
Belgen op verkenning gingen op rechteroever werden ze geconfronteerd met
de meest gruwelijke taferelen. Als represaille voor de mislukte aanvallen was de
Drie Sleutelsstraat nagenoeg volledig platgebrand. In de buurt werden de lijken
gevonden van een dertigtal buurtbewoners… onschuldige mannen, vrouwen
en kinderen afgemaakt met geweerschoten en bajonetsteken. Sommigen waren
de polsen of de keel overgesneden.
Toen de Belgen de dag nadien het bevel kregen Aalst te verlaten, werd de stad
opnieuw ingenomen door de troepen van de Landwehr. Gelukkig waren de
meeste burgers de stad ontvlucht want dronken soldaten plunderden de leegstaande woningen. Het bloedige startschot van een meer dan vier jaar durende
bezetting was gegeven.
Duitse soldaten-wielrijders
in de buurt van Aalst.
Broodbedeling werd deel van het dagelijkse leven. Verz. Stadsarchief Gent.
“Laat den Duitsch maar
komen”. Positivisme in
1914. Verz. Ghysens
lst. Verz. Gh
ysens
Nocturnes Groote Oorlog
In het kader van de tentoonstelling organiseert
’t Gasthuys – Stedelijk Museum ook enkele nocturnes.
Lezing – Ivan Adriaenssens
Dinsdag 14 oktober, 20 uur.
Stripauteur Ivan Adriaenssens tekende mee aan diverse strips, animatiefilms
en theaterproducties. De Eerste Wereldoorlog, de eerste gefotografeerde en
gefilmde oorlog, is zijn grote passie.
Lezing – Diane De Keyzer
Vrijdag 21 november, 20 uur.
Diane De Keyzer, auteur van onder andere ‘De Keuken van Meesters en
Meiden’ vertelt over haar nieuwe boek ‘Nieuwe meesters, magere tijden’.
Over het voedsel dat tijdens de Eerste Wereldoorlog al dan niet ter beschikking was, over verhalen en foto’s van vluchtelingen, gesloten grenzen, eten aan
het front en de massale voedselhulp.
Woordkunst
Datum nog niet bepaald.
Naar goede gewoonte zal ook de Academie voor Podiumkunsten een nocturne rond Woord verzorgen.
Alle nocturnes zijn gratis en vinden plaats in ’t Gasthuys - Stedelijk Museum,
Oude Vismarkt 13, Aalst. Alle info: tel. 053 72 36 02, [email protected],
www.aalst.be/museum
Via Dolorosa
Zaterdag 27 september, Grote Markt, 10 - 18 uur, gratis.
De ‘Via Dolorosa’ of ‘Weg van het Lijden’ volgt de eerste oorlogsmaanden
in België, vanaf het oversteken van de Duitse grens bij Gemmenich tot het
vastlopen van het front in de Westhoek. De route wordt opnieuw aangedaan
met een bus, uitgerust met een tentoonstelling. Die bus zal ook halt houden
in Aalst. Precies 100 jaar na de Duitse inval stopt de bus op de Grote Markt
van Aalst. De bus is ingericht als een tentoonstellings- en ervaringsplaats.
Aan de hand van kaarten en foto’s wordt het lokale verhaal verankerd in het
grotere oorlogsgeheel.
Alle info: tel. 053 72 32 27, [email protected],
www.erfgoedcelaalst.be, www.madeinaalst.be
Lezing prof. Sophie De Schaepdrijver
Zaterdag 20 december, stadhuis Aalst, 20 uur,
gratis maar inschrijven is wel verplicht.
Na een succesvolle lezing in 2012, een zeer interessante studiedag in 2013
komt ook in 2014 professor De Schaepdrijver naar Aalst om ons meer te
vertellen over de Groote Oorlog in Aalst. De tentoonstelling, waarvan zij
curator is, loopt vanaf 27 september in ’t Gasthuys - Stedelijk Museum. Haar
lezing zal dieper ingaan op het thema van de tentoonstelling: het dagelijkse
leven in Aalst tijdens de oorlogsjaren. Door de agressieve inval van de Duitsers
in Aalst kent de stad een heel apart oorlogsverhaal.
Alle info: tel. 053 72 32 27, [email protected],
www.erfgoedcelaalst.be, www.madeinaalst.be
4
5
de erfgoedkrant september 2014
De geelgroene
’t Groen Kotje
bloemen lijken
erg op tulpen.
ere groene
e bomen en and
In deze rubriek lees je meer over oud
erfgoedelementen.
Het stadspark van Aalst
en haar tulpenbomen
De aanleg van het stadspark
Het stadspark werd aangelegd tijdens de
Eerste Wereldoorlog op initiatief van het toenmalige stadsbestuur. Dat had namelijk een erg
goede reden voor dit initiatief. Door de oorlog
was de industrie stilgevallen: enerzijds door
de mobilisatie en anderzijds door gebrek aan
grondstoffen. Dit bracht een enorme werkloosheid teweeg in Aalst die men trachtte
tegen te gaan door grote openbare werken
uit te voeren. De plannen van het Stadspark
dateerden al van het einde van de 19de eeuw.
Het enige dat al voor de oorlog verwezenlijkt was, was het verwerven van de nodige
gronden. Als locatie voor een stadspark viel de
keuze op een deel van het Osbroek, op nauwelijks 800 meter van de Grote Markt. Niet
minder dan 15 hectaren werden aangekocht.
populaire Engelse landschapsstijl
Het stadspark moest uiteraard ontworpen
worden en daarvoor deed men beroep op
de gerenommeerde landschapsarchitect
Louis J. Breydel. Hij ontwierp het park in de
voor die tijd populaire ‘Engelse landschapsstijl’. Kenmerken daarvan zijn slingerde paden,
grote watervlakken, grasvelden, boomgroepen,
bosjes, zichtassen, enz. Alles werd opgesmukt
met romantisch ogende brugjes, pergola’s
en andere sierbouwwerken. Typisch voor die
periode is het gebruik van veel cultivars (verschillende boomrassen) en exoten (uitheemse
planten en boomsoorten). Vlaanderen was
arm aan inheemse boom- en struikensoorten, een aanvulling van het assortiment met
exoten en cultivars was dan ook vanzelfsprekend. Dat verklaart waarom we vandaag meer
dan 150 verschillende boomsoorten terugvinden in het stadspark. Echter, die behoren niet
met het
ark: we zien het ronde bloemperk
Oude prentkaart van het Stadsplf. Links zie je de twee erg jonge tulpenbomen.
monument van schepen De Wo
allemaal tot de oorspronkelijke aanplanting.
Vele originele planten en bomen stierven door
ouderdom, kregen concurrentie van snelgroeiende soorten, hadden in het verleden sterk
te lijden onder overmatig gebruik van pesticiden, werden geplant op een ongeschikte
groeiplaats of een plek met een veel te hoge
grondwaterstand.
Zo werden o.a. de lindebomen in de dreef
aan de hoofdingang van het park in de jaren
’90 gekapt en vervangen door een nieuwe
dubbele rij Hongaarse zilverlindes. De oude
bomen waren het slachtoffer geworden van
slecht beheer: bodemverdichting, gebruik van
pesticiden en een gebrek aan snoeibegeleiding
waren de belangrijkste redenen.
De tulpenbomen
Soms brengen ongelukken ook meevallers
naar boven. Toen de lindebomen aan de
inkomdreef werden gekapt, kwamen twee bijzondere bomen letterlijk aan het licht. Links
en rechts van het ronde bloemenperk
bleken twee prachtige tulpenbomen te
staan. De tulpenboom (Liriodendron tulipifera) is afkomstig uit het zuidoosten en
middenwesten van de Verenigde Staten.
De boom is al sinds de tweede helft
van de 17de eeuw bij ons in cultuur en
werd veel aangeplant in grote tuinen en
parken. Vooral het merkwaardige blad
met zijn afgeplatte top en de geelgroene - op tulpen lijkende - bloemen
geven deze boomsoort een grote sierwaarde. Maar ook zijn prachtige herfstkleur is
bijzonder.
Op een oude prentkaart van het stadspark
zien we het ronde bloemperk met op de achtergrond het monument van schepen Désiré
De Wolf. Links op de foto merk je de twee erg
jonge tulpenbomen op. Het monument werd
ondertussen verplaatst, het bloemperk werd
vergroot en de twee tulpenbomen groeiden
uit tot volwassen exemplaren.
Dus ook de twee tulpenbomen vieren hun
100ste verjaardag. Een tulpenboom kan zelfs
makkelijk tweemaal zo oud worden. De linkse
boom werd een aantal jaar geleden door een
blikseminslag getroffen, de schade is nog goed
te zien aan de beschadigde schors. De boomverzorgers houden de boom nauwlettend in
’t oog.
Het bloemperk aan de hoofdin
De twee tulpenbomen zijn 100gang van het Stadspark.
jaar oud.
6
7
de erfgoedkrant september 2014
in de kijk
er
Mijn erfgoed en ik
Wist je dit?
d is uiterst gevarieerd.
Ons immaterieel en onroerend erfgoe
object in de kijker.
Wij zetten in elke erfgoedkrant een
verhalen achter een op
Vreemde gebruiksvoorwerpen, leuke
merkwaardige geschiedenis
het eerste zicht simpel object of een
riek meer over.
van een object. Je leest er in deze rub
rlogsslachtoffers W.O. I
Deze editie: herdenkingspanelen oo
Sophie De Schaepdrijver
Carlos Moens
Twee mensen,
twee erfgoedstukken.
Over hun persoonlijk verhaal
en het groter erfgoedgeheel erachter.
Herdenkingsplaten alom
Meteen na het einde van de Groote Oorlog werd alom gepleit om deze
wereldtragedie niet te vergeten. De gedachtenis van hen die zich ingezet
hadden voor de verdediging van het vaderland en dit met hun leven
bekocht hadden, moest geëerd worden. Daardoor verschenen her en
der monumenten en herdenkingsplaten. Niet alleen steden en gemeenten namen daarin het initiatief, ook allerlei verenigingen, bedrijven en
zelfs scholen droegen bij. Zo werd door de toneelvereniging ‘Het Land
van Riem’ een kader aangemaakt ter herdenking van hun leden aan het
front. Het Sint-Jozefscollege plaatste in de inkomhal van de school een
bronzen herdenkingsplaat voor hun gesneuvelde (ex-)leerlingen. Ook
aan het station werd een bronzen plaat aangebracht met de namen
van de omgekomen werknemers van de Belgische spoorwegen. Op de
Graanmarkt werd in 1922 een fraai monument opgericht ter nagedachtenis van de gesneuvelde oud-leerlingen van de Legerpupillenschool.
Aan het stadhuis
Tijdens de Aalsterse gemeenteraadszitting van 21 december 1918
bracht raadslid De Windt hulde aan de opofferingsgeest van de gesneuvelden. Hij pleitte om deze heldhaftige soldaten niet te vergeten, en
ook de droeve afgemartelden, opgeëischten en de omvergeschotenen te
gedenken. Daarom stelde hij voor om in het stadhuis een plaat aan te
brengen waarin in gouden letters hun namen zouden gebeiteld worden.
Waarnemend burgemeester De Hert antwoordde dat het schepencollege hiertoe al een ontwerp ter studie had. Toch duurde het nog enkele
jaren vooraleer dit voorstel werd uitgevoerd. Eind 1920 werd in de feestzaal van het stadhuis een ontwerp tentoongesteld voor dit ‘monument’.
De Windt vroeg in de gemeenteraadszitting van 11 december 1920
waarom hiertoe geen openbare ontwerperswedstrijd was ingericht.
Burgemeester De Hert antwoordde dat Aalst over een uitmuntend
stadsbouwkundige beschikte, die zelfs de prijs van Rome
had gewonnen. Waarom zou men dan nog een
oproep doen aan ‘vreemde artiesten’? Net als het
ontwerp liet ook de uitvoering nog enige tijd op
zich wachten. Zo zien we dat in juli 1923 nog
een supplementaire uitgave voor de plaatsing
werd goedgekeurd door de gemeenteraad.
Marmeren platen
Uiteindelijk werden 8 grote marmeren platen
in een decoratieve omlijsting geplaatst aan
weerszijden van de inkom van het stadhuis.
Daarin werden alle namen van de gesneuvelden, de overleden opgeëisten en de
burgerslachtoffers opgesomd. In de loop der
jaren werden deze monumentale platen verdoezeld door de uitbreiding van de stedelijke
administratie. Kantoorruimtes zorgen ervoor
dat je de marmeren platen vandaag niet zo
goed meer kan zien. Wie ze toch nog wil (her)
ontdekken, moet even binnenstappen in het
portaalgebouw aan de Grote Markt of bij de
dienst bevolking. De gedenkplaten herinneren ons aan de gruwelijke oorlog en aan alle
stadsgenoten die de gruwelijke periode van
1914-1918 niet overleefd hebben.
Marmeren panelen aan het Stadhuis van Aalst.
Object: oude postkaart van de vernielde Drie Sleutelsstraat
Object: originele kar van het Belgische leger.
in Aalst.
Herdenkingsmonum
in Moorsel (foto boveenten
Erembodegem (foto n) en
links).
“Geschiedenis en erfgoed wisten mij al van jongs af aan te boeien. In
geschiedenis is als het ware nooit echt iemand dood. Je brengt ze altijd
weer tot leven. Mijn interesse in de Eerste Wereldoorlog werd aangewakkerd door het tragische van die oorlog: zoveel talent en levenslust
geconfronteerd met zoveel noodlot. De foto van de uitgebrande Drie
Sleutelsstraat raakt mij elke keer opnieuw. Het herinnert ons eraan dat
Syrië ooit aan de Dender lag. Om het preciezer uit te drukken: dat ook bij
ons de gewone mensen, hun levens en hun hebben en houden kwetsbaar
waren voor oorlogsgeweld.
Ondanks mijn enorme interesse verzamel ik zelf geen objecten
uit de Eerste Wereldoorlog. Al heb ik wél een koffiekopje
waarop staat: ‘Herinnering aan de oorlog 1914-1915’.
Over optimisme gesproken!
In Amerika doceer ik Europese geschiedenis en daarin schenk ik veel aandacht aan W.O.I. De studenten luisteren met bijzonder veel belangstelling.
Zo kreeg ik nog in juli een mail van een student. Hij had zes jaar geleden
een cursus ‘literatuur van W.O.I’ gevolgd bij mij. Nu is hij advocaat in stage,
maar, zo schrijft hij mij, de boeken die we toen lazen zijn hem al die tijd
bijgebleven. Ook mijn cursus W.O.I is altijd na een week volgeboekt, ik
moet studenten op de wachtlijst zetten. Mijn indruk is dat scholen hier
meer mikken op het lokale aspect van de oorlog. Dat is geen slecht
idee, maar men moet er voor oppassen dat het niet te beperkt wordt.
Scholieren en ook studenten zouden ook de grote literatuur over W.O.I
moeten kennen, zoals Erich Maria Remarques prachtige roman ‘Uit het
Westen niets Nieuws’.
Toch kent een stad als Aalst ook
haar plaats in het grote verhaal.
Aalst is een perfect voorbeeld
van een stad die in 1914 zwaar
werd mishandeld in de context
van de ‘bewegende oorlog’
(m.a.w. nog vóór de loopgraven).
Daarna heeft de stad moeten
leven onder een hard bezettingsregime. Die plotsklapse
kwetsbaarheid van een volkswijk heeft mij altijd ten diepste
getroffen. Dat en ook de foto
van de Drie Sleutelsstraat
leren ons dat we met onze
welvaart en veiligheid niet uit
het oog mogen verliezen dat
het ooit ánders is geweest. En
dat vele mensen elders in de
wereld dit soort zaken dagelijks meemaken.”
“Verschillende generaties van mijn voorouders verdienden hun boterham
met wat we nu transport noemen. Alleen was dat toen niet met trucks
maar met paard en kar. Mijn vader was in 1932 instructeur bij het 2de regiment gidsen of de Belgische cavalerie. Zo kwamen twee van mijn passies
samen: paarden en het Belgische leger. Ze zeggen altijd: “Bloed kruipt waar
het niet gaan kan”, dus ondanks een opleiding in de rechten vond ik toch
een manier om mijn boterham te verdienen in de paardenstiel.
Tegen de jaren ‘50 was er uiteraard geen sprake meer van transport met
paarden. Bedrijven zoals Bruyland, De Bruyn en De Strooper verhuurden
paarden en koetsen, zogenaamde huurhouderijen. Gaandeweg deden
deze bedrijven de boeken dicht.
Zo zag ik een gat in de markt:
ik specialiseerde mij in historische koetsen.
Geen replica’s maar originelen
die ik volledig restaureer(de).
Steeds vaker kwamen tv-studio’s bij mij aankloppen, op zoek naar paarden
of karren voor één of andere feuilleton. Vanaf het moment dat de naam
Moens in de generiek zat van een aantal producties ging de bal goed aan
het rollen. Mijn koetsen en paarden zijn te zien in nationale producties
van de BRT/VRT (o.a. het Rubensfeuilleton). Maar ook de BBC deed een
beroep op mij (o.a. voor Hercule Poirot) en zelfs Amerikaanse producties
klopten bij mij aan, zoals de filmproductie van ‘Total Eclipse’ met Leonardo
DiCaprio.
Mijn handelsmerk, en waar ik echt een punt van maak, is de historische
correctheid van mijn materiaal. Of het nu koetsen, uniformen, zadels of
bespanningen van de paarden zijn, het moet juist zijn. Als het niet klopt,
hoeft het niet voor mij. Hét pronkstuk uit mijn collectie is de kar van het
Belgisch leger volgens model 1874, met nummer 253. Het model werd
zo genoemd omdat de kar in 1874 gebouwd werd. De vier letters ACCH
op de kar staan voor het atelier waar ze gebouwd werd: Atelier Central
du Charroi in Brussel. De kar diende als foerage, voor het vervoeren van
vrachten. Naargelang het gewicht van de vracht werd de kar getrokken
door 2, 4 of 6 paarden. De kar overleefde W.O. I en werd ook in W.O. II
terug ingeschakeld. In 1940 werd ze achtergelaten aan de Zeebergbrug.
Maalderij Gheeraerdts haalde ze op en gebruikte ze voor transport binnen
de maalderij. In 1972 kocht ik de kar over van de maalderij. Tijdens de
voorstelling van het Aalsterse herdenkingsprogramma in mei reed de kar
rond in Aalst, net als weleer.
Stilaan bouw ik wel mijn activiteiten af. Toch kon ik onlangs nog een
andere kar uit de Eerste Wereldoorlog op de kop tikken. Die ben ik nu
met veel liefde en geduld aan het herstellen. Uit liefde voor de cavalerie
en het militaire.”
De zwaar vernielde Drie Sleutelsstraat in Aalst, 27 september 1914.
Verz. Van den Bossche.
8
de erfgoedkrant september 2014
Met steun van:
Najaar 2014
En wist je dit?
Tekstaffiches W.O. I uit Aalstonline
Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog was de
zogenaamde tekstaffiche het communicatiemiddel bij uitstek van zowel de Belgische als Duitse
overheden. In het geval van de Duitse affiches
kan je spreken van gebods- en verbodsbepalingen waarlangs de Duitse bezettende overheid
haar wil kenbaar maakte aan de lokale bevolking.
Het Stadsarchief van Aalst bewaart circa 1800
tekstaffiches. Daarvan zijn er iets meer dan 600
die uitgingen van het Aalsterse stadsbestuur,
van de Kommandantur Aalst of die gedrukt
werden in Aalst. Deze omvangrijke reeks werd
in eerste instantie geïnventariseerd en beschreven. Vervolgens werd ze gerestaureerd en
gedigitaliseerd.
Je kunt de Aalsterse tekstaffiches raadplegen
op www.madeinaalst.be. Alle affiches zijn op
woord doorzoekbaar en dat is zeker en vast
een primeur. Wil jij wel eens weten wat er in
Aalst zoal gecommuniceerd werd met deze
zogenaamde muurkranten? Surf dan snel naar
www.madeinaalst.be
Opgelet x x x x
GPS-spel ‘AalstSlag’
Interactief theater ‘ik was 19 in ‘14’
Dit spannend GPS-stadsspel in de binnenstad van Aalst
laat je nog tot 14 november meestappen in de voetsporen van het verzet tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Jij en je team voeren verzetsopdrachten uit op verschillende locaties die van belang waren tijdens de oorlog.
Verzamel zoveel mogelijk medailles en bevrijd Aalst van
de Duitsers! Het
spel is geschikt voor
individuen, scholen
en groepen vanaf
12 jaar. Een spelpakket huren kost
20,- EUR.
Info en
reservaties:
www.aalstslag.be
Vanaf november 2014 tot april 2015 wordt de foyer
van het SMI2 in de Vrijheidsstraat omgetoverd tot
tentoonstellingsruimte en decor van een interactief theaterstuk rond de Groote Oorlog. Groepen van 10 tot 20
personen kunnen via deze originele werkvorm kennismaken met de Aalsterse familie Rabier tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Geschikt voor jongeren van 11 tot 14.
Alle info: [email protected]
Publicatie ‘Pieter Daens, grondlegger
van de daensistische beweging’
Het Priester Daensfonds viert 175 jaar Daens en daarom
schreef Hendrik Strijpens een boek over de bijdrage van
de stad Aalst en haar arrondissement tot de Vlaamse en
Belgische geschiedenis van 1773 tot 1893. Pieter Daens,
grondlegger van de daensistische beweging wordt op 4
oktober feestelijk voorgesteld in het stadhuis van Aalst.
Het boek telt ca. 320 bladzijden en kost 25,- EUR.
Voorintekenaars betalen slechts 23,- EUR.
Alle info: www.daens175.be,
[email protected]
Publicatie 50 jaar KSA Herdersem
KSA Herdersem blaast dit jaar 50 kaarsjes uit en die
verjaardag gaat niet onopgemerkt voorbij. Naast de organisatie van een heus feestweekend pakken de leden ook
uit met een jubileumboek dat een geschiedenis van 50 jaar
KSA Herdersem vertelt. Traditie en vernieuwing vormen
daarbij de kernwoorden. Welke waarden, ideeën en
activiteiten zijn uitgegroeid tot vast(geroest)e tradities
binnen de jeugdbeweging? En wat waren de breukmomenten waarbij werd ingespeeld op veranderingen in
de leefwereld van de KSA-leden? Dit boek geeft buitenstaanders een zicht op wat KSA nu eigenlijk is en was.
Aan hen, die gedurende 50 jaar meegeschreven hebben
aan dit verhaal, vertelt het wat er gebeurd is vóór of na
hun tijd. Maar meer nog wil het hen onderdompelen in
een nostalgisch gevoel naar hun eigen KSA-tijd, want dat
was voor elk van hen ‘de tijd van hun leven’.
Info en verkoop: www.ksaherdersem.be
Vanaf 2015 zal de Erfgoedkrant niet meer verschijnen in Denderend Aalst.
Wil je zeker nog je exemplaar ontvangen, geef ons dan je adresgegevens door.
Wil jij op de hoogte blijven van het erfgoedgebeuren in Aalst? Wil je de Erfgoedkrant
zeker blijven ontvangen? Vul dan hier je gegevens in en bezorg ze ons (post fax of mail).
Voornaam en naam :
Straat en nummer :
Postcode en gemeente :
E-mail :
Ik ben geïnteresseerd in activiteiten en nieuws van:
Erfgoedcel Aalst
’t Gasthuys – Stedelijk Museum Aalst
Stadsarchief
D.A.D.D. vzw (Documentatiecentrum en Archief voor Daensisme en Hedendaagse Geschiedenis van de Denderstreek)
Wet 8.12.’92. Gegevens komen in gegevensbestand van de Erfgoedcel Aalst; kunnen meegedeeld worden aan sectoren
van de Erfgoedcel en derden. Betrokken kunnen publiek register raadplegen; hebben toegangs- en correctierecht.
tel. 053 72 32 26
[email protected]
fax. 053 73 23 19
www.erfgoedcelaalst.be