Ronald Ohlsen Nederlandse literatuur in de Nt2-les sept ’14 Een introductiecursus voor hoogopgeleide Nt2-leerders Les 190 16 Cursisten uit de Nt2-cursussen van het Talencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen wilden meer leren over de Nederlandse literatuur. Sinds enkele jaren biedt het Talencentrum dan ook hoogopgeleide anderstaligen de Introductiecursussen Nederlandse literatuur aan. Het gaat om een cursus voor deelnemers die hun lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid naar een B2niveau hebben weten op te werken. De cursus bestaat uit acht lessen van anderhalf uur waarin de cursisten veel leren over Nederlandse schrijvers en dichters en hun werk. Tegelijkertijd is het een cursus waarbij deelnemers hun taalvaardigheid kunnen oefenen. In veel landen staat literatuur hoger in aanzien dan in Nederland. Het bevreemdt met name de hoogopgeleide taalleerders soms dat er in cursussen Nt2 zo weinig aandacht is voor de vaderlandse letteren. Als ze op een goed moment het gevoel krijgen dat ze toe zijn aan hun eerste Nederlandse roman of hun eerste Nederlandse dichter, beschikken ze vaak over te weinig kennis om zelfstandig tot een goede keuze te komen. Cultuur en taalvaardigheid Er zijn verschillende argumenten te geven waarom het goed is om literatuur te integreren in de Nt2-lessen op de hogere niveaus. Ten eerste biedt zij de cursisten een mogelijkheid om hun kennis van Nederland te vergroten. Nederlands proza en ook Nederlandse poëzie bieden vaak prachtige inkijkjes in de cultuur van dit land, historische romans geven maar al te vaak een indringend beeld van allerlei aspecten van de geschiedenis en de helden en de antihelden uit allerhande meesterwerken laten zien hoe het zit met de heersende moraal. Wie Een vlucht regenwulpen, Oeroeg en Ik ook van jou gelezen heeft, begrijpt ineens veel beter in wat voor land hij terecht is gekomen. Ten tweede kunnen literaire teksten heel goed gebruikt worden als middel bij het vergroten van de lees-, spreek-, luister- én schrijfvaardigheid. Nederlands proza en ook Nederlandse poëzie bieden vaak prachtige inkijkjes in de cultuur van dit land Door aan de cursisten zorgvuldig geselecteerde verhalen, verhaalfragmenten of gedichten voor te leggen, worden ze geprikkeld om hun grenzen te verleggen. Ze kunnen daarbij geholpen worden met toelichtende voetnoten en ondersteunend vocabulaire. Hiëronymus van Alphen In de eerste les lezen de cursisten bijvoorbeeld het gedicht De pruimenboom van Hiëronymus van Alphen (zie kader 1 op pag. 17). Eerst lezen ze het zelfstandig. Daarna lezen ze het samen met een medecursist. Ten slotte lezen ze het klassikaal samen met de docent. De toegankelijkheid van dit achttiende-eeuwse gedicht en de speelse manier waarop het geschreven is, leveren bij de cursisten enthousiaste reacties op. Dan gaan de cursisten spreken. De docent vraagt hun om een interpretatie. De cursisten leggen vaak al spontaan verbanden met vergelijkbare poëzie uit hun geboorteland en dat leidt direct tot een bruikbare lessituatie waarin de spreekvaardigheid kan worden geoefend. Na het spreken gaan de cursisten luisteren. De docent introduceert een geluidsopname van een sketch van Toon Hermans getiteld Jantje zag eens…nee! www.youtube.com/watch?v=gC5DWCnfBv4). Hij vertelt wie Toon Hermans was en hoe de geluidsopname illustreert hoe bekend het gedicht De pruimenboom was toen de cabaretier zijn sketch ten gehore bracht. Voor mensen die het gedicht niet kennen, is het een onbegrijpelijk relaas. De vele Schooltv Om Van Alphen in zijn tijd te plaatsen vertoont de docent vervolgens de aflevering Democratiseren van de Schooltv-reeks Literatuurgeschiedenis 18e eeuw. Hierin wordt een helder beeld geschetst van enkele aspecten van de Nederlandse samenleving en literatuur in de achttiende eeuw. De cursisten moeten enkele vragen bij het filmpje beantwoorden. Na de luistervaardigheid komt ten slotte de schrijfvaardigheid aan bod. De cursisten oefenen deze door een essay te schrijven waarin ze een vergelijking maken tussen de moralistische literatuur uit de achttiende eeuw in Nederland en moralistische literatuur die in hun geboorteland geschreven is. Wat zijn de verschillen? Zijn er overeenkomsten? Op deze manier worden in de eerste les twee leerdoelen bereikt: er wordt kennis aangebracht over de Nederlandse cultuur en literatuur en er wordt geoefend met de taalvaardigheden. Klankgedicht Bij de keuze van het materiaal voor de Introductiecursussen Nederlandse literatuur houdt de docent Multatuli Een ander voorbeeld van een tekst die op het eerste gezicht te hoog gegrepen lijkt, is Max Havelaar van Multatuli. Deze roman is voor de Nederlandse literatuur echter zo belangrijk dat er in een introductiecursus toch iets mee gedaan moet worden. Een deel dat door cursisten op B2-niveau heel goed gelezen kan worden, is De Japansche steenhouwer aan het slot Kader 1 De Pruimenboom een vertelling Jantje zag eens pruimen hangen, O! Als eieren zo groot. ’t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken, schoon zijn vader ’t hem verbood. Hier is, zei hij, noch mijn vader, noch de tuinman, die het ziet: Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf zes pruimen niet. Maar ik wil gehoorzaam wezen, en niet plukken, ik loop heen. Zou ik, om een hand vol pruimen, ongehoorzaam wezen? Neen. Voord ging Jantje: maar zijn vader, die hem stil beluisterd had, Kwam hem in ’t lopen tegen voor aan op het middenpad. Kom mijn Jantje, zei de vader. kom, mijn kleine hartedief! Nu zal ik u pruimen plukken; nu heeft vader Jantje lief. Daar ging Papa aan ’t schudden, Jantje raapte schielijk op; Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen, en liep heen op een galop. Hiëronymus van Alphen (1746-1803) Uit: Kleine gedichten voor kinderen (1778) Al lezend, luisterend, sprekend en schrijvend oefenen ze hun taalvaardigheid en tegelijkertijd verrijken ze hun kennis over de cultuur sept ’14 steeds rekening met de moeilijkheidsgraad van de teksten. Teksten die in eerste instantie te moeilijk lijken, zijn echter niet altijd ongeschikt voor de les. Een voorbeeld van een tekst die weliswaar moeilijk te begrijpen is, maar die desondanks zeer goed werkt is Uitvaart van Willem Bilderdijk (zie kader 2 op pag. 18). Het gedicht kan het best door de docent worden geïntroduceerd door het hardop voor te lezen. De cursisten horen dan direct dat dit in hoge mate een klankgedicht is. Vervolgens is het zeer vruchtbaar om de tekst in tweetallen te laten lezen en de cursisten de opdracht te geven de woorden te onderstrepen die ze wél kennen. Ten slotte kan klassikaal een inventarisatie gemaakt worden van de bevindingen waardoor er een nog breder begrip van de tekst ontstaat. Samen met de cursisten bekijkt de docent of de onbekende woorden geduid kunnen worden in de inmiddels toegankelijk gemaakte context. 17 Les 190 lachsalvo’s uit de zaal maken duidelijk dat de regels van Van Alphen bij de meerderheid van de aanwezigen in het geheugen gegrift staan. De humor van Hermans is overigens niet zo aanstekelijk bij de cursisten. Kader 2 sept ’14 Uitvaart Les 190 18 Befloersde trom noch rouwgebrom Ga romm’lend om Voor mijn gebeente; Geen klokgebrom Uit den hollen Dom Roep ’t wellekom In ’t grafgesteente; Geen dichte drom Volg’ stroef en stom; Festoen noch blom Van krepgefrom Om ’t lijk vermomm’ Mijn schaamle kleente! Mijn jaartal klom Tot volle som, Mijn oog verglom; En de ouderdom Roept blind en krom Ter doodsgemeente. Wat zoude ik thands, Beroofd der glans Van ’s hemels trans Op d’aard begeeren? Geen moed des mans, Geen spies of lans Geen legerschans, Kan ’t sterfuur keeren. Geen spel of dans, Geen dobbelkans, Geen lauwerkrans Of Rijkbeheeren. Een handvol zands Des grafkuilrands Is ’t nietig gants, Dat de asch mag eeren. De beet des tands Des Aartstyrans Des menschenstands, Zal ‘t lijk verteeren. Doch wat ’s dit my, Die banden vrij, In ’t uitzicht blij Dat ik belij, Op ’t noodgetij Mag triomfeeren? Ik juiche en strij’; Wat glippe of glij’, Hy staat me by Die ’t af kan weeren. Geen dwinglandy, Geen razerny, Geen Helharpy Van Sofistry, Geen nood, dien wy aan Jezus zij, Niet stout braveeren! Zijne Englenrij Verordent Hy Tot wachters om ons hoofd. Geen onheil kan ons deeren. Willem Bilderdijk Uit: De dichtwerken van Bilderdijk (1858) van het elfde hoofdstuk. Dit verhaal is gemakkelijk op te delen in fragmenten. Het verdient aanbeveling om de cursisten in tweetallen elk een ander fragment te laten lezen. Na een minuut of twintig kan dan klassikaal het hele verhaal worden gereconstrueerd. Om vervolgens een beter beeld te krijgen van het gehele boek en de persoon van Eduard Douwes Dekker kan uitgeweken worden naar de kleine film Multatuli, die gemaakt werd in opdracht van het Multatuli Genootschap met medewerking van het Multatuli Museum Amsterdam www. youtube.com/watch?v=w4SsI6M0ncI. Voor cursisten die nog meer willen weten over Multatuli’s meesterwerk zijn er nog andere middelen voorhanden zoals de hertaling van Gijsbert van Es en natuurlijk de verfilming uit 1976 van Fons Rademakers. Naoorlogse literatuur De laatste vier lessen van de cursussen staan in het teken van de naoorlogse literatuur. Aan de hand van een schema en enkele werkbladen verkennen de cursisten het landschap van de moderne Nederlandse poëzie. Het schema laat op een globale manier zien welke poëtica’s er zoal bestaan. klassiek ooooooooo experimenteel begrijpelijk ooooooooo hermetisch authentiek ooooooooo intertekstueel Met gedichten van respectievelijk Bertus Aafjes, Lucebert, Kees Stip, Hans Faverey, M. Vasalis en Rutger Kopland wordt invulling gegeven aan de gehanteerde termen. Op vier verschillende werkbladen staan vervolgens gedichten die de cursisten in groepjes van vier ergens in het schema moeten onderbrengen. Als ze dat gedaan hebben, bespreken ze met z’n vieren welk gedicht ze het meest aanspreekt en waarom. Dát gedicht presenteren ze ten slotte aan de groep. Op deze manier maken de cursisten niet alleen kennis met een groot aantal vooraanstaande Nederlandse dichters, maar leren ze tevens om te gaan met teksten die niet in de eerste plaats bedoeld zijn om begrepen te worden. Boekenweekgeschenken Tijdens de laatste les houden de cursisten allemaal een korte presentatie over een boekenweekgeschenk dat ze aan het begin van de cursus gekozen hebben op basis van flapteksten. Het voordeel van boekenweekgeschenken is dat ze een beperkte omvang hebben en dat ze geschreven zijn door auteurs van naam. Ze bieden de cursisten de mogelijkheid om in relatief korte tijd meerdere belangrijke prozaschrijvers te leren kennen. Titels die erg blijken aan te spreken zijn: De kraai van Kader Abdolah, De pianoman van J. Bernlef, De heilige Antonio van Arnon Grunberg, Oeroeg en Transit van Hella Haasse, De grote wereld van Arthur Japin, Spitzen van Thomas Rosenboom, Een mooie jonge vrouw van Tommy Wieringa, Serenade van Leon de Winter, Zomerhitte van Jan Wolkers en Duel van Joost Zwagerman. Deze lijst geeft een goede indruk van wat er in de decennia na de Tweede Wereldoorlog zoal is verschenen. De meeste cursisten kunnen tijdens de presentatie gebruikmaken van de presentatievaardigheden die ze in het land van herkomst op de middelbare school hebben geoefend tijdens de lessen literatuur. Dat maakt dat ze uiteindelijk op een tamelijk hoog niveau over de Nederlandse literatuur kunnen spreken. Conclusie Hoogopgeleide Nt2-cursisten kunnen veel baat hebben bij cursussen vanaf B2-niveau waarbij de Nederlandse literatuur het hoofdonderwerp is. Al lezend, luisterend, sprekend en schrijvend oefenen ze hun taalvaardigheid en tegelijkertijd verrijken ze hun kennis over de cultuur. Uit het enthousiasme waarmee de cursisten deelnemen aan de verschillende lessen van de Introductiecursussen Nederlandse literatuur aan de Rijksuniversiteit Groningen blijkt ook dat dergelijke cursussen voorzien in een behoefte. Hun nieuwsgierigheid naar de ins en outs van het land waar ze zich tijdelijk of permanent hebben gevestigd, behelst maar al te vaak een grote belangstelling voor de vaderlandse schrijvers en dichters. Wie zich realiseert hoe belangrijk literatuur buiten onze grenzen kan zijn, zal dat niet verbazen. Ronald Ohlsen De auteur is docent Nt2 aan het Talencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij auteur van drie romans en een poëziebundel. Correspondentie: [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc