jv0404 artikel 08

96
Brains voor de recherche
J. van der Schoor*
Voorzien van een (beduimeld) notitieboekje, een goed geheugen en
een creatieve geest die gegevens op een slimme manier combineert,
zie hier de belangrijkste kenmerken van de rechercheur zoals we die
kennen uit menig politieserie. Sinds kort kan de recherche daarnaast
gebruikmaken van een computerprogramma dat het ‘gewone’ hersenwerk aanvult: Brains, ofwel Basaal Recherche en Analyse Instrument.1
In de afgelopen vier jaar heeft in diverse politieregio’s in Nederland
een pilot gedraaid met dit programma. Brains is een analyse-instrument voor grotere rechercheonderzoeken, zoals onderzoek naar zware
en georganiseerde criminaliteit (ZwaCri) en zogenaamde TGO’s (Team
grootschalig optreden). In dit artikel beschrijf ik globaal de wijze
waarop het systeem wordt ingeschakeld in het rechercheproces en de
meerwaarde ervan.
Hoe Brains werkt
Grote rechercheonderzoeken kampen met het probleem dat er veelal
een overvloed aan gegevens is. Soms beslaan de ordners met informatie een hele muur. Naarmate het onderzoek vordert, wordt het steeds
moeilijker en tijdrovender om bijvoorbeeld informatie die aanvankelijk terzijde is geschoven, in een later stadium nog eens te bekijken.
Het overzicht ontbreekt. Brains maakt het mogelijk om alle informatie, zowel de gegevens waarmee het onderzoek is gestart als die later
worden toegevoegd, toegankelijk te houden.
Om met het programma te kunnen werken moeten alle gegevens over
het misdrijf worden gedigitaliseerd en overgezet in een zogeheten
brondocument van Brains. De gegevens kunnen bestaan uit processen-verbaal, resultaten van forensisch onderzoek, verslagen van verhoren en telefoontaps, foto’s, observaties van rechercheurs en agenten, verklaringen van getuigen enzovoort. Belangrijk is dat er van te
* De auteur is uitvoerend projectleider van Brains. Hij is hiervoor gedetacheerd vanuit het
regiokorps van de politie Hollands Midden naar Zuid-Holland-Zuid.
1 Dit programma is ontwikkeld naar aanleiding van een theorie van A. Koppenol, werkend
bij In-pact, en gebouwd door J.L.H Rogier van de afdeling TPD van TNO.
Brains voor de recherche
voren geen selectie wordt gemaakt van gegevens die mogelijk wel of
niet relevant zijn.
De individuele rechercheur die met Brains aan de slag gaat, kan uit dit
brondocument informatie ophalen (kopiëren), maar er niets aan veranderen. Al lezend zal hij zijns inziens relevante informatie selecteren
en een hypothese formuleren over de toedracht van het misdrijf. De
geselecteerde gegevens moeten volgens een vast stramien, in een format, worden verwerkt tot ‘activiteiten’. Een activiteit is opgebouwd uit
een object, een locatie en een tijdstip. Als het format is ingevuld, wordt
de activiteit automatisch weergegeven in een tijdlijn en een matrix op
een apart gedeelte van het scherm, het representatiescherm. Alle
betrokkenen bij het onderzoek kunnen daar elkaars selecties bekijken
en vergelijken.
Als een rechercheur in de tijdlijn van een collega bijvoorbeeld een
activiteit aantreft die hijzelf niet heeft geselecteerd maar die zijn interesse wekt, dan kan hij met een muisklik naar de plek in het brondocument waar deze activiteit in zijn oorspronkelijke context staat
beschreven. Vervolgens kan discussie plaatsvinden of de activiteit al
dan niet relevant is voor het onderzoek.
Het grote voordeel van deze werkwijze is dat verschillende scenario’s
in beeld komen en blijven. Zo kan worden voorkomen dat een ‘tunnelvisie’ het onderzoek gaat beheersen.
Een voorbeeld. Volgens het brondocument waren op dinsdag 3 januari
1987 drie personen in een personenauto op weg naar een ontmoeting
op Schiphol. Zonder inschakeling van Brains zou deze informatie vaak
niet meer goed te ontsluiten zijn, omdat er ten eerste geen namen
bekend zijn en bovendien onduidelijk is wat de status is van deze personen: zijn het verdachten, betrokkenen, getuigen? De rechercheur
vindt de informatie relevant. Hij selecteert en verwerkt deze tot een
activiteit. Een activiteit is opgebouwd uit een object, een locatie en een
tijdstip. De rechercheur noteert dan: ‘Ontmoeting op Schiphol’. Bij deze
activiteit worden dan de drie personen toegevoegd aan het object,
Schiphol wordt toegevoegd aan de locatie en dinsdag 3 januari 1987
wordt toegevoegd aan het tijdstip. Wanneer er nu in een later stadium
van het onderzoek bekend wordt wie deze personen zijn of wat het
kenteken is van de auto, kan dat heel eenvoudig worden toegevoegd.
Het aanmaken van activiteiten is eigenlijk de basis van Brains. De
gebruiker maakt als het ware zijn eigen aantekening bij het dossier dat
hij te allen tijde kan raadplegen. Ook kan hij altijd zoeken in zijn eigen
aantekeningen.
97
98
Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 4 2004
Andere denkwijze
Met behulp van Brains kan dus informatie worden gegenereerd uit
een grote hoeveelheid ongestructureerde tekstbestanden. Het is
mogelijk om uit alle verzamelde informatie de belangrijke objecten
(personen, voertuigen en dergelijke) te identificeren, vervolgens te
structureren en op te slaan in een database. Het werken met Brains
vergt wel een andere denkwijze van de gebruiker dan de tot op heden
gebruikte systemen binnen de Nederlandse politie. Nu is men gewend
om heel veel details vast te leggen. Zo wordt standaard van een persoon zijn voornamen, achternaam, roepnaam, geboortedatum,
geboorteplaats en zijn woon- en/of verblijfplaats geregistreerd. Zou
men dat niet doen, dan is het ondoenlijk de gegevens terug te vinden.
Binnen Brains hoeft de gebruiker slechts de ‘echt’ relevante nieuwe
informatie in te voeren. Men hoeft niet bang te zijn dat er gegevens
verloren gaan, want alles staat immers in Brains en kan eenvoudig
worden teruggevonden.
De praktijk
In het dagelijkse politiewerk heeft Brains al veel voordelen opgeleverd.
Zo heeft een onderzoeksteam alle documenten van het onderzoek nu
in één systeem staan. Er hoeft dus bij een vraag niet meer gezocht te
worden in welk systeem wat staat. In een langlopend onderzoek kunnen de activiteiten van bijvoorbeeld een tot dan toe onopgemerkte
persoon met terugwerkende kracht in beeld worden gebracht. Zo is
snel in te schatten of iemand bijvoorbeeld als nieuwe verdachte kan
worden aangemerkt. Brains kan heel effectief zijn bij het opstellen van
bijvoorbeeld een verhoorplan of bij het onderbouwen van een nieuwe
telefoontap. Bij het verhoor van een ontkennende verdachte is Brains
gebruikt om snel de antwoorden van de verdachte met feiten te weerleggen. Op verzoek van het O.M. is Brains gebruikt tijdens een zitting,
om heel gericht aan te kunnen geven welke feiten of gebeurtenissen
waar staan vermeld in een dossier. Brains is dus breed inzetbaar
binnen een onderzoek en kan vanuit meerdere invalshoeken worden
gebruikt.
Uit de tot op heden gehouden audits blijkt dat Brains voldoet aan de
vraag van rechercheurs en dat het systeem goed werkt. Een aantal
Brains voor de recherche
reacties van de gebruikers van Brains uit het gehele land zijn hieronder weergegeven:
– men kan de informatie sneller op een rij zetten;
– acute feitelijke vragen kunnen onmiddellijk en met zekerheid worden beantwoord;
– de brondocumenten zijn altijd beschikbaar, daardoor heeft men
geen last van verkleuring van informatie als gevolg van interpretatie
door collega’s;
– men kan snel door een dossier ‘heen lopen’, waardoor de rode
draad snel zichtbaar wordt.
Brains is nog volop in ontwikkeling. Gebruikers van het programma
komen regelmatig met nieuwe vragen en ideeën. In de toekomst zal
Brains worden opgenomen in een speciaal voor de recherche ontwikkeld programmapakket, genaamd PSO (Politie Suite Opsporing).
99