G14_1 - Ziggo

GHEPEYS EN KLOEKE DAET
Nr. 1, maart 2014
Vereniging van Oud-Leerlingen van het Christelijk Lyceum te Bandoeng
Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren naar:
Mw. T. Holleman-Bangert
Merelhof 42
2251 DD Voorschoten
Nederland
VOORWOORD ................................ ................................ ................................ ................................ ........ 1
MEDEDELINGEN VAN HET BESTUUR ................................ ................................ ................................ .. 1
Algemene Ledenvergadering 13 september 2014................................ ................................ ........... 1
Adreswijziging................................ ................................ ................................ ................................ . 2
Rectificatie ................................ ................................ ................................ ................................ ...... 2
IN MEMORIAM ................................ ................................ ................................ ................................ ........ 2
INGEZONDEN MEDEDELINGEN................................ ................................ ................................ ............ 3
Donatie Vedo-Indonesia ................................ ................................ ................................ ................. 3
Celebrities-serie................................ ................................ ................................ .............................. 3
RENDEZ-VOUS IN KUPANG (27/01/¶13 T/M 31/01/¶13)± Joke Hol ................................ ........................ 4
BRAMMETJE - Mary Hens ................................ ................................ ................................ ..................... 6
KRUISENDE WEGEN ± Otto de Wiljes................................ ................................ ................................ .... 9
LIEF INDIË................................ ................................ ................................ ................................ ............. 13
ENGELSE GEZEGDEN ................................ ................................ ................................ ......................... 15
MUTATIES OP ADRESLIJST 2013, PERIODE 01/08/2013 T/M 01/03/2014 ................................ ......... 16
Nieuwe leden ................................ ................................ ................................ ................................ 16
Adreswijzigingen................................ ................................ ................................ ........................... 16
Email-adressen................................ ................................ ................................ ............................. 16
Overleden ................................ ................................ ................................ ................................ ..... 16
ALGEMENE GEGEVENS ................................ ................................ ................................ ...................... 17
Bestuur en Redactie ................................ ................................ ................................ ..................... 17
Lidmaatschap ................................ ................................ ................................ ............................... 17
Specificatie van uw betaling................................ ................................ ................................ .......... 17
Bankrekening................................ ................................ ................................ ................................ 17
Verzoeke kopij voor de volgende uitgave vóór 1 mei 2014 te zenden naar de redactie.
N.B. De redactie is niet verantwoordelijk voor inhoud, stijl en spelling van ingezonden stukken.
Controleer dus zelf uw documenten vóór inzending!
Adreswijzigingen en berichten van overlijden gelieve u te zenden naar de secretaris. Adressen van
bestuursleden en redactie vindt u op het achterblad.
+++LET OP DE ADRESLABEL+++
daar staan uw lidnummer en eventueel nog te betalen contributie. Staat daar geen
bedrag, dan heeft u uw contributie t/m dit jaar al betaald.
Specificeer uw betaling als aangegeven op het achterblad. Vergeet vooral niet uw
lidnummer te vermelden. U verlicht daarmee het werk van de penningmeester
Ongespecificeerde extra betalingen boven de verschuldigde contributie worden geboekt
als éénmalige donatie.
VOORWOORD
Beste Vedoanen,
Toen Walter Burger ± die al jaren tot mijn vaste vriendenkring behoort ± mij vorig jaar wederom
vertelde over de problemen rond het voorzitterschap van VEDO en mij vroeg of dit niet iets voor mij
was, heb ik in eerste instantie gedacht hier niet op in te moeten gaan gezien mijn nog steeds
bestaande werkzaamheden als praktiserend cardioloog.
Er schieten dan allerlei gedachten door je hoofd en bijna allemaal met ³voors´ en ³tegens´. In die fase
herinnerde ik me een legendarische uitspraak van John F. Kennedy die overigens wel meer
kernachtige uitspraken heeft gedaan. U zult zich nog wel herinneren dat hij zijn landgenoten het
advies gaf niet te vragen wat hun land voor hen kan doen maar wat in plaats daarvan zij voor hun land
kunnen doen. Hoewel de vergelijking natuurlijk verder geheel mank gaat ging de strekking van het
gezegde wel door mijn hoofd.
In een eerdere ontboezeming heb ik laten weten hoe fijn ik het persoonlijk heb gevonden op het
Christelijk Lyceum school te hebben genoten. Het is een van de meest gelukkige delen van mijn leven
geweest.
Het onderwijs stond op een hoog peil, door de leraren werd goed les gegeven. Je kon je naar
hartenlust ontplooien en wellicht dat dit misschien alleen door mij werd ervaren maar ik vond dat er
een soort vredige en blijde sfeer hing. Het is mogelijk dat dit in een periode viel dat men de naweeën
van de oorlog volstrekt beu was en snakte naar een periode van rust en vrede.
In ieder geval speelde het onze levensfase in de kaart en hielden wij ons niet dagelijks bezig met
oorlog en de consequenties daarvan.
Hoe dan ook, er zijn zeker meerdere factoren verantwoordelijk voor deze rimpelloze periode en naar
mijn mening heeft het gros van de Vedoanen alleen maar goede herinneringen aan zijn schooltijd aan
de Djalan Dago.
In de loop der jaren heb ik, uit gesprekken met vrienden en kennissen die hun middelbare schooltijd in
Nederland hebben doorgebracht, begrepen dat wat wij met elkaar hebben heel uniek is. Velen van
ons hebben los van de 1- of 2-jaarlijkse bijeenkomsten ook daarnaast nog regelmatig contact met
elkaar. En het belangrijkste raakvlak is die school daar ver weg. Dat is naar mijn menig het wezenlijke
wat ons Vedoanen bindt. Een speciaal bevoorrecht verleden waar wij trots op zouden moeten zijn en
zouden moeten koesteren.
Dat was voor mij de reden om het voorzitterschap ondanks het mogelijke tijdgebrek te accepteren.
Gedachtig aan de overtuiging dat een ieder van ons op zijn eigen manier een of meerdere
herinneringen heeft overgehouden uit die fantastische schooltijd, zou ik jullie willen vragen deze
jaarlijks tezamen te herbeleven door trouw de koempoelans te bezoeken. Ik reken op jullie.
Donald Düren
MEDEDELINGEN VAN HET BESTUUR
Algemene Ledenvergadering 13 september 2014
De Algemene Ledenvergadering zal op 13 september a.s. worden gehouden in het congres- en
reüniecentrum KUMPULAN op het landgoed BRONBEEK, Velperweg 147 in Arnhem.
Telefoonnummer van de Kumpulan: 026 364 9294.
Het voorlopige programma ziet er als volgt uit:
vanaf
13:30
15:00
16:00
17:00
17:30
ca.
-
12:00
15:00
16.00
17:00
17:30
19:00
20:00
uur
uur
uur
uur
uur
uur
uur
Ontvangst deelnemers
Algemene Ledenvergadering
Borreltijd
Lezing
Pauze
Indisch buffet
Einde bijeenkomst
Victor de Vries zal, evenals vorige keer, voor de muzikale omlijsting zorgen.
Nadere informatie over het definitieve programma en de kosten zal in G&KD nr. 2, 2014 volgen.
1
Adreswijziging
Wij wonen al drie jaar in Voorschoten, maar nog steeds wordt voor ons bestemde Vedo-post naar
ons oude adres in Bussum gezonden. Het is erg vervelend voor de nieuwe bewoners deze post iedere
keer weer te moeten doorzenden.
Wilt u alstublieft ons nieuwe adres dat op het achterblad van iedere G&KD staat noteren en dit ook
aan uw familie en/of zaakwaarnemers doorgeven.
Eric en Tineke Holleman
Rectificatie
Onder de foto rechts beneden op pagina 4 G&KD 2013 nr. 3 staat Margot Hens. Dit is een vergissing,
het moet zijn Mary Hens.
IN MEMORIAM
In de afgelopen periode vernamen wij dat de volgende ex-lyceïsten zijn overledenen:
Ineke v.d. Meijden-Rietema
Tilly Leihitu
Marga Kerkhoven
Eric Marcus
Chris Poelman
Anton van Leeuwen
Gary Flohr
Willem van der Laaken
Anton Harting
Wim Lindeijer
Rudi Heidinga
Ayso Raven
Thelma Siem-Liauw
Wally Bossert-Barkey
Henk Bartels
Koen Kwee
Leendert Verhagen
Jane v.d. Engh-Bronkhorst
Maud Hondius van Herwerden-Mackay
Han Forbes
Overleden
28-03-2013
01-12-2010
12-09-2013
06-10-2013
18-10-2013
31-10-2013
08-11-2013
16-11-2013
22-11-2013
06-12-2013
16-12-2013
18-12-2013
22-12-2013
26-12-2013
09-01-2014
29-01-2014
31-01-2014
12-02-2014
18-02-2014
02-03-2014
Namens de Vedo-leden condoleert het bestuur alle nabestaanden en wenst hen kracht bij het dragen
van hun verlies.
In memoriam: Evert Willem Lindeijer (Bandung, 8 april 1936 ± Delft, 6 december 2013)
zoon van onze leraar E.W. Lindeijer, werkte als waterbouwkundig ingenieur
op vele plaatsen, maar altijd bleef hij een warme plek houden voor zijn
geboorteland Indonesië, waar hij zijn eerste gelukkige kinderjaren
doorbracht.
Als jongen van 9 jaar verloor hij zijn moeder in het Jappenkamp. Wim
beloofde zijn moeder haar dood te wreken. Zijn moeder zei echter tegen
hem: µAls je hart vol haat is, kan Gods liefde er niet binnen gaan.¶
Op latere leeftijd heeft Wim, in de geest van zijn moeder Nel, de voormalige
vijanden de hand gereikt.
De afscheidsdienst voor Wim stond geheel in het teken van vergeving.
2
³Verzoening moet niet gebaseerd zijn op het verdoezelen van het verleden, maar juist op het onder
ogen zien van hoe het werkelijk was. En desondanks elkaar de hand reiken.´
Deze overtuiging heeft Wim niet voor zichzelf gehouden, maar doorgeven aan velen. Zoals aan de
Japanse emeritus professor Takamitsu Muraoka met wie Wim, samen met zijn tweede moeder Adrie,
conferenties organiseerde om de dialoog tussen Nederland en Japan te bevorderen. ³Zonder het
verleden te ontkennen,´ zei hij, ³moeten we de weg naar de toekomst zoeken, vrij van haat en
wraakgevoelens. Het begint met respect voor de ander´.
Dat was de missie van Wim, die nu ten einde is. Maar onze missie gaat door.
De predikant Taco Smit sprak over Wim Lindeijer als bruggenbouwer. Dat deed hij letterlijk op tal van
plaatsen in de wereld. En hij deed het figuurlijk door bruggen te slaan, waarop voormalige vijanden
elkaar de hand konden reiken.
Dit is een deel van het memorandum wat met toestemming is overgenomen van:
http://www.nl.iofc.org/memoriam-evert-willem-lindeijer?bc=node/73846 of wel: www.iofc.nl
I of C: Initiatives of Change (IC) is een wereldwijd netwerk, een groep mensen in beweging, met de
visie dat positieve verandering in een individu bijdraagt aan een positieve verandering in de wereld.
In memoriam Jane v.d. Engh-Bronkhorst
Goedlachse Jane overleed op 12 februari. Zij was de weduwe van
Rudy van den Engh en kende daarom veel Vedoanen. Na Rudy¶s
overlijden meldde zij zich bij Vedo aan als lid. Jane was bijna altijd
aanwezig op onze bijeenkomsten en een graag geziene gast op
privéfeestjes van Vedoanen.
Toen een paar Vedoanen in 2001 een gezamenlijke tocht door
Thailand maakte, was Jane van de partij. Ook in 2006 toen we met
een groepje Vedoanen een tocht door Sulawesi maakten, sloot Jane
zich bij het reisgezelschap aan.
Tijdens deze reis werd ze ³Lady Jane´, een naam waarmee Eric en ik haar vaak gekscherend
aanspraken.
Op de Sulawesireis was het reisgezelschap over twee busjes verdeeld en meestal reden Eric en ik
samen met Jane in hetzelfde busje. Met ons drieën hadden we ontzettend veel plezier.
Niet alleen wij, maar velen met ons, zullen Jane in herinnering houden als een lieve, vrolijke vriendin.
Tineke Holleman
INGEZONDEN MEDEDELINGEN
Donatie Vedo-Indonesia
Mocht u een donatie aan Vedo-Indonesia willen geven dan kunt u die overmaken op rekening
51.28.15.666 t.n.v. W.R. Burger. Vermeld daarbij uw lidnummer van VEDO-Nederland (zie de
adreslabel) en specificeer uw betaling zoals aangegeven in het achterblad van deze krant.
Celebrities-serie
Leodyne Alsbach-Tjan deelt mee dat haar telefoonnummer +1 919 283 9992 is.
3
RENDEZ-VOUS IN KUPANG (27/01/¶13 T/M 31/01/¶13)± Joke Hol
Onverwachts werd ik door vrienden hier in Nederland meegevraagd naar Bali te reizen. Daar had ik
wel oren naar en tevens maakte ik een plan om met Renee Hans en Gedé Mantra - zij wonen in noord
Bali - ook Kupang nog te gaan bezoeken. Zij kwamen mij ook ophalen van het vliegveld in Denpasar
en brachten mij naar m¶n logeer adres.
In sneltreinvaart werd alles door hen geregeld vanuit Denpasar. Renee Hans Schieffelers is een oudleerling van de ´C.A.S.´ Hij kent de VEDO-Vereniging van het Chr.Lyceum a/d Jalan Dago in Bandung
heel goed.
De laatste week van januari vlogen we met ons drieën naar Kupang. Leo en Rika waren al op de
hoogte gebracht van onze komst en na anderhalf uur vliegen kwamen we alle drie voor het eerst aan
op het eiland Timor. In de hal van het vliegveld Kupang werden we van harte welkom geheten door
Rika en Leo Nisnoni.
Even voor de duidelijkheid: Leo is Radja van Timor en heeft ook op het Chr.Lyceum gezeten in
Bandung medio 1955. Hij is ook lid van Vedo. Zijn vriendinnetje van toen zat bij mij op de M.M.S. Dat
was Amy Elzerman, helaas verongelukte zij op 31 jarige leeftijd in het vroegere Perzië. Leo heeft toen
contact onderhouden met enkele Vedoanen, waaronder met mij, omdat ik Amy vrij goed gekend heb.
Nu terug naar Kupang. De schoonzoon van Leo en Rika wachtte ons ook op en bracht ons naar het
hotel. Na ons verfrist te hebben gingen we naar Leo¶s huis om thee te drinken met heerlijke
lekkernijen erbij. Rika had dat allemaal zelf gebakken. Vervolgens sprak Leo een welkomstgroet uit en
kregen we alle drie een prachtige Timorese geweefde sjaal om onze hals gelegd. Ook maakten we
kennis met zijn familie en die was groot! Het weerzien met Leo en Rika was hartverwarmend. We
hebben fijne gesprekken gehad met elkaar.
De dagen daarop heeft Leo ons heel veel laten zien van zijn geliefde stad en geboorteplaats. W e
hebben het nieuwe Kupang kunnen bewonderen, maar ook het oude vervallen gedeelte. Diepe indruk
maakte dat op mij, vooral de bittere armoede die ik daar zag. Toch waren de mensen vriendelijk en
behulpzaam.
Kupang heeft aardig wat grote gebouwen staan van bijzondere architectuur: universiteiten, kerken,
gemeentehuizen, hotels en ik keek m¶n ogen uit zoals de burgemeester daar woonde. Een huis zo
groot, dat het wel een paleis leek met een prachtige tuin erom heen.
We zijn naar een begraafplaats geweest daterend uit de V.O.C. tijd. Grafstenen van rond 1600 met
opschriften in het Nederlands, vrijwel nog in tact. Oud-nederlands met herkenbare Nederlandse
achternamen.
Met een middag rondritje liet Leo ons ook zijn geboortehuis zien en het huis van zijn grootouders waar
hij ook vaak was, een geweldige woning gelegen aan een vijver met een aantal imposante bomen
erom heen. Hij wees ons zijn lagere school aan. Leo, fijn dat je ons deelgenoot maakte van jouw leven
in Kupang op het mooie eiland Timor.
We hebben met Leo een winkeltje bezocht met prachtige Timorese kleding, jasjes, tafelkleden,
servetten, sjaals, dit alles was handgeweven door de plaatselijke bevolking die een weverij achter het
winkeltje had.
We bezochten een dorpje waar jonge meisjes ³gula Timor´ aan het maken waren en in zelf gevlochten
napjes deden. Een riskant werk omdat er honderden wespen en bijen om heen vlogen. De meisjes
werkten onverstoorbaar door. Ze werden helemaal niet gestoken.
Vervolgens reden we naar het strand, maakten een korte wandeling en ik legde het uitzicht van zon,
zee, zand en palmbomen vast op de camera. Lunchen deden we ook in hele gezellige restaurants.
Dan vertelde Leo: ³hier ben ik ook met Tineke en Eric Holleman geweest en daar aan de overkant ben
ik ook met hen geweest´.
Maar wat toch wel diepe indruk maakte op mij en ook op mijn twee vrienden uit Bali, was onze rit
langs diverse kerken en het mooie kerkje waar Leo en Rika gehuwd zijn en waar hun 5 kinderen ook
gedoopt werden. Een schitterend mooi gebouwd kerkje. En het zag er zeer schoon en onderhouden
uit, ook de tuin erom heen. Een serene rust straalde er vanaf.
Aan de voorkant iets opzij van het mooie kerkgebouw, lag ook een grafsteen met het eerbiedwaardige
opschrift, hier ligt de ´Onbekende Predikant´.
4
Vervolgens reden we ook naar het kerkje ³Ora et Labora´. Dit kerkje is gebouwd van giften van Vedoanen en goede vrienden. Connie Brouwer-van Rosmalen heeft een hoog bedrag ontvangen van
mensen uit haar kerk in Steenwijk. Leo vertelde dat daar de marmeren vloer van gelegd was en de
prachtige ramen in het kerkgebouw van gezet zijn.
Welnu, we kwamen bij ³Ora et Labora´ aan en daar stond het team van kerkeraadsleden ons op te
wachten met luid gezang en getooid in Timorese kleding. Leo stelde ons aan de mensen voor; we
kregen als welkomsgroet weer een zelf geweven sjaal om onze hals gelegd. Een eerbetoon, omdat
Gedé M, Renee Hans en ik voor het eerst op het eiland Timor waren.
In de kerk zelf hield Leo een lange toespraak voor alle aanwezigen, ook werd ons gevraagd om naar
voren te komen. Drie nieuwe leden zouden hun intrede doen in het kerkbestuur.
Er werd een gebed uitgesproken en wij mochten heel plechtig aan ieder van hen een bijbel
overhandigen. Na afloop van de kerkelijke bijeenkomst vroeg Leo ons nog even te blijven zitten, want
er zou een lunch aangeboden worden. Een Timorese vrouw bracht liefdevol op een dienblad het eten
binnen en zette het op een tafeltje bij ons neer. De maaltijd bestond uit een pisang gerecht met
heerlijke warme thee erbij.
Daarna kregen we een rondleiding door het kerkgebouw en de tuin erom heen. Het was nog niet
helemaal voltooid. Men was al 10 jaren bezig met de bouw van dit kerkje. Door gebrek aan geld stagneerde het werk steeds. We hopen dat er weer giften gedaan zullen worden, zodat het verder afgewerkt kan worden.
Bijzonder vond ik, dat ik ook een Timorese bijbel overhandigd kreeg. Ik ben heel blij met dit geschenk.
Een heel mooi aandenken aan dit gebeuren in het ³Ora et Labora´ kerkje.
In de avond zijn we gaan dineren in een gezellig restaurant. Ik bood Leo en Rika het diner aan en ze
mochten alle familieleden meenemen. Het waren er 22 in aantal. Jong en oud zaten aan één hele
lange tafel bij elkaar. Wat een plezier hadden we met elkaar. De trotse grootouders Leo en Rika zaten
zichtbaar te genieten van hun uitgebreide kroost en heel veel foto¶s werden gemaakt.
Dochter Leida-Amy nam de leiding van het bestellen van gerechten en drank. Dat was nodig, want ik
spreek geen Timorees; ik kende ook de namen van al die gerechten niet.
De laatste avond vóór ons vertrek weer naar Bali, deelden Rika en Leo ons mee ons nog een
verrassing te willen aanbieden.
µs Avonds gingen we naar het huis van de familie Nisnoni en daar werden we ontvangen met gezellige
muziek en een Timorese dansgroep, die een prachtige dansshow gaf voor alle genodigden.
Rika had met de dochters dagenlang voorbereidingen getroffen voor het heerlijke buffet, dat nu voor
ons klaar stond om ervan te smullen.
We kregen nog een mooi boek over de geschiedenis van Kupang mee.
Leo en Rika, wat heb je ons verwend met alles, wat gaven jullie ons veel liefde, warmte en
gezelligheid mee.
Wat een fijne familie hebben jullie. Dat jullie met elkaar nog lang mogen leven en genieten van het
mooie eiland Timor. Ik ben heel dankbaar, dat ik hiervan heb mogen getuigen. Ook Renee Hans en
Gedé spraken hun oprechte dank hierover uit.
Rika, Leo, dochter Connie, schoonzoon en nog een paar mensen brachten ons de andere dag naar
het vliegveld en zwaaiden ons uit en kort daarop vlogen we weer naar Bali, waar ik nog 3 weken zou
vertoeven.
Lieve Leo en Rika, ik sluit jullie in mijn hart als dierbare vrienden voor de rest van mijn leven. Dank
voor alles en ik wens jullie God¶s Zegen toe.
Lieve groet van ons drieën,
Renee Hans, Gedé en Joke
P.S.
Misschien een idee om de volgende reünie van onze dierbare vereniging VEDO´ in Kupang te
houden.?
5
BRAMMETJE - Mary Hens
Het ging heel goed, mijn ruilhandel via het gedek met de inlanders die rond ons Kareës kamp
woonden en graag wat eetbaars brachten in ruil voor alles wat wij nog maar te bieden hadden.
Witgoed, servetten, theedoeken, handdoeken, lakens, etc.. Maar het liefst juwelen. Zo scharrelde ik
veel extra eten bij elkaar. Vooral deng-deng, eieren, tempé, noem maar op (groenten kweekten we
zelf). Toen onze spullen allemaal vergedekt waren, ging ik bij kampgenoten langs en haalde bij hen op
wat ze graag ruilden voor etenswaren. Hoe ik de waarde bepaalde weet ik niet meer precies, maar je
wordt daar vanzelf expert en gewiekst in ± naar beide partijen toe denk ik ±.
Mijn moeder had er geen idee van in welke gevarenzone haar dochter zich bewoog. Ik als dochter
toen trouwens ook niet. Zoals voor iedere 17/18-jarige was gedek een totaal nieuwe ervaring. Maar
omdat er al doden begonnen te vallen door voedselgebrek en bij ons de vader vlak na de capitulatie
was gestorven - door ziekte weliswaar ± was ik toch doodsbang ook mijn moeder door voedselgebrek
te verliezen, terwijl ik wist hoe aan voedsel te komen door te gedekken.
Zo kwam ik in contact met een 10-jarig jongetje dat konijnen fokte. Hij bood een konijn aan en wou
daar 10 eieren voor hebben. Aangezien ik vreselijk graag een knuffelbeest wilde ± mijn kleine zusje
die ik vaak knuffelkonijn noemde was 3 jaar en de knuffelfase ietwat voorbij ± vroeg ik mijn moeder of
ik a.u.b. 10 eieren van mijn nering mocht hebben om voor een konijn te ruilen. Die moest ik eerst
verdienen. Van iedere succesvolle gedektocht mocht ik 1 ei houden. Na 10 succesvolle tochten werd
de deal gesloten. Van 10-jarige Bram de Voogd ± een heel blank jongetje, heel recht met blond
krulhaar ± ik zou hem zo kunnen tekenen ± kreeg ik een zwart-wit konijn en ik noemde het Brammetje
en was er dolblij mee. Fabriceerde gauw een loopren en verzorgde een grasveldje waarop de ren
verzet kon worden. Alles naar mijn tevredenheid en die van Brammetje, die na zich voldaan te hebben
aan het gras dat ik iedere middag ging snijden zich een prettig holletje groef. Hij werd aardig tam en ik
knuffelde hem en nam hem soms mee in bed voor gezelligheid.
Toen bedacht ik Bram de Voogd´s voorbeeld te volgen en ook te gaan fokken. Dus moesten er weer
10 eieren verdiend worden en kreeg ik bij de volgende deal een spierwit konijn met rode oogjes dat
dus witje werd genoemd. Zo pittig en sprankelend als Brammetje was, zo saai en dom was Witje.
Zodra er vogels dreigend in de lucht rond cirkelden boven de tuin, schuilde Brammetje in zijn hol
onder de losgewoelde graszoden. Witje bleef gehypnotiseerd in elkaar gedoken zitten. Tja, en toen op
een ochtend was de ren verschoven en bleek Witje verdwenen, er onder uit geplukt door een rode
kater die al dagen op de tuinmuur was komen loeren. Woedend was ik, schold op die rotkat en het
stomme kamp, teleurgesteld over mijn mislukte fokkerij.
Een buurjongen, die mijn angst en verbijstering goed inschatte, bood aan de rode kater te verkopen,
wat dat dan ook inhield. Hij beweerde al vaker een kat verkocht te hebben. Ik heb hem zijn gang laten
gaan en de kater nooit meer gezien. Heb me er wel schuldig over gevoeld tot ik aan het eind van de
kampjaren zelf uit nood voor stervenden om me heen me zelf aan een kat vergrepen heb. Na de
oorlog kwamen mensen mij dankbaar vertellen hoe ik hun moeder kattenbouillon bracht en botjes.
Dan maar weer 10 eieren voor een nieuw konijn bij elkaar scharrelen. Dat was overigens niet zo
moeilijk. Omdat ik gras moest snijden kon ik me dicht bij de wachttorens wagen hetgeen streng
verboden was, maar daar groeide mooi sappig gras dat ik voor mijn konijnen nodig had, een prima
excuus dat werkte. Neuriënd en kruipend rond de wachttoren probeerde ik dan contact met de Heiko
boven in de toren te maken voor een afspraakje voor onze nachtelijke ruilhandel.
De ruilhandel werd namelijk steeds moeilijker en op deze manier had ik een voorsprong op anderen
die maar op goed geluk naar het gedek gingen, hoe voorzichtig en omzichtig ook. Ik had een
bloeiende ruilhandel en hield daar behalve de konijnen voor mezelf ook wel eens wat van over.
Bijvoorbeeld een prachtige organza lap stof voor een avondjurk waar ik van droomde als de oorlog
voorbij was.
Eind 44 kregen we bericht dat we op transport zouden gaan. Niemand wist waar naar toe. De jonge
jongens waren al weggehaald. Mijn zus en ik hadden ons wild gewerkt aan het maken van bamboebekers waar we kamptaferelen in brandden. Die gaven we de jongens als drinkbeker en souvenir mee
bij hun vertrek. En nu pakten ook wij onze spullen wat we konden dragen en om ons lichaam konden
binden. Daarmee moesten we verzamelen voor vervoer aan de kamppoort. Ik had verdrietig afscheid
genomen van mijn konijnen die in hun nachthok zaten.
6
Het wachten aan de poort duurde en duurde en ik kreeg het ineens zo te kwaad over de konijnen dat
ik op mijn gleteks over de uitgestorven Hali Moenlaan klik klak klik klak terugrende naar ons huis. Daar
pakte ik onze grootste aluminium pan, stopte de 2 konijnen erin haalde een touw door de oren en het
deksel, zorgde met een stokje dat hij niet dicht kon, wilde terugrennen en zag op de valreep mijn
rolschaatsen staan waarmee ik zo heerlijk op de geasfalteerde Hali Moenlaan gewalst had met Dik
Westbroek die al 1 jaar weg was. In een flits dacht ik als de konijnen op mijn heup konden, dan
kunnen de rolschaatsen ook wel aan mijn riem op mijn billen. Zo gedacht, zo gedaan en terug klik klak
klik klak van de gleteks en iets dergelijks op mijn billen van de rolschaatsen net op tijd bij de poort om
met de familie ingeladen te worden in een vrachtwagen.
De reis ging per trein naar Batavia waar we eerst ± 14 dagen in Adek ondergebracht werden.
Oorspronkelijk was Adek een doorgangskamp voor koelies op transport naar Sumatra. Het kamp was
vol maar wij kregen ieder nog 60 cm in een barak waar Pops Bakker al zat met haar dochtertje Judith
en aan de overkant zat ook een mevrouw Bakker met 2 dochters die ik nadien goed leerde kennen en
waarmee ik nog steeds goed bevriend ben.
Met de konijnen ging het goed. Ik zal wel een kistje gevonden hebben en genoeg gras. Het volgende
transport ging per vrachtwagens naar Tjideng kamp. Daar werden we niet met vreugde ontvangen. De
mensen hadden het daar beter gehad ± wij kwamen als een verpauperd hongerig stelletje landlopers
na 2 ½ jaar kamp - en zij moesten voor ons hun huizen uit. We kwamen vroeg in de ochtend aan en
moesten ons, ik weet niet met hoeveel maar in ieder geval veel, over de Laan Trivellie verspreiden en
onze bagage op de grond zetten en alles wat aan ons hing, zo ook de pan met konijnen. Vervolgens
joeg de Jap na controle ons naar de wegbermen en werden we ingedeeld in de verlaten huizen,
voornamelijk aan de Laan Trivellie.
Intussen was de sjouwploeg van het Tjideng kamp opgeroepen, ik geloof om met de Jap de barang te
controleren. Hoe of wat weet ik niet precies, maar het lukte me contact met 1 van de meisjes te maken
en ik vroeg haar uit te kijken, of - als het kon - te zoeken naar een grote aluminium pan met schuin
gebonden deksel, want daar zaten 2 levende konijnen in.
Doodsangst stond ik uit. Uren en uren heeft onze bagage daar op straat in de meedogenloze
tropische zon gestaan toen we bericht kregen onze spullen op te halen. Tot mijn schrik vond ik mijn
pan met konijnen niet bij onze barang en verdrietig verzamelden we onze spullen en richtten we de
ons toegewezen ruimte in. Toen we in de late schemer op het plat van Laan Trivellie 123 ons
gaarkeuken eten kregen, zag ik een sjouwploeg meisje van huis tot huis scharrelen al informerend. Ik
werd alert en warempel ze kwam ook naar ons huis vragen of wij soms degenen waren van de pan
met konijnen. Natuurlijk sprong ik een gat in de lucht toen ze vertelde de pan gevonden te hebben
waarin de 2 konijnen als verzopen in hun zweet zaten, maar wel levend. Ze had ze meegepikt naar
huis, in de schaduw gezet en gras gegeven en zocht nu de eigenaar! Wat een geluk!
In dat huis zaten we met ± 105 mensen en ik vond een grote kist als behuizing veiliger en hoopte op
succesvolle vermeerdering. Maar er gebeurde niets. Witje was kennelijk steriel. Bij mensen in de
Kupoeasweg vonden we een 11 jaar oud vrouwtjeskonijn dat we bij Brammetje zetten. Het was een
heel groot dier en zij bleek warempel vruchtbaar want na verloop van tijd baarde ze 13 lichtroze
muisachtige jongen. Mijn moeder stond haar bij tijdens de bevalling en probeerde de melktoevoer te
masseren en de jongen aan te leggen met allerlei kunstgrepen, maar het moederkonijn ging dood en
één voor één ook de jongen, waarvan de laatste eerst leek te redden te zijn met heel erg verdunde
poedermelk die we uit een Rode Kruis pakket hadden gekregen. Helaas ging ook dit jong dood.
Ofschoon ik weer reden had gehad om gras te snijden langs het gedek heb ik het in Tjideng niet
aangedurfd contact te maken met de Heiko´s die buiten wacht liepen.
In dat kamp werd ik anderszins wel roekeloos. Door honger pikten en tjoepten we waar we konden
van de ³pasar´ (voedselverdeling) waar we werkten, maar niet zoveel als de leiding, mevr. Ebeling en
haar hulp. Ik ving kikkers en slakken en op een dag een kat. Intens verdrietig naar huis lopend van
een bezoek aan een doodzieke vriendin met 3 jonge kinderen, dacht ik eraan hoe ik in godsnaam een
rat zou kunnen vangen. Zij vertelde namelijk dat ze zoveel ratten over het plafond hoorde lopen en
vroeg of er niemand zo´n rat voor haar kon vangen. Toen liep er ineens een kat over de weg en ik
dacht aan het gebeurde in Karees en dat ik toch ook de moed moest opbrengen om daar een moord
op te plegen.
7
Mijn zusje wilde me eerst wel helpen, maar toen we de kat te pakken hadden zag ze van de moord af.
Hoe ik het deed weet ik niet meer, wil er niet meer aan denken, maar mijn moeder wist de kat goed te
bereiden en we deelden aan diverse zieken bouillon en kattenboutjes uit.
Raar vind ik naderhand dat ik er nooit over gedacht heb mijn knuffelkonijn ± mijn Brammetje te
slachten. Het 11 jaar oude konijn en alle jonkies hebben we wel opgegeten. Na de oorlog zijn mensen
me nog komen bedanken voor de heerlijke kattenbouillon die ze hadden gekregen.
21 juni 1945 werden wij naar Semarang op transport gezet. Later hoorde ik dat mijn vriendin begin
september aan uitputting toch is overleden, maar het was wel 3 maanden later. Op transport dus naar
Semarang ging Brammetje met Witje weer in de aluminium pan mee. Na ik geloof 3 dagen een
afschuwelijk transport waar we in de dysenterie-uitwerpselen zaten of lagen moesten we van het
station in Semarang naar Kamp Halmaheira lopen. Hoeveel km weet ik niet, ik dacht 10 maar het kan
ook veel minder zijn, al leek het eindeloos. Als je niet verder kon dan lieten ze je langs de weg liggen.
³Vooraan beginnen´, dacht ik met mijn tante die 60+ was en 2 olifantsbenen had. Je kon dan
langzaam ingehaald worden maar je hoorde nog steeds bij de groep. We hebben het gehaald,
gelukkig!
In Halmaheira was er voor 3 van ons geen plaats. Zo installeerden wij ons op één baleh onder het
afdak en één matras op een stel kisten met daarboven een baldakijn gespannen aan 4 palen. Het
baldakijn was een Perzisch tapijt dat we op een matras hadden genaaid en zo was meegekomen. Zo
sliepen we in de tuin van het kleine huisje waar mijn tante en kleine zusje een plaats kregen naast een
tante die al in dat kamp zat en daar een bestuurlijke functie had. In dat tuintje waar wij dus sliepen,
maakte ik een ren voor de konijnen. Alles ging goed en ik begon weer contacten via het gras snijden
te zoeken.
Mijn zus en ik deden om beurt ´s nachts dienst als stoker in de gaarkeuken en maakten zo wisselend
gebruik van het bed onder het afdak. Op een avond terugkomend van de gaarkeuken rook ik een
heerlijke penetrerende lucht. Een lucht zoals we in geen jaren in ons vleesloze bestaan meer geroken
hadden. Ineens met een misselijk makende schrik rende ik naar huis en de konijnen.
Ja hoor, het witje was verdwenen, gegapt door hongerige buren. Begrijpelijk natuurlijk achteraf.
Gelukkig niet Brammetje, die hield ik verder - geloof ik - kort aan een riempje bij me of zo.
Zo rolt dit verhaal verder. Ik was bedreven in het op reis gaan en toen we 23 augustus bevrijd werden,
nam ik Brammetje weer onder de arm, logeerde een weekje buiten het kamp en vertrok toen terug
naar Bandoeng waar ik een hok regelde in de tuin van mijn stiefmoeder.
Al gauw sloeg de Bersiap in Bandoeng ook toe en werden alle straten ten oosten van het Boromeus
ziekenhuis aangevallen en ´s nachts met molotov cocktails beschoten. De ontstane verwarring en
branden maakten een puinhoop van de getroffen straten.
Overdag was alles stil en verlaten en zo ging ik eens polshoogte in die verlaten en verbrande huizen
nemen in de Tjikunilaan. Bij toeval vond ik in een van de tuinen een eenzaam konijn in een hok.
Niemand om er voor te zorgen en dus nam ik het mee. Ook nog wat schilderijtjes die daar ook maar in
weer en wind hingen. Die gingen later mee naar Holland.
Brammetje was blij met zijn nieuwe maatje en al gauw konden we ons verheugen in de geboorte van
3 gevlekte jongen die voorspoedig opgroeiden. Een lust voor iedereen en een trots voor Brammetje.
Tot ik op een nacht een vreselijk gegil, gestamp en gerotzooi hoorde. Vloog mijn bed uit en daar lag
Brammetje uitgeput gebeten en amechtig blies hij in mijn handen de laatste adem uit. Alle konijnen
waren verdwenen. Een loewak had huis gehouden en mijn dappere, dierbare Brammetje liet zijn leven
ter verdediging van zijn familie. Hete tranen heb ik verdrietig geplengd terwijl ik in stilte lang zijn nog
warme, mooie vachtje streelde.
Een kampvriendje kon na 3 jaar kamp en schaarste niet verdragen het vlees niet te gebruiken. Daar
had ik begrip voor maar aan dat diner heb ik niet aangezeten.
Brammetje was een konijn om trots op te zijn en is mijn dierbaarste kampherinnering.
8
KRUISENDE WEGEN ± Otto de Wiljes
Frankrijk, Java, Nederland, van de Eerste Schipvaart tot Rimbaud
L¶Histoire à Parts Egales door Romain Bertrand, 2012
Afstandnemend van een Eurocentrische benadering, heeft Romain Bertrand 1) een geschiedenisboek
geschreven om ³U´ tegen te zeggen: µL'Histoire à Parts Egales¶ die de ontmoeting van Europa met de
Maleise wereld 1500/1650 van 2 kanten ± zoals de titel dat zegt ± belicht. Hij hield het op een zo
neutraal mogelijke afweging. Eerder had hij al een boek geschreven hoe de Javaanse adel in het
binnenlandse bestuur was geïntegreerd.
De enorme fascinatie die men in heel Europa onderging toen de handel met Z.O.-Azië op gang kwam,
eerst dankzij de Portugezen vanaf 1500 met hun µEstado da India¶ en vanaf 1596 vooral de Hollanders
en de Zeeuwen, maar ook de Engelsen, Spanjaarden, Fransen en Denen, uitte zich in een stroom
geschriften en verhandelingen die gretig werden gelezen en vertaald.
Met behulp van locale teksten die bewaard zijn gebleven is de Heer Bertrand uitputtend nagegaan
waarom de inheemse wereld nauwelijks reageerde, en dat terwijl die inheemse wereld - met name
Java en Atjeh - lang niet zo primitief was als meestal wordt aangenomen. In die begintijd was Bantam
het centrum van de peperhandel. Nederlanders, Engelsen en Portugezen maakten elkaars leven zuur,
maar Chinezen, Gujarati en Arabieren kwamen er ook.
De sultan (Javaan in een Soendaneze omgeving) vond ze eigenlijk te min, en hun aankomstcadeaus
ook, vooral die van de Hollanders... Mateloos winstbejag van de één stuitte op de knevelarij van de
ander, verder gecompliceerd door de afwezigheid van een gemeenschappelijke taal, kalender en
maten- en gewichtensysteem. Hij gaat diep in op het mentaliteitsverschil tussen de hoofse Javanen en
de zeer onbehouwen Nederlanders.
Hij beschrijft ook goed hoe Java relatief laat (vanaf 1510) overging van een hindoeïstischboeddhistische levensopvatting naar het Mohammedanisme. Die bekering werd bovendien zeer
beïnvloedt door de mystiek van het Soefisme uit Zuid India die veel ruimte liet aan de µonzichtbare
wereld¶. De mystiek die het gevolg is van uitleg, exegese en bezinning, werd al heel vroeg door de
orthodoxe Soennieten bestreden, want zodra men iets gaat interpreteren, loopt men het risico zich te
vergissen en in de dwaling te volharden. Kortom, kwetsbaar te worden voor bijgeloof, symbolisme en
alles wat bovennatuurlijk is.
Op Java kwam een syncretisme tot stand waarbij oude overtuigingen stand hielden en bepaalde preislamitische rituelen in ere werden gehouden. Het zijn die mystiek, de µstille kracht¶ en de µguna guna¶
die zo bepalend waren voor de Javaanse samenleving en die de koloniale en inheemse literatuur zo
beïnvloed hebben. Iedere (oude) Indischman kan daarvan getuigen, ik heb het zelf als kind nog op de
Molukken meegemaakt. Maar het is zeer moeilijk dat onder woorden te brengen...
In feite kwam het er op neer dat de Maleise wereld veel te veel met zich zelf bezig was, en vaak zeer
bloedig, om in de komst van een paar honderd blanke handelaren een politieke bedreiging te zien. En
dat de belegeringen (1619 en 1628) van het minuscule Batavia, gesticht in1614, mislukten ondanks
de enorme overmacht van de vorst van Mataram, die bezig was zijn hegemonie over heel Java te
vestigen, was meer te wijten aan een bloedige implosie aan de inheemse kant dan aan de
determinatie van de Hollanders, die overigens vooral steunden op Portugeestalige halfbloeden
(Mardijckers), Chinezen en 80 VOC import-Jappen. Het was daar een klein, maar zeer kosmopolitisch
en gekleurd gezelschap.
De Heer Bertrand legt de asymmetrie uit van de interpretatie van historische gebeurtenissen. Het
Noord-Europese Protestantisme dat open stond voor de wetenschap en de individuele
levensvervulling functioneerde collectief als een stoomwals, terwijl het Oosterse denksysteem geen
theorieën had om de politieke actie te ondersteunen. Of anders gezegd, het ontbrak hun in die tijd aan
kennis om de complexe werkelijkheid te verwoorden en er conclusies uit te trekken.
De Javaanse µSelbstdarstellung¶ kristalliseerde zich in de hoofse notie van de negara. Bij die notie
horen alle Indische Nederlanders een klok luiden zonder te weten in welke taman (ook een
ingewikkeld begrip) de klepel hangt en waarschijnlijk verwarren met negeri (= land). Negara moet men
zich voorstellen als een geciviliseerd gebied met daar om heen de wildernis van oerwoud, hoge
bergen, kwade geesten, slangen, bloedzuigers, gevaarlijke harimau¶s en niet te vergeten rampokkers
en barbaren.
9
De geschiedschrijving van de negara is niet een beschrijving, maar de toekenning van kwaliteiten
waar het bestaan van zo¶n gebied aan moet voldoen. 2) In die visie was er geen plaats voor gezicht- of
eerverlies. Typerend daarvoor was dat naarmate de Nederlandse macht zich uitbreidde die exogene
aanwezigheid in de Javaanse negara werd opgenomen en uiteindelijk de Europese gezagdrager de
rol van µoudere broeder¶ werd toebedeeld en als het ware in de familie werd opgenomen. De huidige
betekenis van negara heeft zich gebanaliseerd tot µstaat¶.
Het boek wijdt ook aandacht aan het verschil van de imperialistische en duurzame Portugese visie van
de Estado da India en de koopmansvisie van de Hollanders gericht op het batig slot op afzienbaar
termijn. Het is wel heel bijzonder dat nu nog hier en daar verinheemste Portugees sprekende
gemeenschappen zijn zoals in Timor en ook Malakka. De Hollanders hadden die stad met behulp van
de Sultan van Johor al in 1641 veroverd tot groot verdriet van de Sultan van Atjeh. De Sultan van
Johor was toen de aartsvijand van de Sultan van Atjeh...
De hoofdstukken over de godsdienstige ontwikkelingen (met name de invloed van het soefisme) en
de inheemse mentaliteit die bepalend waren voor de locale reactie op externe gebeurtenissen, zijn
weliswaar het meest interessant, het rijkst en moeilijkst leesbaar, maar de Heer Bertrand verwaarloost
niet de richtingbepalende gebeurtenissen, zoals, om een paar te noemen:
•
de 7 grote expedities van de Chinese admiraal Zheng He (1371-1433) tijdens de korte overzeese
expansieve drang van het Chinese keizerrijk; anderhalve eeuw later gevolgd door de
door hongersnoden geteisterde uittocht uit de Fujian (vanaf 1560);
•
de hongitochten waarmee de VOC vanaf 1625 zijn specerijenmonopolie (behalve peper) op de
minuscule Bandaeilanden invoerde. Dat hardhandige optreden heeft zeer tot de verbeelding
gesproken, waarschijnlijk nu nog, ook omdat dat redelijk goed gedocumenteerd was.
Wat men daarbij vergeet, en wat de Heer Bertrand terecht opmerkt, is dat de VOC dat kleinschalig
van de Atjehse sultan Iskander Muda (1583-1636, sultan vanaf 1608) had afgekeken die in zijn
uitgestrekt gebied (Oost-Sumatra tot de Riouw-archipel en grote delen van Maleisië) vanaf 1612
een pepermonopolie wilde invoeren met dezelfde grenzeloze willekeur en bloeddorstige knevelarij
waar hij zijn bewind mee was begonnen met het uitmoorden van de locale elite): The whole
territory of Acheh was almost depopulated by wars, executions and oppression. 3); desalniettemin
is de peperprijs na 1618 met 95% ingestort. In Europa moest het uitmoorden van Maagdenburg
(1631) nog plaats vinden: 25.000 slachtoffers op 30.000 inwoners...
•
De Atjehse ambassade aan Zeeland en Holland die in juli 1602 voet aan wal zette en die 15
maanden bleef en die o.a. door Prins Maurits werd ontvangen tijdens het beleg van Grave. De
Nederlandse kant is goed gedocumenteerd, maar helaas is niet bekend hoe de Atjehers dat
verwerkten. De vrede heeft wel tot 1641 geduurd.
•
Anekdotisch zij vermeld dat Montesquieu (1689-1755), de man van de 'trias politica', voor zijn
µEsprit des Lois¶ (Genève 1748, herdrukken in Amsterdam) veel gebruik heeft gemaakt van reisen ontdekkingsverhalen en in zijn boek de bloeddorstige despoot van Bantam, état où il n¶y a point
de lois fondamentales, (= staat helemaal zonder fundamentele wetten) als voorbeeld gebruikte
om te laten zien hoe het vooral niet moest.
De schrijver gaat nauwelijks in op wat de combinatie van winstbejag en vastberadenheid, en één jaar
zeilens van huis en zo gering in aantal, in de praktijk betekende met op de achtergrond een zeer
schrikbarende mortaliteit. Als het prille Batavia in 1628 bedreigd wordt door de vorst van Mataram
stuurt J.P. Coen een schip naar de Molukken om versterking te vragen. Dat is een afstand van 2.400
km (van Amsterdam tot Casablanca) met alle inherente risico¶s. In 1619 was dat ook al gebeurd. En
toch ging het redelijk snel, in ieder geval sneller dan de trage belegering. In die tijd heeft de VOC ook
een aantal Japanse ambachtslieden (minimaal 80) over een afstand van 5.000 km laten overkomen.
De Heer Bertand heeft uitputtend gebruik gemaakt van alle inheemse en Europese bronnen en ging
niet uit van een a-prioristische mening. Hij wilde iets compleets afleveren, wat hem ook gelukt is. Hij
gaat de ingewikkeldheid van de geschiedenis niet uit de weg. Het is betreurenswaardig dat het geen
Nederlander is die zo¶n evenwichtig handboek geschreven heeft, want de meeste bronnen zijn van
Nederlandse origine. Als men de litteratuurlijst raadpleegt, ziet men dat ondanks de focalisering op het
µbatig slot¶, er een enorme stroom van schrijvers is geweest voor wie het koloniale leven een
levensvervulling was in een positieve zin, waarvan de locale bevolking heeft meegeprofiteerd.
10
Velen van de latere koloniale meesters zouden zich in deze uitspraak herkennen: Daß der Mächtige
seine Beliebtheit bei den von ihm Abhängigen gern überschatzt. 4) Dat hing toen (20ste eeuw) ook
samen met de 'ethische politiek'. Ze zouden zeer verbaasd zijn geweest dat hun vaderland hen als
verfoeilijke nazi's op de historische mestvaalt heeft gedumpt... Men vindt er ook de sleutels van de
moderne ontwikkeling, bijv. waarom het een nationalistische en gecentraliseerde Republiek werd 5),
terwijl er wel degelijk een keuze bestond tussen een groen (Mohammedaans) en een rood
(communistisch) regime. En ook op wat voor soort voedingsbodem de Wahhabitische vorm van de
Islam na de eerste petroleum crisis (1973) met zoveel succes kon gedijen.
Wel is het jammer dat de Heer Bertrand de Nederlands-Indische literatuur links heeft laten liggen en
karakteristiek uit Willem Walravens ontroerende µBrieven¶ verkeerd - naar horen zeggen - citeert dat
de µNederlanders in Indië waren als de vliegen op de melk¶, terwijl dat µals een vlies op de melk¶ had
moeten zijn. 6) Er is een zeer groot verschil in de diepere betekenis... Op die zelfde laatste bladzijde
en met zijn allerlaatste zin schuift hij helaas bij Geert Mak c.s. aan : µLe recit de leur domination devrait
être celui de leur errance¶ (= de geschiedenis van hun overheersing is ook het verhaal van hun
dwaling).
Na alles wat hij in zijn boek heeft uitgelegd, slaat die zin als een tang op een varken. Het sluit aan bij
de heersende opvatting in Nederland van µwat deden wij daar eigenlijk¶ en bij de kwalijke gewoonte
afzonderlijke voorvallen er uit te lichten en geschiedkundig te herschrijven, meestal in de zin hoe
slecht de Nederlanders geweest zijn, terwijl daarbij niet wordt nagegaan hoe de Indonesiërs er over
zouden denken. In Nederland is men wat dat betreft nog steeds Euro/egocentrisch en dat neemt vaak
onnodig de vorm aan van zelfkastijding. Door bovendien de meeste boeken in het Engels te
publiceren nemen ze nog verder afscheid van de ingewikkeldheid van de geschiedenis en richten ze
zich op een internationaal leescircuit, en - nog erger - passen zich daar onwillekeurig en onderhorig bij
aan.
Kleinere landen mogen eigenlijk niet uitblinken en hebben alleen een steunfunctie om het Gebeuren
bij de Grootmachten te belichten. Wie zich klein gedraagt, maakt zich klein.
Men vraagt zich af waar de nieuwe generatie zich mee moet identificeren en waar de bakens zijn als
zij de geschiedenis van bijvoorbeeld De Ruyter in het Engels moeten lezen...
Voor zijn boek heeft de Heer Bertrand in 2012 de Grand Prix des Rendez-Vous de l'Histoire
ontvangen die ieder jaar in Blois verleend wordt tijdens een soort jaarmarkt waar alle historici van het
land samenkomen en waarvan het thema jaarlijks verandert.
Noten:
¹) L¶Histoire à Parts Egales door Romain Bertrand, Le Seuil 2012. 650 bldz waarvan 170 noten.
2)
Vrij weergegeven naar: Ecrire l¶histoire du negara, ce n¶est donc pas le décrire, mais bien le faire
advenir : lui assigner une qualité d¶existence en dévoilant les ressorts cosmiques, secret et éternels,
dont il n¶est que l¶un des rouages partiels et provisoires. Parce qu¶il est tout entier de l¶ordre de la règle
promulguée, le negara ne préexiste pas à son énonciation (bldz 335/6)
3)
A history of Perak, chapter IV: Perak under the Achinese by R.O. Winstedt & R.J. Wilkinson, 1934
4)
Geciteerd uit ¶Doppelleben, Heinrich und Gottliebe von Lehndorff im Widerstand gegen Hitler und
von Ribbentrop¶, 2011, 404 bldz. De schrijfster Antje Vollmer (ex-parlementslid van de µGrünen¶) gaat
hier diep in op de Bildungsgang van de jonge Oost-Pruisische graaf Lehndorff, bij wie (en bij zijn
soortgenoten) het uiteindelijk de moraal is die de bron is van een zeer grote persoonlijke moed. De
vormgeving van die moraal vond in een bijzondere school plaats.
5)
Van de weeromstuit heb ik een paar teksten van de veelschrijvende Mohammad Hatta (met Ir.
Soekarno medegrondlegger van de nationalistische Republik Indonesia) doorgenomen. Naast de
nationalistische retoriek speelt de verheerlijking van de oude Javaanse, pre-Islamitische cultuur een
voorname rol. Men kan inderdaad argumenteren dat die ouder is dan die van Nederland. Bij het
moderne wahhabisme dat sinds 1975 als een stoomwals over Java gaat, is juist alles wat buiten het
kader van hun oemma valt, niet alleen totaal irrelevant, maar ook niet echt behoudenswaardig.
11
Bij de Heer Hatta klinkt een frustratie er ook in door dat het immense gebied door zo¶n klein land
gekoloniseerd kon worden, terwijl hij aan dat kleine land zijn opleiding te danken heeft, die hem de
kennis, het begrip en de sleutels van de geschiedenis enz. verleend heeft, die het hem mogelijk
maakte zijn aanspraken te formuleren en uit te dragen. (Mohammad Hatta, Verspreide Geschriften,
Pernerbitan dan Dalai Buku Indonesia, 1952).
In een discours in Gland, Zwitserland in 1927, keurig in het Frans, uit hij zijn verbolgenheid over het
feit dat politieke leiders naar Nieuw Guinea werden verbannen en terecht kwamen µin een moerassige
streek, waar wilden en koppensnellers zwerven¶. Voor hem was onafhankelijkheid zonder de
superioriteit van Java onvoorstelbaar...
6)
De exacte tekst is: µWij drijven bovenop deze Aziatische samenleving als het vlies op de melk¶ ( bldz.
426) in µBrieven¶ door Willlem Walraven (1887-1943), uitgever G.A. van Oorschot, 1966. Diens brieven
zijn vaak feller van toon dan de pedagogische stijl van Mohammad Hatta, maar dat wilde niet zeggen
dat hij per sè tegen de Nederlandse aanwezigheid was. Om hem heen zag hij vooral het Europese
handelsplebs en de patjepeeërs...
x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x
Rimbaud op Java 1876
Rimbaud à Java, le voyage perdu, 1) (door Jamie James, 2012 is van een heel ander kaliber. Dat het
van origine een Amerikaans boek is, getuigt dat de fascinatie van Arthur Rimbaud (1854-1891)
grensoverschrijdend was. Nu nog, zoals blijkt uit het Nederlandse initiatief (en mecenaat) zijn topwerk
µLe Bateau Ivre¶ integraal te kalligraferen op een blinde muur in het 6e arrondissement (juni 2012). Dat
gedicht schreef hij toen hij 16 jaar oud was. Dat het de muur is van het gebouw waar de machtigste
belastingcontroleurs (= eind van de carrière) zetelen en heersen over nationaal-gevoelige dossiers,
zal de meesten ontgaan; daar gaan de geprivilegieerden met een slecht geweten alleen bevend naar
binnen. Die fascinatie was gebaseerd op zijn vroegrijpheid en zijn libertaire en anti-bourgeois toon. En
uiteraard om zijn schitterend en vernieuwend taalgebruik. Om zulke literaire Tarzans, zoals ook
Proust, Claudel, Gide enz. is in de hele wereld een universitair industrietje ontstaan waar thesen
worden gefabriceerd en meesterwerken tot op het bot worden ontleed. Rimbaud is wat dat betreft
helemaal bedolven onder een biografische verering waar letterlijk alles wat van hem bekend is, is
uitgesponnen. Eind 2013 zijn er weer 5 boeken over hem verschenen....
Hij had een nieuwsgierige geest en was een echte zwerver. Al zeer vroeg trok hij lopend van
Charleville-Mezière (noord Frankrijk) naar Parijs waar hij door de literaire Gotha wordt erkend. Maar
vanaf zijn 21ste heeft hij niets meer geschreven dat de moeite waard was. Zijn carrière was afgelopen.
Tussen zijn carrière en zijn latere leven als ploeterende handelsman rondom de Golf van Aden ligt zijn
Javaanse avontuur.
Op 18 mei 1876 tekent hij in Harderwijk voor 6 jaar bij het KNIL om in Sumatra te worden ingezet.
Daarbij ontvangt hij ¦ 300, de eerste helft van zijn handgeld. Hij vertrekt op 18 juni, wordt op 22 juli op
de rede van Batavia ontscheept; vertrekt op 30 juli per schip naar Semarang en komt omstreeks 2
augustus bij zijn voorlopige eindbestemming Salatiga aan, in de koele heuvels ten zuiden van
Semarang. Nog geen 14 dagen later is hij verdwenen en duikt op 31 december 1876 weer in
Charleville-Mézière op. Hij moet toch minstens 2 maanden in de buurt van Semarang hebben
rondgehangen, terend op de 2e helft van zijn handgeld...
Misschien dat het Javaanse avontuur meer dan een scharnier was, de oorzaak van een µleven voor¶
en een µleven na¶. Men weet het niet. Niets is bekend van zijn verblijf en avontuurlijke µontsnapping¶.
Zelf heeft hij er niets over gezegd. Juist dat gebrek aan kennis is er debet aan dat sommige biografen
er lustig op los hebben gefantaseerd in de trant van: om uit handen te blijven van de wrede
Nederlanders heeft Rimbaud zich verscholen in het ondoordringbare oerbos, waar orang utans hem
beschermd hebben tegen wilde tijgers en giftige slangen.
Voor µJava¶ was hij een briljante schrijver, geïnspireerd, geestig en homo, na µJava¶ was hij een
materialist, een handelsman die niets meer schreef, een hetero. Het intrigeert nog steeds.
Jamie James heeft er een erudiet en zeer leesbaar essay van gemaakt. Hij heeft de moeite genomen
ter plekke te enquêteren en Nederlandse bronnen en personen grondig te consulteren. Ook hij komt
er niet onderuit dat het µdossier¶ leeg is.
12
Maar hij schets wel de omstandigheden, waardoor men zich kan voorstellen wat er gebeurd is. Soms
oppert hij zijn eigen glosen, zoals bij deze (obscure) strofen:...à ma soeur Léonie Aubois d¶Ashby.
Baou ± l¶herbe / d¶été bourdonnante et puante. ± Pour la fièvre des / mères et des enfants«.
Er is veel discussie geweest wat dat woord µbaou¶ betekent. Indische Nederlanders herkennen dat
woord (bau) direct als zijnde de onomatopee voor stank of stinken, waar men een vies gezicht bij trekt.
Een beetje moeizaam legt de schrijver uit dat dit inderdaad de juiste betekenis is. Maar hoe is
Rimbaud aan dat woord gekomen, want dat gedicht was van voor zijn vertrek naar Java? Hij heeft in
de praktijk gebracht wat hij van zichzelf ooit zei: µMaintenant je suis maudit, j¶ai horreur de la patrie. Le
meilleur, c¶est un sommeil bien ivre, sur la grève¶ (= Nu ben ik verdoemd, ik heb een hekel aan mijn
vaderland, het beste wat mij kan overkomen is goed dronken op het strand in slaap te vallen).
Wie een stukje eeuwige literaire glorie zou willen vergaren moet op de proppen komen met oude
brieven uit Salatiga. Weliswaar is de kans bijzonder klein dat hij daar ooit met civiele Europeanen in
contact is geweest, want er werd zeer neergezien op Europese soldaten, maar wie weet of er toch nog
iets te voorschijn komt zoals 2 jaar geleden een gezelschapsfoto met hem uit Aden....
Voor geïnteresseerde VEDO-lezers is hier een tip: Henriette Kruseman of Krüseman werd op 22 mei
1855 in Salatiga geboren en overleed 9 september 1941 in Bandung. Ze is een half jaar jonger dan
Rimbaud. Was ze nog in Salatiga in 1876? In ieder geval was ze bijzonder literair geïnteresseerd,
want door toevallige omstandigheden ben ik in het bezit van haar tweedelige µDes Knaben
Wunderhorn¶ die ze zorgvuldig en zeer schwärmerisch geannoteerd heeft.
Otto de Wiljes, 29 januari 2014
1)
µµRimbaud à Java, le voyage perdu¶¶, door Jamie James, Les Editions du Sonneur, 2012, 178 bldz.
Oorspronkelijke titel : µµRimbaud in Java, The Lost Voyage¶¶.
Onderstaand gedicht werd ons toegezonden door Joke Hol. De dichter/dichteres is ons niet bekend.
LIEF INDIË
Wanneer je hier in Indië
van Holland hoort en leest,
dan voel je µt als een groot gemis,
er nooit te zijn geweest.
Je leest van lente en bloemenwei
van sneeuw en ijsplezier
en denkt, terwijl je µn klapper ziet :
"ik moet weg van hier".
En als je dan in Holland komt
dan vind je µt daar niet kwaad,
je smult eens van een pannenkoek
en loopt eens over straat;
je gaat eens op twee schaatsen staan,
je ligt eens in de wei,
je kijkt de étalages af
en dwaalt eens op de hei.
Maar och, µt is niet zoals je dacht
en niet zoals je las,
een boer die scheldt je huid vol
wanneer je ligt in µt gras.
Zodra je op de schaatsen staat
dan doen je voeten pijn
en als je een aardig pad inslaat,
lees je : "verboden terrein".
13
En als je in november dan
zo¶n hele lange dag
achter beslagen ruiten zit
en niet naar buiten mag,
dan denk je elke morgen :
"ligt het sneeuwtapijt er niet ? "
een kliederige modderpoel
is alles wat je ziet.
En als je aan het smullen gaat
van al wat lekker is,
dan denk je opeens weer aan rijst
met sambal en petis.
Van appels, peren en meloen
daar houd je heel veel van,
maar alles laat je staan
voor een heel klein stukje doerian.
Je mist in al die nevelkou
de trouwe tropenzon,
de bloemenpracht, µhemelblauw,
de slapende kebon ;
je mist je dagelijkse bad,
de grote manggaboom
en wat je daar niet vinden kunt,
dat zie je in je droom.
Dan zie je µt zachte groen fluweel
van sawahs, pas beplant,
een ruisend, wuivend bamboebos,
een steile kalikant.
Je droomt van zilv¶ren maneschijn
van flonkerend sterrenlicht
en van µn bleekgroene vulkaan
die stil te dromen ligt.
En als je dan in Sabang weer
voor µt eerst de palmen ziet,
voor µt eerst weer de melatti ruikt
en van de zon geniet,
dan trekt iets warms voorbij je hart,
een rilling langs je rug,
er komt iets vochtigs in je oog
je bent in huis terug.
Dan weet j¶opeens, dat wat je doet
en wat je spreekt of kent
je toch, al heb je Hollands bloed,
een kind van Indië bent.
Daar waar je vader werkt en zorgt,
je moeder waakt en bidt,
dat Indië, lief Indië
je hele hart bezit.
14
ENGELSE GEZEGDEN
A 1st grade school teacher had twenty-six students in her class. She presented each child in her
classroom the 1st half of a well-known proverb and asked them to come up with the remainder of the
proverb.
It¶s hard to believe these were actually done by first graders. Their insight may surprise you. While
reading, keep in mind that these are first-graders, 6-year-olds, because the last one is a classic.
1 Don¶t change horses
until they stop running.
2 Strike while the
bug is close.
3 It¶s always darkest before
daylight saving time.
4 Never underestimate the power of
termites.
5 You can lead a horse to water but
how?
6 Don¶t bite the hand that
looks dirty.
7 No news is
impossible.
8 A miss is as good as a
Mr.
9 You can¶t teach an old dog new
math.
10
If you lie down with dogs, you¶ll
stink in the morning.
11
Love all, trust
me.
12
The pen is mightier than the
pigs.
13
An idle mind is
the best way to relax.
14
Where there¶s smoke, there¶s
pollution.
15
Happy the bride who
gets all the presents.
16
A penny saved
is not much.
17
Two is company, three¶s
the Musketeers.
18
Don¶t put off till tomorrow what
you put on to go to bed.
19
Laugh and the whole world laughs with you, cry and
you have to blow your nose.
20
There are none so blind as
Stevie Wonder.
21
Children should be seen and not
spanked or grounded.
22
If at first you don¶t succeed
get new batteries.
23
You get out of something only what you
see in the picture box.
24
When the blind lead the blind
get out of the way.
25
A bird in the hand
is going to poop on you.
En de uitsmijter
26
Better late than
pregnant.
15
MUTATIES OP ADRESLIJST 2013, PERIODE 01/08/2013 T/M 01/03/2014
Nieuwe leden
2017 v
4072 v
4317 m Aartsen, H.E.
4201 v Boon von Ochssée-Haefkens, A.
1477 m Tan, K.H.
Tatipikalawan, S.
Wijsman-Everaarts, T.
Adreswijzigingen
Lidnr A Schoolnaam
Huidige naam
Straat
Stad
4317
172
593
3235
1499
1407
345
1969
3364
3182
1320
3637
3633
1742
Aartsen, H.E.
Reijnen, Drs. C.E.
Westendorp, I.
Goei The, Dr. H.S.
Admiraal, E.
Steen, F.J.M.
Farris, F.
Sluys Veer, G.R. v.d.
Stoutjesdyk, R.M.
Tjia, H.D.
Kampen, A. van
Kruijf, F. de
Egdom, W.
Wegner, Ir. J.G.
Johannes de XXIII Singel 106
Generaal Winkelmanstraat 309
Hugo de Grootlaan 30 Kamer 438
Av Ceramique 134 D
Unit #328 32853 Landeau Place
Hoelsvegen 25
1505 S. Catalina Ave Apt B
Willemstraat 116
8912 156 Street Unit 204
13 Jalan 8 B3 - Precinct 8
Hofstadstraat 15
Rolderdiephof 162
Spaarnekade 18
Vaartdreef 115 216
6416 HV Heerlen
5025 XJ Tilburg
1381 DE Weesp
6221 KV Maastricht
Abbotsford, BC V2S 6S6
1923 Sørum
Redondo Beach, CA 90277
2713 AH Zoetermeer
Edmonton, AB T5R 5Z2
62259 Putrajaya
2430 Vorst Laakdal
3531 DC Utrecht
2064 SB Spaarndam
2724 GE Zoetermeer
m
v
v
m
v
v
v
m
m
m
v
v
v
m
Aartsen, Herman
Emanuels, Carmen
Esser, Vonnie
Goei The, Henk
Kemeling, Elfiede
Krüger, Frederike
Muller, Freeke
Sluys Veer, Dolf v.d.
Stoutjesdijk, Robert
Tjia, Hong Djin
Toppen, Anneke
Toppen, Fenny
Toppen, Wineke
Wegner, Jaap
Land
CDN
N
USA
CDN
MAL
B
Email-adressen
Aartsen, Herman
Dicke, Jaap
Düren, Donald
Everaarts, Tjette
Haring, Ferry
Rosmalen, Connie van
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Sluys Veer, Dolf v.d.
Steege, Theo v.d.
Tan Khik Hauw, Hauw
Tjan, Leodyne
Tjia, Hong Djin
Verschuyl, Ferry
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Overleden
Barkey, Wally
Bartels, Henk
Engh, Jane v.d.
Flohr, Gary
Forbes, Henry
Harting, Ton
Heidinga, Rudi
16
2013.12.26
2014.01.09
2014.02.12
2013.11.08
2014.03.02
2013.11.22
2013.12.16
Kerkhoven, Marga
Kwee, Koen (K.T.)
Laaken, Wim v.d.
Leeuwen, Anton van
Leihitu, Tilly
Liauw, Thelma
Lindeijer, Wim
2013.09.12
2014.01.29
2013.11.16
2013.10.31
2010.12.01
2013.12.22
2013.12.06
Mackay, Maudy
Marcus, Eric
Poelman, Chris
Raven, Aeisso
Rietema, Ineke
Verhagen, Leendert
2014.02.18
2013.10.06
2013.10.18
2013.12.18
2013.03.28
2014.01.31
ALGEMENE GEGEVENS
Bestuur en Redactie
Donald Düren, voorzitter
De Breekstraat 53, 1024 LK Amsterdam
Telefoon: 020 636 3167
E-mail: [email protected]
Walter Burger, feestcommissaris
Meloenstraat 140, 2564 TL Den Haag
Telefoon: 070 323 5651
E-mail: [email protected]
Tineke Holleman-Bangert, secretaris
Merelhof 42, 2251 DD Voorschoten
Telefoon: 071 887 6382
E-mail: [email protected]
Thelma Jellema-van Dort, lid
Klaverweide 210, 2272 BZ Voorburg
Telefoon: 070 355 7597
E-mail: [email protected]
Eric Holleman, penningmeester
Merelhof 42, 2251 DD Voorschoten
Telefoon: 071 887 6382
E-mail: [email protected]
Web-site: www.vedo-world.nl
Redactieadres: Zie Tineke Holleman
Lidmaatschap
Contributie is verschuldigd per kalenderjaar en dient vooruit te worden betaald. Opzegging dient te
geschieden voor 1 december van het voorgaande jaar.
2013
2014
Basis
Contributie
4
4
Basiscontributie + G&KD per post in:
Nederland
Europa
Wereld
10
12
13
10
12
13
N.B. Paren ontvangen slechts één exemplaar van G&KD. Leden die G&KD per e-mail ontvangen of een
partner hebben die G&KD ontvangt, betalen alleen de basiscontributie.
Specificatie van uw betaling
Op de adreslabel staan uw lidnummer en de uitstaande contributie in Euro¶s t/m het lopende jaar. Staat
daar niets, dan hebt u uw contributie t/m dit jaar al voldaan. Voor de correcte administratie van betalingen
is het essentieel dat u bij uw overschrijving het lidnummer vermeldt van degene voor wie u betaalt.
Betaalt u voor een ander, vermeldt dan ook zijn naam. Gebruik de volgende betalingscodes:
nnnn :
Cyy
Eyy
D xx
Lid nummer nnnn
Contributie jaar yy
G&KD per post
Contributie jaar yy
G&KD per e-mail
Eenmalige donatie
Van ¼ xx
Entree leden
Entree niet-leden
A
P
Ledenlijst op reünie
Ledenlijst per post
Toegang tot speciaal
Evenement
M Gewone maaltijd
V Vegetarische maaltijd
B
Komt op ALV/reünie
alleen nodig als dat niet blijkt
uit overige codes
R
I
X
Ongespecificeerde betalingen boven de verschuldigde contributie worden als éénmalige donatie
geboekt.
Voorbeeld 1:
In dit voorbeeld ontvangt lid 1080 G&KD per post. Het betaalt contributie voor 2013 en 2014 (samen ¼ 20) en een donatie
(¼ 5). Hij maakt dus ¼ 25 over en vermeldt op de overschrijvingskaart bij mededelingen:
1080: C13+ C14 + D 5
Voorbeeld 2:
In dit voorbeeld ontvangt paar 191 (beiden lid) éénmaal G&KD per e-mail. Het betaalt 2 x de basiscontributie voor 2013
à ¼ 4, neemt twee introducés mee naar de reünie (2 x entree leden à ¼ 5 + tweemaal entree introducés à ¼ 15) en bestelt
drie gewone en één vegetarische maaltijd (4 x ¼ 15). Het maakt dus ¼ 108 over en vermeldt op de overschrijvingskaart bij
mededelingen:
191: 2 x E13+ 2R + 2 I + 3 M + V
Bankrekening
NL77 INGB 0000537857 ten name van VEDO Nederland te Voorschoten
17