Lieselot Christiaen VTI Brugge TOTAALSTATION BEGIN VAN EEN METING OPSTELLEN VAN EEN TOESTEL a b c VRIJE OPSTELLING Dit is wanneer opgesteld wordt op een totaal onbekend en willekeurig punt. (punt a en c) Indien dit punt achteraf niet moet gekend zijn, is de inmeting hiervan onbelangrijk. Toch moet bij de meting geïntialiseerd worden, d.m.v. een ander punt in te meten. Op die manier is het nulpunt van de horizontale rand bepaald. De verticale rand moet niet ingesteld worden, het nulpunt komt overeen met het Zenit; op voorwaarde dat het toestel goed opgesteld staat. METEN IN EEN GEKEND ASSENSTELSEL Indien je boven een (gekend) punt opstelt, dan neemt de opstelling meer tijd in beslag. (a,b,c) Hoe nauwkeuriger dit gebeurt, hoe nauwkeuriger je meting zal zijn. Handleiding totaalstation 1 Lieselot Christiaen VTI Brugge Eerst duidt men een punt aan op de grond en daarboven stelt men de theodoliet op. Om dit uit te voeren én er gelijktijdig voor te zorgen dat het toestel waterpas staat, is enige oefening vereist. 1. Hou het statief verticaal voor je, met de poten dicht, en schuif de poten gelijk uit totdat de basisplaat op kinhoogte komt. Plaats het statief in de ster op de grond, dat rond het punt ligt, zodat de hoeken van de poten gelijk zijn. 2. Plaats de theodoliet op het statief. Zorg ervoor dat de stelschroeven in het midden van hun bereik staan, op die manier is er nog voldoende speelruimte. 3. Verschuif de theodoliet tot je het punt op de grond gecentreerd ziet door het optisch lood. 4. Laat het doosniveau inspelen a. Grofweg door de poten één voor één te verlengen/verkorten. b. Je draait vervolgens aan 2 schroeven tegelijk in tegenrichting (bovenste figuur). Dit tot de bel op de lijn komt van de 3e stelschroef (onderste figuur). c. Tenslotte draai je aan de 3e stelschroef tot de bel in het midden van de cirkel staat. 5. Laat het buisniveau inspelen d.m.v. de stelschroeven: plaats 2 stelschroeven evenwijdig met je buisniveau en gebruik die schroeven. 6. Kijk door het optisch schietlood en controleer of het toestel zich nog boven het punt bevindt. 7. Indien nodig, verplaats de theodoliet over de basisplaat tot je terug boven het punt staat. 8. Controleer vervolgens of het buisniveau nog inspeelt. Indien nodig herhaal vanaf punt 5 tot het toestel zowel horizontaal als boven het punt gecentreerd staat. OPSTARTEN MET DE TS415 Rode knop “PWR” start het toestel op, waarna je dit scherm ziet: Met de pijltjes naar boven kun je navigeren tussen temperatuur en luchtdruk. Deze kan je aanpassen door op de blauwe knop “REC/ENT” te klikken en de waarde in te tikken op het nummeriek klavier. De horizontale rand moet geïnitialiseerd worden door het toestel rond zijn verticale as te laten draaien. Indien dit niet lukt, staat de rand geblokkeerd, deze moet dan eerst gedeblokkeerd worden. Hierna draai je het toestel rond zijn 2e as (horizontale as) om de verticale rand te initialiseren. Handleiding totaalstation 2 Lieselot Christiaen VTI Brugge Handleiding totaalstation 3 Lieselot Christiaen VTI Brugge PROJECT INSTELLEN Wanneer je start met een nieuwe meting, open je eerst een nieuw project door op de knop MENU te klikken en vervolgens te kiezen voor “1 Job” (m.b.v. de pijltjes of door op het cijfer 1 te duwen) Creat Hierna kom je terug in het meetmenu. Het toestel is echter nog niet ingesteld STATIONSSETUP Om je toestel in te meten zijn er in het menu “STN” 2 courant gebruikte methodes: 1. Vrije opstelling met inmeten naar 2 gekende punten (of gekende lijn). De coördinaten worden per punt ingemeten en het punt wordt vervolgens gemeten. Het verschil in coördinaten wordt getoond. 2. Vrije opstelling of opstellen boven een gekend punt en openen naar gekend punt of punt met gekende horizontale hoek. Je geeft de correcte of fictieve coördinaten aan je opstelpunt en kiest vervolgens voor “known angle”. Vervolgens geef je als hoek 100 in en meet je het prisma in. De horizontale rand staat nu op 0. Nu kun je beginnen meten. Door op “DSP” te klikken verander je je scherm en zie je telkens andere gegevens. Dit kan ook ingesteld worden onder instellingen, maar dit blijft beter staan. MSR1 en MSR2 zijn 2 verschillende manieren om te meten, dit kan handig zijn wanneer je bv. 2 spiegels hebt om te meten met een verschillende prismaconstante. Het gevaar is dan dat er verkeerd geduwd wordt. Handleiding totaalstation 4 Lieselot Christiaen VTI Brugge UITZETTEN VAN PUNTEN Er zijn 4 mogelijkheden om punten uit te zetten onder “L-O”, beide navigeren volgens dit principe: 1. L-O to Point Het uitzetten van een punt op basis van een gekende as en de offset-waardes. De 2 punten worden ingegeven op basis van coördinaten of door ze in te meten. 2. L-O from Line Dit dient om de afstand van een punt t.o.v. een geselecteerde lijn te meten. 3. L-O from Arc 4. XYZ Selecteer het punt dat je wil selecteren in de lijst of geef de coördinaten in. Setup vereist! Handleiding totaalstation 5 Lieselot Christiaen VTI Brugge PROGRAMMAS Onder “PRG” zijn er 5 programmas terug te vinden: 1. RDM(Radial) 2. RDM(Cont) Beide functies meten de horizontale, verticale en schuine afstand tussen 2 punten RDM (radial) meet de afstand van elk punt t.o.v. het 1e punt. RDM (Cont) meet de afstand t.o.v de 2 punten ervoor. 3. REM (Remote elevation measurement) of het hoogteverschil tussen 2 punten die loodrecht boven elkaar staan. 4. V-Plane (verschillen in verticaal vlak) 5. Cogo: coördinate geometry calculations à zuiver landmeetkundig (zie handleiding) Handleiding totaalstation 6 Lieselot Christiaen VTI Brugge VOORWAARDEN VOOR EEN CORRECTE METING ZIJN: 1. Het toestel staat waterpas opgesteld zodat de horizontale rand in een horizontaal vlak ligt en de verticale rand in een verticaal vlak. (zie hierboven) 2. De visering gebeurt nauwkeurig à goed mikken én scherpstellen op het geviseerde punt. Men kan zelf vaststellen of de visering goed gebeurd is door met het oog te bewegen tijdens het viseren. Als het beeld niet verschuift t.o.v. de kruisdraden is de visering goed! VISEREN MET EEN THEODOLIET Onder viseren verstaat men bij de landmeters mikken en scherpstellen. 1. Stel de kruisdraden van de theodoliet scherp met behulp van het oculair. 2. Richt het toestel uitwendig op het eerste richtpunt. 3. Stel het zicht scherp met de centrale instellens (objectief) . 4. Als het richtpunt in beeld is, klem zowel de verticale als de horizontale beweging van het toestel vast en richt exact d.m.v. de verticale en de horizontale fijnregelingen. 5. Wanneer men gebruik maakt van vizierpunten moet men op de vizierpunten richten. Wanneer men gebruik maakt van jalons moet men naar het voetpunt van de jalon richten. Op die manier hou je geen rekening met de eventuele scheefstand van de jalon. AFLEZEN MET EEN THEODOLIET Landmeters werken meestal in 100-delige graden of “gon”. Een volledige cirkel omvat 400 gon en 1 gon bevat 1000 mgon. De toestellen laten toe hoeken af te lezen tot op enkel mgon. Digitale aflezingen zijn gemakkelijk maar ook verraderlijk. Een getal, zwart op wit, met drie cijfers na de komma geeft een betrouwbare indruk. Alles hangt echter van de waarnemer af. Eenzelfde hoek gemeten door een andere waarnemer kan zelfs al vanaf het eerste cijfer na de komma verschillen. Het is dus nodig van voldoende aandacht te besteden aan het viseren en de metingen te herhalen. Wanneer dezelfde metingen meermaals worden uitgevoerd en dan nog door verschillende waarnemers, krijgt men een realistisch zicht op de werkelijke nauwkeurigheid van de uitgevoerde meting en op de cijfers die nog betrouwbaar zijn. Handleiding totaalstation 7
© Copyright 2024 ExpyDoc