C3 Orthopedie - St. Elisabeth Ziekenhuis

Leerplaatsprofiel
Orthopedie
Verpleegafdeling C3
Verpleegafdeling orthopedie
Verpleegafdeling orthopedie (C3) is onderdeel van de zorgeenheid orthopedie. Onder deze
zorgeenheid valt ook de polikliniek en het secretariaat. Op de verpleegafdeling worden patiënten
verpleegd die opgenomen zijn voor een orthopedische ingreep, onderzoek en behandeling. De
verpleegafdeling orthopedie is gevestigd op etage C.
Om je alvast een indruk te geven van opname indicaties op verpleegafdeling orthopedie volgt
hieronder een lijst met de meest voorkomende ziektebeelden op de verpleegafdeling:
totale heupprothese
totale knieprothese
collum fractuur
chirurgie aan het centraal wervelkolom
Doelstelling afdeling
De doelstellingen van de afdeling zijn:
1. Het verplegen en begeleiden van orthopedische zorgvragers, waarbij handhaven c.q.
verbeteren van de kwaliteit van zorg een belangrijke plaats inneemt.
2. Het scheppen van voorwaarden, zodat er een goed werkklimaat ontstaat. Medewerkers
moeten daarin mogelijkheden vinden om zich te ontplooien en te ontwikkelen tot professionele
hulpverleners.
3. Het scheppen van voorwaarden om te zorgen voor een goed werk- en leerklimaatvoor
leerlingen, stagiaires en nieuwe medewerkers ten behoeve van het leer- en begeleidingsproces.
Visie op verplegen
De zorgeenheid stelt zich tot taak om op deskundige wijze tegemoet te komen aan de
orthopedische hulpvraag op basis van verminderd lichamelijk en/of geestelijk functioneren van
mensen als gevolg van een afwijking op het gebied van het bewegingsapparaat. Daarnaast wordt
het van groot belang geacht de kwaliteit van het orthopedisch handelen blijvend te verbeteren
door het volgen en aanbieden van wetenschappelijk, orthopedisch technisch en verpleegkundige
opleidingen.
Missie
Er wordt gekozen voor klantgericht/vraaggestuurd werken; de vraag naar zorg, service en
diensten komt centraal te staan. Om aan deze vraag tegemoet te komen wordt gestreefd naar
het aanbieden van zorg in verschillende ketens, die worden ingericht op geleide van de
individuele wensen van de patiënt.
De patiënt krijgt een centrale sturende rol in het zorgproces, de structuur van het leveren van
zorg zoals we die vanuit de historie kennen waarin de arts en de instelling die centrale rol claimen
wordt losgelaten.
De patiënt wordt klant en heet voortaan zorgvrager, de artsen en medewerkers worden
deelnemers in een klant gestuurde keten van zorgvraaggerelateerde handelingen met als doel het
verbeteren van de kwaliteit van leven van de zorgvrager
Omvang specialisme
Afdeling C3 is een verpleegafdeling met een totaal van 22 orthopedische bedden.
C3 is opgedeeld in 2 gangen:
De A gang: deze gang heeft 11 bedden orthopedie en
De B gang: deze gang heeft 11 bedden orthopedie.
Afdeling C3 heeft drie 3-persoonskamers en dertien 1-persoonskamers.
Specialisten
Er zijn +/- 6 orthopedisch chirurgen die ieder hun aandachtsgebied hebben. Dr. Caron is de
medisch manager van de zorgeenheid orthopedie. Dr. Spoor is het aanspreekpunt voor de
verpleegafdeling. Er zijn +/- zes arts-assistenten in opleiding.
Dr. Gosens
Dr. De Waal Malefijt
Dr. Diekerhof
Dr. Caron
Dr. van den Brand
Dr. Spoor
Algemene orthopedie, traumatologie, reumatologie, revisie chirurgie,
hand- en polschirurgie, schouderprothese
Algemene orthopedie, traumatologie, rugchirurgie
Algemene orthopedie, rugchirurgie, nekchirurgie, traumatologie
Algemene orthopedie, kniebandreconstructies, revisie chirurgie,
traumatologie, voetproblemen
Kniechirurgie, kinderorthopedie, kruisbandchirurgie
Algemene orthopedie, traumatologie, rugchirurgie
Zorgvragers
De volgende zorgvragers zul je regelmatig op onze afdeling verplegen:
* zorgvragers die zijn opgenomen voor een chirurgische ingreep, onderzoek en behandeling
* zorgvragers met een beperkte mogelijkheid tot zelfzorg in somatisch opzicht
* geriatrische zorgvragers
* lichamelijk gehandicapten
Duur van de zorg
De gemiddelde lig duur is 5.3 dagen. Sommige patiënten verplegen wij een lange periode omdat
zij niet meer (meteen) terug kunnen naar de thuissituatie en daardoor wachten op een plaatsing
in een verzorgingshuis, verpleeghuis of een revalidatiecentrum.
Leeftijdscategorie
60% van de patiënten is tussen de 14 en 65 jaar, de overigen zijn ouder als 65 jaar.
Verpleegsystemen
Op afdeling orthopedie wordt gestreefd naar Patiënt Gericht Verplegen (PGV).
Iedere verpleegkundige krijgt een aantal zorgvragers (kamers) toegewezen en draagt de
verantwoordelijkheid voor het verpleegkundig proces.
De teamleider is de eindverantwoordelijke voor de totale zorgcoördinatie om die kwaliteit van
zorg te realiseren zoals beschreven in de afdelingsdoelstelling.
Ook lerende krijgen een aantal zorgvragers toegewezen, waarbij een verpleegkundige als
eindverantwoordelijke aanspreekbaar is.
Afhankelijk van de zorgsituaties, laag-complex / complex, gaat de lerende steeds meer
zelfstandig uitvoering geven aan de geplande of te plannen zorg.
Dit wordt afgestemd op het opleidingsniveau van de lerende en reeds opgedane ervaringen
Opbouw van het team
Hoofd zorgeenheid en 1 Teamleider. Verder bestaat het team uit verpleegkundigen
kwalificatieniveau 4 en 5, ziekenverzorgenden, helpenden, leerlingen, stagiaires,
kwaliteitsfunctionaris, zorgcoördinator, opleidingsfunctionaris, afdelingssecretaresses en
huishoudelijk medewerksters.
Op de polikliniek orthopedie werken 10 assistentes en op het secretariaat werken 2
secretaresses.
Samenwerken met verschillende disciplines
Om een optimale zorgverlening te realiseren werken we nauw samen met verschillende
disciplines.
Intern werken we veel samen met:
• fysiotherapeuten
• pastoraal medewerker
• laboratoria medewerkers
• diëtiste
• ergotherapeut
• gipskamer
• medisch instrumenten maker
• maatschappelijk werk
• enzovoorts
Extern werken we samen met transferverpleegkundigen en verzorgen wij de verpleegkundige
overdracht naar de thuiszorg, verzorgingshuizen en verpleeghuizen.
Verwachtingen
De afdeling verwacht van jou een actieve voorbereiding, o.a. door het lezen van dit
leerplaatsprofiel en het maken van de bijgevoegde voorbereidingsopdracht. Je persoonlijke
leerpunten, de richtlijnen van de afdeling en de eindtermen van de opleiding vormen samen met
het leerplaatsprofiel de noodzakelijke basis die je nodig hebt om je individuele stagwerkplan op te
stellen. Gedurende de hele BPV is dit werkplan een hulpmiddel om je leerproces actief te sturen
en te reflecteren op je handelen.
Wanneer je vragen hebt over afdelingszaken, personele vragen of werktijden kun je contact
opnemen met de afdeling en vragen naar de teamleider.
Voor vragen met betrekking tot de opleiding en je stage kun je contact opnemen met de afdeling
en vragen naar de opleidingsfunctionaris.
Ziek / beter melden
Bij ziekte:
•
•
•
De leiding ( teamleider van de afdeling of hoofd zorgeenheid) van de afdeling dit voor
09.30 uur laten weten. Als dit in het weekend valt, neem je contact op met de afdeling
en je spreekt af wanneer je na het weekend contact opneemt met de leidinggevende.
Geef zo mogelijk aan hoelang de ziekte kan / zal duren, dit in verband met het regelen
van de opengevallen diensten.
De Salarisadministratie (013-5392228) bellen om je daar ziek te melden. Buiten
kantooruren spreek je de voicemail in.
De opleiding informeren volgens de daar geldende afspraken:
Op werkdagen tussen 8.00-18.00 contact opnemen met onderwijscoördinatoren
verpleegkundige opleidingen OOC.
In avond/nacht of op vrijdag/weekend en in vakanties mail je naar het OOC:
[email protected]. In deze mail vermeld je:
-
naam, afdeling en opleiding
Reden van afwezigheid
Telefoonnr waarop je te bereiken bent.
Ingangsdatum afwezigheid
Of je melding hebt gedaan bij salarisadministratie, afdeling en school.
Bij herstel:
•
•
•
Minimaal één dag voor werkhervatting de leiding bellen, in de ochtend.
Herstel melden bij de onderwijscoördinatoren of anders via de mail bij het secretariaat van
afdeling OOC ([email protected]).
Herstel melden bij de Salarisadministratie.
Dienstkleding
Dienstkleding is door het ziekenhuis voorgeschreven kleding die tijdens uitvoering van de
opgedragen werkzaamheden gedragen dient te worden. De dienstkleding wordt kosteloos ter
beschikking gesteld door het ziekenhuis. De dienstkleding kun je voor elke dienst in een van de
kledinguitgifte ruimtes halen (je krijgt tijdens je werkperiode in het ziekenhuis een pasje om in een
van deze ruimte te komen). Het wassen van de kleding wordt door het ziekenhuis verzorgd.
Hygiëne
Het belangrijk om goed verzorgd en hygiënisch op de werkvloer te zijn, wat neerkomt op o.a.
Geen ringen, horloges, armbanden, etc. dragen tijdens het uitvoeren van werkzaamheden.
Lange haren bij voorkeur omhoog of in een staart dragen.
Handen schoon en verzorgt, dus tijdig wassen en nagels tijdig knippen (niet te lang) het liefst
ook geen nagellak.
Verdere richtlijnen ten aanzien van hygiëne en infectiepreventie vind je op de afdeling.
Opdrachten ter voorbereiding op de BPV
Het spreekwoord zegt: een goede voorbereiding is het halve werk. Dat vinden wij ook, daarom
verwachten wij van jou een goede voorbereiding.
Omdat goed voorbereiden vaag is hebben wij een opdracht gemaakt waarvan je op je eerste
stagedag de uitwerking meebrengt. Voor het uitwerken heb je ongeveer 21/2uur nodig.
De uitwerking van deze opdracht kan je weer helpen bij het opstellen van je werkplan.
Omdat we de opdracht aan laten sluiten bij jouw opleiding zijn er twee opdrachten. Eén voor
niveau 4 leerlingen en één voor niveau 5 leerlingen. Het is de bedoeling dat je de opdracht maakt
die bij jouw opleidingniveau past.
Als verpleegkundige word je breed opgeleid zodat je met meerdere zorgvragers en in
verschillende settings kan werken. Voor je functioneren tijdens de BPV heb je specifieke kennis
nodig. Wanneer je die specifieke kennis hebt vergaard ben je beter in staat je verpleegkundig
handelen en beroepshouding af te stemmen op de specifieke doelgroep. Dit doe je vooraf door
het lezen van literatuur en het eventueel voeren van gesprekken.
Doel van de opdracht:
−
−
−
Je maakt kennis met de kenmerken en eigenschappen van de doelgroep van de afdeling.
Je leert in grote lijnen een van de meest voorkomende ziektebeelden kennen, de daarbij
relevante anatomie en belangrijke verpleegkundige interventies.
Jij en je werkbegeleiders krijgen inzicht in de beginsituatie van je leerproces.
De 1e jaars VOZ leerlingen hoeven de gehele voorbereidingsopdracht uit het leerplaatsprofiel
niet te maken.
Opdracht: Lees de casus en maak de volgende opdrachten.
Casus
Dhr. Jansen, 72 jaar, wordt opgenomen in verband met een collumfractuur.
Dhr. is eerder die dag thuis gevallen. Dhr. was alleen thuis en heeft een paar uur op de grond
gelegen. Gelukkig heeft de buurman van Dhr. Jansen hem gevonden.
Dhr. Jansen is met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht alwaar de diagnose is gesteld.
Dhr. wordt vandaag nog geopereerd. De artsen hebben besloten een totale heupprothese te
plaatsen. Ten gevolge van de val heeft Dhr. een hoofdwond die op de eerste hulp gehecht is.
Dhr. wordt op de eerste hulp gehaald door twee verpleegkundigen van afdeling orthopedie.
Opdrachten voor niveau 4 en 5
Wat houdt het ziektebeeld in?
Welke verpleegproblemen kom je tegen? (denk aan decubitis, nazorg)
Benoem doelen en acties aan de hand van de door jouw geformuleerde verpleegproblemen.
Noem 5 hulpmiddelen die de zorgvrager zou kunnen gebruiken na de operatie.
De volgende medicatie wordt regelmatig op de afdeling gebruikt. Zoek op wat de werking en
bijwerking is. Fragmin, acenocoumarol, pantozol, indocid, paracetamol, morfine en
diclofenac.
Opdrachten voor niveau 5
Sommige zorgvragers moeten gestimuleerd / activeert worden tijdens het revalideren na de
operatie. Hoe zou jij dit aanpakken?
Welke mogelijkheden kun je een zorgvrager aanbieden als deze niet zelfstandig naar huis
terug kan.
Het plaatsen van een prothese kan gepaard gaan met bloedverlies. Wat is de normaalwaarde
van het HB (hemoglobine)? Waar let je als verpleegkundige op als je bloed toedient?
Rekenopdracht.
Dhr. Jansen wordt erg onrustig. De dienstdoende arts geeft je de opdracht om dhr. 5
mgr. Haldol druppels toe te dienen. Op het flesje Halodol staat het volgende: 20 druppels
= 1 ml = 2 mgr.
Hoeveel druppels Haldol geef je aan dhr.?
Dhr. Jansen moet post operatief een 2 liter infuus krijgen. Je maakt gebruik van een
volumegestuurde pomp.
Op welke stand stel je de pomp in?
Het gaat niet goed met dhr. de Jong, hij reageert nauwelijks en heeft het benauwd. De
arts geeft je de opdracht om dhr. 3 liter O² per minuut te geven. Daarnaast wil de arts
een spoed x-thorax van dhr. Je gaat dhr. naar de radiologie afdeling brengen. Om O² te
kunnen blijven geven aan dhr. sluit je de zuurstof aan op een zuurstofcilinder. De
zuurstofcilinder is 2 liter en heeft een druk van 100 Bar.
Hoeveel minuten kun je Dhr. O² geven met behulp van de zuurstofcilinder?
Dhr blijkt 1 maal daags Lanoxin 62,5 microgram te gebruiken . Op de afdeling zijn
aanwezig Lanoxin tabletten van 0,25 mg.
Hoeveelste deel van een tablet geef je? Geef hier je antwoord in breuken!
Je moet om 17.00 uur 41 IE Insuline spuiten. Aanwezig is een 5 ml ampul
Insuline met 100 IE/ml. Hoeveel ml spuit je?
= 1g/100ml = 10 mg/ml
Verpleegkundig rekenen
Leerlingen die een leerarbeidsovereenkomst hebben met het St. Elisabeth Ziekenhuis dienen de
ELO training rekenen met zorg jaarlijks met goed resultaat te volgen.
Leerlingen met een leerarbeidsovereenkomst met het St. Elisabethziekenhuis mogen medicatie
zelfstandig delen indien zij de ELO training Rekenen met zorg, Farmacologie en Therapy met een
voldoende hebben afgesloten.
Stagaires zonder leerarbeidsovereenkomst met het St. Elisabethziekenhuis hebben géén
bevoegdheid om zelfstandig medicatie te delen in Therapy.
Ook niet als je de trainingen op het ZO! plein hebt afgerond. Als stagaire kun je indien het in je
leerproces past,onder directe begeleiding van je werkbegeleider, na toetsing van je kennis,
oefenen met medicatie delen.
Aanbevolen literatuur
Bruggen, van der dr. H.J., (2000) Stage in de verpleging. De Tijdstroom, Maarssen
Kwalificatiedocumenten verpleegkunde.
www.calibris.nl
Homepage St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg.
Internet - Homepage St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg (EZ)
Verpleegkundige toekomst in goede banen.
Samenhang en samenspel in de beroepsuitoefening
VBOC – AVVV, Utrecht 2006
Orthopedie, Verhaar, J.A.N., Mourik, J.B.A. van, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum
Bijlage 1. Kader stagewerkplan
Dit kader stagewerkplan is bedoeld voor alle lerenden die binnen het St. Elisabeth Ziekenhuis(EZ)
een stage volgen. Het kader geeft aan op welke manier je een volledig stagewerkplan dient te
maken. Het stagewerkplan is voor lerenden en voor de werkbegeleider(s) een houvast in het
leerproces. Een goed stagewerkplan helpt bij het lopen van een succesvolle stage. Je
werkbegeleider zal je plan beoordelen op haalbaarheid binnen de stageplaats.
Het EZ verwacht van alle lerenden dat ze volgens dit kader hun BPV plan opstellen. Met de
diverse opleidingsinstituten zijn hierover afspraken gemaakt.
Doelstelling stagewerkplan
Het stagewerkplan is een hulpmiddel voor de lerende om middels zelfsturing en zelfdiagnose
inzicht te bieden in zijn leerproces aan werkbegeleider en team. Met deze leidraad voor het leren
laat hij zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn leerproces zien, maakt zijn leerproces inzichtelijk
en vergaart bewijslast.
Kader stagewerkplan
Het kader geeft aan welke gegevens er minimaal in het stagewerkplan vermeld moeten worden.
Je begint met de vermelding van onderstaande gegevens:
Algemene gegevens
naam
opleiding
groep/ leerjaar/ welke stage/ cohort/ klasnummer
datum stageperiode (begin- en einddata)
mentor EZ
werkbegeleiders
opleidingsfunctionaris
zorgeenheid/ afdeling
Gevolgd door:
Inhoudelijke gegevens
beginsituatie
vorige afdeling (voor BBL-ers / VOZ-ers de beoordelingen van de vorige stage)/ stage/
werkervaring
aandachtspunten
behaalde scores
(indien van toepassing certificaten van behaalde ELO modules/ Zo plein)
bijzonderheden (sterktezwakte analyse)
score theorie op school/ herkansingen/ opdrachten vanuit school
hoe maak jij je leerproces inzichtelijk (hulpmiddelen)
verwachtingen naar je stageafdeling
wat kan de stageafdeling van jou verwachten
welke eindscore wil je behalen?
Dan volgen je leerdoelen:
Bij voorkeur werk je één leerdoel op maximaal 1 tot 1,5 A4 uit.
Leerdoelen
Een leerdoel is een eenduidig te interpreteren formulering, in concreet waarneembaar en
toetsbaar gedrag, van datgene wat je na een bepaalde tijdsperiode en met behulp van bepaalde
leeractiviteiten (of onder bepaalde voorwaarden) bereikt wilt hebben.
De omschrijving van het concrete leerdoel dient te voldoen aan de SMART eisen. Deze zijn:
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijd gebonden
De volgende punten moeten aanwezig zijn binnen het geformuleerde leerdoel:
Aandachtspunt:
Ik wil deze praktijkleerperiode aandacht besteden aan…
Concreet leerdoel:
Pas de SMART-eisen toe in de omschrijving van je leerdoel
Verduidelijking van elementen uit het leerdoel:
Begripsverheldering. Geef hier aan wat de onduidelijke elementen uit je leerdoel betekenen of
inhouden. Je hoeft niets te vermelden als alles duidelijk en dus eenduidig te interpreteren is.
Mijn beginsituatie:
Tot nu toe heb hier aan gewerkt door…
Leeractiviteiten:
Om dit leerdoel te bereiken ga ik…
Geef hier alle leeractiviteiten aan die je nodig hebt om je doel te bereiken. Let erop dat je ze in
een logische volgorde aangeeft.
Vraag om begeleiding:
Van mijn begeleid(st)er verwacht ik…
Toets:
Mijn verantwoording zal bestaan uit:
Vermeld hier de toetsmethode, wie beoordeelt en de normering.
Niveau 4 lerenden geven onder het leerdoel aan welke kernta(a)k(en) en werkproces(sen) bij het
leerdoel horen. Niveau 5 en SVVO lerenden geven hun competenties aan. Alles wordt voluit
geschreven.
Adviserende hulpmiddelen bij leerdoelen
Tijdspad
Je tijdspad kun je inzichtelijk maken door in een grafiek de tijd tegen je leerdoelen te plaatsen.
Tijd in weken →
Leerdoel ↓
Basiszorg
Informatie geven
Kennis ziektebeelden
1
X
2
3
4
X
X
X
X
X
X
X
Een dergelijke grafiek kun je ook maken voor je competenties of werkprocessen.
Portfolio ( stagemap)
In je portfolio bewaar je naast je BPV plan ook:
-
Beoordelingen van alle stages met de toen geformuleerde aandachtspunten.
-
Eventuele verbetertrajecten.
-
Beoordeling- en evaluatieformulieren EZ m.b.t. huidige stage.
-
Overzicht ziektedagen.
-
Starr verslagen en een logboek ( logboek is niet verplicht).
-
Bewijslast. Deze bewaar je achter je leerdoelen.
Het is handig voor jezelf en je werkbegeleiders dat je portfolio goed is ingedeeld en overzichtelijk
is. Maak dus gebruik van tabbladen en een inhoudsopgave. Je portfolio dient altijd op de afdeling
aanwezig te zijn. Neem je het mee om aan te werken overleg dit dan met je begeleiders.