Eenzaamheid Gezondheidsmonitor 2012-2013 Factsheet nummer 5, juni 2014 Waar gaat deze factsheet over? Facts: De Volwassenenmonitor 19 tot en met 64 jaar en de Ouderenmonitor 65+ zijn eind 2012 onder ruim 23.000 inwoners van Zuidoost-Brabant uitgevoerd. Het onderzoek brengt de gezondheidstoestand van de bevolking in brede zin in beeld. In deze factsheet worden eerst de resultaten met betrekking tot eenzaamheid beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de relatie tussen sociale netwerken, participatie en eenzaamheid. Tot slot wordt sociale uitsluiting als risicofactor voor eenzaamheid belicht. Mensen die zijn opgenomen in een zorginstelling en dak- en thuislozen zijn in dit onderzoek niet meegenomen. Naast ouderen zijn ook veel (jong)volwassenen eenzaam Twee derde van de 19- tot en met 64-jarige nietwesterse allochtonen is eenzaam Ongeveer 350 ouderen in Zuidoost-Brabant hebben behoefte aan hulp bij hun eenzaamheid Bijna 80% van de 65-plussers met psychische klachten is eenzaam … Eenzaamheid Eenzaamheid kenmerkt zich door gemis en teleurstelling Eenzaamheid is een negatieve situatie, gekenmerkt door gemis en teleurstelling. Het is de uitkomst van een persoonlijke waardering van een situatie waarin iemand zijn bestaande relaties afweegt tegen zijn eigen wensen of verwachtingen ten aanzien van relaties. Gevoelens van eenzaamheid hebben vooral betrekking op gebreken in de kwaliteit van relaties. Maar iemand kan zich ook eenzaam voelen doordat het aantal contacten lager is dan gewenst (1). Eenzaamheid tast het welzijn of het psychisch of sociaal welbevinden van mensen aan en is daarmee op zichzelf een gezondheidsprobleem. Niet alleen ouderen zijn eenzaam Achtendertig procent van de 19- tot en met 64-jarigen en 46% van de 65-plussers in Zuidoost-Brabant is eenzaam. Zowel bij de volwassenen als bij de ouderen komt ernstige of zeer ernstige eenzaamheid voor bij gemiddeld 9%. Als we de verschillende leeftijdscategorieën nader gaan bekijken, is wel te zien dat ernstige eenzaamheid met name onder 85-plussers erg hoog is met 15% (figuur 1). Daarnaast kampt ook al 10% van 40- tot en met 54-jarigen met ernstige eenzaamheid. Hieruit blijkt dat eenzaamheid niet een probleem is dat uitsluitend voorkomt bij ouderen, zoals vaak gedacht wordt. www.regionaalkompas.nl Figuur 1: (Ernstige) eenzaamheid naar leeftijd (2012) 85 jaar en ouder 75 t/m 84 jaar 65 t/m 74 jaar 55 t/m 64 jaar 40 t/m 54 jaar 25 t/m 39 jaar 19 t/m 24 jaar % 0 eenzaam 10 20 30 40 50 60 70 (zeer) ernstig eenzaam Ernstige eenzaamheid neemt toe Ondanks dat er in 2009 nog sprake was van een afname van (zeer) ernstig eenzame ouderen, is deze groep in 2012 weer groter geworden. Ook bij de volwassenen is een stijgende trend zichtbaar. www.GGDgezondheidsatlas.nl Sociale eenzaamheid komt vaker voor dan emotionele eenzaamheid Eenzaamheid is onder te verdelen in emotionele en sociale eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid is er sprake van het gemis van intimiteit in persoonlijke relaties, of het gemis van een vertrouwenspersoon. Bij sociale eenzaamheid is het aantal of de kwaliteit van de persoonlijke relaties minder dan gewenst. Sociale eenzaamheid komt vaker voor dan emotionele eenzaamheid, zowel bij ouderen als volwassenen. In de regio Zuidoost-Brabant is in 2012 45% van de ouderen sociaal eenzaam, bijna één op de drie is emotioneel eenzaam (30%). Was er in 2009 nog een daling te zien ten opzichte van 2006, in 2012 zijn relatief iets meer ouderen ten opzichte van 2009 emotioneel eenzaam (30% versus 28%). Meer eenzame mensen in stedelijke gebieden Binnen de regio Zuidoost-Brabant komt eenzaamheid het vaakst voor in de gemeenten Eindhoven, GeldropMierlo en Helmond. Dit geldt voor zowel de volwassenen als de ouderen. Voor de 19- tot en met 64-jarigen loopt het percentage eenzamen uiteen van 30% in HeezeLeende tot 43% in Eindhoven (figuur 2). Bij de 65plussers varieert het van 33% in Eersel tot 50% in Eindhoven. Figuur 2: Eenzaamheid in Zuidoost-Brabant naar gemeente en leeftijdscategorie (2012) Eindhoven Geldrop-Mierlo Helmond Best Oirschot Is eenzaam (matig tot zeer ernstig) Psychische problemen en eenzaamheid gaan vaak samen Ook mensen die psychische problemen ervaren, zijn vaker eenzaam dan mensen die zich psychisch gezond voelen. Maar liefst 71% van de volwassenen met psychische klachten is eenzaam, bij de ouderen is dit zelfs 79%. Daarnaast zien we dat sociale participatie een rol speelt; mensen die geen lid zijn van een vereniging, geen vrijwilligerswerk doen of nooit naar een groepsbijeenkomst gaan (ouderen) zijn vaker eenzaam dan de mensen die dat wel doen. Meer eenzamen onder mensen met een lage sociaal economische status Uit analyse van verschillende internationale onderzoeksresultaten blijkt dat ouderen met een lage sociaaleconomische status eenzamer zijn (2). Ook uit de resultaten van de GGD Gezondheidsmonitor komt dit gegeven naar voren bij zowel de 19- tot en met 64jarigen als de 65-plussers. Zo zien we bijvoorbeeld dat onder volwassenen met een laag inkomen meer dan de helft eenzaam is. Dat geldt eveneens voor 65-plussers die hoogstens de lagere school hebben afgerond. Deurne Gemert-Bakel Laarbeek Cranendonck Heeze-Leende Waalre Someren Son en Breugel Valkenswaard Reusel-De Mierden Asten Veldhoven Nuenen c.a. Bladel Bergeijk Eersel % Alleen zijn geeft grotere kans op eenzaamheid In bepaalde groepen komt eenzaamheid vaker voor dan in andere groepen. Zo is de kans op eenzaamheid groter wanneer iemand alleen woont. Het meest eenzaam zijn de mensen die op dit moment geen partner hebben, maar dit wel ooit hebben gehad, zoals mensen die gescheiden zijn of waarvan de partner overleden is. 0 65 jaar en ouder 10 20 30 40 19 t/m 64 jaar www.regionaalkompas.nl 50 60 Eenzaamheid onder allochtonen zorgwekkend Onder 19- tot en met 64-jarige allochtonen van nietwesterse afkomst is maar liefst twee derde eenzaam. Drieëntwintig procent is zelfs ernstig eenzaam. Zowel emotionele als sociale eenzaamheid komen vaker voor dan bij autochtonen. Eén op de vijf allochtonen heeft niet genoeg mensen om op terug te vallen en bijna één op de vier heeft weinig mensen op wie volledig vertrouwd kan worden. Een beperkte (sociale en maatschappelijke) participatie is een van de zaken die daarin mogelijk een rol speelt. Ook bij de 65-plussers ligt het percentage eenzamen met 55% hoog onder de niet-westerse allochtone; 16% is ernstig eenzaam. Oudere niet-westerse allochtonen hebben ook vaker dan gemiddeld een beperkt sociaal netwerk. Bovendien zijn zij vaker op hun privacy gesteld. www.GGDgezondheidsatlas.nl Een kwart ernstig eenzame ouderen wil graag hulp Naast de objectieve vaststelling van eenzaamheid aan de hand van een aantal stellingen is navraag gedaan naar de behoefte aan hulp bij eenzaamheid. Hieruit blijkt dat een kwart van de ernstig eenzame ouderen behoefte heeft aan hulp, maar deze nog niet ontvangt. In de regio Zuidoost-Brabant, gaat dit om ongeveer 350 ouderen. Dertien procent krijgt al hulp en 33% geeft aan geen behoefte te hebben aan hulp. De overige 29% geeft zelf aan niet eenzaam te zijn. Directe vraag naar eenzaamheid meet minder eenzamen Bij de 65-plussers is eenzaamheid op twee manieren gemeten: aan de hand van een aantal stellingen (een gevalideerd instrument om eenzaamheid te meten) en aan de hand van een directe vraag naar de behoefte aan hulp bij eventuele eenzaamheid. Op deze directe vraag antwoordt 82% niet eenzaam te zijn. De 18% die zichzelf dus als eenzaam bestempeld is aanzienlijk lager dan de 46% die wordt gevonden op basis van de eenzaamheidsschaal. Veel ouderen bestempelen zichzelf dus niet als eenzaam, terwijl ze wel voldoen aan een aantal criteria die bijdragen aan eenzaamheid. Dit is mogelijk een risicogroep waarmee met preventieve maatregelen kan worden voorkomen dat ernstige eenzaamheid ontstaat. Sociale relaties Een gebrek aan sociale contacten kan leiden tot eenzaamheid Sociale netwerken zijn het geheel aan sociale relaties dat een persoon omringt. Het gaat om naaste contacten, zoals familie en vrienden, maar ook minder hechte relaties met bijvoorbeeld kennissen, buren en collega’s (3). Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten netwerktypen, afhankelijk van het soort en de frequentie van de contacten die iemand heeft. Uit regionale analyses onder 65-plussers blijkt dat vooral degenen die geen lokaal sociaal netwerk hebben en gereserveerd zijn in hun sociale contacten, eenzaam zijn. Het is daarom een positief gegeven dat de meerderheid een goed sociaal netwerk lijkt te hebben. Dit blijkt onder meer uit het feit dat 91% voldoende mensen in de nabije omgeving heeft waar op teruggevallen kan worden. Daarnaast heeft 85% voldoende mensen die ze volledig kunnen vertrouwen. Slechts een klein aandeel ouderen (3%) heeft problemen met het leggen en onderhouden van sociale contacten. Grootste groep ouderen behoort tot netwerktype ‘lokaal geïntegreerd’ Het sociale netwerk waartoe iemand behoort, hangt samen met het vóórkomen van eenzaamheid. De grootste groep 65-plussers in de regio Zuidoost-Brabant tot het netwerktype ‘lokaal geïntegreerd’ (hechte relaties met lokale familie, vrienden en buren) (figuur 3). Onder ouderen die tot de netwerktypes ‘lokaal gereserveerd’ (vertrouwen op de buren, hoewel erg op eigen huishouden gericht) of ‘privacy gericht’ (niet veel contact met mensen in de buurt) behoren, zijn relatief veel eenzame ouderen. In figuur 3 wordt weergegeven www.regionaalkompas.nl hoe de verschillende netwerktypes vaker of juist minder vaak voorkomen onder groepen ouderen met bepaalde achtergrondkenmerken. Participatie Sociale participatie zorgt voor een sterker sociaal netwerk Participatie staat voor meedoen aan het maatschappelijke leven. In meerdere opzichten kan participatie een positief effect hebben op mensen; op samenlevingsniveau, maar ook op individueel niveau. In relatie tot eenzaamheid is participatie een belangrijk gegeven, omdat de sociale contacten en mogelijke sociale steun kunnen leiden tot een versterkt sociaal netwerk. Dat een goed sociaal netwerk de kans op eenzaamheid verkleint, is eerder in de factsheet beschreven onder het kopje Sociale relaties. Figuur 3: Sociale netwerktypen naar achtergrondkenmerken 65-plussers in Zuidoost-Brabant (2012) Totale groep Alleenwonend Heeft laag inkomen Is laag opgeleid Niet-westers allochtoon % 0 10 20 30 40 Lokaal familie afhankelijk (familie in de buurt die voor ze zal zorgen) Lokaal geïntegreerd (hechte relaties met lokale familie, vrienden en buren) Lokaal gereserveerd (vertrouwen op de buren, hoewel erg op eigen huishouden gericht) Gericht op wijdere samenleving (familie woont ver weg, maar goede vrienden die zonodig zullen helpen) Privacy gericht (niet veel contact met mensen in de buurt) Steeds meer vrijwilligers actief Het verrichten van vrijwilligerswerk en het geven van mantelzorg zijn twee vormen van participatie. Het is een gunstig gegeven dat er in de regio Zuidoost-Brabant in www.GGDgezondheidsatlas.nl de afgelopen jaren steeds meer vrijwilligers bij komen. Deze toename vindt zowel plaats bij de 19- tot en met 64-jarigen als bij de 65-plussers. Zo was in 2009 een kwart van de volwassenen en eveneens een kwart van de ouderen actief als vrijwilliger, in 2012 is dat toegenomen tot 28% bij de volwassenen en 29% bij de ouderen. Daarnaast is het percentage mantelzorgers van 65 jaar en ouder sinds 2006 gestegen van 12% tot 18% in 2012; bij de volwassenen tot 65 jaar heeft zelfs bijna een verdubbeling plaatsgevonden met 11% in 2005 en 20% in 2012. Meerderheid is lid van een vereniging Deelname aan het verenigingsleven is ook een vorm van participatie. Drie op de vijf 65-plussers en 53% van de 19- tot en met 64-jarigen is lid van een vereniging. Onder de laatstgenoemde groep is hierbij wel een afname te zien sinds de vorige meting in 2009 (57%). Bij de 65-plussers is een afname zichtbaar in het bezoeken van groepsbijeenkomsten (bijvoorbeeld een bijeenkomst van een vereniging of een lezing). Een tendens die al jarenlang aan de gang is, is het teruglopen van het kerkbezoek. Ook in Zuidoost-Brabant zien we deze trend terug. Vierenveertig procent van de 65-plussers gaat wel eens naar de kerk, waar dit in 2009 nog 52% was. Werkloosheid belangrijke voorspeller sociale uitsluiting Het SCP beschrijft in haar rapport ‘Sociale Uitsluiting in Nederland’ risicofactoren voor sociale uitsluiting. De belangrijkste risicogroepen die een relatief grote mate van sociale uitsluiting hebben zijn (op rangorde): mensen met een (zeer) slechte gezondheid, mensen met een geringe mate van psychisch welbevinden, huishoudens met minimum inkomen, en eenoudergezinnen. Dit zien we ook terug in de resultaten van de Gezondheidsmonitor. Volgens het SCP is de indicator of men in de afgelopen 5 jaar vaker werkloos is geweest een belangrijke voorspeller voor sociale uitsluiting bij volwassenen tot 65 jaar (4). Wat doet de GGD met deze informatie? De gegevens uit dit onderzoek kunnen gebruikt worden voor onderbouwing of aanpassing van het gezondheidsbeleid in uw gemeente. Maar ook voor andere beleidsterreinen zoals de WMO en de transities. De GGD ondersteunt daarbij en adviseert graag op maat hoe thema’s binnen deze beleidsterreinen opgepakt kunnen worden. De resultaten kunnen worden toegelicht in een persoonlijk gesprek of in een presentatie en zijn te raadplegen op de websites: www.ggdgezondheidsatlas.nl www.regionaalkompas.nl Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Mieke van Duijnhoven, onderzoeksmedewerker, Tel: 088 0031470, email: [email protected] Antonie Verhees, adviseur Lokaal Gezondheidsbeleid, Tel: 088 0031 276, email: [email protected] Bronnen 1 Van Tilburg T, de Jong-Gierveld J. Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen; Koninklijke van Gorcum, 2007. Sociale uitsluiting Eenzaamheid als gevolg van sociale uitsluiting Sociale uitsluiting is een breed begrip dat verwijst naar het onvermogen van bepaalde groepen of individuen om als gevolg van individuele en maatschappelijke factoren volledig deel te nemen aan het maatschappelijk leven (4,5). Sociale uitsluiting en eenzaamheid zijn twee verschillende begrippen. Wel is er een sterke samenhang aanwezig. Iemand die sociaal uitgesloten is loopt namelijk een grote kans om eenzaam te worden. In de regio is 95% van degenen die (matig tot sterk) sociaal uitgesloten zijn eenzaam en bijna 60% is ernstig eenzaam. www.regionaalkompas.nl 2 Pinquart M, Sörensen S. Risk factors for loneliness in adulthood and old age: a meta-analysis. Adv Psychol Res, 2003; 19: 111-43. 3 Ruijsbroek JMH, Droomers M. Sociale omgeving en gezondheid. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 16 december 2008. 4 Jehoel-Gijsbers, G. Sociale uitsluiting in Nederland. Den Haag: SCP, 2004. 5 Hoff S, & Vrooman C. Dimensies van sociale uitsluiting: Naar een verbeterd meetinstrument. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2011. www.GGDgezondheidsatlas.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc