HanzeMag, nr. 1 - Hanzehogeschool

GRONINGER
DANCE-SCENE
IS BOOMING
VIJFTIG TINTEN
GROEN
EMILE ROEMER
OVER HET
LEENSTELSEL
1
17 september 2014
20e jaargang
redactioneel onafhankelijk
magazine van de
hanzehogeschool groningen
MAG
HANZE
ADVERTENTIES
MAG
HANZE
HanzeMag vind je niet alleen als
tijdschrift in de bakken, maar ook in
vele vormen online!
Check bijvoorbeeld de video’s op
ons videokanaal op Youtube, waar
je wekelijks het HanzeMag Journaal
vindt, maar ook video’s over feesten,
cultuur, portretten van studenten, en
grappige filmpjes over Groningen.
Volg ons via facebook of twitter,
of bezoek ons blog voor de laatste
Hanze-nieuwtjes, columns, fotostrip,
video’s, en nog veel meer!
Blog:
Youtube:
Facebook:
Twitter:
2
hanzemag.nl
Hanzemagazine
HanzeMag
@HanzeMag
DANCE IS ÓÓK VOOR LULLO'S
EMILE ROEMER EIST TIJD EN GELD VOOR HBO
10
HÉ, DOE JIJ NOG WAT NAAST DE STUDIE?
8
FRANKVILLE: VIJFTIG TINTEN GROEN
NIEUW IN
GRONINGEN
16
18
Op donderdag 11 september vond de Hanze Kick Off plaats, het openingsfeest van
het nieuwe studiejaar, met optredens van The Animal Antics, The Given Horse en
DJ Bobbie Freeda. Afsluiter was local hero Kraantje Pappie, die een mooi feestje wist
te bouwen op de Zernike Campus. En natuurlijk was hij na het optreden niet te
beroerd om op de foto te gaan met zijn fans.
Foto: Peter Thal
BIJ DE LES
BONNIE & CLYDE
Voor de zomer heeft mijn zusje twee goudvissen gekocht. Waarom weet ik niet. Wij
zijn Somalisch en Somaliërs hebben doorgaans geen huisdieren. Dat is, zeg maar,
niet ons ding. Maar goed, ze heeft dus
twee vissen, compleet met aquarium, grind,
plantje en een grote achtergrondsticker van
de bodem van de zee. Dat laatste snapte ik
ook niet. Wat boeit die vissen dat? Toen
ik er naar vroeg, zei ze dat ze het zelf mooi
vond. Ik vroeg haar hoe ze de beesten ging
noemen. ‘Bonnie en Clyde’, antwoordde ze.
Ik barstte in lachen uit. ‘Weet je wel naar
wie je je vissen hebt genoemd?’ Ze antwoordde dat ze de namen in een film had
gehoord. Toen ik haar uitlegde dat Bonnie
en Clyde twee beruchte criminelen zijn,
moest zij ook wel lachen. Maar de namen
bleven. Vervolgens vroeg ik haar hoe ze
wist dat het een jongen en een meisje waren. ‘Dat maakt niet uit bij vissen’, zei ze.
In de zomer ging mijn zusje een aantal
dagen weg. Bonnie en Clyde logeerden in
de tussentijd bij mijn ouders. Mijn jongere
broertjes en zusjes hadden de taak om de
vissen te verzorgen. Ze hadden niet door
dat mijn jongste broertje de vissen af en toe
extra voer gaf. Toen mijn zusje terugkwam,
waren Bonnie en Clyde heengegaan. De
oorzaak lag bij de benjamin van de familie.
Toen hem werd gevraagd waarom hij de
vissen had gevoerd, antwoorde hij: ‘Ik gaf
ze toetjes.’
We wisten niet hoe we hierop moesten
reageren. De naïviteit van een negenjarige,
daar kun je weinig tegen doen. Inmiddels
hebben Bonnie en Clyde de gebruikelijke
vissenbegrafenis gehad. Mijn zusje wil geen
vissen meer. Wat ze met het aquarium heeft
gedaan, weet ik niet. Ik denk ook niet dat
ik het ga vragen.
HABON ABDULAHI
www.habon91.wordpress.com
6
BEST WEL GAAF,
HACKEN MET
BRAM
Boudewijn Otten
In de rubriek Bij de Les
schuift een redacteur aan in de
schoolbanken. Heel soms is dat
bankje een stoeltje in een theater.
Hacken, is dat nou zo erg? Ja en
nee, krijgen eerstejaars Rechten
te horen en te zien.
Bram, de hacker, is echt. Hij staat achter in de
Appel, de conferentiezaal van de Hanzehogeschool
op Zernike. De eerstejaars van het Instituut van
Rechtenstudies kijken om. Bram de Hacker,
twintig is-ie, net zo oud als het publiek. Drie
rechtszaken heeft-ie aan z’n broek, alle drie
geseponeerd. Maar weinigen in de zaal kunnen
dat zeggen. Een stuk of honderd hbo-juristen in de
dop, ze zijn al een paar dagen bezig met de introductieweek. Nieuwe indrukken, een beetje moe,
het weekend is in aantocht. ‘Daarom, dachten wij,
eventjes wat passiefs’, zegt Marie-José Bonthuis,
‘een theatervoorstelling.’
Het is donderdag 4 september, twee uur in de
middag. Bonthuis is IT-jurist. ‘Ooit van gehoord?’,
vraagt ze. ‘Nee? Misschien wil je het over een
uurtje wel gaan studeren. Leuk vak, werk zat, en
dat zal voorlopig wel niet minder worden.’
Ter zake.
‘Wie van jullie zet er nóóit iets op sociale media,
dat hij liever niet op de voorpagina van de krant
ziet staan.’ De zaal gniffelt. Maarten krijgt een
microfoon onder z’n neus gedrukt. ‘Ja, gisteren
nog al die celebrities die gehackt zijn. Dan denk
ik: dan moet je die dingen maar niet in de cloud
zetten.’ Chelsea denkt in dezelfde lijn. ‘Pfff,
naaktfoto’s. Als ik ze al zou maken, zou ik ze mooi
niet op facebook zetten.’ Ellen: ‘Je hebt zelf ook
een verantwoordelijkheid. Ik zet nooit op facebook
dat ik op vakantie ben, dat lijkt me logisch.’ Maar
er echt op letten doen de studenten niet. Eén
student vindt het zelfs prima dat bedrijven met
zijn social-media-gegevens aan de slag gaan. ‘Ik
zocht laatst oordopjes. Floep, binnen de kortste
keren allerlei aanbiedingen. Handig.’
‘Misschien’, zegt Bonthuis, ‘maar mág het?
Wanneer is het gebruik van andermans gegevens
illegaal? Hoe ver kan het gaan?’
Heel ver, zo verbeeldt de voorstelling Like Me van
iContact Theater. Eén meisje, twee jongens en
een heleboel toeschouwers, na-apers en indringers
uit de virtuele wereld. Wie is wanneer wie en wat
haalt hij uit? In een Super-Mario-achtige wedloop,
afgewisseld met fraai geacteerde en belichte vuistgevechten, strijden de twee mannen (zijn ze van
vlees en bloed of virtuele vijanden?) om het meisje
(is ze een mens of een avatar?). In ieder geval heeft
ze uiteindelijk niets te kiezen. Ze ís gekozen. Een
ander (wie is dat?) heeft bezit van haar genomen.
Haar identiteit is weg, gestolen.
Bram de Hacker is zo’n dief. Hij vertelt hoe hij op
z’n zeventiende begon. ‘Meeloopgedrag. Een paar
vrienden deden het. Ik vond het wel gaaf. Het
geeft een kick om zomaar een kijkje te nemen in
andermans computer. En een lek in de beveiliging
vinden geeft helemaal een onbeschrijfelijk gevoel.’
E-mailadressen, persoonsgegevens, wachtwoorden,
bankrekeningnummers, Bram kon ze uiteindelijk
allemaal traceren. ‘Dat kan je veel geld opleveren
op de zwarte markt. Je bent misschien een dag
bezig om het beveiligingssysteem van een webshop
te kraken. Spannend werk: gaat het me lukken?
En als het dan lukt, kun je webshops met dezelfde
beveiliging binnen, dat is dan een kwestie van een
paar minuten.’
Gegnuif, gelach, steelse blikken van bewondering:
de studenten vinden het best wel gaaf. Toch haalt
Bram z’n schouders op. ‘Extreem moeilijk is het
niet. Een brugpieper van twaalf kan het. Je moet
een beetje geduld hebben, dat is het eigenlijk.’
Maar Bram werd wel in de kraag gevat. ‘Al ben
je nog zo voorzichtig, soms laat je ergens een
voetafdruk achter. M’n moeder had al gezegd: ik
kom je niet ophalen van het politiebureau. Daar
sta je dan. Echt niet leuk.’
Bram hackt nog steeds. ‘Voor bedrijven. Ze zetten
me in om hun systemen beter te beveiligen. Da’s
een stuk prettiger.’ Marie-José Bonthuis beaamt
het. ‘Bram was géén crimineel, maar hij was wel
illegaal bezig. Legaal en illegaal, de grens is dun.
Weet je, als je je voordoet als iemand anders, ben
je die grens al over. Ook op internet.’
Foto: Boudewijn Otten
Foto: Luuk Steemers
‘ONDERWIJSGELD
MOET NAAR
ONDERWIJS,
IK BEDOEL:
NAAR DE KLAS’
Boudewijn Otten
8
De cito, de regeldrift, de
studiebeurs, de controlefixatie,
universiteitje spelen,
bestuurdersverzet tegen de
balkenendenorm. Vraag SPvoorman Emile Roemer niet
wat er mis is in het onderwijs.
‘Hoezo aandacht voor Bildung?
Alle maatregelen gaan er
lijnrecht tegenin.’
allemaal om cijfers, maar onderwijs is veel meer.
Ontplooiing, kinderen helpen om het beste uit
zichzelf te halen. Dat is de kerntaak van het
onderwijs, maar door de afgedwongen fixatie
op cijfers en controle is juist die kern naar de
achtergrond gedrongen. Wist je dat leerkrachten
op basisscholen na een gesprek met de ouders een
verslagje moeten maken dat ze door hen moeten
laten tekenen? Dat is toch van de gekke.’
Emile Gerardus Maria Roemer (Boxmeer, 24
augustus 1962) neemt een slokje water uit het
glas dat zijn assistent Daniël voor hem op de bar
heeft gezet. (Eén slokje van Roemer, het glas is
voor driekwart leeg.) Hij blaast even uit na de
plechtige plichtplegingen tijdens de opening van
het studiejaar op de Hanzehogeschool. Daar sprak
de voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van
de Socialistische Partij, de toon gemoedelijk, de
teksten vol sambal. ‘De producten die het hoger
onderwijs klaarstoomt, de studenten, lijken op
magnetronmaaltijden, snel klaar en smakeloos.’
Mag ik jij tegen u zeggen?
‘Alsjeblieft! Tenminste, als ik dat ook mag,
meneer.’
‘We waren een school die niet meedeed met de
eindtoets van de cito. Daar kreeg je dus vragen
over. Hoe moeten we bepalen voor welke middelbare school de leerlingen in aanmerking komen?
Nou, zeiden we, dat bepalen wij. De leerkrachten
kennen de leerlingen, weten wat ze in hun mars
hebben. Waarom zouden we de toekomst van
kinderen laten afhangen van één toets?’
Omdat meten weten is.
‘Het is helemaal doorgeschoten. Met een citoscore van 545 mag je naar het gymnasium, heb je
één punt lager… dan niet. Leerkrachten kunnen
hoog of laag springen, zo gaat het gewoon. Een
waanzinnig systeem waarvan inmiddels het hele
onderwijs doortrokken is. Scholen concurreren
met elkaar: bij ons heeft uw kind 96 procent kans
om in zes jaar z’n diploma te halen. Ja, hè, hè, als
je alleen de besten aanneemt…’ (Emile Roemer
heft z’n vinger op.) ‘leerlingen die cógnitief het
hoogst scoren, want dat meet de cito. Ja, dan
is dat natuurlijk niet zo heel moeilijk. Het gaat
Je pleitte in je speech voor meer aandacht voor de
algemene vorming van studenten. Je zult wel blij
zijn dat praktisch iedereen dat met je eens is. Het
is Bildung hier en Bildung daar. Staatssecretaris
Sander Dekker brak er deze week ook nog een lans
voor.
‘Bildung, jongen, dat is je reinste lippendienst.
Waar blijkt dat uit? Alle maatregelen gaan er
lijnrecht tegenin. Het is prima dat studenten
een baantje naast hun studie hebben. Maar door
de afbraak van de studiefinanciering moet een
student zo’n beetje een halve baan nemen om rond
te komen. Tel daar de studietijd bij op en je hebt
menselijkerwijs een paar minuten per week over
voor Bildung. Ik zeg: het is pure lippendienst.
Maak nou écht een systeem waarin studenten de
káns krijgen om zich te ontwikkelen.’
Te duur, onbetaalbaar.
‘Dat hangt af van wat je belangrijk vindt als
samenleving. Voor de SP heeft onderwijs prioriteit.
Als je je blindstaart op de kosten, zie je niet goed
wat het oplevert. Die opbrengst is enorm, voor het
individu en voor de samenleving. Bovendien zie
ik genoeg mogelijkheden om te besparen in het
onderwijs. Als je snijdt in bureaucratie en regulering ben je al een heel eind verder.’
Henk Pijlman, voorzitter van de Hanzehogeschool,
zei net dat snijden in de overhead bij lange na niet
het geld zal opleveren dat nodig is.
‘Zeker, er moet méér geld naar onderwijs. Maar
dan bedoel ik ook echt naar onderwijs, naar
de klas. Niet naar controle op onderwijs, naar
gebouwen of andere zaken.’
Ik geef het je te doen. Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen verzet zich tegen het instellen
van de balkenendenorm voor bestuurders van
hogescholen.
‘Wat moet ik daar nou van zeggen?’ (Roemer
zucht en neemt nog een slokje. Glas leeg.) ‘Schokkend.’
Je was zeer beslist over de scheiding tussen hogescholen en universiteiten. Hogescholen moeten geen
universiteitje spelen, zei je.
‘Niet vanuit het idee dat hogescholen minder
zouden zijn. Integendeel, hbo is de hoogst mogelijke vorm van beroepsonderwijs. Jonge mensen
een vak leren. Dat is prachtig en zeer nuttig werk.
Richt je daar in volle overtuiging op, met al je
aandacht. Hogescholen moeten zich niet laten
afleiden.’
Je waarschuwde voor de invloed van bedrijven,
terwijl het gros van de hbo-studenten later bij een
bedrijf aan de slag gaat. Dan is het toch logisch…
‘Ho, ho, ik zei: hogescholen moeten studenten
niet klakkeloos klaarstomen voor wat de bedrijven
wensen. Hogescholen moeten vakmensen
opleiden. Hbo’ers moeten zich zelfstandig en kritisch kunnen verhouden tot hun werk. Niemand
moet een jaknikker of slippendrager zijn, en
hbo’ers al helemaal niet. Je hoorde toch ook dat ik
vind dat ze niet voetstoots moeten aannemen wat
mensen zoals ik hen vertellen. Kritisch zijn, zelf
nadenken, je zelf een oordeel vormen.’
Effe tussendoor, hoe is het toch met de Linde van
Sambeek?
‘Wat? De Linde. Die hangt met buizen en allerlei
andere hulpmiddelen aan elkaar. De boomchirurg
komt regelmatig kijken. We zorgen er met z’n
allen goed voor in het dorp. Trouwens, ze zeggen
dat-ie duizend jaar oud is. Maar of dat waar is,
ik zou er m’n hand niet voor in het vuur durven
steken.’
Je zei ook dat het onderwijs de taak heeft om kinderen, studenten, empathie bij te brengen. Kan dat
eigenlijk wel?
‘Je kunt kinderen echt alles leren. Empathie ook.
Zelfs in de kleuterklas kun je daar mee bezig. Je
kunnen inleven in de ander is zelfs onontbeerlijk
voor de samenleving. Dat woord zegt het eigenlijk
al helemaal: samen leven. Mijn punt is: het neoliberalisme heeft de afgelopen decennia egocentrische, egoïstische mensen gekweekt. Dat kan en
moet anders en ja, daarin speelt het onderwijs een
voorname rol.’
Daniël tikt Roemer aan. Hij wijst naar een cameraploeg die drie meter verderop staat te trappelen.
‘Ik moet weg, jongen.’
Roemer richt zich in volle lengte op en schikt z’n
blauwe stippeldas. Fraai, maar tomaatrood staat
hem beter.
9
DE GRONINGER
DANCE-SCENE
IS BOOMING
Jolien de Vries
10
Foto's: Knelis
Geen vaste sluitingstijden, duizenden studenten en weinig concurrentie
van omliggende steden, daarmee heeft Groningen dé ingrediënten voor
een bruisend nachtleven in huis. Vergeet je grijsgedraaide nineties-hits
en die eeuwige Nederlandstalige meezingers. Tegenwoordig ga je los op
elektronische beats.
11
‘Door dance raak je in extase. Mensen worden
meegenomen op een reis, in een flow. Het gaat
maar door’, zegt Piter Terpstra, één van de
mannen achter het dance-initiatief Paradigm. Groningse jongeren komen de laatste jaren massaal op
dancefestivals en techno-avonden af. De sleutel
van die aantrekkingskracht ligt volgens Terpstra in
de uitvoering: de muziek, het licht en de performance moeten precies kloppen.
Dat lijkt goed te lukken. De Groninger dancescene is booming. Dance, de verzamelnaam voor
een grote variëteit aan elektronische muziekstijlen,
is bezig aan een opmars. Nieuwe initiatieven
schieten als paddenstoelen uit de grond. Naast
feestjes en clubavonden in Subsonic, club Paradigm, Pand48, Huize Maas en Simplon kent de
stad terugkerende festivals als Paradigm Festival
en KopjeK.
HUIVER VOOR XTC-DODEN
De interesse voor elektronische muziek is niet
nieuw. Begin jaren negentig kende Groningen een
enorme rave-cultuur. In hallen en loodsen buiten
de stad, op industrieterreinen en onder viaducten
werden uitzinnige dancefeesten georganiseerd.
Johanz Westerman, dj sinds 1980, zat er destijds
middenin. ‘Zo’n feest was een groot avontuur,
daar moest je bij zijn, anders had je echt wat
gemist.’
Dance waaide eind jaren tachtig over uit Amerika.
De muziekstijl werd snel populair, ook in Groningen en omstreken. ‘Het was een revolutionaire
tijd, het leek afgelopen met de pop- en rockmuziek’, herinnert Westerman zich. Dat viel uiteindelijk mee. Volgens hem zorgde een streng beleid
van de gemeente er in 1994 voor dat het afgelopen
was met de wilde openluchtfeesten. Een aantal
ecstasydoden droeg bij aan het negatieve imago
12
van de nieuwe muziekstijl. De tijd bleek niet rijp
voor een dance-revolutie. ‘De gemeente was bang
voor excessen. De angst voor het onbekende is
eigenlijk de reden dat de rave-cultuur de kop is
ingedrukt.’ Anno 2014 lijkt deze huiver naar de
achtergrond verdwenen.
HIP AND HAPPENING
Dancefeesten passen goed in het voornemen van
het gemeentebestuur om de positie van Groningen
als ‘bruisende evenementenstad’ te versterken.
Daarom zoekt de gemeente ijverig naar geschikte
locaties voor grote dance-feesten. Met meer dan
vijftigduizend studenten die over het algemeen wel
in zijn voor een feestje lijkt dit geen gek idee. ‘Je
krijgt zoveel energie van de muziek’, zegt Onno
Radder, student Toegepaste Psychologie op de
Hanze. ‘Als je de lijnen en melodieën volgt, kun je
echt in dance opgaan.’ Radders muzikale interesse
begon bij elektronische dance, maar hij stapte
vrij snel over op techno en minimal. Na vijf jaar
studeren kent Radder de Groningse dance-scene
goed. Ook hij merkt de verandering op. ‘Toen ik
aan mijn studie begon, was techno nog niet hip
and happening, maar de laatste jaren is het een
beetje ontploft.’ Die toenemende populariteit heeft
volgens Radder ook een keerzijde. ‘Soms is het een
beetje zien en gezien worden. Dat was in het begin
minder.’
Ondanks de behoefte aan elektronische muziek
blijkt het lastig om in Groningen een succesvol
dance-initiatief op poten te zetten. Het kost tijd
om de wensen van het uitgaanspubliek te leren
kennen. Om die reden zijn vooral lokale ondernemers succesvol. Eén van de toonaangevendste
Groningse initiatieven op dit moment is club
Paradigm. Vanuit een oude graansilo op een
industrieterrein aan de Helsinkistraat, net buiten
het centrum, besturen Piter Terpstra en Paul
Grimmius deze organisatie.
EEN SURREALISTISCH SCHOUWSPEL
Op het terrein voor de loods staat half augustus
een allegaartje aan stoelen, lampen en andere
interieurstukken dat niet had misstaan in een
antiekzaak. Restanten van het festival, dit jaar
gedoopt tot Maison de Paradigme. Dit maison
kreeg vorm in een levensgroot poppenhuis dat
diende als decor van de main-stage. Het anders
zo grijze industrieterrein veranderde tijdens het
festival in een surrealistisch schouwspel, waarbij
bezoekers één dag losgingen op verschillende
house- en technostijlen. De uitvoering kreeg veel
aandacht. Terpstra: ‘We hadden een zen-zone,
waar mensen aan yoga of meditatie konden doen
en in het poppenhuis liepen verklede acteurs rond
van het Noord Nederlands Toneel. We willen
dat mensen bij ons iets beleven, iets zien.’ Met
vierduizend bezoekers was de vierde editie van het
festival opnieuw een groot succes.
VETTE TERREUR
Niet alleen festivals slaan aan. Club Subsonic aan
de Grote Markt heeft na drie jaar een vaste plek
in het Groninger uitgaanscircuit veroverd. Hier
ga je heen voor alles van melodieuze house tot
‘vette terreur’. Volgens mede-oprichter Merlijn
Poolman is het leuke van ‘de Sub’ dat het een
breed publiek aanspreekt. ‘Van de Vindicatstudent
tot de anarchistische kraakpandpunker.’ Maar het
is vooral belangrijk dat vrouwen het naar hun zin
hebben in de underground-kelder ‘Als vrouwen
het leuk vinden, volgen mannen vanzelf. Wat dat
betreft zijn vrouwen echt de baas. Wij bieden een
plek waar ze zichzelf kunnen zijn en niet lastig
worden gevallen.’ Maar het zijn over het algemeen
juist mannen die zich verdiepen in de underground-muziek van Subsonic. ‘Samen zorgt dit
voor een goede balans.’
Een andere succesfactor van Subsonic is dat
ze goed zijn in het spotten van nieuw talent.
Dit doen ze vooral door te kijken wat er leeft
onder Groningse liefhebbers. ‘Twee jaar geleden
bijvoorbeeld, merkten we dat veel Groningers het
hadden over Joris Delacroix (een bekende Franse
dj, red.). We besloten hem te boeken terwijl hij in
Amsterdam nog helemaal niet dik was.’ En met
succes. Ook boekte Poolman en zijn collega’s het
inmiddels bekende Oostenrijkse duo Klangkarussell ver voor de hype. ‘Een jaar voordat ze een
nummer-1-hit scoorden met Sonnentanz stonden
ze voor zeshonderd euro in Subsonic, nu moet je
vijftienduizend euro neertellen.’
TECHNO IS OOK VOOR LULLO’S
Johanz Westerman ziet een aantal redenen
voor de toenemende belangstelling voor dance.
‘Mensen worden kieskeuriger door de hoge prijzen
voor pop- of rockconcerten. Het is moeilijk om
vernieuwend te zijn op dat gebied. Veel bands
komen voor de zoveelste keer langs.’ Daarnaast
is de identiteit van jongeren niet langer gelieerd
aan een bepaalde muzikale stroming. ‘Vroeger
was je gothic of houser, tegenwoordig kun je dat
allemaal tegelijkertijd zijn.’ Maar ook belangrijk
is dat dancemuziek bekender is geworden. Zo
draaien studentenverenigingen regelmatig techno.
‘Studenten vinden het leuk om bij het uitgaan
naar house te luisteren, een biertje te drinken en
een beetje te kijken of er nog iets te neuken valt.
Die hoeven niet per se de beste dj’s te horen.’
Volgens Westerman is het uitgaanspubliek de
laatste jaren ook meer gewend geraakt aan drugsgebruik. ‘Het slag volk dat vroeger zou hebben
gedacht: Jezus, een drugsgebruiker, zegt nu: “Ik
heb wel zin in een pilletje vanavond.”’ Terpstra
en Poolman weten dat mensen op hun feesten
weleens een pilletje gebruiken. ‘We controleren
streng’, zegt Terpstra, ‘maar ondanks dat kunnen
we het niet helemaal uitsluiten.’
GEEN ECSTACY MAAR ENERGY
Poolman denkt dat sommige mensen het gevoel
hebben dat ecstasy een manier is om de muziek
te snappen. Maar volgens hem is het absoluut
geen vereiste om plezier te hebben op een feest.
Hij vindt dat jongeren soms te makkelijk met
drugs omgaan. ‘Die klappen een pilletje erin en
drinken de rest van de avond water. Onder het
motto: lekker goedkoop en toch lekker gaan.’
Ook student Onno Radder valt dat op. ‘De laatste
tijd lijkt de nadruk wat meer op drugsgebruik te
liggen. Het wordt een soort hype.’ Radder heeft
geen alcohol of drugs nodig om een avond los
te gaan. ‘Ook zonder middelen krijg ik genoeg
energie van de muziek. Ik heb vaak een hele nacht
nuchter staan dansen.’
Drugsgebruik of niet, dance is een vaste factor
geworden in de Martinistad. Van deephouse tot
drum and bass, voor een avondje losgaan zijn er
genoeg mogelijkheden. Elektronische muziek
evolueert continu, daarom is er volgens Poolman
geen sprake van een hype. ‘Nieuwe stijlen zullen
altijd blijven ontstaan, maar misschien treedt op
een gegeven moment verzadiging op. Goede beats
verdwijnen in ieder geval niet. Dance is here to
stay.’ Zin gekregen in een dansje?
Hier wat tips om los te gaan:
Brainstorm & Subsonic present:
Black & White ESN
House & Techno
25 september, Subsonic
Sunday Afternoon Collective,
met onder andere Seth Troxler
Zondagmiddag dansen, maandagochtend weer fris
en fruitig.
28 september, club Paradigm
Niereich (AT) + Ritzi Lee + Ulst & more
Underground Techno
3 oktober, Simplon
TRAUM Tumult,
met onder andere Minilogue van platenlabel Traum
Losgaan op techno in een ‘droomwereld’
11 oktober, Grand Theatre
Return of the Masters:
The dreamteam, G-town madness, Daymar
Early rave & Hardcore
8 november, Huize Maas
13
Foto: Luuk Steemers
‘LANGETERMIJNDENKEN
IS DE POLITIEK
VREEMD’
Chris Wind
14
De verantwoordelijkheid voor studievertraging ligt
nu bij de studenten, zei u in uw openingsspeech.
‘Feitelijk heeft de overheid dat nu gedaan door het
leenstelsel in te voeren. Er worden vrijwel geen
beurzen meer gegeven, je moet lenen. Je weet dus
dat je financiële situatie verslechtert naarmate je
studie langer duurt. Die verantwoordelijkheid is
verschoven. Dat betekent niet dat hogescholen
niet meer kunnen worden aangesproken op de
prestaties van studenten. Wij moeten worden
beoordeeld op de kwaliteit van ons onderwijs en
op de kwaliteit van de begeleiding, dat gebeurt
via accreditaties. De noodzaak van de overheid
om te blijven hameren op nog korter studeren, is
vervallen. Wij kunnen het niet helpen wanneer
een student besluit om een jaar langer te studeren
omdat de arbeidsmarkt moeilijk is.’
Maar dat is een bewuste keuze. Wat nou als een
student in het begin gewoon erg moet wennen, de
verkeerde studie kiest of enigszins verdwaalt in het
studentenleven?
‘Daar hebben we de BSA-norm voor, die blijft
bestaan en is verhoogd tot 48 studiepunten.
Natuurlijk kun je een hogeschool er wel op
aanspreken wanneer de rendementscijfers lager
liggen dan het gemiddelde in Nederland, maar
de feitelijke verantwoordelijkheid ligt echt bij de
student.’
Bent u het ook eens met die verschuiving van verantwoordelijkheid?
‘Ik was tegen de kabinetsplannen. Nu het akkoord
er ligt, met steun van GroenLinks en D66,
zeg ik: het is aanvaardbaar. Er zijn duidelijke
veranderingen. Er is een betere regeling voor
studenten uit minder daadkrachtige milieus, de
leenvoorwaarden zijn duidelijk verbeterd en de
OV-jaarkaart blijft bestaan. Daarbovenop gaat
de opbrengst van het leenstelsel niet naar het
financieringstekort: het wordt geherinvesteerd in
het onderwijs. Veel positieve veranderingen dus.
Mijn enige angst is dat een volgend kabinet de
leenvoorwaarden weer verandert.’
Schat u de kans hoog in dat dat zal gebeuren?
‘Betrouwbaarheid en langetermijndenken zijn de
politiek vreemd. Ik vraag eigenlijk van de politieke
partijen, want zij zijn de stabiele factoren, dat ze
beloven om de komende tien jaar niet meer aan
het leenstelsel te knoeien. In Engeland hebben ze
een aantal jaren geleden ook een nieuw leenstelsel
ingevoerd. Daar gaan ze nu alweer de voorwaarden van verslechteren. Dat is dodelijk.’
Hanzehogeschool-voorzitter
Henk Pijlman kan leven met
de huidige kabinetsplannen
voor het onderwijs, maar hij
zou graag zien dat alle partijen
beloven om de komende tien
jaar niet meer aan het leenstelsel
te komen.
Tijdens uw openingsspeech stelde u voor om innovatie
te financieren uit de aardgasbaten.
‘In de herfstakkoorden is fors geld vrijgemaakt
voor het lager en middelbaar onderwijs. Het geld
dat vrijkomt door het leenstelsel gaat naar het
onderwijs. Prima maatregelen, maar het onderzoek
is vergeten. En op onderzoek drijft de innovatie.
Daar zoek ik ruimte voor.’
SP-fractieleider Emile Roemer had het tijdens de
opening van het hogeschooljaar over ‘universiteitje
spelen’. Irriteert het u dat dat altijd terugkomt als het
over hbo-onderzoek gaat?
‘Wij hebben vijftig deeltijdlectoren op 27 duizend
studenten. Meer kunnen we niet betalen. Dat
noemen sommigen dan universiteitje spelen, dat
vind ik wel enigszins treurig. Er wordt heel veel
gevraagd van hogescholen, zeker als je kijkt naar
de middelen die we hebben. Het is in de wet opgenomen dat we onderzoek moeten doen. Het is dus
onze plicht en het verrijkt de samenleving.’
Onderwijs-minister Jet Bussemaker kwam deze
zomer met het idee om alleen nog maar te roosteren
tussen tien en vier uur ’s middags, zodat studenten
minder in de spits gaan reizen…
‘De minister zit klem. In het regeerakkoord stond
dat de OV-jaarkaart zou verdwijnen. Dankzij
GroenLinks blijft de kaart alsnog, maar daarmee
zadelden ze de minister wel op met een probleem.
Blijkbaar dacht de minister dat dit wel een goede
oplossing zou zijn. Maar je kunt niet eisen dat
het hoger onderwijs meer contacturen inroostert
en dan vragen of er alleen geroosterd kan worden
tussen tien en vier. Dat gaat echt niet. Bovendien
moeten studenten twee keer een half jaar op stage,
dan moeten ze toch op tijd bij het bedrijf zijn waar
ze werken? Het is te makkelijk. De minister zou
zich moeten verplaatsen in onze situatie. Als je dat
doet, kom je niet tot dit soort uitspraken.’
Het ministerie wil dat hogescholen differentiëren,
meer onderzoek doen en beter samenwerken met het
bedrijfsleven. Toch zegt u dat er weinig steun is voor
hogescholen die voorop lopen in deze ontwikkelingen.
‘Veel politici redeneren nog erg traditioneel, ze
hebben vaak een universitaire achtergrond en
helaas weinig kennis van het hbo. Er blijft voor
ons altijd veel zendingswerk te verrichten. We
blijven toch vaak steken in het idee dat iedere
instelling gelijk is. Dat is niet zo. De Veerman-agenda, die Kamerbreed steun kreeg, zat
vol met adviezen over differentiatie. Instellingen
moeten zich specialiseren.’
De Vereniging Hogescholen is tegen verdere verlaging
van het salaris van bestuurders en toezichthouders.
Ze schreven deze zomer een brief aan minister
Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Wat
vindt u daarvan?
‘Ik vind dat we zwaar onderbetaald worden... Nee,
grapje, maar er is wel één ding dat me ergert en
daarom vind ik het goed dat het aan de orde wordt
gesteld. Je kunt niet in redelijkheid zeggen dat
een bestuurder van een onderwijsinstelling meer
moet verdienen dan een minister. In die zin ben ik
het met Plasterk eens: die salarissen kunnen naar
beneden. Maar dan moet je wel het hele gebouw
even aanpassen. Dat sommige hoogleraren dan
meer zouden gaan verdienen dan hun bestuurders,
vind ik wat vreemd.
‘Wat me irriteert aan de plannen van Plasterk is
dat hij zegt dat hij de rechtspositie van bestuurders in overeenstemming zal brengen met wat
we in Den Haag gewend zijn. Maar dat doet hij
niet. Hij heeft voor ons nu bedacht dat wanneer
ik ruzie krijg met de Raad van Toezicht, ze me
kunnen ontslaan en 75.000 euro aan salaris mee
mogen geven. Ik heb geen WW, dus ik mag naar
de bijstand. Een politicus krijgt jaren wachtgeld.
‘Het is het één of het ander: of je maakt het
allemaal gelijk, of je laat het zoals het is. Eerlijk
gezegd vind ik dat de rechtspositie van politici op
dat punt best herzien mag worden. Plasterk doet
alsof hij gelijkschakelt, maar hij doet dat niet!’
15
VIJFTIG
TINTEN
GROEN
Loes Vader
Foto: Luuk Steemers
DE OOGST VAN FRANKVILLE
10 kg aardappels
25 courgettes
25 wortels
40 pastinaken
100 aardbeien
6 kg Nieuw-Zeelandse spinazie
10 maiskolven
30 koolrabi’s
30 kolen (rood & wit)
16
10 komkommers
25 kroppen sla
50 radijsjes
15 preien
15 knollen venkel
40 tomaten
rozemarijn, basilicum, koriander, peterselie
Heel veel bloemen voor de bijtjes…
Oneindig veel snijbiet (een groot deel ging naar de voedselbank)
Frank van der Waals (23)
studeerde aan de Academische
Pabo van de RUG. Hij is
één van de initiators van
Frankville, een community
van jongeren die hun kennis
over zelfredzaamheid en
duurzaamheid willen
aanscherpen en delen.
Maatschappelijk bewustzijn met
de moestuin op het Zernike als
boeiende en bloeiende vrucht.
TUINSOEP
À LA
FRANKVILLE
geraspte courgette
wortels in blokjes
aardappel in blokjes
koolrabi in blokjes
uitje
knoflook
bouillonblokje
water
Fruit het uitje en de knoflook glazig, op een
zacht pitje. Doe er de geraspte courgette bij en
bak die even mee. Voeg dan water en het bouillonblokje toe, afhankelijk van de hoeveelheid
groente. Daarna de blokjes wortel, aardappel
en koolrabi een kwartiertje mee laten garen.
Niet koken, anders kook je de piepers tot prut.
Frank… Frankville, dat kan geen toeval zijn.
‘Met een groepje vrienden filosofeerde ik veel over
hoe de wereld beter ingericht zou kunnen worden.
Hoe we eerlijker, duurzamer en minder afhankelijk van het hedendaagse voedselbeleid kunnen
leven. We noemden het Frankville. Frank betekent
eerlijk, vrijmoedig, brutaal...’
Jullie zijn er letterlijk ingetuind.
‘Praten over de wereld verbeteren is leuk, maar er
zelf mee aan de slag gaan is nog veel leuker. Met
z’n allen in de grond wroeten, leren tuinieren,
ontdekken waar ons voedsel vandaan komt en hoe
het groeit, dat leken ons prima uitgangspunten
voor het bewustwordingsproces over ons voedsel.
Frankville is méér dan alleen de Moestuin, het
concept gaat uit van het idee dat we de maatschappij op een andere manier kunnen inrichten:
niet meer, maar beter. Kwaliteit boven kwantiteit.
Frankville draagt bij aan de groeiende maatschappelijke trend die onafhankelijkheid, tevredenheid
en verantwoordelijkheid combineert tot een
nieuwe leefstijl.’
Hoe krijg je zoiets van de grond?
‘De gemeente Groningen heeft het project de
Eetbare Stad waarbij Stadjers in hun woonwijk een
moestuin kunnen beginnen. Omdat wij als groep
studenten niet in één wijk wonen, was het project
van de gemeente te duur voor ons. Maar het zaadje
was geplant. Sloten koffie en vele netwerkgesprekken later kregen we van de RUG 200 m2 in
bruikleen: op de kop van het Zernike, achter het
beveiligingsgebouwtje. Daarnaast wonnen we de
Green Mind Award van de universiteit. Een lapje
grond en de eerste duizend euro waren binnen. De
Eetbare Stad hielp ons met teelaarde en compost
en een kraan om de grond te bewerken. In de
kassen van de Linnaeusborg (het groene gebouw
op het Zernike) mochten we stekken opkweken.’
Gezegend met groene vingers?
‘Ik kom uit een vinexwijk bij Apeldoorn en
wist echt helemaal niets van tuinieren. Ik wist
überhaupt niet hoe een courgetteplan eruit zag.
Voor de duizend euro die we wonnen, hebben we
Janneke Tops ingehuurd. Janneke heeft heel veel
ervaring met ecologische landbouw en kleinschalige initiatieven. Door de tips van Tops hebben we
leren zaaien, stekken en composteren. Ik begrijp
nu dat een plant helemaal afhankelijk is van z’n
omgeving. Ik heb geleerd hoe het bodemleven in
elkaar steekt en wat het belang is van insecten,
wormen, schimmels en bacteriën. Een gezonde
bodem leeft. Janneke is stimulerend, motiverend
en inspirerend. Daarnaast is internet natuurlijk je
grote vriend.’
Zaaien, ploegen en dan nu oogsten?
‘Aardappels, courgettes, wortels, snijbiet, koolrabi,
kruiden… De pompoen schiet ook al lekker op.
Voor de winter gaan de paksoi, de boerenkool en
de winterspinazie de grond in. De Moestuin is ook
een plek om te leren en een plek van bezinning,
om na te denken over hoe je je omgeving duurzaam kunt maken. We streven naar een parkje op
het Zernike. Niet exclusief voor studenten. Het
moet een kweekvijver worden voor iedereen die
meer wil weten over ecologisch tuinieren. Een
educatief parkje met moderne en oude landbouwmethoden. Je eigen groenten verbouwen is net als
fietsen, waardevolle kennis die je niet meer verleert. In de tuin gebruik je al je zintuigen, tussen
vijftig tinten groen. En je leert je eigen biologische
boontjes te doppen. ’
TIPS VAN TOPS
Tijdens de KEI-week gaf biologisch landbouwkundige Janneke Tops een minicollege over
biologisch moestuinieren. Janneke woonde
dertien jaar op Ecolonie, een ecologische
gemeenschap in de Franse Vogezen. Terug in
Nederland geeft ze onder andere les in biologische landbouw aan de Landbouwhogeschool
in Wageningen.
Waarom ecologisch illustreert ze aan de hand
van de voedingskwaliteit in 2002 ten opzichte
van die in 1985. Daaruit blijkt dat de hoeveelheid mineralen en vitaminen van broccoli
gemiddeld met zestig procent verminderd is.
De oorzaak is niet alleen bodemdegradatie,
maar ook industriële teeltmethoden, kunstmestgebruik en de keuze voor bepaalde rassen.
Een gezonde bodem is cruciaal. Een gezonde
bodem leeft. Voorwaarden voor een goede
groei zijn goed zaad en plantgoed, een gezond
ecosysteem, biodiversiteit en combinatieteelt.
Daarnaast is samenwerken met de natuur
essentieel. Nodig dieren uit in je tuin. Dieren
die ziektes bestrijden en leven van vraatzuchtige diertjes die het op jouw groenten hebben
voorzien. Zoals lieveheersbeestjes, bijen, vogels
en kikkers. Daarnaast groeit en bloeit een tuin
natuurlijk alleen met liefde, tijd en aandacht.
Zelf ervaren?
Ben je enthousiast geworden over Frankville? Deelnemen
kost 25 euro per jaar, inclusief cursussen moestuinieren.
Voor 50 euro krijg je je eigen aanklooiveldje van een vierkantemeterbak van drie bij één, inclusief aarde en zaden.
www.frankville.nl
17
18
Illustratie: Donny van der Velden
EN, DOE JIJ NOG
WAT NAAST JE
STUDIE?
Nicole Aldershof
Studeren moet tegenwoordig
snel, sneller en het liefst nog
sneller. Dit betekent minder
tijd voor activiteiten die niet
met studeren te maken hebben.
Jammer, maar niet helaas.
‘Maakt niet uit wat, als je het
maar met passie doet.’
Dertig jaar geleden konden studenten wel dertig
jaar studeren en vijftien jaar geleden konden ze het
met een beetje kunst- en vliegwerk rekken tot een
jaartje of vijftien. Geluksvogels! De student van nu
moet zo'n beetje miljonair zijn om langer dan vijf
jaar te studeren. De druk op studenten is hoog.
Eerstejaars zijn niet te benijden: aan het eind van
het eerste jaar wacht de dreiging van een negatief
bindend studieadvies (BSA). Dit jaar experimenteren hogescholen zelfs met het invoeren van BSA’s
na de propedeuse.
STUDEREN, WERKEN, SLAPEN
Studeren is geen makkie meer. Het collegegeld,
1906 euro per jaar, is nog nooit zo hoog geweest.
Daarnaast krijgen nieuwe studenten waarschijnlijk
te maken met het leenstelsel: de basisbeurs wordt
vervangen door een studievoorschot, dat bestaat
uit een lening, een studentenreisproduct (kanshebber voor de titel Raarste Nederlandse Woord 2014) en eventueel een aanvullende
beurs. Het leenstelsel: vanaf het eerste moment
waarop een student een voet in het hoger onderwijs zet, maakt hij schulden. Lanterfanten en drie
keer van studie wisselen is er niet meer bij. Een
beetje overdreven gesteld: het is studeren, werken
en slapen. De vraag dringt zich op of studenten
nog wel tijd hebben om zich te ontplooien naast de
studie. Want dat moet ook, als we de minister, de
staatssecretaris en allerlei opinie- en beleidsmakers
mogen geloven.
DE ONDERWATERHOCKEYCLUB
Nou, stelt Marjolein ten Hoonte, of je er tijd voor
hebt, ligt helemaal aan jezelf. ‘Het ligt aan je
ambities. Als je het doet, moet je in ieder geval iets
kiezen wat je leuk vindt. Dingen die je leuk vindt,
gaan je makkelijker af.’ Maar het is zeker nuttig,
weet Ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt van
uitzendbureau Randstad. ‘Studenten die kunnen
aantonen dat ze in hun studietijd andere activiteiten hebben ontplooid, hebben zeker een streepje
voor.’
In de KEI-week, de algemene introductieperiode
voor Groningse studenten, kwamen vijftig eerstejaars naar een lezing over ‘actief studeren’. Actief
studeren is de term voor studenten die een functie
vervullen in besturen van studentenorganisaties.
‘Toen we die vijftig studenten vroegen wie van
hen die ambitie heeft, staken ze bijna allemaal
hun vinger op’, herinnert de voorzitter van het
KEI-bestuur, Max Dannenburg, zich. Vijftig is
niet veel, zeker te weinig voor al het studentenverenigingswerk in Groningen (van Albertus Magnus
tot en met de onderwaterhockeyvereniging, alle
clubs moeten hun zaakjes goed regelen, activiteiten
organiseren en behoorlijk ten uitvoer brengen).
Voor bestuurlijk actief zijn, zijn er dus mogelijkheden genoeg. En, zo stellen de ervaringsdeskundigen, het staat goed op je curriculum vitae.
Toch is daar niet álles mee gezegd, waarschuwt
Randstaddirecteur Ten Hoonte. ‘Je moet onder
woorden kunnen brengen wat dat besturen inhield
en hoe je het hebt ervaren. Wees concreet: geef
voorbeelden van wat je hebt gedaan en geleerd.
Was je goed in leidinggeven, was je probleemoplossend? Dat verlevendigt het verhaal.’ Want het
gaat niet zozeer om het feit dát je iets hebt gedaan
als wel om het verhaal erachter. ‘Je passie, je motivatie, je ervaringen. Bedrijven kijken echt naar wie
je bent. Dat komt veel duidelijker naar voren als je
er voorbeelden bij aandraagt. Als je een leidinggevende functie in een bestuur hebt bekleed, kun
je bijvoorbeeld aangeven hoe je met omging met
de problemen die je tegenkwam, hoe je mensen
wist te motiveren. Zulke dingen geven de werkgevers een idee van hoe je je in de toekomst zult
gedragen.’
PLEZIER, LEKKER SAMEN BUFFELEN
Afgestudeerden kunnen tijdens ontmoetingen met
werkgevers ook andere buitenschoolse activiteiten
aandragen om duidelijk te maken dat ze zich
tijdens hun studietijd hebben ontwikkeld. Zo kun
je je vakantie aangrijpen om vrijwilligerswerk te
doen. Ook hier gaat het om het achterliggende
verhaal. Ten Hoonte: ‘Als je gepassioneerd over je
wandelvakanties in de Ardennen kunt vertellen,
zegt dat net zoveel over je als je ervaringen als
backpacker in Thailand.’
Passie tonen is een stuk makkelijker als je dingen
doet waarin je plezier hebt. ‘Plezier is héél belangrijk’, volgens Max Dannenburg, die de tijd van z’n
leven had als KEI-voorzitter. ‘Het is natuurlijk een
hele klus, en een grote verantwoordelijkheid, maar
het werk met al die mensen die samen buffelen om
van de KEI-week de mooiste week van het jaar te
maken, is gewoon ook heel veel plezier maken.’
Voordat je met een nevenactiviteit begint, is het
goed om te bedenken wat je ervan wilt opsteken
en welke vaardigheden je onder de knie wilt
krijgen. Dannenburg: ‘Ik wilde veel contacten
opdoen en nieuwe mensen leren kennen. Zo
ontdekt iedereen die bestuurlijk actief is nieuwe
kanten van zichzelf, sterke én zwakke punten.’
PASSIE AAN DE KROATISCHE COSTA
Ten Hoonte: ‘Het zijn dingen die je tijdens je
opleiding vaak niet leert. Ondernemerstalent,
leidinggevende kwaliteiten. Alles wat je opsteekt,
is meegenomen.’
Dannenburg raadt studenten aan om ervoor te
zorgen dat ze hun studie op orde hebben. ‘Plan
wat je wilt gaan doen. Bepaal hoeveel tijd je kwijt
bent. Dat geeft je de rust om je goed op je nevenactiviteiten te richten.’
Maar als je dat nou allemaal niet doet? Als je
bestuurswerk links laat liggen? Als je je handen
níet uit de mouwen steekt bij de studentendamvereniging en als je tijdens je vakantie het liefst ligt
uit te puffen op een Kroatische costa? Ben je dan
bij voorbaat kansloos op de arbeidsmarkt? Nee,
stelt Randstadbaas Ten Hoonte: ‘Als iemand bij
ons komt en zegt dat hij geen verre reizen heeft
gemaakt omdat hij zich volledig op de studie
heeft gestort, dan is dat net zo’n goed verhaal.
Bovendien, werkgevers weten drommels goed dat
studenten minder tijd hebben voor buitenschoolse
activiteiten. Als je maar een verhaal hebt, als
je maar duidelijk maakt dat je wat je wél hebt
gedaan met passie deed.’
19
Foto: Luuk Steemers
‘Astrid is een ontzettend lieve meid. Ze is er altijd
voor me en ze staat altijd voor me klaar. We staan
op veel manieren ongeveer hetzelfde in het leven.
Ik vraag haar heel gemakkelijk hoe ze ergens over
denkt. We praten over serieuze dingen én we
lachen ons slap samen. Een harde werker is ze ook.
Op een gezonde manier perfectionistisch. Ze rust
gewoon niet voordat het goed is.
‘De muziekwereld is klein, ik had haar dus al
zien spelen voordat we elkaar voor het eerst
ontmoetten. Toen we op de eerste schooldag bij
elkaar aan tafel zaten, was het vriendschap op het
eerste gezicht. Dat is bijna twee jaar geleden, maar
het lijkt veel langer. Muzikaal passen we bij elkaar.
Ik kan met niemand zo goed samenspelen als met
Astrid. In het eerste semester begonnen we ermee
en dat is zo gebleven. Het is lastig uit te leggen
hoe dat kan. We ademen muzikaal op de zelfde
manier, denk ik. Afspreken hoe we iets gaan doen,
hoeven we niet. We denken hetzelfde over melodische lijnen, zuiverheid en intonatie. Ook ons
klankbeeld, het soort geluid dat we willen horen,
past perfect. Wanneer het feller, bijterig moet zijn,
of wanneer juist warm.
‘Het is dezelfde interpretatie, we zetten op
dezelfde plaats in het stuk dezelfde sfeer neer. Met
pianiste Maria Fatela hebben we een eigen trio.
We doen schnabbels, huiskamerconcerten en we
spelen achtergrondmuziek.
‘Elke dag zien we elkaar op school. En vaak
daarbuiten. We houden allebei van ouwehoeren.
We kijken vaak samen naar Zaai, een kinderprogramma waar we helemaal dubbel om liggen.
Dingen die nergens op slaan, vinden we ontzettend grappig. Wijntje erbij.
‘Buiten school hebben we eigenlijk nooit muziek
op staan. Het maakt al zo’n groot deel van ons
leven uit. We studeren allebei minstens vijf uur per
dag. Vaak gaan we even in een lokaal zitten om
samen te spelen. Elkaar feedback geven doen we
ook. Dan zeggen we gewoon: hé, ik vind dat je dat
stukje niet zo mooi speelt. Concurrentie kennen
we niet. Astrid is zo’n leuke meid en ze speelt zó
mooi. Ik gun haar alle geluk van de wereld.’
20
ITEM
Rina Tienstra
Liesbeth en Astrid delen de liefde
voor muziek. Hartsvriendinnen
zijn ze vanaf hun eerste dag op het
Conservatorium.
LIESBETH
BOSBOOM
20
Derdejaars
Cello
ASTRID
DEN DAAS
21
Derdejaars
Klarinet
‘Liesbeth en ik kenden elkaar van naam en we
zagen elkaar wel eens spelen op concoursen. Liesbeth speelde op de Avond van de Jonge Musicus.
Ik deed mee aan het Prinses Christina Concours.
We zijn allebei erg gedreven. In het eerste jaar
kwamen we bij elkaar in de klas. We zijn heel
goed bevriend geworden en wilden gelijk al samen
spelen. Een kamermuziekproject op school voor
cello, piano en klarinet was het begin. Dat ging
zó goed. Muzikaal bleek het heel goed te klikken
tussen ons. We hoeven elkaar niets uit te leggen,
zelfs niet voordat we een stuk spelen. Natuurlijk
gaan we wel in discussie tijdens het repeteren.
‘Liesbeth heeft een goed oordeel over mijn spel:
ik weet meteen hoe ik het beter kan krijgen. We
hebben hetzelfde klankideaal. Ook met Maria in
ons trio is dat zo. De kracht van het samenspelen
met drie instrumenten, zodat het ook echt sámen
klinkt.
‘Liesbeth en ik houden van dezelfde componisten.
Alexander Zemlinsky spelen we graag. Dat is
zulke romantische muziek, die moet je met passie
en gevoel spelen. Met Liesbeth erbij ontstaat er
dan vanzelf iets magisch. We hebben dezelfde
drive om tot het uiterste te gaan.
‘Liesbeth is heel open en vriendelijk en ze heeft
een enorm gevoel voor humor. We gingen laatst
samen naar een brass-concert en in de pauze was
er een loterij. Wonnen we anderhalve liter bier!
Dat is zó niet ons ding, we lagen echt blauw van
het lachen!
‘Mijn vriendinnen van buiten begrijpen soms
minder goed dat ik niet zo vaak kan stappen. Maar
muziek is geen hobby. Je wordt continu met jezelf
geconfronteerd. Omgaan met conservatoriumvrienden is wat dat betreft wat gemakkelijker.
Onze way of live is hetzelfde.
‘Voor uitgaan hebben we te weinig tijd en energie.
Na het Prins Claus Concert gingen we natuurlijk
wel met zijn allen op stap. Buiten school drinken
we vaak kopjes thee bij V&D. Of we eten samen
op mijn kamer. En we hangen graag samen
voor de televisie. We zijn allebei fan van Flikken
Maastricht.’
verslaafden. Hoe ze me dwongen virtuele
zelfmoord te plegen. Ik had gedaan alsof het
cancelen van mijn account hetzelfde was als
het deleten van mijn avatar. Wisten zij veel.
De uitkomst na alle gesprekken, testjes en
schrijfopdrachten was in ieder geval gunstig
geweest. Ik mocht gaan studeren en op
kamers. Ze dachten dat ik het aan zou kunnen.
‘Een nieuwe start’, zo hadden mijn ouders het
opgetogen genoemd.
Wakker worden in een kamer van drie bij drie.
Je afvragen waar je in godsnaam bent. En
dan ineens het grote besef: dit is MIJN kamer
en niemand kan me hier iets maken. De
eerste dag ben ik mijn bed niet uit gekomen.
Of eigenlijk: mijn lichaam is het bed niet uit
geweest.
Met mijn hoofd dwaal ik door een vertrouwde
wereld. Een wereld die ik een jaar lang heb
moeten missen. In club Amnesia tref ik de
eerste bekende: Xandra, die wild staat te
dansen op van die afgrijselijke psytrance. Ze
is overdreven blij me te zien. Blij zoals alleen
Xandra blij kan zijn, met een grijns alsof haar
kaakchirurg is uitgeschoten. Ze vliegt me
om de hals, alsof ik ben opgestaan uit de
dood, iets wat feitelijk ook zo is. Ik vertel haar
over mijn jaar in de afkickkliniek voor game-
En een nieuwe start, dat was het geweest. De
eerste avond stond ik al met trillende handjes
in de elektronicazaak om een MacBook Pro
aan te schaffen. Niet langer zou ik Walter zijn,
de nerd, de kneus, de man die rode vlekken
in zijn nek krijgt als een vrouw hem alleen al
aankijkt. Nee, in Secondlife was hij Flo, stoer,
spitsvondig en recht voor zijn raap.
Xandra sleept me mee naar de bar. We
drinken een paar tequila’s. Ze vertelt me over
de anderen. Over Barry die een kind heeft
gekregen en die nauwelijks meer langskomt,
over Kat die af en toe opduikt op Maya eiland.
En Razz? Ik kan me niet meer inhouden. Ik
moet weten hoe het met haar is. Waar ze is.
Xandra twijfelt even, zegt dan: ‘Razz? Die kon
je plotselinge vertrek niet aan… ze...’
3Hoog is dé studentenfotosoap van Nederland. De strip volgt de avonturen van Jurre, een ruige kraker met een klein
hartje, René, de anders-geaarde huis-ADHD’er, Merel, een bipolaire blondine en Harrie, het frisse verenigingsmeisje.
3Hoog wordt gemaakt door Ype Driessen, de bekendste fotostripmaker van Nederland en omstreken.
21
HOREN
& ZIEN
22
NOAH
UW VADEREN,
WAAR ZIJN ZIJ?
DE POEL
Een verfilming van het Bijbelverhaal over de
zondvloed en de Ark. Regisseur Darren Aronofsky
wilde trouw blijven aan het verhaal én er zijn eigen
visie op geven. Het resultaat is een zwaar gedramatiseerd fantasy-verhaal met een hoog in-deban-van-de-ring-gehalte, overgoten met mierzoete
klanken en tranentrekkende close-ups.
Russel Crowe speelt een overtuigende Noah, die
zich ontpopt tot een psychopaat die de wereld
wil verlossen van de mens. De wereld is er dan
ook beroerd aan toe. De natuurlijke energie- en
voedselbronnen zijn uitgeput en de schepping is
verworden tot een woestenij. Noah echter voedt
zijn zoons op als pacifistische vegetariërs en
verbiedt ze zelfs een bloem te plukken.
Als God Noah middels visioenen duidelijk maakt
dat de mensheid het verpest heeft, begint Noah
aan de ark met hulp van uit stenen opgetrokken
reuzen.
Na het tumult van de zondvloed blijkt er een
indringer aan boord. Tegelijkertijd moet Noah
afrekenen met de zwangerschap van zijn adoptiedochter. Subplots waar christenfundamentalisten
het zweet van uitbreekt. De rollen van Noahs
vrouw en stiefdochter zijn braaf en houterig,
van zijn zoons te stereotiep. Wat mij betreft een
middelmatige heroïsche film met matig acteerwerk
en matig animatiewerk (of ligt dat aan mijn tv?)
Nog geen jaar na De Cirkel komt Dave Eggers met
de roman: Uw vaderen, waar zijn zij? en de profeten
leven zij voor eeuwig (Lebowski). Hoofdpersoon in
de roman met de bijbelse titel is Thomas. Thomas
zoekt antwoorden op vragen voor zijn mislukte
leven. Hiervoor kidnapt hij een aantal mensen die
hij vastketent aan ijzeren staven op een verlaten
legerbasis. In ieder hoofdstuk stelt hij vragen
aan zijn gijzelaars. Zo wil hij van de astronaut
weten of hij niet kwaad is dat de spaceshuttle
werd afgeschaft. De leraar legt hij het vuur aan
de schenen over zijn vermeende pedofiele handelingen, de politieman en de verpleegster over
zijn doodgeschoten vriend Don. En zijn moeder
roept hij ter verantwoording over haar drank- en
drugsverleden.
Het boek is in dialoog geschreven, daardoor leest
het als een theaterstuk, met een psychopathische
ondervrager en een handvol slachtoffers. Irritant is dat je regelmatig terug moet lezen wie er
nou eigenlijk aan het woord is. Het briljante en
universele, waar Eggers om bekend staat, lees ik
niet terug in Uw vaderen… Enkel het enigszins
absurde verhaal van een 34-jarige man zonder
toekomstperspectief die iedereen de schuld geeft
van zijn miserabele leventje behalve zichzelf. Wat
mij betreft: een overschatte en overbodige roman.
De Poel is de eerste film van het Nieuw Nederlands Film Platform, een crowdfunding-initiatief.
Deze nederhorror speelt zich af in een afgelegen
Nederlands natuurreservaat waar twee gezinnen
bij een bosmeertje hun tentjes opzetten. Er hangt
een broeierige sfeer tussen de kampeerders.
Lennaert (Gijs Scholten van Aschat) is de doorgewinterde kampeerder en initiatiefnemer van de
tocht. Zijn vrouw (Carine Crutzen) flikflooit met
zijn vriend Rob (Bart Klevers). Zijn twee zoons
zijn allebei smoorverliefd op Emilie (Jamie Grant),
Robs mooie dochter. En dan is er de mysterieuze
jonge vrouw (Katja Herbers) die ’s nachts opduikt
en Lennaert gek maakt. Waanzin en moord slaan
toe. Pogingen om hulp te halen in de bewoonde
wereld mislukken. Alle initiatieven eindigen bij
het behekste meertje.
Veel clichés, dat zeker. Maar dat mag best in een
horrorfilm. Een positief punt van de film is dat de
spanning gebaseerd is op een gevoel van dreiging,
niet op special effects. Maar het verhaal komt
niet helemaal uit de verf. De karakters blijven
ongrijpbaar, ondanks goede acteerprestaties van
met name Scholten van Aschat, die zelf aan het
scenario meeschreef. Het einde valt zo volledig uit
de lucht dat het beoogde huiveringwekkend effect
ondergesneeuwd raakt.
LV
♥♥♥
LV
♥♥
LS
♥♥♥
23
28
LOCO
Luuk Steemers
EERSTEJAARS HBO-RECHTEN
ELINE SCHUITEMAKER (20)
IS LOCO VAN PUP GRIZZLY
‘Toen we vorige maand gingen samenwonen, wilden
mijn vriend en ik een klein hondje om op de bank te
knuffelen en dat niet te zwaar is om de 64 treden in
ons trapportaal op en af te dragen. Op Marktplaats
kwamen we Grizzly tegen, een kruising tussen een
Chinese Shih Tzu en een Schotse Cairn Terrier, zo’n
Cesar-hondje. We waren meteen verliefd op die hangoortjes. Ze beginnen intussen een beetje te staan,
maar dat maakt me niet uit. Hij is zo leuk en speels.
Zindelijk is Grizzly ook al bijna, al gebeurt er soms
nog een ongelukje.’
26
[email protected]
Lieve Loes,
Lieve Loes,
Het is een beetje een vies praatje misschien, maar wie
weet kun jij me helpen. Mijn nieuwe vriend is een
schat van een jongen maar hij ruikt zacht gezegd vaak
niet zo fris uit zijn mond. Ik ben al best close met hem,
maar nog niet zo close dat ik hem dat durf te vertellen.
Hoe zou jij dat aanpakken?
Op surfvakantie in Andalusië ontmoette ik een leuk
Portugees meisje waar ik met een stel vrienden een
paar dagen mee rondgereisd heb. Ze was met haar
vriendje, maar de spanning tussen ons was af en toe
om te snijden. Nu appen en skypen we iedere dag en
we zijn echt smoorverliefd. Ze heeft haar verkering al
uitgemaakt. Het probleem is dat we allebei geen tijd
en geld hebben om elkaar snel terug te zien. We gaan
allebei studeren en een lange-afstandsrelatie lijkt me
eerlijk gezegd ook geen pretje. Moeten we er maar mee
stoppen?
Jolien
Lieve Jolien,
Ik begrijp je gêne, want een gesprek over slechte
adem is niet bepaald sexy. Maar iemand die naast
je op de bank uit zijn straatje ligt te meuren, is een
regelrechte afknapper. Om over zoenen nog maar te
zwijgen. Maar buiten het gênante gesprek is er hoop.
Mijn poedel Moos kampt ook met een putlucht
uit zijn bek en daarom gingen we gisteren naar de
dierenarts. Die vertelde dat het euvel eenvoudig is
op te lossen. Volgende week wordt zijn tandsteen
verwijderd en zijn gebit gereinigd. Mondgeur komt
meestal niet uit de maag of de darmen opborrelen,
maar wordt negen van de tien keer veroorzaakt door
tandsteen, ontstoken tandvlees en bacteriën. Een
paar keer per dag je tong schrapen schijnt al effectief
te zijn. Als schrapen, flossen, poetsen en spoelen geen
soelaas bieden, zal een bezoek aan de tandarts of
mondhygiëniste dat wel doen. Waarschijnlijk poetst
je vriend niet (goed) of hij gaat niet naar de tandarts.
Wil je close met hem blijven, dan moet je hem dit
eerlijk, oprecht en met respect aan zijn verstand
peuteren. Zachte heelmeesters maken in jouw geval
wel heel letterlijk stinkende wonden. Moos is door
slechte gebitsverzorging al een tand kwijt, ik hoop
dat het met jouw geliefde niet zo ver komt. Succes!
Martin
Beste Martin,
De vraag stellen is hem beantwoorden. Een lange-afstandsrelatie is inderdaad niet makkelijk en als je nu
al tegen dat gedoe opziet, zou ik stoppen met appen
en skypen. Waarom zou eindeloos energie in een
kansloze verliefdheid steken?
Aan de andere kant, tijd kun je maken en een
retourtje Porto is, als je regelmatig de site van
Ryanair checkt, goedkoper dan een retourtje
Amsterdam met de trein. Als je hier nu al tegenop
ziet, is mijn advies: kappen. Geen contact is nog
altijd de beste remedie tegen verliefdheid. Lukt dat
niet, bedenk dan dat digitale intimiteit altijd beter
is dan geen intimiteit. We zijn niet meer afhankelijk
van de postduif en de tamtam dus als ooit lange
afstanden overbrugbaar waren dan is het nu.
HANZE
MAG
LIEVE
LOES
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al
tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je
docent en kun je je niet meer op je studie concentreren?
Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet
waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
REDACTIE-ADRES
Zernikeplein 7
T0.01 / T0.02, Groningen
POSTADRES
Postbus 30030
9700 RM Groningen
telefoon: 050 5955588
e-mail: [email protected]
REDACTIE
Chris Wind - hoofdredacteur
050 5955585 [email protected]
Boudewijn Otten - (eind)redacteur
050 5955582 [email protected]
Loes Vader - (bureau)redacteur
050 5957184 [email protected]
VORMGEVING & ART DIRECTION
Jean-Maxim van Dijk
[email protected]
www.jmxcorp.net
MEDEWERKERS
Emiel Almoes (illustrator cover)
Luuk Steemers
Rina Tienstra
Nicole Aldershof
Jolien de Vries
Leonie Veraar
Knelis (fotograaf)
Peter Tahl (fotograaf)
Annie Smetanenko (fotograaf)
Donny van der Velden (illustrator)
Lisa-Marie van Barneveld (illustrator)
Ype Driessen (fotostrip)
Sam Peeters (cartoonist)
Leo van der Reest (cartoonist)
Rick van Duuren (cartoonist)
PRODUCTIE
Redactie HanzeMag &
Grafische Industrie De Marne B.V.
Oplage: 7.000
ADVERTENTIES
Bureau Nassau
020 6230905
[email protected]
27
ADVERTISEMENT
MAG
HANZE
HanzeMag is not just a monthly
magazine, you can also follow
us online for news updates,
cultural events, information about
Groningen, and funny lessons in
Dutch culture!
Check our Bea Going Dutch video
series to get a better understanding
of Dutch culture, or watch our
portraits of international student
houses.
Follow us on facebook or visit our
blog for the latest Hanze news,
opinions, events, tons of videos and
lots more!
Blog: Hanzemag.com
Youtube:
Hanze Mag
Facebook: HanzeMag International
4int
LEGAL
ALIEN
Rina Tienstra
KLARA FOLTYNOVA (23)
FOURTH-YEAR STUDENT
INTERNATIONAL BUSINESS
SCHOOL
‘Come out of your comfort zone the first month,
that would be my advice to all the new international students. Join all kind of introduction
activities and sports activities. This is the time to
meet people and make friends
‘The expectations I had of studying in Groningen
came true, but my first weeks in Groningen were
rather difficult, I have to admit. It was hard to
make friends in the beginning because I did not
live in a student house. But now I have some good
friends here.
Photo: Annie Smetanenko
CZECH REPUBLIC
‘As long as I can remember I wanted to go abroad
to study. When I was seven I was on holiday in
The Netherlands with my parents. We lived on a
houseboat, sailing the lakes in Friesland and the
Amsterdam canals. Though I was born in Prague,
famous for its beautiful architecture, I fell in love
with the specific architecture of the houses next to
the canals. You can’t find that kind of atmosphere
anywhere else. Since then I dreamed about studying in the Netherlands, but I thought that would
be way too expensive.
‘When I was eighteen, I went to Spain for an
internship in a hotel in Malgrat de Mar, near
Barcelona. I had a lot of Dutch colleagues. They
told me that it might be possible for me to study
in the Netherlands with a government scholarship.
So I applied in Groningen.
‘Now my life has become rather busy. I have to
earn money to pay my bills, I’m a waitress in a
restaurant on the lakeside of Hoornse Plas. I also
work at the information desk of the International
Business School.
‘I opted for IBS because I wanted to increase my
practical experience. I went to London for an
internship and I studied in Budapest. So I could
regularly visit my family and friends in Prague.
This year I will go back to Prague for my final
project. I will research a marketing strategy for a
big fashion brand. They want to know how they
can persuade Generation Y to buy their products.
After that I will apply for a master programme in
International Business.’
NEW ARRIVALS AT
WELCOMING DAY
Luuk Steemers & Boudewijn Otten
August 29, some 650 foreign
students attended Welcoming
Day at Hanze University.
What do they leave behind
and what are they looking
for in Groningen? ‘It’s kinda
hard finding an apartment
where they accept my doggy.’
are mostly offered by expensive private institutes.
That’s why I decided to come to the Netherlands.
I visited Groningen two years ago. The city
impressed me at once: the kindness of the people,
the many students. Yesterday there was a nice
event at Vismarkt. Very lively with nice music. In
Germany such events are often dull and boring.
Dutch visitors to Germany should go to one of the
big towns like Munich, or to the Alps. Dresden is
nice too, but only if you like art, paintings and old
houses.’
GUILHERME PRADO (22)
MATO GROSSO DO SUL, BRAZIL
‘The nicest Brazilian place I know is Bonito. It
means beauty and that’s exactly the right name.
The nearby nature is overwhelming, with wonderful woods and waterfalls. Most foreigners don’t
go any further than the beaches. You shouldn’t,
please visit the inlands.
‘Ah, Groningen. Of course I hadn’t ever seen a
bicycle lane and so many blond people. But really
everything is very different from what I’m used to,
even the bricks are completely new to me.
‘At Hanze I’ll be attending the degree programme
Electronic Product Design. It might contribute to
my job opportunities in Brazil and furthering my
English would be very nice.’
ALLA BAKOVA (20)
TALLINN, ESTONIA
‘It’s barely impossible to make friends with Estonians, some foreigner reported once. This might
be true, but if you spend an evening drinking
with one you have a friend for life. When you visit
Estonia you shouldn’t miss the old city of Tallinn,
it’s wonderful.
‘I don’t know much of Groningen. All I did here
was arriving yesterday evening and sleeping. I
shook hands with my housemate, an Asian boy.
He didn’t seem to be that interested, but that’s
okay. I came here to study Fine Arts. Painting and
drawing are my biggest hobbies. Last year I was in
Eindhoven at the Design Academy, but over there
the emphasis is too much on conceptual art. Not
my cup of tea. Minerva suits me better, I hope.’
2int
ALEXANDER KLEMM (19)
DRESDEN, GERMANY
‘There are very few business programmes in
English on German universities. The few that exist
MERCEDES VON BISMARK (21)
SALZBURG, AUSTRIA
‘My father is from Sweden, my mother is Finnish,
and I was born in Heidelberg in Germany,
where I spent the first ten years of my life. Until
this summer I studied Law at the university of
Salzburg, that’s Austria. Lots of Germans study in
Austria, because study fees are much lower than
in Germany. On the other hand, daily life is much
more expensive in Austria.
‘I’ll be staying here for half a year on an exchange
program. But, you never know, perhaps I’ll stay a
little longer. Groningen is such a nice place to live
and study. It reminds me of Heidelberg. A very
nice town with many, many students. Yesterday
I went to the park to celebrate Bommen Berend.
Yep, my first festival ánd my first Dutch beer and
bitterballs. I liked both.
‘Salzburg is all Mozart, of course. So, if you want
to experience Salzburg, please attend one of the
many concerts. But my best tip for Austria is to go
hiking in the Alps. Summer, winter, anytime, it’s
beautiful.’
CHIA PING CHAO (22)
TAIPEI, TAIWAN
‘I’ll follow an exchange programme at the International Business School. I wanted to go abroad
to make friends with people from other cultures
and also to learn in a different way. In Taiwan
education means: study-exam-study-exam. Here,
I’m told, practical skills are more important, you
work in teams and you have to give presentations.
‘I hope I will find the time to travel to France,
Germany and England. Holland is flat and green.
When you travel through the country by train,
you see a lot of vegetation animals: cows, sheep,
dogs. In Taiwan the landscape is more urbanised.
The Sun Moon lake surrounded by mountains in
the centre of the Taiwan is an exception. If you
ever visit Taiwan you should really go there.’
AWESE HADITSJA (19)
ALBINO, SURINAM
‘Garmerwolde is quite alright. I live with the
Smit family, who helped me pay for my education
in Surinam. Now I’m ready for my studies in
Accountancy. It’s a though programme, I’m told.
But I’ll do my very best.
‘Groningen is a nice city, with lots of shopping
possibilities, I like that. Dutch language is not a
problem for me, so in that respect it feels a bit like
home. The weather does not: last week it was cold.
Too cold, you might say.
‘Most of my countrymen in the Netherlands come
from Paramaribo, the capital. I don’t. I was born
and bred in Albino, at the Marowijne district. If
you ever go to Surinam you must go and see the
isle of Galibi to see the turtles. You might also pay
a visit to the native Indians that are living there.
And to make it really worth your while, you can
take a rowing boat to cross the Marowijne river
that separates Surinam from Guyana.’
MADISON MACNICHOL (26)
MCCALL, IDAHO, USA
‘I just arrived two days ago with my doggie
Charlie. I finished the Bachelor programme in
Foreign Language & Sociology at the University
of Idaho. I googled to find a good Master programme to further my studies in Europe and the
International Communication Master programme
at Hanze was the best I could find. Currently
I’m staying with a friend. It is hard finding an
apartment where they accept Charlie.
‘The town I come from is in the mountains.
McCall is surrounded by beautiful nature with
lots of wildlife and amazing opportunities for
hiking. The Netherlands is quite different but nice
in its own way: convenient, green, clean and very
kind people. I love to ride my bike here. I guess I’ll
get used to living here soon. I also lived in China
for a while to teach English there. That was a
much bigger culture shock.’
ALESSANDRA SOTO (20)
ARUBA
‘I have a Venezuelan passport, but I grew up in
Aruba and my education was largely in Dutch.
That will come in handy because I will follow
the Nutrition & Dietetics programme, which is
offered in Dutch only.
‘I really like the old style houses and streets in
Groningen. The Groningen central station, for
instance. Such a beautiful building! But I will
miss the Aruban beaches. You can spend a whole
day there, and still, the next day, you find yourself
wishing to be there again.
‘It is still a long time to go, but after I finish my
studies I might stay here. Job opportunities in the
Netherlands are much better than in Aruba.’
RONNIE JUNBUM LEE (22)
SEOUL, SOUTH KOREA
‘Before I came here I did the foundation programme International Business in Cardiff. My
brother studies Fine Arts at the Academy Minerva.
So when I was looking for a good International
Business programme I started reading about
Hanze University. The IBS programme at Hanze
has an excellent reputation, but I also chose for the
Netherlands because it’s much cheaper to study
here than it is in the UK. So far I’m very happy I
decided to come here. Staff members are so nice
and helpful, for instance at the reception desk and
the print shop.
‘Make a point of visiting Seoul if you visit Asia.
To me it’s the Asian version of New York with its
high-rise buildings and its great food. My greatest
passion is football. After my studies I hope I can
find a soccer-related job in the UK.’
ARA WIROPRANOTO (18)
JAKARTA, INDONESIA
‘I arrived in Groningen last week, so I’ve had some
time getting used to the city. It was frightfully
cold, but that was made up for by the kindness
of the people. I also had lots of shopping to do:
furniture and things for my dorm. In Indonesia
Dutch education has a good reputation. I went to
the Netherlands-Indonesian Association in Jakarta
to find out what opportunities there are to study
here. That’s how I found out about Hanze and the
International Communication Programme I am
going to do.
‘If you come to Indonesia make sure to visit Bali,
such a nice place for vacationing, lots of activities,
great beaches. If you want to see the authentic
Indonesia, visit Java Island. Many tribes live there,
small communities, each with their own cultures
and traditions.
‘After I finish my studies I’m planning to find a
job here and live in the Netherlands for two years.’
3int
MAG
HANZE
GOING DUTCH:
UNDERSTANDING
THE NETHERLANDS
1
17 september 2014
20e jaargang
redactioneel onafhankelijk
magazine van de
hanzehogeschool groningen
IN
TE
EDRN
IT AT
IO IO
N NA
L
NEW ARRIVALS AT
WELCOMING DAY