GRONINGER DANCE-SCENE IS BOOMING VIJFTIG TINTEN GROEN EMILE ROEMER OVER HET LEENSTELSEL 1 17 september 2014 20e jaargang redactioneel onafhankelijk magazine van de hanzehogeschool groningen MAG HANZE ADVERTENTIES MAG HANZE HanzeMag vind je niet alleen als tijdschrift in de bakken, maar ook in vele vormen online! Check bijvoorbeeld de video’s op ons videokanaal op Youtube, waar je wekelijks het HanzeMag Journaal vindt, maar ook video’s over feesten, cultuur, portretten van studenten, en grappige filmpjes over Groningen. Volg ons via facebook of twitter, of bezoek ons blog voor de laatste Hanze-nieuwtjes, columns, fotostrip, video’s, en nog veel meer! Blog: Youtube: Facebook: Twitter: 2 hanzemag.nl Hanzemagazine HanzeMag @HanzeMag DANCE IS ÓÓK VOOR LULLO'S EMILE ROEMER EIST TIJD EN GELD VOOR HBO 10 HÉ, DOE JIJ NOG WAT NAAST DE STUDIE? 8 FRANKVILLE: VIJFTIG TINTEN GROEN NIEUW IN GRONINGEN 16 18 Op donderdag 11 september vond de Hanze Kick Off plaats, het openingsfeest van het nieuwe studiejaar, met optredens van The Animal Antics, The Given Horse en DJ Bobbie Freeda. Afsluiter was local hero Kraantje Pappie, die een mooi feestje wist te bouwen op de Zernike Campus. En natuurlijk was hij na het optreden niet te beroerd om op de foto te gaan met zijn fans. Foto: Peter Thal BIJ DE LES BONNIE & CLYDE Voor de zomer heeft mijn zusje twee goudvissen gekocht. Waarom weet ik niet. Wij zijn Somalisch en Somaliërs hebben doorgaans geen huisdieren. Dat is, zeg maar, niet ons ding. Maar goed, ze heeft dus twee vissen, compleet met aquarium, grind, plantje en een grote achtergrondsticker van de bodem van de zee. Dat laatste snapte ik ook niet. Wat boeit die vissen dat? Toen ik er naar vroeg, zei ze dat ze het zelf mooi vond. Ik vroeg haar hoe ze de beesten ging noemen. ‘Bonnie en Clyde’, antwoordde ze. Ik barstte in lachen uit. ‘Weet je wel naar wie je je vissen hebt genoemd?’ Ze antwoordde dat ze de namen in een film had gehoord. Toen ik haar uitlegde dat Bonnie en Clyde twee beruchte criminelen zijn, moest zij ook wel lachen. Maar de namen bleven. Vervolgens vroeg ik haar hoe ze wist dat het een jongen en een meisje waren. ‘Dat maakt niet uit bij vissen’, zei ze. In de zomer ging mijn zusje een aantal dagen weg. Bonnie en Clyde logeerden in de tussentijd bij mijn ouders. Mijn jongere broertjes en zusjes hadden de taak om de vissen te verzorgen. Ze hadden niet door dat mijn jongste broertje de vissen af en toe extra voer gaf. Toen mijn zusje terugkwam, waren Bonnie en Clyde heengegaan. De oorzaak lag bij de benjamin van de familie. Toen hem werd gevraagd waarom hij de vissen had gevoerd, antwoorde hij: ‘Ik gaf ze toetjes.’ We wisten niet hoe we hierop moesten reageren. De naïviteit van een negenjarige, daar kun je weinig tegen doen. Inmiddels hebben Bonnie en Clyde de gebruikelijke vissenbegrafenis gehad. Mijn zusje wil geen vissen meer. Wat ze met het aquarium heeft gedaan, weet ik niet. Ik denk ook niet dat ik het ga vragen. HABON ABDULAHI www.habon91.wordpress.com 6 BEST WEL GAAF, HACKEN MET BRAM Boudewijn Otten In de rubriek Bij de Les schuift een redacteur aan in de schoolbanken. Heel soms is dat bankje een stoeltje in een theater. Hacken, is dat nou zo erg? Ja en nee, krijgen eerstejaars Rechten te horen en te zien. Bram, de hacker, is echt. Hij staat achter in de Appel, de conferentiezaal van de Hanzehogeschool op Zernike. De eerstejaars van het Instituut van Rechtenstudies kijken om. Bram de Hacker, twintig is-ie, net zo oud als het publiek. Drie rechtszaken heeft-ie aan z’n broek, alle drie geseponeerd. Maar weinigen in de zaal kunnen dat zeggen. Een stuk of honderd hbo-juristen in de dop, ze zijn al een paar dagen bezig met de introductieweek. Nieuwe indrukken, een beetje moe, het weekend is in aantocht. ‘Daarom, dachten wij, eventjes wat passiefs’, zegt Marie-José Bonthuis, ‘een theatervoorstelling.’ Het is donderdag 4 september, twee uur in de middag. Bonthuis is IT-jurist. ‘Ooit van gehoord?’, vraagt ze. ‘Nee? Misschien wil je het over een uurtje wel gaan studeren. Leuk vak, werk zat, en dat zal voorlopig wel niet minder worden.’ Ter zake. ‘Wie van jullie zet er nóóit iets op sociale media, dat hij liever niet op de voorpagina van de krant ziet staan.’ De zaal gniffelt. Maarten krijgt een microfoon onder z’n neus gedrukt. ‘Ja, gisteren nog al die celebrities die gehackt zijn. Dan denk ik: dan moet je die dingen maar niet in de cloud zetten.’ Chelsea denkt in dezelfde lijn. ‘Pfff, naaktfoto’s. Als ik ze al zou maken, zou ik ze mooi niet op facebook zetten.’ Ellen: ‘Je hebt zelf ook een verantwoordelijkheid. Ik zet nooit op facebook dat ik op vakantie ben, dat lijkt me logisch.’ Maar er echt op letten doen de studenten niet. Eén student vindt het zelfs prima dat bedrijven met zijn social-media-gegevens aan de slag gaan. ‘Ik zocht laatst oordopjes. Floep, binnen de kortste keren allerlei aanbiedingen. Handig.’ ‘Misschien’, zegt Bonthuis, ‘maar mág het? Wanneer is het gebruik van andermans gegevens illegaal? Hoe ver kan het gaan?’ Heel ver, zo verbeeldt de voorstelling Like Me van iContact Theater. Eén meisje, twee jongens en een heleboel toeschouwers, na-apers en indringers uit de virtuele wereld. Wie is wanneer wie en wat haalt hij uit? In een Super-Mario-achtige wedloop, afgewisseld met fraai geacteerde en belichte vuistgevechten, strijden de twee mannen (zijn ze van vlees en bloed of virtuele vijanden?) om het meisje (is ze een mens of een avatar?). In ieder geval heeft ze uiteindelijk niets te kiezen. Ze ís gekozen. Een ander (wie is dat?) heeft bezit van haar genomen. Haar identiteit is weg, gestolen. Bram de Hacker is zo’n dief. Hij vertelt hoe hij op z’n zeventiende begon. ‘Meeloopgedrag. Een paar vrienden deden het. Ik vond het wel gaaf. Het geeft een kick om zomaar een kijkje te nemen in andermans computer. En een lek in de beveiliging vinden geeft helemaal een onbeschrijfelijk gevoel.’ E-mailadressen, persoonsgegevens, wachtwoorden, bankrekeningnummers, Bram kon ze uiteindelijk allemaal traceren. ‘Dat kan je veel geld opleveren op de zwarte markt. Je bent misschien een dag bezig om het beveiligingssysteem van een webshop te kraken. Spannend werk: gaat het me lukken? En als het dan lukt, kun je webshops met dezelfde beveiliging binnen, dat is dan een kwestie van een paar minuten.’ Gegnuif, gelach, steelse blikken van bewondering: de studenten vinden het best wel gaaf. Toch haalt Bram z’n schouders op. ‘Extreem moeilijk is het niet. Een brugpieper van twaalf kan het. Je moet een beetje geduld hebben, dat is het eigenlijk.’ Maar Bram werd wel in de kraag gevat. ‘Al ben je nog zo voorzichtig, soms laat je ergens een voetafdruk achter. M’n moeder had al gezegd: ik kom je niet ophalen van het politiebureau. Daar sta je dan. Echt niet leuk.’ Bram hackt nog steeds. ‘Voor bedrijven. Ze zetten me in om hun systemen beter te beveiligen. Da’s een stuk prettiger.’ Marie-José Bonthuis beaamt het. ‘Bram was géén crimineel, maar hij was wel illegaal bezig. Legaal en illegaal, de grens is dun. Weet je, als je je voordoet als iemand anders, ben je die grens al over. Ook op internet.’ Foto: Boudewijn Otten Foto: Luuk Steemers ‘ONDERWIJSGELD MOET NAAR ONDERWIJS, IK BEDOEL: NAAR DE KLAS’ Boudewijn Otten 8 De cito, de regeldrift, de studiebeurs, de controlefixatie, universiteitje spelen, bestuurdersverzet tegen de balkenendenorm. Vraag SPvoorman Emile Roemer niet wat er mis is in het onderwijs. ‘Hoezo aandacht voor Bildung? Alle maatregelen gaan er lijnrecht tegenin.’ allemaal om cijfers, maar onderwijs is veel meer. Ontplooiing, kinderen helpen om het beste uit zichzelf te halen. Dat is de kerntaak van het onderwijs, maar door de afgedwongen fixatie op cijfers en controle is juist die kern naar de achtergrond gedrongen. Wist je dat leerkrachten op basisscholen na een gesprek met de ouders een verslagje moeten maken dat ze door hen moeten laten tekenen? Dat is toch van de gekke.’ Emile Gerardus Maria Roemer (Boxmeer, 24 augustus 1962) neemt een slokje water uit het glas dat zijn assistent Daniël voor hem op de bar heeft gezet. (Eén slokje van Roemer, het glas is voor driekwart leeg.) Hij blaast even uit na de plechtige plichtplegingen tijdens de opening van het studiejaar op de Hanzehogeschool. Daar sprak de voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de Socialistische Partij, de toon gemoedelijk, de teksten vol sambal. ‘De producten die het hoger onderwijs klaarstoomt, de studenten, lijken op magnetronmaaltijden, snel klaar en smakeloos.’ Mag ik jij tegen u zeggen? ‘Alsjeblieft! Tenminste, als ik dat ook mag, meneer.’ ‘We waren een school die niet meedeed met de eindtoets van de cito. Daar kreeg je dus vragen over. Hoe moeten we bepalen voor welke middelbare school de leerlingen in aanmerking komen? Nou, zeiden we, dat bepalen wij. De leerkrachten kennen de leerlingen, weten wat ze in hun mars hebben. Waarom zouden we de toekomst van kinderen laten afhangen van één toets?’ Omdat meten weten is. ‘Het is helemaal doorgeschoten. Met een citoscore van 545 mag je naar het gymnasium, heb je één punt lager… dan niet. Leerkrachten kunnen hoog of laag springen, zo gaat het gewoon. Een waanzinnig systeem waarvan inmiddels het hele onderwijs doortrokken is. Scholen concurreren met elkaar: bij ons heeft uw kind 96 procent kans om in zes jaar z’n diploma te halen. Ja, hè, hè, als je alleen de besten aanneemt…’ (Emile Roemer heft z’n vinger op.) ‘leerlingen die cógnitief het hoogst scoren, want dat meet de cito. Ja, dan is dat natuurlijk niet zo heel moeilijk. Het gaat Je pleitte in je speech voor meer aandacht voor de algemene vorming van studenten. Je zult wel blij zijn dat praktisch iedereen dat met je eens is. Het is Bildung hier en Bildung daar. Staatssecretaris Sander Dekker brak er deze week ook nog een lans voor. ‘Bildung, jongen, dat is je reinste lippendienst. Waar blijkt dat uit? Alle maatregelen gaan er lijnrecht tegenin. Het is prima dat studenten een baantje naast hun studie hebben. Maar door de afbraak van de studiefinanciering moet een student zo’n beetje een halve baan nemen om rond te komen. Tel daar de studietijd bij op en je hebt menselijkerwijs een paar minuten per week over voor Bildung. Ik zeg: het is pure lippendienst. Maak nou écht een systeem waarin studenten de káns krijgen om zich te ontwikkelen.’ Te duur, onbetaalbaar. ‘Dat hangt af van wat je belangrijk vindt als samenleving. Voor de SP heeft onderwijs prioriteit. Als je je blindstaart op de kosten, zie je niet goed wat het oplevert. Die opbrengst is enorm, voor het individu en voor de samenleving. Bovendien zie ik genoeg mogelijkheden om te besparen in het onderwijs. Als je snijdt in bureaucratie en regulering ben je al een heel eind verder.’ Henk Pijlman, voorzitter van de Hanzehogeschool, zei net dat snijden in de overhead bij lange na niet het geld zal opleveren dat nodig is. ‘Zeker, er moet méér geld naar onderwijs. Maar dan bedoel ik ook echt naar onderwijs, naar de klas. Niet naar controle op onderwijs, naar gebouwen of andere zaken.’ Ik geef het je te doen. Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen verzet zich tegen het instellen van de balkenendenorm voor bestuurders van hogescholen. ‘Wat moet ik daar nou van zeggen?’ (Roemer zucht en neemt nog een slokje. Glas leeg.) ‘Schokkend.’ Je was zeer beslist over de scheiding tussen hogescholen en universiteiten. Hogescholen moeten geen universiteitje spelen, zei je. ‘Niet vanuit het idee dat hogescholen minder zouden zijn. Integendeel, hbo is de hoogst mogelijke vorm van beroepsonderwijs. Jonge mensen een vak leren. Dat is prachtig en zeer nuttig werk. Richt je daar in volle overtuiging op, met al je aandacht. Hogescholen moeten zich niet laten afleiden.’ Je waarschuwde voor de invloed van bedrijven, terwijl het gros van de hbo-studenten later bij een bedrijf aan de slag gaat. Dan is het toch logisch… ‘Ho, ho, ik zei: hogescholen moeten studenten niet klakkeloos klaarstomen voor wat de bedrijven wensen. Hogescholen moeten vakmensen opleiden. Hbo’ers moeten zich zelfstandig en kritisch kunnen verhouden tot hun werk. Niemand moet een jaknikker of slippendrager zijn, en hbo’ers al helemaal niet. Je hoorde toch ook dat ik vind dat ze niet voetstoots moeten aannemen wat mensen zoals ik hen vertellen. Kritisch zijn, zelf nadenken, je zelf een oordeel vormen.’ Effe tussendoor, hoe is het toch met de Linde van Sambeek? ‘Wat? De Linde. Die hangt met buizen en allerlei andere hulpmiddelen aan elkaar. De boomchirurg komt regelmatig kijken. We zorgen er met z’n allen goed voor in het dorp. Trouwens, ze zeggen dat-ie duizend jaar oud is. Maar of dat waar is, ik zou er m’n hand niet voor in het vuur durven steken.’ Je zei ook dat het onderwijs de taak heeft om kinderen, studenten, empathie bij te brengen. Kan dat eigenlijk wel? ‘Je kunt kinderen echt alles leren. Empathie ook. Zelfs in de kleuterklas kun je daar mee bezig. Je kunnen inleven in de ander is zelfs onontbeerlijk voor de samenleving. Dat woord zegt het eigenlijk al helemaal: samen leven. Mijn punt is: het neoliberalisme heeft de afgelopen decennia egocentrische, egoïstische mensen gekweekt. Dat kan en moet anders en ja, daarin speelt het onderwijs een voorname rol.’ Daniël tikt Roemer aan. Hij wijst naar een cameraploeg die drie meter verderop staat te trappelen. ‘Ik moet weg, jongen.’ Roemer richt zich in volle lengte op en schikt z’n blauwe stippeldas. Fraai, maar tomaatrood staat hem beter. 9 DE GRONINGER DANCE-SCENE IS BOOMING Jolien de Vries 10 Foto's: Knelis Geen vaste sluitingstijden, duizenden studenten en weinig concurrentie van omliggende steden, daarmee heeft Groningen dé ingrediënten voor een bruisend nachtleven in huis. Vergeet je grijsgedraaide nineties-hits en die eeuwige Nederlandstalige meezingers. Tegenwoordig ga je los op elektronische beats. 11 ‘Door dance raak je in extase. Mensen worden meegenomen op een reis, in een flow. Het gaat maar door’, zegt Piter Terpstra, één van de mannen achter het dance-initiatief Paradigm. Groningse jongeren komen de laatste jaren massaal op dancefestivals en techno-avonden af. De sleutel van die aantrekkingskracht ligt volgens Terpstra in de uitvoering: de muziek, het licht en de performance moeten precies kloppen. Dat lijkt goed te lukken. De Groninger dancescene is booming. Dance, de verzamelnaam voor een grote variëteit aan elektronische muziekstijlen, is bezig aan een opmars. Nieuwe initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Naast feestjes en clubavonden in Subsonic, club Paradigm, Pand48, Huize Maas en Simplon kent de stad terugkerende festivals als Paradigm Festival en KopjeK. HUIVER VOOR XTC-DODEN De interesse voor elektronische muziek is niet nieuw. Begin jaren negentig kende Groningen een enorme rave-cultuur. In hallen en loodsen buiten de stad, op industrieterreinen en onder viaducten werden uitzinnige dancefeesten georganiseerd. Johanz Westerman, dj sinds 1980, zat er destijds middenin. ‘Zo’n feest was een groot avontuur, daar moest je bij zijn, anders had je echt wat gemist.’ Dance waaide eind jaren tachtig over uit Amerika. De muziekstijl werd snel populair, ook in Groningen en omstreken. ‘Het was een revolutionaire tijd, het leek afgelopen met de pop- en rockmuziek’, herinnert Westerman zich. Dat viel uiteindelijk mee. Volgens hem zorgde een streng beleid van de gemeente er in 1994 voor dat het afgelopen was met de wilde openluchtfeesten. Een aantal ecstasydoden droeg bij aan het negatieve imago 12 van de nieuwe muziekstijl. De tijd bleek niet rijp voor een dance-revolutie. ‘De gemeente was bang voor excessen. De angst voor het onbekende is eigenlijk de reden dat de rave-cultuur de kop is ingedrukt.’ Anno 2014 lijkt deze huiver naar de achtergrond verdwenen. HIP AND HAPPENING Dancefeesten passen goed in het voornemen van het gemeentebestuur om de positie van Groningen als ‘bruisende evenementenstad’ te versterken. Daarom zoekt de gemeente ijverig naar geschikte locaties voor grote dance-feesten. Met meer dan vijftigduizend studenten die over het algemeen wel in zijn voor een feestje lijkt dit geen gek idee. ‘Je krijgt zoveel energie van de muziek’, zegt Onno Radder, student Toegepaste Psychologie op de Hanze. ‘Als je de lijnen en melodieën volgt, kun je echt in dance opgaan.’ Radders muzikale interesse begon bij elektronische dance, maar hij stapte vrij snel over op techno en minimal. Na vijf jaar studeren kent Radder de Groningse dance-scene goed. Ook hij merkt de verandering op. ‘Toen ik aan mijn studie begon, was techno nog niet hip and happening, maar de laatste jaren is het een beetje ontploft.’ Die toenemende populariteit heeft volgens Radder ook een keerzijde. ‘Soms is het een beetje zien en gezien worden. Dat was in het begin minder.’ Ondanks de behoefte aan elektronische muziek blijkt het lastig om in Groningen een succesvol dance-initiatief op poten te zetten. Het kost tijd om de wensen van het uitgaanspubliek te leren kennen. Om die reden zijn vooral lokale ondernemers succesvol. Eén van de toonaangevendste Groningse initiatieven op dit moment is club Paradigm. Vanuit een oude graansilo op een industrieterrein aan de Helsinkistraat, net buiten het centrum, besturen Piter Terpstra en Paul Grimmius deze organisatie. EEN SURREALISTISCH SCHOUWSPEL Op het terrein voor de loods staat half augustus een allegaartje aan stoelen, lampen en andere interieurstukken dat niet had misstaan in een antiekzaak. Restanten van het festival, dit jaar gedoopt tot Maison de Paradigme. Dit maison kreeg vorm in een levensgroot poppenhuis dat diende als decor van de main-stage. Het anders zo grijze industrieterrein veranderde tijdens het festival in een surrealistisch schouwspel, waarbij bezoekers één dag losgingen op verschillende house- en technostijlen. De uitvoering kreeg veel aandacht. Terpstra: ‘We hadden een zen-zone, waar mensen aan yoga of meditatie konden doen en in het poppenhuis liepen verklede acteurs rond van het Noord Nederlands Toneel. We willen dat mensen bij ons iets beleven, iets zien.’ Met vierduizend bezoekers was de vierde editie van het festival opnieuw een groot succes. VETTE TERREUR Niet alleen festivals slaan aan. Club Subsonic aan de Grote Markt heeft na drie jaar een vaste plek in het Groninger uitgaanscircuit veroverd. Hier ga je heen voor alles van melodieuze house tot ‘vette terreur’. Volgens mede-oprichter Merlijn Poolman is het leuke van ‘de Sub’ dat het een breed publiek aanspreekt. ‘Van de Vindicatstudent tot de anarchistische kraakpandpunker.’ Maar het is vooral belangrijk dat vrouwen het naar hun zin hebben in de underground-kelder ‘Als vrouwen het leuk vinden, volgen mannen vanzelf. Wat dat betreft zijn vrouwen echt de baas. Wij bieden een plek waar ze zichzelf kunnen zijn en niet lastig worden gevallen.’ Maar het zijn over het algemeen juist mannen die zich verdiepen in de underground-muziek van Subsonic. ‘Samen zorgt dit voor een goede balans.’ Een andere succesfactor van Subsonic is dat ze goed zijn in het spotten van nieuw talent. Dit doen ze vooral door te kijken wat er leeft onder Groningse liefhebbers. ‘Twee jaar geleden bijvoorbeeld, merkten we dat veel Groningers het hadden over Joris Delacroix (een bekende Franse dj, red.). We besloten hem te boeken terwijl hij in Amsterdam nog helemaal niet dik was.’ En met succes. Ook boekte Poolman en zijn collega’s het inmiddels bekende Oostenrijkse duo Klangkarussell ver voor de hype. ‘Een jaar voordat ze een nummer-1-hit scoorden met Sonnentanz stonden ze voor zeshonderd euro in Subsonic, nu moet je vijftienduizend euro neertellen.’ TECHNO IS OOK VOOR LULLO’S Johanz Westerman ziet een aantal redenen voor de toenemende belangstelling voor dance. ‘Mensen worden kieskeuriger door de hoge prijzen voor pop- of rockconcerten. Het is moeilijk om vernieuwend te zijn op dat gebied. Veel bands komen voor de zoveelste keer langs.’ Daarnaast is de identiteit van jongeren niet langer gelieerd aan een bepaalde muzikale stroming. ‘Vroeger was je gothic of houser, tegenwoordig kun je dat allemaal tegelijkertijd zijn.’ Maar ook belangrijk is dat dancemuziek bekender is geworden. Zo draaien studentenverenigingen regelmatig techno. ‘Studenten vinden het leuk om bij het uitgaan naar house te luisteren, een biertje te drinken en een beetje te kijken of er nog iets te neuken valt. Die hoeven niet per se de beste dj’s te horen.’ Volgens Westerman is het uitgaanspubliek de laatste jaren ook meer gewend geraakt aan drugsgebruik. ‘Het slag volk dat vroeger zou hebben gedacht: Jezus, een drugsgebruiker, zegt nu: “Ik heb wel zin in een pilletje vanavond.”’ Terpstra en Poolman weten dat mensen op hun feesten weleens een pilletje gebruiken. ‘We controleren streng’, zegt Terpstra, ‘maar ondanks dat kunnen we het niet helemaal uitsluiten.’ GEEN ECSTACY MAAR ENERGY Poolman denkt dat sommige mensen het gevoel hebben dat ecstasy een manier is om de muziek te snappen. Maar volgens hem is het absoluut geen vereiste om plezier te hebben op een feest. Hij vindt dat jongeren soms te makkelijk met drugs omgaan. ‘Die klappen een pilletje erin en drinken de rest van de avond water. Onder het motto: lekker goedkoop en toch lekker gaan.’ Ook student Onno Radder valt dat op. ‘De laatste tijd lijkt de nadruk wat meer op drugsgebruik te liggen. Het wordt een soort hype.’ Radder heeft geen alcohol of drugs nodig om een avond los te gaan. ‘Ook zonder middelen krijg ik genoeg energie van de muziek. Ik heb vaak een hele nacht nuchter staan dansen.’ Drugsgebruik of niet, dance is een vaste factor geworden in de Martinistad. Van deephouse tot drum and bass, voor een avondje losgaan zijn er genoeg mogelijkheden. Elektronische muziek evolueert continu, daarom is er volgens Poolman geen sprake van een hype. ‘Nieuwe stijlen zullen altijd blijven ontstaan, maar misschien treedt op een gegeven moment verzadiging op. Goede beats verdwijnen in ieder geval niet. Dance is here to stay.’ Zin gekregen in een dansje? Hier wat tips om los te gaan: Brainstorm & Subsonic present: Black & White ESN House & Techno 25 september, Subsonic Sunday Afternoon Collective, met onder andere Seth Troxler Zondagmiddag dansen, maandagochtend weer fris en fruitig. 28 september, club Paradigm Niereich (AT) + Ritzi Lee + Ulst & more Underground Techno 3 oktober, Simplon TRAUM Tumult, met onder andere Minilogue van platenlabel Traum Losgaan op techno in een ‘droomwereld’ 11 oktober, Grand Theatre Return of the Masters: The dreamteam, G-town madness, Daymar Early rave & Hardcore 8 november, Huize Maas 13 Foto: Luuk Steemers ‘LANGETERMIJNDENKEN IS DE POLITIEK VREEMD’ Chris Wind 14 De verantwoordelijkheid voor studievertraging ligt nu bij de studenten, zei u in uw openingsspeech. ‘Feitelijk heeft de overheid dat nu gedaan door het leenstelsel in te voeren. Er worden vrijwel geen beurzen meer gegeven, je moet lenen. Je weet dus dat je financiële situatie verslechtert naarmate je studie langer duurt. Die verantwoordelijkheid is verschoven. Dat betekent niet dat hogescholen niet meer kunnen worden aangesproken op de prestaties van studenten. Wij moeten worden beoordeeld op de kwaliteit van ons onderwijs en op de kwaliteit van de begeleiding, dat gebeurt via accreditaties. De noodzaak van de overheid om te blijven hameren op nog korter studeren, is vervallen. Wij kunnen het niet helpen wanneer een student besluit om een jaar langer te studeren omdat de arbeidsmarkt moeilijk is.’ Maar dat is een bewuste keuze. Wat nou als een student in het begin gewoon erg moet wennen, de verkeerde studie kiest of enigszins verdwaalt in het studentenleven? ‘Daar hebben we de BSA-norm voor, die blijft bestaan en is verhoogd tot 48 studiepunten. Natuurlijk kun je een hogeschool er wel op aanspreken wanneer de rendementscijfers lager liggen dan het gemiddelde in Nederland, maar de feitelijke verantwoordelijkheid ligt echt bij de student.’ Bent u het ook eens met die verschuiving van verantwoordelijkheid? ‘Ik was tegen de kabinetsplannen. Nu het akkoord er ligt, met steun van GroenLinks en D66, zeg ik: het is aanvaardbaar. Er zijn duidelijke veranderingen. Er is een betere regeling voor studenten uit minder daadkrachtige milieus, de leenvoorwaarden zijn duidelijk verbeterd en de OV-jaarkaart blijft bestaan. Daarbovenop gaat de opbrengst van het leenstelsel niet naar het financieringstekort: het wordt geherinvesteerd in het onderwijs. Veel positieve veranderingen dus. Mijn enige angst is dat een volgend kabinet de leenvoorwaarden weer verandert.’ Schat u de kans hoog in dat dat zal gebeuren? ‘Betrouwbaarheid en langetermijndenken zijn de politiek vreemd. Ik vraag eigenlijk van de politieke partijen, want zij zijn de stabiele factoren, dat ze beloven om de komende tien jaar niet meer aan het leenstelsel te knoeien. In Engeland hebben ze een aantal jaren geleden ook een nieuw leenstelsel ingevoerd. Daar gaan ze nu alweer de voorwaarden van verslechteren. Dat is dodelijk.’ Hanzehogeschool-voorzitter Henk Pijlman kan leven met de huidige kabinetsplannen voor het onderwijs, maar hij zou graag zien dat alle partijen beloven om de komende tien jaar niet meer aan het leenstelsel te komen. Tijdens uw openingsspeech stelde u voor om innovatie te financieren uit de aardgasbaten. ‘In de herfstakkoorden is fors geld vrijgemaakt voor het lager en middelbaar onderwijs. Het geld dat vrijkomt door het leenstelsel gaat naar het onderwijs. Prima maatregelen, maar het onderzoek is vergeten. En op onderzoek drijft de innovatie. Daar zoek ik ruimte voor.’ SP-fractieleider Emile Roemer had het tijdens de opening van het hogeschooljaar over ‘universiteitje spelen’. Irriteert het u dat dat altijd terugkomt als het over hbo-onderzoek gaat? ‘Wij hebben vijftig deeltijdlectoren op 27 duizend studenten. Meer kunnen we niet betalen. Dat noemen sommigen dan universiteitje spelen, dat vind ik wel enigszins treurig. Er wordt heel veel gevraagd van hogescholen, zeker als je kijkt naar de middelen die we hebben. Het is in de wet opgenomen dat we onderzoek moeten doen. Het is dus onze plicht en het verrijkt de samenleving.’ Onderwijs-minister Jet Bussemaker kwam deze zomer met het idee om alleen nog maar te roosteren tussen tien en vier uur ’s middags, zodat studenten minder in de spits gaan reizen… ‘De minister zit klem. In het regeerakkoord stond dat de OV-jaarkaart zou verdwijnen. Dankzij GroenLinks blijft de kaart alsnog, maar daarmee zadelden ze de minister wel op met een probleem. Blijkbaar dacht de minister dat dit wel een goede oplossing zou zijn. Maar je kunt niet eisen dat het hoger onderwijs meer contacturen inroostert en dan vragen of er alleen geroosterd kan worden tussen tien en vier. Dat gaat echt niet. Bovendien moeten studenten twee keer een half jaar op stage, dan moeten ze toch op tijd bij het bedrijf zijn waar ze werken? Het is te makkelijk. De minister zou zich moeten verplaatsen in onze situatie. Als je dat doet, kom je niet tot dit soort uitspraken.’ Het ministerie wil dat hogescholen differentiëren, meer onderzoek doen en beter samenwerken met het bedrijfsleven. Toch zegt u dat er weinig steun is voor hogescholen die voorop lopen in deze ontwikkelingen. ‘Veel politici redeneren nog erg traditioneel, ze hebben vaak een universitaire achtergrond en helaas weinig kennis van het hbo. Er blijft voor ons altijd veel zendingswerk te verrichten. We blijven toch vaak steken in het idee dat iedere instelling gelijk is. Dat is niet zo. De Veerman-agenda, die Kamerbreed steun kreeg, zat vol met adviezen over differentiatie. Instellingen moeten zich specialiseren.’ De Vereniging Hogescholen is tegen verdere verlaging van het salaris van bestuurders en toezichthouders. Ze schreven deze zomer een brief aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Wat vindt u daarvan? ‘Ik vind dat we zwaar onderbetaald worden... Nee, grapje, maar er is wel één ding dat me ergert en daarom vind ik het goed dat het aan de orde wordt gesteld. Je kunt niet in redelijkheid zeggen dat een bestuurder van een onderwijsinstelling meer moet verdienen dan een minister. In die zin ben ik het met Plasterk eens: die salarissen kunnen naar beneden. Maar dan moet je wel het hele gebouw even aanpassen. Dat sommige hoogleraren dan meer zouden gaan verdienen dan hun bestuurders, vind ik wat vreemd. ‘Wat me irriteert aan de plannen van Plasterk is dat hij zegt dat hij de rechtspositie van bestuurders in overeenstemming zal brengen met wat we in Den Haag gewend zijn. Maar dat doet hij niet. Hij heeft voor ons nu bedacht dat wanneer ik ruzie krijg met de Raad van Toezicht, ze me kunnen ontslaan en 75.000 euro aan salaris mee mogen geven. Ik heb geen WW, dus ik mag naar de bijstand. Een politicus krijgt jaren wachtgeld. ‘Het is het één of het ander: of je maakt het allemaal gelijk, of je laat het zoals het is. Eerlijk gezegd vind ik dat de rechtspositie van politici op dat punt best herzien mag worden. Plasterk doet alsof hij gelijkschakelt, maar hij doet dat niet!’ 15 VIJFTIG TINTEN GROEN Loes Vader Foto: Luuk Steemers DE OOGST VAN FRANKVILLE 10 kg aardappels 25 courgettes 25 wortels 40 pastinaken 100 aardbeien 6 kg Nieuw-Zeelandse spinazie 10 maiskolven 30 koolrabi’s 30 kolen (rood & wit) 16 10 komkommers 25 kroppen sla 50 radijsjes 15 preien 15 knollen venkel 40 tomaten rozemarijn, basilicum, koriander, peterselie Heel veel bloemen voor de bijtjes… Oneindig veel snijbiet (een groot deel ging naar de voedselbank) Frank van der Waals (23) studeerde aan de Academische Pabo van de RUG. Hij is één van de initiators van Frankville, een community van jongeren die hun kennis over zelfredzaamheid en duurzaamheid willen aanscherpen en delen. Maatschappelijk bewustzijn met de moestuin op het Zernike als boeiende en bloeiende vrucht. TUINSOEP À LA FRANKVILLE geraspte courgette wortels in blokjes aardappel in blokjes koolrabi in blokjes uitje knoflook bouillonblokje water Fruit het uitje en de knoflook glazig, op een zacht pitje. Doe er de geraspte courgette bij en bak die even mee. Voeg dan water en het bouillonblokje toe, afhankelijk van de hoeveelheid groente. Daarna de blokjes wortel, aardappel en koolrabi een kwartiertje mee laten garen. Niet koken, anders kook je de piepers tot prut. Frank… Frankville, dat kan geen toeval zijn. ‘Met een groepje vrienden filosofeerde ik veel over hoe de wereld beter ingericht zou kunnen worden. Hoe we eerlijker, duurzamer en minder afhankelijk van het hedendaagse voedselbeleid kunnen leven. We noemden het Frankville. Frank betekent eerlijk, vrijmoedig, brutaal...’ Jullie zijn er letterlijk ingetuind. ‘Praten over de wereld verbeteren is leuk, maar er zelf mee aan de slag gaan is nog veel leuker. Met z’n allen in de grond wroeten, leren tuinieren, ontdekken waar ons voedsel vandaan komt en hoe het groeit, dat leken ons prima uitgangspunten voor het bewustwordingsproces over ons voedsel. Frankville is méér dan alleen de Moestuin, het concept gaat uit van het idee dat we de maatschappij op een andere manier kunnen inrichten: niet meer, maar beter. Kwaliteit boven kwantiteit. Frankville draagt bij aan de groeiende maatschappelijke trend die onafhankelijkheid, tevredenheid en verantwoordelijkheid combineert tot een nieuwe leefstijl.’ Hoe krijg je zoiets van de grond? ‘De gemeente Groningen heeft het project de Eetbare Stad waarbij Stadjers in hun woonwijk een moestuin kunnen beginnen. Omdat wij als groep studenten niet in één wijk wonen, was het project van de gemeente te duur voor ons. Maar het zaadje was geplant. Sloten koffie en vele netwerkgesprekken later kregen we van de RUG 200 m2 in bruikleen: op de kop van het Zernike, achter het beveiligingsgebouwtje. Daarnaast wonnen we de Green Mind Award van de universiteit. Een lapje grond en de eerste duizend euro waren binnen. De Eetbare Stad hielp ons met teelaarde en compost en een kraan om de grond te bewerken. In de kassen van de Linnaeusborg (het groene gebouw op het Zernike) mochten we stekken opkweken.’ Gezegend met groene vingers? ‘Ik kom uit een vinexwijk bij Apeldoorn en wist echt helemaal niets van tuinieren. Ik wist überhaupt niet hoe een courgetteplan eruit zag. Voor de duizend euro die we wonnen, hebben we Janneke Tops ingehuurd. Janneke heeft heel veel ervaring met ecologische landbouw en kleinschalige initiatieven. Door de tips van Tops hebben we leren zaaien, stekken en composteren. Ik begrijp nu dat een plant helemaal afhankelijk is van z’n omgeving. Ik heb geleerd hoe het bodemleven in elkaar steekt en wat het belang is van insecten, wormen, schimmels en bacteriën. Een gezonde bodem leeft. Janneke is stimulerend, motiverend en inspirerend. Daarnaast is internet natuurlijk je grote vriend.’ Zaaien, ploegen en dan nu oogsten? ‘Aardappels, courgettes, wortels, snijbiet, koolrabi, kruiden… De pompoen schiet ook al lekker op. Voor de winter gaan de paksoi, de boerenkool en de winterspinazie de grond in. De Moestuin is ook een plek om te leren en een plek van bezinning, om na te denken over hoe je je omgeving duurzaam kunt maken. We streven naar een parkje op het Zernike. Niet exclusief voor studenten. Het moet een kweekvijver worden voor iedereen die meer wil weten over ecologisch tuinieren. Een educatief parkje met moderne en oude landbouwmethoden. Je eigen groenten verbouwen is net als fietsen, waardevolle kennis die je niet meer verleert. In de tuin gebruik je al je zintuigen, tussen vijftig tinten groen. En je leert je eigen biologische boontjes te doppen. ’ TIPS VAN TOPS Tijdens de KEI-week gaf biologisch landbouwkundige Janneke Tops een minicollege over biologisch moestuinieren. Janneke woonde dertien jaar op Ecolonie, een ecologische gemeenschap in de Franse Vogezen. Terug in Nederland geeft ze onder andere les in biologische landbouw aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Waarom ecologisch illustreert ze aan de hand van de voedingskwaliteit in 2002 ten opzichte van die in 1985. Daaruit blijkt dat de hoeveelheid mineralen en vitaminen van broccoli gemiddeld met zestig procent verminderd is. De oorzaak is niet alleen bodemdegradatie, maar ook industriële teeltmethoden, kunstmestgebruik en de keuze voor bepaalde rassen. Een gezonde bodem is cruciaal. Een gezonde bodem leeft. Voorwaarden voor een goede groei zijn goed zaad en plantgoed, een gezond ecosysteem, biodiversiteit en combinatieteelt. Daarnaast is samenwerken met de natuur essentieel. Nodig dieren uit in je tuin. Dieren die ziektes bestrijden en leven van vraatzuchtige diertjes die het op jouw groenten hebben voorzien. Zoals lieveheersbeestjes, bijen, vogels en kikkers. Daarnaast groeit en bloeit een tuin natuurlijk alleen met liefde, tijd en aandacht. Zelf ervaren? Ben je enthousiast geworden over Frankville? Deelnemen kost 25 euro per jaar, inclusief cursussen moestuinieren. Voor 50 euro krijg je je eigen aanklooiveldje van een vierkantemeterbak van drie bij één, inclusief aarde en zaden. www.frankville.nl 17 18 Illustratie: Donny van der Velden EN, DOE JIJ NOG WAT NAAST JE STUDIE? Nicole Aldershof Studeren moet tegenwoordig snel, sneller en het liefst nog sneller. Dit betekent minder tijd voor activiteiten die niet met studeren te maken hebben. Jammer, maar niet helaas. ‘Maakt niet uit wat, als je het maar met passie doet.’ Dertig jaar geleden konden studenten wel dertig jaar studeren en vijftien jaar geleden konden ze het met een beetje kunst- en vliegwerk rekken tot een jaartje of vijftien. Geluksvogels! De student van nu moet zo'n beetje miljonair zijn om langer dan vijf jaar te studeren. De druk op studenten is hoog. Eerstejaars zijn niet te benijden: aan het eind van het eerste jaar wacht de dreiging van een negatief bindend studieadvies (BSA). Dit jaar experimenteren hogescholen zelfs met het invoeren van BSA’s na de propedeuse. STUDEREN, WERKEN, SLAPEN Studeren is geen makkie meer. Het collegegeld, 1906 euro per jaar, is nog nooit zo hoog geweest. Daarnaast krijgen nieuwe studenten waarschijnlijk te maken met het leenstelsel: de basisbeurs wordt vervangen door een studievoorschot, dat bestaat uit een lening, een studentenreisproduct (kanshebber voor de titel Raarste Nederlandse Woord 2014) en eventueel een aanvullende beurs. Het leenstelsel: vanaf het eerste moment waarop een student een voet in het hoger onderwijs zet, maakt hij schulden. Lanterfanten en drie keer van studie wisselen is er niet meer bij. Een beetje overdreven gesteld: het is studeren, werken en slapen. De vraag dringt zich op of studenten nog wel tijd hebben om zich te ontplooien naast de studie. Want dat moet ook, als we de minister, de staatssecretaris en allerlei opinie- en beleidsmakers mogen geloven. DE ONDERWATERHOCKEYCLUB Nou, stelt Marjolein ten Hoonte, of je er tijd voor hebt, ligt helemaal aan jezelf. ‘Het ligt aan je ambities. Als je het doet, moet je in ieder geval iets kiezen wat je leuk vindt. Dingen die je leuk vindt, gaan je makkelijker af.’ Maar het is zeker nuttig, weet Ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt van uitzendbureau Randstad. ‘Studenten die kunnen aantonen dat ze in hun studietijd andere activiteiten hebben ontplooid, hebben zeker een streepje voor.’ In de KEI-week, de algemene introductieperiode voor Groningse studenten, kwamen vijftig eerstejaars naar een lezing over ‘actief studeren’. Actief studeren is de term voor studenten die een functie vervullen in besturen van studentenorganisaties. ‘Toen we die vijftig studenten vroegen wie van hen die ambitie heeft, staken ze bijna allemaal hun vinger op’, herinnert de voorzitter van het KEI-bestuur, Max Dannenburg, zich. Vijftig is niet veel, zeker te weinig voor al het studentenverenigingswerk in Groningen (van Albertus Magnus tot en met de onderwaterhockeyvereniging, alle clubs moeten hun zaakjes goed regelen, activiteiten organiseren en behoorlijk ten uitvoer brengen). Voor bestuurlijk actief zijn, zijn er dus mogelijkheden genoeg. En, zo stellen de ervaringsdeskundigen, het staat goed op je curriculum vitae. Toch is daar niet álles mee gezegd, waarschuwt Randstaddirecteur Ten Hoonte. ‘Je moet onder woorden kunnen brengen wat dat besturen inhield en hoe je het hebt ervaren. Wees concreet: geef voorbeelden van wat je hebt gedaan en geleerd. Was je goed in leidinggeven, was je probleemoplossend? Dat verlevendigt het verhaal.’ Want het gaat niet zozeer om het feit dát je iets hebt gedaan als wel om het verhaal erachter. ‘Je passie, je motivatie, je ervaringen. Bedrijven kijken echt naar wie je bent. Dat komt veel duidelijker naar voren als je er voorbeelden bij aandraagt. Als je een leidinggevende functie in een bestuur hebt bekleed, kun je bijvoorbeeld aangeven hoe je met omging met de problemen die je tegenkwam, hoe je mensen wist te motiveren. Zulke dingen geven de werkgevers een idee van hoe je je in de toekomst zult gedragen.’ PLEZIER, LEKKER SAMEN BUFFELEN Afgestudeerden kunnen tijdens ontmoetingen met werkgevers ook andere buitenschoolse activiteiten aandragen om duidelijk te maken dat ze zich tijdens hun studietijd hebben ontwikkeld. Zo kun je je vakantie aangrijpen om vrijwilligerswerk te doen. Ook hier gaat het om het achterliggende verhaal. Ten Hoonte: ‘Als je gepassioneerd over je wandelvakanties in de Ardennen kunt vertellen, zegt dat net zoveel over je als je ervaringen als backpacker in Thailand.’ Passie tonen is een stuk makkelijker als je dingen doet waarin je plezier hebt. ‘Plezier is héél belangrijk’, volgens Max Dannenburg, die de tijd van z’n leven had als KEI-voorzitter. ‘Het is natuurlijk een hele klus, en een grote verantwoordelijkheid, maar het werk met al die mensen die samen buffelen om van de KEI-week de mooiste week van het jaar te maken, is gewoon ook heel veel plezier maken.’ Voordat je met een nevenactiviteit begint, is het goed om te bedenken wat je ervan wilt opsteken en welke vaardigheden je onder de knie wilt krijgen. Dannenburg: ‘Ik wilde veel contacten opdoen en nieuwe mensen leren kennen. Zo ontdekt iedereen die bestuurlijk actief is nieuwe kanten van zichzelf, sterke én zwakke punten.’ PASSIE AAN DE KROATISCHE COSTA Ten Hoonte: ‘Het zijn dingen die je tijdens je opleiding vaak niet leert. Ondernemerstalent, leidinggevende kwaliteiten. Alles wat je opsteekt, is meegenomen.’ Dannenburg raadt studenten aan om ervoor te zorgen dat ze hun studie op orde hebben. ‘Plan wat je wilt gaan doen. Bepaal hoeveel tijd je kwijt bent. Dat geeft je de rust om je goed op je nevenactiviteiten te richten.’ Maar als je dat nou allemaal niet doet? Als je bestuurswerk links laat liggen? Als je je handen níet uit de mouwen steekt bij de studentendamvereniging en als je tijdens je vakantie het liefst ligt uit te puffen op een Kroatische costa? Ben je dan bij voorbaat kansloos op de arbeidsmarkt? Nee, stelt Randstadbaas Ten Hoonte: ‘Als iemand bij ons komt en zegt dat hij geen verre reizen heeft gemaakt omdat hij zich volledig op de studie heeft gestort, dan is dat net zo’n goed verhaal. Bovendien, werkgevers weten drommels goed dat studenten minder tijd hebben voor buitenschoolse activiteiten. Als je maar een verhaal hebt, als je maar duidelijk maakt dat je wat je wél hebt gedaan met passie deed.’ 19 Foto: Luuk Steemers ‘Astrid is een ontzettend lieve meid. Ze is er altijd voor me en ze staat altijd voor me klaar. We staan op veel manieren ongeveer hetzelfde in het leven. Ik vraag haar heel gemakkelijk hoe ze ergens over denkt. We praten over serieuze dingen én we lachen ons slap samen. Een harde werker is ze ook. Op een gezonde manier perfectionistisch. Ze rust gewoon niet voordat het goed is. ‘De muziekwereld is klein, ik had haar dus al zien spelen voordat we elkaar voor het eerst ontmoetten. Toen we op de eerste schooldag bij elkaar aan tafel zaten, was het vriendschap op het eerste gezicht. Dat is bijna twee jaar geleden, maar het lijkt veel langer. Muzikaal passen we bij elkaar. Ik kan met niemand zo goed samenspelen als met Astrid. In het eerste semester begonnen we ermee en dat is zo gebleven. Het is lastig uit te leggen hoe dat kan. We ademen muzikaal op de zelfde manier, denk ik. Afspreken hoe we iets gaan doen, hoeven we niet. We denken hetzelfde over melodische lijnen, zuiverheid en intonatie. Ook ons klankbeeld, het soort geluid dat we willen horen, past perfect. Wanneer het feller, bijterig moet zijn, of wanneer juist warm. ‘Het is dezelfde interpretatie, we zetten op dezelfde plaats in het stuk dezelfde sfeer neer. Met pianiste Maria Fatela hebben we een eigen trio. We doen schnabbels, huiskamerconcerten en we spelen achtergrondmuziek. ‘Elke dag zien we elkaar op school. En vaak daarbuiten. We houden allebei van ouwehoeren. We kijken vaak samen naar Zaai, een kinderprogramma waar we helemaal dubbel om liggen. Dingen die nergens op slaan, vinden we ontzettend grappig. Wijntje erbij. ‘Buiten school hebben we eigenlijk nooit muziek op staan. Het maakt al zo’n groot deel van ons leven uit. We studeren allebei minstens vijf uur per dag. Vaak gaan we even in een lokaal zitten om samen te spelen. Elkaar feedback geven doen we ook. Dan zeggen we gewoon: hé, ik vind dat je dat stukje niet zo mooi speelt. Concurrentie kennen we niet. Astrid is zo’n leuke meid en ze speelt zó mooi. Ik gun haar alle geluk van de wereld.’ 20 ITEM Rina Tienstra Liesbeth en Astrid delen de liefde voor muziek. Hartsvriendinnen zijn ze vanaf hun eerste dag op het Conservatorium. LIESBETH BOSBOOM 20 Derdejaars Cello ASTRID DEN DAAS 21 Derdejaars Klarinet ‘Liesbeth en ik kenden elkaar van naam en we zagen elkaar wel eens spelen op concoursen. Liesbeth speelde op de Avond van de Jonge Musicus. Ik deed mee aan het Prinses Christina Concours. We zijn allebei erg gedreven. In het eerste jaar kwamen we bij elkaar in de klas. We zijn heel goed bevriend geworden en wilden gelijk al samen spelen. Een kamermuziekproject op school voor cello, piano en klarinet was het begin. Dat ging zó goed. Muzikaal bleek het heel goed te klikken tussen ons. We hoeven elkaar niets uit te leggen, zelfs niet voordat we een stuk spelen. Natuurlijk gaan we wel in discussie tijdens het repeteren. ‘Liesbeth heeft een goed oordeel over mijn spel: ik weet meteen hoe ik het beter kan krijgen. We hebben hetzelfde klankideaal. Ook met Maria in ons trio is dat zo. De kracht van het samenspelen met drie instrumenten, zodat het ook echt sámen klinkt. ‘Liesbeth en ik houden van dezelfde componisten. Alexander Zemlinsky spelen we graag. Dat is zulke romantische muziek, die moet je met passie en gevoel spelen. Met Liesbeth erbij ontstaat er dan vanzelf iets magisch. We hebben dezelfde drive om tot het uiterste te gaan. ‘Liesbeth is heel open en vriendelijk en ze heeft een enorm gevoel voor humor. We gingen laatst samen naar een brass-concert en in de pauze was er een loterij. Wonnen we anderhalve liter bier! Dat is zó niet ons ding, we lagen echt blauw van het lachen! ‘Mijn vriendinnen van buiten begrijpen soms minder goed dat ik niet zo vaak kan stappen. Maar muziek is geen hobby. Je wordt continu met jezelf geconfronteerd. Omgaan met conservatoriumvrienden is wat dat betreft wat gemakkelijker. Onze way of live is hetzelfde. ‘Voor uitgaan hebben we te weinig tijd en energie. Na het Prins Claus Concert gingen we natuurlijk wel met zijn allen op stap. Buiten school drinken we vaak kopjes thee bij V&D. Of we eten samen op mijn kamer. En we hangen graag samen voor de televisie. We zijn allebei fan van Flikken Maastricht.’ verslaafden. Hoe ze me dwongen virtuele zelfmoord te plegen. Ik had gedaan alsof het cancelen van mijn account hetzelfde was als het deleten van mijn avatar. Wisten zij veel. De uitkomst na alle gesprekken, testjes en schrijfopdrachten was in ieder geval gunstig geweest. Ik mocht gaan studeren en op kamers. Ze dachten dat ik het aan zou kunnen. ‘Een nieuwe start’, zo hadden mijn ouders het opgetogen genoemd. Wakker worden in een kamer van drie bij drie. Je afvragen waar je in godsnaam bent. En dan ineens het grote besef: dit is MIJN kamer en niemand kan me hier iets maken. De eerste dag ben ik mijn bed niet uit gekomen. Of eigenlijk: mijn lichaam is het bed niet uit geweest. Met mijn hoofd dwaal ik door een vertrouwde wereld. Een wereld die ik een jaar lang heb moeten missen. In club Amnesia tref ik de eerste bekende: Xandra, die wild staat te dansen op van die afgrijselijke psytrance. Ze is overdreven blij me te zien. Blij zoals alleen Xandra blij kan zijn, met een grijns alsof haar kaakchirurg is uitgeschoten. Ze vliegt me om de hals, alsof ik ben opgestaan uit de dood, iets wat feitelijk ook zo is. Ik vertel haar over mijn jaar in de afkickkliniek voor game- En een nieuwe start, dat was het geweest. De eerste avond stond ik al met trillende handjes in de elektronicazaak om een MacBook Pro aan te schaffen. Niet langer zou ik Walter zijn, de nerd, de kneus, de man die rode vlekken in zijn nek krijgt als een vrouw hem alleen al aankijkt. Nee, in Secondlife was hij Flo, stoer, spitsvondig en recht voor zijn raap. Xandra sleept me mee naar de bar. We drinken een paar tequila’s. Ze vertelt me over de anderen. Over Barry die een kind heeft gekregen en die nauwelijks meer langskomt, over Kat die af en toe opduikt op Maya eiland. En Razz? Ik kan me niet meer inhouden. Ik moet weten hoe het met haar is. Waar ze is. Xandra twijfelt even, zegt dan: ‘Razz? Die kon je plotselinge vertrek niet aan… ze...’ 3Hoog is dé studentenfotosoap van Nederland. De strip volgt de avonturen van Jurre, een ruige kraker met een klein hartje, René, de anders-geaarde huis-ADHD’er, Merel, een bipolaire blondine en Harrie, het frisse verenigingsmeisje. 3Hoog wordt gemaakt door Ype Driessen, de bekendste fotostripmaker van Nederland en omstreken. 21 HOREN & ZIEN 22 NOAH UW VADEREN, WAAR ZIJN ZIJ? DE POEL Een verfilming van het Bijbelverhaal over de zondvloed en de Ark. Regisseur Darren Aronofsky wilde trouw blijven aan het verhaal én er zijn eigen visie op geven. Het resultaat is een zwaar gedramatiseerd fantasy-verhaal met een hoog in-deban-van-de-ring-gehalte, overgoten met mierzoete klanken en tranentrekkende close-ups. Russel Crowe speelt een overtuigende Noah, die zich ontpopt tot een psychopaat die de wereld wil verlossen van de mens. De wereld is er dan ook beroerd aan toe. De natuurlijke energie- en voedselbronnen zijn uitgeput en de schepping is verworden tot een woestenij. Noah echter voedt zijn zoons op als pacifistische vegetariërs en verbiedt ze zelfs een bloem te plukken. Als God Noah middels visioenen duidelijk maakt dat de mensheid het verpest heeft, begint Noah aan de ark met hulp van uit stenen opgetrokken reuzen. Na het tumult van de zondvloed blijkt er een indringer aan boord. Tegelijkertijd moet Noah afrekenen met de zwangerschap van zijn adoptiedochter. Subplots waar christenfundamentalisten het zweet van uitbreekt. De rollen van Noahs vrouw en stiefdochter zijn braaf en houterig, van zijn zoons te stereotiep. Wat mij betreft een middelmatige heroïsche film met matig acteerwerk en matig animatiewerk (of ligt dat aan mijn tv?) Nog geen jaar na De Cirkel komt Dave Eggers met de roman: Uw vaderen, waar zijn zij? en de profeten leven zij voor eeuwig (Lebowski). Hoofdpersoon in de roman met de bijbelse titel is Thomas. Thomas zoekt antwoorden op vragen voor zijn mislukte leven. Hiervoor kidnapt hij een aantal mensen die hij vastketent aan ijzeren staven op een verlaten legerbasis. In ieder hoofdstuk stelt hij vragen aan zijn gijzelaars. Zo wil hij van de astronaut weten of hij niet kwaad is dat de spaceshuttle werd afgeschaft. De leraar legt hij het vuur aan de schenen over zijn vermeende pedofiele handelingen, de politieman en de verpleegster over zijn doodgeschoten vriend Don. En zijn moeder roept hij ter verantwoording over haar drank- en drugsverleden. Het boek is in dialoog geschreven, daardoor leest het als een theaterstuk, met een psychopathische ondervrager en een handvol slachtoffers. Irritant is dat je regelmatig terug moet lezen wie er nou eigenlijk aan het woord is. Het briljante en universele, waar Eggers om bekend staat, lees ik niet terug in Uw vaderen… Enkel het enigszins absurde verhaal van een 34-jarige man zonder toekomstperspectief die iedereen de schuld geeft van zijn miserabele leventje behalve zichzelf. Wat mij betreft: een overschatte en overbodige roman. De Poel is de eerste film van het Nieuw Nederlands Film Platform, een crowdfunding-initiatief. Deze nederhorror speelt zich af in een afgelegen Nederlands natuurreservaat waar twee gezinnen bij een bosmeertje hun tentjes opzetten. Er hangt een broeierige sfeer tussen de kampeerders. Lennaert (Gijs Scholten van Aschat) is de doorgewinterde kampeerder en initiatiefnemer van de tocht. Zijn vrouw (Carine Crutzen) flikflooit met zijn vriend Rob (Bart Klevers). Zijn twee zoons zijn allebei smoorverliefd op Emilie (Jamie Grant), Robs mooie dochter. En dan is er de mysterieuze jonge vrouw (Katja Herbers) die ’s nachts opduikt en Lennaert gek maakt. Waanzin en moord slaan toe. Pogingen om hulp te halen in de bewoonde wereld mislukken. Alle initiatieven eindigen bij het behekste meertje. Veel clichés, dat zeker. Maar dat mag best in een horrorfilm. Een positief punt van de film is dat de spanning gebaseerd is op een gevoel van dreiging, niet op special effects. Maar het verhaal komt niet helemaal uit de verf. De karakters blijven ongrijpbaar, ondanks goede acteerprestaties van met name Scholten van Aschat, die zelf aan het scenario meeschreef. Het einde valt zo volledig uit de lucht dat het beoogde huiveringwekkend effect ondergesneeuwd raakt. LV ♥♥♥ LV ♥♥ LS ♥♥♥ 23 28 LOCO Luuk Steemers EERSTEJAARS HBO-RECHTEN ELINE SCHUITEMAKER (20) IS LOCO VAN PUP GRIZZLY ‘Toen we vorige maand gingen samenwonen, wilden mijn vriend en ik een klein hondje om op de bank te knuffelen en dat niet te zwaar is om de 64 treden in ons trapportaal op en af te dragen. Op Marktplaats kwamen we Grizzly tegen, een kruising tussen een Chinese Shih Tzu en een Schotse Cairn Terrier, zo’n Cesar-hondje. We waren meteen verliefd op die hangoortjes. Ze beginnen intussen een beetje te staan, maar dat maakt me niet uit. Hij is zo leuk en speels. Zindelijk is Grizzly ook al bijna, al gebeurt er soms nog een ongelukje.’ 26 [email protected] Lieve Loes, Lieve Loes, Het is een beetje een vies praatje misschien, maar wie weet kun jij me helpen. Mijn nieuwe vriend is een schat van een jongen maar hij ruikt zacht gezegd vaak niet zo fris uit zijn mond. Ik ben al best close met hem, maar nog niet zo close dat ik hem dat durf te vertellen. Hoe zou jij dat aanpakken? Op surfvakantie in Andalusië ontmoette ik een leuk Portugees meisje waar ik met een stel vrienden een paar dagen mee rondgereisd heb. Ze was met haar vriendje, maar de spanning tussen ons was af en toe om te snijden. Nu appen en skypen we iedere dag en we zijn echt smoorverliefd. Ze heeft haar verkering al uitgemaakt. Het probleem is dat we allebei geen tijd en geld hebben om elkaar snel terug te zien. We gaan allebei studeren en een lange-afstandsrelatie lijkt me eerlijk gezegd ook geen pretje. Moeten we er maar mee stoppen? Jolien Lieve Jolien, Ik begrijp je gêne, want een gesprek over slechte adem is niet bepaald sexy. Maar iemand die naast je op de bank uit zijn straatje ligt te meuren, is een regelrechte afknapper. Om over zoenen nog maar te zwijgen. Maar buiten het gênante gesprek is er hoop. Mijn poedel Moos kampt ook met een putlucht uit zijn bek en daarom gingen we gisteren naar de dierenarts. Die vertelde dat het euvel eenvoudig is op te lossen. Volgende week wordt zijn tandsteen verwijderd en zijn gebit gereinigd. Mondgeur komt meestal niet uit de maag of de darmen opborrelen, maar wordt negen van de tien keer veroorzaakt door tandsteen, ontstoken tandvlees en bacteriën. Een paar keer per dag je tong schrapen schijnt al effectief te zijn. Als schrapen, flossen, poetsen en spoelen geen soelaas bieden, zal een bezoek aan de tandarts of mondhygiëniste dat wel doen. Waarschijnlijk poetst je vriend niet (goed) of hij gaat niet naar de tandarts. Wil je close met hem blijven, dan moet je hem dit eerlijk, oprecht en met respect aan zijn verstand peuteren. Zachte heelmeesters maken in jouw geval wel heel letterlijk stinkende wonden. Moos is door slechte gebitsverzorging al een tand kwijt, ik hoop dat het met jouw geliefde niet zo ver komt. Succes! Martin Beste Martin, De vraag stellen is hem beantwoorden. Een lange-afstandsrelatie is inderdaad niet makkelijk en als je nu al tegen dat gedoe opziet, zou ik stoppen met appen en skypen. Waarom zou eindeloos energie in een kansloze verliefdheid steken? Aan de andere kant, tijd kun je maken en een retourtje Porto is, als je regelmatig de site van Ryanair checkt, goedkoper dan een retourtje Amsterdam met de trein. Als je hier nu al tegenop ziet, is mijn advies: kappen. Geen contact is nog altijd de beste remedie tegen verliefdheid. Lukt dat niet, bedenk dan dat digitale intimiteit altijd beter is dan geen intimiteit. We zijn niet meer afhankelijk van de postduif en de tamtam dus als ooit lange afstanden overbrugbaar waren dan is het nu. HANZE MAG LIEVE LOES Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem. REDACTIE-ADRES Zernikeplein 7 T0.01 / T0.02, Groningen POSTADRES Postbus 30030 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 e-mail: [email protected] REDACTIE Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585 [email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582 [email protected] Loes Vader - (bureau)redacteur 050 5957184 [email protected] VORMGEVING & ART DIRECTION Jean-Maxim van Dijk [email protected] www.jmxcorp.net MEDEWERKERS Emiel Almoes (illustrator cover) Luuk Steemers Rina Tienstra Nicole Aldershof Jolien de Vries Leonie Veraar Knelis (fotograaf) Peter Tahl (fotograaf) Annie Smetanenko (fotograaf) Donny van der Velden (illustrator) Lisa-Marie van Barneveld (illustrator) Ype Driessen (fotostrip) Sam Peeters (cartoonist) Leo van der Reest (cartoonist) Rick van Duuren (cartoonist) PRODUCTIE Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 7.000 ADVERTENTIES Bureau Nassau 020 6230905 [email protected] 27 ADVERTISEMENT MAG HANZE HanzeMag is not just a monthly magazine, you can also follow us online for news updates, cultural events, information about Groningen, and funny lessons in Dutch culture! Check our Bea Going Dutch video series to get a better understanding of Dutch culture, or watch our portraits of international student houses. Follow us on facebook or visit our blog for the latest Hanze news, opinions, events, tons of videos and lots more! Blog: Hanzemag.com Youtube: Hanze Mag Facebook: HanzeMag International 4int LEGAL ALIEN Rina Tienstra KLARA FOLTYNOVA (23) FOURTH-YEAR STUDENT INTERNATIONAL BUSINESS SCHOOL ‘Come out of your comfort zone the first month, that would be my advice to all the new international students. Join all kind of introduction activities and sports activities. This is the time to meet people and make friends ‘The expectations I had of studying in Groningen came true, but my first weeks in Groningen were rather difficult, I have to admit. It was hard to make friends in the beginning because I did not live in a student house. But now I have some good friends here. Photo: Annie Smetanenko CZECH REPUBLIC ‘As long as I can remember I wanted to go abroad to study. When I was seven I was on holiday in The Netherlands with my parents. We lived on a houseboat, sailing the lakes in Friesland and the Amsterdam canals. Though I was born in Prague, famous for its beautiful architecture, I fell in love with the specific architecture of the houses next to the canals. You can’t find that kind of atmosphere anywhere else. Since then I dreamed about studying in the Netherlands, but I thought that would be way too expensive. ‘When I was eighteen, I went to Spain for an internship in a hotel in Malgrat de Mar, near Barcelona. I had a lot of Dutch colleagues. They told me that it might be possible for me to study in the Netherlands with a government scholarship. So I applied in Groningen. ‘Now my life has become rather busy. I have to earn money to pay my bills, I’m a waitress in a restaurant on the lakeside of Hoornse Plas. I also work at the information desk of the International Business School. ‘I opted for IBS because I wanted to increase my practical experience. I went to London for an internship and I studied in Budapest. So I could regularly visit my family and friends in Prague. This year I will go back to Prague for my final project. I will research a marketing strategy for a big fashion brand. They want to know how they can persuade Generation Y to buy their products. After that I will apply for a master programme in International Business.’ NEW ARRIVALS AT WELCOMING DAY Luuk Steemers & Boudewijn Otten August 29, some 650 foreign students attended Welcoming Day at Hanze University. What do they leave behind and what are they looking for in Groningen? ‘It’s kinda hard finding an apartment where they accept my doggy.’ are mostly offered by expensive private institutes. That’s why I decided to come to the Netherlands. I visited Groningen two years ago. The city impressed me at once: the kindness of the people, the many students. Yesterday there was a nice event at Vismarkt. Very lively with nice music. In Germany such events are often dull and boring. Dutch visitors to Germany should go to one of the big towns like Munich, or to the Alps. Dresden is nice too, but only if you like art, paintings and old houses.’ GUILHERME PRADO (22) MATO GROSSO DO SUL, BRAZIL ‘The nicest Brazilian place I know is Bonito. It means beauty and that’s exactly the right name. The nearby nature is overwhelming, with wonderful woods and waterfalls. Most foreigners don’t go any further than the beaches. You shouldn’t, please visit the inlands. ‘Ah, Groningen. Of course I hadn’t ever seen a bicycle lane and so many blond people. But really everything is very different from what I’m used to, even the bricks are completely new to me. ‘At Hanze I’ll be attending the degree programme Electronic Product Design. It might contribute to my job opportunities in Brazil and furthering my English would be very nice.’ ALLA BAKOVA (20) TALLINN, ESTONIA ‘It’s barely impossible to make friends with Estonians, some foreigner reported once. This might be true, but if you spend an evening drinking with one you have a friend for life. When you visit Estonia you shouldn’t miss the old city of Tallinn, it’s wonderful. ‘I don’t know much of Groningen. All I did here was arriving yesterday evening and sleeping. I shook hands with my housemate, an Asian boy. He didn’t seem to be that interested, but that’s okay. I came here to study Fine Arts. Painting and drawing are my biggest hobbies. Last year I was in Eindhoven at the Design Academy, but over there the emphasis is too much on conceptual art. Not my cup of tea. Minerva suits me better, I hope.’ 2int ALEXANDER KLEMM (19) DRESDEN, GERMANY ‘There are very few business programmes in English on German universities. The few that exist MERCEDES VON BISMARK (21) SALZBURG, AUSTRIA ‘My father is from Sweden, my mother is Finnish, and I was born in Heidelberg in Germany, where I spent the first ten years of my life. Until this summer I studied Law at the university of Salzburg, that’s Austria. Lots of Germans study in Austria, because study fees are much lower than in Germany. On the other hand, daily life is much more expensive in Austria. ‘I’ll be staying here for half a year on an exchange program. But, you never know, perhaps I’ll stay a little longer. Groningen is such a nice place to live and study. It reminds me of Heidelberg. A very nice town with many, many students. Yesterday I went to the park to celebrate Bommen Berend. Yep, my first festival ánd my first Dutch beer and bitterballs. I liked both. ‘Salzburg is all Mozart, of course. So, if you want to experience Salzburg, please attend one of the many concerts. But my best tip for Austria is to go hiking in the Alps. Summer, winter, anytime, it’s beautiful.’ CHIA PING CHAO (22) TAIPEI, TAIWAN ‘I’ll follow an exchange programme at the International Business School. I wanted to go abroad to make friends with people from other cultures and also to learn in a different way. In Taiwan education means: study-exam-study-exam. Here, I’m told, practical skills are more important, you work in teams and you have to give presentations. ‘I hope I will find the time to travel to France, Germany and England. Holland is flat and green. When you travel through the country by train, you see a lot of vegetation animals: cows, sheep, dogs. In Taiwan the landscape is more urbanised. The Sun Moon lake surrounded by mountains in the centre of the Taiwan is an exception. If you ever visit Taiwan you should really go there.’ AWESE HADITSJA (19) ALBINO, SURINAM ‘Garmerwolde is quite alright. I live with the Smit family, who helped me pay for my education in Surinam. Now I’m ready for my studies in Accountancy. It’s a though programme, I’m told. But I’ll do my very best. ‘Groningen is a nice city, with lots of shopping possibilities, I like that. Dutch language is not a problem for me, so in that respect it feels a bit like home. The weather does not: last week it was cold. Too cold, you might say. ‘Most of my countrymen in the Netherlands come from Paramaribo, the capital. I don’t. I was born and bred in Albino, at the Marowijne district. If you ever go to Surinam you must go and see the isle of Galibi to see the turtles. You might also pay a visit to the native Indians that are living there. And to make it really worth your while, you can take a rowing boat to cross the Marowijne river that separates Surinam from Guyana.’ MADISON MACNICHOL (26) MCCALL, IDAHO, USA ‘I just arrived two days ago with my doggie Charlie. I finished the Bachelor programme in Foreign Language & Sociology at the University of Idaho. I googled to find a good Master programme to further my studies in Europe and the International Communication Master programme at Hanze was the best I could find. Currently I’m staying with a friend. It is hard finding an apartment where they accept Charlie. ‘The town I come from is in the mountains. McCall is surrounded by beautiful nature with lots of wildlife and amazing opportunities for hiking. The Netherlands is quite different but nice in its own way: convenient, green, clean and very kind people. I love to ride my bike here. I guess I’ll get used to living here soon. I also lived in China for a while to teach English there. That was a much bigger culture shock.’ ALESSANDRA SOTO (20) ARUBA ‘I have a Venezuelan passport, but I grew up in Aruba and my education was largely in Dutch. That will come in handy because I will follow the Nutrition & Dietetics programme, which is offered in Dutch only. ‘I really like the old style houses and streets in Groningen. The Groningen central station, for instance. Such a beautiful building! But I will miss the Aruban beaches. You can spend a whole day there, and still, the next day, you find yourself wishing to be there again. ‘It is still a long time to go, but after I finish my studies I might stay here. Job opportunities in the Netherlands are much better than in Aruba.’ RONNIE JUNBUM LEE (22) SEOUL, SOUTH KOREA ‘Before I came here I did the foundation programme International Business in Cardiff. My brother studies Fine Arts at the Academy Minerva. So when I was looking for a good International Business programme I started reading about Hanze University. The IBS programme at Hanze has an excellent reputation, but I also chose for the Netherlands because it’s much cheaper to study here than it is in the UK. So far I’m very happy I decided to come here. Staff members are so nice and helpful, for instance at the reception desk and the print shop. ‘Make a point of visiting Seoul if you visit Asia. To me it’s the Asian version of New York with its high-rise buildings and its great food. My greatest passion is football. After my studies I hope I can find a soccer-related job in the UK.’ ARA WIROPRANOTO (18) JAKARTA, INDONESIA ‘I arrived in Groningen last week, so I’ve had some time getting used to the city. It was frightfully cold, but that was made up for by the kindness of the people. I also had lots of shopping to do: furniture and things for my dorm. In Indonesia Dutch education has a good reputation. I went to the Netherlands-Indonesian Association in Jakarta to find out what opportunities there are to study here. That’s how I found out about Hanze and the International Communication Programme I am going to do. ‘If you come to Indonesia make sure to visit Bali, such a nice place for vacationing, lots of activities, great beaches. If you want to see the authentic Indonesia, visit Java Island. Many tribes live there, small communities, each with their own cultures and traditions. ‘After I finish my studies I’m planning to find a job here and live in the Netherlands for two years.’ 3int MAG HANZE GOING DUTCH: UNDERSTANDING THE NETHERLANDS 1 17 september 2014 20e jaargang redactioneel onafhankelijk magazine van de hanzehogeschool groningen IN TE EDRN IT AT IO IO N NA L NEW ARRIVALS AT WELCOMING DAY
© Copyright 2024 ExpyDoc