ZVAH - Prodiagnostiek

Zelfrapportage
Vragenlijst voor
Aandachtsproblemen
en Hyperactiviteit
(ZVAH)
Doel
Beschrijving
Doelgroep
Afname
Normen
Andere
psychometrische
kenmerken
Beoordeling/ervaring
Andere informatie
D. Baeyens, L. Van Dyck, C. Broothaerts, M. Danckaerts en J.J.S.
Kooij., Acco Leuven, 2012
Vlaamse bewerking van de Zelfrapportage Vragenlijst voor
Aandachtsproblemen en Hyperactiviteit van J.J.S. Kooij en J.K.
Buitelaar
• het screenen van mogelijke problemen met aandacht en
hyperactiviteit/impulsiviteit
• het stellen van een diagnose van ADHD (mits aanvulling met
andere gegevens)
• het aangeven van de richting bij behandeling
De Zelfrapportage Vragenlijst voor Aandachtsproblemen en
Hyperactiviteit (16-25 jaar) (ZVAH) is een dimensionale
gedragsvragenlijst
die
de
ADHD-symptoomclusters
aandachtsproblemen en hyperactiviteit/impulsiviteit voor de huidige
jongvolwassenheid en de voorbije kindertijd in kaart brengt volgens
de DSM-IV-criteria. De ZVAH is een instrument voor zelfrapportage
bij 16- tot 25-jarigen, maar ook ouders kunnen ermee het gedrag
van hun jongvolwassen zoon of dochter rapporteren.
De ZVAH kwam tot stand na uitgebreid en voor Vlaanderen
representatief
normerings-,
betrouwbaarheidsen
valideringsonderzoek.
16- tot 25-jarigen
Zelfrapportage
via
papieren
versie
en
online-versie,
http://www.codelessius.eu/zvah
Vlaamse normen voor leeftijdscategorie 16 tot 25 jarigen.
De
steekproef
bestaat
uit
een
groep
schoolgaande
jongvolwassenen tussen 16 en 25 jaar (N= 1325, in 2009) en een
groep werkende jong volwassenen tussen 16 en 25 jaar (N= 318, in
2010)
Betrouwbaarheid: De interne consistentie is voor de vier schalen
van de ouderrapportage voldoende tot goed. Voor de
zelfrapportage zijn deze ook voldoende tot goed met uitzondering
van de schaal ‘Hyperactiviteit/Impulsiviteit voor huidig functioneren’.
Deze laatste is niet te gebruiken bij belangrijke beslissingen op
individueel niveau, wel voor minder belangrijke beslissingen mits
gebruik van het betrouwbaarheidsinterval.
Begripsvaliditeit: werd op drie manieren onderzocht.
1) Interne
structuur:
geen
ondersteuning
voor
tweefactorenmodel als basis voor ADHD (in de lijn met de
onderzoeksliteratuur).
2) Groepsverschillen: de in wetenschappelijk onderzoek
genoemde verschillen worden grotendeels bevestigd door
de ZVAH
3) Goede convergente en divergente validiteit.
Criteriumvaliditeit: goed voor een screeningsinstrument. Een groot
aantal cases wordt correct geclassificeerd op basis van de ZVAH
en er worden duidelijk meer vals-positieven dan vals-negatieven
aangeduid.
PRODIA-beoordeling: 1ste keuze
Beoordeling CAP-Vademecum is gepland