Download pdf - Delta

NR.04
13 oktober
2014
onafhankelijk universiteitsblad
Max Risselada
Architectuur als
ontdekkingstocht
Herman Wijffels
Van hebben
naar zijn
Classroom space
There isn't
enough
Stop de
pretpakketten
english pages
see page 28
2
Delta
TU Delft
8
Delta
nr. 4
13 oktober
2014
“De foto hoort bij een verhaal over postpakketten die wel of niet
terecht binnenkomen bij de postkamer van de TU. Uiteraard horen
daar desbetreffende pakketten bij, maar die zijn er natuurlijk niet als
je de bewuste foto moet maken. Het is altijd weer een uitdaging om
de juiste attributen te vinden. (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft,
verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens
(hoofdredacteur) - @franknu, Katja
Wijnands - @kwijnands, Dorine
van Gorp - @dorinevangorp,
Saskia Bonger - @sbonger,
Tomas van Dijk - @tomasvd,
Connie van Uffelen - @connievanu,
Jos Wassink - @joswashere
Medewerkers aan dit nummer
Jorinde Benner, Robbert Fokkink,
Phillip Gangan, Auke Herrema, Job
Hogewoning, Christian Jongeneel,
Damini Purkayastha, Folkert van
der Meulen Bosma, Thomas
Platzer, Molly Quell, Daniela Stow,
Jimmy Tigges
Foto’s Sam Rentmeester, Hans
Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam
Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein
1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected]
Advertenties H&J Uitgevers, 010
451 5510, [email protected]
Druk Edauw & Johannissen
Oplage 8.000
Jaargang 47
ISSN 2213-8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
Meer informatie op:
www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
Privépost
max risselada
Kinderspeelgoed, lingerie, fitnessapparatuur. Mensen laten van
alles op de universiteit bezorgen
en versturen op kosten van de TU
Delft privépakketten de wereld
rond. Tijd voor maatregelen.
Voor zijn afscheid bouwde
architectuurhoogleraar Max
Risselada een tentoonstelling, Patient (Re)Search. "Het
gaat om het zoeken. Eerst
heel onbewust iets zien, dan
geïntrigeerd blijven en er
steeds verder in doorgaan."
Delta
3
TU Delft
18
28
reportage
english pages
filmliefhebbers
space for classes
Meer studenten naar het filmhuis trekken. Dat wil de nieuwe
studentencommissie van
Filmhuis Lumen. De zeven kiezen elke drie weken een film die
op speciale studentenavonden
gedraaid zal worden.
The university is resorting to
some creative measures to find
adequate classroom space for
the growing number of students.
The first in a series on space on
campus.
Delta 05 verschijnt op
maandag 3 november
VERDER
Column
Kort nieuws
Nieuwsinterview
nieuws
master
sport
lifestyle
achtergrond
leuk bedacht
desgevraagd
cartoon
Survival Guide
science
04
05
06
07
15
16
17
22
25
27
29
30
31
columnThomasplatzerspam
Delta
Iedereen krijgt het. Het is nóg eerlijker dan de griep. Ongeacht je ras, geloof of afkomst…heb je een digitale brievenbus, dan krijg je spam! Maar waarom bestaat het eigenlijk?
Niemand gaat zijn tijd en geld investeren in het versturen
van g_e_b_r_@k_k_i_g geformuleerde advertenties aan
de gehele digitale wereldbevolking, als het niet loont.
Er moeten mensen zijn, die hun spam aandachtig lezen.
Die doelbewust klikken op de link ‘Buy best cheap drugs
here’. Mensen die zorgvuldig hun creditcardgegevens invullen. Omdat ze geloven (of hopen) dat hun leven daar
beter van zal worden. Blijkbaar zijn er genoeg mensen die
hun apotheekboodschappen via spam doen om de spam
business lucratief te maken.
Wat zou er moeten gebeuren, wil ik één van die mensen
worden? Een korte introductie in ‘flyertechniek’.
Er is een oud Chinees spreekwoord dat zegt: ‘Vertel de
wereld dat een gezegde Chinees is en er zal iemand zijn
die het gelooft’. Zo werkt spam. Het is flyers strooien in
cyberspace. Flyers in een winkelcentrum zijn gemaakt voor
iedereen met minstens één lege hand. Spam op internet is
gemaakt voor iedereen met minstens één werkend mailadres. Ook al gooi ik de flyer ongelezen weg, ik kijk toch
heel even wat er op staat. Ook al wis ik in één klik al mijn
spam, ik scan er toch even doorheen of er geen ‘echte’ mail
tussen zit.
Dus dat is stap één. Ik dénk dat ik het ongezien weggooi,
maar ik lees het toch een beetje. Wat is er dan nog voor
nodig waardoor ik daadwerkelijk klant word? En daarmee
de spammer bestaansrecht geef? In de marketing kent
men de 4p’s: product, plaats, promotie en prijs. Als ik op
het juiste moment het juiste product op mijn netvlies krijg,
zal ik denken: waar is mijn creditcard? Ik heb die viagra nú
nodig!
En daar maakt de 'spamtrepreneur' keer op keer dezelfde
fout. Want ik houd niet van gokken, ik heb geen chronische
pijn of erectieproblemen en ik heb al genoeg geld geleend.
Ik heb andere behoeftes en problemen. Hoe kom ik aan
relevante spam?
Ooit dacht ik nog dat iedereen dezelfde spam krijgt. Maar
niets is minder waar. Ik kwam daar per ongeluk achter.
Toen ik de domeinnaam thomasplatzer.nl registreerde met
het bijbehorende e-mailadres, veranderde mijn wereld
voorgoed. Ineens kreeg ik heel verfrissende spam! Degelijke spam. Duitse spam (noemen ze trouwens in Duitsland
ook gewoon spammail. Niet ‘Dosenfleischpost’). Sterk afgeprijsde stofzuigers, bureaustoelen en stropdassen! Wat
een verademing. So macht Spam wieder Spaß!
En zo heb ik mijn eerste spamaankoop gedaan, want mijn
bureaustoel was al jaren aan vervanging toe. En ik ben keiblij met m’n Wagner Drehstühl. Ook al is het een Chinese
kopie. Lang leve Späm!
Thomas Platzer is alumnus
werktuigbouwkunde
en eigenaar van
trainingsbureau Creactor.
Hij probeert mensen te
leren hoe ze vindingrijk,
origineel en vernieuwend
kunnen blijven in hun werk.
TU Delft
1 Er is in Delft nu
genoeg woonbegeleiding voor studenten met autisme.
ja
Stumass (Studeren met ASS, Autisme Spectrum Stoornis red.) heeft
begin september een derde locatie in Delft geopend waar studenten
met autisme woonbegeleiding krijgen. Het gaat om een rustige plek
in het centrum, waar nog enkele kamers vrij zijn. In totaal biedt Stumass in Delft nu plek aan 22 studenten. Die moeten na hun studie wel
andere woonruimte zoeken, vertelt Eelke Eggink, leidinggevende bij
Stumass regio West.
4 In principe zijn alle woningen geschikt
voor woonbegeleiding aan studenten met
autisme.
2 Studenten met
autisme die in een
huis van Stumass
wonen, studeren
succesvoller dan
wanneer zij zelfstandig zouden wonen.
ja
3 Het is stigmatiserend om studenten
met autisme samen
in een huis te zetten.
nee
ja
5 Op welke stelling wil je terugkomen?
“Op 1. Er is een grote vraag naar begeleiding voor studenten met autisme. Nu we
open plekken hebben, zou je zeggen dat
er geen tekort is. Maar de vraag die ons
nog niet bereikt heeft, is groter. Dat weten
we door verwijzers waaronder de TU Delft, en door
de aanvragen die niet worden gehonoreerd omdat er bijvoorbeeld
geen indicatie is of omdat er soms sprake is van meervoudige problematiek. De landelijke wachtlijst is groter dan het aantal plekken dat we
kunnen bieden.”
71
De meeste Nederlandse
universiteiten verliezen
terrein in de wereldwijde
ranking van het Britse
tijdschrift Times Higher
Education (THE).
Nederland staat op
de vierde plaats in het
landenklassement, één
plaats lager dan in 2013.
Ook de TU Delft is wat
gezakt, van 69 naar 71.
THE-samensteller Phil Baty
vindt het nog steeds een
‘uitzonderlijke prestatie,
gezien de omvang en
rijkdom van het land’.
“Met elf universiteiten
in de top-200 heeft
Nederland overduidelijk
een bijzonder sterk
onderwijssysteem.” Een
waarschuwing heeft hij
ook. “In de wereldwijde
kenniseconomie wordt de
strijd heviger. Nederland
zal moeten investeren
en hard moeten werken
aan een strategie om
competitief te blijven.”
delta.tudelft.nl/28868
Tweet
Ingrid Mulder, universitair hoofddocent bij Industrieel Ontwerpen: “Ik was uitgenodigd door de Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Die willen kijken
hoe de toekomst van het Openluchtmuseum eruit kan zien.
Hoe kun je in het nu, toch bepaalde dingen van vroeger laten
zien. Ik vroeg hoe zij de rol van ict zien. Als schrikbeeld of als
wensbeeld? Vaak wordt gezegd dat iets niet kan, maar mijn
aanpak is: hoe kunnen we het wél mogelijk maken? Ik moedig
nieuwsgierigheid en durf aan. Doen is het nieuwe denken.
Kijk met elkaar waarom dingen niet kunnen. Verken de grenzen. Een concreet voorbeeld is het project: Ik ben sterk. Dat
ging over jongeren uit Rotterdam-Zuid die ‘buiten de boot
vallen’. We vroegen ze: wat zou je willen? Een meisje antwoordde: modeontwerper worden. Wat heb je daarvoor nodig? Een logo. Nou, ga dan eens tekenen. Door te doen, ontdekten de jongeren hun verborgen talent, gingen ze daarover
met elkaar in gesprek en ondernamen ze actie. Ze is nu toegelaten tot de modevakschool. Er ontstaan zo mooie dingen die
echt maatschappelijk innovatief zijn. Ik probeer studenten dat
bij te brengen: het ontwerpen van interacties tussen mensen
op stedelijk niveau. Urban interaction design.”
(Foto: Eelke Eggink)
4
Kort
Meer en uitgebreider nieuws
op www.delta.tudelft.nl
Architect
Studenten bouwkunde willen uitstel van
de Beroepservaringsperiode. Vanaf 1 januari 2015 moeten afgestudeerden die
periode van twee jaar verplicht doorlopen,
voordat zij zich architect mogen noemen.
De studenten vinden de timing verkeerd.
Bovendien zijn er volgens hen te veel losse
eindjes.
delta.tudelft.nl/ 28907
Na vijf maal goud in Australië, haalde het Nuon Solar Team zaterdag 4 oktober ook de hoofdprijs in Zuid-Afrika. Met
zonnewagen Nuna7S reden de Delftse studenten 4227,8 kilometer in de Sasol Solar Challenge. Dat is bijna 1500
kilometer meer dan de nummer twee, het Anadolu Solar Team uit Turkije. (Foto: Hans Peter van Velthoven)
delta.tudelft.nl/28885
De week van...
Biologen Freek Appels en Kasia
Lukasiewicz van de Universiteit Utrecht meten bij IO (in
het Foundational Lab) de stevigheid van schimmeldraden voor een
kunstproject.
Freek Appels: “Wij doen onderzoek
naar mycelium. Dat zijn de netwerken die schimmels maken met hun
draden. Vergelijk het maar met de
wortelstelsels van planten, maar
dan veel hechter. Het materiaal lijkt
een beetje op leer. Je kunt er van alles mee maken. Tafels bijvoorbeeld,
maar ook tafellakens en douchegordijnen. Dat is afhankelijk van de wijze hoe je het verwerkt. Behandel je
het met zuren, dan wordt het hard.
Van glycerol wordt het flexibel. Het
zou mooi zijn als dit materiaal een
vervanger kon zijn van plastic.”
Lukasiewicz: “We zijn deze week in
Delft om te meten hoe sterk het is.
Er zijn maar weinig apparaten in het
land waar dat mee kan. Een ervan
staat hier, de dynamic mechanical
analyzer. Uiteindelijk is het onze bedoeling om samen met kunstenaars
kunstwerken te maken van mycelium.” (Foto: Tomas van Dijk)
Docent Nederlands, Astrid van Laar
(TBM), bereidt een powerpointpresentatie voor van de
‘Delftse Methode’
“De Delftse Methode is een lesmethode Nederlands voor buitenlanders die aan de TU is ontwikkeld in
de jaren tachtig door toenmalige
hoogleraar toegepaste taalkunde
Bondi Scarone. In die periode kwamen de eerste groepen Chinezen
naar Delft. De methode is beroemd.
Binnen een half jaar ga je van nul
naar een hoog niveau. Zelf heb je
waarschijnlijk je talen geleerd door
grammaticaregels uit je hoofd te leren. En met zinnetjes als ‘papa fume
une pipe’. Dat slaat nergens op.
Scarone bedacht dat je eerst de
meest frequente woorden moet
leren. En je hoeft niet alles van de
grammatica te snappen. Om auto te
rijden hoef je ook niet te weten hoe
de wagen precies in elkaar zit. Door
gewoon maar te beginnen met praten merk je vanzelf wat wel en wat
niet werkt. Precies zo leren ook kinderen een taal. Ik ga aan vijfentwintig docenten Nederlands uit heel
het land uitleggen hoe de methode
werkt.”
(Foto: Tomas van Dijk)
Commissaris
TU-collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg
is per 1 oktober 2014 lid van de raad van
commissarissen van de N.V. Nederlandse
Gasunie. Van den Berg is sinds 2008 collegevoorzitter van de TU. Daarvoor was
hij onder meer ambassadeur in China en
permanent vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties in New York.
Dare
Het is het Dare-raketteam niet gelukt om
een hoogterecord te vestigen met hun
zelfontworpen en -gebouwde Stratos II. De
raket kwam op de laatste lanceerdag vrijdag 3 oktober niet omhoog. Een bevroren
klep van de brandstofaanvoer (lachgas)
gooide roet in het eten. Door een klein
lek in een leiding was de temperatuur ter
plaatse sterk gedaald. De studenten mikken nu op een nieuwe lancering in de zomer, eveneens in Zuid-Spanje.
Engels
Over drie á vier jaar zijn alle bacheloropleidingen aan de TU in het Engels. Dat verwacht althans collegevoorzitter Dirk Jan
van den Berg. De universiteit laat het aan
de faculteiten om hun tempo te bepalen.
delta.tudelft.nl/28860
Feest
Flyeren en posters plakken om evenementen of feestjes te promoten onder studenten behoren tot het verleden als het ligt
aan de studenten van Klockon.com. Hun
website moet ervoor zorgen dat niemand
nog een leuk uitje hoeft te missen.
delta.tudelft.nl/28866
6
Delta
TU Delft
Oras start meldpunt harde knip
Studentenraadsfractie
Oras heeft een meldpunt
opgezet voor studenten
die problemen ondervinden door de 'harde knip'
tussen de bachelor en de
master.
Dit jaar moeten studenten aan de TU
Delft hun bacheloropleiding volledig
hebben afgerond voordat zij aan hun
masteropleiding mogen beginnen.
De zevende-semesterherkansingen
zijn voor het laatst aangeboden en de
hardheidsclausule voor uitzonderingsgevallen is afgeschaft.
Volgens Oras lijkt het er op dat dit
steeds meer studenten treft. De stu-
dentenraadsfractie zou al tien tot
vijftien gevallen kennen. Het gaat
bijvoorbeeld om studenten die drie
studiepunten missen doordat ze ziek
waren, en die punten pas weer in het
laatste kwartaal kunnen halen. “Je
betaalt dan een jaar collegegeld en
verspeelt een jaar door drie punten”,
zegt Jeroen Delfos. Hij is namens Oras
studentenraadvoorzitter.
Momenteel maakt de TU gebruik van
maatwerk voor de harde knip, maar
dat volstaat volgens Delfos niet. “Elke
studieadviseur en examencommissie
gaat er anders mee om”, zegt hij. “Er
moeten richtlijnen komen waardoor er
minder willekeur is.”
Directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos zegt dit niet te herkennen. “Als er echt sprake is van een
bijzondere omstandigheid, kan er in
overleg met de studieadviseur op individuele basis wat geregeld worden,
zoals een extra of een mondeling tentamen. Dat was al zo, maar wettelijk is
het niet meer mogelijk om studenten
‘Er is een wettelijk
kader en dat is
helder’
via een inschrijving alvast te laten beginnen met een master. We gaan niet
meer voor de hele TU een extra ronde
herkansingen aanbieden. Dat kan niet
meer.”
Kos wijst er op dat studenten soms
jarenlang iets voor zich uit schuiven of
al veel herkansingen hebben gedaan.
“Dan gaan wij niet op het laatste moment nog wat aanbieden. Dat is soms
wrang, maar de aantallen zijn beperkt.
Er is een wettelijk kader en dat is helder. De zevende-semesterherkansingen waren ooit als overgangsregel
bedoeld en wij hebben die nog lang in
de lucht gehouden.”
Dat de TU zelf een meldpunt zou
moeten opzetten, zoals Oras op haar
website bepleit, hoeft van Kos niet. “Er
waren commissies voor de harde knip,
maar daar kwamen nauwelijks aanvragen binnen”, zegt Kos. (CvU )
nieuwsinterview
Auto’s nemen steeds
meer taken over van de
automobilist en dat is
levensgevaarlijk, zegt ir.
Bastiaan Petermeijer. Hij
won een prijs met zijn afstudeeronderzoek naar
systemen die mensen
helpen om midden op de
rijbaan te rijden.
De Humans Factors Prize 2014 is een
mooie afsluiting op je studie.
“Ja. Het betekent dat mijn afstudeeronderzoek wordt gepubliceerd in het
blad Human Factors. Dat is een heel
prestigieus blad in ons vakgebied.”
Wat heb je onderzocht?
“Bij het Delft Haptics Lab (3mE) heb ik
haptische terugkoppelingssystemen
onderzocht die automobilisten helpen
om netjes midden op de rijbaan te
rijden. Op het moment dat je van het
midden afwijkt, voel je een kracht op
je stuur en ga je automatisch weer terug sturen. Een ander systeem waar ik
naar heb gekeken wacht met ingrijpen
tot je een halve meter verwijderd bent
tot het midden van de weg."
Handige hulpjes, lijkt me.
“Ja. Maar het probleem is dat als de
techniek faalt, mensen niet meer
goed sturen. Ze zijn lui geworden. Bij
experimenten met een rijsimulator
heb ik de stuurhulp uitgezet vlak voor
‘De verleiding om
andere dingen te
gaan doen wordt
heel groot’
een bocht, zonder de proefpersonen
te waarschuwen. Ze stuurden heel
laat de bocht in. Deze experimenten
duurden maar een uur. Stel je voor
hoe sterk de gewenning aan de stuurhulp is als mensen continu in een auto
rijden met zo’n haptische terugkoppeling.”
Waar werk je nu aan?
“Ik doe nu promotieonderzoek bij
de TU München naar automatische
auto’s. Ik houd me bezig met de vraag
hoe we bij noodsituaties de controle weer kunnen teruggeven
aan de bestuurder. De auto
weet niet in alle gevallen wat
hij moet doen. Stel er zijn wagens voor je op de weg verongelukt die jouw auto niet meer
kan ontwijken. De automobilist
moet de besturing in dat geval
overnemen, binnen een fractie van
een seconde. En dat is heel lastig. Ik
denk dat haptische systemen ons hier
kunnen helpen. Ik wil onderzoeken
hoe ik de bestuurder razendsnel op de
hoogte kan stellen van de omgeving
door middel van vibraties in de stoel.
Als bijvoorbeeld in de dode hoek links
een auto rijdt, dan trilt de stoel aan de
linkerkant.”
Bestaan er al auto's met het systeem
dat jij onderzocht tijdens je afstudeeronderzoek; de lane keeping assist?
“Ja, de Infinity Q50 heeft hem. Er circuleert een amateurfilmpje waarop
een bestuurder te zien is die van achter het stuur vandaan kruipt terwijl de
auto rijdt. Fabrikanten zouden maatregelen moeten nemen om dit onmogelijk te maken. Je kunt sensoren in
de stoel bouwen die meten of er een
bestuurder zit.”
Maar die sensoren meten niet of iemand wel echt de auto bestuurt of dat
hij zit te sms-en.
“Dit is inderdaad een probleem. De
verleiding om andere dingen te gaan
doen wordt heel groot. We bevinden
ons in een fase tussen mens-bestuurde auto’s en volledig autonome auto’s. Dit is een heel gevaarlijke fase.”
(TvD)
(Foto: TU München)
‘De automobilist wordt lui’
Delta
7
TU Delft
campusnieuws
Steeds minder studenten krijgen positief advies
Het percentage studenten dat van de TU Delft
een positief bindend studieadvies heeft gehad,
is nog nooit zo laag geweest als afgelopen collegejaar.
Zestig procent van de eerstejaars studenten haalde vorig collegejaar 45
studiepunten of meer. Twintig procent
haalde dat net als voorgaande jaren
niet. Zestien procent gooide het bijltje er voortijdig bij neer en van vier
procent werd het advies nog aangehouden in afwachting van een definitieve uitspraak. In het collegejaar
2012-2013 haalde nog 64 procent een
positief bindend studieadvies (bsa).
De jaren daarvoor schommelde het
percentage rond de 68 procent, maar
was de bsa-norm nog dertig studiepunten.
De laagst scorende faculteit was afgelopen jaar 3mE: die kelderde van
63 naar 52 procent positieve bsa’s. Bij
maritieme techniek kreeg 45 procent
een positief oordeel en bij werktuigbouwkunde 53 procent. Hans Hellendoorn, 3mE-directeur onderwijs: “Kort
samengevat is er een groot aantal
aanmeldingen waarbij minder duidelijk is dat men echt voor werktuigbouw
ging. Daarnaast zijn er kinderziektes
in de curricula.”
De capaciteit van de faculteit speelde
volgens Hellendoorn geen rol. 3mE
kreeg vorig collegejaar een recordaantal eerstejaars studenten, maar ook
‘veel meer docenten en zalen’. Hij zegt
met man en macht te zoeken naar de
oorzaken van de slechte score bij maritieme techniek.
De laagste scorende opleiding is nanobiologie, met 44 procent positieve
adviezen. Volgens de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW)
kan een reden zijn dat nanobiologie
een nieuwe opleiding is. "Het is nog
een beetje zoeken welke studenten
we trekken, wat we ze aanbieden en
hoe dat matcht”, zegt Irma Croese van
onderwijs en studentenzaken bij TNW.
Nanobiologie heeft na elektrotechniek ook de meeste studenten die
zich voor 1 februari uitschrijven: 28
procent. “Het is typisch een tweede
studie voor uitgelote studenten medicijnen”, zegt Croese daarover. “We
trekken veel studenten voor wie niet
helemaal duidelijk is wat de studie
inhoudt. We moeten goed naar onze
voorlichting kijken.”
Directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos is niet tevreden over
het gemiddelde resultaat. "Het doel
is zeventig procent positieve bsa’s in
2015 en daar zitten we nu verder van
af." Kos constateert dat er wisselende
scores zijn van zowel opleidingen met
als zonder curriculaherziening.
Leuke uitschieter, zo vindt Kos, is
luchtvaart- en ruimtevaarttechniek.
Die opleiding is van 53 procent positief naar 60 procent positief gegaan.
“Dat is ontzettend veel op een grote
opleiding. Het gemiddeld aantal studiepunten is 56 en dat is een lekkere
start. De positieve bsa’s liggen gemiddeld dichter bij de zestig studiepunten
dan net boven de grens van 45.” (CvU)
Jong en oud kon in het weekend van 4 en 5 oktober een kijkje nemen bij universiteiten,
bedrijven, (onderzoeks)instellingen en musea. Zo ook bij het Science Centre, waar kinderen
vanwege het Weekend van de Wetenschap een lepelblijde – een variant op de katapult - konden bouwen. Wie er niet bij kon zijn, kan nog wel meedoen aan een publieksonderzoek naar
links- en rechtshandigheid op hetweekendvandewetenschap.nl.
(Foto: Hans Stakelbeek)
Vertrouwen in woningmarkt op recordhoogte
Het vertrouwen van
consumenten in de woningmarkt heeft een recordhoogte bereikt. De
verwachting is daardoor
dat er meer woningen
verkocht worden en de
huizenprijzen stijgen. “Nu
is het moment voor starters om de stap te maken.”
Het hoge consumentenvertrouwen
blijkt uit de Marktindicator die TU-onderzoeksinstituut OTB ieder kwartaal
opstelt voor Vereniging Eigen Huis. En
zoals dat gaat volgens de regels van
de economie volgen op toegenomen
vertrouwen meer kooptransacties en
daarna prijsstijgingen.
Volgens OTB-onderzoeker Harry
Boumeester bestaat er een sterke correlatie tussen vertrouwen en het aantal transacties. “Dat laatste loopt ongeveer zeven maanden achter op dat
eerste. Mensen hebben die tijd nodig
om een huis uit te zoeken en uiteindelijk tot een overdracht te komen.”
Het toegenomen vertrouwen ligt volgens Boumeester aan twee factoren.
De hypotheekrente is al een tijdje
historisch laag en het is goedkoop om
een lening af te sluiten. “Sinds het
De Eigen Huis Marktindicator afgezet tegen de CBS Koopbereidheidindex laat zien dat
vertrouwen in de woningmarkt aan andere sentimenten onderhevig is als vertrouwen in de
markt voor luxe goederen. (Grafiek: Eigen Huis Marktindicator)
laatste anderhalf jaar veroorzaakt
echter vooral de prijsstijging van
koopwoningen de toename van vertrouwen”, vertelt hij. Want niet alleen
leidt meer vertrouwen tot hogere prijzen. Hogere prijzen leiden ook weer
tot meer vertrouwen.
Boumeester is zich ervan bewust dat
zijn rapporten bestaande ontwikkelingen versterken. “Wij vinden als OTB
dat we maximaal transparante informatie moeten geven. Die kan mensen
bijvoorbeeld helpen bepalen wanneer
ze hun huis te koop zullen zetten.”
Uit de Marktindicator komt naar voren
dat zelfs starters meer vertrouwen
hebben dan ooit. Boumeester: “Ondanks de stijging van de woningprijzen is de betaalbaarheid voor starters
nog steeds goed. De hypotheekrente
is immers laag. Nu is voor hen het moment om de stap te maken.” (SB)
Kinderspeelgoed, lingerie, fitnessapparatuur; ze zijn er bij de
postkamer van civiele techniek helemaal klaar mee. Mensen laten
van alles bij de faculteit bezorgen en versturen op kosten van de TU
privépakketten de wereld rond. Tijd voor maatregelen.
Tekst: Tomas van Dijk
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
9
TU Delft
‘Hoelahoeps
sturen we
terug’
“E
en roeiboot die vanuit
hier naar China is verstuurd?” Marco Westhoff
fronst zijn wenkbrauwen.
“Het is best mogelijk.
Niets verbaast me meer.”
Als medewerker bij Facilitair Management &
Vastgoed is Westhoff verantwoordelijk voor
het reilen en zeilen bij de postkamer van
de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). Hij reageert op een anonieme tip die Delta per mail ontving. Volgens
Delta’s deep throat versturen CiTG-medewerkers veel privépost op kosten van de TU,
waaronder dus onlangs een roeiboot.
“Van die roeiboot ben ik niet op de hoogte. Ik
weet wel dat iemand melkpoeder naar China
probeerde te verzenden. Een onderzoeker
stuurde een kartonnen doos met daarop het
logo van de melkpoederfabrikant. Het was
dus overduidelijk wat er in zat”, lacht
Westhoff. “We hebben die persoon verteld
dat dit niet de bedoeling was.” Dit voorval is
geen uitzondering. De medewerkers van Civiele Techniek en Geowetenschappen hebben een slechte reputatie; ze maken te pas en
te onpas gebruik van de postkamer.
“Bij civiel is een soort cultuur ontstaan dat
je alles maar kunt versturen”, zegt René van
Iwaarden van de centrale postkamer. Een
groot deel van alle in- en uitgaande pakketten van de universiteit passeert op een zeker
moment zijn handen. “Wat voor gekke zaken
we allemaal voorbij zien komen? Kleding,
snoep, babymelk… Het kost de TU veel geld.”
De privégoederen die onderschept worden,
vormen waarschijnlijk het topje van de ijsberg. “Er glipt natuurlijk veel langs onze vingers. We onderscheppen alleen de pakketjes
waarop geen afzender vermeld staat. Die
maken we open in de hoop zo te achterhalen aan welke faculteit we de kosten moeten
doorberekenen.”
De stroom verdachte pakketjes is recentelijk
wel flink geslonken. “Het verhaal doet de
ronde dat we strenger toezien”, verklaart Van
Iwaarden.
Regels
In een stellagekast liggen enkele opengescheurde kartonnen dozen. Ze zijn afkomstig van Industrieel Ontwerpen, ook een
faculteit waar men zich niet altijd even netjes
aan de regels houdt. Van Iwaarden haalt een
vestje tevoorschijn. Het moet naar een vrouw
in Ter Apel die het via koopjesnu.nl gekocht
heeft van iemand van IO. In de andere dozen zitten nog enkele kledingstukken en een
reisgids.
“De regels worden met de voeten getreden”,
zegt Van Iwaarden. “Alleen bij Bouwkunde
en L&R hebben we nooit problemen.
Lees verder op pagina 10
‘Het is vaak
abracadabra
waar pakketten
precies heen
moeten’
Maar goed, ook de medewerkers van die faculteiten zullen wel eens wat uithalen. Misschien
zijn ze gewoon slimmer”, lacht hij. “En dan zijn
er nog de studentenverenigingen die soms een
geintje uithalen. Ze sturen elkaar af en toe een
kapotte monitor of iets anders geks. Daar zit
geen kwaad achter.”
Bij CiTG is het sinds kort een stuk moeilijker om
privé-pakketten te versturen. Westhoff mailde
afgelopen zomer in opdracht van de faculteit
een brief naar alle medewerkers. Hierin legt hij
de regels uit en waarschuwt hij voor strenger
toezicht om misbruik te voorkomen. Westhoff:
“Die cultuur die is ontstaan (dat bij de postkamer van civiel alles maar is toegestaan, red.),
wordt actief en op een succesvolle manier omgebogen.”
Pretpakketten
Zo worden pakketten nu alleen nog maar verzonden ‘indien deze geopend bij het logistieke
punt worden aangeboden, zodat de verpakking
gecontroleerd kan worden op inhoud en deugdelijke verzendwijze.’
Een andere regel gaat over de inkomende post.
‘Vanaf heden worden er geen pakketten meer in
ontvangst genomen waarvan de inhoud duidelijk een privékarakter heeft’, zo valt in de brief
te lezen.
Door de opkomst van internetbedrijven zien
de medewerkers van het logistieke punt civiel,
waar de postkamer onder valt, een toename
van het aandeel privépakketten. Het is een inschatting. Cijfers ontbreken. De faculteit wil er
hoe dan ook paal en perk aan stellen.
“Pretpakketten noemen we ze”, vertelt
Westhoff. Hij haalt op zijn computer een documentje tevoorschijn. “Kijk, hier hebben we een
lijst met tientallen items die we in drie maanden tijd hebben ontvangen, variërend van lingerie, kleding van H&M, een tent, hangmatten
en een kinderwagen.”
Een sapcentrifugemachine die laatst werd geleverd, staat niet op de pretpakkettenlijst. “Die
heb ik zien staan in het lab. Hij wordt gebruikt
bij een onderzoek naar de bederfelijkheid van
voedsel.”
Het lijkt onschuldig. Veel onderzoekers maken lange dagen en zijn dus niet thuis wanneer
pakketten bezorgd worden. Op het werk laten
afleveren is dan wel zo handig. “Dat zie ik ook”,
zegt Westhoff. “Er is behoefte aan een plek op
het werk waar mensen spullen kunnen laten afgeven. Het zou mooi zijn als de TU onderzocht
of ze zo’n alternatieve bezorgplek kan creëren
voor medewerkers.”
Werkdruk
De postkamer van civiel is nadrukkelijk niet
bedoeld voor privégebruik. De werkdruk wordt
er te hoog. “We krijgen gemiddeld elfhonderd
pakketten per maand binnen. Het is vaak abracadabra waar die pakketten precies heen moeten.”
Veel van de post wordt verkeerd afgeleverd. Het
pakket moet heel ergens anders op de universiteit zijn, maar is per ongeluk naar het factuuradres gestuurd in plaats van het afleveradres.
De pakketjesmannen van civiel hebben het ongeluk dat in hun faculteitsgebouw de financiële
administratie van de TU zit.
Daarnaast vormt hun werkplek sinds enkele
jaren het afleveradres van de Dreamhall, de
werkplaats waar studenten werken aan tal van
projecten zoals de Nuna zonnewagen, de
Delta
11
TU Delft
Boven: Ook onderzoeksters Anna Solcerova en Marie Charriere (watermanagement) moeten vanaf nu de postkamer waarschuwen als ze weer eens wat apparatuur bestellen, zoals een opblaasbaar bootje.
Links: Speelgoed met pompjes, sluisjes en kanaaltjes; volgens dr.ir. Peter-Jules van Overloop van de afdeling watermanagement is het geweldig spul om studenten de basisprincipes van waterhuishouding mee bij te brengen. “Dat ik vanaf nu even
een seintje moet geven aan de postkamer als ik zoiets bestel vind ik geen probleem.”
Wasub onderzeeër en de DUT racewagen. De
studenten bestellen erg veel via webwinkels.
Aansprakelijkheid
Behalve werkdruk en opslagcapaciteit is aansprakelijkheid een probleem. “Deze zomer kwam
iemand op hoge poten beweren dat we zijn iPad
waren kwijtgeraakt”, vertelt Westhoff. “Ik werd
verantwoordelijk gehouden. Maar de FedEx had
dat pakketje heel ergens anders afgeleverd. Dat
konden we gelukkig via ons registratiesysteem
nagaan. Het is toch een beetje raar, dat iedereen van alles laat aanleveren – iPads, camera’s,
schoenen – en dat het logistieke punt dan aansprakelijk is als het kwijtraakt.”
Servicemedewerker Wim Sträter is blij dat
Westhoff actie neemt. “Wij hebben er extra werk
aan om uit te zoeken naar wie alle pakketten
moeten. Een hoogleraar die hier kleren voor zijn
vrouw liet bezorgen heb ik er eens op aangesproken.”
Op dit moment heeft Sträter een schijf van vijf
kilo van een halter in het rek met niet-opgehaalde spullen staan. “Ik vind het merkwaardig om
zulk soort dingen hier te laten bezorgen. Ik heb
zelf ook een fitnessapparaat thuis, zoiets doe je
niet. Ik heb de geadresseerde een maand geleden
gemaild. Maar hij heeft nog niets van zich laten
horen.”
Hoelahoeps
Niet iedereen is even blij met de nieuwe regel. Ir.
Tim van Emmerik maakt zich zorgen. “De afgelopen jaren heb ik hoelahoeps, een reddingsboei,
een opblaasboot en tuinslangen laten bezorgen”,
zegt de promovendus van de sectie waterhuishouding en waterbeheer. “Allemaal nodig voor
onderzoek. Iemand met een ongetraind oog kan
niet inschatten wat wel en niet voor onderzoek
bedoeld is. Zulke voorwerpen worden vanaf nu
waarschijnlijk teruggestuurd.”
Van Emmerik is niet voor niets verontrust. “Een
hoelahoep sturen we terug”, zegt Sträter desgevraagd. En een opblaasbaar zwembadje? “Aha,
kijk, een opblaasbaar zwembadje”, zegt Sträter
glunderend. “Dat zou ik wel aannemen, want dat
zou wel eens met wateronderzoek te maken kunnen hebben.”
Westhoff denkt dat de implicaties van de strengere regels voor de goedbedoelende wetenschap-
pers zullen meevallen. Op pakketten die via de
secretariaten van de faculteit besteld worden
staat het nummer van de inkooporde vermeld.
Deze pakketten zijn duidelijk officieel door de TU
besteld en worden gewoon aangenomen.
wehkamp
“En als je als onderzoeker zelf iets bestelt (zonder
tussenkomst van je secretariaat, red.) waarvan
het aannemelijk is dat wij denken dat het voor
privégebruik is, waarschuw het logistieke punt
dan even van tevoren. We gaan niet met de wetenschappers in discussie. Ze hoeven zich niet
te verantwoorden. Zij weten als geen ander wat
voor zwembadje ze nodig hebben voor hun onderzoek.”
Dat het toch wel eens misgaat, blijkt al enkele
dagen na het gesprek met Westhoff. Een pakketje van Wehkamp blijkt ten onrechte teruggestuurd. Het was bestemd voor de studenten
van de Dreamhall, voor het project The Ocean
Cleanup. Er zaten waarschijnlijk T-shirts in of
andere kledingstukken die zij nodig hadden voor
hun project. <<
Alsjeblieft geen afscheidsrede, wilde
architectuurhoogleraar Max Risselada.
In plaats daarvan bouwde hij zijn
slottentoonstelling en ontving daar op
12 september de top van de Nederlandse
architectuur voor een informele terugblik.
‘in de
schaduw
van meesters’
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
M
et Max Risselada verliest de faculteit Bouwkunde
zijn bekendste leermeester. Risselada kon als geen
ander de ontwikkeling van de twintigste-eeuwse
architectuur tonen. Hij schreef er boeken over,
onderwees het en bouwde tentoonstellingen over
belangrijke stromingen binnen het vak en over invloedrijke architecten als Le Corbusier, Loos, Team X en bureau Mecanoo. Een aantal van
zijn negentien tentoonstellingen reisden jarenlang over de hele wereld. Smaakbepalende hedendaagse architecten als Frits Palmboom
(IJburg), Erick van Egeraat (kantoortoren The Rock in AmsterdamZuid) en Francine Houben (TU Library) ontdekten de architectuur onder zijn mentorschap.
Na uw afstuderen werkte u als assistent van Aldo van Eyck en van
Jaap Bakema. Hoe was het om in de schaduw te werken van zulke
grote ego's?
“Hoe moet ik dat uitleggen? Al in mijn studententijd werkte ik in de
schaduw van meesters. Ik heb me niet afgevraagd wat de betekenis
van hun werk was, maar ik voegde me naar hun wereld. Van Berghoef,
leerling van Granpré Molière, was ik net zo goed onder de indruk. En
ik was ook student-assistent bij Van Eesteren. Ik heb van hen allemaal
wat meegekregen zonder dat ik hen ook meteen volgde.”
Op uw afscheidsbijeenkomst werd gezegd dat u in het onderwijs
nooit één architect behandelde, maar altijd een aantal om imitaties te voorkomen.
“Dat, en omdat ik niet vond dat je je moest spiegelen aan die architect,
maar omdat ik zijn inzet voor het vak bijzonder vond en wat dat betekende voor de manier waarop hij het vak beoefende. Vooral hoe hij
van een idee tot een gebouw komt. Ik wilde het proces van het ontwerp
onderwijzen en niet zozeer het eindresultaat. Dat is een heel moeizaam proces omdat je van nul begint naar iets wat je niet eens zelf kunt
maken, maar dat via allerlei media zichtbaar gemaakt moet worden.
Bij de architecten die we interessant vonden, kon je dat proces goed
volgen omdat ze zich goed uitlieten over hoe dat ging.”
Heeft dat ook te maken met 'het leren lezen van de tekeningen'?
“Ja. Destijds werd alles nog keurig met de hand getekend; het idee
kwam via het lichaam op het papier. Dat proces kun je teruglezen als
je zelf ook die ervaring hebt. Daarom probeerde ik met mijn studenten
heel goed naar tekeningen te kijken. Het ging daarbij niet als het gebouw als eindresultaat maar om de manier waarop het ontstaan is. Nu
is het uiterlijk van een gebouw vaak dominant zonder je af te vragen
hoe het tot stand kwam. Denk aan de kap van Rotterdam CS of het gebouw van Koolhaas op het Noordereiland.”
U hebt verbleven bij het vermaarde ontwerpersechtpaar Ray en
Charles Eames. Wat zocht u daar?
“Ik was met negens en tienen afgestudeerd en kon daardoor in dienst
van de TU komen als vervanging van de dienstplicht. Toen was er de
mogelijkheid dat Aldo van Eyck hoogleraar zou worden, wat nog wel
‘Uiteindelijk heeft de verbreding van
het onderwijsaanbod niet geleid tot
samenhang, maar tot versplintering’
13
TU Delft
omstreden was. Ik wilde graag zijn assistent worden en dat gebeurde uiteindelijk ook. Ik heb toen
vier jaar van mijn leven 'aan Van Eyck gegeven.'
Aan het eind daarvan wilde ik ook echt weg.”
Hoe waren die jaren met Van Eyck?
“Heel intensief, omdat hij een goede verhalenverteller was. Maar het regelwerk voor onderwijs
moest ik allemaal doen. Tegelijkertijd kwam de
democratisering op gang. De hoogleraren gaven
hun macht uit handen opdat iedereen overal over
mee mocht praten, wat uitmondde in eindeloze
vergaderingen - maar zelden over het vak. Het waren vaak agressieve bijeenkomsten en daar had ik
langzamerhand genoeg van. Toen kon ik gelukkig
bij Eames werken.”
Was het lastig om daar binnen te komen?
“Ja, dat was begin zeventig - het begin van de eerste
oliecrisis met hoge werkeloosheid, ook in Amerika.
Ik kreeg pas na anderhalf jaar toch een werkvergunning omdat ik iets zou kunnen dat ze daar niet
konden. Wat onzin was natuurlijk. Zij konden er alles.“ (lacht) “ Zo kwam ik bij Eames' studio in
Venice Beach middenin de Amerikaanse hippiecultuur terecht. Dat was een stuk meer ontspannen
dan die discussies in Delft. Al die alternatieve communes. Dat was een fantastische tijd.”
Wat zocht u daar?
“Ik wist dat het bureau tentoonstellingen maakte.
En Eames kon prachtig de kwaliteit van dingen
zichtbaar maken. Hij maakte ook films. Bijvoorbeeld over tollen1 of de bekende film Powers of Ten2.
Ik vond dat geweldig. Daar wilde ik bij zijn. Ik denk
dat ik daardoor ook tentoonstellingsmaker geworden ben. De tijdlijnen die ik maak, die heb ik van
Eames. Een tijdlijn geeft een gevoel voor de ontwikkeling door de tijd, maar ook de merkwaardige
gelijktijdigheid van zaken. Toen ik terugkwam was
de grote vraag: wat doe ik nu? Ik houd van bouwen,
maar heb niet de assertiviteit om in dat moeilijke
proces te overleven.”
Is dat ook de reden waarom u tentoonstellingen
en boeken maakt, en geen huizen en gebouwen?
“Ik heb mijn eigen huis gebouwd, maar dat was een
moeizame gebeurtenis. Het probleem in de praktijk is dat je een opdrachtgever hebt, een financier
en een aannemer die nooit in harmonie zijn. In zo'n
werkomgeving moet je een forse assertiviteit hebben om dingen met elkaar in verbinding te brengen. Als er iets fout ging in de bouw wat ik wel goed
getekend had, vond ik dat vervelend voor die mensen en dacht: laat maar zitten. Ik lijd daaronder.”
Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Fascinatie is in het
onderwijs belangrijker
dan wat je wilt overdragen’
Een ander zou een schadeclaim indienen.
“In de bouw worden continu processen gevoerd. Ik moet er niet aan denken dat ik daar tussen zou zitten. Dat besef ik nu in terugblik. Terwijl ik in
het onderwijs juist wel dingen bij elkaar kon brengen. Daar kon ik wel mijn
ideeën realiseren.”
In 2000 ontving u de Leermeesterprijs en op uw afscheid werd gezegd
dat u studenten op bijzondere wijze wist te betrekken bij onderwijs en
onderzoek. Hoe deed u dat?
“Dat begon behoorlijk intuïtief. Ik ben een architect die gefascineerd is
door het vak zelf. Die fascinatie is in het onderwijs belangrijker dan wat je
wilt overdragen. Ik wilde de studenten dingen laten ontdekken die ik zelf
nog maar half beheerste.”
Studenten meenemen op ontdekking door de architectuur, is daar nog ruimte voor?
Nam u ze mee op ontdekkingstocht?
“Ja, dat bedoel ik met fascinatie: we gingen samen op ontdekking. Ik was
natuurlijk meer op de hoogte van het waarom van dingen. Maar we deden
niet twintig keer het zelfde. Dat kwam ook omdat ik het onderwijs samen
deed met studentassistenten die mijn fascinatie deelden. Ik opereerde in
een heel open situatie, want na de democratisering stond alles ter discussie. Je had daarbij alle vrijheid; een derde van het programma was vrij invulbaar. Dat kun je je toch niet meer voorstellen! Studenten kwamen met
een zelfgekozen onderwerp over woningbouw of de stad en vroegen me
dan als begeleider erbij. Zo'n situatie hadden we toen met elkaar.”
Intussen is de situatie onvergelijkbaar veranderd met gestructureerde
curricula, optimale doorstroming en bindend studieadvies. Hoe hebt u
die omslag beleefd?
“Tegelijk met die veranderingen, veranderden ook mijn verantwoordelijkheden binnen deze faculteit. Ik was eerst docent, daarna universitair
hoofddocent en vervolgens hoogleraar. Mijn contact met studenten werd
daardoor minder persoonlijk. Uiteindelijk werd ik coördinator van andere
mensen. Ondertussen werkte de democratisering zo dat er steeds meer
“Ik ben bang van niet. Ze worden ook niet meer door een
begeleider meegenomen, maar door een beeldscherm. Ze
vinden een heleboel losliggende informatie waar ze zelf
maar hun weg in moeten zien te vinden. Wij lieten ze destijds zien hoe je met die informatie om zou moeten gaan
door te laten zien wat wel en niet van belang is.”
Dus de leermeester is uit het proces verdwenen?
“Je zegt het, ja. Dat is voor een deel gebeurd door project
gestuurd onderwijs (PGO) waarbij de begeleider geen bron
van kennis was, maar een procesmanager. Het Maastrichtse model heette dat. Dan kwam een onderwijskundige ons
vertellen hoe we onderwijs moesten geven. Vreselijk was
dat. Uiteindelijk heeft de verbreding van het onderwijsaanbod niet geleid tot samenhang, maar tot versplintering.”
Tot slot, uw afscheidstentoonstelling heet Patient
(Re)search. Hoe moeten we dat lezen?
“Het gaat om het zoeken, en geduldig, niet driftig en snel
zoals deze tijd is. Eerst heel onbewust iets zien, dan geïntrigeerd blijven en er steeds verder in doorgaan.”
CV
Max Risselada (Madiun,
Indonesië, 1939) studeerde in
1965 cum laude af aan de TH
Delft op een ontwerp voor een
nieuw station in Utrecht. Na
zijn studie bleef hij aan als assistent van Aldo van Eyck en
later van Jaap Bakema. Tussendoor werkte hij een jaar als
ontwerper bij de Amerikaanse
ontwerpers Ray en Charles
Eames (1970). Na terugkeer
vakken werden toegevoegd aan het curriculum waaronder
management, sociologie en economie. Dat ging ten koste
van de vrije ruimte en ook ten koste van de tijd die studenten aan een ontwerp konden besteden. Toen het programma van vijf naar vier jaar werd teruggebracht, verdween
alle vrijheid. Toen het daarna weer vijf jaar werd, was de
vrije ruimte verdwenen. In het eerste jaar had je dan achttien vakken.“ (begint te hoesten) “Ik heb er jarenlang tegen
geageerd en dat vind ik nog steeds verkeerd.”
stort hij zich op onderwijs, tentoonstellingen en boeken over
architectuur. In 2000 ontving
hij de UfD Leermeesterprijs en
in 2014 trad hij toe tot het Britse
architecteninstituut Riba. Op
12 september 2014 nam hij afscheid met de tentoonstelling
Patient (Re)Search.
Is dat uw eigen manier van werken?
“Ja, dat denk ik wel. Op het eerste gezicht zijn het nogal verschillende dingen die ik samenbreng op deze tentoonstelling. Wat heeft de architect Loos nou met zijn Braziliaanse
collega Lele te maken? Het wordt een eenheid doordat ik
laat zien hoe beiden omgaan met het gebouw als object en
met de toe-eigening van ruimte. Tenminste, dat heb ik bedacht toen ik er mee bezig was.”
1
2
youtu.be/UJ-VFMymEiE
youtu.be/0fKBhvDjuy0
De master
Missie voor een
moederstad
Fatemeh
Torabi
Z
Onderwerp:
'Historic religious identity, Ray
urban dignity: Searching planning perspective at the neglected
historic religious district to revive
the local quality as a promoter
of urban cohesion in different
scales'
Eindcijfer:
8
e was de enige Iraanse
student urbanism aan de
TU tussen 2012 en 2014.
Behaalde een bachelor
architectuur in Teheran en
sleepte haar TU-masteronderzoek
als getrouwde vrouw en moeder terug naar haar geboorteplaats Teheran. Daar ontving de gemeente de
visie van Fatemeh Torabi (27) op behoud van de culturele parels en het
verbeteren van de levenskwaliteit in
de voorstad aanvankelijk met open
armen - volstrekt verbouwereerd.
Hier had nog nooit iemand zich mee
beziggehouden, laat staan in het
buitenland. Maar belangrijker: dít
strookte niet met de plannen om
alleen de cultuurhistorische waarde
van het Abdol Azim-heiligdom, dat
jaarlijks tien miljoen pelgrims naar
Teheran trekt, in ere te houden.
Conclusie: weg ermee.
In afwachting van haar volgende
bezoek aan de gemeenteraadslieden in Teheran, werkt de architect
onverstoorbaar verder aan een PhD
aan de TU. Onderzoek aan meer
universiteiten moet volgen. “Mijn
enige doel om te emigreren was
mijn opleiding.”
Teheran mag dan de beste architectenopleiding hebben van het
land, na een bachelor daar leek
een masteropleiding aan de TU
Delft de heilige graal. Dé plek om
te werken aan een ommekeer voor
de stad die haar zo na aan het hart
ligt. “Iraniërs zijn trots op hun oude
beschaving. Ray - als ruïnestad ooit
een voorstad van Zuid-Teheran - is
daar een groot onderdeel van.”
Toch speelt het geen prominente rol
in de huidige cultuur van Iran, stelt
Torabi. Hoe meer de stad groeit,
hoe meer dit stuk in de verdrukking komt en omlaag schuift op de
prioriteitenlijst van de gemeente.
“De meeste mensen hebben tegenwoordig het beeld van een religieuze, multiculturele achterstandswijk
met weinig voorzieningen als ze
aan Ray denken. Hoe kan dat? Hoe
kan zo'n belangrijk stuk cultuur van
mijn land, zo makkelijk vergeten
worden? Dat wilde ik weleens onderzoeken.”
Mismanagement, luidt de conclusie van de architect na maanden
research voor haar afstuderen. “In
mijn onderzoek heb ik geprobeerd
om Ray onder de aandacht te brengen bij de bewoners, bezoekers, de
gemeente, investeerders, de publieke en de private sector. Naar mijn
mening hebben ze niet voldoende
onderzoek gedaan naar het district
en begrijpen daardoor te weinig
van wat er speelt en wat het belang
ervan is voor de cultuur van Iran.
Nog steeds liggen er - soms wel zesduizend jaar oude - cultuurschatten
die niet worden geëxploiteerd. Toch
doet het stadsbestuur - ondanks
die tien miljoen pelgrims - niets aan
verbetering van de infrastructuur in
Ray voor toerisme. Voor de toch al
arme mensen die er hun woningen
verlaten, komen immigranten in de
plaats die niets hebben met de lokale cultuur en er dus geen steentje
aan bijdragen. Het is een vicieuze
cirkel.”
Wat nou als je de locale economie
een boost geeft; ingrijpt op het sociale leven in de wijk en de inrichting
van het stadsdeel eens kritisch onder de loep neemt? Op die manier
wordt Ray weer interessant voor investeerders en toeristen, wat weer
voor meer banen zorgt. Dé manier
om de wijk weer uit het slop te trekken, denkt Torabi.
“ Het is niet zo gek dat de gemeente
zich tot nu toe altijd heeft gefocust
op alleen de bedevaartsplaats in
Ray. Het verzamelen van (historische) informatie over de wijk viel
mij ook zwaar. De laatste documentatie is van tien jaar geleden en
online is bijna niets te vinden. Voor
mij zat er destijds dus niks anders
op dan de informatie ter plaatse boven water te krijgen. Dat heeft het
grootste stuk van mijn afstudeertraject in beslag genomen en het is
precies de reden dat het bestuur er
nu verder niets mee doet. Enfin, of
ik contact met ze wilde houden. Binnenkort ga ik naar ze toe om verder
te praten. Dankzij mijn scriptie hebben ze nog aardig wat bij te lezen.”
(JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Wat je van ver haalt is lekker. Maar dat geldt niet voor het
afstudeerwerk van architect Fatemeh Torabi. Haar onderzoek
naar hoe je het ooit historische, maar nu verpauperde, industriële stadsdeel Ray weer bij moederstad Teheran zou kunnen
betrekken, werd door de gemeenteraad van de stad die haar
zo na aan het hart ligt, in de wind geslagen. Onverstoorbaar
werkt ze verder.
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Noel Weber
Specs
De kunst van het
fietsen
1.87 meter
Gewicht
82 kilo
Geboortejaar
1992
studie:
luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Sport:
schermen, sabel (bij DFC)
andere sporten:
kickboksen, voetbal, mountainbike
Elektrisch vest dat in
verbinding staat met
een scorebord dat
de punten aangeeft
die de tegenstander
maakt door het vest te
raken. Het vest moet
een kracht van 1600
Newton kunnen weerstaan.
Waarom schermen?
“Ik heb altijd van competitieve
en vechtsporten gehouden.”
Welk niveau?
“Ik sta vierde op de Nederlandse ranking en doe ook internationale wedstrijden.”
Sterke punten?
“Ik ben lichamelijk vrij sterk en
geef nooit op.”
NSK-brons voor fietsende loper,
voetballers nog weinig op dreef,
imponerende competitiestart van
Virgiliaanse rugbyers, workshop en clinic
voor waaghalzen.
Aan de arm
wordt een
kabel bevestigd om
scores door
de tegenstander door
te geven aan
het scorebord.
Wedstrijdmasker,
moet ook 1600
Newton aan kracht
kunnen opvangen; is
verbonden met een
machine die de score
(aantal rake stoten
door de tegenstander) bijhoudt.
Zwakke punten?
“Bij wedstrijden lukt het mij
niet om mijn hoogste niveau te
halen. Dat lukt op trainingen
wel, het is puur een mentale
kwestie.”
Blessuregevoelig, lichamelijke
zwakheden?
“Ik heb een schouderblessure
gehad aan mijn linkerarm,
gelukkig scherm ik met rechts.
Mijn voeten zijn chronisch
geblesseerd, dat is veel vervelender.”
Hoogtepunten/prijzen?
“Ik heb in de top 3 gestaan in
Nederland. Op de world ranking sta ik in de top 250.”
Waarom gaan schermen?
“Omdat het een fysieke uitdaging is, maar ook een erg tactische sport, voor slimmeriken.
En je mag andere mensen raken die een wapen hebben.”
Handschoen
beschermt
de rechterhand.
Drie strepen in de
kleuren van de
Duitse vlag. Noel
Weber is Duits international.
Speciale broek, om
grote kracht te kunnen opvangen.
Sabel van 1.05
centimeter.
Waarom bij DFC?
“Het is de beste schermclub in
de omgeving.”
Ergens een hekel aan?
“Het kan eenzaam zijn. Ik vind
dat geen probleem, behalve als
je geen trainingspartner kan
vinden.”
Speciaal ontworpen om de hielen,
waar veel kracht op
komt, te steunen.
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities?
“Aan de top komen van de
Nederlandse ranglijst.”
Als je van een afwisselende sport houdt, biedt de
triatlon welkome mogelijkheden. Voor liefhebber
Stein Posthuma, wiens zwakke punt het onderdeel
zwemmen is (maar daar wordt aan gewerkt), lijkt
een duathlon waar alleen gelopen en gefietst wordt
dus ideaal. Eind augustus zette de TU-student op het
EK in Oostenrijk al de snelste tijd neer in de categorie
25 tot en met 29 jaar. Uiteraard startte hij vorige
week op het NSK duathlon in Groningen als een der
favorieten. Na 5 kilometer lopen, 20 kilometer fietsen en nog eens 2,5 kilometer lopen klokte hij een
eindtijd van 58:08:00. Goed voor brons op zowel het
NSK als op de ranglijst voor 40-minners. Clubgenote
Sarah Lammens van DSZ Wave eindigde bij het NSK
vrouwen als zesde.
Hardlopers zijn doodlopers, zullen ze denken bij de
voetbalverenigingen van de TU, die het beide vanaf
de competitiestart rustig aandeden met het vergaren van punten. Zowel Taurus (vierde klasse zondag)
als Ariston’80 (derde klasse zaterdag) is na vijf speelronden ergens aan de onderkant van de ranglijst te
vinden. Als de tijdens de Owee aangewaaide nieuwe
talenten hun plaats hebben gevonden in het elftal,
zal het ongetwijfeld beter gaan. De rugbyers van
DSR-C draaien intussen traditiegetrouw gewoon
weer mee in de (sub)top van de eerste klasse, het
op een na hoogste landelijke niveau. Ook derdeklasser Thor blaast zijn partijtje bovenin aardig mee op
eigen niveau. Verrassend wellicht is de toppositie in
de vierde klasse van het nog niet zo lang bestaande
vijftiental van de Sanctus Virgilius Rugby Club. Rugbyuitslagen willen, vanwege het hoge aantal te behalen punten, nog wel eens imponerend overkomen
op buitenstaanders, maar een doelsaldo van 216-20
na vier (gewonnen) wedstrijden mag bewonderd
worden. De SVRC kent naast de bij veel (lagere)
sportteams overbekende ‘derde helft’ zelfs een vierde helft. Dat is natuurlijk de ware teamspirit.
Liefhebbers van een beetje (sportieve) spanning in
hun saaie studentenbestaan kunnen op 17 oktober
hun lol op tijdens de clinic ‘trucs uitvoeren’ op de
gele ‘slackline’ die op de campus gespannen is tussen enkele bomen. De cursus beoogt het verbeteren
van je vaardigheden en je spierenkracht. Je hoeft
alleen maar even een stukje over het touw te lopen.
Wie durft?
Voor veel buitenlandse studenten is zitten op een
fiets in het Nederlandse verkeer al eng genoeg. Zij
kunnen op 23 oktober terecht bij de workshop ‘The
art of cycling’, verzamelen in het Sportcafé. Info:
sc.tudelft.nl.
Tips? [email protected]
Wat: Museumnacht Delft
Waar: centrum Delft
Wanneer: vrijdag 24
oktober
Prijs: €8 passe-partout
(voorverkoop) of €10 op
de dag zelf
Partyprognose:
9
17
party
Spotters
Kastanje
In een cultuur waar in plastic verpakte plakjes worst
het winnen van een vers gevangen vis, weten nog
maar weinig mensen wat de natuur ons te bieden
heeft. Een van de schrijnende voorbeelden is de
overvloed aan kastanjes. Ze liggen overal voor
het opraken, maar wat doen mensen er mee?
Poppetjes maken op prikkers. En dat terwijl de
tamme kastanje zo lekker is. Een paar tips
en recepten om je op weg te helpen.
Kastanjepuree zoet
Nodig: kookpan, staafmixer, zeef,
Ingrediënten: water, kastanjes (stuk of 10),
volle melk, mes
museumnacht
L’Heure Bleue, het uur waarop de zon net onder is en de lucht een staalblauwe
kleur heeft, is hét moment om de stad in te duiken. Niet verwonderlijk dat de jubileumeditie van de Delftse Museumnacht, op vrijdag 24 oktober, dit thema draagt.
E
én ding is zeker na vier jaar Museumnacht in Delft: TU-studenten zijn de belangrijkste doelgroep. “De helft van de bezoekers is jonger dan 30 jaar”, zegt organisator René Jacobs, eigenaar van Galerie De Kunstkop. “De samenwerking met de TU is dit vijfde jaar daarom nauwer
dan in voorgaande jaren.” Die begon al met de zomercursus Grachtenbeesten Bouwen bij
Sport & Cultuur, geïnspireerd op de beroemde Strandbeesten van kunstenaar en oud-TU'er Theo
Janssen. Net als de reusachtige gevaartes van pvc-buizen van Janssen, bewegen de beesten van de
studenten zich zelfstandig. Daarmee zijn ze één van de publiekstrekkers van de Museumnacht, bij het
voormalige Legermuseum.
Dat moet overigens hoe dan ook fungeren als het kloppende hart van het evenement. Peter van
Zegveld opent er de nacht met zijn Scherzo Mechanica, een mechanische symfonie door twee machinisten. De opstelling bestaat uit zes wonderlijke muziekmachines die puffen, stomen, kraken en sidderen. Ook het Tussenruimteproject, vaste prik tijdens de Museumnacht, is te zien in het Legermuseum.
De installatie van Le Kok Pistolet bijvoorbeeld, die met behulp van wereldwijde webcamera’s L’Heure
Bleue op verschillende plekken ter wereld zal volgen.
“Voor buitenlandse studenten is het evenement dé manier om de culturele scene in Delft te ontdekken”, denkt Jacobs. “Dat zijn er de afgelopen jaren steeds meer. Wij spelen daar dit jaar op in door
samen met Expat the Hague en TU Sport & Cultuur een expatborrel te houden in het Legermuseum,
gevolgd door een Engelstalige toer door de stad. Er zijn vier varianten: Art, History, Science & Design,
en een Chef’s Choice. Bij de Art-toer kom je langs Galerie de Zaal, Kadmium en Galerie Terra, de History-toer bezoekt het Prinsenhof, Museum Paul Tetar van Elven en Winkeltje Kouwenhoven, de Science
& Design-toer gaat langs het Science Centre, het Gereedschapsmuseum en Van Waay en Soetekouw
en de Chef’s choice is - je raadt het al - een verrassing.”
Klap op de vuurpijl is natuurlijk de afterparty, want de Museumnacht heeft al lang niet meer alleen
te maken met beeldende kunst. Je outfit is er eigenlijk pas af met het knipperende passe-partout, dit
jaar in de vorm van een blauw klokje aan een ketting in de vorm van een ritssluiting. Met dat passepartout mag je trouwens gratis mee met de Kwibus, die langs diverse deelnemers rijdt. Woon je op
een zichtlocatie in het centrum op de begane grond? Dan heb je mazzel, want dan is het passe-partout
gratis. Mits je de poster van de Museumnacht (af te halen bij galerie De Kunstkop) tussen vrijdag 17 en
vrijdag 24 oktober voor je raam hebt hangen dan, en een foto daarvan plaatst op de Facebook-pagina
van het evenement. Nu nog de beste route uitstippelen. Of je wandelt gewoon achter de knipperende
klokjes aan. Want eenmalig duurt L’Heure Bleue de hele nacht. (JB)
www.museumnachtdelft.nl
Dit recept laat zien hoe zoet kastanjes van nature
zijn. Breng de pan met water aan de kook. Snij met
een scherp mes een klein kruisje in de bovenkant
van de kastanje en doe deze vervolgens vijf minuten
in het kokende water. Afgieten en even laten
afkoelen om je vingers niet te branden, dan kun je
de kastanjes gemakkelijk pellen. Snij ze vervolgens
in vier stukken en zet ze net onder met de melk in
de kookpan. Laat op een zacht vuurtje ongeveer 4560 minuten pruttelen tot de kastanjes volledig gaar
zijn. Pureer glad met de mixer en zeef om de grove
stukken er uit te halen.
Heerlijk voor op brood als alternatief voor pindakaas.
En nog goedkoop ook, aangezien je ze gratis kunt
oppakken.
Hartige kastanjepuree maak je op
nagenoeg dezelfde manier, alleen
kook je nu de kastanjes in melk
met een bouillonblokje erin.
Ook aan het einde na het
zeven peper en zout naar smaak
toevoegen. Om de puree wat
dunner te maken kun je ook na
het zeven nog wat extra melk
toevoegen.
Met geslepen messen,
Job Hogewoning
Studentencommissie wil
liefde voor films overbrengen
Filmfreaks
Starring
Carine van der Boog
Isabel Nieuwenhuijse
Frank Hoeben
Jay van den Berg
Bart de Nijs
Michelly Oldekamp
Lisette Hogenkamp
Tekst: Saskia Bonger
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
19
TU Delft
Meer studenten naar het filmhuis trekken. Dat is de opdracht voor
de nieuwe studentencommissie van Filmhuis Lumen. De zeven
kiezen elke drie weken een film die op speciale studentenavonden
gedraaid zal worden. “Het lijkt misschien gemakkelijker om met
je vrienden naar de volgende superheldenfilm te gaan, maar
filmhuisfilms zijn een stuk interessanter.”
F
ilmhuis Lumen heeft
een illuster verleden.
Een verleden dat begon met een groepje
geëngageerde, linkse
studenten die baalden van het
filmaanbod in Delft. In 1974 startten zij in een oud pakhuis in de
Kromstraat een filmhuis met één
zaal. Er liepen hippies rond, er
werd diepzinnig gefilosofeerd en
er waren aparte vrouwenavonden.
De films stonden bol van de maatschappijkritiek. Niet iedereen
durfde of wilde er naar binnen.
Dat veranderde in 1996. Toen verhuisde het filmhuis naar het Doelenplein, waar het nu nog steeds
zit. Twee zalen, een café met bar
en buiten een terras. De organisatie werd strakker, er moest geld in
het laatje komen en dus kwamen
er ook films die meer publiek trokken.
300 FILMS
De studenten van weleer raakten
op de achtergrond. Twaalf procent
van de bezoekers kwam het afgelopen jaar met studentenkorting
binnen. Misschien dat er tussen
de andere bezoekers ook studenten zaten, maar dan nog: “Het is
te gek voor woorden dat het niet
helemaal vol zit met studenten.”
Dat zegt Jérôme van Dam, vrijwilliger sinds 1999 en sinds kort
zakelijk leider. “We draaien drie-
honderd films per jaar, maar het
beeld bij studenten is: daar draait
niks wat wij leuk vinden. Terwijl
uit een enquête blijkt dat ze vijftig films daarvan wel iets vonden
voor studenten. Ze hadden ze zelf
gedownload. Samen met een studentenadviesbureau kwamen we
tot de conclusie: we moeten met
studenten gaan samenwerken.”
Vrijheid
En dus is er sinds afgelopen zomer
een studentencommissie. Daarin
zitten zes studenten van de TU en
één van de Haagse Hogeschool.
Zij hebben de vrijheid om uit de
enorme lijsten met nieuw uit te
brengen films een film te kiezen
die zij willen laten zien aan hun
medestudenten. Iedere film die
zij kiezen, draait drie weken achter elkaar op de dinsdagavonden
tegen een studententarief van vijf
euro. Voorafgaand aan de vertoningen leidt steeds één van de
commissieleden de film in met
een praatje. Afhankelijk van de
film en de mogelijkheden kleden
de studenten de avonden verder
aan met bijvoorbeeld muziek, een
thema of eten.
De eerste film – die bij wijze van
uitzondering slechts twee weken
zal draaien, op 14 en 21 oktober –
moest volgens de studenten vooral aanspreken. “Het moeten zeker
in het begin toegankelijke films
zijn”, vertelt studente Carine van
der Boog. Daarom, voegt commissiegenoot Isabel Nieuwenhuijse
toe, moest de eerste film Nederlands- of Engelstalig zijn. Ook fijn
was als er een bekende acteur of
regisseur bij betrokken was of als
de film een prijs had gewonnen.
Hun oog viel daarom op 'A most
wanted man' van de Nederlandse
fotograaf en regisseur Anton Corbijn (zie kader). De hoofdrol is
voor de begin dit jaar overleden
acteur Philip Seymour Hoffman.
Vreemd
De volgende film, die zal draaien
vanaf 28 oktober, hoeft niet aan
bovenstaande criteria te voldoen.
Want wat de studenten uiteindelijk hopen is dat zij anderen hun
liefde voor filmhuisfilms kunnen
overbrengen, ook al zijn ze in een
andere taal dan Engels en ook al
spelen er geen beroemdheden
in. Van der Boog: “Dat kan net zo
goed leuk zijn, alleen is het voor
veel mensen vreemd.” Commissiegenoot Frank Hoeben is het
ermee eens: “Het lijkt misschien
gemakkelijker om met je vrienden
naar de volgende superheldenfilm
te gaan, maar filmhuisfilms zijn
een stuk interessanter.”
Lees verder op pagina 20
A most wanted man
De film 'A most wanted man'
is een spionagethriller die zich
afspeelt in Hamburg. Daar
duikt een gemartelde immigrant, half Tsjetsjeens en half
Russisch, op in de islamitische
gemeenschap. Met de hulp van
een jonge advocate probeert
hij het fortuin van zijn overleden vader in handen te krijgen.
Ondertussen houden de Duitse
en Amerikaanse veiligheidsdiensten hem in de gaten, want
is hij inderdaad een slachtoffer
of toch een extremist? Philip
Seymour Hoffman speelt in zijn
laatste rol de gedesillu-sioneerde chef van de Duitse inlichtingendienst. Hij wil de immigrant
gebruiken als lokaas voor een
veel grotere vis, maar krijgt tegenwerking van de Duitse overheid, Interpol en de CIA.
'A most wanted man' draait op
14 en 21 oktober, om 21:30 uur
in Filmhuis Lumen. Studenten
betalen vijf euro, andere bezoekers het normale tarief. Vanaf
28 oktober draait een volgende
‘studentenfilm’ en zo is er iedere drie weken een nieuwe. Kijk
voor meer informatie op www.
facebook.com/studentenfilmavond.
De zeven leden van de Lumen-studentencommissie houden
stuk voor stuk van film. Frank Hoeben maakt ze zelf: de teller
staat op zes korte films variërend van road movie tot tragedie
en van science fiction tot comedy. Isabel Nieuwenhuijse heeft
geacteerd en volgde in Leiden de minor theater en film.
Allemaal hebben ze een favoriete film, genre of acteur.
Lisette
Hogenkamp
Frank Hoeben
(space engineering)
“Als kind maakten 'The Lion King'
en 'Jurassic Park' de meeste indruk op me.
Uiteindelijk is mijn smaak gegroeid. Ik heb films
gezien uit alle delen van de wereld, vaak gedownload. Nu ben ik daar correcter in, ga ik meer naar filmfestivals. Met een groepje vrienden gaan we geregeld
naar de sneak preview. Zo heb ik 'Borgman' gezien (zie
kader), een geweldige Nederlandse film. Maar echt
een favoriete film heb ik niet, wel een favoriete acteur: Michael Fassbender. Hij gaat heel erg op in
zijn rollen, zoals die in '12 years a slave'. Als hij
een zware rol heeft, zie je hem het zwaar
hebben. Ik wil het zo echt mogelijk
hebben.”
(civiele techniek)
Als ik een beste film moet kiezen, zeg ik 'American Beauty'. Ik vind het verhaal goed in elkaar steken, Kevin Spacey speelt fantastisch en zelfs naar die
scène met een rondvliegend plastic zakje kan ik uren kijken. Mijn favoriete acteur is Joaquin Phoenix. Ik heb niet
eens door dat ik een film kijk, omdat hij zo overtuigend
speelt. En dat bij heel uiteenlopende rollen. Verder houd
ik van dramafilms, maar het liefst met bizarre situaties
en conversaties, of een gek of surrealistisch plot. Het
is leuk als een film totaal anders afloopt dan je had
verwacht. Of veel vragen oproept, zoals dat gebeurt bij 'Borgman'.
Jay van
den Berg
(biomechanical design)
“Ik houd van animatiefilms. Japanse zijn vaak mooi. Bijvoorbeeld van
de filmmaker Miyazaki. Het is knap hoe
hij zijn animatiefilms zo kan maken dat je
echt meeleeft, met een tekenfilm dus.
De tekenstijl geeft meteen een extra
dimensie. Je kunt er sferen mee creëren die je in gewone films niet
kunt maken.”
Michelly
Oldekamp
(maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Haagse Hogeschool, niet
op de foto) Drama en waargebeurde verhalen vind ik meestal mooi. Zoals 'Intouchables'
en 'Billy Elliot'. Of zoals laatst 'The Selfish Giant', over twee jongetjes die opgroeien in een
arme Engelse wijk en daar staal verkopen.
Met één van hen loopt het niet zo best
af. Het geeft een inkijkje in het leven
in de arme delen van Engeland.”
Isabel
Nieuwenhuijse
Carine
van der Boog
(master waterbouw)
“Eén favoriete film heb ik niet. Ik houd
wel van Duitse films. Ik ga naar het filmhuis
als er iets draait dat me aanspreekt. Ik vind het
sowieso prettig om er te zijn, omdat er zo’n huiselijke sfeer hangt. Vaak zie ik films waarover
je na afloop moet verder praten om te weten
wat er precies gebeurde en om erachter te
komen waar het nu echt over ging. Nu ik
erover nadenk: 'Borgman' was zo’n
film. Heel goed.”
(chemical engineering)
“De eerste film die ik in de bioscoop
zag, was 'Kruimeltje'. Ik was toen zeven of
acht jaar, denk ik. Ik vond het fantastisch, zo in
het donker. Toen ik dertien of veertien heb ik
'Lost in Translation' gehuurd. Dat is nog steeds
mijn lievelingsfilm. Ik kan het moeilijk onder
woorden brengen, maar de sfeer in die film
sprak me heel erg aan. Vanaf dat moment ben ik op zoek gegaan naar
art house-films.”
Bart de Nijs
(chemische technologie)
“Mijn absolute favoriet is 'Once
upon a time in the west'. Die film is
zo mooi gemaakt en heeft zo’n sterk
verhaal. Ik heb hem een stuk op vijf
keer gezien. In het algemeen houd ik
van gangsterfilms en science fiction,
maar het verhaal is voor mij altijd
het belangrijkste.”
22
Delta magazine
Delta
TU Delft
‘Je komt
hier niet om
zinloos rond
te dabberen’
“Vrede in de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee
we overstappen op een circulaire economie.” Dat zegt hoogleraar
duurzaamheid en maatschappelijke verandering (Universiteit Utrecht)
Herman Wijffels. Volgens de voormalig Rabobank-topman en oudvoorzitter van de Sociaal-Economische Raad en de Wereldbank is het aan
de studenten van nu om een nieuwe wereldorde vorm te geven.
Uitputting
Relationele ethiek
“We zijn met zoveel mensen, dat we met onze huidige manier van
leven niet meer passen op deze planeet. We halen grondstoffen uit
natuurlijke hulpbronnen en verwerken die tot eindproducten. Wat
we niet meer kunnen gebruiken, gooien we in het milieu. Dat leidt
tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen aan de voorkant van het
productieproces en vervuiling van diezelfde natuurlijke hulpbronnen aan de achterkant. Als gevolg daarvan zijn we terechtgekomen
in wat in geologenjargon overshoot heet. Dat wil zeggen: overbelasting, we zijn over de houdbare grenzen van wat de wereldwijde ecosystemen te bieden hebben heen geschoten.
De economische crisis is door velen geïnterpreteerd als een puur financieel-economische crisis, maar het is net zozeer een ecologische
en institutionele crisis. Zolang beleidsmakers die laatste twee aspecten blijven negeren, zal de economische crisis niet worden opgelost.
Hun hoofdroute blijft herstel van wat was. Dat is geen oplossing en
werkt dus niet. Ik hoop dat naarmate de crisis langer duurt, steeds
meer mensen zich realiseren dat het anders moet.”
“De relationele ethiek kan leidend zijn bij het vormgeven van ons leven en onze manier van samenleven in de omstandigheden die zich
nu aandienen. De essentie is dat we bij alles wat we doen vragen: wat
is het effect van ons handelen op andere mensen en op de aarde als
systeem? Dat is nogal een afwijking van wat we in de industriële tijd
deden. Het was concurreren om wie het meeste te pakken kon krijgen.
Sociale onderzoekers zien een categorie mensen opkomen, de
cultural creatives, die in toenemende mate – dus niet altijd en niet
overal - hun leven vormgeven op basis van relationele ethiek. Zij letten op wat ze eten, hoe hun voedsel geproduceerd is, ze stappen over
op hybride of elektrische auto’s, leggen zonnepanelen op hun dak,
investeren in windmolenprojecten, willen weten hoe hun kleren gemaakt zijn. Die groep wordt in sociale onderzoeken geschat op een
kwart van de bevolking.
Het speelt zich ook af in ondernemersland. Daar heet het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het schiet hier en daar zelfs
door naar ‘waarde creëren in meerdere dimensies’. Niet alleen maar
Tekst: Saskia Bonger
Delta magazine
winst maken, maar ook sociale en ecologische waarde creëren.
Mensen opleiden, landbouwgrond vruchtbaarder achterlaten.
Het idee dat je langdurig winst kan maken door de aarde of mensen te beroven, is een illusie.”
Circulaire economie
“De huidige economie is, in het voetspoor van ons denken, lineair georganiseerd. We moeten ons ervan bewust worden dat we
een lineair denkende soort zijn te midden van een cyclische werkelijkheid. Van daaruit moeten we manieren van werken organiseren, waarmee we ons weer voegen in die cyclische werkelijkheid, zoals de mensen van vóór de industriële tijd. In die zin is de
industriële tijd een afwijking van de natuurlijke orde.
De rol van eigendom verandert in een circulaire economie. Er
zijn al fabrikanten die hun producten verhuren in plaats van
verkopen. Fabrikanten die tapijt in gebouwen leggen en daarvan
eigenaar blijven, houden beschikking over de grondstoffen in
hun producten. En er zijn meer van zulke voorbeelden. Zo kun je
wasmachines en koelkasten leasen.
Als je de circulaire economie wilt vormgeven, dan moet je binnen productieketens samenwerken. Het vereist dat alle schakels
heel nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd. Grondstoffen moeten
zo in een product verwerkt worden, dat je ze er aan het eind kunt
uithalen om er een volgend product van te maken, steeds opnieuw. Dat zal leiden tot regionalisering, omdat we overstappen
naar het oogsten van waardevolle stoffen uit onze lokale afvalstromen, urban mining. De afvalbranche ontwikkelt zich gaandeweg tot een leverancier van grondstoffen.”
Micro-technologie
“De nieuwe generatie technologie heeft een belangrijke rol te
spelen. Die micro-technologieën onderscheiden zich van de dragende technologieën uit de industriële tijd door een efficiënte
toepasbaarheid op kleine schaal. Ik heb het over duurzame energie-technologie, de transitie naar biobased economy, de rol van
nanotechnologie, 3D-printen, life sciences. Mijn beeld is dat de
industriële tijd gebaseerd is op het ontwikkelen van kennis over
de toepassingsmogelijkheden van dode materie: anorganische
materie als ertsen, mineralen, fossiele brandstoffen. Een flink
deel van wat zich in de toekomst zal ontwikkelen, zal gebaseerd
zijn op verdere verdieping van onze kennis van levende materie,
van organisch materiaal, biomassa. Er openen zich allerlei mogelijkheden om van moleculen uit biomassa nieuwe materialen
te maken. We kunnen met bacteriën en enzymen chemische
processen vormgeven die bij dagtemperaturen plaatsvinden, in
plaats van de heel hoge temperaturen die de petrochemische industrie gebruikt om anorganische grondstoffen te kraken.”
Vrede
“Binnen een cyclische economie hoort dat we onze energie
niet meer halen uit eindige bronnen, maar dat we oogsten uit
altijd beschikbare bronnen: zon, wind, aardwarmte. Nieuwe
energie-technologieën maken het mogelijk om een heleboel fossiele brandstoffen in de aardkorst te laten zitten. Wat het beste is
voor het CO2-gehalte in de lucht. Bovendien, nu halen we onze
energie uit de hele wereld, uit Rusland en het Midden-Oosten.
Waarom denk je dat daar oorlog is? Om de grondstoffen. Vrede in
de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee we
overstappen op een circulaire economie. Want als wij zelf onze
energie maken, en in twee à drie decennia is dat mogelijk, dan
hebben we die Russen en Arabieren niet meer nodig.”
Overheidssturing
“De rol van de overheid in de transitie naar een circulaire economie is wat mij betreft relatief beperkt. Bepaalde instituties
‘Iedereen die een technische
opleiding volgt, moet zijn rol
pakken’
moeten wel veranderd worden, zoals de mededingingswetgeving
en het belastingstelsel. Die eerste moet ruimte maken voor de
samenwerking in circulaire productieketens, wat nu niet mag. In
de belastingwetgeving zou het buitengewoon helpen als de inzet
van nieuwe grondstoffen extra wordt belast. Als het relatief goedkoper is om grondstoffen te recyclen, ontstaat er een prijsprikkel
om daarop over te schakelen.
Nederland loopt helemaal achteraan in de stoet van landen als
het gaat over duurzame energie. En niet voor niets. Neem windmolens. De druk om windmolenparken te bouwen is zo groot,
met alle onrust van dien, omdat de overheid liever molens heeft
dan zonnepanelen op huizen. Op die laatste kan ze namelijk
geen belasting heffen, op die eerste wel. Daar zitten oude belangen. Maar uiteindelijk, hoe traag ze in Den Haag ook zijn, wij zullen ooit volledig in onze eigen energiebehoefte voorzien.”
Welvaart
“Ik denk niet dat een circulaire economie betekent dat onze levensstandaard omlaag zal gaan. We komen uit een tijd waarin we
maatschappelijke vooruitgang voornamelijk hebben afgemeten
aan het Bruto Nationaal Product, wat eigenlijk betekent ‘meer
spullen’. Ik voorzie dat de oriëntatie de komende tijd veel meer
zal liggen op kwaliteit van leven. Dus van ‘hebben’ naar ‘zijn’.”
Ingenieurs
“Een bepaalde manier van leven houdt een keer op. Systemen
kennen een cyclus van opkomen, volop productief zijn en eindigen. Dat laatste is nu aan de orde. De industriële tijd heeft enorme vooruitgang geboekt, voor heel veel mensen. In de volgende
fase zullen we die vooruitgang met nieuwe inzichten, kennis en
technologie verder moeten brengen. Iedereen die een technische
opleiding volgt, moet daarbij zijn rol pakken. Je komt hier niet om
zinloos rond te dabberen. Je bent op de wereld om een bijdrage te
leveren aan de ontwikkeling van het leven. Dat is de aard van het
bestaan en de aard van evolutie. Studenten van nu zijn de mensen die in de komende twintig tot dertig jaar een nieuwe realiteit
moeten creëren. Dat is een geweldig inspirerende uitdaging. Het
dient zich nu aan door de mogelijkheden die er zijn. Jonge afgestudeerden komen in een lineaire wereld terecht, maar ze zullen
zich het circulaire denken eigen maken en de technologie die
daarbij hoort verder ontwikkelen. Dat is wat zij in hun life time te
doen hebben.” <<
Herman Wijffels geeft op dinsdagavond 14 oktober op uitnodiging van Studium Generale een lezing met als werktitel ‘Principes
en technologie voor het antropoceen’. Ook is er ruimte voor vragen en debat. De lezing is de eerste van drie met het thema ‘Een
nieuwe wereld: waarden, bewustzijn en techniek van de mensheid 2.0’.
Aanvang: 20:00 uur.
Locatie: Aula.
www.sg.tudelft.nl
23
24
boeken
Hoe niet te innoveren
D
Door het kleine formaat, de
vale paarse kaft en de onbekende auteur met de moeilijke naam is 'Flitsen' een boekje dat je makkelijk over het
hoofd ziet. En dat zou jammer
zijn omdat het een bruisend
geschreven biografie is van de
geniale uitvinder Nikola Tesla
(1856 - 1943).
e geboorte van Gregor,
zoals het hoofdpersoon
van het boek heet, neemt
messiaanse vormen aan.
In het holst van de nacht
zet een blikseminslag het kraambed
in het volle licht 'waarna de donder
zijn eerste kreetje overstemt terwijl de
bliksem het omringende bos in brand
zet'. De schrijver Jean Echenoz kan wel
sterke scènes neerzetten.
In een dun boekje volgt Echenoz tamelijk nauwgezet de levenswandel van
de Kroatische uitvinder Nikola Tesla
en hij mag daarbij graag zijn tics en
merkwaardige karaktertrekken wat
aanzetten. Gregor leidt aan smetvrees
(behalve als het om duiven gaat), hij
heeft een dwangmatige neiging om
alles te tellen (behalve geld) en alles
wat hij bedenkt ziet hij zo helder voor
zich dat het uitwerken hem meestal
zinloos lijkt.
Op zijn 28-ste trekt hij naar Amerika
waar hij als assistent bij het multitalent Thomas Edison terecht kan.
Edison heeft dan net een eerste buurtcentrale op 110 volt gelijkspanning
in Manhattan opgeleverd om mensen met gloeilampen (zijn eerdere
uitvinding) van stroom te voorzien.
Gregor vindt gelijkspanning een slecht
systeem omdat er veel warmteont-
wikkeling optreedt in de kabels. 'Wie
warmte zegt, zegt al vrij gauw vonk,
vuurzee, rampspoed, verzekeraars en
brandweerlieden, niet leuk dus', aldus
Echenoz. Gregor laat zien dat wisselspanning efficiënter is omdat je die
met transformatoren op een hogere
spanning kunt brengen, hetgeen de
transportverliezen verkleint.
Maar Gregor is niet voorbereid op de
smaadcampagne die daarop volgt.
Edison, de eeuwige showman, heeft
Gregor bedenkt
onophoudelijk nieuwe
generatoren, zenders,
ontvangers en vrije
energie voor iedereen
besloten mensen te laten zien hoe gevaarlijk wisselspanning is en doet dat
door in het openbaar een olifant te
elektrocuteren met 6600 volt. 'Dikke
rookwolken stijgen op uit de elektroden aan het lijf van de olifant, die
direct in elkaar zakt, als een doorgeprikte ballon, met haar vier verslapte
poten in de vier windrichtingen. Quod
erat demonstrandum. Daverend applaus.'
Uiteindelijk wint wisselspanning toch,
zoals wij allen weten, maar doordat
zowel Edison als George Westinghouse, oprichter van Westinghouse
Eletric Company hem belazeren,
wordt Gregor daar niet rijker van.
Lang, slank, dandyachtig gekleed en
wonend op hotelkamers bedenkt Gregor onophoudelijk nieuwe generatoren, zenders, ontvangers en jawel vrije
energie voor iedereen. Maar steeds
gaat iemand anders met zijn vindingen aan de haal (Marconi zou de radiocommunicatie van hem hebben).
Vaak uit geldbejag, soms uit jaloezie.
Na een aanrijding op een winternacht
sterft hij alleen met zijn duiven op een
goedkope hotelkamer. Wat een einde
voor een genie. (JW)
Jean Echenoz, 'Flitsen', World
Editions 2014, 152 blz., € 14,95
Delta Calcudoku
In this Chaos Sudoku, every row, column, the
eight irregularly shaped blocks of nine cells and
the middle block of 3 by 3 cells must contain
the digits 1 through 9 exactly once.
In this Chaos Jigsaw PiecesDoku there are six
further items to solve.
The first two items, highlighted in blue and
pink, also must contain the digits 1 through 9
exactly once.
The last four items are highlighted in yellow.
Each yellow block of cells must contain all of
the digits from one of the following rows.
© 2014 www.sudoku-variations.com
The solution of this calculodoku will be published in
next Delta.
Solution Calculodoku Delta 3
Delta
leuk bedacht
Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daarvan terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met
de Deep Sea Minor, die in 2012 voor het
eerst werd gegeven?
De druk is er immens hoog en als
je niet oppast, corroderen al je
stalen constructies en instrumenten binnen mum van tijd weg. Op
kilometers diepte, op de bodem
van de oceanen, is het niet fijn
toeven, maar oh wat is het er rijk
aan mineralen. ‘Deep sea mining’
heeft volgens hoogleraar maritieme techniek prof.dr.ir. Mirek
Kaminski (3mE) de toekomst. Hij
was een van de initiatiefnemers
van de gelijknamige minor die in
2012 startte.
Technologieën om op de oceaanbodem koper, goud en andere
waardevolle materialen te delven
moeten nog grotendeels ontwikkeld worden. Hoe maak je apparatuur dat robuust genoeg is? Hoe
krijg je de benodigde energie op
de diepte? En hoe haal je de schatten naar het zeeoppervlak? Over
dit soort ingewikkelde vragen
mocht een veertigtal studenten
meedenken samen met enkele
ingenieursbureaus die interesse
hadden getoond in de minor.
Minor geschrapt
Aanmeldingen van studenten waren er volop. De minor had voor elk
wat wils. Er kwam robotica bij om
de hoek kijken, elektrotechniek,
werktuigbouw, scheepsbouw,
composiettechnologie. Toch is de
minor na een jaar al weer gestopt.
De reden: een te hoge werkdruk.
“Ik had teveel hooi op mijn vork
genomen”, vertelt Kaminski. “Het
onderwijscurriculum bij 3mE is de
afgelopen jaren veranderd. Het is
veel zwaarder geworden. De TU
verdient de eerste prijs als het
gaat om het telkens opnieuw
weer vernieuwen van het
onderwijsprogramma”,
zegt hij sceptisch. “Er was
geen ruimte meer voor
deze minor.”
ON
BESL
IST
Hoe nu verder?
Is het nu definitief afgelopen
met het onderwijs over het winnen
van grondstoffen uit de diepzee?
Kaminski hoopt van niet. Hij laat
weten dat het onderwijs wellicht
toch nog gegeven kan worden,
maar in een andere vorm. Heel
concreet wil hij daar nog niet over
zijn. “We voeren nu gesprekken
met de rector en met de industrie.
Er is veel behoefte bij Nederlandse
ingenieursbureaus aan kennis over
dit onderwerp en aan kenniswerkers. Bij de TU weten we precies
wat er speelt in deze branche.”
(TvD)
Sinterklaas
2020
Vijf december komt eraan. Het ziet er
helaas naar uit dat dit de laatste viering wordt met Zwarte Pieten. Nu kunnen we natuurlijk met zijn allen bij de
pakken gaan neerzitten, maar we kunnen ook om ons heen kijken op zoek
naar iets anders. Sinterklaas is welbeschouwd een nogal lullig en gedateerd
kinderfeestje. Weg met de Zwarte Piet,
tijd voor iets nieuws!
Ik stel voor om de zwarte knechten te
vervangen door Duitse assistenten in
Lederhosen en een jagershoedje. Ze
heten allemaal Heinz en zijn uiterst
behulpzaam. Er is een Bastelheinz,
die gerne komplizierte Surprisen fabriziert; een Jodelheinz met lange
blonde vlechten, die zodra hij maar
aanstalten maakt om te zingen een
flinke prop in de mond gedouwd krijgt;
Teutonischerheinz, Weltmeisterheinz,
Reinheitsgebotheinz, enz, enz. Allemaal onder leiding van Übersturmbahnführerheinz die voortdurend
schreeuwt: Wir müssen jetzt tüchtig
arbeiten sonst bekommen die Kinder
nicht ihre Pakete. Onze kleintjes zullen
hier van smullen!
Ook Sint is toe aan een facelift. Is deze
dementerende bleekscheet echt een
Spanjaard? Gooi hem in de zonnebank,
knip die baard eraf, hou zijn hoofd onder de tondeuse, doe de mantel uit en
steek hem in een maatpak (hé, daar is
een leuk liedje van te maken). Op deze
leeftijd is paardrijden bovendien erg
onverstandig, vanwege de prostaat.
Een zichzelf respecterende heilige verplaatst zich anno nu in een motorisch
vehikel. Ik denk aan een glazenkooiconstructie met ergonomische stoel
bovenop een Leopardtank.
Resteert de vraag: is dit misschien
racistisch? Natuurlijk niet! Duitser zijn
eigenlijk net Nederlanders, ze vormen
geen eigen ras. De Heinz is een veel
natuurgetrouwere afspiegeling van
de Duitser dan de Zwarte Piet van de
Afrikaan, dus wat dat betreft is het een
hele vooruitgang. Het is geen racisme,
het is hooguit een ietsiepietsie discriminatie, maar ik denk dat Duitsers
daar niet over zullen gaan zeiken bij
de Verenigde Naties. Wie heeft er nou
een boodschap aan Duitsers die zich
gediscrimineerd voelen?
columnrobbertfokkink
Deep sea mining
Het idee
25
TU Delft
26
Schrijf je in vóór 31 oktober www.techniekbedrijven.nl
Advertenties
14 november 2014
14 November
Beurs-WTC Rotterdam
Het landelijk carrière evenement
voor de techniek- en bètastudent
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle aan den IJssel
morgen kunt u
haar gerust weer
een vraag stellen
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
E [email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn
0800 - 022 66 22
Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord
Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag.
De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.
Delta
Magazine
Lees ‘m
online
www.delta.tudelft.nl
Help Alzheimer overwinnen.
Dan hoeft niemand zichzelf
te verliezen.
1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan
Alzheimer de meest voorkomende vorm is.
www.alzheimer-nederland.nl
desgevraagd
Stelling
De Nobelprijs voor de natuurkunde gaat dit jaar naar de
uitvinders van een blauw led-lampje dat een revolutie
veroorzaakte in de wereld van de elektronische verlichting.
“Tijdens een diner vorig jaar in Beijing
zei ik nog tegen hem, ‘Jij gaat de Nobelprijs winnen’.” De Delftse hoogleraar
microtechnologie en led-expert prof.dr.
Kouchi (G.Q.) Zhang (EWI) is het helemaal eens met de keuze van het Nobelprijscomité. Zijn vriend en collega, de
Amerikaans-Japanse Shuji Nakamura,
is een van de laureaten. Volgend jaar
ziet hij hem weer, tijdens de jaarlijkse
conferentie over led-technologie in
Beijing, en dan heffen ze samen het
glas op die profetische woorden.
Nakamura, die hoogleraar is aan de
University of California, en de twee onderzoekers met wie hij de prijs deelt –
de Japanners Isamu Akasaki en
Hiroshi Amano van de Nagoya University - wisten begin jaren negentig een
light emitting diode (led) te maken die
helderblauw licht produceerde. Het
was een doorbraak die dertig jaar op
zich had laten wachten.
Er waren al lange tijd rode en groene
led-lichtjes, maar blauw miste nog. De
blauwe led is nodig om wit licht te kunnen maken en alle andere denkbare
kleurschakeringen.
Was het niet eerlijker geweest om de
prijs uit te reiken aan andere onderzoekers die al decennia eerder aan de
technologie werkten? Aan de vijfen-
tachtigjarige Amerikaan Nick Holonyak
bijvoorbeeld, de persoon die als eerste
een led maakte die zichtbaar licht produceerde?
Zhang: “Er is natuurlijk een heel grote
groep onderzoekers aan wie eer toekomt. Ik vind het terecht dat deze drie
wetenschapers de prijs hebben gekregen. De impact van hun werk op het
‘De impact van hun
werk op het milieu en
de wereldeconomie is
enorm’
milieu en de wereldeconomie is enorm.
Zij hebben ontdekt hoe je op industriële schaal blauwe leds kunt maken.”
De toepassingsgerichte aanpak van
de Japanners spreekt Zhang, die ook
werkzaam is bij Philips, erg aan. “In het
verleden ging de prijs naar theoretische
27
TU Delft
fysici. Die doen natuurlijk ook belangrijk werk. Maar een directe link met de
economie ontbrak vaak.”
Leds lijken in geen enkel opzicht op
gloeilampen, spaarlampen, gasontladingslampen en tl-buizen. Het zijn chips
die werken als een soort omgekeerde
zonnecellen.
Absorberen de halfgeleidermaterialen
in zonnecellen fotonen en gaat als gevolg van de aangeslagen toestand van
het materiaal een stroompje lopen; bij
leds leiden elektronenstromen door
de halfgeleidermaterialen er juist toe
dat fotonen worden uitgezonden. En
dat wegschieten van lichtdeeltjes doen
ze superefficiënt. Het record staat nu
op driehonderd lumen per watt. Dat is
twintig maal meer dan een gloeilamp.
De Nobelprijs voor de chemie werd vorige week ook uitgereikt. Hij ging naar
drie onderzoekers wier werk heeft geleid tot een supermicroscoop waarmee
wetenschappers op molecuulniveau
kunnen kijken in cellen: de Amerikanen
Eric Betzig en William Moerner en de
Duitser Stefan Hell.
De Nobelprijs voor de fysiologie ging
naar de Amerikaan John O’Keefe en het
Noorse echtpaar May-Britt en Edvard
Moser. Zij deden onderzoek naar de
wijze waarop de hersenen weten waar
we ons bevinden in de ruimte en de wijze waarop ze routes uitstippelen; een
soort gps van het brein. (TvD)
‘Om de invloed van hun
onderzoek te vergroten,
zouden onderzoekers enkel
freeware in hun onderzoek
moeten gebruiken.’
Dieky Adzkiya,
wiskundige
Uit ‘Finite abstractions of maxplus-linear systems’
“Als onderzoeker kun je data met
twee soorten software analyseren; met gratis software of met
betaalde programmatuur. Ik
raad iedereen aan om gratis programma’s te gebruiken omdat onderzoekers die je publicaties lezen
dan makkelijker met je data aan
de slag kunnen. Voor je eigen citatiescore is dat natuurlijk ook beter.
Zelf heb ik geen gratis programma’s gebruikt. Daar heb ik nu spijt
van. Ik heb wiskundig onderzoek
gedaan naar max-plus lineaire systemen. Deze kunnen onder meer
gebruikt worden voor de analyse
en planning van infrastructuurnetwerken, zoals spoorwegen en
communicatienetwerken.”
(TvD)
Strip: Auke Herrema
Delta
28
Delta
Text: Damini Purkayastha
Photo: Education and Student Affairs
TU Delft
In a three-part series, Delta explores the lack of space
on campus for classrooms and accommodation and
asks what solutions have been put in place.
We've got a new edition to
the International Pages,
the famed PHD Comic
will now be printed in the
magazine. A few of the pages
have been moved around
to accommodate the new
addition. We're still deciding
on a final layout, so send
your suggestions
to internationaldelta@
international
pages
tudelft.nl.
Students listen to a lecture in the former Leger Museum.
Lack of Space: Classrooms
Over 19,000 full-time students, PhD candidates and
exchange students are currently enrolled at TU Delft.
With the numbers growing
at 5-10% annually, the university is confronting a lack
of space on campus, especially for courses which attract
more students.
“In the past ten years, the number
of enrolled students in the B.Sc. and
M.Sc. phase has increased continuously. All faculties have to deal
with larger groups, especially in the
first few weeks of each semester.
Another cause [for the increase] is
the new B.Sc. programmes. In the
past few years most faculties have
adapted their programmes to include less lectures for large groups
and more active forms of education
for smaller groups. This means that
the demand for space is changing
to more places for project work and
to study by yourself,” explains Hans
Poot, manager Real Estate Development, FMVG.
The Department of Facility Management and Real Estate (FMVG) and
the Department of Education and
Student Affairs have been working
on both makeshift and long term
solutions for this shortage. This year,
seven classrooms with a capacity
of 70 were created in 3mE and 260
new study spaces were included in
the newly renovated Aula. In September, the university rented and
renovated two halls in the former
Leger Museum into classrooms with
a capacity of over 300. Other temporary venues include the auditorium
in the Aula with a capacity of 1,500,
the Theatre de Veste and, the Sports
Hall is on standby for examinations.
“Two and a half years ago we conducted an inventory of space, the
requirements and how to manage it.
Our approach is two-fold; to ensure
there’s enough space quantitatively,
and improve the quality of these
spaces to support modern teaching
methods like active learning and
blended education. Last year, for
some large courses we created smal-
‘We plan to build a new
centre for education’
ler batches of students and held
the same lecture twice in a day. In
some faculties, a class of over 200
students can be seated in different
rooms, we live stream the lecture
with an interactive set-up so students in any hall can engage with
the professor,” says Timo Kos, director Education and Student Affairs.
While some of the makeshift solutions are not ideal, Kos says students
have thus far been understanding.
Meanwhile, work is underway for
long term solutions.
“We plan to build a new centre for
education, creating more midsized
lecture rooms to facilitate activating
and multidisciplinary teaching &
learning called the Learning Centre.
This building will add extra teaching
and study facilities to the centre of
our campus, close to the Aula and
the library. Together we consider this
strip to be the future learning environment of the TU Delft. Furthermore, we have planned a few major
renovation projects. The buildings of
Civil Engineering, EWI and TNW will
be renovated, including a large number of classrooms and lecture halls,”
explains Poot.
While plans for the renovation of the
TNW building are still being prepared, the Learning Centre is expected
to be ready in 2017 and the renovated Architecture faculty by the third
quarter of 2015.
Delta
29
TU Delft
NWO awards Veni grants to TU Delft researchers
Two TU Delft researchers have
received €500,000 in grants from
the Netherlands Organisation for
Scientific Research (NWO).
Attila Geresdi and Daniele Cavallo were among the
152 researches to receive a Veni grant in 2014. They
will each receive €250,000 over the next three
years to enable them to further their research in the
fields of quantum physics and microelectronics respectively.
Attila Geresdi, who graduated summa cum laude
from his PhD in Budapest in 2011, is working on a
project called “Whispers of the Majorana particle.”
“The Netherlands has a good reputation internationally for investing in scientific research,” says Geresdi. “Each item in the lab is worth more than the
grant itself so if I had to buy the equipment I would
certainly not be able to complete my research with
this grant alone.” Geresdi’s research project focuses
on Majorana particles, which have zero energy, zero
mass and zero momentum making them very hard
to detect. Geresdi hopes to use the Veni grant to
develop new methods of measurement, allowing
him to monitor the quantum noise generated by the
majorana particles.
Daniele Cavallo graduated cum laude from Eindhoven University of Technology with a PhD in
electromagnetics in 2011. Working in the EEMCS
‘The Netherlands has a good
reputation for investing in
scientific research’
tential to provide wireless communication one
million times faster than it is now. As part of the
NWO Incentives Scheme, the Veni grant is open
to those who have completed their PhD
within the last three years and are
at the start of their scientific
career. Recipients have been
assessed as being in the top
20% of their field.
(DS)
department of TU Delft since December 2011, Cavallo, originally from Italy, says there was never any
question about where to undertake his Veni funded
research. “My existing networks and collaborations
mean that I can easily continue my research here at
TU Delft,” he says. His research, “Efficient On-Chip
Antennas for Terahertz Applications,” has the po-
Attila Geresdi (left)
and Daniele Cavallo.
(Foto's: Daniela Stow)
KonneKt launches Kickstarter campaign to help
isolated children
TU Delft graduate Job
Jansweijer has launched a
crowdfunding campaign
on Kickstarter for his
award-winning design
concept KonneKt.
In order to promote the social development of isolated children in cancer
wards, Jansweijer designed a modular
game that could be played on glass
doors or windows of isolation rooms,
bringing patients in contact with other
children in the hospital. Originally an
IDE graduation project, Jansweijer
plans to make KonneKt available to
hospitals worldwide, provided it secures the necessary funding.
“If the [crowdfunding] campaign succeeds, 100 KonneKt games will be
100 KonneKt
games will be
donated to 100
hospitals
donated to 100 hospitals,” Jansweijer
says. “The funding will be invested
in things such as molds, materials,
production, setting up a foundation
for KonneKt and toy safety testing.” A
growing number of hospitals throughout Europe and Southeast Asia have
already expressed their interest in
the game, but will have to wait until
it goes into production. To do so, the
crowdfunding campaign must raise
at least €30,000 worth of investment.
At the time of this writing, the campaign has raised more than €6,300,
donated by 138 people. With less than
three weeks to go, Jansweijer is hoping for a snowball effect, whereby
more and more people will contribute
to the cause. “Crowdfunding is a way
to involve people worldwide into making KonneKt a reality,” Jansweijer
says. “Everybody I speak to about
KonneKt is enthusiastic and thinks
KonneKt should be made, and many
people want to help. With crowdfunding, all these people can contribute a
little to make KonneKt happen.”
Officially, the Kickstarter campaign
ends on Saturday, October 18, 2014 at
22:25. Supporters can pledge a minimum of €1 towards the project via the
Kickstarter website. (PG)
konnektplay.nl/kickstarter
30
Delta
Text: Damini Purkayastha
Photo: Hans Stakelbeek
TU Delft
delft survival guide
Surviving the tastings
For those of you interested
trying out new flavours, Dutch
proeflokalen (tasting rooms)
are just the thing for you. From
organised tasting sessions on
whisky, to a free crash course
in coffee, here’s a look at some
interesting tasting sessions in
Delft and nearby.
Jenever
If you haven’t tried this traditional
Dutch liquor yet, then Schiedam is the
place to do it. In the 18th century, this
tiny town was the international hub of
jenever manufacturers. Today it houses the Jenever Museum (which also
conducts tastings) and a number of
smaller pubs with big collections of the
juniper-berry flavoured drink. One such
is Jeneverie ’t Spul which has over 400
different kinds of jenever, a small museum on the premises and they conduct regular tastings. Seven kinds of jenever are served along with snacks at a
typical tasting. “Besides talking about
flavours, I also tell participants about
the history of the drink, anecdotes
and explain how it is made,” says Rob
van Klaarwater, the owner. The tasting costs €15 per person and should
be booked a 10 days to two weeks in
advance.
Hoogstraat 92, 3111 HL Schiedam
tspul.nl
Cheese
One of Amsterdam’s famous tasting
rooms, the Reypenaer Cheese Tasting
Room conducts an hour long tasting
session with a specialist. Here visitors
try six varieties of goat cheese and
Gouda. “We usually pair the cheeses
with different wines,” says Daphne van
Delden, an assistant manager at the
store. Non-alcoholic drinks can also be
requested. The tastings are conducted
Participants taste coffee at Miss Morrison.
by Ron Pieters, who has been in the
business for 40 years. Among other
things, visitors learn to discern the texture of old cheese, the creaminess of
milk cheeses and what pairs well with
what. Priced at €15 per person, the
tastings are held all week long, but be
sure to book in advance.
Singel 182, 1015 AJ, Amsterdam
reypenaercheese.com
Coffee
If you’re a coffee connoisseur or someone who’s not entirely sure how they
like their coffee, then this Coffee College might be just the thing for you. Every two months, Cisca Colijn, the owner
of the coffee branderij (roaster) Miss
Morrison organises a free workshop
for coffee lovers. Typically, visitors are
first introduced to the green beans and
then they watch a roasting process before the actual tasting begins. “Understanding how it is made helps people
discern flavour better. It’s important
for people to know what form of coffee
they like best before investing in apparatus,” she explains. The next coffee
college will be held in November, the
date will be posted on their website.
Voorstraat 7, 2611 JJ Delft
missmorrison.nl
Whiskey
Trappistenlokaal ‘t Klooster has something for whiskey and whisky lovers out
there. “Most whisky tastings are set up
for individual groups. So according to
their wishes we adjust our tastings,”
says Helmer Dil the owner. “However,
twice a year we organise a whisky dinner and tastings can be done in Dutch
'Besides talking about flavours, I also tell participants about
the history of the drink, anecdotes and explain how it is made'
and English,” he adds. The level of the
tasting can also be adapted to suit
beginners and experts alike. Prices for
their tastings start around €17.50 but
vary depending on the number of food
items and whisky. Check their website
for the agenda.
Vlamingstraat 2, 2611 KWE, Delft
trappistenlokaal.nl
Beer
Most pubs in Delft and across the Netherlands host some kind of beer tasting events, including Biercafe
Doerak. Every two months, a beer tasting is conducted at Doerak and while
it’s primarily in Dutch, the hosts are
happy to translate for internationals.
Tastings are structured differently each
time, sometimes a brewer brings over
a sample of beers, while some are themed on a particular kind of beer. Their
next event will be held on November 9.
Vrouwjuttenland 17, 2611 LB, Delft
cafedoerak.nl
Delta
31
TU Delft
SCIENCE
Science beach party
SHORT
Researchers from all over
the world have gathered
on a Dutch beach and put
on their wetsuits. They are
measuring currents, waves
and sand erosion as part of
a measuring campaign organised by TU Delft.
A couple of girls in wetsuits are
doing stretching exercises on the
beach whilst a muscly guy dives into
the waves with a body board. A little
further into the sea, a young man
rushes by on a jet ski and tries to
gain attention.
Despite the resemblance to a beach
party, this is actually the setting of a
research project situated just off the
coast of Zuid Holland, at the Sand
Engine, an artificial peninsula created in 2011. Normally sand is being
replaced on the coast every year to
counter erosion. The idea now is to
instead let the sand from the peninsula be distributed along the coast
between Hoek van Holland and
Scheveningen naturally by wind,
waves and currents for the coming
twenty years.
Americans, South Africans, Swedes;
researchers from all over the world
have gathered here for a six-week
period. They participate in a measuring campaign organised by TU Delft
researchers and have deployed all
kinds of equipment, including current sensors, drifters, sonar tools
and even a drone, to do measurements on coastal erosion, bathymetry and waves.
Intense
One of the most impressive set of
tools is the 42 instruments that
measure the currents near the bottom of the sea. They are simple tilt
sensors, comparable to those in
smart phones, and thus very cheap
devices. They are anchored with
paving stones. A myriad of buoys
marks their location. A poor fisherman, who hadn’t heard of the research project, recently found himself amidst of all this equipment, to
his great surprise. The Sand Engine
is a popular fishing ground.
PhD student Meagan Wengrove,
from the University of New Hamp-
Broken bridge
The Sand engine attracts researchers worldwide. (Photo: Tomas van Dijk)
shire, has her diving goggles on. She
just helped collecting drifters that
were thrown into the sea to measure the currents. “And now I have
to go and put new batteries on my
instrument which is at two meters
depth and recuperate someone else’s camera’s that were snowed under with sand”, she explains. “This is
really intense research”, she laughs.
“I have been swimming competitively for fifteen years. So this should
be no problem.”
has been doing measurements on
the bathymetry with sonar at a regular basis for months in a row.”
Does this new natural sand replacement technique in itself also attract
international attention? “Sand engines could be interesting in some
parts of the United States”, says
Wengrove. “Take Long Island and
New Orleans for instance. These are
also densely populated areas where
they have problems with keeping
land.”
shape
unique
Wengrove is interested in the sand
ripples on the oceans floor. “I want
to understand how storms and currents influence their shape. Models
in oceanography usually don’t account for these rapid small scale
changes. But they might be of importance.”
Wengrove is one of many American
researchers who took base at the
Sand Engine. She is accompanied
by colleagues from the Scripps Institute of Oceanography in San Diego,
the Oregon State University and
the Universities of Miami and Washington.
What makes this Dutch measuring
campaign so interesting for these
researchers to come over all the way
over from the United States? Wengrove: “People here are collecting
many different types of data, which
combined can give us new insights.
Some look at small scale processes,
like me, whilst others measure large
scale developments. Take that guy
on the jet ski for instance”, she says
whilst pointing to the distance. “He
According to Bonnie Ludka this
spot in The Netherlands is unique.
“There is no other sand engine in
the world”, says the researcher from
Scripps Institute of Oceanography
in San Diego who is packed in neoprene from head to toe and still shivering. “It could also be interesting
for the US. We do sand nourishment
as well, near the coast of San Diego
amongst others.”
Wengrove, in the meantime, has
gone back into the water. She is
accompanied by coastal engineer
Dr. Matthieu de Schipper (CEG faculty), who is one of the organisers
of the measuring feast, which is officially called MegaPEX2014. Both
carry with them a jerrycan of bilious
green dye. A drone hovering high
above them observes the huge
green spills that appear when they
empty their cans. Again a technique
to study currents. (TvD)
After 30 years at TU Delft, Dr. Cor van der
Veen finally had the chance to sacrifice a
real bridge on science’s altar last month.
The slab bridges from the 1950’s are not
only stronger than expected, he found out,
the way in which they succumb is reassuring
as well. Van der Veen (CEG) had to put 380
tons onto the bridge (19 times the maximal load) to create a large crack across the
width. Van der Veen concluded that slab
bridges will display cracks before they actually collapse so that regular inspections
are a reliable way of monitoring a bridge’s
safety.
delta.tudelft.nl/28856
Slab bridges are hard to crack.
(Photo: Cor van der Veen)
Watching life
A smart combination between an optical
and an electron microscope images single
molecules on their way through a living cell.
Optical fluorescence microscopy shows proteins labelled with Q-dots as tiny red points
moving around in the dark, while electron
microscopy snap shots of exactly the same
area, taken at any chosen moment, show
the surrounding cell organelles they interact with. Dr. Nalan Liv showed life in action
under the Delmic microscope as part of her
PhD research at Prof. Pieter Kruit’s group
at Applied Sciences.
delta.tudelft.nl/28870
Turboprop
A test in the Netherlands' largest DNW wind
tunnel last week has shown a turboprop's
noise can be reduced by providing extra air.
PhD student Tomas Sinnige (AE) researched
the influence of the airflow on the noise
levels of a turboprop installed behind a
wing (pusher-propeller). Looking through
his preliminary results, Sinnige says that
providing extra air towards the propeller
(from pressurised air from the engine for
example) will reduce the propeller's noise
by 4 - 9 decibel.
delta.tudelft.nl/28855
Contents
International
28
Lack of space:
class rooms
29
NWO awards
Veni grants
The bike of
Text: Heather Montague
Photo: Hans Stakelbeek
Surviving the
tastings
Ben Carrion
B
rown, slim and resistant.
That is how Ben Carrion
described his old bike
that ironically carries the
brand name “German”,
but says made in Holland. “I believe
it’s a pretty common bike here,” says
the native Chilean who came to the
Netherlands just over a year ago with
his wife and daughter.
The bike was chosen mainly for its
price. “It is a second (or third, or
fourth)-hand bike, and when we
arrived in Delft, along with a few
hundred other people, there was a
huge demand for bikes so there were
not many options available,” says
Carrion. “All other cheaper options
had this torpedo braking system,
which is kind of scary for me.” He
liked that the bike looked very Dutch,
kind of old and simple with slim tires.
So far it has served him well, except
for the one hand brake that doesn’t
currently work.
Carrion mainly uses the bike for his
daily commute to Deltares, where
he is working on his thesis. But he
explains that it is a very utilitarian
bike since he added the big brown
box to the front. He also uses it to
carry a baby stroller, groceries or
even his dog when it is too tired to
run with the bike. “I have gone to
IKEA a couple of times and bought
more than I had planned,” Carrion
says. “To avoid paying for delivery
I put everything on top of the bike.
Lots of rope, bags and Tetris skills and
I’m carefully rolling.”
Cycling in his home country of Chile
is not very popular yet, but Carrion
hopes that will change. “The car
is king and the infrastructure is
aimed towards it,” says Carrion of
Santiago, the capital city that has
around six million residents. But he
said now there are problems with
overcrowded public transport and
traffic, good reasons to develop a
better infrastructure for bikes.
Of cycling in the Netherlands, Carrion
thinks it is great. “We just had to get
used to the weather, and we don't
mind cycling in the rain,” he says.
“You just need to gear up and roll!”
30
See www.delta.tudelft.nl
for the translation of page 8:
Postal problems
Name:
Ben Carrion (Chile, MSc student in
coastal engineering)
Price:
170 Euros
Brand:
German
Striking Feature:
Big brown box on the front