Achtergrond HOOGEVEENSCHE COURANT VRIJDAG 1 AUGUSTUS 2014 - PAGINA 11 De pagina Groen & Doen biedt de lezer elke week een mooi inhoudelijk verhaal van Hero Moorlag en daarnaast een variatie van artikelen met als raakvlak natuur, milieu, natuurhistorie, toerisme en natuurbeleving. In deze opzet werken Staatsbosbeheer (Hans Kruk), Natuurmonumenten (Rutger de Vries) en Stichting Het Drentse Landschap (Sonja van der Meer) samen met Hero Moorlag. Elke natuurorganisatie komt per toerbeurt aan bod. Maar eens in de vier weken is er ook ruimte voor onder meer IVN Hoogeveen en de Natuurvereniging Zuidwolde. Vandaag zijn er, naast het artikel van Hero, bijdragen van Hans Kruk van Staatsbosbeheer. ur u t a N a d n e g a Mieren en zwaluwen * ZOMERWANDELING IN DIEVER Zondag 3 augustus Aanvang 14.00 uur Staatsbosbeheer houdt zondag 3 augustus een wandeling in zomerse sfeer. De wandeling start om 14.00 uur vanaf de P-plaats Hoekenbrink aan de Bosweg tussen Diever en Wateren. Ga mee op pad en geniet van de afwisselende omgeving in dit prachtige deel van het Drents-Friese Wold. De gids vertelt onderweg allerlei boeiende weetjes over natuur en landschap. De Hoekenbrink is bijvoorbeeld bekend als aantrekkelijk gebied voor vlinders en andere insecten. Vooraf aanmelden is noodzakelijk (tel. 0516-464020). * OP ZOEK NAAR REEËN Dinsdag 5 augustus Aanvang 19.30 uur Staatsbosbeheer houdt op dinsdagavond 5 augustus een fietstocht in de omgeving van het Buitencentrum in Appelscha. Dit is een gebied met veel houtwallen, kleine bosjes, waterpartijen en grasland. De ree voelt zich hier thuis, kan er zijn voedsel vinden en er zijn voldoende plekken om te schuilen. Om 19.30 uur start vanaf het Buitencentrum in Appelscha de excursie waar de natuurgids op zoek gaat naar de ree en allerlei interessante wetenswaardigheden vertelt over dit dier. Er is ook oog voor de omgeving en andere dieren die zich aandienen. Vooraf aanmelden is noodzakelijk (tel. 0516464020). * NAAR BUITEN IN HET DRENTS-FRIESE WOLD Bewondering voor rijk geïllustreerde libellenatlas Drenthe ‘Dit boek is het resultaat van ruim tien jaar libellenonderzoek aan de libellenfauna van de Provincie Drenthe door vrijwilligers.’ Dat schrijven de samenstellers achterop het schitterende boek ‘Libellen in Drenthe’. Tien jaar noeste arbeid en het resultaat mag er zijn. Grootformaat waardoor de vele foto’s echt tot hun recht komen en bondige teksten. Naast de atlas Amfibieën en Reptielen in Drenthe behoort dit boek tot de fraaiste natuuratlassen. Een team van vijf libellenkenners beschrijft de 59 soorten libellen in Drenthe en het grensgebied. Daaronder zijn 21 zeldzame soorten. Het boek laat zien hoe belangrijk Drenthe met zijn vele biotopen is voor deze groep insecten. ‘Libellen in Drenthe’ is een uitgave van Stichting Libellenwerkgroep Drenthe en werd samengesteld door René Manger, Gerard Abbingh, Hans Schinkel, Jan Joost Mekkes en Roelof Jan Koops. Donderdag 7 augustus De Voochelaar is geïnteresseerd in alles wat vliegt. Als hij weet dat er ergens een bijzondere vogel zit, dan gaat hij er achteraan met zijn verrekijker en fototoestel. Maar hij komt er al snel achter dat vogels kijken lang niet zo makkelijk is als het lijkt. Hij beleeft allerlei spannende avonturen terwijl hij op zoek is naar een vreemde vogel. Leuk voor het hele gezin van jong tot oud. De buitenvoorstelling van Theater Quatsch is op donderdagmiddag 7 augustus te zien bij het Buitencentrum in Appelscha. Het is een bijna zwijgende slapstickvoorstelling met een rustige opbouw en een ‘knallend’ en passend einde. Door Hero Moorlag een koningin natuurlijk paren. Bijen, wespen en mieren behoren alle tot de orde van de vliesvleugeligen. Waaruit wij gemakkelijk kunnen concluderen dat ze vleugels bezitten. Die conclusie is juist, ook mieren hebben vleugels, al is het maar gedurende een korte periode van het jaar, tijdens de bruidsvlucht. De mannetjesmieren en de maagdelijke koninginnen zwermen uit en hoog in de lucht vindt de paring plaats. Deze massale bruidsvlucht ontgaat de hongerige zwaluwen niet. Dit is het moment dat veel vogels zich tegoed doen aan een extra hapje mier. En niet allen de zwaluwen zijn er gek op. Soms zie je op een warme zomeravond de kokmeeuwen allerlei vreemde buitelingen maken in de lucht, tien tegen één dat het vliegende mieren zijn waar ze achteraan zitten. Héél véél koninginnen zullen niet paren en na een ‘vruchteloze bruidsvlucht’ ten onder gaan. Die maagdelijke koninginnen die wél de liefde hebben bedreven staan aan het begin van een nieuwe kolonie. Als u volgend jaar een mierennest aantreft op uw balkon in de stad, op de vierde verdieping, dan weet u in ieder geval dat deze koningin niet is aan komen lopen, ze is gevlogen. Hans Kruk Boswachter Staatsbosbeheer Bijzondere ontmoetingen Sinds deze week zit er een zeearend op het Dwingelderveld. Nu is dat geen uniek gebeuren, elk najaar trekken ze van noord naar zuid, waarbij ze het Dwingelderveld aandoen. Het is vooral zijn verschijning die elke ontmoeting met deze koning van het luchtruim tot een bijzondere maakt. Grote keizerlibel. Let op de spanwijdte. Stichting Libellenwerkgroep Drenthe (LWD) werd in 2003 opgericht. Een 59 soorten. Ze laten van verschillende kanten de kenmerken van de libel vorm van de libel, te zien aan de zes poten, de ogen en de segmenten van het lichaam. Aan de rups en de pop van een vlinder zie je niet de volwassen vlinder. Deze metamorfose wordt volledig genoemd, die van libellen en bijvoorbeeld sprinkhanen onvolledig. De uitgegroeide nimf kruipt langs de stengel van een waterplant omhoog, barst aan de rugzijde open, waarna de libel wordt geboren. Dit proces heet uitsluipen. Het larvenhuidje blijft aan de waterplant hangen. Specialisten herkennen aan het huidje de libel. De atlas laat in prachtige beelden het uitsluipen van een viervlek zien. Libellen leven maar kort. Oude Kene van de doelstellingen was het samenstellen van een verspreidingsatlas van de libellen in Drenthe. Rond 1980 stond het onderzoek naar het voorkomen van deze roofinsecten in Nederland nog in de kinderschoenen. In Drenthe had Klaas Jansen in 1988 een overzicht geschreven van eigen waarnemingen. Het betrof 34 soorten. Zijn eenvoudige atlas was een eerste aanzet tot een vollediger onderzoek. René Manger en Gerard Abbingh kwamen in 2004 met de Verspreidingsatlas 1995-2004. Ze beschouwden deze atlas als startdocument, een werkatlas voor nog intensiever onderzoek. Dat onderzoek, uitgevoerd door tientallen vrijwilligers, werd in 2013 afgerond. Alle biotopen zijn onderzocht: laagveengebieden langs de zuidwest- en noordrand van de provincie, de hoogveengebieden Fochteloërveen en Bargerveen, beken en beekdalen, wijken, monden, agrarisch gebied, bossen met wateren en heidevelden met vennen. Libellen in Drenthe is een verspreidingsatlas, dus zijn er stippenkaarten. De provinciekaart van het zeer algemene juffertje lantaarntje is geheel bezet met rode stippen, op de kaart van de voor Drenthe zeldzame beekrombout staan slechts tien stippen. Wat geweldig dat de samenstellers naast een korte tekst de afbeeldingen van de libellen laten spreken. Niet één, maar meerdere duidelijke foto’s staan bij elk van de * ZOMERSE ACTIVITEITEN In de zomervakantie is het Bezoekerscentrum Dwingelderveld bij Ruinen het beginpunt voor veel (kinder) activiteiten. Inloop tussen 11.00 en 15.00 uur. Maandag: Bosdag Dinsdag: Kleine beestjesdag Woensdag: Onderwaterwerelddag Donderdag: Schapendag Vrijdag: Speurtochtendag Meer informatie bij het Bezoekerscentrum Dwingelderveld, tel. 0522472951 of via www.nm.nl/bcdwingelderveld. In de loop van de zomer verzamelen de zwaluwen zich vaak in groepen om gezamenlijk op insecten te jagen. Volwassen vogels en de jongen van dit jaar komen in hele zwermen bijeen. Voor de najaarstrek is het nu nog te vroeg, die begint niet eerder dan eind augustus. Toch kan je zien dat de zwaluwen onrustig worden. Kwetterend vliegen zij hoog boven de bosrand heen en weer, achter de insecten aan. Met de opwaartse warme luchtstroom gaan de insecten omhoog, de zwaluwen duikelen er behendig achteraan. Als ze even niet in de lucht zijn, zitten ze vaak in grote groepen bijeen op stroomdraden en rasterdraad. In afwachting van het goede moment, wanneer de natuur roept om te vertrekken. Net als veel wespen- en bijensoorten zijn mieren sociaal levende dieren, ze leven in een kolonie. Het voortbestaan van een kolonie is afhankelijk van de koningin. Zij zorgt voor het nageslacht door eieren te leggen, waaruit de nieuwe werksters komen die het dagelijks leven in het nest bestieren. Alle nakomelingen uit één koningin hebben dezelfde moeder, het zijn dus zusters. Voor de erfelijke variatie moet Larvenhuidje van de grote keizerlibel. * KINDERTHEATER BIJ HET BUITENCENTRUM ZWALUWEN MIEREN Woensdag 6 augustus Aanvang 14.00 uur Het is volop zomer, dus tijd om naar buiten te gaan. Met het hele gezin de natuur in. Ontdekken, spelen, leren, beleven en vooral plezier maken. In de natuur kan het allemaal. Woensdag vindt de volgende Allemaal Naar Buiten-activiteit plaats. De boswachter staat om 14.00 uur klaar om met de groep het bos in te gaan. Vooraf aanmelden is noodzakelijk (tel. 0516464020). Vanaf de oude luchtwachttoren heb ik ruim zich over het noordelijk deel van boswachterij Ruinen. Het is warm en de lucht zindert aan de horizon. Drie buizerds cirkelen tegen de bosrand langzaam omhoog. Zonder één vleugelslag komen zij zelfs zó hoog dat ze met het blote oog nauwelijks te zien zijn. Natuurlijk kan dit niet zonder de thermiek, de opstijgende warme lucht. Een onmisbaar fenomeen voor veel trekvogels. Als ik iets beter kijk zie ik nog veel meer vogels. Is de vogeltrek nu al begonnen? Bandheidelibel in de Oude Kene. Foto’s Hero Moorlag zien. Dat maakt deze atlas tot een standaardwerk in optima forma. Onvolledige metamorfose Libellen worden onderverdeeld in juffers en echte libellen. De juffers zijn op hun beurt onderverdeeld in beekjuffers, pantserjuffers, waterjuffers, koraal- en vuurjuffers en winterjuffers. De echte libellen in onder meer glazenmakers, heidelibellen, smaragdlibellen, witsnuiten, rombouten en korenbouten. Het voorjaar is In 2007 en 2008 ontstond aan de noordkant van Hoogeveen de stadsrandzone Oude Kene met een nieuwe beek, poelen en wilgenstruweel. Langs de Oude Kene stroomt het Oude Diep. Deze beek vormt een natuurlijke verbinding met de Pesserma, de Toldijk en het bos bij Huize Echten. Langs deze verbinding vonden libellen hun weg naar de Oude Kene. Tot 2013 telde ik hier 24 soorten, waaronder de bandheidelibel vanaf 2010. Ter vergelijking: in dezelfde periode noteerde ik in de Boerenveensche Plassen 35 soorten. Sinds 1999 komt de bandheidelibel als nieuwe soort in Nederland voor. Na 2000 kreeg deze prachtige libel vaste voet in Drenthe, met name in Zuidwest-Drenthe. René Manger legde me Tandem van houtpantserjuffers in de Oude Kene. Lepelaar. Foto Albert Henkel Als een Antonov transportvliegtuig zeilt de arend tussen de buizerds in een thermiekbel omhoog, waarbij het silhouet van één buizerd gemakkelijk in één vleugel van de arend past. Zijn bijnaam ‘de vliegend deur’ is daarom niet verwonderlijk, met 2.40 meter spanwijdte is hij de grootste roofvogel van Noord-Europa. Hij voedt zich vooral met waterwild, vissen én aas. Bij de Kraloërplassen en op het Holtveen is de zeearend voor het laatst gezien. LEPELAAR Al weken bivakkeren enkele lepelaars op het Holtveen, in het Dwingelderveld. Als sierlijke dansers waden zij door het ondiepe water van de slenk, op zoek naar larven van libellen en ander klein grut. Ook de lepelaar wordt net als de zeearend vaker gezien hier in de regio. Toch is ook deze spierwitte verschijning telkens een lust voor vogelaarsogen! KRUISBEK EN PUTTER In deze tijd van het jaar zijn de kruisbekken allang uitgebroed. Kruisbekken beginnen al vroeg, dus zijn ze ook vroeg klaar. In groepen zwermen ze nu door de bossen, op zoek naar de zaden van fijnspar en lariks. ‘Tsjek, tsjek, tsjek’ weerklinkt hun schelle roep tussen de bomen, als je dan op tijd omhoog kijkt zie je ze van kruin naar kruin vliegen, altijd bezig. Een ander zangertje, die wij ook wel uit ZuidEuropa kennen is de putter of distel- de periode van de smaragdlibel, de viervlek, de platbuik en de vuurjuffer. Nu, in augustus, zie je vooral de verschillende soorten heidelibellen en de paardenbijter. In onze tuin vliegen elke dag drie vrouwtjes van de bruinrode heidelibel. Het spreekt voor zich dat Libellen in Drenthe aandacht besteedt aan het wonderlijke fenomeen van de onvolledige metamorfose (gedaanteverwisseling). Een libel zet eitjes af in het water. De larven uit de eitjes zijn eersteklas rovers. Afhankelijk van de soort libel leven ze één tot vijf jaar onder water. Hun kaken vermalen prooidieren als watervlooien, larven van kevers en bij het groter worden jonge vissen. Ze vervellen meerdere keren. De larve of nimf heeft al een beetje de uit dat er pas sprake is van een populatie als de soort gedurende meerdere jaren in een gebied aanwezig is en dan ook parend en ei-afzettend wordt gezien. Het laatste was het geval in 2011 en 2012. De populatie bandheidelibellen in de Oude Kene is klein, in de atlas aangegeven met één stip. De meeste stippen voor deze soort staan in de buurt van Ruinerwold. Ook de glassnijder en de blauwe breedscheenjuffer hebben de Oude Kene via het Oude Diep bereikt. Ze staan in de atlas. Het boek is een must voor Hoogeveense IVN’ers, leden van Natuurvereniging Zuidwolde e.o. en andere belangstellenden. (Libellen in Drenthe, ISBN/EAN 97890-813029-0-6) Putter. Foto Albert Henkel vink. Zijn naam verklapt het al, hij zit graag op distels om daar de zaden uit de uitgebloeide bloemen te eten. De putter is bovendien een kleurig vogeltje: geel, zwart, rood en wit geven dit beestje een clownachtige verschijning. Zijn zang doet denken aan het gekwetter van een kanarie. Maakt u op een warme nazomermiddag een wandeling over het Dwingelderveld of in boswachterij Ruinen, dan komt u ze vast tegen. WITGATJES EN OEVERLOPERS Ze zijn er weer, de witgatjes. Wanneer de zomer al een eindje op weg is, komen de eerste steltlopers op weg naar het zuiden aan, om hier een tijdje op adem te komen. Zij vliegen via waterrijke gebieden naar zuidelijke streken om daar de winter door te brengen. Traditioneel is de maand augustus de maand van de steltlopertrek. V anaf die datum vliegen ze in grotere en kleinere groepjes naar warmer oorden. Het witgatje en de oeverloper vliegen vooral ‘s avonds en ‘s nachts. Met hun herkenbare roep verraden zij zichzelf: ‘toeiep, toeiep, toeiep’. Deze onopvallende steltlopertjes beperken zich niet tot de uitgestrekte natuurgebieden, ook in uw achtertuin in Hoogeveen hoort u ze overvliegen. Langs de Hoogeveense vaart en bij de surfplas van Nijstad zie ik ze bijna dagelijks langskomen. Hans Kruk Boswachter Staatsbosbeheer
© Copyright 2024 ExpyDoc