5.4 Werken met een opzoekboekje rekenen

Programma • 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
Inleiding Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg-­‐denken De rekenkaarten De opzoekkaarten RTAmersfoort Opzoekkaarten en het drieslagmodel Oefenen met de transfer Het rekendossier Rollenspel De rekenschouw Discussie Jan/Stephan Jan Jan Jan Stephan Stephan Stephan Jan Jan Jan Jan Jan/Stephan Opzoekboekje rekenen mbo Het opzoekboekje rekenen mbo bestaat uit een set handige opzoekkaartjes waarmee een persoonlijk opzoekboekje kan worden samengesteld. De kaarten zijn per domein gerangschikt en zijn ontworpen om een transfer te maken naar de COE rekenen. Hierdoor zijn de kaarten methode onaGankelijk. Omdat de student met een opzoekboekje leert werken, wordt hij/zij zelfredzaam in de rekenles. • 
Geschiedenis •  Uitgangspunt Opzoekboekje rekenen vo (RTAmersfoort) •  Met verschillende groepen rekendocenten vertaalslag gemaakt naar COE Rekenen MBO •  Nieuw ontwikkeld opzoekboekje rekenen MBO ontworpen (RT Amersfoort) •  Vanaf september: op licenRebasis te gebruiken door MBO instellingen Uitgangspunt ERWD3 4 pijlers 1.  Het handelingsmodel 2.  Het drieslagmodel 3.  De hoofdlijnen voor rekenen –  Begripsvorming (conceptontwikkeling, rekentaal en het verlenen van betekenis); –  Ontwikkelen van oplossingsprocedures; –  Vlot leren rekenen (oefenen, automaRseren en memoriseren); –  Flexibel toepassen (van kennis en vaardigheden) 4.  Een typering van studentkenmerken 6 Uitgangspunten 1. Het handelingsmodel 7 Drieslag probleemoplossend handelen in de toets ‘IJsberg – denken’ Uitdaging: Investeer in drijfvermogen ! Uitdaging: Investeer in drijfvermogen ! 1. Het handelingsmodel Het leren gebruiken van de rekenkaarten, die bij elk handelingsniveau gebruikt kunnen worden. De rekenkaarten De rekenkaarten zijn met name bestemd voor studenten die: •  Niet of nauwelijks tot automaRseren komen (bijvoorbeeld leerlingen met dyslexie of dyscalculie) •  Behoeae hebben aan herhaalde, eenduidige instrucRe •  Behoeae hebben aan veiligheid (reken-­‐ en/of spellingfeiten zijn op te zoeken als dat nodig is) •  De rekenkaarten: –  Bevordert de zelfredzaamheid van studenten –  Bevordert het zelfvertrouwen van studenten –  Geea studenten de herhaalde instrucRe nadat de inhoud van een kaartje behandeld en uitgelegd is –  Probeert ervoor te zorgen dat studenten met problemen verder kunnen met hun spelling-­‐ en rekentaken De rekenkaarten zelf maken De rekenkaarten zelf maken. Hierdoor kan op maat het bovenstaande worden aangeboden Uitgangspunten: •  De rekenkaarten zijn op zichzelf geen model. •  Om de rekenkaarten uit te leggen/te begrijpen heb je een model of hulpmateriaal nodig. hoofd-­‐
onderwerpen: • 
• 
• 
• 
• 
cijferen Begrip & bewerking Breuken Verhoudingstabel Meetkunde & Rjd Cijferen Kaarten voor: •  ‘kale rekensommen’ •  zwakke automaRsering •  Handig rekenen Voorbeeld: Didac/sche principes: •  Duidelijke stappenplannen •  Een methode voor heel veel sommen •  Ontlasten van werkgeheugen •  FuncRonele plaatjes Begrip en bewerkingen Kaarten voor: •  Verwerken van rekentaal •  getalbegrip •  Basis bewerkingen Voorbeeld: Didac/sche principes: •  Structuur bieden •  Koppeling van signaalwoord ! oplossingsstrategie Breuken Kaarten voor: •  Begrip breuken •  bewerkingen •  automaRsering Voorbeeld: Didac/sche principes: •  Een methode voor heel veel sommen •  Structuur bieden •  RusRge opmaak •  Duidelijke voorbeelden Voorbeeld: Zelfde onderwerp maar nu: •  Hulp bij automaRsering Verhoudings-­‐
tabel Kaarten voor: •  basisstrategie •  toepassingen van verhoudingstabel Voorbeeld: Didac/sche principes: •  Duidelijke stappenplannen •  Ontlasten van werkgeheugen •  Een methode voor heel veel opgaven Meetkunde & Rjd Kaarten voor: •  basiskennis •  Omrekenen maten •  Bewerkingen opp. Inh. Rjdrekenen Voorbeeld: Didac/sche principes: •  Veel voorkomende ‘ankersopgaven’ als voorbeeld Opzoekkaarten en het drieslagmodel keuze juiste gereedschap Gereedschapskist opbouwen Opbouwen van raamwerk voor basale rekenvaardigheden •  Noodzaak wisselend per student. Stof = nieuw!opfrissen!geautomaRseerd •  Eerst zonder context, dan langzaam complexer maken •  www.sommenprinter.nl of ander oefenmateriaal www.sommenprinter.nl Opbouw van kale som naar lichte context COE: De transfer van context naar basisstrategieën Hoe krijg je voor elkaar dat de student de kaarten zo gaat gebruiken, dat er een transfer gaat ontstaan, zodat het memoriseren geen obstakel wordt. Wanneer moet je welke kaart inzegen? (of eigen kaarten maken?) Oefen met de transfer Opdracht 10: Ene kant heb je de COE Rekenen Aan de andere kant heb je de opzoekkaarten Welke stappen moet je hiertussen maken? Welke stappen moet de student hiertussen maken? Opbouw: 1.  Opgave COE (analyseren) 2.  Kaart (analyseren) 3.  Ga tussenstappen maken met uitleg (eerst op docentniveau, daarna herschrijven op student niveau) Voorbeeld 1: contextloze opgave 2F •  Optellen •  Vermenigvuldigen •  Tafels t.o.v rm •  Getalbegrip t.o.v schagen •  Voorrangsregels Voorbeeld 1: contextloze opgave 2F •  Optellen •  Vermenigvuldigen •  Tafels t.o.v rm •  Getalbegrip t.o.v schagen •  Voorrangsregels De transfer Dit wil ik zien! Voorbeeld 2: context opgave 2F Voorbeeld 2: context opgave 2F •  Aantal ‘punten’ vertalen naar uitspraak •  (van rekentaal naar spreektaal) •  Woord ruim •  Duizend, honderdduizend, miljoen en miljard •  Schagend rekenen Voorbeeld 2: context opgave 2F •  Aantal ‘punten’ vertalen naar uitspraak •  (van rekentaal naar spreektaal) •  Woord ruim •  Duizend, honderdduizend, miljoen en miljard •  Schagend rekenen De transfer Dit wil ik zien! Programma rekenspecialist MBO: 1. Hoe leg ik een kaart uit? Hoe begrijpt de student de kaart? 2. De keuze van de kaart. Hoe maakt de student de keuze van de kaart? 3. De transfer. Hoe kan de student een transfer maken zodat er een succeservaring optreedt? 4. De evaluaRe. Hoe blija het proces SMART? De evaluaRe. Hoe blija het proces SMART? Hoe controleer je of je in je doel geslaagd bent? 1. Met andere getallen, begrijpen ze het stappenplan? 2. Met andere context, begrijpen ze de rekeninhoud? Hierdoor komen ze tot het flexibel toepassen van rekenkennis. Onderdeel van het Rekendossier •  Waar bestaat het rekenprobleem precies uit? Hoe uit het zich in het leergedrag? Hoe staat het met de andere vakken? Hoe staat de leraar er tegenover? Andere uiRngen van problemen? •  Biografische gegevens van de leerling, zoals vroeggeboorte, eerdere onderkenning van leer-­‐ en ontwikkelingsproblemen, langdurige ziekte. •  EvaluaRe van instrucRe: hoeveel Rjd is er besteed aan reguliere (didacRsche leeaijd) en speciale instrucRes? •  ObservaRes: leergedrag, sociaal gedrag, instrucRe en feedbacksRjl leerkracht. •  Onderwijsondersteuning thuis, interview met ouders, familiegeschiedenis leerproblemen en demografische gegevens. Rollenspel •  Je kunt een goed diagnosRsch gesprek voeren. •  Je kunt geschikt materiaal voor een diagnosRsch onderzoek selecteren. •  Je kunt conclusies trekken op basis van diagnosRsch onderzoek. •  Je kunt het proces SMART houden. Discussie De COE Rekenen tov de rekenlessen (Opzoekkaarten als didacRsch hulpmiddel) Wat mis je in ‘dit verhaal’? CvE? Dank voor uw aandacht Info scholing: www.rekenenoprekenen.nl Info licen=e: www.opzoekboekjerekenenmbo.nl Rekenen op rekenen / RT Amersfoort