Schoolplan Carmelcollege Emmen 2014 – 2018

Schoolplan
Carmelcollege Emmen
2014 – 2018
November 2014
“Een gewone maar bijzondere school”
Inhoud
1.
2.
3.
4.
Inleiding
3
1.1
1.2
1.3
3
3
3
Wat is precies een schoolplan?
Waarom een schoolplan?
Besluitvormingsproces
Algemene schoolgegevens
4
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
4
4
4
8
8
8
Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adressen
Bestuur
Schoolorganisatie en management
Schoolgrootte
Karakteristiek van de leerlingenpopulatie
Positionering van de school
Schoolprofiel
9
3.1
3.2
9
9
Identiteit
Visie
Onderwijs en begeleiding
11
4.1
4.2
4.3
4.4
11
11
12
12
Doelstellingen
Karakteristieken
De mentor
Zorg
5.
Integraal personeelsbeleid (IPB)
14
6.
Kwaliteitsbeleid
16
6.1
16
7.
8.
Specifieke aandachtspunten
Financieel en materieel beleid
19
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
19
19
19
19
19
19
Financiën
Risico’s
Materieel
Huisvesting
Inventaris/afschrijving
Arbobeleid
Beleid ten aanzien van interne en externe communicatie
21
8.1
8.2
21
21
Interne communicatie
Externe communicatie
Schoolplan 2014-2018
2
Carmelcollege Emmen
1. Inleiding
1.1 Wat is precies een schoolplan?
Een schoolplan bevat, naast de nodige basisinformatie over de school, vooral de voornemens op het
gebied van het onderwijs- en personeelsbeleid voor de korte en middellange termijn.
Verder geeft het plan een goed inzicht in de instrumenten die de school hanteert of ontwikkelt voor de
bewaking van de eigen kwaliteit.
1.2 Waarom een schoolplan?
Het schoolplan wordt door ons gezien als belangrijk kwaliteitsdocument voor de school, omdat daarin
voor allen die bij de school betrokken zijn, beschreven wordt waar de school in al haar facetten voor
staat.
Elke school voor voortgezet onderwijs is verplicht een schoolgids (voor ouders en leerlingen) en een
schoolplan (voor de school zelf en de overheid) op te stellen; dit laatste plan in principe steeds voor
een periode van 4 jaar.
Het schoolplan maakt deel uit van een aantal beleidsdocumenten. Op basis van de Beleidsvoornemens
van het College van Bestuur legt de directie de voornemens, steeds voor de komende twee jaar, vast
in de ‘Kaderbrief van de rector” en in het kwaliteitsbeleidsplan (4 jaar) en de teamplannen (1 jaar).
1.3 Besluitvormingsproces
Het schoolplan voor de periode 2014 - 2018 is op 17 november 2014 als conceptplan door de
schoolleiding vastgesteld. Het conceptplan is vervolgens aan de MR voorgelegd.
Hoewel het schoolplan voor een periode van 4 jaar wordt vastgesteld, ligt het in de bedoeling om
door middel van een eenjarige cyclus van activiteitenplannen het schoolplan regelmatig te
actualiseren.
Schoolplan 2014-2018
3
Carmelcollege Emmen
2. Algemene schoolgegevens
2.1 Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adressen
Carmelcollege Emmen
Scholengemeenschap voor Vmbo / Mavo / Havo / Atheneum / TTO & TTS (LOOT)
Locatie:
Wendeling 59
7824 TB Emmen
Locatie Meerdijk
Locatie:
Stadionplein 9
7825 SG Emmen
Tel.nr.: (0591) 622870
Fax.nr.: (0591) 628614
E-mailadres: [email protected]
Homepage: www.carmelemmen.nl
2.2 Bestuur
Het Carmelcollege Emmen maakt onderdeel uit van de Stichting Carmelcollege, gevestigd in Hengelo.
Deze Stichting bestaat uit 13 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs in Nederland.
De Stichting Carmelcollege stelt de zorg voor de mens centraal. Niet alleen bij haar primaire taak: het
aanbieden van voortgezet onderwijs, maar ook bij het scheppen van noodzakelijke randvoorwaarden
voor dat onderwijs. Deze zorg biedt ruimte voor en nodigt uit tot eigen inzet en verantwoordelijkheid
van onderwijsdeelnemers, -medewerkers en -bestuursleden. Zo draagt de zorg voor de mens bij aan
de grondslag van de Stichting Carmelcollege, aan humanisering en ontwikkeling van individu en
school. De Stichting kent een College van Bestuur. Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van
de school. De rector is als eindverantwoordelijk schoolleider gemandateerd door het College van
Bestuur.
Het College van Bestuur werkt vanuit het bestuursbureau. Bezoekadres: Drienerparkweg 16, 7552 EB
Hengelo (OV) Postadres: Postbus 864, 7550 AW Hengelo (OV) Telefoon: 074 - 245 55 55 Het College
van Bestuur wordt gevormd door:
 mr. drs. R.W.J. Rijk, voorzitter
 A.G.M. Thomassen RA, lid (tot 1 januari 2015)
 Drs. F.H. Mobach, lid
Het College van Bestuur werkt vanuit het bestuursbureau. Bezoekadres: Drienerparkweg 16, 7552 EB
Hengelo (OV) Postadres: Postbus 864, 7550 AW Hengelo (OV) Telefoon: 074 - 245 55 55
2.3 Schoolorganisatie en management
Directie
Drs. J.A. Boers - rector
De bevoegdheden van de rector zijn in een directiestatuut vastgelegd. Jaarlijks vindt een
prioriteitstelling plaats van beleidspunten; deze worden in een managementovereenkomst (tussen CvB
en rector) omschreven.
Een deel van de bevoegdheden van de rector zijn door gemandateerd aan de teamleiders. Deze
mandatering van bevoegdheden zijn in een managementstatuut vastgelegd.
Schoolplan 2014-2018
4
Carmelcollege Emmen
Organisatie en middenmanagement
De verantwoordelijkheid voor de totale schoolgemeenschap ligt bij de directie, die daarbij wordt
ondersteund door een hoofd administratie die leiding geeft aan de administratieve organisatie en een
teamleider facilitair die verantwoordelijk is voor de interne dienst.
We onderscheiden binnen het Carmelcollege Emmen verschillende kennisteams die geleid worden
door een teamleider. De teamleiders zijn integraal verantwoordelijk voor hun team. Teamleiders en
directie vormen samen de schoolleiding.
De school kent de volgende opleidingen en differentiaties:
 Vmbo intersectoraal met de uitstroomprofielen Technologie en Dienstverlening (T&D),
Technologie en Commercie (T&C), Dienstverlening en Commercie (D&C) en Sport,
Dienstverlening en Veiligheid; kader en basis
 Mavo
 Havo
 Atheneum




Tweetalig Onderwijs (Havo en Atheneum)
Topsport Talenten facilitering (voor topsporters)
Talentencentra (Carmel Voetbaltalentencentrum; Carmel Handbalschool Drenthe, Carmel
Waterpolocentrum, Carmel Hockeytalentencentrum, Carmel basketbaltalentencentrum en
Carmel tennistalentencentrum)
Sportklassen (versterkt bewegingsonderwijs voor de onderbouw en ontwikkelen van sociale
competenties en allerlei vaardigheden als organiseren en trainingen geven)
Middenmanagement
Dhr. T. Sneevliet
teamleider kennisteam Mavo (verantwoordelijk voor de leerlingen van klas 1
t/m 4 mavo)
Dhr. N. van Luik
teamleider kennisteam Vmbo-beroepsgericht (verantwoordelijk voor de
leerlingen van klas 1 t/m 4 vmbo)
Mevr. E. Verheijen
teamleider kennisteam Kunst (schoolbreed)
Mevr. M. v.d. Wel
teamleider Havo/Atheneum (verantwoordelijk voor de leerlingen van klas 1
t/m 3 TTO en 3 h/a)
Kennisteams:
Havo/Atheneum Talen
Tweetalig onderwijs
Dhr. B. Overweg
teamleider Havo/Atheneum (verantwoordelijk voor de leerlingen van klas 1 en
2 h/a )
Kennisteams:
 Mens en Maatschappij
 Sport (schoolbreed)
 Portefeuille ICT
Mevr. A.H. Roelfs
plaatsvervangend rector en teamleider Havo/Atheneum (verantwoordelijk voor
de leerlingen van klas 4,5 en 6 h/a)
Kennisteams:
Havo/Atheneum Exact
 Portefeuille Kwaliteit
Schoolplan 2014-2018
5
Carmelcollege Emmen
Besturingsfilosofie
De hoofdlijn van de besturingsfilosofie van het CCE is uitgewerkt aan de hand van drie kernbegrippen:
kaderstellend management, integraal management en resultaatverantwoordelijk management.
Uitgangspunt voor de besturingsfilosofie is dat bij de inrichting van de organisatie taken en
bevoegdheden daar worden gelegd waar optimaal invloed kan worden uitgeoefend op het
uitvoeringsproces en op het resultaat daarvan.
Het principe van kaderstellend management houdt in dat een hoger niveau in de organisatie
kaders vaststelt voor lagere niveaus. Deze kaders dienen zo te zijn geformuleerd dat de uitvoerenden
voldoende ruimte ervaren om de uitwerking en implementatie op een professionele manier ter hand te
kunnen nemen.
Het werken op basis van integraal management vindt in beginsel plaats op alle niveaus van de
organisatie. Elke organisatorische eenheid moet kunnen beschikken over voldoende bevoegdheden en
middelen om zo hun taakstelling naar behoren te kunnen uitvoeren. De term integraal verwijst naar
het op elkaar afstemmen van onderwijs, personeel en financiën.
Met behulp van managementcontracten en een systeem voor interne kwaliteitszorg wordt inhoud
gegeven aan resultaatverantwoordelijk management. Na te streven doelen worden voor een
periode van twee jaar vastgelegd in managementafspraken. Met behulp van informatiesystemen
wordt de voortgang gemeten. Dit alles is vastgelegd in de kadernotitie kwaliteit.
De leidinggevenden kunnen alleen op een geloofwaardige manier inhoud geven aan de
resultaatgerichte taakstelling als de kaders duidelijk zijn (eerste kernbegrip) en men over mensen en
middelen kan beschikken om de organisatie ook daadwerkelijk aan te sturen (integraal management,
het tweede kernbegrip). Bij het stellen van de kaders en na te streven resultaten is de beleidscyclus
uitgangspunt: doelen stellen -> uitvoeren -> evalueren -> bijsturen (PDCA: Plan, Do, Check, Act).
De planningscyclus
Naast dit vierjarige schoolplan en het vierjarige kwaliteitsplan, verschijnen aan het begin van het
nieuwe schooljaar de teamplannen voor de duur van één jaar. Hierin worden plannen voor het nieuwe
jaar (voorzien van helder omschreven doelen) en speerpunten voor het team omschreven. In de
maand augustus wordt het afgelopen schooljaar geëvalueerd en wordt een nieuw teamplan besproken
en vastgesteld. In de maand februari vindt een tussentijdse evaluatie plaats waarbij bekeken wordt of
het team nog op koers zit.
Op alle andere niveaus in de school vindt planning van werkzaamheden plaats. Decanen,
zorgcoördinatoren, het hoofd administratie, de locatiebeheerder maar ook de medezeggenschapsraad
en de ouderraad werken eveneens met een jaarlijks plan.
Kennisteams
De school kent twee schoolbrede kennisteams voor Sport en Kunst. Binnen Havo/Atheneum werken
de kennisteams Exact, Talen, TTO en Mens en Maatschappij. Er is verder één kennisteam Mavo en
Vmbo. De definitie die wij hierbij hanteren is:
‘Een kennisteam is een resultaatverantwoordelijke groep medewerkers die binnen aanverwante
vakken het gehele proces van onderwijscontinuïteit kan waarborgen en bovengemiddelde
prestaties laat behalen’.
Het concept van kennisteams is zo opgezet dat niet alleen de doelen die we ons in de missie en visie
van de school stellen voor de leerlingen gelden, maar ook voor het personeel. Deze hebben we
vertaald naar de doelen van ons IPB. In bijlage 1 zijn onze IPB-doelen nader uitgewerkt.
Het kennisteam bevat alle medewerkers uit een samenhangende vakgroep, zowel OOP’ers als
docenten op alle niveaus. Zij werken samen in een eigen vaste ruimte.
Schoolplan 2014-2018
6
Carmelcollege Emmen
Onder de aansturing van een teamleider wordt de verantwoordelijkheid genomen voor:
de kwaliteitsbewaking van het eigen onderwijsproces binnen het team
de kwaliteit van het curriculum
de (examen)resultaten
de in-, door- en uitstroom van de leerlingen
de samenstelling van PTA’s
het gebruik van de methodes en
het gebruik van de eigen ruimtes.
Duidelijk hierin is dat de kennisteams gericht zijn op de vak inhoud van het primaire proces en (in
eerste instantie) niet op de begeleiding van leerlingen. De begeleiding van leerlingen is geregeld in
het begeleidingsbeleid van de school.
Een centrale plaats is hierbij weggelegd voor de mentor. Deze heeft vaste overlegmomenten met
zijn/haar leerlingen. Ook vinden er periodiek overlegmomenten plaats om leerlingen waarvoor dat
nodig/wenselijk is, met elkaar te bespreken.
Uitgaand van een goede selectie/determinatie is meer intensieve begeleiding een uitzondering.
Hiervoor is in het zorgplan een begeleidingsinstrument opgenomen waarbij wordt uitgegaan van ‘de
schijf van vier’. In het kort komt het erop neer dat leerlingen een periode van 6 weken extra
begeleiding krijgen, waarna duidelijk is hoe het vervolg eruit moet zien, gevolgd door gerichte
behandeling en/of inschakeling van externen. De zorgcoördinator heeft schoolbreed de regie op dit
terrein.
Waarom kennisteams?
Vakken hebben samenhang; kennisteams leveren dat en laten dat op een praktische manier zien.
Centraal staat het enthousiasme en vakmanschap van de docent, de liefde voor het vak. Docenten
moeten vooral doen waar ze goed in zijn, leerlingen enthousiast maken voor hun vak.
Centraal staat het primaire proces met een leraar die van lesgeven houdt en die zijn passie en
enthousiasme wil delen met zijn leerlingen.
Prikkelen van nieuwsgierigheid is het begin van al het leren. Leerlingen maken binnen het
kennisteam kennis met ‘de wondere wereld’ van…
Inhoud en curriculum zijn goed overdacht en op elkaar afgestemd, van het eerste leerjaar tot en
met het examen.
Kaders waarmee kennisteams rekening dienen te houden bij de beleidsontwikkeling
Onze belangrijkste (school)taak is het verzorgen van onderwijs en begeleiding van hoge kwaliteit.
Inhoudelijk sterk en aantrekkelijk voor leerlingen. Daarnaast willen we dat leerlingen hun talenten
maximaal leren benutten en ontdekken waar zij goed en minder goed in zijn. De school moet
uitdagen, leerlingen leren verantwoordelijkheid te dragen, succesvol te zijn en bewust te maken van
hun maatschappelijke opdracht.
De teams wordt gevraagd deze uitgangspunten te betrekken bij het samenstellen van hun
teamplannen. De teams bepalen zelf wat de onderwijskundige koers moet zijn, zij geven ‘gezicht aan
het onderwijs’, rekening houdend met de mogelijkheden van de leerlingen.
Het spreekt vanzelf dat naast deze keuzen door de teams ook gekeken moet worden naar andere
schoolbrede uitgangspunten, meer bedrijfsmatig van aard.
Schoolplan 2014-2018
7
Carmelcollege Emmen
2.4 Schoolgrootte
2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
307
231
306
338
385
332
408
410
73
126
120
39
90
86
103
53
125
92
97
30
120
123
96
27
3 Vmbo beroeps
4 Vmbo beroeps
61
67
82
69
118
87
72
116
3 Mavo
4 Mavo
57
55
59
55
98
62
138
101
8
20
1164
7
21
1269
6
24
1455
3
24
1638
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar
Leerjaar
Leerjaar
Leerjaar
3
4
5
6
h/a
h/a
h/a
ath
vavo
opdc
2.5 Karakteristiek van de leerlingenpopulatie
De school kenmerkt zich door:
a.
Sterk regulier onderwijs op vmbo-, mavo-, havo- en atheneumniveau.
b)
Bijzondere stromen. Het Carmelcollege Emmen is een (kleine) brede scholengemeenschap met
een aantal specialisaties. Het aanbod is minder in omvang dan op de andere scholen maar is
gericht op een paar bijzondere trajecten.
 Zo kent het Vmbo-beroepsgericht sterke, innoverende (op de individuele leerling
gerichte) intersectorale opleidingen. Leerlingen worden op alle niveaus in staat gesteld
onderwijs te volgen en door te stromen naar vervolgopleidingen. Stages, individuele
afstemming van programma’s e.d. maken hier deel van uit.
 Ook de opleiding Mavo besteedt aandacht aan het individuele traject van de leerlingen;
na het derde leerjaar worden twee varianten aangeboden: één gericht op doorstroom
naar het MBO, een andere gericht op aansluiting naar de Havo-opleiding. Met het MBO
worden afspraken gemaakt over doorstroom en (eventueel) vrijstelling.
 Havo en Atheneum zijn kwalitatief sterke stromen. De opleidingen worden ook als
Tweetalig onderwijs aangeboden.
c)
Het Carmelcollege Emmen is een ‘sport-school’. Gezond leven, sportiviteit, het beste uit jezelf
halen en successen boeken, zijn daarbij de ingrediënten. Topsportleerlingen kunnen een
individueel traject volgen binnen de TTS afdeling. Voor leerlingen met bijzondere belangstelling
voor sport bestaat de mogelijkheid in de sportklassen de eerste twee/drie leerjaren extra
sportlessen te volgen binnen het bestaande rooster.
2.6 Positionering van de school
Het Carmelcollege Emmen is één van de drie brede scholengemeenschappen in Emmen en ondervindt
directe concurrentie van het protestants-christelijke Hondsrug College en het openbare Esdal College.
Daarnaast kent Emmen nog een Agrarische Onderwijs Centrum (Vmbo en Mbo) in Emmen. Deze 4
scholen krijgen hun leerlingen van 98 basisscholen die de gemeente Emmen rijk is. Verder kent
Emmen een breed MBO aanbod van het Drenthe College en HBO aanbod van Stenden hogeschool.
Schoolplan 2014-2018
8
Carmelcollege Emmen
3. Schoolprofiel
3.1 Identiteit
Het Carmelcollege Emmen is een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs die voortkomt uit de
katholieke traditie en toegankelijk is voor medewerkers en leerlingen die respectvol willen omgaan
met de levensovertuigingen van een ander.
Als doelen stelt het Carmelcollege Emmen het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs door goede
resultaten en eigentijdse onderwijsvormen, optimale ontplooiing van alle leerlingen en een
persoonlijke benadering staan hierin centraal. Die persoonlijke benadering komt tot uiting doordat we
proberen onderwijs aan te bieden die aansluit bij de individuele kwaliteiten van onze leerlingen.
We besteden veel aandacht aan een veilige schoolomgeving. Zorg voor de individuele leerling is voor
ons belangrijk en voor ons is onderwijs meer dan alleen maar leren voor een diploma.
3.2 Visie
Het Carmelcollege Emmen “Een gewone maar bijzondere school”.
Missie/Visie en onderwijskundige uitgangspunten
1: doelstellingen van de school
Het Carmelcollege Emmen leidt jonge mensen op tot verantwoordelijke wereldburgers, die op een
creatieve, kritische en zinvolle wijze bijdragen aan de samenleving waarvan zij deel uitmaken.
Het CCE wil een school zijn waar leerlingen meer dan goed presteren. Leerlingen behalen op het voor
hen maximale niveau, binnen de gestelde tijd, een diploma.
2: een uitwerking in gedragstermen
Dat betekent dat leerlingen nu en later hun grenzen durven verkennen, bereid zijn om andermans
grenzen te respecteren, verantwoordelijkheid durven dragen en iets durven te betekenen voor een
ander.
3: een vertaling naar de dagelijkse praktijk
Voor ons werk betekent het dat wij ons vanuit de waarden respect tonen, verantwoordelijkheid geven
en betekenisgeving, inzetten voor de ontplooiing van alle talenten. Dit realiseren we door te zorgen
voor een plezierig, veilig en prikkelend leer- en leefklimaat, waarbij we uitgaan van het gegeven dat
mensen uniek zijn. Binnen een sfeer van gezamenlijke verantwoordelijkheid stimuleren we de
leerlingen tot het behalen van succes. De docenten zien en kennen hun leerlingen, dagen hen uit en
inspireren hen en benaderen ze vanuit positiviteit.
Kwalitatief sterk
De school kiest ervoor kwalitatief sterk te zijn. De interne organisatie, de procedures en de
communicatie zijn vanzelfsprekend op orde en zijn er op gericht het elke keer een stapje beter te
doen.
Het CCE wil een school zijn waar leerlingen meer dan goed presteren. Leerlingen behalen op het voor
hen maximale niveau, binnen de gestelde tijd, een diploma. Om dat te bewerkstelligen werken er
kwalitatief goede docenten op het CCE. Docenten die pedagogisch en didactisch goed onderlegd zijn.
Schoolplan 2014-2018
9
Carmelcollege Emmen
Het CCE kiest vervolgens voor het volgende onderwijsconcept:
Bijzondere onderwijsprogramma’s
Het CCE biedt alle vormen van voortgezet onderwijs: vmbo, mavo, havo en vwo (atheneum).
Daarnaast is het CCE een school voor bijzondere onderwijsprogramma’s. Het zijn
onderwijsprogramma’s waarmee de school zich op dit moment onderscheidt in de regio, te weten:
tweetalig onderwijs havo/atheneum, intersectoraal vmbo, topsporttalentenstroom, talentencentra en
sportklassen.
Maatwerk
Ieder kind is uniek en heeft andere behoeftes op sociaal, emotioneel en cognitief gebied.
Maatwerktrajecten kunnen op alle niveaus ingezet worden. Dat betekent dat er individuele afspraken
gemaakt kunnen worden over volgorde, tijdstippen en inhoud van de lesstof van leerlingen.
Het profiel van de school ziet er als volgt uit:
Het CCE is een brede scholengemeenschap met opleidingen Vmbo-beroepsgericht, Mavo, Havo en
Atheneum. Daarnaast kent de school tweetalig onderwijs (TTO) voor Havo- en Atheneum-leerlingen,
faciliteiten voor topsportleerlingen (TTS) en sportklassen voor leerlingen van het eerste en tweede en
voor h/a het derde leerjaar. Het Carmelcollege profileert zich met bijzonder onderwijsaanbod en
kwalitatief sterk onderwijs.
Bijzonder onderwijsaanbod nader bekeken:

 Tweetalig Onderwijs (TTO) Hierbij volgen leerlingen 70% van de lessen (in de onderbouw)
in het Engels. Het Carmelcollege Emmen is een havo junior TTO school en een atheneum senior
TTO school.
Naast hun Havo- of Atheneumdiploma kunnen zij hun studie afsluiten met het Cambridge
examen (onder supervisie van het Europees Platform) en/of met het IB-certificaat Engels
(uitgegeven door het IBO in Genève). Ook het behalen van Cambridge Global Perspectives
certificaten behoort tot de mogelijkheden.

 Topsport Talenten School. Het Carmelcollege Emmen heeft de TTS-status. Dit betekent dat
topsporters de mogelijkheid hebben om een aangepast programma te volgen zodat zij hun
schoolopleiding kunnen combineren met hun sport. Het CCE biedt hierbij onderwijs op maat.

Talentencentra
Het CCE kent een:
- voetbaltalentencentrum
- tennistalentencentrum
- hockeytalentencentrum
- BMX talentencentrum
- Handtalentencentrum/handbalschool
- Waterpolo talentencentrum
- Basketbal talentencentrum

De Beroepsgerichte Leerweg van het Vmbo is intersectoraal ingericht. Leerlingen
krijgen op het Vmbo een brede, oriënterende opleiding met vier uitstroomprofielen: technologie
en dienstverlening, technologie en commercie, dienstverlening en commercie en sport en
dienstverlening. Daarmee hebben de leerlingen (elk op hun eigen niveau) een voortreffelijke
aansluiting op het MBO.
Vanaf 1 augustus 2016 gaan de huidige intersectorale profielen op in 1 intersectoraal
uitstroomprofiel Dienstverlening & Product. Op voorhand blijven de differentiatie mogelijkheden
en de bijbehorende benamingen binnen onze school bestaan.
Schoolplan 2014-2018
10
Carmelcollege Emmen
4. Onderwijs en begeleiding
4.1 Doelstellingen
1. Het Carmelcollege Emmen leidt jonge mensen op tot verantwoordelijke wereldburgers, die op
een creatieve, kritische en zinvolle wijze bijdragen aan de samenleving waarvan zij deel
uitmaken.
2. Het CCE wil een school zijn waar leerlingen meer dan goed presteren. Leerlingen behalen op
het voor hen maximale niveau, binnen de gestelde tijd, een diploma.
We erkennen dat er verschillen zijn tussen leerlingen en stemmen daar ons onderwijs op af.
4.2 Karakteristieken
We hanteren voor het geven van dat onderwijs schoolbreed de volgende karakteristieken:
 We willen goede onderwijsresultaten. Leerlingen zijn succesvol en behalen binnen de gestelde
tijd hun diploma.

Daarbij is aandacht voor het individu. Dat betekent dat docenten, ouders en school rekening
houden met leerstijlen, voorkeuren en kwaliteiten van leerlingen.
 Met aandacht voor talenten van leerlingen. Elke leerling ontdekt wat zijn/haar sterke en minder
sterke kanten zijn en ontwikkelt deze.
 In dit leerproces staat de leerling centraal. De leerling is actief, de docent ondersteunt,
stimuleert en begeleidt.
 Docenten maken onderwijs uitdagend en aantrekkelijk. Door samen te werken leer je meer, dat
geldt zowel voor leerlingen als docenten.
 Het aanleren van vaardigheden is belangrijk.
 Ons onderwijs is betekenisvol.
Voor leerlingen betekent dit:
Voor de school betekent dit:
Elke leerling leert maximaal
Er uit halen wat erin zit.
Stimuleren en enthousiasmeren
van leerlingen.
Goed en interessant onderwijs
bieden (= goede docenten).
Elke leerling ontvangt een
voor hem/haar geschikt
diploma
De verwachtingen waar maken.
Determineren en organiseren.
Begeleiden en op de rails houden
(= sterk mentoraat).
Elke leerling heeft zoveel
mogelijk een eigen leertraject
Investeren in de relatie als eerste
prioriteit. De leerling wordt
gezien, gekend en herkend.
Investeren in de relatie met
leerlingen.
Docenten aantrekken met de
juiste pedagogische en
didactische vaardigheden.
Helder communiceren met
leerlingen en ouders.
Elke leerling behaalt goede
resultaten; hij/zij is succesvol
Dat hij op inhoud en tempo
uitgedaagd wordt.
Resultaten per leerling bijhouden.
Goed organiseren van het
onderwijs in kennisteams.
Elke leerling voltooit zijn
leertraject binnen de gestelde
tijd
Doorwerken en eisen stellen aan
zichzelf.
Resultaatverantwoordelijk werken.
Schoolplan 2014-2018
11
Carmelcollege Emmen
4.3 De mentor
De rol van de mentor is bij het leerproces van belang.
De mentor is, na de docent, de eerste lijn naar leerlingen. De mentor begeleidt de leerling, houdt
toezicht op het gedrag en volgt hoe het gaat met de studie van de leerling. Als er vragen zijn van de
leerlingen dan is de mentor er voor het antwoord. Als er vragen zijn van de ouders, dan is het de
mentor die contact legt, de ouders uitnodigt op school of op huisbezoek gaat.
Kortom, de mentor is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken rond de leerling. In de
onderbouw zal dat een intensievere rol zijn dan in de bovenbouw. Maar… in principe gaat het om
dezelfde verantwoordelijkheden.
De mentor is op drie terreinen actief:
1
Hij/zij ondersteunt bij het leren leren.
a. Dit gebeurt met name door feedback te geven op geleverde prestaties.
b. Door te helpen bij het plannen van te leveren prestaties
c. Door te begeleiden bij het studeren.
2
Hij/zij helpt bij het leren kiezen.
a. Kiezen van het schooltype; bespreking van adviezen leerjaar 1 en 2.
b. Profielen tweede fase; keuze van vakken en vakkencombinaties.
c. De oriëntatie op vervolgopleidingen en beroep en uiteindelijke keuze.
3
Hij/zij helpt bij het leren leven.
a. Hij/zij heeft oog voor individueel wel en wee.
b. Hij/zij heeft aandacht voor de groepsdynamica. In de klas of in het cluster.
Per leerjaar/opleiding kent de school een eigen mentoraatinstructie.
Gegevens van alle leerlingen zijn opgenomen in een leerlingvolgsysteem, SOM. Verslaglegging door de
mentor en door de docenten, eventueel uitgebreid met handelingsplannen vindt hierin plaats.
Mentoren worden bij hun werkzaamheden ondersteund door Pitstop, een voorziening gericht op
leerlingbegeleiding en absentie.
4.4 Zorg
Voor leerlingen die ‘even niet mee kunnen’ of te maken hebben met structurele (leer)problemen
bestaat er aanvullende zorg. Daarbij wordt gewerkt met de ‘Schijf van vier’ waarbij in perioden van 6
weken gerichte zorg plaatsvindt, waarna het ZAT-team vervolgens een oordeel velt. Daarmee wordt
een heldere structuur in de zorgverlening door de school operationeel gemaakt.
De organisatie en coördinatie van deze zorg ligt in handen van de zorgcoördinator.
Bijzondere aandacht is er voor leerlingen aan wie een leerlinggebonden financiering is verstrekt, de
zogenaamde ‘rugzakleerlingen’. Hiervoor zijn maatwerkafspraken gemaakt, afspraken die in een
Ontwikkeling Perspectief Plan (OPP) worden vastgelegd.
Voor een (korte) doelgerichte ondersteuning beschikt de school over ervaren mentoren, remedial
teachers en deskundigheid binnen het eigen zorgteam.
Periodiek vindt overleg plaats binnen het Zorg Advies Team (ZAT). Hierin hebben, naast de
zorgverleners van de school, ook zitting: de schoolarts, jeugdpolitie, schoolmaatschappelijk werk,
GGZ, bureau jeugdzorg en de leerplichtambtenaar.
De school richt zich verder op het formuleren van het zorgprofiel van de school zoals in de
uitgangspunten van Passend Onderwijs wordt omschreven. De school wil helder hebben welke zorg
wel en welke niet kan/zal worden geleverd, de zgn. ‘grenzen aan de zorg’. Aanvullend hierop vindt in
regionaal verband een inventarisatie plaats van de verschillende zorgcomponenten. Daarmee wordt
Schoolplan 2014-2018
12
Carmelcollege Emmen
duidelijkheid gegeven in het woud van zorg en zorgsubsidies in de regio. Het doel is om te komen tot
een dekkend netwerk van zorgvoorzieningen in de regio Zuid-Oost Drenthe.
Regionaal neemt de school deel aan het Samenwerkingsverband Zuid-Oost Drenthe om de bestaande
zorgvoorzieningen op elkaar af te stemmen. De uitgangspunten en plannen worden jaarlijks in een
zorgplan voor de regio vastgelegd.
Daarnaast of nauw daarmee verbonden kent de regio een aantal zorginstanties zoals het OPDC, een
voorziening waar de school samen met de andere scholen het bestuur vormt en wat zich richt op de
tijdelijke opvang van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Hieraan verbonden is een Reboundvoorziening voor de tijdelijke opvang van leerlingen met gedragsproblemen, en een expertisecentrum
voor zorgverlening en zorgverleners binnen het VO; hierbij valt te denken aan ambulant begeleiders
en orthopedagogen.
De school werkt samen in verschillende projecten en instanties die zich richten op de zorg van
leerlingen. Een kleine greep hieruit:
het praktijkonderwijs
Renn 4-voorziening de Van der Reeschool voor leerlingen met gedragsproblemen
het Convenant Voortijdig Schoolverlaten
aanpassingen via het project plusvoorziening
schoolmaatschappelijk werk, dat door de gemeente Emmen wordt geïnitieerd
regionaal taalbeleid
onderwijs aan nieuwkomers
etc.
Schoolplan 2014-2018
13
Carmelcollege Emmen
5. Integraal Personeelsbeleid (IPB)
Een school bestaat bij het succes van haar leerlingen. Een dit succes hangt nauw samen met de
professionaliteit, motivatie en het enthousiasme van de medewerkers. Gelukkig heeft het
Carmelcollege Emmen veel van deze gemotiveerde medewerkers. Om hier ook in de toekomst
verzekerd van te zijn, wil de school een inspanningsverplichting aan gaan met de medewerkers.
Personeelsbeleid is namelijk een wederzijdse zaak. Elke medewerker heeft recht op uitdagend werk in
een veilige omgeving; werk dat boeit en bindt. In een organisatie waar met plezier wordt
samengewerkt aan een betere organisatie, elke dag opnieuw.
Samengevat houdt IPB voor het Carmelcollege Emmen in dat:
 IPB wordt vormgegeven in de hele school, waarbij aandacht wordt besteed aan alle elementen
van integraal personeelsbeleid;
 medewerkers (mede)verantwoordelijk zijn voor hun eigen professionele ontwikkeling;
 er een relatie wordt gelegd tussen de doelstellingen van de school, de inzet van personeel, de
inzet van personeelsinstrumenten en de inzet van financiële middelen;
 de instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend worden ingezet;
 er sprake is van competentieontwikkeling.
Binnen de Stichting zijn afspraken gemaakt over diverse onderdelen van het personeelsbeleid die
richtinggevend zijn voor de school. Zo kent de Stichting taakbeleid en mobiliteitsbeleid, maar ook
regelingen rond scholing, beoordeling, werving en selectie en gezondheid.
De demografische krimp zal op termijn ook gevolgen hebben voor de werkgelegenheid op het
Carmelcollege Emmen. Hierop zal geanticipeerd moeten worden door onder andere het
aannamebeleid hierop aan te passen.
a)
Een functieboek voor alle medewerkers
In het functieboek liggen alle functies vast die binnen Carmelcollege Emmen voorkomen. Het CCE
vindt het inzichtelijk maken van de verschillende verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden de
basis voor het transparant werken aan de realisering van de schooldoelen.
b)
De gesprekkencyclus
De gesprekkencyclus voor OP en OOP wordt gezien als het ‘hart van IPB’. In het gesprek tussen
leidinggevende en medewerker wordt gesproken over de doelen van de school, de individuele doelen
van de medewerker en over de afstemming daartussen. Tijdens het gesprek is er dus sprake van
directe beïnvloeding én van uitwisseling. Het is wenselijk dat er in de gesprekkencyclus sprake is van
een open sfeer. Uitgangspunt hierbij is dat het bespreekbaar maken van wederzijdse feedback de
relatie sterker maakt en dit het welbevinden van beide partijen bevordert.
Doelen van de gesprekscyclus zijn:
 het stimuleren van reflectie bij een ieder op het eigen functioneren binnen team- en
schoolverband;
 het positief beïnvloeden van het welbevinden van medewerker en leidinggevende;
 het afstemmen van schoolontwikkeling en wensen/gedrag van de medewerker;
 het maken van afspraken over het takenpakket en de competentieontwikkeling van de
medewerker en de ondersteuning daarbij vanuit de school;

de beoordeling van medewerkers die verminderd functioneren of disfunctioneren.
Als onderlegger voor de gesprekkencyclus en het beoordelingsbeleid zijn competentieprofielen voor de
docentfuncties LB, LC en LD ontwikkeld. Deze competentieprofielen bieden een handvat voor de
verschillende soorten gesprekken in de gesprekkencyclus en geven mogelijkheden voor
ontwikkelpunten aan.
Schoolplan 2014-2018
14
Carmelcollege Emmen
c)
De functiemix
Bij de invoering van de functiemix is het competentieprofiel gekoppeld aan de kennisteams. Zo komt
de school tot de volgende indeling:
De functie LB-docent is de standaard docentenfunctie. Het is voor de meeste docenten de startfunctie.
In het competentieoverzicht is aangegeven welke vaardigheden hij bezit en verder moet ontwikkelen.
De LC-docent is een docent die zich profileert als kartrekker binnen het kennisteam. Hij heeft een
(jaarlijks) een bijzondere opdracht die gericht is op de ontwikkeling van het primaire proces binnen
het kennisteam. Hij onderzoekt, ontwikkelt en informeert de collega’s over zijn bevindingen. Deze LCdocent beschikt over de standaard LB-competenties, aangevuld met die van de LC-docent.
De LD-docent is de docent die beschikt over een Master diploma en die als nestor van het team laat
zien dat hij over een ruime docentenervaring beschikt, die hij weet te koppelen aan ontwikkelingen
van zijn vak(ken) binnen en buiten de school. Ook de LD-docent heeft een opdracht welke jaarlijks
wordt op/bijgesteld en waarover hij zijn collega’s informeert en deze schoolt. In het
competentieoverzicht beschikt hij als docent over de LB-, LC- en LD-competenties.
d)
De beoordeling van nieuwe medewerkers
Elke medewerker die start binnen het Carmelcollege Emmen wordt in een eerste beoordelingstraject
geplaatst. Dit traject is in principe een eenjarig traject tenzij er bij de aanstelling andere afspraken zijn
gemaakt. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld ziektevervanging.
Doelen van het beoordelingstraject voor nieuwe medewerkers zijn dan vooral:
- het in kaart brengen van de startpositie van de medewerker;
- het goed zicht krijgen op de competenties en vaardigheden van de medewerker;
- binnen de wettelijke termijnen zicht hebben op het functioneren van de medewerker;
- duidelijkheid bieden voor het verkrijgen van een vaste aanstelling.
Het beoordelingstraject voor de nieuwe medewerker (OP) wordt in overleg met de direct
leidinggevende intensief begeleid door een interne coach en door het kennisteam.
e)
De beoordeling van medewerkers die verminderd functioneren of disfunctioneren
Elke medewerker kan op een bepaald moment terecht komen in een situatie waarin het functioneren
niet (meer) optimaal is. De school wil dit in een zo vroeg mogelijk stadium, in een open sfeer, met de
betrokkene bespreken. De insteek hierbij is dat niet optimaal functioneren vooral contextafhankelijk is.
Een beoordelingstraject buiten de reguliere gesprekkencyclus om, heeft als doel de context waarin het
niet optimaal functioneren zich openbaart, bespreekbaar te maken en waar mogelijk te veranderen.
Niet optimaal functioneren van medewerkers zal binnen het traject heel duidelijk gekoppeld worden
aan waarneembaar gedrag. Dit is het onderdeel waarop de direct leidinggevende te sturen heeft.
Hiervoor gebruiken de leidinggevenden binnen het Carmelcollege Emmen eenduidige beoordelings- en
begeleidingsformulieren, waarin zo smart mogelijk afspraken worden gemaakt tussen betreffende
medewerker en leidinggevende.
f)
Het beoordelen van re-integrerende medewerkers
Elke medewerker die door welke omstandigheid dan ook voor langere tijd uit het primaire proces is
geweest zal met zijn/haar direct leidinggevende een re-integratieproces afspreken. Conform de
geldende wet- en regelgeving is de betrokken medewerker al begeleid gedurende het ziekteproces;
daarbij is een Plan van Aanpak gemaakt. In het beoordelingstraject voor de re-integrerende
medewerker wordt de begeleiding en beoordeling vooraf afgesproken, waarbij het coachende en
begeleidende proces een belangrijke rol hebben in het geheel. Het streven daarbij is (bijna altijd) de
re-integratie in de eigen functie, tenzij dit door de UWV anders is bepaald.
g)
Het herijken van het taakbeleid
Alle afspraken die tussen medewerker en leidinggevende worden gemaakt zijn gebaseerd op CAOafspraken en afspraken die binnen de Stichting zijn vastgelegd. Bij het aanpassen van de organisatie
en het toepassen van nieuwe arbeidsverhoudingen is het noodzakelijk het bestaande taakbeleid met
elkaar te bespreken en te komen tot een nieuwe, nadere invulling.
Schoolplan 2014-2018
15
Carmelcollege Emmen
6. Kwaliteitsbeleid
Kwaliteit is in onze visie niets anders dan uitvoeren wat van tevoren is afgesproken. Die afspraak
wordt met verschillende belanghebbenden gemaakt. Na afloop wordt het resultaat besproken en volgt
een nieuwe (verbeterde) afspraak.
Kwaliteit ontstaat nooit toevallig, maar is het resultaat van een doelgerichte actie. Systematische
kwaliteitszorg houdt in dat de activiteiten vanuit een kwaliteitsbeleidsplan worden georganiseerd. In
zo’n plan staan de doelen, de middelen en de organisatie van de kwaliteitszorg in samenhang
vermeld. In het plan stelt de school duidelijke doelomschrijvingen vast. Dit plan bevat verder een
overzicht van activiteiten, waarin wordt aangegeven welke instrumenten wanneer worden gebruikt.
Kwaliteitsbeleid is cyclisch. Kwaliteit op het Carmelcollege Emmen houdt in dat allen die bij de school
betrokken zijn, proberen het elke keer een stapje beter te doen. Niets meer en niets minder, geen
ingewikkelde filosofie, maar gewoon een manier van werken om de prestaties te willen verbeteren.
Eenvoudige instrumenten moeten er verder voor zorgen dat deze manier van werken in de school
gemeengoed wordt. Het Carmelcollege gelooft dat werken aan kwaliteit van nature een plaats moet
krijgen in de organisatie. De goede dingen doen en de dingen vanzelfsprekend goed doen, het
kwaliteitsdenken zo verankeren dat het als het ware in de vezels van elke medewerker zit.
De medewerkers krijgen de gelegenheid hun kwaliteiten in te zetten om daarmee zowel de organisatie
als henzelf maximaal te ontplooien. Kwaliteitsbeleid is er op gericht beter te worden, niet in de zin van
ziek zijn/beter worden, maar in de opklimmende lijn van goed - beter - best. Zichtbaar en meetbaar
voor iedereen.
Kwaliteit is hét thema binnen de school, ‘het morgen beter doen dan vandaag’. Dat vraagt om een
andere cultuur binnen de school. Van de schoolleiding vraagt dit een intensieve sturing op alle
beleidsterreinen.
Het meeste accent hierbij is er voor de verbetering van zowel de opbrengsten als het
onderwijsleerproces.
Voor het Carmelcollege is in de kadernotitie kwaliteitsbeleid 2014-2018 vastgelegd wat er wordt
verstaan onder kwaliteitsbeleid en hoe dat er schoolbreed uit zou moeten zien. Uitgangspunten hierbij
zijn (samengevat):
 De school werkt met plannen en doelen die (na actie) worden geëvalueerd en vervolgens
worden bijgesteld. Dit gebeurt op alle niveaus binnen de school.
 De docenten wordt geleerd dat het plannen/bijstellen behoort tot de professionele attitude van
een medewerker. Het gaat er om het elke keer een stapje beter te doen.
 Dit vraagt om een kritische houding van medewerkers én van hun leidinggevenden. Er wordt
(periodiek) gesproken over het geleverde werk en de doelen die we (samen) willen bereiken.
 Eisen stellen aan elkaar en aan onszelf is een houding die daarbij past.
6.1 Specifieke aandachtspunten
Professionele cultuur
De school wil in de komende periode verder groeien als professionele organisatie. Centraal hierbij
staat dat de medewerkers bij voortduring werken aan het verbeteren van hun competenties. Het
steeds beter willen doen, het daarover met elkaar hebben en verantwoording afleggen over de
behaalde resultaten, maakt hier deel van uit. Tijdens de jaarlijkse IPB gesprekken is dit een
onderwerp dat aanbod komt. Voorafgaand aan het IPB gesprek observeert de teamleider een les en
wordt er een enquête over het functioneren van de docent uitgezet onder de leerlingen. Daarnaast
koppelt de docent de behaalde resultaten van zijn leerlingen terug aan zijn teamleider. Als er
aanleiding toe is, gaat de teamleider het gesprek aan met de docent over zijn behaalde resultaten.
Schoolplan 2014-2018
16
Carmelcollege Emmen
Analyses van het primaire proces
In de jaarlijkse kwaliteitskaart van de onderwijsinspectie wordt melding gemaakt van de resultaten
van de school. De school wil bovengemiddeld presteren op elk van deze onderdelen. Dat vraagt om
grondige analyses, gevolgd door maatregelen die effect sorteren op het primaire proces en
doorwerken op het gedrag van de medewerkers binnen de school. Hiervoor worden jaarlijks
streefcijfers vastgesteld.
De schoolleiding bekijkt jaarlijks de resultaten van alle afdelingen op de belangrijkste beleidsterreinen.
Uitgangspunt daarbij zijn de resultaten op de kwaliteitskaart en de normindicatoren die de inspectie
heeft vastgesteld. Bij dat laatste wordt gekeken naar de opbrengsten en naar de inrichting van het
onderwijsleerproces.
Bij deze onderzoeken komen o.a. de volgende aspecten de orde:
 De in-, door- en uitstroom (IDU) van leerlingen. Deze gegevens hebben sterk te maken met
instroom en plaatsing van leerlingen in de onderbouw en hun vervolgroute in de bovenbouw.
Verder spelen het zittenblijven en de op- en afstroom en voor onze school de uitstroom, een
belangrijke rol.
 De opbrengsten (lees: cijfers) per team/afdeling. Maar ook hoe goed leerlingen scoren voor
de verschillende vakken. Er is uitvoerig aandacht voor de examenresultaten en daarbij voor de
verschillen tussen schoolonderzoek- en eindexamenscores.
 Deze resultaten maken duidelijk hoe het team en de individuele docenten om gaan met het
curriculum, wat de pedagogische- en didactische keuzen en kwaliteiten van de docenten zijn
en hoe er binnen het team/afdeling wordt gestuurd en hoe de kwaliteit van het onderwijs
wordt bewaakt. Na het onderzoek worden de prestaties jaarlijks gevolgd en besproken met
docenten en leiding van het team.
Doorlopende leerlijnen zijn van belang voor de kwaliteit van het onderwijs. De secties zorgen voor
doorlopende curricula en de kennisteams zorgen voor vakintegratie en -afstemming. Dit wordt als
teamdoel in de kennisteam doelen vastgelegd en nader gespecificeerd wat dat concreet inhoudt.
Klanttevredenheid en ouderbetrokkenheid
a. Aan onze ouders en leerlingen wordt gevraagd wat zij van ons onderwijs vinden. Hiervoor bestaat
het overleg met de ouderpanels/klankbordouders. Items die in deze overleggen besproken
kunnen worden zijn:
 Het gedrag dat van leerlingen en van personeel van de school wordt verwacht.
Het pedagogisch klimaat van de school.
Kledingvoorschriften.
Pesten.
Veiligheid op en buiten de school.
Spijbelen en voortijdig schoolverlaten.
De visie op onderwijs.
Het excursiebeleid van de school.
De leerlingenzorg op de school.
De ouderavonden en andere vormen van communicatie.
Een klankbordgroep is geen formeel orgaan van medezeggenschap. De feedback die door de
klankbordgroep wordt gegeven moet worden gezien als advies aan de school. De school zal die
adviezen serieus nemen en verantwoorden wat ze met die adviezen heeft gedaan.
De medezeggenschap is geregeld in de Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs. In deze
wet is geregeld dat de school beschikt over een Medezeggenschapsraad. De
medezeggenschapsraad bestaat voor de helft uit docenten en ondersteunend personeel, een
kwart is ouder en een kwart is leerling.
De ouderraad is een advieslichaam. Op de eerste vergadering in het schooljaar van de
klankbordgroep worden er door elke klankbordgroep twee leden gekozen voor de ouderraad.
Schoolplan 2014-2018
17
Carmelcollege Emmen
b.
Tevredenheidsmetingen van ouders/verzorgers.
De inzet van de VO-spiegel en Kwaliteitscholen om ouders/leerlingen digitaal te bevragen over
uiteenlopende onderwerpen. Dit gebeurt jaarlijks onder de ouders van de 3e jaars leerlingen.
Kwaliteit van medewerkers
a.
Nieuwe docenten worden tijdens het eerste leerjaar beoordeeld. Stap voor stap is omschreven
hoe deze procedure verloopt en welke instrumenten ter begeleiding en beoordeling worden
ingezet. Naast de opleider in school en de coaching/begeleiding per team speelt de beoordeling
van lessen.
b.
De zittende docenten nemen deel aan de procedure zoals geschetst in de kadernotitie ‘Integraal
personeelsbeleid CCE’
Vastgelegd is dat jaarlijks een functioneringsgesprek wordt gevoerd tussen medewerker en direct
leidinggevende.
Ten slotte is er voor elk functioneringsgesprek een analyse beschikbaar van de door de
medewerker geleverde prestaties. Het gaat hierbij om de becijfering en beoordeling van
leerlingen, maar ook om de rol die de medewerker als mentor heeft vervuld. Verder wordt er
gekeken naar de behaalde resultaten voor het vak (toetsen/examencijfers).
c.
Scholing:
- Er zal worden ingezet op de scholing van docenten op gebied van valide toetsing. De RTTI
methode kan hierbij behulpzaam zijn. Naast valide toetsen maakt dit per leerling inzichtelijk
waar de leerling extra begeleiding nodig heeft.
- Scholing op gebied ICT gebruik. Om mee te gaan in de hedendaagse ontwikkelingen maar
bovenal om differentiatie, maatwerk/gepersonaliseerd leren mogelijk te maken
- Ook scholing op gebied van leer- en doceerstijlen spelen hierbij een rol.
- Daarnaast zal er schoolbreed ingestoken worden op didactische scholing op gebied van
“positive behaviour’’. Met als uitgangspunt onze visie en het idee dat ieder mens, leerling en
werknemer, beter functioneert als hij positief benaderd wordt. Voorbeeld gedrag is hierbij van
essentieel belang.
Scholing op gebied van rekenonderwijs. Met de invoering van de verplichte rekentoets is het
Carmelcollege Emmen overgegaan om het vak rekenen een vaste plek op de lessentabel te geven. Er
is een sectie rekenen geformeerd en een reken coördinator/sectievoorzitter rekenen aangesteld.
Sociale en maatschappelijke competenties ontwikkelen
Het Carmelcollege Emmen wil leerlingen opleiden tot wereldburgers. Wereldburgerschap,
internationalisering, loopbaanbegeleiding en -oriëntatie, zijn facetten waar schoolbreed, gedurende de
periode 2014-2018, expliciet aandacht aan besteed gaat worden. De wijze waarop dit vorm krijgt
staat beschreven in de Teamplannen en de kadernotitie kwaliteit. Externe stakeholders, zoals het
werkveld, worden bij de school betrokken.
Samenwerking primair onderwijs en samenwerkingsverband
Het Carmelcollege Emmen zorgt middels een correcte procedure voor een adequate overgang van
leerlingen die van het PO of die van andere partijen vanuit het samenwerkingsverband naar onze
school komen. Ook werken we samen met netwerken voor het vervolgonderwijs (MBO en HBO) en
het werkveld.
Schoolplan 2014-2018
18
Carmelcollege Emmen
7. Financieel en materieel beleid
7.1 Financiën
De school heeft de afgelopen jaren bijzondere inspanningen gepleegd om de financiën op orde te
krijgen. Daarbij ging het om de volgende speerpunten:
voldoende inzicht krijgen in de financiële positie van de school
het inventariseren van (financiële) risico’s
het terugdringen van het (te royale) lessen- en takenaanbod
balans vinden tussen diverse functies en de kosten
Op de meeste van deze beleidsterreinen hebben doorrekeningen plaatsgevonden. Vervolgens zijn
uitgangspunten voor de komende jaren geformuleerd. De schoolleiding heeft aangegeven wat de
bandbreedte van de verschillende activiteiten kan (en mag) zijn.
7.2 Risico’s
De huidige schoolsituatie en de daaruit voortvloeiende verplichtingen zijn voor een belangrijk deel
bepalend voor de besteding van de toekomstige gelden. Daarnaast hebben de beleidsvoornemens
financiële consequenties.
Hoewel de blik op de toekomst beperkt wordt door de kennis van vandaag moet de meerjarenraming
inzicht verschaffen in de toekomstige financiële positie en de mogelijke risico’s van de school. Voor
het inschatten van deze risico’s stelt de school jaarlijks haar risicoanalyse bij.
7.3 Materieel
De huidige inkomsten en uitgaven voor onderhoud, inventaris en huisvesting zijn niet kostendekkend.
In de jaarlijkse begroting wordt aangeven welke posten in de exploitatie worden opgenomen, naast
de uitgaven die voortkomen uit het (meerjaren) onderhoudsplan.
7.4 Huisvesting
Het hoofdgebouw van het Carmelcollege Emmen is gehuisvest aan de Statenweg in Emmen, in de
nabijheid van de beide andere VO-scholen, het Mbo- en het Hbo-college. Het gebouw is de afgelopen
jaren stapsgewijs aangepast aan de eisen die modern onderwijs aan de huisvesting stelt. Daarbij is
ook veel aandacht besteed aan de veiligheid rondom en in het gebouw.
Door toename van het aantal leerlingen is er begin schooljaar 2014/2015 een tweede locatie in
gebruik genomen. Dit betreft nieuwbouw en is gelegen bij sportpark Meerdijk, op fietsafstand van de
hoofdlocatie.
7.5 Inventaris / afschrijving
De inventaris verkeert conform het daarvoor geldende investerings-/vervangingsplan op een
acceptabel niveau. Tezamen met de vernieuwing van de huisvesting is de inrichting aangepakt. De
audiovisuele voorzieningen in de lokalen zijn daarbij eveneens op het gewenste niveau gebracht.
Op de nieuwe locatie aan de Meerdijk zijn de voorzieningen volgens de laatste ontwikkelingen.
7.6 Arbobeleid
De school voldoet aan de wettelijke veiligheidseisen. De school kent een Arbobeleidsplan. Dit
beleidsplan wordt door de directie vastgesteld. Het Arbobeleidsplan wordt jaarlijks geëvalueerd en zo
nodig bijgesteld.
Het Arbobeleid kent een materieel deel en een immaterieel deel. In het materiële deel wordt
aangegeven hoe de school zorg draagt voor een veilige werkomgeving voor zowel personeel als de
leerlingen. De Arbocoördinator ziet er op toe dat de school te allen tijde voldoet aan de voorschriften
voor een veilige schoolomgeving.
Schoolplan 2014-2018
19
Carmelcollege Emmen
De Arbocoördinator werkt nauw samen met de locatiebeheerder en met de Arbodienst waarbij de
school is aangesloten. Het immateriële deel van het Arbobeleid betreft het welbevinden van het
personeel.
Schoolplan 2014-2018
20
Carmelcollege Emmen
8. Beleid ten aanzien van interne- en externe communicatie
De PR medewerker ontwikkelt jaarlijks een promotie- en communicatieplan waarin is omschreven
welke uitgangspunten worden gehanteerd bij de verschillende doelgroepen. Voor elk van deze
groepen zijn doelen en middelen aangegeven. Jaarlijks wordt dit plan geactualiseerd.
8.1 Interne communicatie:
Voor de interne communicatie worden de volgende middelen gebruikt:
• weekbericht
• interne nieuwsbrief
• website
• werkoverleg/teamoverleg
• mededelingen tijdens teamvergaderingen
• plenaire personeelsvergaderingen
• functioneringsgesprekken
• klankbordgroepen van ouders en leerlingen
• ouderraad
• personeelsgeleiding van de medezeggenschapsraad
• medezeggenschapsraad
8.2 Externe communicatie:
Voor de externe communicatie wordt gebruik gemaakt van:
• externe nieuwsbrief
• website
• Carmel Emmen Magazine
• brochures/voorlichtingsmateriaal
• posters
• persberichten
• advertenties
• redactionele artikelen/interviews
• open huis
• voorlichtingsavonden
• doe-middagen
• presentaties op basisscholen
• leerlingenactiviteiten
• logo op materialen
Schoolplan 2014-2018
21
Carmelcollege Emmen