België – Belgique P.B. 9500 GERAARDSDBERGEN B.C. 10117 TUINIEREN Rekeningnr BNP Fortis: BE29-0010-4554-0364 Maand: januari 2014 Postkantoor GERAARDSBERGEN I P 508040 KONINKLIJK WERK DER VOLKSTUINEN GERAARDSBERGEN vzw Verantwoordelijke uitgever: Eddy Praet Watermolenstraat 115 9500 GERAARDSBERGEN tel: 054/41 59 50 [email protected] www.volkstuinengeraardsbergen.be MAANDBLAD (verschijnt niet in augustus) Beste (tuin)wensen van het bestuur Alweer een nieuw jaar Valt het mee of wordt het zwaar? Een vrolijk en gelukkig jaar Zonder zorgen weliswaar Dat wensen we elkaar Het wordt een nieuw begin We vliegen er weer eens in Met nieuwe moed Met geluk en voorspoed Gezond en vrolijk Zien we 2014 tegemoet! Goede voornemens voor het nieuwe seizoen… Dit sluit naadloos aan bij wat vooraf gaat. De jaarwisseling is vaak een moment van reflectie en goede voornemens. Ikzelf laat me inspireren door één specifiek voornemen uit de ‘nieuwjaarsbrief van 2007!’ van onze erevoorzitter Arsène. Ik hoor het u al denken: “Waar haalt die dat nog vandaan?” Ja, in ons maandblad stonden/staan er (soms) wijze dingen en om die reden mag je dat niet (te snel) weggooien… Concreet wil ik mij als groepstuinder engageren voor het volgende: “ Ik zal mijn tuin onkruidvrij houden door regelmatig te wieden en te schoffelen en de gepaste maatregelen nemen tegen ziektes en insecten! ”. Ik roep daarbij alle andere groepstuinders op om samen die uitdaging aan te gaan. Het jaar 2015 nadert nu wel snel, het jaar waarin we naar aanleiding van ons 100-jarig bestaan onze groepstuintjes willen openstellen voor het publiek. Dit wordt dus een laatste generale repetitie. Doe het een beetje voor onze vereniging, maar vooral voor uw eigen voldoening en fierheid. Wij wensen tot slot alle leden, zonder onderscheid, een prachtige tuin en een zeer vruchtbaar jaar. Hernieuwing lidgeld Hartelijk dank aan alle leden die hun lidmaatschap reeds hernieuwd hebben. Aan hen die dit nog niet gedaan hebben vragen wij om dit niet langer uit te stellen en in orde te brengen vóór eind januari, zo niet wordt u geschrapt uit ons ledenbestand. Ter herinnering: u kan dit doen door overschrijving van het vereiste bedrag op volgend rekeningnummer BE29-0010-4554-0364. Het lidmaatschap voor particulieren bedraagt 10€, voor een tuintje in de St. Martensstraat 16€, op Sportkring 14€; voor een abonnement op het maandblad “De Volkstuin” (11 nummers) betaalt u 11€. Het bestuur dankt u voor uw medewerking. Tuinieren_201401 1 Eddy Praet Sint-Jozefinstituut “ ’t Karmelieten “ BuBaO De Mozaïek Karmelietenstraat 57 9500 Geraardsbergen Boelarestraat 3 9500 Geraardsbergen tel: 054/41 07 10 – 054/412 412 tel: 054/41 83 50 Volgende activiteiten • Vrijdag 7 februari 2014: Zaal St. Bavo, Hoge Buizemont 165 te Geraardsbergen, om 19u30: “ Meteo Tollembeek “ op bezoek bij Volkstuinen Geraardsbergen. Het weerstation METEO TOLLEMBEEK met “Luc Herremans” doet dagelijkse waarnemingen en observaties van de plaatselijke weersevolutie, iets wat voor het Koninklijk Meteorologisch Instituut uit Ukkel (K.M.I.) vrijwel onmogelijk is. Wie dacht dat het dagelijkse weerpraatje op radio en televisie slechts door één persoon wordt samengesteld is mooi mis; achter elke weerman of weervrouw schuilt namelijk een groot netwerk van waarnemers. Onze voordrachtgever Luc Herremans is er één van. Aan de hand van zijn meetapparatuur, komt Luc ons met woord en beeld wegwijs maken in de materie van maximum- en minimumthermometers, werking van de barometer, neerslagbepalingen, luchtdruk en luchtvochtigheid. Verder hoe weerkaarten interpreteren, de straalstroom en condenssporen in de lucht, invloed van de zon op de vier seizoenen, stormen en orkanen, de schaal van Beaufort, enz… Gezien we als tuiniers 100% afhankelijk zijn van het weer en diens grillen, is deze voordracht een niet te missen kans om je eigen zaai-, plant- en oogstmomenten beter te bepalen. Na deze interessante voordracht worden alle aanwezigen nog getrakteerd op lekkere zelfgebakken oliebollen om het nieuwe jaar feestelijk in te zetten. Inkom gratis. Info: voorzitter 054/411906 Het Bestuur Afhalen van de bestellingen De bedeling van de bestellingen zal, zonder tegenbericht, plaats hebben op: - vrijdag 14 februari 2014 van 16u30 tot 18u, en - zaterdag 15 februari 2014 van 9u30 tot 11u ten laatste Zoals gebruikelijk kunnen de bestellingen afgehaald worden op de speelplaats van het St. Jozefsinstituut. Ingang langs de Karmelietengracht in de Gentsestraat. Niet vergeten aub. Verder op de agenda - vrijdag 21 maart: voordracht over “Koolsoorten en Prei” door Luc De Rijcke vrijdag 25 april: voordracht over “Kippen” door Frans Smets Volkstuinen Geraardsbergen heeft nu ook zijn website Volkstuinen Geraardsbergen heeft nu ook zijn website, met dank aan ons bestuurslid Hugo De Mulder. Neem gerust een kijkje op www.volkstuinengeraardsbergen.be, u vindt er heel wat nuttige info. Aarzel ook niet om dit medium te gebruiken als contactmiddel met het bestuur. Men zegge het voort! Tuinieren_201401 2 Eddy Praet Import van Zuid-Afrikaanse wijnen • • • Marc en Danielle Van Ongeval-Coesens Zavelstraat 42 Geraardsbergen • • 054 41 41 41 0497 53 81 27 Verkoop rechtstreeks aan particulieren. Wijnen voor elk budget en verkoop per fles mogelijk. Tot 10% korting op onze prijzen vermeld op de website! Afhalen na afspraak of gratis levering in de regio vanaf 12 flessen. Een prijslijst met het volledig overzicht en de klantprijzen, vraag info:[email protected] www.hetwijngoed.be Trappist: het bier en de monnik Jef Van den Steen uit Mere geldt algemeen als dé bierexpert in Vlaanderen en Nederland. Hij is auteur van een reeks Davidsfonds bierboeken (Trappist, Abdijbieren, Geuze en kriek) en is medewerker aan tal van (bier) tijdschriften zoals De Zytholoog, Bier Passie Magazine, … Dom Jef bracht ons in zijn eigen ludieke stijl het verhaal van de trappisten vanaf de stichting in Normandië in 1664 tot heden. Wie zijn de trappisten? En uit welk vaatje tappen ze? 1. Trappist versus abdijbier Trappistenbier of kortweg trappist wordt geprezen om zijn hoge kwaliteit en “hemels” rijke smaak. Wereldwijd zijn er 340 trappistenabdijen maar slechts tien trappistenbrouwerijen. Zes van de tien zijn gelegen in België (Westmalle, Rochefort, Westvleteren, Chimay, Orval en Achel), twee in Nederland (La Trappe en recent Zundert), verder één in Oostenrijk en één in de Verenigde Staten. Maar wanneer mag een bier zich trappist noemen en het bijhorende logo “Authentic Trappist Product” dragen? Hiertoe moet het voldoen aan drie voorwaarden: het moet gebrouwd worden in een trappistenabdij, waarvan het ook zijn naam krijgt. het moet door of onder toezicht van de monniken gemaakt worden. In de abdij van Chimay bv. heeft één monnik de leiding over meer dan 250 personeelsleden. de opbrengst moet ten goede komen van de abdij (levensonderhoud, onkosten,…). Wat overblijft moet aan sociale werken worden besteed. Abdijbier daarentegen wordt nooit in de abdij zelf gebrouwen. Zo wordt bv. Tongerlo niet in de gelijknamige Norbertijner abdij gebrouwen maar wel in Haacht. Dit geldt evenzo voor andere abdijbieren zoals: Leffe, Grimbergen, Affligem, Maredsous, enz… 2. De trappisten De trappisten zijn monniken van de orde der cisterciënzers. De bakermat van de trappisten ligt in de abdij Notre-Dame de la Grande Trappe in het Normandische Soligny-la-Trappe. Wat vooraf ging. Aanvankelijk (11e eeuw) werd de abdij bediend door benedictijnen. Na een bescheiden welvaart had de ellende van de oorlogen en plunderingen in de 14e en 15e eeuw ingrijpende gevolgen voor de monniken en uiteindelijk leidde dit, na intrede van de commendataire abten in de 16e eeuw, tot het verval van de abdij op geestelijk en materieel gebied. La Trappe zou uiteindelijk ten onder zijn gegaan ware er niet ene Jean de Rancé geweest. Hij kreeg de abdij “in commende” en voerde in 1664 een krachtige hervorming door en stelde daarbij nieuwe regels op voor het leven in de abdij, gebaseerd op 3 pijlers: Lactovegetarisch dieet (weinig eten, enige drank is water) Leven als arme mensen en van simpele dingen Leven van de vruchten van uw hand. Trappisten zijn boeren en werken om den brode. Om een voorbeeld te geven: in de abdij van Westmalle zijn er 150 koeien, die elk zo’n 40 l melk per dag produceren (kaas wordt aan de poort verkocht). Tuinieren_201401 3 Eddy Praet Onze voordrachtgever weet ervan mee te spreken na zijn (tijdelijke) intredes in o.m. de abdij van Westmalle en Orval. Een dag in de abdij begint al met het opstaan om 3u30 voor het bijwonen van een eerste gezongen mis om 4u (ochtendwake). Uiteindelijk gaan ze tussen hun dagelijkse bezigheden door 7 keer per dag naar de kerk (geestelijk voedsel) met als afsluiter de avondwake om 19u30. Na de psalm ‘Salve Regina’ gaat het licht uit in de kerk en gaan ze om 20u slapen. De trappisten zijn een ‘gesloten’ orde (ze mogen de abdij niet verlaten, vandaar verkoop van hun producten aan de poort) en een ‘zwijgende’ orde (roddelen is de ergste zonde, dus de gelegenheden hiertoe mijden). Toch kwamen ze in 1667 in opstand en braken aldus hun eerste van 4 eeuwige geloften, namelijk die van gehoorzaamheid. Ze waren het beu om nog langer alleen maar water te drinken en vroegen én verkregen van vader abt dat die regel aangepast werd. Voortaan mochten ze naast water ook karnemelk maar vooral ook de volksdrank drinken. Aangezien dit in Normandië cider is begonnen ze die voortaan ook zelf te maken. Tijdens de Franse Revolutie (opstand tegen de adel én de kerk) weken de trappisten uit naar andere landen en zo kwamen er in 1794 ook in Antwerpen terecht. Ze kregen van de bisschop een boerderijtje toegewezen in Westmalle. En aangezien de volksdrank hier bier was werd hierop overgeschakeld (’t was van moeten). Het eerste bier dat ze brouwden was slap tafelbier (2,5% alcohol). Het was bruin en zoet omdat het al 1 week na het brouwen gedronken werd. Het was een goede aanvulling voor hun tekort aan calorieën (bruin bier bevat meer calorieën dan blond). Verder was het bier plat (niet schuimend) omdat het opgeslagen werd in houten tonnen (tot 600l), die wel water- maar niet gasdicht waren (het koolzuurgas ontsnapte). Er was dan ook geen verkoop mogelijk. In 1880 was er in gans Europa hongersnood ten gevolge van een aantal misoogsten. Het was ook de periode dat de Red Star Line vanuit Antwerpen heel wat mensen verscheepte naar Amerika en Canada (de helft van de Ieren week uit naar de Verenigde Staten). De trappisten zochten naar een oplossing om hun bier te verkopen en gingen te rade bij de monniken van de abdij van Hautvillers (in de champagnestreek niet zo ver van Epernay). Precies in die abdij had keldermeester Dom Perignon einde 17e/ begin 18e eeuw wellicht als eerste champagne bereid volgens een specifiek procedé (de zogenaamde ‘methode champenoise’). Het bruin bier werd van dan af ook gebotteld in champagneflessen waardoor het alcoholgehalte steeg (van 2,5% naar 3,5%), was minder zoet (verdere gisting op de fles) en schuimde ook (koolzuurgas bleef in de fles). Dit bleef zo tot en met WOI. Na WOI gaf de nieuwe regering de minister van justitie Emile Vandervelde de opdracht een wet uit te vaardigen ‘ter beteugeling van de openbare dronkenschap’. Als gevolg hiervan kwam er in 1919 een verbod op het schenken van gedistilleerde dranken in openbare plaatsen, een wet die stand hield tot in 1984. Meteen het einde van de populaire combinatie van een druppel jenever bij een kruik (plat) bier. In 1922 bracht de abdij Westmalle het eerste zwaar bruin bier (7%) op de markt, de ‘dubbel Westmalle’. Het werd een groot succes en de andere brouwerijen volgden. Maar hoe ontstond dan de blonde trappist? Wel, na WOI was er invoer van blond bier, namelijk ‘de Pils’, genoemd naar het stadje Pilsen in Tsjechië waar het door de Duitser Jozef Groll voor het eerst gebrouwen werd. Ook de bierglazen deden hun intrede en het goudgele bier (van lage gisting) werd een succes en verdrong meer en meer de bieren (van hoge gisting). In 1934 kwam de eerste blonde trappist van 9,5% op de markt. Hiertoe werd de bruine kandijsuiker gebruikt bij het brouwen van bruin bier vervangen door witte kandijsuiker. Nog enkele weetjes: Diabetici mogen Orval drinken omdat er geen restsuiker meer in is. En dit omdat er naast de klassieke (bier)gist (Saccharomyces) ook Brettanomyces gist wordt toegevoegd net zoals bij de oude gueuzen. Die laatste is in staat om alle suiker om te zetten. Koken met bier: in bier gemarineerd vlees neem je best uit de marinade om het te garen, zo niet kan het bitter worden. Bier toevoegen op het einde bij de bereiding van saus kan wel. Tip: Doe eens een scheutje Orval in uw bord pompoensoep. En als uitsmijter voor hen, die bij een kaasschotel spontaan aan rode wijn denken, drink er in het vervolg eens een trappist bij, het volgende gezegde indachtig: “Bière(s) et fromage(s) font bon ménage”. A votre santé! Tuinieren_201401 4 Eddy Praet Bedankt Luc! Traditiegetrouw vond je hier de voorbije maanden/jaren steevast een bijdrage van Luc Denys. Luc heeft om persoonlijke redenen beslist om niet langer deel uit te maken van het bestuur van onze vereniging. Wij wensen hierbij Luc te bedanken voor zijn jarenlange inzet voor onze vereniging en meer specifiek - voor wat ons maandblad betreft – voor het delen van zijn jarenlange tuinkennis en ervaring met al onze leden. Luc, weet dat uw tuintips nog steeds welkom zijn. Het bestuur. Al aan uw teeltplan gedacht? Nog zoiets uit diezelfde nieuwsbrief, je weet wel… Ik zorg voor vruchtafwisseling in mijn tuin, daarom maak ik een teeltplan op! Nu je buiten nog niet zoveel kan doen, lijkt het mij een ideaal moment om hier werk van te maken. • Ter inleiding Vorig jaar kreeg ik ook een volkstuintje toegewezen van zowat 2 are (6m x 30m). Onwetend over de voorgeschiedenis van dat (verwaarloosd) tuintje, ‘doorwoekerd’ met pemen (kweekgras), heb ik verleden jaar perceeltje per perceeltje opgeruimd in functie van het zaai- of planttijdstip van de gewenste groente. Ik kijk tevreden terug op een mooie oogst maar met wel een aantal aandachtspunten voor dit jaar. Verder, heb ik tot in het late najaar de vrijgekomen percelen ingezaaid met een groenbemester: met phacelia, zolang het nog kon maar vooral (uit noodzaak) met winterrogge (tot half december zelfs!). Dankzij de wel erg zachte winter stond ook de laatst gezaaide rogge rond nieuwjaar al uit. Tegen de lente wordt dit een mooi groen tapijt. Dit jaar moet ik dus beginnen roteren en mogelijks wat bijsturen in functie van een goed teeltrotatieschema (zie verder). Maar hoe begin je nu aan een tuinplan en bij uitbreiding een teeltplan? Hierna enkele raadgevingen die u op weg kunnen helpen, goed wetende dat elke tuin een beetje anders is en ook mee evolueert in de tijd om welke omstandigheden dan ook. • De keuze van het tuinpad Het is handig om in je moestuin een verhard (hoofd)pad te maken dat breed genoeg is (60 cm of meer). Zodoende maak je de tuin ook toegankelijk voor allerlei gereedschap (kruiwagen, frees,…). Waar je dat pad aanbrengt hangt af van uw persoonlijke voorkeur: centraal in de tuin zodat je percelen hebt aan beide zijden, of aan de zijkant indien de breedte van de tuin onvoldoende is om op te delen. Dit laatste heb ik in mijn tuintje toegepast omdat ik vind dat 6m te smal is om op te delen. Op de scheiding tussen twee volkstuintjes heb ik afgedankte betonplaten (40 cm breed) aangebracht. Langs de scheiding met mijn andere buur denk ik dit jaar een wat natuurlijker ogend looppad te maken met houtsnippers. • Een goede plek voor een composthoop Een composthoop mag echt niet ontbreken in je moestuin. Je kunt er makkelijk je groen- en snoeiafval op kwijt en het levert je organisch materiaal op waarmee je de bodemstructuur verbetert. Let er op dat de composthoop of compostbak op een schaduwrijke plek ligt, bv. onder een boom of tegen een heg. Indien dit nieuw is voor u, ga dan op zoek naar lectuur over compost (boeken, internet,…). Maar vooral, eens je de basiskennis bezit, begin er aan en leer uit uw fouten. Dit jaar ga ik mijn nieuw opgezette compost (afgemaaide groenbemester met stalmest) afdekken met een ‘compostdoek’. Ik heb hiermee kennis gemaakt tijdens mijn bezoek aan de open tuindagen in Hex, maar heb er verder nog geen enkele ervaring mee. Het gaat om een ‘ademende’ doek die ervoor zorgt dat de temperatuur in de hoop constanter blijft, waardoor het omzetproces dan ook sneller verloopt (wordt vervolgd). • Vaste bedden plannen Indien je tuin groot genoeg is en je overweegt om naast de groentebedden ook een aantal vaste bedden te maken voor o.a. aardbeien, rabarber, klein fruit (bessen, bramen, frambozen), bloemen en natuurlijk ook kruiden, leg je die best eerst vast. Later kan natuurlijk ook, zoals reeds gezegd een tuin evolueert nu eenmaal in de tijd. Tuinieren_201401 5 Eddy Praet • De groenten kiezen en indelen in zaaibedden Eenmaal dit vastgelegd, komt het moment om na te denken over de groenten die je wilt gaan telen. Voorzie de nodige ruimte voor ieder type gewas (zie hieronder) en deel dan op in zaaibedden. De zaaibedden maak je best loodrecht op het looppad, zo kan je makkelijk bij alle groenten en trap je de grond niet teveel in elkaar. • Wisselteelt toepassen Een teeltrotatieschema houdt in dat je ervoor zorgt dat de groentesoort die vorig jaar op een bepaalde plek groeide, dit jaar op een andere plek wordt geteeld. Als je elk jaar dezelfde groente op dezelfde plek zet, dan geef je bepaalde ziektes en plagen de kans om zich sterk te ontwikkelen. Zo kun je bijvoorbeeld een zesjarig schema hanteren (bron: Velt): 1. Koolgewassen (kruisbloemigen), zoals bloemkool, rode kool, radijs, witte kool, broccoli, Chinese kool,… 2. Bladgewassen, zoals diverse spinazie- en slasoorten, warmoes, postelein,… 3. Vruchtgewassen (komkommerachtigen), zoals pompoen, komkommer, augurk, courgette, patisson,… 4. Wortelgewassen (schermbloemigen), zoals rode biet, ui, knolvenkel, wortelen, pastinaak 5. Aardappelen (nachtschadeachtigen) maar ook tomaat (zet deze twee niet naast elkaar) 6. Peulgewassen (vlinderbloemigen), zoals erwten en bonen. In het opvolgende jaar schuift alles een plek op. Dus 2 gaat naar 1, 3 gaat naar 2 enz. Sommige groenten zoals bv. aardappels en pompoen vragen nogal wat ruimte, dus als je moestuin niet zo groot is kan je die beter even overslaan. Maak er dan een vierjarig schema van. En nu plannen maar. Veel succes! Teeltrotatieschema Velt Wordt het nu nog winter of niet? We beleven voorlopig een zeer zachte winter (nog maar 1 vriesnacht in Ukkel). Weerman Frank dook in de statistieken en concludeert: een zachte november en december zijn nog geen garantie voor een zachte winter (wat er ook komt vóór nieuwjaarsdag, het telt zeker niet van de winter af). De winterkou kan ook nog toeslaan in januari en februari. Ondertussen is er ook nog geen vrieskou te bespeuren in januari. Wordt dit een heruitgave van de winter 1974/1975 (nauwelijks winter in januari of februari)? Of komt er nog vrieskou in februari of maart, want zo zijn er ook voorbeelden uit het verleden? Wat mij betreft liever vroeg dan (te) laat. We zullen zien…(zei Frank). Tuinieren_201401 6 Eddy Praet
© Copyright 2024 ExpyDoc