School of Arts KASK-Koninklijk Conservatorium

Onderwijs-en examenregeling
Artikelsgewijze reglementering
Deel:
Specifieke bepalingen voor School of Arts
Conservatorium.
2014-2015
1
KASK- Koninklijk
I Onderwijsregeling
1. Toelatingsvoorwaarden
Artikel 1. Artistieke toelatingsproef tot de opleidingen Beeldende Kunsten,
Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek
§1. De artistieke toelatingsproef
1° De artistieke toelatingsproef is de proef door de kandidaat-student afgelegd vóór hij
studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en
Muziek in de School of Arts Hogeschool Gent kan aanvangen. Het slagen in de
artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de algemene toelatingsvoorwaarden. De
geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar
rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. Een student die in de loop van zijn studies in de
School of Arts Hogeschool Gent gedurende één academiejaar zijn studies stopzet
kan zijn studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te
participeren.
2° Voor alle opleidingsonderdelen die men met een creditcontract wenst op te nemen
dient men eveneens te slagen in een artistieke toelatingsproef die betrekking heeft
op de opleiding, afstudeerrichting, specialisatie of instrument die samenhangt met de
opleidingsonderdelen waarvoor men wenst in te schrijven.
§2. Organisatie van de toelatingsproeven
1° De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende
Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van de School of Arts worden
ieder jaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar.
De proeven worden meerdere malen ingericht. Een kandidaat-student kan aan de
proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of
instrumenten deelnemen.
2° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef. Alle
informatie, inhoud en organisatiemodaliteiten over de artistieke toelatingsproef is
raadpleegbaar op de website van de School of Arts (www.schoolofarts.be).
3° Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student
een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro. Kandidaat-studenten die aan
verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan
inschrijvingsgeld te betalen.
4° Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor
dezelfde toelatingsproef.
5° Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens een eerste
sessie van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde
voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), hij dit
theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in een tweede sessie.
Kandidaten die deelnemen aan de laatst georganiseerde sessie van het betreffende
academiejaar kunnen niet herkansen.
2
§3. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven
1° De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit:
- de decaan of zijn afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is
- een secretaris die belast is met het examensecretariaat
- de leden van de examenjury.
2° De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De
examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige.
Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding,
afstudeerrichting of specialisatie.
3° De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg
met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de
raad van de School of Arts. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de
examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
§4. Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten
geproclameerd. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie
verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op
de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de
proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen
aanwezig zijn. Nadien kunnen kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken
op feedback.
§5. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een
toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat
een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
§6. Heroriëntering
Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van
afstudeerrichting wenst te veranderen, moet geen nieuwe toelatingsproef afleggen. De
wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is met een
commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting. De
beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en/of een
praktische proef.
§7. Vrijstellingen / EVC-EVK
Voor de academische opleidingen dient bij de instroom via „een bewijs van
bekwaamheid‟ via EVK de kandidaat ook een volledige toelatingsproef af te leggen. De
inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie
van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling wordt het studietraject bepaald.
Voor de academische opleidingen zal bij instroom via „een bewijs van bekwaamheid‟ via
EVC, eventueel gekoppeld aan „bewijs van bekwaamheid‟ via EVK, de School of Arts
het EVC-dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die
getoetst worden op de toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als artistieke
toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke
toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval
bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef.
3
Artikel 2. Artistieke toelatingsproef tot de opleiding master Solist Hedendaagse Muziek
§1. Toelatingsvoorwaarden
Kandidaat-studenten die zich wensen in te schrijven voor de opleiding dienen te
beschikken over het diploma van master in Muziek of over een daarmee gelijkgesteld
diploma. Ze moeten eveneens geslaagd zijn in een toelatingsproef tot de opleiding. De
geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in
de Hogeschool Gent.
§2. Toelatingsproef
1° Er wordt verstaan onder toelatingsproef: proef door de kandidaat-student afgelegd
vóór deze de opleiding van de School of Arts kan aanvangen. Het slagen in deze
toelatingsproef maakt deel uit van de toelatingsvoorwaarden.
2° Deze toelatingsproef wordt georganiseerd tijdens het 2de semester van het
academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarvoor de kandidaat wil
inschrijven. De data van de toelatingsproeven worden ten laatste tijdens de maand
januari van het lopende academiejaar op de website bekendgemaakt. Een
kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar slechts éénmaal deelnemen
aan deze proef.
3° De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De
examenjury bestaat uit minstens twee interne juryleden en één externe deskundige.
Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding.
4° De examencommissie van de toelatingsproeven bestaat uit:
- voorzitter: de decaan of zijn afgevaardigde;
- de leden van de examenjury;
- een secretaris die belast is met het examensecretariaat;
5° De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg
met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de
faculteitsraad. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de
examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
6° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef via de website
waar ook alle informatie terug te vinden is.
§3. Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten
geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór
de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet
geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn.
Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid
voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien wordt er op
geen enkele wijze feedback (noch via gesprek, telefoon, mail,…) gegeven over behaalde
resultaten.
§4. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden
4
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een
toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat
een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
Artikel 3. Beroep tegen onregelmatigheden bij beslissingen over de artistieke
toelatingsproef
§1. Indienen van een beroep
De kandidaat-student die oordeelt dat een ongunstige artistieke toelatingsproefbeslissing
aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne
beroepsprocedure.
De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke
toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op
de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt (proclamatie) aan de
student.
De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de
decaan. Het beroep moet aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel
telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan,
waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en
terugbezorgd aan de student.
§2. Bevoegdheid tot behandelen van een beroep
Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke
toelatingsproeven.
§3. Behandeling van het beroep
De interne beroepsprocedure leidt tot:
1° De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid
ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt
over de ontvankelijkheid van het beroep. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de
hoogte van zijn gemotiveerde beslissing.
2° Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of
herziet.
In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke
toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de
examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een
dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint.
De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een
beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of
herziet. De kandidaat-student kan op zijn verzoek gehoord worden in de
buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de
decaan. Hij kan zich laten bijstaan.
De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht
binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop
het beroep is ingesteld.
§4. Extern beroep bij onregelmatigheden
(zie http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/Raad/)
Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege
5
uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten
wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure.
Artikel 4. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de
master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama en de
Engelstalige master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music
§1. Externe kandidaten die niet binnen de School of Arts rechtstreeks doorstromen van de
bacheloropleiding naar de masteropleiding alsook kandidaten die rechtstreeks
doorstromen maar van opleiding of afstudeerrichting wensen te veranderen, dienen tijdig
een aanmeldingsdossier in te dienen.
Er zijn twee aanmeldingsrondes: één in de lente en één in de zomer voorafgaand aan de
start van het academiejaar. De oriënteringscommissie van de gekozen opleiding of
afstudeerrichting behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de
kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en
organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt
via de website www.schoolofarts.be.
§2. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet
correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 5. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor het
volgen van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogrammaBeeldende
Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek
§1. Kandidaat-studenten die in het bezit zijn van één van de hieronder opgesomde
professionele bachelor diploma‟s, komen in aanmerking voor inschrijving voor het
schakelprogramma:
Ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: bachelor Interieurvormgeving,
bachelor Beeldende Vormgeving, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor BeeldGeluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Fotografie, bachelor Technologie
Assistentie, bachelor Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, bachelor
Landschaps-en Tuinarchitectuur.
Ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: bachelor Audiovisuele Technieken,
bachelor Beeld-Geluid-Montage, bachelor Film-Tv-Video, bachelor Technologie
Assistentie.
Ten aanzien van de opleiding Drama: bachelor in de Dans.
Ten aanzien van de opleiding Muziek: bachelor in de Pop-en Rockmuziek, bachelor in de
Musical.
§2 Kandidaat-studenten die wensen door te stromen naar een masteropleiding vanuit een
academisch bachelordiploma in de kunsten dat onvoldoende inhoudelijke verwantschap
heeft met de initiële bacheloropleiding die toegang geeft tot de master waarvoor ze
kandideren, komen in aanmerking voor een voorbereidingsprogramma.
§3. Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma of
voorbereidingsprogramma, volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd
voor kandidaten voor de master (artikel 4). Er zijn twee aanmeldingsrondes: één in de
lente en één in de zomer voorafgaand aan de start van het academiejaar. Voor
kandidaten die in aanmerking komen voor een voorbereidingsprogramma of
schakelprogramma zal de artistieke toelatingscommissie van de gekozen opleiding of
6
afstudeerrichting het aanmeldingsdossier behandelen en neemt een beslissing over
instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met
betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website
www.schoolofarts.be. Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid
geeft de artistieke toelatingscommissie bij toelating tevens advies over de samenstelling
van het schakelprogramma of voorbereidingsprogramma.
§ 4. Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen
gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens
de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master
Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. Kandidaat-studenten uit
het buitenland waarvan het gevolgde bachelordiploma in de kunsten als academisch
wordt ingeschaald maar waarbij onvoldoende inhoudelijke verwantschap wordt
vastgesteld met de initiële bacheloropleiding die voorafgaat aan de masteropleiding
waarvoor men kandideert dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals
vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten,
Drama en Muziek.
§5. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende
toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de
aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 6. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding bachelor na bachelor in de
Landschapsontwikkeling.
§1 Een kandidaat-student die wenst in te stromen in de bachelor na bachelor in de
Landschapsontwikkeling dient te beschikken over een diploma dat rechtstreeks toegang
geeft tot deze opleiding. Indien een kandidaat student niet beschikt over een diploma dat
rechtstreeks toegang geeft tot de opleiding dient hij de aanmeldingsprocedure te volgen
zoals vastgelegd voor kandidaten voor de bachelor na bachelor in de
Landschapsontwikkeling. De oriënteringscommissie van de opleiding behandelt het
aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in
de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de
aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website www.schoolofarts.be.
§2. Volgende diploma‟s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding landschapsontwikkeling:
-
Bachelor in de agro-en biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement)
Bachelor in de landschaps-en tuinarchitectuur
Bachelor in de toegepaste architectuur
Bachelor of Science in de architectuur
Master of Science in de architectuur
Bachelor of Science in de ingenieurwetenschappen architectuur
Master of Science in de ingenieurswetenschappen architectuur
Bachelor of Science in de geografie en de geomatica
Bachelor of Science in de geografie
Master of Science in de geografie
Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning
7
§3. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende
toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de
aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
§4. In de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling wordt bij inschrijving de
mogelijkheid geboden om in functie van de vooropleiding(en) van de student bepaalde
opleidingsonderdelen te vervangen. Op basis van de reeds behaalde competenties /
credits in de vooropleiding(en) kunnen, voor maximaal 6 studiepunten, de
opleidingsonderdelen „Planmethodiek‟, „Ruimtelijke Planning‟, „Landschapsanalyse‟,
„Landschapsgenese‟, „Landschapsbeheer‟, „Landschapsfilosofie, „Recreatiekunde en
Verkeerskunde‟ vervangen worden door aanverwante opleidingsonderdelen te kiezen uit
het aanbod van de Associatie Universiteit Gent, na goedkeuring door de
opleidingscommissie. Dit geldt evenwel niet voor de opleidingsonderdelen „Landschap
en Beleid‟, „Projecten Landschapsontwerp I‟, „Projecten Landschapsontwerp II‟, „Stage
en Rapportering‟, „GIS I‟ en „GIS II‟.
Artikel 7. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding Specifieke lerarenopleiding (SLO).
§1. De student kan, mits een bijkomende inschrijving en de betaling van het vastgelegde
studiegeld, opleidingsonderdelen van de specifieke lerarenopleiding gedeeltelijk tijdens
of geheel na de master volgen.
§2. De omvang van een Specifieke Lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30
studiepunten theorie- en 30 studiepunten praktijkcomponent.
§3. De student van de opleiding Muziek kan de 30 studiepunten theoriecomponent reeds in
de master Muziek, keuzeoptie muziekeducatie, laten indalen. Deze indaling is bedoeld
om te faciliteren dat studenten het diploma van de Specifieke lerarenopleiding en de
bijhorende lesbevoegdheid verwerven. Voor studenten die deze lesbevoegdheid reeds
hebben verworven, via een diploma Specifieke lerarenopleiding of een ander diploma, is
dit zonder voorwerp. Deze studenten kunnen de keuze-optie muziekeducatie niet
kiezen.
Artikel 8. Toelatingsvoorwaarden voor de nascholing Geografisch Informatie Systeem
(GIS).
§1. De nascholing GIS is opengesteld voor personen die in het bezit zijn van een graad van
bachelor (of gelijkwaardig). Kandidaat deelnemers met relevante aantoonbare
beroepservaring kunnen eveneens worden toegelaten. Zij dienen hiertoe een
gemotiveerde aanvraag in bij de coördinator van de nascholing.
§2. Het maximum aantal inschrijvingen voor de nascholing GIS bedraagt 25. De datum van
inschrijving van de kandidaten bepaalt de rangorde. De School of Arts behoudt zich het
recht voor deze nascholing niet te laten plaatsvinden bij een onvoldoende aantal
inschrijvingen.
Artikel 9. Toelatingsvoorwaarden voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer
van Actuele Kunsten.
8
§1. Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer
van Actuele Kunsten (TEBEAC) dient houder te zijn van een masterdiploma of
equivalent.
§2. Uitzonderlijk kunnen ook kandidaat-studenten worden toegelaten die zijn ingeschreven in
een masteropleiding en hun masterdiploma in de januari-examenperiode van het
academiejaar kunnen behalen. Het getuigschrift van TEBEAC kunnen deze kandidaten
echter pas ontvangen indien ze ook effectief houder zijn van dat masterdiploma op het
moment van afstuderen binnen de opleiding TEBEAC.
§3 Alle kandidaten hebben in de periode augustus/september voorafgaand aan de start van
het academiejaar een gesprek met de oriënteringscommissie van de opleiding.. Enkel
bij een positieve evaluatie van dit intakegesprek kan de kandidaat-student zich
inschrijven voor de opleiding TEBEAC. Deadlines alsook inhoud en
organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend
gemaakt via de website www.schoolofarts.be.
Artikel 10. Taalvoorwaarden
§1. Voor de opleidingen Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en
Landschapsontwikkeling gelden de algemene taalvoorwaarden zoals beschreven in de
Onderwijs- en examenregeling van HoGent.
§2. Voor de bachelor- en masteropleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten,
Muziek en Drama alsook voor de master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music geldt dat
het taalniveau van anderstalige kandidaat studenten wordt beoordeeld als onderdeel van
de artistieke toelatingsproef. Anderstalige kandidaat studenten die zich willen inschrijven
en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef
onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat-studenten die
slagen op de artistieke toelatingsproef kunnen inschrijven voor een diplomacontract. Zij
moeten zich inschrijven in een taalinstituut indien ze niet beschikken over een certificaat
taalniveau 5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig
certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen)
of over het specifiek taalbewijs dat binnen de Onderwijs- en examenregeling van HoGent
voorzien is. De studietrajectbegeleider zal de behaalde resultaten aan het taalinstituut
jaarlijks evalueren en kan jaarlijks bindende voorwaarden opleggen in het kader van
studievoortgangsbewaking.
Artikel 11 Procedure toelatingsonderzoek: afwijkende toelatingsvoorwaarden in het
kader van virtuositeit
§1. Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden kunnen toelating
verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding indien ze slagen in een
toelatingsonderzoek (zie webpagina http://www.hogent.be).
Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de
eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat
wenst in te schrijven.
§2. Onverminderd de regelingen met betrekking tot het toelatingsonderzoek binnen de
Hogeschool Gent en de Associatie universiteit Gent wordt bij een toelatingsonderzoek
op gronde van virtuositeit volgende procedure gevolgd:
1° Stap 1
Student dient een dossier in bij de Associatie Universiteit Gent. Dit dossier omvat steeds
minstens een CV, reflectie- en motivatietekst en een artistiek portfolio.
9
2° Stap 2
De HOGent-begeleider toelatingsonderzoek stuurt, via de trajectbegeleider van de
betrokken opleiding, het dossier door aan de decaan. De decaan stelt een
expertencommissie samen van docenten, aangevuld met minstens 1 externe expert.
Een expertencommissie bestaat uit minstens 2 commissieleden en aangevuld met de
voorzitter van de opleidingscommissie als commissievoorzitter. De trajectbegeleider van
de opleiding is de secretaris van de commissie.
3° Stap 3
De expertencommissie brengt een oordeel uit of de kandidaat de discipline op een
uitzonderlijke wijze beheerst en maakt een schriftelijk verslag op.
De commissie nodigt daarbij steeds de kandidaat uit voor een interview en/of praktische
proef. De commissie heeft steeds de mogelijkheid om verdere deelproeven te
organiseren indien men meent dat dit nodig is om een volwaardig besluit te kunnen
nemen. Het onderzoek van de expertencommissie zal tevens doorgaan als artistieke
toelatingsproef. Indien de kandidaat het statuut van virtuoos verwerft zal hij geen
bijkomende artistieke toelatingsproef moeten doen.
4° Stap 4
De trajectbegeleider legt als secretaris van de expertencommissie het schriftelijk verslag
ter goedkeuring voor aan de decaan en van de beslissing wordt een facultaire beslissing
opgemaakt. De trajectbegeleider maakt de facultaire beslissing over aan de HoGentbegeleider toelatingsonderzoek en aan de kandidaat. Bij een positief resultaat kan de
student zich inschrijven voor de opleiding.
2. Inschrijving
Artikel 12. Inschrijving met een creditcontract
§1. Toelating tot een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen met een creditcontract uit
masterprogramma‟s worden enkel goedgekeurd indien de kandidaat-student het
onderliggende bachelordiploma heeft behaald.
§2. De faculteit kan bij goedkeuring van het creditcontract van de kandidaat-student eisen
dat verschillende opleidingsonderdelen simultaan worden opgenomen. Het gaat hierbij
om praktijkgerichte en/of theoretische opleidingsonderdelen die omwille van inhoudelijke
redenen niet afzonderlijk gevolgd kunnen worden. Welke opleidingsonderdelen samen
opgenomen moeten worden, is vastgelegd in een beslissing van de Raad van de School
of Arts.
Artikel 13. Combineren van opleidingsonderdelen van verschillende opleidingen,
afstudeerrichtingen of afstudeeropties
Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit
verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties binnen de
Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek is de toelating van de
decaan vereist. Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden
ingediend.
Artikel 14. Een inschrijving in de master Muziek voor kandidaten die reeds een
masterdiploma Muziek behaalden
§1. Kandidaten die reeds aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling een masterdiploma
10
Muziek hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de
masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een
andere afstudeerrichting of een andere instrumentenfamilie kiest. Studenten die binnen
dezelfde instrumentenfamilie wensen een tweede masteropleiding te volgen, kunnen
enkel verder studeren via creditcontract.
§2. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt ook rekening gehouden met artikel 12 §2.
Naargelang het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van
opleidingsonderdelen krijgen waarvoor hij dient in te schrijven met een creditcontract. In
elk geval dient de student steeds de opleidingsonderdelen die slaan op klein ensemble
en groot ensemble als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen.
§3. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt tevens rekening gehouden met de
motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie
en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij de master Hedendaagse Muziek, kan de
kandidaat geweigerd worden voor een tweede masteropleiding.
§4. Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde
instrumentenfamilie:
- Klarinet en basklarinet;
- Trombone en bastrombone
- Viool en Altviool
- Hobo en Althobo
Artikel 15. Keuze van lesgever door studenten van de opleidingen Muziek
Iedere student kiest vrij, indien er een keuzemogelijkheid voorhanden is, zijn/haar lesgever
instrument of zang in de afstudeerrichting Uitvoerende Muziek. Ook de student in de
afstudeerrichting Scheppende Muziek - Compositie kiest vrij, indien de keuzemogelijkheid
voor handen is, zijn/haar lesgever voor het opleidingsonderdeel compositie. De student dient
bij inschrijving/herinschrijving zijn keuze kenbaar te maken.
Artikel 16. Inschrijving voor keuzevakken
§1. Studenten kunnen zich inschrijven voor keuzevakken tot maximaal één week na de start
van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot
inschrijving voor keuzevakken meer dan één week na de start van de
onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden.
§2. Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van het eerste
semester behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich
datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede
semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket.
§3. Uitzonderingen op §1 en §2 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd
worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing
in het dossier.
Artikel 17. Aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT)
11
§1. Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 66 studiepunten behalve voor de
bachelor- en masteropleidingen Muziek. In de opleiding Muziek behelst het maximum
aantal op te nemen studiepunten 75.
Studenten die in hun geïndividualiseerd traject meer dan het maximum vastgelegde
aantal studiepunten wensen op te nemen, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in
te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg
met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een
beslissing neemt.
§2. Bij de opbouw van de opleidingsprogramma‟s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid
van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geeft weer
welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én gelijktijdig gevolgd moeten worden. De
student moet bij de opbouw van zijn geïndividualiseerd studietraject deze volgtijdelijkheid
en gelijktijdigheid respecteren. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject willen
afwijken van de regels van volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, dienen hiertoe een
gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De
studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de
opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt.
§3. Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de
concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen
uit het „oude‟ en het „nieuwe‟ programma. Studenten die met een geïndividualiseerd
traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen
van hun geïndividualiseerd studieprogramma.
Artikel 18. Bijkomende regelgeving aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) voor de
opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama, Muziek en de
Engelstalige masteropleidingen Visual Arts, Audiovisual Arts en Music
Bij het combineren van opleidingsonderdelen bachelor met een inschrijving in de master,
worden volgende restricties gevolgd:
§1. Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de
bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor
hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master.
§2. Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bachelor dienen af te
leggen, kunnen starten in de master. De School of Arts kan wel restricties opleggen ten
aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd
programma.
§3. Voor studenten van wie de studievoortgang in de bachelor niet optimaal was, en die nog
opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven,
zal de inschrijving in de master worden geweigerd.
§4. Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten
afleggen uit de bachelor, zal de inschrijving in de master worden geweigerd.
§5. Voor studenten die voor een tweede achteréénvolgende academiejaar wensen in te
schrijven voor een combinatie van opleidingsonderdelen uit de bachelor-en de
masteropleiding, kan de inschrijving voor de masteropleiding geweigerd worden. Deze
studenten kunnen slechts weer inschrijven voor de masteropleiding indien alle credits uit
de bacheloropleiding verworven zijn.
12
§6. Voor kandidaat-studenten die hun bachelordiploma alsnog dienen te behalen aan een
andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de master worden geweigerd.
§7. Uitzonderingen op §1 tot en met §6 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze
aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt
een beslissing in het dossier.
Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1e en/of 2e
modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3e modeldeeltraject
geldt:
§8. Een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of
dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich
binnen de lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen én indien een
inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27
studiepunten te kunnen opnemen.
3 Organisatie van de onderwijsactiviteiten
Artikel 19. Bijzondere studiegelden en stopzettingsmodaliteiten voor de voortgezette
opleidingen.
Jaarlijks worden de bijzondere studiegelden voor de opleidingen „bachelor na bachelor in de
Landschapsontwikkeling‟, „master na master Hedendaagse Muziek‟, nascholing „GIS‟,
„Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst‟ en de regeling rond
de terugbetaling van deze bijzondere studiegelden bij uitschrijving of wijziging van het
jaarprogramma vastgelegd. De bijzondere studiegelden en uitschrijvingsmodaliteiten zijn
opgenomen in bijlage.
Artikel 20. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten,
Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en
Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding
§1. Alle studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende
Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de
Specifieke Lerarenopleiding van de School of Arts betalen naast het door de
Hogeschool Gent vastgestelde studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten.
Deze studiekosten, in de niet-Muziekopleidingen ook wel ateliergeld genoemd, zijn
verbonden met specifieke gebruiks- en verbruikskosten voor studenten in de faculteit als
geheel en in de diverse afstudeerrichtingen.
De raad van de School of Arts beslist over de besteding van dit geld. Het wordt
aangewend voor:
-
cursussen en fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen,
toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen, examens enz.
de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen voor ateliers
afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten
gezamenlijke studiereizen en studie-uitstappen
aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur,
inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse
uitleendiensten
gezamenlijke kosten bij projecten
13
-
uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de
normale openingsuren
- …
Deze bijdrage in de studiekosten bedraagt:







€ 25 voor de Specifieke Lerarenopleiding
€ 100 voor Muziek – Muziektheorie/Schriftuur
€ 150 voor Muziek –uitvoerende muziek – jazz/pop
€ 200 voor Muziek – muziekproductie – compositie – uitvoerende muziek klassieke
muziek
€ 250 voor Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur, Muziek –
instrumentenbouw
€ 300 voor Drama, Fotografie, Grafisch Ontwerp, Multimediale Vormgeving, Vrije
Kunsten, Mode en Textielontwerp
€ 400 voor Film en Animatiefilm
§2. De bijzondere studiekosten voor bachelorstudenten worden individueel berekend per
student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten
(SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens
onderstaande tabel:
opgenomen SP ≥ 45
30 < opgenomen SP <
45
100%
opgenomen praktijk-SP ≥ 21
opgenomen praktijk-SP < 21
opgenomen SP ≤ 30
100%
opgenomen theorie- SP ≥
21
100%
opgenomen theorie-SP <
21
50%
opgenomen praktijk-SP ≥ 18
8 ≤ opgenomen praktijk-SP <
18
opgenomen praktijk-SP < 8
50%
opgenomen theorie-SP ≥
12
50%
opgenomen theorie-SP <
12
25%
opgenomen theorie-SP ≥
12
25%
opgenomen theorie-SP <
12
0
§3. De bijzondere studiekosten voor masterstudenten worden individueel berekend per
student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten
(SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens
onderstaande tabel:
Opgenomen SP praktijk > 0
100%
14
Opgenomen SP praktijk = 0
Opgenomen SP theorie > 12
25%
Opgenomen SP theorie < 12
0%
§4. Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de
opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in het
tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt, waarna er een
terugbetaling of bijkomende betaling mogelijk is.
§5. Studiepunten opgenomen in het kader van internationale studentenuitwisseling, worden
bij de berekening van de bijzondere studiekosten niet in rekening gebracht.
§6. Het betalen van de bijzondere studiekosten is naast het betalen van het studiegeld een
noodzakelijke voorwaarde om deel te nemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten.
Artikel 21. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten voor de initiële bachelor-en
masteropleidingen.
§1. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar
krijgen het volledige bedrag terug.
§2. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november betalen een vierde
voor deelname in de kosten.
§3. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december
betalen de helft voor deelname in de kosten.
§4. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december kunnen niet meer
genieten van een terugbetaling.
Artikel 22. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten
§1. Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen in het kader van de opleiding aan
de School of Arts of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele
activiteiten ondersteund of geïnitieerd door de School of Arts .
§2. De Raad van de School of Arts legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een
ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst
beschikbaar is.
§3. Meer in het bijzonder zijn volgende krachtlijnen van toepassing:
 De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het
akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde
opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een
specifieke opleiding over het gebruik enz.
 Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine
huurprijs betaald te worden.
 Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en
het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening
volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking
stellen van derden.
 Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of
15

het instrument en zal moeten instaan voor een schadevergoeding bij
schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste
herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de
Hogent-verzekeringspolis, dan staat de student in voor het
vrijstellingsbedrag.
Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, zal uitgesloten
worden van ontlening.
Artikel 23. Aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten met permanente evaluatie en/of
niet-periode gebonden evaluaties.
§1. Bij opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van de permanente evaluatie of
niet-periode gebonden evaluatie, is de aanwezigheid van studenten verplicht. De
student zorgt ervoor dat hij voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname
aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op
regelmatige basis contact te onderhouden met zijn titularissen en hen op de hoogte te
houden van zijn werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij
noodzakelijk.
§2. Werkstukken en/of artistieke realisaties die ter bespreking of ter beoordeling voorliggen,
zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de
lesgevers is gevoerd.
§3. Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de
aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door
betrokken docenten bewaard tot drie maand na sluiting van de derde examenperiode (=
tweede zittijd) van het lopende academiejaar.
§4. Naast de regeling van niet-periode gebonden evaluaties, zoals beschreven in het
onderwijs-en examenreglement van de HoGent mbt deelname aan onderwijsactiviteiten
en niet-periode gebonden evaluatie, kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan
25% aanleiding geven tot de quotatie „afwezig‟ voor het volledige opleidingsonderdeel.
Voor de opleiding drama kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan 10%
aanleiding geven tot de quotatie „afwezig‟ voor het volledige opleidingsonderdeel.
Artikel 24. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten.
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten,
beoordelingen en examens moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of
gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor
dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht. Indien een opdracht of artistiek
werk door geval van overmacht niet tijdig klaar geraakt, wordt het werk op dag van de
beoordeling voorgelegd of gepresenteerd in de staat waarin het zich bevindt.
Artikel 25. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de
opleiding Muziek
Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek ongeacht of de
vernoemde opleidingsdelen tot hun curriculum behoren:
§1. Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes en de introductieweek
worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van de School of Arts voor
eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten of grote
16
producties. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten
gecommuniceerd.
§2. De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor de activiteiten die de School of Arts
inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van HoGent en de School of Arts
ten goede komen. Eventuele afwezigheden wegens ziekte of heerkracht voor deze
manifestaties moeten gestaafd worden door een attest. Deze activiteiten worden steeds
tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd.
§3. Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen
hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen
„Orkest / Grote ensembles‟ of „begeleidingspraktijk‟ / „begeleiden‟. Indien deze prestaties
boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform artikel 41.
Artikel 26. Opleidingsonderdelen uitgesloten van studentenuitwisseling
§1. Bepaalde opleidingsonderdelen kunnen in het kader van studentenuitwisseling niet
gevolgd worden in een andere onderwijsinstelling. Omwille van de finaliteit van het
opleidingsonderdeel is de student steeds ingeschreven voor het opleidingsonderdeel in de
eigen onderwijsinstelling. Dit is het geval voor volgende opleidingsonderdelen: Masterproef,
Scriptie en Bachelorproef.
§2; Voor de bachelorproef binnen de bacheloropleidingen Landschaps-en tuinarchitectuur en
Interieurvormgeving kan dit uitzonderlijk worden toegestaan onder volgende voorwaarden:
-
-
-
De student volgt in het kader van studentenuitwisseling elders een equivalent
opleidingsonderdeel op vlak van studiepunten, doelstellingen en
eindcompetenties.
Indien mogelijk worden in het kader van de jurering van het equivalent
opleidingsonderdeel in het buitenland ook personeelsleden van de opleiding in de
School of Arts betrokken.
De betrokken student engageert zich om zijn bachelorproef te presenteren tijdens
het afstudeerevent eind juni.
Artikel 27. Aanwezigheid op projectweek / projecten
De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten o.a. tijdens de
„projectweken‟. De projectweken worden jaarlijks in de academische kalender vastgelegd.
Artikel 28. Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek
De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere
momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via de
elektronische leeromgeving bekendgemaakt).
Artikel 29. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de
opleidingen Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten
§1. Voorstel tot masterproject: een tekst van minimaal 1, maximaal 2 pagina‟s getypt.
De tekst bevat:
werktitel
17
-
een concrete omschrijving van het uit te voeren project
een persoonlijke motivering vanuit de eigen historiek als student
eventueel bijlagen: script van een film, plannen, schetsen,…enz.
§2. Mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student. Elke
student heeft minstens één mentor uit de praktijk en één uit de theorie. De ateliermentor
wordt in de regel gekozen uit de docenten van de hoofdateliers van de afstudeerrichting.
Afwijkingen hierop kunnen enkel bij goedkeuring door de mastercoördinator. Een lid van
het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor theorie wanneer hij/zij is
aangesteld in een ambt van assistent, praktijkassistent, docent, hoofddocent, of als
gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit niet artistiekgebonden onderdelen. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als
mentor praktijk wanneer hij/zij is aangesteld in een artistiek ambt (artistiek assistent,
artistiek praktijkassistent, artistiek docent, artistiek hoofddocent) of als gastprofessor en
het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit artistiek-gebonden onderdelen.
De ateliermentor is titularis van het opleidingsonderdeel „Masterproef‟ van de betrokken
student. De theoriementor is titularis van het opleidingsonderdeel “Scriptie” van de
betrokken student. Ze begeleiden samen de masterproef én scriptie van de betrokken
student en zijn bijgevolg respectievelijk co-titularis. Studenten kunnen desgevallend een
derde mentor aanvragen (eventueel externe mentor). Deze is niet verplicht.
Externe mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde
student, die geen personeelslid is van de School of Arts . Een externe mentor dient
goedgekeurd te worden door de interne mentoren. Bij de eindbeoordeling behoort de
externe mentor tot de groep van externe juryleden.
§3. Mastercoördinator: per afstudeerrichting wordt er één coördinator aangeduid. Hij volgt in
overleg met de trajectbegeleiding eventuele dossierproblemen op van de
masterkandidaten. Tijdens de opleiding regelt hij eventuele infrastructurele kwesties,
structureert een periodiek overleg tussen de mentoren en organiseert de samenstelling
van de externe jury en het toonmoment van de eindbeoordeling. Hij is tevens voorzitter
van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid.
II. Examenregeling
Artikel 31. Aanwezigheid op de examens
De studenten dienen bij ieder examen hun identiteitskaart en studentenkaart te kunnen
voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij aan het examen
deelgenomen hebben.
Artikel 32. Wijziging van examenschikking
In toepassing van de onderwijs- en examenregeling van HoGent kunnen op basis van
ernstige redenen of in geval van overmacht van een student, examens op een ander
tijdstip en/of in een andere vorm georganiseerd worden. De te volgen procedure om
zulks een examenschikking aan te vragen, wordt voor aanvang van elke examenperiode
kenbaar gemaakt via de elektronische leeromgeving. Studenten die de
gecommuniceerde procedure niet volgen kunnen niet in aanmerking komen voor een
wijziging in examenschikking.
18
Artikel 33. Toekennen van het eindcijfer bij samengestelde opleidingsonderdelen die
bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
§1. Indien de student op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft van
de punten behaalt, wordt het eindcijfer het mathematisch gemiddelde, rekening
houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen.
§2. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft
behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten
van de deelopleidingsonderdelen, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som
van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht:
1° Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer
bepaald door het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten
van de deelopleidingsonderdelen.
2° Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het
opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20.
§3. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft
behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten
van de deelopleidingsonderdelen,na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer
als volgt bepaald:
1° Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het mathematisch
gemiddelde kleiner is dan 9/20.
2° Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het mathematisch gemiddelde 9/20 is.
Artikel 34. Evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente
evaluaties en/of jury’s.
De evaluaties van dergelijke opleidingsonderdelen vallen uitsluitend in de 1ste examenzittijd
tenzij de studiefiche anders vermeldt.
De Raad van de School of Arts kan op advies van de examencommissie om zeer
uitzonderlijke redenen voor een student toestaan dat er voor dergelijke opleidingsonderdelen
een evaluatie in de 2de examenzittijd wordt ingericht.
Artikel 35. Studievoortgangscommissie
§1. De studievoortgangscommissie is een adviserend orgaan per opleiding dat bestaat uit
alle titularissen betrokken bij de opleidingsonderdelen uit de opleiding, aangevuld met de
studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan is voorzitter van de
studievoortgangscommissie, de opleidingscommissievoorzitter is desgevallend
plaatsvervangend voorzitter. Het diensthoofd studentenaangelegenheden is secretaris van
de studievoortgangscommissie.
§2. De studievoortgangscommissie komt minstens éénmaal per academiejaar samen en
heeft volgende bevoegdheden:
19
- De studievoortgangscommissie kan een niet-bindend studieadvies geven aan
studenten.
- De studievoortgangscommissie kan advies geven met betrekking tot de bindende
studievoortgangsmaatregelen bij studenten die vallen onder
studievoortgangsbewaking zoals beschreven in Artikel 10 van de Onderwijs-en
examenregeling van de Hogeschool Gent.
- De studievoortgangscommissie geeft advies aan de Raad van de School of Arts
om zeer uitzonderlijke redenen voor een student toe te staan dat er voor
opleidingsonderdelen waar geen 2e examenkans is voorzien, alsnog een 2e
examenkans aan te bieden.
Artikel 36. Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een
jurybeoordeling.
§1. De samenstelling van de examenjury‟s, de organisatie en coördinatie van de jureringen
gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan.
§2. Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de School of Arts mits
goedkeuring van de decaan.
§3. Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend
personeel die al dan niet co-titularis zijn. (De co-titularissen zijn de andere leden van het
onderwijzend personeel die mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten
van het opleidingsonderdeel.) Deze toegevoegde leden van het onderwijzend personeel
vormen de groep van „interne juryleden‟. Een examenjury kan aangevuld worden met
één of meerdere „externe juryleden‟, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de
afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professionele bachelors en
academische masters..
§4. De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische
leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende
jurering.
§5. De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de
gelegenheid krijgt om zijn werk te presenteren, uit te voeren, toe te lichten en/of te
verdedigen. Hij zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de
betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen.
§6. Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Het
publiek mag tijdens dit moment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet
beïnvloeden.
§7. Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk
dat de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval
worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar
zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en eventueel
zijn werk te verdedigen tegenover de examenjury.
§8. De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te
beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar.
20
Artikel 37. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen
‘Masterproef II’ in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook
in de opleiding drama
§1. De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt
aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn
de beide mentoren van de student.
§2. Het accent van de beoordeling van Masterproef II ligt bij de productevaluatie.
§3. De externe juryleden beoordeelt Masterproef II en kent adviserend een cijfer toe.
§4. Tijdens de beraadslaging wordt het cijfer van de externe jury besproken met de interne
jury en wordt het eindcijfer in consensus vastgelegd.
§5. Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt het cijfer van de externe jury voor 4/5 en
het cijfer van de interne jury voor 1/5 verrekend.
Artikel 38. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het
opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ van de 3de bachelor Interieurvormgeving
§1. De quotering van het eindwerk „Bachelorproef‟ is het resultaat van de procesevaluatie en
de productevaluatie en telt respectievelijk voor 1/3 en 2/3 van de punten.
§2. Voor de samenstelling van de examenjury onderscheiden we per student:
de „interne jury‟: de verantwoordelijke titularis + de toegevoegde interne juryleden en
de „externe jury‟: de groep van externe juryleden
§3. De „interne jury‟ kent de punten toe voor de „procesevaluatie‟ en de „externe jury‟ kent de
punten toe voor de „productevaluatie‟.
§4. Bij aanvang van de beraadslaging kan het gemiddelde van de individuele cijfers van de
leden gehanteerd worden als uitgangscijfer voor de gesprekken en het bepalen van de
consensuscijfers.
§5. Tijdens die beraadslaging moeten de juryleden de gelegenheid krijgen om hun
opmerkingen te formuleren. Het is de bedoeling dat de groep van interne juryleden en de
groep van externe juryleden elk een consensus bereiken over hun cijfer op 20.
§6. De titularis noteert de definitieve punten in de twee kolommen van de lijst. Wanneer alle
punten op de lijst staan genoteerd, ondertekenen alle juryleden deze definitieve
puntenlijst.
Artikel 39. Toelichting evaluatie van het hoofpraktijkopleidingsonderdeel
instrument/zang van de opleiding Muziek- afstudeerrichting Uitvoerende Muziek
Definities:
- Examenrecital (= performance): is een openbaar examen dat door de opleiding
georganiseerd wordt binnen de examenperiode en dat beoordeeld wordt door een
jury die bestaat uit een voorzitter, de docent en een extern jurylid.
- Partieel examenrecital: is een examenrecital dat door de opleiding georganiseerd
wordt binnen de examenperiode en dat gejureerd wordt door een voorzitter, de
21
docent en een intern jurylid. De beoordeling wordt verrekend met het
examenrecital van de tweede examenperiode. Voor inkomende Erasmusstudenten geldt het partieel examen als volwaardige evaluatie.
- Klasauditie: is een toonmoment dat door de docent georganiseerd wordt buiten
de examenperiode en waarover de docenten zelf feedback geven. Voor
inkomende Erasmus-studenten geldt de klasauditie als volwaardige evaluatie.
- Examenrepertoire: betreft composities die tijdens een examen vertolkt werden en
die niet naar een volgend examen opnieuw kunnen gespeeld worden.
- Studierepertoire: betreft alle composities die de student instudeert en waaruit het
examenrepertoire samengesteld wordt.
Artikel 40. Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek
§1. In de opleiding muziek, afstudeerrichting Uitvoerende Muziek worden examenrecitals
ingericht voor de instrumentale disciplines zoals vermeld in de onderstaande kolom links.
Een gedeelte van de examenrecitals kan op verwante instrumenten afgelegd worden
zoals beschreven in de kolom rechts; hiertoe vraagt de student schriftelijk de
toestemming aan de decaan. De decaan beslist in overleg met de voorzitter van de
opleidingscommissie.
§2. De decaan kan in uitzonderlijke gevallen en in samenspraak met de voorzitter van de
opleidingscommissie een hoofddiscipline toevoegen aan de eerste kolom voor een
individuele student; dit op voorwaarde dat er voldoende artistiek hoogstaand repertoire
voor dit instrument bestaat.
Instrumentale
hoofddiscipline
Een deel van het examen mag afgelegd
worden op:
Fluit
Alle types en historisch verwante instrumenten
Blokfluit
alle types
Hobo
historisch verwante instrumenten
Althobo
historisch verwante instrumenten
Klarinet
historisch verwante instrumenten
Basklarinet
historisch verwante instrumenten
Fagot
historisch verwante instrumenten
Hoorn
historisch verwante instrumenten
Trompet
historisch verwante instrumenten
Trombone
historisch verwante instrumenten
Bastrombone
historisch verwante instrumenten
22
Tuba
alle types / historisch verwante instrumenten
Saxofoon
alle types
Slagwerk
andere slagwerkinstrumenten
Drums
andere slagwerkinstrumenten
Gitaar
historisch verwante instrumenten
Basgitaar
contrabas
Luit
historisch verwante instrumenten
Harp
historisch verwante instrumenten
Piano
andere aanslaggevoelige klavierinstrumenten
Orgel
andere klavierinstrumenten
Klavecimbel
andere klavierinstrumenten
Accordeon
bandoneon
Viool
historisch verwante instrumenten
Altviool
historisch verwante instrumenten
Cello
historisch verwante instrumenten
Contrabas
historisch verwante instrumenten
Artikel 41. Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde
producties van de opleiding Muziek
Een muziekproject dat niet studietrajectgebonden is en dat door de student zelf
georganiseerd wordt of waaraan de student meewerkt kan onder de hieronder beschreven
voorwaarden gehonoreerd worden met incentives.
§1. Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van incentives aan een project:
1° De student die zelf het initiatief neemt voor een muziekproject, verschaft de decaan
een projectdossier met alle nuttige gegevens: artistieke doelstellingen, beschrijving
van het verwachte verloop, duur, eventuele benodigdheden op infrastructureel
gebied, aantal deelnemers (eventueel van andere faculteiten van Hogeschool Gent),
naam van de docent die de productie begeleidt.
2° Na afloop van het project wordt van alle deelnemers een beknopt verslag verwacht,
waarin het totale project alsook de eigen deelname beschreven en geëvalueerd
wordt.
§2. Criteria voor de evaluatie van het gerealiseerde project:
Artistieke originaliteit van het project:
1° betekent deelname aan het project een aftasten van voor de deelnemers van
onbekende terreinen?
23
2° is er sprake van kruisbestuiving en genrevermenging?
3° overschrijdt het project de grenzen van de eigen specialiteit, opleiding of van de
School of Arts ?
4° wordt er gestreefd naar een kwaliteitsvol product?
5° hoeveel deelnemers worden erbij betrokken?
6° is er sprake van een uitvoering in concertvorm? Tot welk publiek richt het project
zich?
7° kan het project bijdragen tot een grotere uitstraling van Hogeschool Gent en/of van
de opleiding?
§3. Berekening van de incentives en referentieopleidingsonderdelen
1° de incentives worden als volgt berekend: S/n +Q
waarbij „S‟ de som is van alle behaalde quotaties in de loop van het academiejaar en
„n‟ het aantal producties waaraan de student deelnam. Het
referentieopleidingsonderdeel telt in de berekening als de eerste productie.
Q= n - 1 De punten voor de permanente evaluatie van dit opleidingsonderdeel
worden in de berekening opgenomen als de eerste productie.
2° de incentives worden toegekend aan volgende referentieopleidingsonderdelen:
- het referentieopleidingsonderdeel voor de orkestinstrumenten zijn de
opleidingsonderdelen „Orkest / Grote ensembles‟‟
- het referentieopleidingsonderdeel voor de zangstudenten zijn de
opleidingsonderdelen “Projecten Zang” en “Muziektheatrale vorming”.
- het referentieopleidingsonderdeel voor de toetsinstrumenten en
tokkelinstrumenten is “Begeleidingspraktijk”.
- het referentieopleidingsonderdeel voor Muziekproductie zijn de
opleidingsonderdelen „Producing & Soundlab‟ en „Producing‟
- het referentieonderdeel voor compositie is „Compositie‟
- het referentieopleidingsonderdeel voor muziektheorie zijn de
opleidingsonderdelen „schriftuur‟
§4. Voorwaarde tot toekenning van incentives en procedure afhandeling
1° de incentives kunnen slechts toegekend worden op voorwaarde dat de student(e)
voor het referentieopleidingsonderdeel ten minste 10/20 behaalde.
2° de docent die de productie begeleidt is verantwoordelijk voor het schriftelijk en
gemotiveerd overmaken van de quotaties aan de decaan; dit ten laatste in de week
voorafgaand aan de betreffende examenperiode.
§5. Voor opleidingsonderdelen met betrekking tot “Orkest / grote ensembles”,
“kamermuziek”, “koor” en “begeleidingspraktijk / begeleiden” wordt rekening gehouden
met de producties waaraan de student heeft deelgenomen. Aanvullend op de quotering
voor deze respectievelijke opleidingsonderdelen wordt er à rato van het aantal
producties waaraan de student deelnam, een progressief stijgende quotering toegekend.
Als producties komen in aanmerking: de orkestproducties ingericht door de opleiding en
alle producties die vooraf als dusdanig door de decaan erkend zijn.
Artikel 42. Reglementering opleidingsonderdelen Stage en Kunst in het werkveld.
Stagereglement: alle specifieke modaliteiten betreffende de opleidingsonderdelen stage en
kunst in het werkveld worden vastgelegd in het „stagereglement van de school of a rts‟.
24
25
Bijlage: Studiegelden en Stopzettingsmodaliteiten Voortgezette Opleidingen
26
Studiegelden en stopzettingsmodaliteiten - Academiejaar 2014-2015
Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten
Opleidingsonderdelen
sem
Behoud en beheer: Collectiemanagement
Behoud en beheer: Materiële aspecten van
behoud en beheer
Beleid: Collectie
Beleid: Publiekswerking
Beleid: Tentoonstellen & culturele productie
Inleiding tot de kunstactualiteit: Moderne en
hedendaagse beeldende kunst
Inleiding tot de kunstactualiteit:
Veranderingsprocessen in de kunstwereld
Stage, portfolio en onderzoek
Normaal studiegeld
vast
# stupu (éénmalig)
variabel
per stupu
totaal
VARIABEL
Surplus
forfait opl.
(éénmalig)
TOTAAL
VARIABEL
per O.O.
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
j
j
6
6
61,90
61,90
9,30
9,30
55,80
55,80
120,84 ##
120,84 ##
j
j
j
j
6
6
6
5
61,90
61,90
61,90
61,90
9,30
9,30
9,30
9,30
55,80
55,80
55,80
46,50
120,84
120,84
120,84
100,70
j
5
61,90
9,30
46,50
100,70 ##
j
8
61,90
9,30
74,40
161,10 ##
##
48
61,90
+
VOLLEDIGE OPLEIDING :
27
446,40 =
508,30
+
25,00 +
##
##
##
##
966,70 = 1500,00
Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten
BEREKENING bij STOPZETTING:
Stopdatum vóór
De stopzettigsregels van het normaal studiegeld voor de initiële bachelors en masters worden gevolgd. Voor de
surplusbedragen op opleiding en op OLOD worden dezelfde regels gevolgd, met uitzondering van de stopzettingsdatum
van 15/03 die verplaatst wordt naar 01/03
23/09/2014 1/11/2014 1/03/2015
Terugbetaling van normaal studiegeld zoals voor de initiële bachelors en masters
VOLLEDIGE
vast bedrag OPLEIDING :
61,9
100%
0%
sem 1 vakken
1
0
100%
100%
JV vakken
JV
446,4
100%
100%
sem 2 vakken
2
0
100%
100%
Terugbetaling surplus:
VOLLEDIGE
surplus op opleiding OPLEIDING :
25
100%
0%
surplus op OLOD sem 1 vakken
1
0
100%
100%
surplus op OLOD JV vakken
JV
966,7
100%
100%
surplus op OLOD sem 2 vakken
2
0
100%
100%
Berekening studiegeld bij stopzetting
0,00
86,90
28
15/03/2015
30/06/2015
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1500,00
1500,00
1500,00
Studiegelden en stopzettingsmodaliteiten - Academiejaar 2014-2015
GIS
Normaal studiegeld
Opleidingsonderdelen
sem
GIS I
GIS II
1
1
VOLLEDIGE OPLEIDING :
vast
# stupu
(éénmalig)
variabel
per stupu
5
3
61,90
61,90
9,30
9,30
8
61,90
+
totaal
VARIABEL
Surplus
forfait opl.
(éénmalig)
TOTAAL
46,50
27,90
74,40 =
VARIABEL
per O.O.
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
86,69 ##
52,01 ##
136,30
+
25,00 +
138,70 =
300,00
BEREKENING bij STOPZETTING:
De stopzettigsregels van het normaal studiegeld voor de initiële bachelors en masters worden gevolgd. Voor de
Stopdatum vóór
23/09/2014 1/11/2014 1/03/2015
15/03/2015
30/06/2015
Terugbetaling van normaal studiegeld zoals voor de initiële bachelors en masters
VOLLEDIGE
vast bedrag OPLEIDING :
sem 1 vakken
JV vakken
sem 2 vakken
1
JV
2
61,9
100%
0%
0%
0%
0%
74,4
0
0
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
25
100%
0%
0%
0%
0%
138,7
0
0
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0,00
86,90
300,00
300,00
300,00
Terugbetaling surplus:
surplus op opleiding
surplus op OLOD sem 1 vakken
surplus op OLOD JV vakken
surplus op OLOD sem 2 vakken
Berekening studiegeld bij stopzetting
VOLLEDIGE
OPLEIDING :
1
JV
2
29
Studiegelden en stopzettingsmodaliteiten - Academiejaar 2014-2015
Landschapsontwikkeling
Opleidingsonderdelen
Normaal studiegeld
sem
Bosbeheer
GIS I
GIS II
Landschap en beleid
Landschapsanalyse
Landschapsgenese
Natuur- en landschapsbeheer
Planmethodiek
Projecten landschapsontwerp I
Projecten landschapsontwerp II
Recreatiekunde
Ruimtelijke planning
Stage en rapportering
Verkeerskunde
2
1
2
1
1
1
2
1
1
2
1
1
2
2
vast
# stupu
(éénmalig)
3
5
3
4
3
3
3
3
6
3
3
3
15
3
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
variabel
per stupu
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
totaal
VARIABEL
Surplus
forfait opl.
(éénmalig)
TOTAAL
27,90
46,50
27,90
37,20
27,90
27,90
27,90
27,90
55,80
27,90
27,90
27,90
139,50
27,90
VARIABEL
per O.O.
17,76
29,60
17,76
23,68
17,76
17,76
17,76
17,76
35,52
17,76
17,76
17,76
88,70
17,76
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
##
##
##
##
##
##
##
##
##
##
##
##
VOLLEDIGE OPLEIDING :
60
61,90
+
30
558,00 =
619,90
+
25,00 +
355,10 = 1000,00
Landschapsontwikkeling
BEREKENING bij STOPZETTING:
De stopzettigsregels van het normaal studiegeld voor de initiële bachelors en masters worden gevolgd. Voor de
Stopdatum vóór
23/09/2014 1/11/2014 1/03/2015
15/03/2015
30/06/2015
Terugbetaling van normaal studiegeld zoals voor de initiële bachelors en masters
VOLLEDIGE
vast bedrag OPLEIDING :
sem 1 vakken
JV vakken
sem 2 vakken
61,9
100%
0%
0%
0%
0%
279
0
279
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
25
100%
0%
0%
0%
0%
1 159,84
JV
0
2
71,04
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0,00
86,90
525,74
596,78
1000,00
1
JV
2
Terugbetaling surplus:
surplus op opleiding
surplus op OLOD sem 1 vakken
surplus op OLOD JV vakken
surplus op OLOD sem 2 vakken
Berekening studiegeld bij stopzetting
VOLLEDIGE
OPLEIDING :
31
Studiegelden en stopzettingsmodaliteiten - Academiejaar 2014-2015
MANAMA Hedendaagse Muziek M1 - Module A
Opleidingsonderdelen
sem
praktijk actuele muziek
live electronics actuele muziek 1
analysemodellen actuele muziek 1
onderzoeksseminarie actuele muziek 1
theoretische masterseminaries
masterclasses, lezingen & keuzeopl 1
Normaal studiegeld
vast
# stupu
(éénmalig)
J
J
J
J
J
J
VOLLEDIGE OPLEIDING :
30
8
6
6
4
6
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
60
61,90
+
MANAMA Hedendaagse Muziek M1 - Module B
Opleidingsonderdelen
hedendaagse uitvoeringspraktijk
ensembles hed uitvprakt 1
analysemodellen hed uitvprakt 1
onderzoeksseminarie hed uitvprakt 1
theoretische masterseminaries
masterclasses, lezingen & keuzeopl 1
variabel
per stupu
Surplus
forfait opl.
(éénmalig)
TOTAAL
# stupu
vast
(éénmalig)
variabel
per stupu
J
J
J
J
J
J
30
8
6
6
4
6
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
60
61,90
+
32
VARIABEL
per O.O.
279,00
74,40
55,80
55,80
37,20
55,80
558,00 =
427,59
114,01
85,50
85,50
57,00
85,50
619,90
+
Normaal studiegeld
sem
VOLLEDIGE OPLEIDING :
totaal
VARIABEL
totaal
VARIABEL
forfait opl.
(éénmalig)
279,00
74,40
55,80
55,80
37,20
55,80
558,00 =
VARIABEL
per O.O.
427,59
114,01
85,50
85,50
57,00
85,50
619,90
+
25,00 +
##
##
##
##
##
##
##
855,10 = 1500,00
25,00 +
Surplus
TOTAAL
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
##
##
##
##
##
##
##
855,10 = 1500,00
MANAMA Hedendaagse Muziek M2 - Module A
Opleidingsonderdelen
sem
masterproef actuele muziek
live electronics actuele muziek 2
analysemodellen actuele muziek 2
onderzoeksseminarie actuele muziek 2
scriptie
masterclasses, lezingen & keuzeopl 2
Normaal studiegeld
vast
# stupu
(éénmalig)
J
J
J
J
J
J
VOLLEDIGE OPLEIDING :
30
6
6
3
9
6
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
60
61,90
+
MANAMA Hedendaagse Muziek M2 - Module B
Opleidingsonderdelen
masterproef hedendaagse uitvoeringspraktijk
ensembles hed uitvprakt 2
analysemodellen hed uitvprakt
onderzoeksseminarie hed uitvprakt
scriptie
masterclasses, lezingen & keuzeopl 2
variabel
per stupu
Surplus
forfait opl.
(éénmalig)
TOTAAL
# stupu
vast
(éénmalig)
variabel
per stupu
J
J
J
J
J
J
30
6
6
3
9
6
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
61,90
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
9,30
60
61,90
+
33
VARIABEL
per O.O.
279,00
55,80
55,80
27,90
83,70
55,80
558,00 =
427,60
85,50
85,50
42,75
128,25
85,50
619,90
+
Normaal studiegeld
sem
VOLLEDIGE OPLEIDING :
totaal
VARIABEL
totaal
VARIABEL
forfait opl.
(éénmalig)
279,00
55,80
55,80
27,90
83,70
55,80
558,00 =
VARIABEL
per O.O.
427,60
85,50
85,50
42,75
128,25
85,50
619,90
+
25,00 +
##
##
##
##
##
##
##
855,10 = 1500,00
25,00 +
Surplus
TOTAAL
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
STUDIEGELD
voor totale
opleiding
##
##
##
##
##
##
##
855,10 = 1500,00
MANAMA Hedendaagse Muziek
BEREKENING bij STOPZETTING:
De stopzettigsregels van het normaal studiegeld voor de initiële bachelors en masters worden gevolgd. Voor de
Stopdatum vóór
23/09/2014 1/11/2014 1/03/2015
15/03/2015
30/06/2015
Terugbetaling van normaal studiegeld zoals voor de initiële bachelors en masters
VOLLEDIGE
vast bedrag OPLEIDING :
sem 1 vakken
JV vakken
sem 2 vakken
247,6
100%
0%
0%
0%
0%
0
2232
0
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
100
100%
0%
0%
0%
0%
1
0
JV 3420,4
2
0
100%
100%
100%
100%
100%
100%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0,00
86,90
1500,00
1500,00
1500,00
1
JV
2
Terugbetaling surplus:
surplus op opleiding
surplus op OLOD sem 1 vakken
surplus op OLOD JV vakken
surplus op OLOD sem 2 vakken
Berekening studiegeld bij stopzetting
VOLLEDIGE
OPLEIDING :
34
Bijlage Volgtijdelijkheidstabellen
Inhoud
Bachelor en Master Muziek. .................................................................................................................................... ……………..Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.ii
Master na Master: Master Solist Hedendaagse Muziek ..........................................................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.v
Specifieke Lerarenopleiding Muziek ....................................................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.vi
Bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur ............................................................................................................................................................................. vii
Bachelor Interieurvormgeving ....................................................................................................................................................................................................... viii
Bachelor en Master Drama .............................................................................................................................................................................................................. xi
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Film ........................................................................................................................................................................... xii
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Animatiefilm ................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.xiii
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Schilderkunst....................................................................................................................................xiviv
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Tekenkunst........................................................................................................................................ xvv
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Beeldhouwkunst ................................................................................................................................ xvi
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Installatie .......................................................................................................................................... xvii
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Mediakunst ................................................................................................................................... xviiiiii
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Nieuwe media ............................................................................................................................ xix
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp - Illustratie ...................................................................................................................................... xx
Bachelor en Master Beeldende Kunsten - Grafisch Ontwerp – Grafiek ......................................................................................................................................... xxi
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving ............................................................................................................... xxii
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie ................................................................................................................................................................ xxiiiii
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode ...................................................................................................................................................................... xxiviv
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp ......................................................................................................................................................... xxvv
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Multimediale Vormgeving ....................................................................................................................................... xxxvi
i
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Muziek 2014-2015
Zwart: strikte volgtijdelijkheid;
Bachelor 1
Grijs: volgtijdelijk of simultaan te volgen
Bachelor 2
Bachelor 3
Master 1
Master 2
Instrument I (Klassiek)
Zang I (Klassiek)
Instrument II (Klassiek)
Zang II (Klassiek)
Instrument III (Klassiek)
Zang III (Klassiek)
Instrument master I (Klassiek)
Zang master I (Klassiek)
Masterproef Instrument (Klassiek)
Masterproef Zang (Klassiek)
Begeleidingspraktijk I
Begeleidingspraktijk II
Begeleidingspraktijk III
Begeleidingspraktijk master I
Begeleiden master I
Begeleidingspraktijk master II
Begeleiden master II
Muziektheatrale Vorming I
Muziektheatrale Vorming II
Muziektheatrale Vorming III
Muziektheatrale Vorming master I
Muziektheatrale Vorming master II
Projecten Zang I
Projecten Zang II
Projecten Zang III
Projecten Zang master I
Projecten Zang master II
Orkest / Grote ensembles I
Orkest / Grote ensembles II
Orkest / Grote ensembles III
Orkest / Grote ensembles master I
Orkest / Grote ensembles master II
Orkest / Grote ensembles master I &
Klavier lab
Orkest / Grote ensembles master II &
Klavier lab
Kamermuziek III
Kamermuziek master I
Kamermuziek master II
Auditiepraktijk
Auditiepraktijk master
Koor master 1
Kamermuziek I
Kamermuziek II
Alg muziektheorie, solfège en
gehoorvorming
Koor 1
Solfège en gehoorvorming
Koor 2
Koor 3
Harmonie en contrapunt 1
Harmonie en contrapunt 2
Harmonie en contrapunt 3
Taalcoaching 1
Taalcoaching 2
Taalcoaching 3
Inleiding improvisatie
Minor Improvisatie 1
Inleiding compositie
Minor compositie 1
Methodieken van onderzoek in de
kunsten
Onderzoeksseminarie
Minor Schriftuur 1
Minor Schriftuur 2
Minor Directie 1
Minor Directie 2
ii
Koor master 2
Minor Improvisatie 1
Minor Improvisatie 2
Minor Historische uitvoeringspr
aanverwant instrument 1
Minor Compositie 1
Minor Historische uitvoeringspr
aanverwant instrument 2
Minor Compositie 2
Minor Live-Electronics 1
Minor Live-Electronics 2
Minor Compositie Audiovisuele
producties 1
Instrument 2 (Jazz/Pop)
Zang 2 (Jazz/Pop)
Genre combo 2
Minor Compositie Audiovisuele
producties 2
Instrument 3 (Jazz/Pop)
Zang 3 (Jazz/Pop)
Genre combo 3
Songwriting 1
Songwriting 2
Arrangement 1
Instrument 1 (Jazz/Pop)
Zang 1 (Jazz/Pop)
Genre combo 1
Bigband/Special combo 1
Dansante expressie
Instrument master 1 (Jazz/Pop)
Zang master 1 (Jazz/Pop)
Genre combo master 1
Masterproef Instrument (Jazz/Pop)
Masterproef Zang (Jazz/Pop)
Songwriting 3
Songwriting master 1
Creative Lab 1
Songwriting master 2
Creative Lab 2
Arrangement 2
Arrangement 3
Arrangement en compositie master 1
Arrangement en compositie master 2
Jazz/Pop Combo 1
Jazz/Pop Combo 2
Jazz/Pop Combo 3
Jazz/Pop Combo master 1
Jazz/Pop Combo master 2
Ear Training 1
Ear Training 2
Harmonie 1
Harmonie 2
Harmonie 3
Reharmonisatie 1
Reharmonisatie 2
Onderzoeksmethodiek
Genre combo master 2
Onderzoekseminarie & Paper
Producing I & Soundlab I: Software
Producing II & Soundlab II:
Programming
Producing III & Soundlab III:
Synthesis
Producing master I
Masterproef Muziekproductie
Songwriting for producers I
Songwriting for producers II
Songwriting for producers III
Songwriting for producers master I
Songwriting for producers master II
Bandpracticum I & ritmesectie
drum&bas
Bandpracticum II & ritmesectie
gitaar
Bandpracticum III
Bandpracticum master I
Bandpracticum master II
Creative Lab I
Creative Lab II
Compositie en arrangement 1
Compositie en arrangement 2
Arrangement 1
Arrangement 2
Arrangement 3
Harmonie 1
Harmonie 2
Harmonie 3
Ear Training 1
Ear Training 2
Close harmony 1
Close harmony 2
Onderzoeksmethodiek
Compositie I
Onderzoekseminarie & Paper
Compositie II
Compositie III
Compositie master I
Masterproef Compositie
Klankrealisatie 1
Klankrealisatie 2
Klankrealisatie master 1
Klankrealisatie master 2
iii
Klavierpraktijk 1
Toegepaste harmonie 1
Klavierpraktijk 2
Klavierpraktijk 3
Toegepaste harmonie 2
Toegepaste harmonie 3
Alg muziektheorie, solfège en
gehoorvorming
Solfège en gehoorvorming
Koor 1
Koor 2
Harmonie en contrapunt 1
Harmonie en contrapunt 2
(compositie)
Methodieken van onderzoek in de
kunsten
Coachen & Musiceren 1
Coachen & Musiceren 2
Tonale Schriftuur: Harmonie &
Contrapunt
Masterproef Fuga
Posttonale Schriftuur
Masterproef Posttonale Schriftuur
Klavier Muziektheorie 1
Klavier Muziektheorie 2
Begeleidingspraktijk Muziektheorie 1
Begeleidingspraktijk Muziektheorie 2
Koordirectie 1
Koordirectie 2
Stemvorming 1
Stemvorming 2
Masteratelier Instrumentenbouw
Masterproef instrumentenbouw
Organologisch onderzoek 1
Organologisch onderzoek 2
Harmonie en contrapunt 3
(compositie)
Onderzoeksseminarie
Atelier Instrumentenbouw I
Atelier Instrumentenbouw II
Atelier Instrumentenbouw III
Alg. muziekleer en practicum
instrument 1
Alg. muziekleer en practicum
instrument 2
Alg. muziekleer en practicum
instrument 3
Stemmen 1
Stemmen 2
Organologie 1
Organologie 2
Organologie 3
Natuurwetensch. Onderst. 1
Natuurwetensch. Onderst. 2
Natuurwetensch. Onderst. 3
Inleiding conservatie en restauratie
Materialenleer 1
Materialenleer 2
Akoestiek 1
Akoestiek 2
Inleiding elektronische instrumenten
iv
Restauratietechnieken 1
Elektronische instrumenten 1
Restauratietechnieken 2
Elektronische instrumenten
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Master na Master Solist Hedendaagse Muziek 2014-2015
Module Actuele muziek
Master na Master 1
Master na Master 2
Praktijk actuele muziek
Masterproef Actuele muziek
Live electronics actuele muziek 1
Live electronics actuele muziek 2
Analysemodellen actuele muziek 1
Analysemodellen actuele muziek 2
Onderzoeksseminarie actuele muziek 1
Onderzoeksseminarie actuele muziek 2
Module Hedendaagse uitvoeringspraktijk
Master na Master 1
Master na Master 2
Hedendaagse uitvoeringspraktijk
Masterproef Hedendaagse uitvoeringspraktijk
Ensembles hedendaagse uitvoeringspraktijk 1
Ensembles hedendaagse uitvoeringspraktijk 2
Analysemodellen hedendaagse uitvoeringspraktijk 1
Analysemodellen hedendaagse uitvoeringspraktijk 2
Onderzoeksseminarie hedendaagse uitvoeringspraktijk 1
Onderzoeksseminarie hedendaagse uitvoeringspraktijk 2
v
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Specifieke Lerarenopleiding Muziek 2014-2015
Zwart: strikte volgtijdelijkheid; Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid of simultaan te volgen
Theorie
Praktijk
Inleiding ontwikkelingspsychologie
Krachtige leeromgevingen
Didactiek en agogiek van de kunstdiscipline
Kunstagogiek
Vakdidactiek theorie
Klasmanagement en reflectie
Seminaries communiceren en reflecteren
Vakdidactiek praktijk
Kunstdidactisch en kunstagogisch onderzoek
Onderwijsstage
Sociaal Artistiek Project
vi
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor in de landschaps- en tuinarchitectuur 2014-2015
Bachelor 1
Uitvoerings- en meettechnieken 1 of
uitvoerings- en meettechnieken 2
Plantenkennis en plantenkunde of
plantenkennis en bodemkunde
Beplantingsontwerp 1 of
beplantingsontwerp 2
Ontwerpen 1
Manuele visualisatietechnieken 1
Manuele visualisatietechnieken 1 en
digitale visualisatietechnieken 1 en
digitale visualisatietechnieken 2
Digitale visualisatietechnieken 1 en
digitale visualisatietechnieken 2
Geschiedenis en actualiteit van de
landschaps- en tuinkunst 1
Landschapslezen en participatie
Bachelor 2
Uitvoerings- en meettechnieken 3 en uitvoeringsen meettechnieken 4
Plantenkennis en ecologie 1 en plantenkennis en
ecologie 2
Bachelor 3
≤ 6 SP uit bachelor 2 combineren met
bachelorproef*
Beplantingsontwerp 3 en beplantingsontwerp 4
Ontwerpen 2
Atelier stads- en landschapsplanning
Manuele visualisatietechnieken 2
Gemengde visualisatietechnieken
Digitale visualisatietechnieken 3 en GIS én
digitale visualisatietechnieken 4
Geschiedenis en actualiteit van de landschaps- en
tuinkunst 2
Landschapsplanning en stedenbouwkunde
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
* mits goedkeuring van de studie-en trajectbegeleider én de opleidingscommissie landschaps- en tuinarchitectuur
vii
≤ 6 SP uit bachelor 2 combineren
met stage*
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor Interieurvormgeving 2014-2015
Bachelor 1
Interieurvormgeving: analyse &
conceptvorming
Interieurvormgeving: voorontwerp &
presentatie
Interieurvormgeving: analyse &
conceptvorming
Bachelor 2
Bachelor 3
Interieurvormgeving: ontwerp & detaillering
Bachelorproef
Interieurontwerpen / Meubel & Design /
Interieurafwerking & Advies / Tijdelijke
Installaties
Oriëntering beroepenveld*
Bedrijfsmanagement*
Projectmanagement
Interieurvormgeving: voorontwerp &
presentatie
Interieurvormgeving: ontwerp & detaillering
Interieurontwerpen / Meubel & Design /
Interieurafwerking & Advies / Tijdelijke
Installaties
Presentatietechnieken 2.1 /
Presentatietechnieken 2.2
Project Technologie**
Schetsmatig onderzoek 1
Schetsmatig onderzoek 2
viii
Stage
Presentatietechnieken 1.1 /
Presentatietechnieken 1.2
Presentatietechnieken 2.1 /
Presentatietechnieken 2.2
Materialen 1 / Materialen 2 /
Constructietechnieken 1
Project Technologie
Constructie / Constructietechnieken 1
Constructietechnieken 2
Kleur en Licht
Verlichting en Elektriciteit
*Indien het studieprogramma van studenten met een GIT (BA2 & BA3) < 27 studiepunten bedraagt na het volgen van de volgtijdelijkheidstabel, kunnen na
aanvraag bij de trajectbegeleider uitzonderingen op de volgtijdelijkheidsregels worden toegestaan voor onderstaande opleidingsonderdelen, en wel in deze
volgorde:
1. Bedrijfsmanagement
2. Oriëntering beroepenveld
**Aan te raden volgtijdelijkheid, hiervan kan worden afgeweken na aanvraag/overleg met trajectbegeleider & docenten.
ix
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor Interieurvormgeving Afstandsonderwijs 2014-2015
Trajectjaar 1
Trajectjaar 2
Interieurvormgeving I
Interieurvormgeving II
Schetsmatig onderzoek 1
Schetsmatig onderzoek 2
Presentatietechnieken 1
Presentatietechnieken 2
Constructie / Constructietechnieken 1
Constructietechnieken 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
x
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Drama 2014-2015
Bachelor 1
Conditietraining &
Lichaamsbeheersing 1
Dans & Lichaamstaal 1
Theatergeschiedenis 1
Stemtraining 1
Spreetktraining 1
Creatief Schrijven 1
Inleiding tekstanalyse proza &
poezie
Inleiding tekstanalyse drama
Inleiding tekstanalyse proza &
poezie
Inleiding tekstanalyse drama
Onderzoek & Theater
Onderzoek en reflectie 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Dramaproject III
Dossier
Conditietraining &
Lichaamsbeheersing 2
Dans & Lichaamstaal 2
Theatergeschiedenis 2
Stemtraining 2
Spreektraining 2
Creatief schrijven 2
Literatuur 1
Literatuur 2
Theater & Maatschappij
Voorstellingsanalyse
Productie Dramaturgie
Onderzoek en reflectie 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
xi
Master
Masterproef Deel 1
Masterproef Deel 2
Kritische Reflectie Masterproef
Masterclass
Kunst in het Werkveld
Theoretische Seminaries
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Film 2014-2015
Bachelor 1
Atelier Fictie I
Atelier Documentaire I
Atelier Audiovisueel Onderzoek I
Scenario 1
Atelier Fictie I
Atelier Documentaire I
Fictie I
Documentaire I
Audiovisueel Onderzoek I
Muziek in Film
Filmgeschiedenis
Overzicht van de Wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Atelier Fictie II
Atelier Documentaire II
Atelier Audiovisueel Onderzoek II
Scenario 2
Filmproject I
Atelier Fictie III
Atelier Documentaire III
Atelier Fictie II
Atelier Documentaire II
Atelier Audiovisueel Onderzoek II
Filmproject I
Minor
Filmproject II
Dossier
Audiovisuele Compositie
Documentaire Strategieën
Narratieve Strategieën
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Atelier Geluid in Film
Filmkritische studies
Post-narratieve strategieën
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Audiovisuele Kunsten - Animatiefilm 2014-2015
Bachelor 1
Atelier Animatie I
Atelier Animatie II
Atelier Animatie III
Atelier Animatie I
Atelier Animatie II
Atelier Animatie III
Tekenen 1
Muziek & Klank in functie van
Animatiefilm
Filmgeschiedenis
Overzicht van de Wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Atelier Animatie IV
Atelier Animatie V
Atelier Animatie VI
Bachelor 3
Atelier Animatie VII
Atelier Animatie VIII
Atelier Animatie IX
Dossier
Minor
Tekenen 2
Audiovisuele Compositie
Animatiefilmgeschiedenis
Narratieve Strategieën
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Tekenen 3
Post-narratieve strategieën
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xiii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Schilderkunst 2014-2015
Bachelor 1
Atelier schilderkunst I
Atelier schilderkunst II
Bachelor 2
Atelier schilderkunst III
Atelier schilderkunst IV
Atelier schilderkunst I
Atelier schilderkunst II
Tekenen 1
Technologie van de schilderkunst 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Minor
Tekenen 2
Technologie van de schilderkunst 2
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3
Atelier schilderkunst V
Atelier schilderkunst VI
Dossier
Tekenen 3
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xiv
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Tekenkunst 2014-2015
Bachelor 1
Inhoud, materiaalkennis en tekentaal I
Inhoud, materiaalkennis en tekentaal II
Bachelor 2
Dossier & Verbeelding I
Dossier & Verbeelding II
Inhoud, materiaalkennis en tekentaal I
Inhoud, materiaalkennis en tekentaal II
Minor
Analyse van de tekening 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Analyse van de tekening 2
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3
Thema & Verbeelding
Verbeelding & Tentoonstelling
Dossier
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xv
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten - Beeldhouwkunst 2014-2015
Bachelor 1
Atelier beeldhouwkunst I
Atelier beeldhouwkunst II
Bachelor 2
Atelier beeldhouwkunst III
Atelier beeldhouwkunst IV
Atelier beeldhouwkunst I
Atelier beeldhouwkunst II
Tekenen 1
Theorie & actualiteit van de sculptuur
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Minor
Tekenen 2
Theorie & geschiedenis van de sculptuur
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3
Atelier beeldhouwkunst V
Atelier beeldhouwkunst VI
Dossier
Tekenen 3
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xvi
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten –Installatie 2014-2015
Bachelor 1
Atelier beeld & installatie I
Atelier beeld & installatie II
Bachelor 2
Atelier beeld & installatie III
Atelier beeld & installatie IV
Atelier beeld & installatie I
Atelier beeld & installatie II
Tekenen 1
Theorie en geschiedenis van de
installatiekunst
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Minor
Bachelor 3
Atelier beeld & installatie V
Atelier beeld & installatie VI
Dossier
Tekenen 2
Theorie en actualiteit van de installatiekunst
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xvii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Mediakunst 2014-2015
Bachelor 1
Atelier audiovisuele media
Atelier interactieve media
Atelier narratieve technieken
Tekenen
Atelier audiovisuele media
Atelier interactieve media
Atelier narratieve technieken
Theorie van de mediakunst
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Atelier mediakunst I
Atelier mediakunst II
Bachelor 3
Atelier mediakunst III
Atelier mediakunst IV
Dossier
Minor
Theorie en actualiteit van de mediakunst
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xviii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Nieuwe Media 2014-2015
Bachelor 1
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Bachelor 2
Atelier nieuwe media II
Atelier nieuwe media III
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Tekenen 1
Typografie 1
Minor
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Tekenen 2
Typografie 2
Communicatie en media 1
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3
Atelier nieuwe media IV
Atelier nieuwe media V
Dossier
Communicatie en media 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xix
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp - Illustratie 2014-2015
Bachelor 1
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Tekenen 1
Typografie 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Atelier illustratie II
Atelier illustratie III
Bachelor 3
Atelier illustratie IV
Atelier illustratie V
Dossier
Minor
Tekenen 2
Typografie 2
Theorie en geschiedenis van de illustratie 1
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Theorie en geschiedenis van de illustratie 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xx
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten - Grafisch Ontwerp – Grafiek 2014-2015
Bachelor 1
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Tekenen 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Atelier grafiek II
Atelier grafiek III
Bachelor 3
Atelier grafiek IV
Atelier grafiek V
Dossier
Minor
Tekenen 2
Theorie van de grafiek 1
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Theorie van de grafiek 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxi
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving 2014-2015
Bachelor 1
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Bachelor 2
Atelier grafische vormgeving II
Atelier grafische vormgeving III
Initiatie grafisch ontwerp
Initiatie grafische technieken
Atelier grafisch ontwerp
Typografie 1
Minor
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Typografie 2
Geschiedenis en technologie van de grafische
vormgeving
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Bachelor 3
Atelier grafische vormgeving IV
Atelier grafische vormgeving V
Dossier
Geschiedenis en methodologie van de grafische
vormgeving
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire
aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie 2014-2015
Bachelor 1
Studie van de fotografische beeldtaal I
Documentaire fotografie I
Studie van de fotografische beeldtaal I
Fotografie & concept I
Studie van de fotografische beeldtaal I
Documentaire fotografie I
Fotografie & concept I
Studie van de fotografische beeldtaal I
Documentaire fotografie I
Fotografie & concept I
Geschiedenis van de fotografie 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Bachelor 2
Studie van de fotografische beeldtaal II
Bachelor 3
Aspecten van de functionele Fotografie
Studie van de fotografische beeldtaal II
Documentaire fotografie II
Studie van de fotografische beeldtaal II
Fotografie & concept II
Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2
Documentaire fotografie III
Documentaire fotografie IV
Fotografie & concept III
Fotografie & concept IV
Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2
Fotografie & concept II
Documentaire fotografie II
Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2
Fotografie & concept II
Documentaire fotografie II
Studie van de fotografische beeldtaal II
Minor
Atelier fotografie: studie van de actuele
kunst
Geschiedenis van de fotografie 2
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Fotogeschiedenis: Actuele fotografie
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Dossier
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxiii
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode 2014-2015
Bachelor 1
Bachelor 2
Bachelor 3
Atelier mode I
Atelier mode II
Atelier mode III
Atelier mode IV
Atelier mode V
Atelier mode VI
Modetechnologie & materie I
Mode & beeldtaal I
Atelier mode II
Modetechnologie & materie II
Mode & beeldtaal II
Modeaccessoires I
Atelier mode IV / Modeaccessoires I
Minor
Modetechnologie & materie III
Mode & beeldtaal III
Atelier mode III / Atelier mode IV
Modetechnologie & materie II
Mode & beeldtaal II / Modeaccessoires I
Dossier
Atelier mode I
Atelier mode II
Modetechnologie & materie I
Mode & beeldtaal I
Geschiedenis van de mode
Modeactualiteit
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Modeaccessoires II
Sociologie van de mode
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxiv
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp 2014-2015
Bachelor 1
Atelier textiel I
Atelier textiel II
Textiel technologie
Styling
Tekenen
Atelier textiel I
Atelier textiel II
Kunst & design
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 2
Atelier textiel III
Atelier textiel IV
Bachelor 3
Atelier textiel V
Atelier textiel VI
Dossier
Archieftekenen
Minor
Geschiedenis textiel & design
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxv
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Multimediale Vormgeving 2014-2015
Bachelor 1
Ruimtelijke vormgeving I
Bachelor 2
Ruimtelijke vormgeving II
Geactiveerde ruimte I
Ruimtelijke vormgeving I
Geactiveerde ruimte I
Multimediale technieken
Ruimtelijke vormgeving I
Geactiveerde ruimte I
Geactiveerde ruimte II
Autonome vormgeving I
Tekenen 1
Overzicht van de wijsbegeerte
Kunstenaarsteksten 1
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Methodiek van onderzoek in de kunsten
Overzicht van de kunsten 1
Bachelor 3
Autonome vormgeving II
Externe Projecten
Dossier
Minor
Theorie van de autonome vormgeving
Tekenen 2
Kunstfilosofie 1
Kunstenaarsteksten 2
Tekenen 3
Kunstfilosofie 2
Kunstenaarsteksten 3
Semiotiek
Overzicht van de kunsten 2
Zwart: verplichte volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
xxvi