Artikel: Amsterdam uitgedaagd. Opkomst en ondergang van Provo Auteur: Ivo Klamer Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 26.4, 81-96 © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief. Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl • [email protected] Ivo Klamer Amsterdam uitgedaagd Opkomst en ondergang van Provo In de roerige jaren zestig haalde de Amsterdamse beweging Provo (1965-1967) regelmatig de voorpagina's van de Nederlandse en buitenlandse kranten. Een bekend voorbeeld daarvan is de berichtgeving over de rellen die ontstonden naar aanleiding van het huwelijk tussen prinses Beatrix en Claus von Amsberg, waarbij onder meer rookbommen werden gegooid. Maar ook vele conflicten met de Amsterdamse politie naar aanleiding van de zogenaamde 'happenings' op het Spui en de betrokkenheid van provo's bij ernstige rellen als de bouwvakkersopstand in juni 1966 waren groot nieuws. De rellen en onlusten in Amsterdam waren het gevolg van de vele provocerende acties van deze anarchistische groepering, maar ook van de felle reacties van de gemeentelijke autoriteiten. Provo was weliswaar een anarchistische beweging, maar geloofde toch niet in de haalbaarheid van het ideaal van de anarchistische staatsvorm. In het eerste nummer van het maandblad Provo, dat op 12 juli 1965 verscheen, staat letterlijk: 'provo ziet in dat het de uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij althans nog eenmaal hartgrondig te provoceren wil het zich niet laten ontgaan.'' Achter het gebruik van de provocatie als anarchistisch geïnspireerd strijdmiddel zat dan ook een ander motief: het wakker schudden van de Nederlandse maatschappij en bevolking, met als doel de Nederlandse staatsinrichting verder te democratiseren.^ In de praktijk werd dit geprobeerd te bereiken door het provoceren van gemeentebestuur en politie, om allerlei misstanden in de machtsverdeling en in het gemeentelijke beleid aan de kaak te stellen.^ Het was precies deze tactiek die Provo zoveel aandacht en publiciteit opleverde. Waar bestond deze provocatie van het gezag precies uit en welke reacties riep de provobeweging op in de Nederlandse samenleving? Een overzicht van de ideologie, organisatie en invloed van een roemruchte beweging. Ontstaan van de provobeweging Welke personen beschouwd kunnen worden als provo's en welke niet, is moeilijk te zeggen. De uitvinder van het woord 'provo', de criminoloog W.Buikhuizen, bedoelde er in zijn proefschrift Achtergronden van het nozemgedrag nozems mee, die uit verveling uit waren op het provoceren 81 van hun omgeving. Ze provoceerden dus niet vanuit een zekere geïnteresseerdheid of ideologie.•• Met deze 'provo's' wordt een andere groep bedoeld dan de aanhangers van de provobeweging. Roel van Duijn, die zich zou profileren als één van de belangrijkste figuren in deze beweging, nam deze naam over van een nieuw, anarchistisch blad dat hij in 1965 wilde oprichten. In de ogen van Van Duijn was 'Provo' een ideale geuzennaam. Van Duijn kwam op het idee om een nieuw blad op te richten nadat hij het anarchistische blad De Vrije had verlaten. Hij kon zich niet verenigen met de werkwijze van de redactie van dat blad.^ Ook aan een ander bekend anarchistisch tijdschrift. Buiten de Perken, leverde Van Duijn een bijdrage, voor hij zijn eigen maandblad oprichtte.f' Tevens werkte Van Duijn, in april 1965, samen met Rob Stolk, Garmt Kroeze en Hans Tuynman aan het tijdschrift Barst. Dit blad kwam niet verder dan één editie en is alleen het vermelden waard omdat tegenwoordig vaak gezien wordt als de directe voorloper van het tijdschrift Provo.'' In de volgende maand werd het nieuwe anarchistenblad Provo. Jongerentijdschrift ter vernieuwing van het anarchisme aangekondigd. Naast de inbreng van mensen als Van Duijn en Stolk was de invloed van Robert Jasper Grootveld van doorslaggevend belang voor de totstandkoming van de provobeweging. Grootveld experimenteerde met magie en omschreef Amsterdam als het 'Magies Centrum' van de gehele wereld. Hij noemde zichzelf de anti-rookmagiër en hield zijn activiteiten in een pand aan de Korte Leidschedwarsstraat, totdat daar een verwoestende brand uitbrak. Hij ging op zoek naar een nieuwe locatie en koos voor het Lieverdje, een beeldje op het Spui dat door sigarettenfabrikant Hunter aan de gemeente was geschonken. In de ogen van Grootveld was het Lieverdje een symbool voor de verslaafde consument van morgen.*^ Vanaf juni 1964 organiseerde hij hier zijn activiteiten, die onder de naam 'happenings' bekend stonden. De sigarettencultus die de anti-rookmagiër hier ontwikkelde, was meer dan alleen een pseudo-religieus ritueel en had, doordat het zich tegen de naoorlogse consumptiecultuur keerde, een maatschappijkritisch karakter.*^ Zodra Grootveld van de op handen zijnde oprichting van het blad Provo hoorde, nodigde hij Van Duijn en Stolk bij hem thuis uit. Deze ontmoeting resulteerde in een samengaan van de politieke ideeën van Van Duijn en Stolk enerzijds, en de creatieve bezigheden van Grootveld anderzijds. Ideologie en organisatie van de provobeweging Een van de belangrijkste ideologische kenmerken van de nieuwe beweging was het anarchistische standpunt. Het anarchisme heeft zich echter nooit beziggehouden met de provocatie als strijdmiddel. Het 26.4 provoceren van het gezag moet dan ook gezien worden als een uitvinding van Provo, waarmee het anarchisme nieuw leven kon worden ingeblazen.'" In tegenstelling tot eerdere anarchisten, die niet altijd wisten wat de beste manier was om het anarchisme te propageren, hadden de provo's met de provocatie een effectief middel daartoe uitgevonden.il Het anarchisme, de verwerping van alle autoriteit, werd door de provobeweging als uitgangspunt genomen voor het maken van plannen en ideeën. Provo's gebruikten het om hun protesten een ideologische basis te geven.'^ De provobeweging vernieuwde het anarchisme niet alleen door de provocatie als strijdmiddel te introduceren: ook het streven om concrete plannen te maken die bijdroegen tot een praktische oplossing van de stadsproblemen was nieuw. Hierdoor hoopten ze contact met de Amsterdamse bevolking te houden.13 De plannen van de provobeweging werden voor een belangrijk deel geïnspireerd door de 'New Babylon'-gedachte van Constant Nieuwenhuys, een kunstenaar die ooit tot de Cobra-groep behoorde.i-* Volgens Nieuwenhuys zou de automatisering van de economie uiteindelijk leiden tot een afname van de noodzaak tot menselijke arbeid en daarmee tot een enorme toename van de hoeveelheid vrije tijd. Deze vrije tijd zou volgens Nieuwenhuys worden opgevuld met creativiteit.13 Roel van Duijn zag in de happening een voorbode van New Babyion. Had de happening vooralsnog in de eerste plaats een provocerende functie, in de toekomst zou het een puur op de creatie gericht bezigheid moeten worden.i^ Zodoende gaf New Babyion evenveel legitimatie aan de happenings als het anarchisme legitimatie gaf aan het politieke verzet tegen de autoriteiten. De anarchistische insteek had tot gevolg dat er binnen Provo nooit een efficiënte organisatie werd opgebouwd. De koers die de beweging voer, werd bepaald door een kleine groep provo's. Tot deze groep behoorden Van Duijn, Stolk en Grootveld, maar bijvoorbeeld ook Luud Schimmelpenninck (de ontwerper van het Witte Fietsenplan) en Duco van Weerlee (een Provo-student). Het is deze groep die de meeste invloed had op wat er in het maandblad Provo werd geplaatst en wie er op de verkiezingslijst kwam te staan.i^ Daarnaast kan worden gesteld dat alle mensen die actief de happenings bijwoonden. Provo lazen of er in schreven een zekere invloed gehad hebben op de gang van zaken binnen de provobeweging. Wie wilde meebeslissen over de inhoud van Provo, was vrij om de vergaderingen over het blad bij te wonen en mee te stemmen over wat wel en niet in het blad zou worden gepubliceerd, i** Het blad vormde samen met de happenings de spil van de organisatie van de beweging. Ook de happenings mochten zich in een bijzonder grote belangstelling verheugen. Dit was niet alleen te danken aan de capriolen van Grootveld, maar ook aan het optreden van de politie.''' 83 Het Lieverdje was organisatorisch van belang voor de provobeweging als vaste ontmoetingsplaats, hoewel men ook happenings organiseerde en samenkwam in het Vondelpark, op de Dam, bij het standbeeld van Van Heutz, in de woningen van belangrijke provo's en op een aantal andere locaties.^^' De straatactiviteiten van de provo's De happenings behoren tot de bekendste straatactiviteiten van Provo. Het wekelijks terugkerend ritueel dat Grootveld vanaf juni 1964 opvoerde, werd na de oprichting van Provo al snel een vast onderdeel van deze beweging. De provo's gebruikten de creatieve bijeenkomsten van Grootveld en diens publiek om uiting te geven aan hun ideeën over het Nederlandse politieke systeem. De idee van de happening als creatieve activiteit van de toekomst of als eventuele voorbode van New Babyion werd nu naar de achtergrond verdreven. Het creatieve element in de happenings bleef weliswaar bestaan, maar de aanwezigheid van provo's gaf de happenings een politieke lading mee; ze werden een middel om het gezag uit te dagen.^i Vanaf eind juni 1965 reageerde de overheid door de politie de opdracht te geven een einde te maken aan de wekelijkse bijeenkomsten op het Spui. Dit politieoptreden leidde ertoe dat veel happenings uitliepen op rellen, wat de beweging veel publiciteit opleverde. Sommige happenings hadden een publiek van honderden mensen.22 Naast de happenings hielden de provo's zich ook bezig met andere openbare activiteiten. Zo namen provo's deel aan de grootschalige demonstraties tegen de Vietnamoorlog, die in de zomermaanden van 1966 een hoogtepunt bereikten. Provo was betrokken bij de 'Aktiegroep Vietnam', die elke derde zondag in de maand een illegale demonstratie tegen deze oorlog op touw zette.^^ Een ander voorbeeld van de betrokkenheid van Provo bij grootschalige demonstraties, was de Bouwvakkersopstand van 13 en 14 juni 1966. Deze protestdemonstraties van ontevreden bouwvakkers leidden tot massale gevechten met de Amsterdamse politie, waaraan verschillende provo's deelnamen.2-* Het bekendste voorbeeld van straatacties van de provobeweging blijven echter de rellen tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg. Het l-luwelijl< Provo stond principieel afwijzend tegenover de monarchie, omdat deze niet verenigbaar was met het anarchisme. Zodra bekend werd dat het huwelijk tussen de troonopvolgster en de jonge Duitser Claus von 26.4 Amsberg op 10 maart 1966 in Amsterdam zou worden gehouden, richtte provo een comité op dat als doel had om het koninklijk huwelijk te verstoren. Dit Oranjecomité, 'De Parel van de Jordaan', kondigde bij de oprichting aan een zo groot mogelijk bedrag te willen collecteren. Het was de bedoeling om een groots 'Anti-Huwelijksgeschenk' voor het koninklijk paar te kopen, en dit geschenk op 10 maart aan hen aan te bieden.-5 In de eerste maanden van het jaar 1966 lieten leden van het comité zich oranje verven en trokken vervolgens met een eveneens oranje geverfde bakfiets door Nederland. Deze tournee was bedoeld als een soort propagandaiour en deed verschillende steden aan. Bij Haarlem tenslotte werd de bakfiets door de politie in beslag genomen.-^ Verder lanceerde het comité zogenaamde 'witte geruchten' over de manier waarop zij van plan was om het koninklijk huwelijk te saboteren, wat leidde tot wilde speculaties in de media. Kranten schreven zelfs over een mogelijke LSD-vergiftiging van de paarden van de Amsterdamse politie en het gebruik van een oranjekleurig verfkanon door provo op de dag van het huwelijk.^'' Het zouden rookbommen worden. Provo had 10 maart uitgeroepen tot de 'Dag van de Anarchie'. Op deze dag trokken vele provo's en andere pro-republikeinse jongeren, gewapend met rookbommen, richting de koets waarin het koninklijk paar zich bevond. De politie probeerde hen tegen te houden, maar kon onmogelijk voorkomen dat de rookbommen werden afgegooid. De hele verdere dag waren er rellen tussen de politie en demonstranten. Deze rellen haalden moeiteloos de wereldpers; overal belandde het huwelijk op de voorpagina's.^8 pg provobeweging kon zeer tevreden zijn over het verloop van de 'Dag van de Anarchie'. De publicaties van de provobeweging Naast het maandblad Provo produceerde de beweging het blad Image (dat in 1966 acht keer verscheen) en het satirische blad God, Nederland en Oranje (een geestesproduct van 'De Parel van de Jordaan', dat van september 1967 tot maart 1968 uitkwam). Bovendien verschenen er verscheidene pamfletten, waarvan de meeste de titel 'Provokatie nr...' hadden. De publicaties van de provo's stonden vol met uitdagende uitspraken, reacties op conflicten met het gezag en anarchistische teksten. Zo werd in het Provo-tijdschrift de vloer aangeveegd met andere linkse en extreem linkse stromingen als het marxisme en de sociaal-democratie. Dat gebeurde bijvoorbeeld in een artikel van Roel van Duijn in Provo 7. In dit artikel ontkende Van Duijn dat de PvdA en de CPN linkse partijen zouden zijn.^*^ Een ander pamflet was 'Provokatie nr. 3', waarin de vraag werd gesteld wie van de drie afgebeelde personen de grootste democraat was. De afgebeelde personen waren prins Bernhard, Claus von Amsberg en don Carlos, die er alle drie van werden beschuldigd een fascistisch verleden te hebben. Begin juli 1965 slaagde 85 men erin om het pamflet in de open rondvaartboot te werpen, waarmee Beatrix en Claus een rondvaarttocht door Amsterdam aan het maken waren.^0 Een andere beruchte publicatie is Provo 7 uit april 1966, waarin een 'subversieve brief was opgenomen die het gemeentebeleid hekelde. In de brief werd onder meer opgeroepen de toekomstige IJ-tunnel op te blazen en werd impliciet het gebruik van geweld tegen het hoofd van de Dienst Stadsontwikkeling, De Gier, aangemoedigd.^' De publicaties van Provo waren niet alleen bedoeld om het koningshuis te tarten of de politiek uit te dagen, maar dienden ook als podium waarin de ideeën van de provo's nader werden toegelicht. Men kan dan denken aan teksten waarin het anarchisme werd geanalyseerd of de Witte Plannen werden uitgelegd. De Provo-publicaties hadden dus zowel een provocerende als een informatieve functie. De Witte Plannen De provobeweging beperkte zich niet tot provoceren en bekritiseren, maar ontwikkelde zelf een aantal alternatieve plannen die de leefomgeving in Amsterdam moesten verbeteren. Deze ideeën stonden bekend onder de naam 'Witte Plannen'. Een voorbeeld van een dergelijk voorstel is het Witte Fietsenplan, waarin werd gepleit voor de beperking van het autoverkeer door de invoering van collectief voertuigenbezit in de vorm van fietsen en elektrische auto's. Erg bekend werden verder het Witte Kippenplan, waarin werd voorgesteld om de rol van de politie om te vormen tot die van een soort sociaal-maatschappelijk werker, en het Witte Woningenplan, waarmee een aantal oplossingen voor de woningnood werden voorgedragen. Andere Witte Plannen van Provo waren het Witte Wijvenplan, het Witte Lijkenplan, het Witte Schoorstenenplan, het Witte Vuilnisbakkenplan, het Witte Huizenplan, het Witte Ambtenarenplan, het Witte Kinderenplan en het Witte Bedjesplan.'^ Een aantal van deze plannen werden serieus voorgesteld aan de gemeenteraad, vanaf het moment dat Provo een zetel in de gemeenteraad had veroverd. Vooral het Witte Fietsenplan, een ontwerp van Luud Schimmelpenninck, is hierdoor bekend geworden. Het plan werd weliswaar verworpen, maar zou een voortzetting krijgen in de vorm van het zogenaamde Witkarplan." Dit plan zou jaren een belangrijke rol spelen in gemeentelijke debatten en experimenten, alvorens definitief vast kwam te staan dat het plan niet zou worden uitgevoerd. De vraag waarom een anarchistische beweging als Provo überhaupt meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen, werd beantwoord met de stelling dat het anarchisme niet per definitie in tegenspraak met een zekere vorm van noodzakelijk gezag hoeft te zijn, en zich vooral keert 26.4 tegen de autoritaire wijze waarop het gezag zich in de wereld manifesteert.^'* Zo bezien, was de deelname van Provo aan het gemeentebestuur niet strijdig met de anarchistische uitgangspunten. Deze deelname kan dan ook het best gezien worden als een poging van Provo om de democratie op effectieve wijze in positieve richting te veranderen.^5 De eerste vertegenwoordiger van Provo in de gemeenteraad was Bernard de Vries, een relatief onbekend lid van de beweging. Deze provostudent hield zijn zetel van september 1966 tot eind februari 1967. Hij droeg zijn zetel volgens afspraak over aan een andere provo, Luud Schimmelpenninck. Deze stond weliswaar lager op de Provo-lijst dan Irene van de Wetering, maar zij stond haar plaats aan hem af omdat ze van mening was dat Schimmelpenninck beter in staat was om het Witte Fietsenplan te verdedigen tegenover de gemeenteraad.^^ Hij was immers de ontwerper van dit plan. Later verving ze Schimmelpenninck alsnog als gemeenteraadslid, terwijl ze zelf door Roel van Duijn werd opgevolgd. Provo weigerde om de zetel in de gemeenteraad vier jaar lang door één gemeenteraadslid te laten benutten In plaats daarvan namen vier personen afwisselend de zetel in. Op die manier liet Provo zijn vertegenwoordigers niet toe om toe te treden tot het selecte regeringsclubje dat volgens de beweging de gemeenteraad controleerde.^^ Concrete veranderingen hebben de provo's niet in de gemeenteraad kunnen doorvoeren.^** Geen van de Witte Plannen werd door de raad goedgekeurd. Wel kreeg Provo door deelname aan de gemeenteverkiezingen plotseling het recht om de eigen ideeën uit te dragen.^^ Een ander pluspunt kan worden gevonden als men de deelname van Provo ziet als een voorbode van de latere Kabouterbeweging, die, op een gegeven moment in 1970, vijf zetels in de gemeenteraad had.*" Reacties van de overheid De reacties van het politiekorps op de provocaties van Provo kwamen voor het eerst duidelijk aan het licht op 31 juli 1965, toen vier agenten werden ingezet om een einde te maken aan een happening bij het Lieverdje. De agenten stonden op dat moment echter tegen een overmacht aan provo's en moesten zich terugtrekken.^i Na deze mislukte poging tot ingrijpen maakte de politie er een gewoonte van om het houden van happenings te voorkomen. De overheid leek geen bezwaar te hebben tegen het houden van happenings op zich, maar wel tegen de aanwezigheid van provo's daarbij, gezien het feit dat Grootveld voor de oprichting van Provo min of meer zijn gang kon gaan op het Spui."*^ Bij haar pogingen om een einde te maken aan de happenings trad de politie steeds gewelddadiger op. Vaak probeerde men de menigte 87 uiteen te slaan en mensen te arresteren die niet of niet rap genoeg meewerkten. Een poging van Grootveld, Van Duijn en Stolk om via een gesprek met hoofdcommissaris Van der Molen tot een oplossing van de confrontaties bij het Lieverdje te komen, liep op niets uit."*' De happenings bij het Lieverdje ontaardden steeds vaker in rellen tussen provo's en de politie. Door het harde optreden van de agenten groeide de belangstelling voor de happenings aanzienlijk. Veel nieuwsgierigen woonden de happenings bij in de hoop de politie te zien optreden. Ook bij de rellen tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg op 10 maart 1966 trad de politie bijzonder hard op ten opzichte van iedereen die met Provo werd geassocieerd. Negen dagen later organiseerde Jan Wolkers in een pand aan de prinsengracht een foto-expositie over de handelswijze van de agenten. Weer rukte de politie uit en sloeg, voor het oog van vele fotografen, op de verzamelde menigte op de Prinsengracht in"*'* De Amsterdamse burgemeester Van Hall voelde zich gedwongen om, tijdens een gastoptreden in een televisieprogramma van de VARA, de acties van de politie te verdedigen. Hij slaagde er echter niet in zijn verdediging overtuigend over te brengen. Bovendien leek een verbetering van het politiebeleid voorlopig niet op handen. In april arresteerde de politie de bekende provo's Hans Tuynman en Koosje Koster op nogal dubieuze gronden. Zij werden gearresteerd voor respectievelijk het uitspreken van een typisch woord uit het Provo-jargon ('imaazje') en het uitdelen van krenten op straat. Bovendien werd Koster, een vrouw, tegen de regels in door mannelijke politieagenten gefouilleerd."*' Tijdens de zogeheten Bouwvakkersopstand (13 en 14 juni 1966) braken er felle gevechten uit tussen de politie en demonstrerende bouwvakkers, waar ook een aantal provo's bij was betrokken. De regering besloot daarop een onderzoekscommissie in te stellen naar de oorzaak van de vele rellen die in Amsterdam in 1966 hadden plaatsgevonden. Bovendien werd hoofdcommissaris Van der Molen ontslagen. Ook in 1967 vonden er in Amsterdam gevechten plaats, onder meer toen een aantal mariniers besloot het recht in eigen hand te nemen en alle rondhangende jeugd het Centraal Station uit te slaan."*'' De autoritaire aanpak van Van Hall kon alleen functioneren in een democratische maatschappij zolang de bevolking daaraan meewerkte. De provo's bewezen dat hij, op het moment dat dit niet langer het geval was, grote moeilijkheden ondervond om het gezag te handhaven. Nu de rellen steeds erger leken te worden, groeide de kritiek op Van Halls functioneren. Uiteindelijk werd hij, nadat de onderzoekscommissie van de regering haar conclusies had gelrokken, gedwongen af te treden als burgemeester van Amsterdam."*^ 26.4 Het politieoptreden ten opzichte van de provobeweging en andere jongerengroeperingen uit die tijd kan op drie punten worden bekritiseerd."*** Ten eerste werkten de pogingen van de politie, om happenings en andere openbare activiteiten met geweld te beëindigen teneinde de orde te handhaven, averechts. Door dergelijke optredens werd de openbare orde juist verder ondermijnd. Ten tweede overschreed de politie bij het gebruik van geweld meer dan eens de wettelijk vastgelegde normen. Voorbeelden daarvan zijn mishandelingen en ongewenste intimiteiten. Voor deze overtredingen werden de agenten niet of nauwelijks vervolgd, terwijl de wetsovertredingen van de provo's wel streng werden bestraft. Ten derde is het helemaal niet zeker of de daden van provo's die zich schuldig hadden gemaakt aan verstoring van de openbare orde, ernstig genoeg waren om ingrijpen door de politie te legitimeren. Het argument van de politie, dat de happenings op het Spui de doorgang van het verkeer belemmerden, mag in twijfel worden getrokken. Op het tijdstip dat de happenings zich afspeelden, in de late uren en in het weekeinde, was het verkeer beperkt. Het zou daarom heel goed kunnen dat gemeentebestuur en politie openbare activiteiten van de provobeweging wilden aanpakken omdat ze een hekel hadden aan de opvattingen die provo's bij dergelijke activiteiten ten toon spreidden. Een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting was in dat geval het gevolg. Om dezelfde reden kan de inbeslagname van menige Provopublicatie worden veroordeeld. Mede doordat steeds meer mensen bewust raakten van één of meerdere van deze kritiekpunten, werd het optreden van de Amsterdamse agenten door steeds meer mensen als onrechtvaardig ervaren. Men vond de handelswijze van de politie niet meer acceptabel en het bleef onrustig in de stad. In feite keerde de rust pas weer terug in de stad nadat de provobeweging zichzelf officieel ophief, op 15 mei 1967."*'^ Een maand eerder had de eerste Princenhof Conferentie daar ook al toe bijgedragen. Deze conferentie, georganiseerd door de Amsterdamse Jeugdraad, had als doel de discussie binnen de jeugd over de toekomst van Amsterdam te bevorderen. De ideeën die hierbij naar voren kwamen leken erg veel op die van Provo. De conferentie moet worden gezien als een poging van de kant van de gemeente Amsterdam om de jeugd een stem in de politiek te geven. Op dat moment gold Provo juist als de vertegenwoordiger van de jeugd. Er volgden nadien nog twee Princenhof Conferenties, die beide geen succes waren.^o Op 1 november van hetzelfde jaar werd bovendien in de Amsterdamse gemeenteraad een plan van Ed van Thijn goedgekeurd, om demonstraties zonder vergunning in principe toe te staan. Schimmelpenninck, nog altijd lid van de gemeenteraad, verwierp echter het plan, omdat hij niet geloofde dat deze maatregel enig verschil zou uitmaken.5i Alhoewel dit initiatief dus niet door iedereen werd goedgekeurd, mag het plan van Van Thijn als een vooruitgang gezien worden in vergelijking met het beleid van 89 Van Hall, die meer dan eens een demonstratie verbood. Het liet in ieder geval zien, dat de overheid zich niet langer kon permitteren om de provo's en andere groepen het recht op demonstratie te ontzeggen. Reacties van media en bevoll<ing De Nederlandse media richtten hun aandacht vooral op de conflicten tussen provo's en politie en niet zozeer op de achtergronden van het probleem. De Telegraaf koos nadrukkelijk partij voor de autoriteiten en tegen de provobeweging. De schuld van de uit de hand gelopen happening bij het Lieverdje op 7 augustus 1965 bijvoorbeeld, legde de krant volledig bij pProvo. De rol van de politie werd met de mantel der liefde bedekt. Ook andere kranten als Het Parool en Het Vrije Volk toonden zich subjectief in hun berichtgeving.^- Naarmate de aandacht van de Nederlandse kranten voor de happenings en de daarmee gepaard gaande rellen toenam, maakte het Nederlandse lezerspubliek steeds meer kennis met het verschijnsel Provo. Veel landelijke en regionale dagbladen plaatsten de gebeurtenissen op het Spui op de voorpagina of onder een dikke kop. In Vrij Nederland stond op 25 december 1965 een artikel, waarin de opvattingen van de provobeweging werden verdedigd.'' Vrij Nederland drukte zich vaak genuanceerd uit over de provobeweging. Ook andere nieuwsbladen probeerden om de rellen tussen provo's en politie van twee kanten te bekijken. Vele nieuwsbladen bleven echter geneigd om de ordehandhavers in het gelijk te stellen en de provobeweging de schuld van alle rellen te geven. Na het harde politieoptreden tijdens het huwelijk tussen Beatrix en Claus probeerde De Telegraaf opnieuw de autoriteiten te verdedigen. Veel mensen twijfelden op dat moment echter al of het optreden van de politie wel gerechtvaardigd was.'"* De politieacties op 19 maart 1966 en de onrechtmatige arrestaties van Tuynman en Koster versterkten dit gevoel nog verder.55 De rol van de VARA, die beelden van de gebeurtenissen op 19 maart uitzond, mag niet worden onderschat. Het VARA-televisieprogramma 'Zo is het toevallig ook nog 's een keer' wilde een persiflage op Van Hall maken, maar dit werd verhinderd oor de directie van de omroep. In ieder geval konden jongeren zich via het radioprogramma 'Uitlaat' beter in de provobeweging inleven.'^ Ondertussen kreeg Provo steeds meer steun van Nederlandse intellectuelen en kunstenaars. Harry Mulisch schreef een boek over Provo en schaakgrootmeester Donner protesteerde tegen de behandeling van zijn vrouw in het politiebureau, door het spelen van schaakinterlands voor Nederland te weigeren. Op 18 juni 1966 verscheen in Het Vrije Volh de advertentie 'Wij zijn gekwetst in ons 26.4 rechtsgevoel', die was ondertekend door honderden bekende Nederlanders.^^ Op sommige provo's maakte deze daad weinig indruk, getuige het commentaar van Roel van Duijn: 'dit brokje zoete koek werd slechts door twee dagbladen (...) opgenomen'.''** Bekende Nederlanders verdedigden ook de inhoud van God, Nederland en Oranje tegen de beschuldiging van majesteitsschennis. Ook verzetten zij zich tegen de arrestatie van de provo Hans Metz.^? Provo was de enige partij die zich niet distantieerde van de bestorming van het gebouw van De Telegraaf, tijdens de Bouwvakkersopstand van 14 juni 1966.''O Dit standpunt zegt veel over de onderlinge verstandhouding tussen Provo en De Telegraaf. De illegale actie van de groep van tachtig mariniers in het Centraal Station werd door de krant met groot enthousiasme op de voorpagina gezet. Als reactie om de subjectieve berichtgeving in deze krant, schreef Provo uiteindelijk een parodie. De Teleraaf die op 15 april werd verspreid.^i Conclusie Van de provobeweging kan niet gezegd worden dat ze voor een alomvattende revolutie heeft gezorgd. De Witte Plannen van Provo zijn allemaal onuitgevoerd gebleven. Met de Witkar, dat als voortzetting van het fietsenplan werd gezien, is wel een tijdje geëxperimenteerd, maar ook dit plan is niet uitgevoerd. Toch heeft de provobeweging op een aantal punten wel degelijk succes gehad. De opzet was immers het wakker schudden van de maatschappij, om deze zodoende voor een stukje te democratiseren. Op een aantal terreinen heeft Provo overwinningen behaald voor de democratie. Het ontslag van Van Hall is in de eerste plaats te danken aan de provobeweging, die bewees dat de autoritaire aanpak van deze burgemeester niet kon werken in een democratische maatschappij, als bepaalde groepen niet aan zijn gezag meewerkten. Dat betekent dat Van Hall voor de handhaving van zijn gezag afhankelijk was van de bevolking. Voor de hoofdcommissaris van de politie. Van der Molen, geldt hetzelfde verhaal. Verder hebben de voortdurende rellen tussen provo's en politie autoritaire methoden en machtsmisbruik van overheidszijde blootgelegd. De grote verontwaardiging onder de Nederlandse bevolking bewees dat een dergelijke houding in een democratische maatschappij niet langer werd getolereerd. Het plan van Van Thijn, waarin werd voorgesteld om het demonstreren zonder vergunning in principe toe te staan, was een teken aan de wand dat de Amsterdamse gemeenteraad niet langer de wens van grote groepen provo's en andere protesterende mensen, in dit geval de wens om vrij te kunnen demonstreren, kon negeren. Dat was deels de verdienste van de 91 provo's, die bijna nooit vroegen om toestemming om te mogen demonstreren. De Princenhof Conferenties zijn ook een poging van het gemeentebestuur om met groepen burgers in contact te komen en hun stem te laten horen. De Princenhof Conferenties zijn een directe reactie van de Amsterdamse jeugdraad op de activiteiten van Provo, met de bedoeling om de rol van deze beweging als vertegenwoordiger van de jeugd, over te nemen. Het is niet overdreven te stellen dat door deze vier veranderingen de maatschappij er democratischer op is geworden. Wat dat betreft zijn de provo's in ieder geval gedeeltelijk geslaagd in hun voornemens. 26.4 Noten 1 Roel van Duijn ed., Het beste uit provo. Een bloemlezing uit alle verschenen nummers van het maandblad Provo (Amsterdam 1967) 4. 2 Duco van Weerlee, Wat de provo 's willen (Amsterdam 1966) 20. 3 Virginie Mamadouh, De stad in eigen hand: provo's, kabouters en krakers als stedelijke sociale beweging (Amsterdam 1992) 58. 4 RE. Frenkel ed.. Provo. Kanttekeningen bij een deelverschijnsel (Amsterdam 1966) 89. 5 Niek Pas, Imaazje! De verbeelding van provo 1965-1967 (Amsterdam 2003) 56-57. 6 Frenkel, Kanttekeningen, 79. 7 Roel Van Duijn, Provo. De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967 (Amsterdam 1985) 18. 8 Ibidem, 14. 9 Jet Lambrecht, Anarchisme bij Provo (Amsterdam 1974) 5. 10 Frenkel, Kanttekeningen, 79. 11 Ibidem, 81. 12 Van Weerlee, Wat de provo's willen, 22. 13 Mamadouh, Stad in eigen hand, 71-72. 14 Lambrecht, Anarchisme bij Provo, 21. 15 Van Weerlee, Wat de provo's willen, 15-16. 16 Lambrecht, Anarchisme bij Provo. 39. 17 Mamadouh, Stad in eigen hand, 59. 18 Ibidem, 58. 19 Lambrecht,/Anarchisme bij Provo, 162. 20 Mamadouh, Stad in eigen hand, 60. 21 Pas, Imaazje, 119. 93 22 Mamadouh, Stad in eigen tiand. 59. 23 Van Duijn, Provotarisctie beweging, 160. 24 Mamadouin, Stad in eigen hand, 57. 25 Pas, Imaazje, 153. 26 Van Duijn, Provotarische beweging, 110. 27 Mamadouh, Stad in eigen hand, 56. 28 Van Duijn, Provotarische beweging, 119. 29 Van Duijn, Het beste uit provo, 117-129. 30 Pas, Imaazje, 84. 31 Van Duijn, Hef beste uit provo, 111-116. 32 Mamadouh, Stad in eigen hand, 67-69. 33 Ibidem, 81. 34 Van Wfeerlee, Wat de provo's wiilen, 20. 35 Ibidem, 36. 36 Van Duijn, Provotarische beweging, 236. 37 Lambrecht, Anarchisme bij Provo, 177. 38 Konrad Boehmer en Ton Regtien eds., Van Provo naar Oranje vrijstaat (Amsterdam en Nijmegen 1970) 24. 39 Mamadouh, Stad in eigen hand, 64. 40 Ibidem, 90. 41 Van Duijn, Provotarische beweging, 44-45. 42 Pas, Imaazje, 100. 43 Lambrecht, Anarchisme bij Provo, 157, 44 Van Duijn, Provotarische beweging, 122. 26.4 45 Mamadouh, Stad in eigen tiand, 56-57. 46 Ibidem, 57. 47 Ibidem, 57-58. 48 Frenkel, Kanttei<eningen, 185-188. 4g Mamadouh, De stad in eigen t)and, 86. 50 Ibidem, 86-88. 51 Van Duijn, Provotansct]e beweging, 238. 52 Pas,/maaz/e, 120. 53 Van Duijn, Provotarisciie beweging. 72. 54 Ibidem, 124. 55 Mamadouh, Stad in eigen t)and, 56-57. 56 Ibidem, 62. 57 Pas,/maazye, 120-202. 58 Van Duijn, Provotarisciie beweging, 163. 5g Mamadouh, Stad in eigen tiand, 6 1 . 60 Van Duijn, Provotarisctie t)eweging, 169. 61 ibidem, 237. 95
© Copyright 2024 ExpyDoc