Schoolplan 2011-2015 Naar een leer- en leeflijn om trots op te zijn H1: Inleiding. Dit is een samenvatting van het schoolplan 2011-2015. Er zijn drie belangrijke verschillen met het echte schoolplan. Het taalgebruik is minder ambtelijk, het is 58 pagina’s dunner en het vertelt alleen waar wij in 2015 willen staan. Het volledige schoolplan kun je inzien in itslearning onder het vak beleid. Hieronder vind je de zeven speerpunten die wij aan het begin van dit schooljaar met elkaar vastgesteld hebben: 1. Borging en verdere uitbouw van goede onderwijsresultaten; 2. Borging en uitbouw van de leeflijn van de school; 3. Versterking van het pedagogisch didactisch klimaat; 4. Realisatie van de structureel financieel gezonde school; 5. Realisatie van de verantwoording afleggende professional; 6. Realisatie van het implementatietraject Good Governance; 7. Realisatie van de kleinschalige omgeving waarin bovenstaande factoren tot hun recht kunnen komen. H2: BESTUUR, TOEZICHT, MANAGEMENT EN ORGANISATIE • • H3: HET KOMPAS: identiteit, missie, visie en leiderschap In 2015: • In 2015: • • • • Is gekozen voor een bestuursmodel waarin sprake is van een duidelijke scheiding tussen directie en bestuur ; Is er sprake van een strategisch en tactisch sterk functionerend MT; Vindt besluitvorming overwegend middle-up, middle-down plaats. (Zie ook strategisch onderwijskundige koers); Vindt minimaal 75% van de medewerkers het een normale zaak dat zij verantwoording af moeten leggen over hun bijdrage aan de leer- en leeflijn van de school. Hoe medewerkers tot resultaat komen is, binnen de door het MT bepaalde kaders, aan henzelf (Zie onderstaand schema van Busscher.); Zijn wij een opbrengstgerichte school; Werken wij klantgericht. • • Kennen medewerkers de leer- en leeflijn van het AC en leveren daar hun bijdrage aan; Zijn wij m.b.t. de leerlijn de beste school in de ruime regio; Zijn de zachte indicatoren voor de leeflijn hard gemaakt en zijn formats voor gesprekken ontwikkeld. . Met behulp van indicatoren en de conclusies uit de dieptegesprekken weten medewerkers en hun leidinggevende wat de bijdrage van iemand is aan de leeflijn en wordt onderzocht hoe deze bijdrage verbeterd kan worden als nodig; • • Weten managers waar hun kracht ligt, maar zijn in staat om ook “ander kleuren”aan te wenden om te komen tot de gewenste verbetering binnen de organisatie; Blijkt de nieuwbouw niet alleen de in stenen omgezette visie, maar maakt nieuwbouw ook het invullen van de visie beter mogelijk. H4: ONDERWIJS EN LEERLINGENZORG: strategisch onderwijskundige koers In 2015: • • • hebben wij werk gemaakt van onze pedagogische en didactische opdracht; Kenmerken onze lessen, begeleiding en zorg zich door differentiatie in les, aanpak en zorgbegeleiding; Kenmerkt de school zich door het bieden van pakketten op maat voor leerlingen met een bepaald begeleidingsprofiel. Dat is minder vergaand dan een leerlinggerichte school. Medewerkers zullen in staat moeten zijn om binnen lessen, zorgbegeleiding e.d. verschillend aanbod te kunnen bieden dat past bij de ontwikkeling van subgroepen leerlingen. Het onderstaande beeld van T-ford, alle kleuren mogen als het maar zwart is, naar de zelf te configureren auto, visualiseert deze aanpak. • Scholing in differentiatie in de les, ICT op maat en de kleinschalige organisatie in de nieuwbouw maken dit mede mogelijk. H5: 16 DOELEN, STRATEGIE EN PLANNING 1. Tevredenheid leerlingen overall gemiddeld 6,5 voor 2010-2015 met een 6.0 als laagste waardering op een onderdeel. 2. Tevredenheid ouders overall gemiddeld 6,5 voor 2010-2015 met een 6.0 als laagste waardering op een onderdeel. 3. Tevredenheid inspectie/maatschappij. Beoogd prestatieniveau: een overall waardering op de jaarlijkse opbrengstenkaart, bij themabezoeken en in het vierjaarlijks PKO en van minimaal voldoende op alle hoofdpunten. Hierin zit een positief totaaloordeel over het onderwijs geborgd. 4. Tevredenheid gemeente/maatschappelijke omgeving: Jaarlijks overlegt het bestuur met de gemeente over een relevant onderwerp passend bij het openbare karakter van de school men publiceert het bestuur een jaarverslag waarin, naast financiële cijfers, ook de belangrijkste beleidsresultaten van de school bekend worden gemaakt. 5. Tevredenheid vervolgonderwijs. Beoogd prestatieniveau: tenminste het niveau van de referentiegroep . 6. Percentage ziekteverzuim: voor alle categorieën personeel onder het landelijk gemiddelde voor het VO in vergelijking met soortgelijke scholen in de referentiegroep. 7. Tevredenheid medewerkers: overall gemiddeld 6,5 voor 2010-2015, met een 6.0 als laagste waardering op een onderdeel. 8. Realisatie IPB, tenminste tot uitdrukking komend in de ontwikkeling en realisatie van 3 met de MR overeen te komen hoofdonderwerpen uit het IPB vóór 2015: 9. 10. 11. 12. 13. 14. gesprekkencyclus, scholing & ontwikkeling, functiebouwwerk. Financiële maatstaven een positief exploitatiesaldo zonder bruidsschat vanaf 2013, gestage opbouw reserves vanaf boekjaar 2013, een gezond meerjarenperspectief. Onderwijsresultaten zoals vastgesteld door de inspectie en bestuur. • Een opbrengstenkaart inspectie waarin het AC tenminste op of boven de landelijke gemiddeldes scoort. • Ontwikkeling van de school volgens “de jaarlijkse verantwoordingsnotitie bestuur” (7 criteria) naar het landelijk gemiddelde tot 2013. Daarna opnieuw te formuleren door het bestuur. Onderwijsresultaten toezichtkader 2011 inspectie: tenminste voldoende op de kwaliteitsaspecten 5 en 6 uit het kernkader voortgezet onderwijs inspectie (taakbetrokken, verschillen, differentiatie) van 2011. Aantal leerlingen. Beoogd prestatieniveau: 1500 leerlingen in 2013 bij verhuizing naar nieuwbouw. Gewenste schaalgrootte: minimaal 1450 leerlingen, maximaal 1600 leerlingen, in een langdurige stabiele situatie, met een evenwichtige bijdrage van de opleidingen aan het totaal aantal leerlingen. Percentage van de personele uitgaven dat aan opleiding, ontwikkeling, training, deskundigheidsbevordering, professionalisering, onderzoek en vernieuwing is besteed: tenminste het geoormerkte scholingsbudget en maximale gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden tot opleiding personeel. Verantwoording MT: Met een afdelingsjaarplan wordt voor de periode van tenminste één schooljaar SMART geformuleerd tot welke resultaten de inspanningen van het team zullen leiden. Leden van het MT verantwoorden zich tenminste 1x per schooljaar aan de rector met een SMART verantwoordingsnotitie over de resultaten van ingezet beleid met de afdeling. 15. Het MT scoort elke twee jaar een positiebepaling INK om ontwikkelingen in organisatie en bedrijfsvoering te monitoren. Elke vier jaar wordt een zelfevaluatierapport opgemaakt dat als basis dient voor een collegiale audit. De rapportages worden besproken met bestuur en MR en leiden waar nodig tot bijstellingen in het meerjarig beleid. 16. De ontwikkeling van de Leeflijn wordt jaarlijks door de afdelingen getoetst in portofolio’s en/of enquêtes. In het vierjaarlijkse EMOVO onderzoek blijken gemeten onderwerpen als schoolwelbevinden, absenties en gezondheid zich tenminste op het niveau van de regio te bevinden. H6: IPB in 2015: Het MT organiseert en stimuleert bindende activiteiten en een adequate werkomgeving om het welbevinden van medewerkers te vergroten. Het AC in 2015 daagt medewerkers uit hun kracht optimaal in te zetten voor de leer- en leeflijn van de school. De school ondersteunt de ontwikkeling van collegae door doelen helder te formuleren, aandacht te besteden aan werving en selectie, een goede begeleidingsstructuur met een herkenbare gesprekscyclus aan te bieden. Medewerkers worden in staat gesteld zich te verbeteren middels scholing. Zij worden betrokken bij de ontwikkelingen van de school. H7: ONDERSTEUNENDE PROCESSEN EN DIENSTEN In 2015: • • • • • • Streefcijfers bij de financiële kengetallen zijn conform het financieel beleidsplan gerealiseerd Gebouw: Het doel is een zo optimaal mogelijk gebouw te realiseren voor onderwijs van nu én morgen. ICT: Itslearning is als vanzelfsprekend hét medium om te communiceren met school. Ook zal onderzoek gedaan worden naar gebruik en implementatie van digitale lesstof en leermiddelen. Anticiperen op nieuw beleid. Denk ondermeer aan wijzigingen in toetsingskader inspectie en regelgeving jaarverslagen. In de eerste helft van 2012 zal een speciaal PR ontwikkelteam de lijnen uitzetten naar de nieuwbouw toe. De resultaten worden weergegeven in een nieuw marketing- en communicatieplan. Bij voorzetting van beleid zou het Amstelveen College in 2015 in staat moeten zijn om bij alle indicatoren van de inspectie voldoende te scoren (nu mag een afdeling nog 1 indicator onvoldoende hebben) en de gevolgen van de nieuwe zak/ slaagregeling te beperken conform de landelijke cijfers. H8: Samenwerkingsverbanden: De samenwerking in Amstelland en de Meerlanden is in 2015 gericht op het bieden van goed en onderscheidend onderwijs door de verschillende scholen in deze regio. Hiertoe worden afspraken gemaakt m.b.t. zorg (samenwerkingsverband), opleiding (regionale opleidingsschool Amstelland), Sport (Sportbedrijf) etc. Het AC streeft naar maximale samenwerking met behoud van eigen autonomie. H9: KWALITEITSZORG • • • • • • Elke 2 jaar een Positiebepaling INK door het voltallige MT; Elke 4 jaar een INK-audit door een externe groep critical friends; Pro actief volgen van examenresultaten door stafbureau & systeem van verantwoording over de resultaten door de professionals; Communicatie over de resultaten met medewerkers, ouders, leerlingen en externe stakeholders. Deelname aan Vensters voor verantwoording (VO-raad). Export naar en activering van het op het AC ontwikkelde kwaliteitsprogramma “bolletjes naar rechts” bij APS, inspectie en VO-raad .
© Copyright 2024 ExpyDoc