DE HEDER door H.M. Morien en Jac.Th.A. Hofstede Inleiding De oorsprong van de familie De Heder ligt te Ieper in België. De oudste telg in deze genealogie week in de 16de eeuw uit naar naar Norwich in Engeland. Zijn vermoedelijk oudste zoon Françhois de Heger vertrok ca. 1577 naar Leiden. Zijn tweede zoon Joost, van wie in Norwich een zoon werd geboren, volgde in 1606. Niet voor lang, want een jaar later vertrok hij naar Delft, waar hij en zijn nakomelingen het beroep van saaidrapier en saaiwerker uitoefenden. Saai (serge) is een effen, licht gekeperde wollen stof. Drapiers zijn waarschijnlijk voortgekomen uit de wevers. Zij hadden de leiding in het arbeidsproces van de draperie. Zij waren de ondernemers voor wie anderen werkten; zij zorgden voor de grondstoffen, regelden de verdeling van het werk onder de arbeiders, zoals het wassen van de wol, het spinnen, verven en vollen en zorgden voor de verkoop van de produkten. Ieper was in de 12de en 13de eeuw het grootste centrum van de lakennijverheid in Europa. In de 14de eeuw ging het snel achteruit door oorlogen tegen Gent en tegen de Engelsen, door pest en tweedracht en door de strijd tegen graaf Lodewijk van Male. Onder deze vele oorlogen heeft de lakennijverheid sterk geleden. Ieper is herhaaldelijk ingenomen en verwoest; in 1566 door de beeldenstormers en in 1578 door de Geuzen. In Leiden kwamen in 1577 de eerste Vlaamse lakendrapiers aan, echter in 1582 kwam de stroom pas goed op gang. Binnen een halve eeuw werd Leiden, op Lyon na, de grootste industriestad van Europa. Rond 1595 was er een lichte inzinking in de Leidse saainijverheid, waardoor Delft met aantrekkelijke aanbiedingen saaidrapiers uit Leiden probeerde te lokken. Zo zou het poorterschap en de huishuur vrij zijn en als zij goedkope werkkrachten wilden hebben zou de Delftse overheid daartoe weeskinderen ter beschikking stellen. Na enige schermutselingen tussen de beide steden en tussenkomst van de Staten van Holland kwamen er in 1596 twaalf drapiers van Leiden naar Delft die elk ook nog vier arbeiders meenamen. Er werd voor de nieuwe saainijverheid een aparte hal aan de Voldersgracht ingericht waar ook de lakenhal was gevestigd. In 1645 werd de Saai- en Lakenhal ondergebracht in het Sint Agathaklooster (Prinsenhof). In de muur van het Prinsenhof aan de Oude Delft is nog een gevelsteen ingemetseld waarop staat: "Saai, Greine en Stoffe hal". In 1597 waren er in Delft 96 getouwen met 55 saaiwerkers in dienst van 14 drapiers, dus gemiddeld vier arbeiders per drapier. In 1652 werk ten er in Delft 69 saaidrapiers met in totaal 256 arbeiders en in 1660 waren er 126 drapiers met 325 arbeiders.1 I. FRANÇHOIS DE HEDERE, geb. ca. 1525, vermeld als hervormingsgezind in het Ieperse 1566. Hij was een van de 168 ondertekenaars die het godsdienstverdrag met de magistraat ondertekende 2, wat zeker de oorzaak zal zijn geweest waardoor hij met zijn vrouw in 1568 te Ieper voor de Raad van Beroerte werd gedagvaard.3 Hij was reeds in 1567 met vrouw en twee kinderen naar Engeland gevlucht waar hij met zijn gezin in de Hervormde Kerk van Norwich werd vermeld als afkomstig van Vlaanderen, "wool comber" (wolkammer). Op 24 oktober 1598 werd hij in de kerk aldaar vermeld i.v.m. een ondersteuning van 8 pence.4 Hij huwde met Pauline N.N. Vermoedelijke zonen: 1. FRANÇHOIS, volgt IIa. 2. JOOST, volgt IIb. 1 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden IIa. FRANÇHOIS DE HEGER, geb. Hondschoote (Frans-Vlaanderen) ca. 1553, poorter van Leiden 10 juni 1577 5, assisteerde te Leiden bij de ondertr. van zijn zoon op 27 januari 1612. Hij ondertr. Leiden 18 april 1587 met Jacomijntgen Bertiers, wed. van Françhois de Wagemaker. Kind uit dit huwelijk: 1. ABRAHAM, geb. Leiden, saaiwerker. Hij ondertr. Leiden 27 januari 1612 met Sara Dindermans, geb. Leiden, dochter van Catheleijne Dindermans. IIb. JOOST DE HEDER (HEEGER), geb. ca. 1560, afkomstig van Ieper (B), met zijn vader mee uitgeweken naar Norwich (GB) waar zijn zoon Jeremias werd geboren, vervolgens naar Holland waar hij als poorter van Leiden op 12 mei 1606 werd ingeschreven. "Joos de Heder, saeijtrapijer van IJperen op de getuigenisse van An..cel Je..en en Franchoijs Sli.ssen tot poorter deser stede bij Burgemeesteren ontvangen en sijn de voornoemde getuigen voor poorter tot borg".6 Hij was saaidrapier en woonde te Leiden aan de Hogewoert in 1606.7 Reeds het jaar daarop vertrok hij met attest. van Leiden naar Delft, waar hij in juni 1607 als lidmaat werd ingeschreven.8 Hij woonde te Delft aan de Zusterlaan 1619, Vlamingstraat in 't Fortuyn 1632 9, en als verver aan de Choorstraat 1634 en 1635, begr. Delft 15 mei 1635. In de weeskamer staat het volgende opgetekend: "Op huijden den 25 en meij anno 1622 compareerden voor weesmeesteren: Jeremias de Hedere, Jan de Hedere, Andries de Hedere ende Dirck Pouwels, als getrouwt hebbende Debora de Hedere, allen kinderen van Joost de Hedere, zaijdrapier, gewonnen bij zaliger Jacobmina van der Walle, ende beken den elk Om niet op de brandstapel te belanden vluchtte Françhois de Hedere met vrouw en twee kinderen naar Engeland. 2 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden voldaen ende betaelt te zijn van haer zaliger moeders ende schoonmoeder, respective erfenisse bedragende voor elcx vijftich carolus guldens bij haer voornoemde vader alhijer ter camer bewesen ende geregistreert, welcke registrering mits den brant vermist wort, bedancken hier van de betalinge ende schelden haren vader ende schoonvader daervan quijte; ende aangaende de vijftich vant moeders bewijs van Franchois de Hedere, wesende overleden in Oostindien, soo de comparanten seggen, heeft hij de selven somme zijn vader gemaeckt volgens testamente gepasseert voor den notaris Overgauw op dato den 27 aprilis anno 1613 bij den voornoemde Joost de Hedere, hijer mede present, sijn vertoont. Aldus gedaen ende verleden ten overstaen van Josias de Hedere, de outste broeder en voocht geweest sijnde, voor Vranck Hendricx van der Burch ende Dirck Adriaensz. van Blijswijck, weesmeesters".10 Hij huwde 1e met Jacobmina van der Walle. Hij huwde 2e Delft 14 april 1619 met Jannetgen Jans, wed. van Cornelis Steen, wonende aan het Vrouw Jutteland. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. JOSIAS, volgt IIIa. 2. JEREMIAS, volgt IIIb. 3. JAN, volgt IIIc. 4. ANDRIES, volgt IIId. 5. MARIJTGEN (MAEYKEN), lidmaat te Delft april 1605 8, woonde aldaar aan de zuidzijde van de Zusterlaan 1612, overl. voor 1622. 10 Zij huwde Delft 8 juli 1612 (ondertr. Leiden 29 juni 1612) als j.d. met Lambrecht Thonis, poorter en fusteindrapier te Leiden. 6. DEBORAH, wonende aan de Zusterlaan 1616, later Verwersdijk bij de Doelenstraat. Zij was in 1628 doopgetuige bij een kind van haar broer Andries, begr. Delft 22 januari 1665. Zij huwde Delft 7 februari 1616 als j.d. met Dirk Pouwelsz., j.g., bakker van Schiedam te Rotterdam. 7. FRANÇHOIS, overl. in Oost Indië voor 25 mei 1622. 10 Kinderen uit het tweede huwelijk: 8. SUSANNA, geb. ca. 1620, won. aan de Choorstraat 1644, doopgetuige bij div. kinderen van broers en zusters 1633, 1634, 1637, 1638, 1644 en 1646, begr. Delft l november 1686. Zij huwde Delft 24 januari 1644 als j.d. met Cornelis Cornelisz. van de Block, vleeshouwer, wonende aan de Verwersdijk, later Vlamingstraat, begr. Delft 27 juni 1666. Hij huwde 1e Delft 14 september 1642 met Jannetge Dircx Blanckert, begr. Delft 9 juli 1643. 9. N.N. (dochter), begr. Delft 18 december 1634. IIIa. JOSIAS JOOSTEN DE HEDER(E) (HE(E)GER), geb. ca. 1585, saaiwerker, drapier 9 , wonende aan de Vlamingstraat 1609, Dirk Langedwarssteeg, Pieterstraat 11, Dirk Langesteeg 12, Rietveld en weer Vlamingstraat8, lidmaat te Delft februari 1612 8, begr. Delft 13 mei 1672, wonende in het oude mannenhuis. Hij ondertr. 1e Delft 3 mei 1609 als j.g. met Liedewij Jacobs. Hij huwde 2e Delft 8 mei 1611 met Neeltgen Cornelis, j.d. wonende aan het Rietveld. Dochter verm. uit het eerste huwelijk: 1. JACOMINA (JACOBMIJNTGEN), wonende aan de Dirk Langedwarssteeg 1635, begr. Delft l januari 1672. Zij huwde Delft 26 mei 1635, als j.d., met Isaaq Gerritsz. Post, j.g. van Maasland, schoenmaker, wonende in ’t Achterom 1672. Zij testeerden Delft 12 december 1671.13 Kinderen uit het tweede huwelijk: 2. ABIGEL (ABIGAIL), wonende aan de Dirk Langedwarssteeg 1648, begr. Delft 16 januari 1676. Zij huwde Delft 12 april 1648 als j.d. met Harmen Jansz. Juweel (Jeweeul), metselaar, wonende in de Dirk Langedwarssteeg, begr. Delft 19 oktober 1681. Op 29 3 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 3. 4. 5. november 1680 14 compareerde Harman Jansz. Juweel voor de weeskamer van Delft en registreerde de minderjarige kinderen, bij Abigael Josias de Heegere zijn zaliger huisvrouw gewonnen, met name Neeltge oud 23½ jaar, Catharina oud 19 jaar, Josias oud 16 jaar, Hermanis oud 13 jaar en Ariaentge oud 10 jaar, bij aanbrengen van Aert Hendricksz., schoolmeester en Joost Jansz. de Heeger, turfdrager, als voogden. ARIAENTGE, ged. Delft 20 november 1616. JOANNIS, ged. Delft 13 januari 1619. JANNITGE, ged. Delft 28 december 1623. Zij was in 1638 doopgetuige (als 15-jarige) en in 1645 bij kinderen van haar zuster Jacobmina Josias de Heder. IIIb. JEREMIAS JOOSTENZ. DE HEDER (HOGER), geb. Norwich (GB) ca. 1590, saaiwerker, lidmaat Delft juni 16118, poorter van Delft 21 augustus 1615 15, wonende aan de zuidzijde van de Zusterlaan 1613 en aan het Rietveld 1624. Hij ondertr. Delft 6 januari 1613 als j.g. met Neeltgen Gerrits, j.d. wonende aan de Turfmarkt, begr. Delft 29 augustus 1624 (zonder naam, als huisvrouw van Jeremias Joosten). Kinderen uit dit huwelijk: 1. THEUNTGE, ged. Delft 29 januari 1617. 2. N.N. (zoon), begr. Delft 28 augustus 1624. IIIc. JAN (JOHAN) JOOSTENZ. DE HEDER(E) (HEEDER) (HEEGER), geb. ca. 1595, saaiwerker, saaidrapier, wonende aan de Zusterstraat 1619, 1625, Zusterlaan bij de Verjaagde Schapen 1641, 1647, 167815, vermeld Delft verponding 1632 9, begr. Delft 30 mei 1678. Hij huwde 1e Delft 22 juni 1619 als j.g. met Claesgen (Claeske) Maertens, j.d. wonende Achtersack. Hij huwde 2e Delft 14 september 1625 met Corsgen (Kolsken) (Corstiaentge) (Christijna) Leenderts (Len(a)erts), j.d. wonende aan de Zusterstraat, overl. voor 3 mei 1641. Op 24 juli 1641 compareerde Jan de Heder, saaidrapier voor de weeskamer voor zijn vijf kinderen, gewonnen bij Corsgen Leenderts zijn zaliger huisvrouw, bij name Frans oud 13 jaar, Leendert oud 12 jaar, Geertgen oud 10 jaar, Joost oud 9 jaar en Jacobmijntge omtrent 3 jaar, in bijzijn van de voogden Jacob Adrianus, timmerman en schipper, en Josias de Heder, vervangende Jacob Leenders, schipper, zijn mede voogd, voor hun moeders erfdeel bij uitkoop van alle goederen.16 Hij huwde 3e Delft 28 mei 1641 met Grietje (Margriet) Jans van Kinnegam (Kimgam) (Kinnegin), j.d. wonende aan de Rijsselstraat, begr. Delft 20 juni 1672. Hun dochter Hester woonde bij haar vader in op 29 maart 1674, vermeld in een codicil.17 Johan de Heder en Grietje Jans Kinnegin testeerden 6 maart 1671.18 Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. CLAES, ged. Delft 23 december 1622. 2. N.N. (geen doopnaam vermeld), ged. Delft 21 november 1624. Kinderen uit het tweede huwelijk: 3. FRANCHOIJS (FRANS), volgt IVa. 4. LENERT (LEENDERT), volgt IVb. 5. GEERTGE(N), ged. Delft 13 januari 1630, verm. begr. Delft 5 april 1647. 6. JOOS, volgt IVc. 7. MARIA, ged. Delft 27 maart 1633, overl. voor 24 juli 1641. 8. JOOST, ged. Delft 16 november 1634, begr. Delft 11 juni 1635. 9. JACOBMIJNTGE, ged. Delft 29 maart 1637, jong overl. 4 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden In de muur van het Prinsenhof aan het Oude Delft te Delft is een gevelsteen ingemetseld welk herinnerd aan de Saai- Greine- en Stoffe-Hal. Foto van R.A.J. van der Krogt. 10. JACOMIJNTJEN, ged. Delft 21 maart 1638, wonende aan de Gasthuislaan 1665, 1670, Zusterlaan 't 2e huis van 't Klooster 1716, begr. Delft 14 maart 1716 met 12 dragers uit de linnenwevers. Zij huwde 1e Delft 3 mei 1661 met Jan Arendsz. Peltenaer (Poltenaar), ged. Delft 7 april 1624, j.m., begr. Delft 10 november 1665, zoon van Arent (Aaron) Jansz. Peltenaer en Maertge Cornelisdr. Zij ondertr. 2e Delft 20 september 1670 met Jacob Segertsz. (Zegers) van Eijcke (Eijken), j.m., schuitvoerder aan de Gasthuislaan. Zij testeerden Delft 4 oktober 1672 19 en l september 1684.20 Kinderen uit het derde huwelijk: 11. MARIA, ged. Delft 21 september 1642. 12. JOHANNES, volgt IVd. 13. HESTER, ged. Delft 18 maart 1646, wonende aan de Zusterlaan over de Ieperstraat 1674, begr. Delft 7 juni 1684. Zij ondertr. Delft 15 september 1674 met Willem Pietersz. van der Meer, j.m. aan de Markt, saaidrapier, wonende aan de Zusterlaan 1684 en Vlamingstraat 1731, begr. Delft 16 juni 1731. Zij testeerden Delft 15 september 1675.21 Hij ondertr. 2e Delft 7 oktober 1684 met zijn schoonzuster Maria Brabander, wed. van Johannes de Heder, wonende aan de Vlamingstraat. 14. ERCKGEN, ged. Delft 7 september 1649. 15. CORSJE, ged. Delft 2 februari 1657. IVa. FRANÇHOIS (FRANS) JANSZ. DE HEDER, ged. Delft 6 september 1626, plateelbakker, wonende aan de Gasthuislaan. Hij huwde Delft 5 april 1649 met Burchgen 5 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden Pouwels van Dalen, j.d. wonende aan de Molslaan, verm. dochter van Pouwel Willemsz. van Dalen en Anneken Pieters van Berckevelt. Dochter uit dit huwelijk: 1. FRANSIJNTJE, ged. Delft 26 maart 1651. IVb. LENERT (LEENDERT) JANSZ. DE HEDER, verwer, wonende aan de Zusterlaan 1658, in het Vooromme 1679 23, begr. Delft 19 december 1679. Hij huwde Delft 5 mei 1658 als j.m. met Lijsbeth (Elisabet) Joosten Brabander(s), j.d. aan de Vlamingstraat, begr. Delft 25 maart 1701, wonende Broerhuis o.z., waarbij staat Swalmius 1726.24 Zij zal ongetwijfeld een zuster zijn geweest van Maria Brabander die met Johannes de Heder (IIId) huwde, want zowel bij een kind van Lijsbeth als van Maria zijn een Maria van Swenne en Abraham Brabander doopgetuigen en bij beiden wordt een Justus vernoemd. Kinderen uit dit huwelijk: 1. KORSJE (CORSJE), ged. Delft 23 november 1659, wonende aan de Vlamingstraat 1689, begr. Delft 18 januari 1714. Zij ondertr. Delft 16 april 1689 met Jan Jansz. Pelle (Peelb), j.m. wonende aan de Geerweg 1689, saaidrapier. Er vindt een boedelscheiding plaats van Corsje Leenderts de Heder en Johannes Pelle te Delft op 5 juli 1714.25 2. JUSTUS, ged. Delft 14 augustus 1667. 3. LEVINA, ged. Delft l mei 1661, testeerde te Delft 23 juli 1682.26 4. GEERTRUIJT, ged. Delft 23 februari 1672, wonende aan de Vlamingstraat, begr. Delft 30 mei 1749. Zij huwde 1e Delft 25 oktober 1701 (ondertr. Delfshaven 8 oktober 1701) met Jacob van der Bilt, j.m. van Delfshaven. Geertruijt en Jacob werden in juli 1713 te Delft als lidmaat ingeschreven als komende van Delfshaven. Zij huwde 2e met Ernestes Oze, mr. glazenmaker, wonende aan de Turfmarkt te Delft, begr. Delft 30 april 1766. Ernestes en Geertruijt testeerden te Delft op 3 september 1744. 27 Hij benoemde haar tot zijn erfgenaam en bij haar voor-overlijden haar dochter Elisabeth, gewonnen uit haar eerste huwelijk met wijlen Jacobus van der Bilt. IVc. JOOS(T) JANSZ. DE HEDER (HEGE), ged. Delft 20 maart 1631, turfdrager 28, heeft op 7 maart 1702 vrijwillig afstand gedaan en is in de plaats gesteld van Jan Jansz. Buwaert. 29 Hij was voogd over de kinderen van Abigael Joosten de Heder 1680, wonende aan de Zusterlaan 1656, Dirk Langesteeg 1665, Rietveld bij de houten brug 1702, overl. na 13 februari 1702. Hij huwde Delft 7 mei 1656 met Maertgen Louweris van der Seel, ged. Delft 26 april 1626, j.d. wonende aan het Noordeinde, begr. Delft 13 februari 1702 met tien dragers uit de saaiwerkers, dochter van Louris Cornelisz. van der Ceel en Aeltgen Huijgen. Bij de huwelijken van de kinderen valt het op dat Aeltje en Maria dan wonen in het Rietveld 1684 en 1695, Korsje aan de Oude Delft 1695 en Geertruijdt aan de Gasthuislaan 1714. Kinderen uit dit huwelijk: 1. AELTJE (AELTGEN) (AALTIE), ged. Delft 25 september 1659, wonende aan het Rietveld 1684. Zij huwde Delft 6 augustus 1684 met Jacob Fransz. (van) de(r) Graeff, ged. Delft 21 december 1659, plateelschilder aan het Oosteinde, zoon van Frans Jansz. van der Graeff en Magdalena Jansdr. Verduijn. 2. MARIA (MAARTIE), ged. Delft 20 december 1661, wonende aan het Rietveld 1695, Choorstraat 1748, begr. Delft l mei 1748. Zij huwde Delft 28 augustus 1695 met Adriaen Nicolaasz. van Assendelft, ged. Delft 9 augustus 1671, j.m. aan de Nieuwe Langendijk, kuiper, zoon van Niclaes Bartholomeusz. van Assendelft en Catharina Adriaensdr. Vosmaer. Zij testeerden Delft 4 september 1704.30 3. GEERTRUIJT, ged. Delft 12 augustus 1664, wonende aan de Gasthuislaan 1714, Oosteinde tegenover de Harmenkokslaan 1729, begr. Delft 28 augustus 1729. Zij ondertr. Delft 25 augustus 1714 met Johannes Henninck, wednr. wonende aan de Doornickstraat. 6 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 4. 5. 6. Geertruida de Heder en Jan Hennik testeerden te Delft op 20 juni 1716 31 en woonden toen aan de zuidzijde van de Zusterlaan. LOUWERIS, ged. Delft 11 januari 1667. CORSJE, wonende aan het Oude Delft 1695, Koekelaan (= Harmenkokslaan) 1743, begr. Delft 11 oktober 1743. Zij ondertr. Delft 16 april 1695 als j.d. met Thomas (Tomis) Pietersz. van der Steen, ged. Delft 7 november 1655, wednr., stoeldraaier in 't Vrouw Juttenland, overl. voor 1743, zoon van Pieter Claesz. van der Steen en Maria Thomas Naessens. Hij huwde 1e Delft 9 april 1690, als j.m. en stoeldraaier aan de Voorstraat, met Maria Arents Coornhart, begr. Delft 30 juli 1694. N.N. (kind), begr. Delft 2 april 1665. IVd. JOHANNES (JAN) JANSZ. DE HEDER, ged. Delft 3 februari 1644, wonende aan de Zusterlaan 1666, Vlamingstraat 1664, 1667, 1669, 1677 en aan het Vooromme 14 maart 1670 32 , overl. voor 1682. Hij ondertr. Delft 10 april 1666 met Maria Brabander, j.d. wonende aan de Vlamingstraat, begr. Delft 31 oktober 1714. Zij ondertr. 2e Delft 7 oktober 1684 met haar zwager Willem Pietersz. van der Meer, wednr., saaidrapier, wonende aan de Zusterlaan. Zij zal ongetwijfeld een zuster zijn van Elisabeth Brabander die met Leendert de Heder huwde, want zowel bij een kind van Lijsbeth als van Maria zijn een Maria van Swenne en Abraham Brabander doopgetuigen en bij beiden wordt een Justus vernoemd. Johannes de Heder en Maria Brabander testeerden te Delft op 18 augustus 1679.33 Kinderen uit dit huwelijk: 1. JUSTUS, ged. Delft 2 februari 1667, begr. Delft 13 juli 1667. 2. JUSTUS, ged. Delft 13 juli 1668, begr. Delft 13 september 1669. 3. MARGRIETA (MARGARETHA), ged. Delft 16 september 1670; zij testeerde (12 jaar oud) te Delft op 19 september 1682 34, wonende aan de zuidzijde van de Vlamingstraat, samen met haar moeder Maria Brabander, wed. van Johannes de Heder zaliger, overl. in 't Zuideinde van Delfgauw en uitgedragen te Delft ten huize van Willem van der Meer aan de Vlamingstraat over de Houthaak, begr. Delft 11 oktober 1705. Zij ondertr. Delft 13 december 1704 (huwelijkvoorwaarden 23 december 1704 35) met Willem van Baijen. Hij ondertr. 1e Delft 5 mei 1696 met Jannetje Venetien, begr. Delft 26 maart 1700. 4. LOUWERINA, ged. Delft 23 november 1673, begr. Delft l maart 1677. IIId. ANDRIES JOOSTENZ. DE HE(E)DE(R) (HEGER), geb. ca. 1590, saaiwerker, later plateelbakker 1641, wonende aan het Oosteinde 1620, Gasthuislaan 1641, doopgetuige bij de kinderen van Pouwel Bartholomeusz. van der Lameer en Trijntgen Hendricx 1634 en 1636. Hij huwde Delft 3 mei 1620 als j.g. met Jacobmijntge (Jaepge) Willemsdr., j.d. op het Zuideinde. Hij compareerde op 3 juli 164122 voor de weeskamer van Delft voor zijn vijf kinderen, gewonnen bij Jaepge Willems zijn huisvrouw zaliger, bij name Jan oud 16 jaar, Jacobmijn oud 12 jaar, Maritgen oud 8 jaar, Joost oud 7 jaar en Magdaleentgen oud 3 jaar. Voogden zijn Gijsbrecht Willems, kuiper, Corstiaan Anthonis, bakker, en Jan Joosten de Heder. Hij huwde 2e Delft 21 juli 1641 (attest. Haarlem 29 juni) met Niesgen Jans, wed. van Jacob Lambreeks, te Haarlem. Kinderen uit eerste huwelijk: 1. WILLEM, ged. Delft 21 augustus 1622, overl. voor 3 juli 1641. 2. JAN, volgt IVe. 3. JOOST, ged. Delft 29 november 1626, overl. voor 1634. 4. JACOBMIJNTGEN, ged. Delft 27 augustus 1628. 5. MAGDALENA, ged. Delft 29 december 1630, overl. tussen 1638 en 3 juli 1641. 6. MARIA (MARITGEN), ged. Delft 27 maart 1633, wonende aan de Zusterlaan 1662. Zij ondertr. Delft 3 juni 1662 (attest. Pijnacker 9 juni) met Floris Pietersz. van Barten 7 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 7. 8. 9. (Barth), ged. Delft 25 december 1634, j.m. wonende aan het Oosteinde, zoon van Pieter van Barten en Lijsbeth Floris. JOOST, volgt IVf. JACOMIJNTJEN, ged. Delft 29 maart 1637, jong overl. JACOMIJNTJEN (MAGDALEENTGEN) (MADDALEENTJE), ged. Delft 21 maart 1638. Volgens de akte van de weeskamer op 3 juli 1641 is Magdaleentje 3 jaar oud. In 1638 is echter Jacomijntje geboren. Vermoedelijk heeft Jacomijntjen na het overlijden van haar jongere zuster Magdalena diens naam gekregen, hetgeen niet ongebruikelijk was. Zij woonde aan de Gasthuislaan 1665. Zij huwde Delft l januari 1665 (met attest. Schipluiden) met Abraham Jonasz. Mesdach, raseur (scheerder), j.m. aan de Gasthuislaan. IVe. JAN ANDRIESZ. DE HEGER (HEGEL) (HEIJE), ged. Delft 3 oktober 1624, plateelbakker, wonende aan het Rietveld 1655, Achtersack 1666, begr. Delft 20 april 1666. Hij huwde Delft 28 augustus 1655 met Elisabeth (Lijsbeth) Cornelis, j.d. op het Broerhuis. Kinderen uit dit huwelijk: 1. JAEPGEN, ged. Delft 5 augustus 1657. 2. JAEPJE, ged. Delft 11 november 1659. IVf. JOOST ANDRIESZ. DE HEGER, ged. Delft 16 november 1634, varentsgezel, wonende aan het Spieringsklooster 1669, begr. Delft 29 november 1710. Hij huwde Delft 22 december 1669 met Petronella Jans van Apperloo, j.d. in het Achterom te Delft. Zoon uit dit huwelijk: 1. ANDRIES, ged. Delft 23 september 1671. Noten 1. De stad Delft, cultuur en maatschappij van 1572 tot 1667, artikel K. van Berkel. 2. H.Q. Janssen, De Hervormde vluchtingen van Yperen in Engeland. 3. A.L.E. Verheyden, Les Conseil des Troubles, liste des condamnés (1567-1573). 4. W.J.C. Moens, The Walloons and their Church at Norwich, their history and registers 1565-1802 in two parts, Lymington, 1887, deel 1. 5. G.A. Leiden, Register van poorterinschrijvingen 1532-1574 (1588). 6. G.A. Leiden, Register van poorterinschrijvingen 1603-1638, boek F, f. 19. 7. G.A. Leiden, H. G. W. 241v. 8. G.A. Delft, inv. nr. 203, afschrift van Archief Kerkeraad Hervormde Gemeente (lidmatenboek 1597-1616 en 1627). 9. G.A. Delft, Kohier van verpondingen, inv. nr. 1761, 1e afd. 10. G.A. Delft, Weeskamer, deel 3, f. 285. 11. G.A. Delft, Huizenprotocol 1650-1810, nr. 695, nr. 2H, deel I, f. 143. 12. G.A. Delft, Huizenprotocol 1650-1810, nr. 3750, deel III, f. 837, 802A. 13. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2897, f. 88. 14. G.A. Delft, Weeskamer, deel 12, f. 202. 15. G.A. Delft, Poorterboek, deel I, 1536-1649, 1e afd. nr. 404, f. 129v. 16. G.A. Delft, Weeskamer, deel 4, f. 36v. 17. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2170, f. 341. 18. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2169, f. 369. 19. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2244, f. 124. 20. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2269, f. 85. 21. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2170, f. 511. 22. G.A. Delft, Weeskamer, deel 4, f. 40. 23. G.A. Delft, Huizenprotocol 1650-1810, nr. 2204/732, no. 4 s 158, deel II, f. 495. 24. G.A. Delft, Huizenprotocol 1650-1810, nr. 1274, deel I, f. 281. 25. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2648. 8 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2285, f. 89. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2790, f. 42. G.A. Delft, Off. boek 1669-1692, 1e afd. nr. 347A, f. 124v. G.A. Delft, Off. boek 1692-1721, 1e afd. 347B, f. 138v. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2359, f. 148. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2410, f. 96. G.A. Delft, Huizenprotocol 1650-1810, nr. 2140, deel III, f. 480/668. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2182, f. 258. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2185, f. 253. G.A. Delft, Not. Arch., inv. nr. 2240, f. 253. 9 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden
© Copyright 2025 ExpyDoc