(HC week 6) van Inleiding Recht te downloaden.

Supplement hoorcollegestof Inleiding recht 2014-2015
HC 6.
Internationaal publiekrecht en rechtsvergelijking
Literatuur:
Hoofdstuk 6 en 7 uit het boek Inleiding recht geschreven door P.B. Cliteur en A.Ellian.
Onderwerpen
 Wat is rechtsvergelijking;
 Rechtssystemen en families;
 Common law en Romeins- en Germaansrecht;
 The sovereignty of the parliament en codificatie;
 Het internationaal recht.
Wat is rechtsvergelijking?
Aristoteles pleegde rechtsvergelijking, hij vergeleek de constituties van verschillende
stadstaten. Internationaal publiekrecht overschrijdt de landsgrenzen en dient het
algemeen belang. Wat is het nut van rechtsvergelijking?
 Het is om te reflecteren;
 U leert van andere landen op welke manier en op welke plekken het
rechtssysteem te verbeteren.
Problemen rechtsvergelijking
Helaas bestaan er ook veel problemen tijdens het vergelijken van recht.
Deze problemen zijn de taal en de vreemde cultuur. Zelfs al is een tekst vertaald,
betekent het ene woord in een land iets heel anders dan in het naburige land. Zo
betekent het woord jurisprudentie in Nederland uitspraken van de rechter, in Engeland
houdt het woord jurisprudence veel meer in dan alleen uitspraken van rechters.
Daarnaast zijn er landen in de wereld waar religie een groot deel uitmaakt van het recht.
Zo was er bijvoorbeeld een van oorsprong Iranese schrijver Salman Rushdie. Salman had
volgens de staat Iran beledigende teksten over de profeet Mohammed geschreven en
diende daarom gedood te worden. Rushdie is Brits burger en woont in Engeland. Tast
deze uitspraak de soevereiniteit van Groot-Brittannië aan? Hoe rechtvaardig is deze
uitspraak, aangezien de sharia volgens de internationale gemeenschap geen rechtsbron
is, dat zijn alleen internationale verdragen.
Voorbeeld van rechtsvergelijking
Eerst was in het Nederlands strafrecht alleen poging en plegen van misdrijven strafbaar.
Dat vond de wetgever niet genoeg en toen is er gekeken naar het Italiaanse strafrecht.
In het Italiaanse strafrecht was voorbereiding van misdrijven ook strafbaar gesteld, nu is
dit in Nederland ook het geval.
Rechtssystemen en families
Romeins-Germaans recht versus common law.
In alle rechtssystemen draait het om de wet en welke positie deze inneemt in het
systeem.
Romeins- Germaans recht:
De wetgever maakt wetten en de rechter toetst deze. Dit zijn algemene abstracte
geldende normen, en de rechter mag deze toetsen. Dit recht is wettenrecht, in dit
rechtssysteem zijn er veel wetten.
Common law, the sovereignty of the Parliament: ‘The power and jurisdiction of
Parliament is so transcendent and absolute, that it cannot be confined, either for causes
or persons, within any bounds’
De soevereiniteit ligt bij het parlement. Alleen het parlement maakt en verandert wetten
en niemand anders. De soevereiniteit van het parlement is grenzeloos.
Facebook.com/SlimStuderen
1
Supplement hoorcollegestof Inleiding recht 2014-2015
In de common law neemt de wet een kleinere positie in dan bij het Romeins-Germaans
recht, er zijn in common law veel minder wetten. Common law is rechtersrecht. Een
concreet besluit van de rechter staat voorop, deze besluiten nemen een belangrijke
positie in het common law in. Een concreet besluit van een rechter wordt langzaam
veralgemeniseerd.
In Groot Brittannië is er nog steeds gedeeltelijk common law. Er is wel sinds 1945 een
hoop veranderd, dit heeft vooral te maken met de oprichting van de Europese Unie. De
rechter mag de wetten tegenwoordig wel ergens aan toetsen, dit vanwege het bestaan
van verdragen. De rechter in Straatsburg kan de wetten van Groot Brittannië namelijk
wel toetsen aan bijvoorbeeld het EVRM. Door de Europese Unie komt er nu veel EU-recht
in Engeland. De wet begint hierdoor een centralere positie in het systeem in te nemen.
Deze wetten regelen onderwerpen die eerst door rechtersrecht geregeld werd.
Het ius gentium versus het ius civile
Het ius gentium: het recht dat betrekkingen regelde tussen Romeinen en nietRomeinen.
Het ius civile: het recht dat alleen voor de Romeinse burgers gold.
Tijdens het Romeinse rijk begon het internationale recht. De Romeinen veroverde grote
gebieden en dan is het handig om internationaal recht te hebben. Tussen verschillende
rijken en het Romeinse rijk kwamen verdragen tot stand.
Het natuurrechtelijk denken begon ook in de Romeinse tijd, de Romeinen gingen ervan
uit dat een persoon mocht vertrouwen op andermans woord. Als men dat niet kon
konden ze de ander ter verantwoording roepen.
Immanuel Kant
Kant zag soevereiniteit als een onvervreemdbare zaak. Geen enkele op zichzelf staande
staat behoort door een andere staat verworven te worden, op welke manier dan ook. Een
staat is geen eigendom.
Non-interventie beginsel: geen enkele staat mag zich met geweld mengen in de
constitutie en regering van een andere staat. Kant vond ook dat de constitutie in een
staat republikeins hoorde te zijn. Dit bedoelde hij niet in de tegenwoordige betekenis van
het woord republikeins maar als in res publica, de publieke zaak. De constitutie is dus
van het volk en dient ook de belangen van het volk, niet die van een vorst. Vaak staan in
dit soort constituties de principes van vrijheid, onafhankelijkheid en gelijkheid.
Verschillende soorten internationaal recht
Gaandeweg heeft het internationaal recht zichzelf gevormd. In de middeleeuwen wordt er
gebruik gemaakt van het ius gentium. Dit was er om de menselijkheid en de universele
waarden te waarborgen. Een oorlog tegen niet Europenanen noemden ze een Bellum
Romanum. Er zijn verschillende soorten oorlogen maar oorlogen die ‘ergens’ over gaan
brengen nieuwe orders teweeg. Zo bracht de oorlog tussen protestanten en katholieken
de vrede van Westfalen voort. De vrede van Westfalen creëerde nieuwe soevereine
staten. Groot Brittannië is onder anderen hierdoor ontstaan.
 Het neutraliteitsrecht: dit recht geldt tussen oorlogvoerende landen en neutrale
landen. Een voorbeeld hiervan is het verdrag van Den Haag.
 Het vredesrecht: Dit recht geldt ten tijde van vrede en regelt dan de
betrekkingen tussen de staten..
 Het oorlogsrecht: Dit recht geldt tussen oorlogvoerende landen. Er zijn twee
vormen van oorlogsrecht. Het ius ad bellum regelt het recht op oorlog
voeren(zelfverdediging(individueel of collectief) en humanitair). Het ius in bello
regelt de wijze van oorlogsvoering, wat mag wel en niet mag. Dus de manier
waarop oorlog gevoerd moet worden. Oorlogen die ergens over gaan brengen een
nieuwe orde teweeg.
Facebook.com/SlimStuderen
2
Supplement hoorcollegestof Inleiding recht 2014-2015
Van ius gentium naar het recht van co-existentie
Het al eerder besproken ius gentium is dus Romeins recht dat betrekkingen regelt tussen
Romeinse burgers en niet-Romeinen. Het recht van co-existentie is het recht van het
naast elkaar bestaan van staten. Tijdens de middeleeuwen werd vooral het idee van het
ius gentium veel gebruikt. Er werden verdragen gesloten en er was recht dat gold tussen
de burgers van een staat en vreemdelingen. Het recht van co-existentie wordt geboren
na de vele godsdienstoorlogen. Het bestaan van een soevereine staat wordt erkend en
was onvervreemdbaar.
Francisco di Vitoria (1480-1546) is een van de grootste denkers van de
middeleeuwen. Francisco begon de eerste fundamenten te leggen van het moderne
internationale recht. Francisco schreef vooral veel over hoe men de betrekkingen tussen
verschillende landen moest regelen. De vragen hierbij waren: Kun je zomaar landen
kolonialiseren en hoe moet je de betrekkingen regelen?
Hugo de Groot (1583-1645) schreef veel over het natuurrecht. Hoe moest men met
andere volken omgaan? Deze betrekkingen wilde hij vormgeven met regels. De Vrede
van Munster (1648) was het begin van soevereine staten. Ook Nederland ontstond
toen als soevereine staat.
Zowel di Vitoria als de Groot wilde grondslagen leggen zodat landen elkaar niet meer
meteen aan zouden vallen, maar ook vreedzaam zouden praten.
Tijdens de Krimoorlog werd het internationale recht voor het eerst seculier, er werden
verbonden gesloten met het Ottomaanse rijk.
Van recht van co-existentie naar recht van coöperatie
Het recht van co-existentie eindigde in de eerste wereldoorlog. In de tweede
wereldoorlog waren verschillende partijen bewust bezig om elkaar uit te roeien. De nazi’s
hadden in een paar dagen tijd in Oekraïne handmatig tienduizenden mensen
geëxecuteerd. De massa vernietigingswapens die werden gebruikt in de eerste en de
tweede wereldoorlog waren angstaanjagend. Er kwam een bewustzijn op dat de
mensheid in staat was om zichzelf uit te roeien. Kant had al voor oorlogen in de
toekomst, die complete volkeren konden uitroeien, gewaarschuwd. Vroeger werd er ook
al veel oorlog gevoerd maar destijds had de mensheid niet de technische mogelijkheid
om massa vernietigingswapens te vervaardigen. Tegenwoordig beschikken veel landen
over de atoombom en andere massavernietigingswapens.
Na de tweede wereldoorlog werd er een nieuwe orde in het leven geroepen: De
Verenigde naties. Om te voorkomen dat er weer oorlog komt moeten we niet alleen
elkaar tolereren (recht van co-existentie) maar ook met elkaar samenwerken (recht van
coöperatie). Er kwamen regionale organisaties tot stand zoals de NAVO. Ook kwam de
EEG, de Europese Economische Gemeenschap. De EEG was erom ervoor te zorgen dat de
concurrentie niet uit de hand te laten lopen, om op economisch gebied samen te werken.
In de jaren negentig werd de EEG omgevormd tot de Europese Unie, dit is niet meer puur
een economische unie maar ook een politieke unie.
Een wereldwetgever hebben we nog niet. Wel zijn er verdragen, internationaal
gewoonterecht, rechtsbeginselen en besluiten van de VN-veiligheidsraad. Ook is er nog
steeds geen wereldrechter, wel bestaan er het Europees Hof voor de rechten van de
mens en dergelijke. Daarnaast is er nog het ICC: International Crime law Court. Een
wereldregering is er ook nog niet. Ondanks al onze verdragen en internationale
organisaties kunnen we weinig doen tegen landen zoals Noord-Korea. De leider van de
Noord-Korea heeft daar de feitelijke macht.
Facebook.com/SlimStuderen
3
Supplement hoorcollegestof Inleiding recht 2014-2015
Langzamerhand verandert het subject van het internationaal recht. Eerst waren vooral
rechtspersonen en staten subject van het internationaal recht. Tegenwoordig zijn ook
individuen subject van het internationaal recht. Er zijn dus ook grenzen aan de
soevereiniteit van een staat/vorst. Mensenrechten werken hierbij beperkend. Het recht
van noodzaak: het kan onder exceptionele omstandigheden gerechtvaardigd zijn om
een regel van internationaal recht te schenden, wanneer dit de enige manier is waarop
een staat een ernstig en onmiddellijk gevaar kan afwenden voor een wezenlijk belang
van die staat of de internationale gemeenschap als geheel.
Thomas Hobbes: ‘De verplichting van de onderdanen tegenover de soeverein wordt
verondersteld net zo lang te duren, en niet langer, als de macht duurt waarmee hij hen
kan beschermen.’
Facebook.com/SlimStuderen
4